Begroting Begroting 2009 waterschap Rivierenland 1

Vergelijkbare documenten
PROGRAMMABEGROTING

Begroting Begroting 2010 waterschap Rivierenland 1

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Paragraaf 4: Financiering

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

Begroting Begroting 2011 waterschap Rivierenland 1

PROGRAMMABEGROTING

2e wijziging programmabegroting

Tariefbepaling waterschapsbelasting

Paragraaf Financiering

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

PARAGRAAF 3 FINANCIERING

Paragraaf financiering

Artikel 1. Definities

BEGROTING Paragraaf Financiering

Aan. V. Doorn. Portefeuillehouder

1. Inleiding en richtlijnen

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2009

2.4 Paragraaf 4 Financiering en beleggingen

Exclusief kwijtschelding/ oninbaar. Watersysteem Zuiveren

Nota beleid reserves en voorzieningen voor het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

Begroting Openbaar lichaam Ferm Werk

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

Doel van de notitie: vaststelling van de Begroting 2013 en de tarieven voor de heffing van de waterschapsbelastingen

Probleemstelling: Berekening benodigde bedrag voor de herfinanciering: Financieringsmemo juni 2015 nr.

TARIEVENNOTA november 2018

ALGEMENE VERGADERING. Voorstel Instemmen met de nota Risicobeleid. Samenvatting

Overzicht vragen en antwoorden rekeningcommissie gehouden op 10 mei 2010.

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control

Financiële verordening 2015 gemeente Zeewolde, evenals de regels voor de inrichting van de financiële organisatie

22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE

Waterschap Vallei en Veluwe Meerjarenperspectief

Begroting 2018 Financiering Provincie Gelderland

Voorstel aan dagelijks bestuur

Voorstel aan algemeen bestuur

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7. Doetinchem, 22 mei Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014

Waterschap. Vallei en Veluwe. Meerjarenperspectief

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Financiële verordening RUD Zuid-Limburg

25 april 2012 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE

Nota. Reserves en voorzieningen. Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

Datum : 18 oktober 2017 Versie : 1.0. Datum: 18 oktober 2017 Versie: 1.0 Registratienummer:

Aan de raad AGENDAPUNT 6.9

Advies. Jaarverslag Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN)

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

1 NOTA VAN AANBIEDING

Rotterdam, 31 oktober 2006 V.V.: 29 november 2006

Financiële begroting 2016

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2

ERRATA II OP PROGRAMMAREKENING 2015

Financiële verordening VRU

Aan Verenigde Vergadering JAARREKENING Gevraagd besluit Verenigde Vergadering

Investeringskasstroom: Investeringen maatschappelijk nut -25,5 Investeringen economisch nut -83,4 Investeringen grondexploitaties (netto) -0,6

Programmabegroting Versie:

NOTA RENTEBELEID GEMEENTE BERGEN OP ZOOM

Hieronder volgt een uiteenzetting van de financiële positie Het financiële beeld is als volgt:

./. Hierbij doe ik u toekomen een concept-notitie aan de commissie Financiën inzake de eerste triaalrapportage per 30 april 2007.

Regeling Financieel Beheer Belastingsamenwerking Gouwe- Rijnland

gezien het voorstel van de Tijdelijke Commissie ingesteld door de Drechtraad van 21 augustus 2006 en 13 november 2006; b e s l u i t :

Graag vernemen wij uw advies ter zake. Het dagelijks bestuur, /LUT 4/4

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

A L G E M E E N B E S T U U R

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen.

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS

Beleidsnotitie reserves en voorzieningen (inclusief risicomanagement / weerstandsvermogen)

Nota reserves en voorzieningen

HAVENSCHAP MOERDIJK. Concept Begroting 2018

algemeen bestuur (financiële producten) Beraadslagen en besluiten Nee

Aan. Portefeuillehouder. V. Doorn

1 e HERZIENING BEGROTING Omgevingsdienst Brabant Noord

Nota Reserves en. Voorzieningen. Gemeente Ferwerderadiel

Kanttekeningen bij de Begroting Paragraaf 4 Financiering

1 e wijziging Begroting 2013

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

4.4 Financiering De financiering van de gemeente Spijkenisse

Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden)

NB beide formulieren invullen (2 tabbladen)

Treasurystatuut Nordwin College

Bijlage I: Kostentoerekening 2012

23 maart 2016 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE ONTWERPBEGROTING 2017

Financiële Verordening Gemeenschappelijke Regeling Meerstad

JAARREKENING 2012 ROM-D HOLDING NV

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal

Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

b e s l u i t : 1 Inleidende bepaling 2 Begroting en verantwoording Nr: a De raad van de gemeente Barneveld;

WET HOF EN MOGELIJKHEDEN RESERVE-INZET

Notitie financiële positie gemeente Pekela

5.1.2 Woonlasten (lokale lastendruk)

Beheerbegroting. Versie: D&H 29 Oktober Inclusief verplichte bijlagen en overige uitvoeringsinformatie

ALGEMENE VERGADERING. Lelystad 21 april 2011, het college van Dijkgraaf en Heemraden, 26 mei 2011 SMO / Financiën. 21 april 2011 B.C.

Notitie Rentebeleid 2007

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016

BIEO Begroting in één oogopslag

3. Jaarrekening Stichting KHO-Heliomare

Directie Middelen en Control Treasury, Risicomanagement en Deelnemingen

Transcriptie:

Begroting 2009 Begroting 2009 waterschap Rivierenland 1

Begroting 2009 waterschap Rivierenland 2

INHOUDSOPGAVE 1 NOTA VAN AANBIEDING 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Verslaggeving 5 1.3 Ontwikkelingen sinds het vorig begrotingsjaar 7 1.4 Uitgangspunten 10 1.5 Incidentele baten en lasten 12 1.6 Kostentoerekening 12 1.7 Onttrekkingen aan overige bestemmingsreserves en voorzieningen 13 1.8 Weerstandsvermogen 14 1.9 Risicoparagraaf 14 1.10 Financiering 16 1.11 Verbonden partijen 18 1.12 Bedrijfsvoering 19 1.13 Autorisatie investeringen 22 2 KERNCIJFERS 2009 23 3 Programma s 25 3.1 Waterkeringen 25 3.1.1 Water en veiligheid 25 1.1.1 Muskus en beverrattenbestrijding 30 3.2 Watersysteem/waterketen 31 3.2.1 Watersysteem 31 3.2.2 Waterketen 34 3.3 Wegen 38 3.4 Communicatie en regelgeving 41 3.4.1 Communicatie 41 3.4.2 Aanpassen verordeningen 42 3.4.3 Calamiteitenzorg 43 3.4.4 Vergunning en handhaving 43 3.5 Middelen 47 3.6 Recapitulatie exploitatie en investeringen per programma 49 4 TOELICHTING NAAR KOSTENDRAGERS 51 5 KOSTEN- EN OPBRENGSTENSOORTEN 53 5.1 Algemeen 53 5.2 Toelichting op de kostensoorten 54 6 TARIEVEN WATERSCHAPSBELASTINGEN 61 6.1 Inleiding 61 6.2 De watersysteemheffing 62 6.3 De wegenheffing 65 6.4 De zuiveringsheffing 67 6.5 De verontreinigingsheffing 67 6.6 Totaaloverzicht heffingsopbrengst 68 6.7 Lastenontwikkeling 69 7 BESLUIT TER VASTSTELLING 71 Bijlagen 73 Begroting 2009 waterschap Rivierenland 3

Begroting 2009 waterschap Rivierenland 4

1 NOTA VAN AANBIEDING 1.1 Inleiding Hierbij bieden wij u de begroting 2009 van Waterschap Rivierenland aan. Deze begroting geeft inzicht in de voornemens die het waterschap heeft voor het jaar 2009. Uit deze voornemens volgen de kosten en opbrengsten per taak en de daaraan gekoppelde heffingsbedragen. Waterschap Rivierenland is verantwoordelijk voor een duurzaam waterbeheer en voor een veilige en een leefbare woonomgeving in het rivierengebied. Als all-in waterschap houdt waterschap Rivierenland zich bezig met het uitvoeren van taken, die verband houden met het zuiveren van afvalwater, waterkering, waterkwantiteit, waterkwaliteit en wegen. De zuiveringstaak van het waterschap heeft betrekking op het transport en het zuiveren van het aangeboden afvalwater en de verwerking van de vrijgekomen rest- en afvalstoffen. Waterschap Rivierenland zorgt ook voor schoon en voldoende oppervlaktewater in het beheersgebied. In de praktijk betekent dit het voorkomen van wateroverlast in natte perioden en het voorkomen van een tekort aan oppervlaktewater in droge perioden. Als neventaak wordt in dit kader ook het vaarwegbeheer voor een aantal wateren verzorgd. Tevens omvat het maatregelen die de kwaliteit van het water verbeteren en de ontwikkeling van een evenwichtige plantengroei en dierleven in het water en op de oevers stimuleert. Schoon water is daarnaast noodzakelijk voor onder andere de hengelsport, recreatie, drinkwater voor het vee, enz. Verder zorgt waterschap Rivierenland voor de kering van rivierwater door het beheer van dijken en kades, zodat nu, maar ook in de toekomst, veilig in het beheersgebied kan worden gewoond, gewerkt en gerecreëerd. Een andere veiligheidstaak is het keren van boezemwater door het beheer van boezemkaden. Een bijzondere veiligheidstaak is de muskusrattenbestrijding. Deze taak hoort bij het waterschap thuis, omdat muskusratten de stabiliteit van dijken in gevaar kunnen brengen. Het waterschap voert deze taak uit in het gebied van de provincie Gelderland en het gebied Schipbeek in de provincie Overijssel. Tot slot is het waterschap verantwoordelijk voor een deel van de wegen (buiten de bebouwde kom) in het gebied van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden. Hiertoe behoort de zorg voor het wegdek, het maaien van de wegbermen, het onderhouden van bruggen en duikers, de gladheidbestrijding en het aanleggen van fietspaden. Het werkgebied van Waterschap Rivierenland is 201.000 hectare groot en omvat het gehele stroomgebied tussen Rijn/Lek en Maas/Merwede vanaf Alblasserdam en de Biesbosch in het westen tot aan de Duitse grens in het oosten. Het beheer van de grote rivieren (Maas, Waal, Rijn) behoort niet tot de taken van het waterschap. 1.2 Verslaggeving Presentatie De begroting 2009 is aangepast aan de regels die gelden volgens het Besluit Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen (BBVW) die met ingang van 1 januari 2009 ingaan. Leeswijzer Deze begroting bestaat uit de volgende onderdelen: Nota van aanbieding De nota van aanbieding geeft inzicht in de uitgangspunten en randvoorwaarden waarbinnen deze begroting tot stand is gekomen. Daarnaast komen onder andere de financiering en risicoparagraaf aan de orde. Aansluitend aan dit deel zijn de kerngegevens van waterschap Rivierenland opgenomen. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 5

Programma s In dit deel worden aan de hand van een 5-tal programma s de beleidsontwikkelingen voor 2009 uiteen gezet. De in de begroting 2009 opgenomen programmateksten zijn grotendeels gelijk aan die van de voorjaarsnota 2008. Toegevoegd zijn de concrete activiteiten voor 2009 die vanuit de beleidsvoornemens herleid zijn. Begroting naar kostendragers met toelichting Dit onderdeel bevat een overzicht van de netto kosten per wettelijke taak en een toelichting op de kostenontwikkeling ten opzichte van het vorige begrotingsjaar. Kosten- en opbrengstsoorten Dit onderdeel bevat informatie over de kosten- en opbrengstensoorten van het waterschap. Per hoofdkosten- en hoofdopbrengstensoort is een analyse opgenomen van de afwijkingen ten opzichte van de begroting 2008. Tarieven waterschapsbelasting In dit deel wordt ingegaan op de wijze waarop de tarieven tot stand komen en wat de tarieven voor 2009 zijn. Besluit ter vaststelling In dit onderdeel zijn alle noodzakelijke besluiten opgenomen zodat het waterschap in 2009 haar voornemens op een slagvaardige manier kan uitvoeren. Het hoofdstuk bevat de besluiten ten behoeve van de begroting en financiering en investeringen. Bijlagen In dit deel is een aantal bijlagen opgenomen waarmee de cijfers uit deze begroting nader zijn onderbouwd. Detail molen Kinderdijk Begroting 2009 waterschap Rivierenland 6

1.3 Ontwikkelingen sinds het vorig begrotingsjaar Invoering wijzigingen Waterschapswet Algemeen Met ingang van 1 januari 2008 is de Waterschapswet gewijzigd. De doelstellingen van de wijziging van de Waterschapswet zijn: - Vereenvoudigen en verbeteren van de bestuurlijke structuur (bestuurssamenstelling en bestuursverkiezingen); - Vergroten transparantie en democratische legitimatie; - Vereenvoudiging van de financieringsstructuur (nieuw belastingstelsel); - Streven naar meer uniformiteit t.a.v. de regels over begroting en verantwoording. Samengevat gaat het om de wijze waarop de waterschappen omgaan met Good Governance. Met deze wijzigingen wordt de positie van het Algemeen Bestuur versterkt. Daarnaast wordt ook een sterker accent gelegd op de externe verantwoording (transparantie naar buiten). De wijzigingen van de Waterschapswet zijn op 1 januari 2008 in werking getreden. Voor de bepalingen inzake het financieringsstelsel en de financiën gold een overgangstermijn van 1 jaar. Dit betekent dat vanaf het jaar 2009 op dit punt aan de nieuwe voorschriften moet worden voldaan. Belastingstelsel Het nieuwe belastingstelsel bestaat uit de watersysteemheffing t.b.v. het watersysteem incl. veiligheid, de zuiveringsheffing t.b.v. kosten die zijn verbonden aan het zuiveren van afvalwater, de verontreinigingsheffing t.b.v. directe lozingen op het oppervlaktewater in beheer bij ons waterschap en de wegenheffing t.b.v. kosten ter dekking van beheer van wegen in het gebied Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. De indeling naar deze nieuwe taken en de besluitvorming over de kostentoedeling zijn in de begroting 2009 verwerkt. Inrichting beleids- en verantwoordingsfunctie Een belangrijke wijziging van de Waterschapswet betreft de verplichting om met ingang van 2009 met een zogenaamde programmabegroting te werken. Een programma is daarbij gedefinieerd als: Een samenhangend geheel van activiteiten op basis waarvan het Algemeen Bestuur het beleid van het waterschap vaststelt. Op grond van de nieuwe Waterschapswet en comptabiliteitsvoorschriften dient een programma de volgende informatie te bevatten: - inhoud van het programma; - de doelstellingen, in het bijzonder de beoogde effecten; - de wijze waarop er naar gestreefd zal worden die effecten te bereiken; - de netto kosten. Bij de voorjaarsnota 2008 is door het Algemeen Bestuur tot de volgende programma-indeling besloten: - Waterkeringen - Watersysteem - waterketen - Wegen - Communicatie en regelgeving - Middelen In hoofdstuk 3 van deze begroting is de uitwerking van de verschillende programma s opgenomen. Artikel 108 Waterschapswet Naast afspraken over de beleids-en verantwoordingsfunctie stelt het algemeen bestuur tevens uitgangspunten vast voor het financiële beleid, het financiële beheer en de financiële organisatie met waarborging dat aan eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan. Hierbij wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de bestaande beleidsregels en werkwijzen, tenzij er concrete aanleiding was om hiervan af te wijken. De afspraken zijn vastgelegd in een verordening op basis van artikel 108 van de Waterschapswet. De begroting 2009 is conform de bepalingen, zoals die opgenomen zijn in deze verordening, opgesteld. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 7

Artikel 109 Waterschapswet Met ingang van 2009 zijn op grond van de (nieuwe) Waterschapswet nieuwe regels van toepassing voor de accountantscontrole als bedoeld in art. 109, lid 2 van de Waterschapswet. De accountant beoordeelt vanaf 2009 - als onderdeel van de controle van de jaarrekening - of WSRL de rechtmatigheid heeft geborgd en getoetst. De conclusie hiervan wordt opgenomen in de accountantsverklaring bij de financiële verantwoording middels de jaarrekening. Een herziene controle-verordening alsmede een controleprotocol vormen de belangrijkste basiselementen die uit de wijziging van de Waterschapswet voortvloeien. De verdere gevolgen van de gewijzigde regelgeving voor WSRL hebben betrekking op de interne controle en de rechtmatigheid van de beheershandelingen met (mogelijk) financiële consequenties. Interne ontwikkelingen De Versnelling De organisatie richt zich op een vergroting van de efficiency, verdere kwaliteitsverbetering van onze producten en diensten, een hogere doelgerichtheid en een daarbij passende cultuur. Dat heeft geleid tot de Versnelling van de implementatie van procesverbeteringen en als gevolg daarvan een wijziging van de organisatiestructuur. Met ingang van 1 januari 2009 is de nieuwe organisatiestructuur van kracht. Hiermee is de basis gelegd voor de procesverbeteringen die in de komende jaren zullen leiden tot kwaliteitsverbetering van onze producten en diensten en tot verdere efficiency. Baggeren Voortvloeiend uit de gewijzigde Waterschapswet zijn met ingang van 2009 nieuwe verslaggevingsregels van kracht. Als gevolg hiervan worden de baggerkosten als onderhoudskosten aangemerkt die volledig ten laste van de exploitatiebegroting worden gebracht, daar waar voorheen de baggerkosten voor de zogenaamde klasse 3 en 4 specie werden geactiveerd. Als gevolg van deze wijziging in de waarderingsgrondslag worden met ingang van 2009 alle kosten van baggeren in de exploitatie verantwoord. Dit gewijzigd beleid heeft tot gevolg dat de netto-kosten voor de taak watersysteem in 2009 aanzienlijk hoger uitvallen. Kredietcrisis Ten tijde van de opstelling van de begroting 2009 heerst er op de financiële markten wereldwijd een kredietcrisis. De kredietcrisis kan ook zijn effect hebben op de activiteiten van WSRL. De factoren waarvoor dit het meest kan gelden zijn: Cross Border Lease WSRL heeft op dit moment twee Cross Border Leases (CBL) lopen. Eén, opgesplitst in twee contracten, voortkomend uit het voormalige zuiveringsschap Rivierenland en één voortkomend uit het voormalige zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden. De gelden die aangehouden worden in het kader van de CBL staan op dit moment uit bij een aantal financiële instellingen in Nederland en de Verenigde Staten. In Nederland gaat het hierbij om de Nederlandse Waterschapsbank (NWB), de Rabobank en de ABN-Amro Bank. De NWB en de Rabobank hebben op dit moment beide een triple AAA rating. De ABN-Amro is in handen van de staat gekomen, hetgeen het risico op de depots aanzienlijk vermindert. In de Verenigde Staten zijn de gelden via Merill Lynch en Wilmington Trust belegd in staatsobligaties (US treasuries). Bij de advocaten in de Verenigde Staten is navraag gedaan over de risico s die WSRL loopt op deze deposito s. De advocaten hebben geantwoord dat WSRL zich vooralsnog geen zorgen hoeft te maken omdat de staatsobligaties zich in een van de bank afgescheiden vermogen bevinden en vanwege het feit dat het risico op staatsobligaties in de praktijk op nul wordt ingeschat. Markt voor kort- en langlopende geldleningen De rentetarieven voor kort- en langlopende geldleningen fluctueren zeer sterk. De rentecurve laat daarbij een inverse curve zien, hetgeen inhoudt dat de rentetarieven dalen naarmate de looptijd van de le- Begroting 2009 waterschap Rivierenland 8

ning langer wordt. Het is op dit moment ook zeer lastig om voorspellingen te doen met betrekking tot het verloop van de rentestand. WSRL houdt de ontwikkeling van de rente goed in de gaten en maakt daarbij ook de afweging of het verstandig is om (een deel van) het renterisico voor 2009 voortijdig af te dekken. Op het moment van het opstellen van de begroting 2009 heeft WSRL nog steeds voldoende mogelijkheden om leningen af te sluiten. Dividend NWB De winst van de NWB is in het eerste half jaar van 2008 met 45,2% gedaald ten opzichte van de winst in het eerste half jaar van 2007. De oorzaak hiervan is voornamelijk toe te schrijven aan de daling van de waarden van de marktportefeuille ten gevolge van de relatief grote rentefluctuaties. Daarnaast werd het resultaat gedrukt als gevolg van de éénmalige uitkering aan aandeelhouders van 250 miljoen. De verwachting van de NWB is dat de totale winst over heel 2008 lager zal uitvallen dan 2007. Het is op dit moment niet bekend in hoeverre de lagere winstverwachting van de NWB ook gevolgen heeft voor de hoogte van de jaarlijkse dividend-uitkering. De NWB doet hier op dit moment nog geen uitspraken over. Uitgaande van bestendig dividend-beleid van de NWB is in de begroting 2009 rekening gehouden met een dividend-uitkering die even hoog is als die in 2007. SNB WSRL is samen met drie andere Brabantse Waterschappen aandeelhouder in N.V. Slibverwerking Noord-Brabant. SNB heeft haar slibverbrandingsinstallatie ondergebracht in een tweetal leasecontructies (een Cross Border Lease en een Vamil Lease). Vanuit deze lease-constructies staan een aantal depots uit bij de ABN-AMRO bank, de ING Bank en de Amerikaanse Bank AIG. Om het risico op een mogelijk faillissement van deze banken af te dekken heeft SNB in 2007 een zogenaamde switch transaction afgesloten. In deze transactie is het risico op faillissement van de depot-banken afgedekt voor een periode van 10 jaar waarbij SNB tevens het kredietrisico heeft overgenomen op een portefeuille van gerenommeerde ondernemingen. Op het moment van afsluiten is hierbij een risicoreductie van 18% berekend. In genoemde portefeuille is een buffer ingebouwd die er voor zorgt dat binnen de portefeuille meerdere faillissementen kunnen plaatsvinden zonder dat dit gevolgen heeft. In verband met de kredietcrisis is deze buffer met circa 30% afgenomen. Indien de gehele buffer verdwijnt dan zal de SNB het verlies voor haar rekening moeten nemen, dat vervolgens wordt doorberekend aan de aandeelhouders. Voor WSRL kan dit verlies oplopen tot een bedrag van maximaal 2,3 mln. Overigens probeert de SNB het risico hierop te reduceren, onder andere door het aandeel van Amerikaanse bedrijven in de portefeuille te verlagen, omdat het risico op faillissementen in Amerika als gevolg van de kredietcrisis op dit moment hoger wordt geacht dan in Europa. Begroting 2009 in relatie tot de voorjaarsnota Op 20 juni 2008 is de voorjaarsnota en het daarin opgenomen meerjarige tarievenbeleid behandeld in het algemeen bestuur. De nu voorliggende begroting 2009 is een verdere gedetailleerde uitwerking van het eerste jaar van de voorjaarsnota. In onderstaande tabel zijn de kosten zoals opgenomen in de begroting 2009 afgezet tegen het eerste jaar van de voorjaarsnota. Hieruit blijkt dat het kostenniveau van de begroting 4.512.000 hoger is ten opzichte van het jaar 2009 uit de voorjaarsnota 2008. Netto kosten 2009 Begroting 2009 142.371 Voorjaarsnota 2008 (begrotingsjaar 2009) 137.859 Verschil 4.512 (bedragen x 1.000) De kostenstijging wordt met name veroorzaakt door de volgende zaken: Evaluatie baggeruitvoeringsplan (+ 3.600.000) Voortvloeiend uit de gewijzigde waterschapswet zijn met ingang van 2009 nieuwe regels van kracht. Als gevolg hiervan worden de baggerkosten als onderhoudskosten aangemerkt die volledig ten laste van de exploitatiebegroting worden gebracht, daar waar voorheen de baggerkosten voor de zogenaamde klasse 3 en 4 werden geactiveerd. Als gevolg van deze wijziging in de waarderingsgrondslag wor- Begroting 2009 waterschap Rivierenland 9

den met ingang van 2009 alle kosten van baggeren in de exploitatie verantwoord. Dit gewijzigd beleid heeft samen met de hogere prijsstelling voor het verwerken van de baggerspecie ertoe geleid dat de netto-kosten voor de taak watersysteem in 2009 aanzienlijk hoger uitvallen. Personeelskosten (+ 410.000) Bij de opmaak van de voorjaarsnota 2008 is bij de berekening van de personeelskosten geen rekening gehouden met periodieke verhogingen en de verhoging van de eindejaarsuitkering. Energiekosten (+ 280.000) Bijstelling van de energieramingen van de directie zuivering op basis van de realisatiecijfers 2007 (+ 140.000), vertraagde uitvoering van de besparingsmaatregelen in het kader van energiebewust zuiveren (+ 40.000), hogere brandstofprijzen (+ 50.000) en bijstelling van de energieraming als gevolg van de uitbreiding van het laboratorium (+ 50.000). Onderhoud waterkeringen (+ 290.000) Stijging onderhoudskosten primaire waterkeringen door incidentele vervanging van afrasteringen bij de primaire waterkeringen naar aanleiding van een inspectie en structureel meer onderhoud aan afrasteringen conform het vastgesteld beleid dagelijks beheer en onderhoud waterkeringen (+ 190.000). Hogere beheersvergoedingen voor het onderhouden van dijken (+ 100.000). Vertraging aanleg weg De nieuwe Geer (- 700.000) De aanleg van de weg is vertraagd. De totale kosten van 1 miljoen waren in de voorjaarsnota nog volledig voorzien in 2009 en zijn op basis van de nieuwe planning gedeeltelijk verschoven naar 2010. Vervallen BTW verhoging per 1 januari 2009 versus hogere inflatie Het kabinet heeft besloten om de aangekondigde BTW verhoging per 1 januari 2009 te laten vervallen. Hiertegenover staat dat de inflatie veel sterker is gestegen dan in de voorjaarsnota 2008 werd verondersteld. Als uitgangspunt in de begroting 2009 is 2,75% inflatie meegenomen, waarmee het voordeel van het vervallen van de BTW-stijging per 1 januari 2009 teniet wordt gedaan. Verdeeld over de taken ontstaat het volgende beeld: Netto kosten 2009 Zuivering + 725 Watersysteem + 4.487 Wegen - 700 Totaal + 4.512 (bedragen x 1.000) 1.4 Uitgangspunten De begroting 2009 is gebaseerd op de begroting 2008, de voorjaarsnota 2008 en de jaarrekening 2007 van de organisatie. Daarnaast is de meerjareninvesteringsraming geactualiseerd en zijn de structureel doorwerkende effecten uit de 2e bestuursrapportage 2008 verwerkt. De begroting 2009 is opgesteld conform de vastgestelde financiële beleidskaders van waterschap Rivierenland (waarderingsgrondslagen, treasurystatuut en het beleid inzake reserves en voorzieningen). Externe uitgangspunten De externe uitgangspunten zijn gebaseerd op verwachtingen van De Nederlandse Bank, het Centraal Planbureau en vijf grote Nederlandse banken. Inflatie 2,75% (begroting 2008 1,75%) Rente lang (kapitaalmarkt) 5,00% (begroting 2008 4,75%) Rente kort (geldmarkt) 4,25% (begroting 2008 4,25%) Loonkostenstijging personeel 3,25% (begroting 2008 3,50%) Begroting 2009 waterschap Rivierenland 10

De kredietcrisis en de invloed daarop op de economie heeft er toe geleid dat de groei van de Nederlandse economie in oktober 2008 is gestagneerd (bron CBS). Verwacht wordt dat deze ontwikkeling zich zal voortzetten en de Nederlandse economie in een recessie zal belanden hetgeen een dempende werking heeft op de inflatie. Op de financiële markt wordt verwacht dat als gevolg van de kredietcrisis en de economische teruggang de ECB de rentetarieven verder zal verlagen. Mogelijk leidt de stagnerende economie tot lagere inschrijvingen op aanbestedingen hetgeen een gunstig (kostenverlagend) effect kan hebben op de investeringen en daarmee vanaf 2010 op de exploitatie. Inflatie De werkelijke inflatie over geheel 2008 zal naar verwachting uitkomen op 2,75%. Bij het opmaken van de begroting 2008 is in de ramingen rekening gehouden met een inflatie van 1,75%, een nadelig verschil van 1%. Bij de voorjaarsnota en bij de begroting 2009 is 2,75% als uitgangspunt gehanteerd, waarvan 1,0% als gevolg van de voorgenomen BTW stijging per 1 januari 2009. In september 2008 heeft het kabinet besloten de BTW-verhoging niet door te laten gaan. Als uitgangspunt voor de begroting is het inflatiepercentage van 2,75% evenwel gehandhaafd ter dekking van het na-ijleffect van de hogere inflatie 2008. De in de ramingen verwerkte inflatie voor 2009 bedraagt derhalve 1,75%. Het CPB voorspelde in september 2008 nog dat de inflatie in 2009 op zou lopen tot 3,25%. Een nieuwe prognose van het CPB is op dit moment nog niet beschikbaar. De minister van Financiën heeft begin november de verwachting uitgesproken dat de inflatie in 2009 circa 2% zal bedragen. Het financiële effect van de inflatie op de exploitatie begroting van het waterschap is overigens beperkt. Een afwijking ten opzichte van de raming met 0,5% (tot een inflatie van 1,25% in 2009) leidt tot een bijstelling van het kostenniveau van 300.000. Renteontwikkeling In oktober en november 2009 heeft de ECB de zogenaamde refirente (korte rente) verlaagd met 1,0% tot 3,25%. Door de onzekere situatie omtrent de gevolgen van de kredietcrisis valt nauwelijks te voorspellen wat de rente in het komende jaar zal gaan doen. Ook de voorspellingen voor de lange rente fluctueren sterk, daarbij valt op dat de door banken in rekening gebrachte opslagen steeds verder oplopen. Ter indicatie: het tarief voor een lening met een looptijd van 25 jaar bedraagt op dit moment (14 november 2008) bij de NWB: 5,51%. In de begroting 2009 is als uitgangspunt voor de korte rente in 2009 een tarief van 4,25% gehanteerd en voor de lange rente 5,0%. Het financiële effect van een daling van het renteniveau met 1,0% bedraagt circa 300.000. Interne uitgangspunten Financiële vertaling vacatureruimte Bij een organisatie met de omvang van Waterschap Rivierenland is er structureel sprake van enige vacatureruimte. Bovendien wordt met het oog op het behalen van de streefformatie omzichtig omgesprongen met het invullen van de aanwezige vacatures. Evenals in de begroting 2008 wordt in de begroting 2009 slechts 75% van de vacatures (circa 40 fte) financieel vertaald. De totale netto kosten dalen hiermee met 500.000 (begroting 2008 eveneens 500.000). Om administratieve en beheertechnische redenen is deze correctie in mindering gebracht op de post onvoorzien. Deze bedraagt voor de begroting 2009 875.000. Meerjareninvesteringsniveau. De meerjareninvesteringsplanning is geactualiseerd en bedraagt over de jaren 2008 tot en met 2013 240,6 miljoen netto, een gemiddelde van 40,1 miljoen per jaar. Voor 2009 bedragen de netto investeringsramingen 40,7 miljoen. Toerekening saldi algemene reserves en egalisatiereserves naar nieuwe taken. Voor 2009 zijn de algemene en de egalisatiereserves verdeeld naar de nieuwe taken. De nieuwe taak watersysteem bestaat uit de oude taken waterkeringzorg en waterkwantiteitsbeheer en het passief waterkwaliteitsbeheer. De zuiveringstaak bestaat uit het actief waterkwaliteitsbeheer. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 11

Op basis van de begroting 2008 is het aandeel passief kwaliteitsbeheer van de totale oude taak waterkwaliteitsbeheer bepaald op 13,2%. De overige 86,8% heeft betrekking op het actief kwaliteitsbeheer en valt onder de zuiveringstaak. De saldi per 1 januari 2009 van de reserves waterkering en waterkwantiteit zijn volledig toegerekend aan de nieuwe taak watersysteem. De reserves voor de wegentaak zijn onveranderd gebleven. De saldi van de algemene reserve en egalisatiereserve van de oude taak waterkwaliteit per 1 januari 2009 zijn conform bovenstaande percentages toegerekend aan de nieuwe taken watersysteem en zuivering. 1.5 Incidentele baten en lasten Deze paragraaf bevat een overzicht van de baten en lasten die als eenmalig ten opzichte van voorgaande en komende begrotingsjaren moeten worden beschouwd. Plaatsen en vervangen afrasteringen primaire waterkeringen 190 Groot onderhoud regionale waterkeringen 63 Aanleg weg De Nieuwe Geer 300 Vervanging van twee bruggen in Bleskensgraaf 90 Aanschaf handcomputers t.b.v. buitenwerkzaamheden handhaving en vergunningverlening 90 Totaal incidentele lasten 733 (bedragen x 1.000) 1.6 Kostentoerekening Voor de toerekening van de kosten en opbrengsten wordt gebruik gemaakt van het beleids- en beheersproces bij waterschappen (BBP). Hieronder wordt de toegepaste systematiek toegelicht. Registratie van kosten, opbrengsten en uren De kosten en opbrengsten worden zoveel als mogelijk direct toegeschreven aan een beheerproduct. Kosten en opbrengsten waarvoor dat niet mogelijk is, worden op basis van de verantwoorde uren aan een beheerproduct toegerekend. Op deze manier worden de netto kosten per beheerproduct bepaald. Doorbelasting ondersteunende beheerproducten en hulpproducten naar primaire beheerproducten De beheerproducten zijn onderverdeeld in primaire beheerproducten (die betrekking hebben op de primaire processen van het waterschap) en ondersteunende beheerproducten en hulpproducten (die de primaire processen ondersteunen). De netto kosten van de ondersteunende beheerproducten en de hulpproducten zijn toegerekend aan de primaire beheerproducten. Hiervoor zijn drie soorten verdeelsleutels gebruikt die landelijk zijn afgesproken: 1. toerekening aan elk primair beheerproduct op basis van het aantal direct bestede uren van de primaire beheerproducten; 2. toerekening aan elk primair beheerproduct op basis van de totale directe kosten van de primaire beheerproducten; 3. specifieke verdeelsleutels die het gebruik, dat van dit ondersteunende beheerproduct wordt gemaakt, weergeven. Doorbelasten primaire beheerproducten naar wettelijke taken De netto kosten per primair beheerproduct zijn verdeeld over de wettelijk taken op grond van de verdeling zoals opgenomen in bijlage 8. Deze verdeling is voor de begroting 2009 aangepast aan de nieuwe waterschapswet. Bij deze verdeling zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: een aantal beheerproducten wordt volledig toegerekend aan één van de taken. de overige beheerproducten zijn verdeeld op basis van ervaringscijfers. Na deze doorbelasting zijn de netto kosten per wettelijk taak bekend. Vervolgens worden de kosten per taak op basis van de kostentoedelingsverordening toegerekend aan de belanghebbende categorieën en worden de tarieven bepaald. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 12

1.7 Onttrekkingen aan overige bestemmingsreserves en voorzieningen De volgende mutaties (* 1.000) worden rechtstreeks ten laste van de voorzieningen gebracht: Voorziening regeling personeel 2.096 Dit is een voorziening voor dekking van wachtgeld van voormalig personeel. Voorziening pensioen voormalige bestuurders 551 Dit betreft een voorziening ter dekking van pensioenaanspraken van voormalige bestuursleden. Voorziening baggeren Alblasserwaard en Vijfheerenlanden 168 Dit is een voorziening van het voormalige HAV-gebied. Dit geld wordt gebruikt voor het opruimen van probleem-baggerdepots. Voorziening kleilagenproblematiek Betuweroute 115 Deze voorziening werd gevormd uit een door Prorail betaalde afkoopsom voor toekomstig onderhoud aan watergangen langs de Betuweroute. Voorziening baggeren klasse 0-2 6.678 Deze voorziening is in 2006 ingesteld. Redenen van invoering zijn: - Efficiënte en effectieve manier van afwikkeling van baggerprojectadministraties; - Jaarlijkse storting van het gedurende de baggercyclus gemiddeld benodigd jaarbudget. Hierdoor worden jaarlijkse kostenschommelingen in de exploitatie voorkomen; - Het voorkomen van financiële mee- tegenvallers bij het opstellen van de jaarrekening (voorziening fungeert als een onderhouds-/egalisatievoorziening). Aangezien met ingang van 2009 al de baggerwerken via de exploitatie worden bekostigd, geldt de voorziening voortaan voor zowel de verspreidbare alsook de nietverspreidbare bagger. (tot 2009 werden alleen de kosten van klasse 0-2 uit de exploitatie (=voorziening) betaald terwijl de baggerkosten van klasse 3-4 werden geactiveerd). Totaal mutaties Voorzieningen 9.608 Ten laste van bestemmingsreserves worden de volgende onttrekkingen (* 1.000) verwacht: Deze mutaties worden niet via de exploitatie verwerkt, maar dekking vindt plaats rechtstreeks uit de bestemmingsreserve. Bestemmingsreserve waterketen 245 Deze reserve is ingesteld voor het verstrekken van subsidies voor het afkoppelen van schoon verhard oppervlak op de riolering. Hiernaast wordt subsidie verleend voor de sanering van riooloverstorten op kwetsbaar oppervlaktewater. Bestemmingsreserve muskus- en beverrattenbestrijding 98 Deze reserve werd gevormd ter financiering van tijdelijke inzet van personeel om de aanwezige populaties van muskus- en beverratten te bestrijden. Bestemmingsreserve waterstructuurplan 6 De reserve werd nodig geacht voor uitvoering van projecten in het kader van het waterstructuurplan in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Bestemmingsreserve rotondes 382 Middels deze reserve kan samen met gemeentes geparticipeerd worden bij de aanleg van rotondes in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Bestemmingsreserve functiewaardering 25 Deze bestemmingsreserve is bij de opstelling van de jaarrekening 2007 in het leven geroepen. De kosten voor functiewaardering zullen in 2009 gemaakt worden. Totaal mutaties Bestemmingsreserves 756 Begroting 2009 waterschap Rivierenland 13

1.8 Weerstandsvermogen Algemeen De definitie van weerstandsvermogen is de mate waarin de organisatie in staat is middelen vrij te maken (weerstandscapaciteit) om onverwachte financiële tegenvallers (risico s) op te vangen. Het weerstandsvermogen is onderdeel van het bredere risicomanagement. Het vormt als beheersmaatregel het sluitstuk van risicomanagement, een laatste vangnet om de risicokosten op te vangen. Daarnaast geeft het een maat voor de financiële gezondheid van de organisatie. Inzicht in het weerstandsvermogen van waterschap Rivierenland is dus belangrijk om de continuïteit van de organisatie te kunnen garanderen. Op dit moment wordt bij waterschap Rivierenland een gewenste omvang en ondergrens van de algemene (taak)reserves berekend. Dit wordt beschouwd als het weerstandsvermogen van het waterschap. De gewenste omvang (10% van het begrotingstotaal per taak) is vastgelegd in de nota reserves en voorzieningen en is een algemeen bedrijfseconomische aanvaarde norm voor de omvang van de algemene reserves. Teneinde een goede inschatting te kunnen maken van het gewenste niveau van de algemene reserve zal in 2009 een risicoanalyse worden uitgevoerd. Aan een goede risicoanalyse ligt een inschatting van de aanwezige risico s op een bepaald moment ten grondslag. Hierbij wordt rekening gehouden met de verzekeringen, de aanwezige en benodigde bestemmingsreserves en voorzieningen en de te kwantificeren risico s waarvoor geen reserve dan wel voorziening is getroffen. Risicoanalyse is daarmee een dynamisch proces (interactief met de organisatie). Dit houdt tevens in dat het bepalen van de hoogte van het weerstandsvermogen ook een dynamisch proces is en elk jaar plaatsvindt. Toetsing hoogte algemene reserves Voor de per taak ingestelde algemene reserves is in de nota reserves en voorzieningen vooralsnog een omvang bepaald van maximaal 10% van het begrotingstotaal op het niveau van de netto kosten per taak. Daarbij is bepaald dat discussie over aanvulling van de algemene reserve pas wordt gevoerd op het moment dat de omvang van de algemene reserve onder de 8% dreigt te geraken. Het toetsingsmoment van de omvang van de algemene reserves is de opmaak van de begroting en de meerjarenraming. Dan wordt bezien in hoeverre aanvulling of afroming van de algemene reserve noodzakelijk is. Omschrijving Zuiveringsheffing Watersysteemheffing Wegen Totaal Netto kosten 2009 62.585 73.310 6.477 142.371 Gewenste omvang 10% 6.241 7.318 652 14.211 Drempel algemene reserve 8% 4.993 5.855 522 11.370 Stand algemene reserve 6.528 7.574 689 14.791 (bedragen x 1.000) De stand van de algemene reserves per ultimo 2009 is voor alle taken iets hoger dan de gewenste omvang van 10% van het netto kostenniveau. Op basis van de verwachte meerjarenkostenontwikkeling zullen de netto kosten van de taken verder stijgen. Op grond daarvan is afroming van de algemene reserves in 2009 niet gewenst. Verwacht voordelig resultaat 2008 Op basis van de tweede bestuursrapportage 2008 van waterschap Rivierenland wordt voor 2008 een voordelig resultaat verwacht ad 946.000. Het resultaat is verwerkt in de stand van de egalisatiereserves per 1 januari 2009. 1.9 Risicoparagraaf De risicoparagraaf gaat in op onderwerpen die, op korte of lange termijn, van materiële betekenis kunnen zijn voor de financiële positie van het waterschap, maar die vanwege het onzekere karakter nog niet in deze begroting zijn opgenomen. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 14

RWZI Schelluinen De aannemer die het werk RWZI Schelluinen heeft uitgevoerd, heeft een procedure bij de Raad van Arbitrage gestart met als doel een extra vergoeding van het waterschap te krijgen. De uitkomst van een dergelijke procedure is per definitie ongewis. Waterlandstichting De Belastingdienst legt de Waterlandstichting vanaf het belastingjaar 1997 naheffingsaanslagen op. Hiermee wil de belastingdienst de rechten behouden om door de Waterlandstichting verrekende BTW alsnog terug te kunnen vorderen. De Belastingdienst wacht de uitspraak van het Europese Hof af in enkele gerechtelijke procedures (waarin de Waterlandstichting overigens geen partij is). Belangrijk daarbij is dat het Europese Hof heeft bepaald dat het beginsel van verbod van misbruik ook geldt op het gebied van de BTW. Er is sprake van misbruik wanneer: - de transacties ertoe leiden dat in strijd met Europese richtlijnen en nationale wetgeving belastingvoordeel wordt toegekend; - uit een geheel van objectieve factoren blijkt dat het wezenlijke doel van de transacties erin bestaat een belastingvoordeel te verkrijgen. De reikwijdte van deze uitspraak voor de Waterlandstichting is nog niet bekend. Een eventueel definitieve aanslag zal worden doorbelast aan de projecten waarop de aanslag betrekking heeft. Voor Waterschap Rivierenland kan dit oplopen tot de terugvordering van een BTW-bedrag van ca. 10.000.000 (exclusief heffingsrente en terug te ontvangen BTW van de huurtermijnen). Definitieve belastinginkomsten 2008 Vanaf 1 januari 2008 wordt de aanslagoplegging en inning van onze belastingen verzorgd door Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR). BSR is een samenwerkingsverband tussen waterschap Rivierenland, afvalverwijdering Rivierenland (AVRI) en de gemeentes Culemborg, Lingewaal, Maasdriel en Tiel. De aanslagoplegging 2008 heeft conform planning plaatsgevonden. Ten behoeve van de analyse van de belastingopbrengsten per categorie wordt door BSR een managementinformatiesysteem ontwikkeld. In afwachting hiervan was een analyse van de belastingopbrengsten ten tijde van de begrotingsopstelling nog niet beschikbaar. Dit betekent dat het resultaat op de belastingopbrengsten 2008 en het effect daarvan op de egalisatiereserves pas zichtbaar wordt bij het opstellen van de Jaarrekening 2008. Rechtmatigheid Met ingang van 2009 zijn op grond van de (nieuwe) Waterschapswet nieuwe regels van toepassing voor de accountantscontrole. De belangrijkste verandering betreft de controle op de rechtmatigheid van de beheershandelingen met financiële consequenties. Bij de tussentijdse controle door de accountant wordt de interne financiële beheersing van processen en activiteiten van het waterschap beoordeeld. Specifiek voor rechtmatigheid geldt dat de voorbereidingen eind 2008 zouden moeten worden afgerond, zodat een waterschap met ingang van januari 2009 conform de nieuwe verplichtingen gaat werken en daarmee volledig moet voldoen aan externe en interne wet- en regelgeving. De accountant besteedt bij zijn controle aandacht aan de rechtmatigheid en in de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen geeft hij zijn oordeel over de rechtmatigheid van de financiële beheerhandelingen van het waterschap. Het waterschap loopt hierbij het risico dat de accountant geen goedkeurende rechtmatigheidsverklaring kan verstrekken. Vrijwaringen Het bestuur van het waterschap zal een vrijwaring afgeven voor vier stichtingen, twee BV s en één NV en voor de bestuursleden van deze stichtingen, BV s en NV voor aanspraken door derden. Aan deze vrijwaringen zijn voorwaarden verbonden. De partijen waarvoor wij vrijwaringen hebben afgegeven zijn: - Slibverwerking Noord Brabant NV - Stichting Slibservice Rivierenland - Polderlandstichting (CBL) - Stichting Transfer (CBL) Begroting 2009 waterschap Rivierenland 15

- Stichting de Nieuwe Scheering - 2 BV's in het kader van de CBL: Rivierenland Lease Management BV I en II 1.10 Financiering Inleiding Het treasurybeleid van waterschap Rivierenland is vastgelegd in de verordening op de beleids- en verantwoordingsfunctie. De verordening beoogt hiermee het financieringsbeleid transparant te maken waarbij de risico s zo goed mogelijk worden beheerst binnen de vastgestelde kaders. Risicobeleid De houding van Waterschap Rivierenland ten aanzien van financieel risico is defensief en risicomijdend. Het risicobeleid is er op gericht om toekomstige risico s inzichtelijk te maken, te beheersen, te verminderen of te verschuiven. De uitvoering van de treasurytaak mag in ieder geval niet leiden tot een vergroting van de risico s voor de organisatie. Hierbij geldt dat het niveau van renterisico s in de komende jaren de wettelijke normen, te weten de kasgeldlimiet en de renterisiconorm, zoals vastgelegd in de Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO), niet overschrijdt. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet bepaalt hoeveel er, gemiddeld over een periode van 3 maanden, maximaal met kort geld (looptijd korter dan 1 jaar) gefinancierd mag worden. De norm is vastgesteld op 23% van het bruto kostentotaal van de begroting en bedraagt voor 2009 afgerond 36.800.000. Renterisiconorm De renterisiconorm beoogt een zodanige opbouw van de leningenportefeuille dat het risico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen beperkt blijft. De renterisiconorm bedraagt 20% van het totaal aan vaste schuld van het waterschap bij aanvang van het betreffende jaar en bedraagt voor 2009 57.254.000. De totale aflossingsverplichting van waterschap Rivierenland bedraagt in 2009 10.610.000. Op grond van het bovenstaande kan geconcludeerd worden, dat Waterschap Rivierenland in 2009 ruim voldoet aan de renterisiconorm. Rentevisie In oktober en november 2009 heeft de ECB de zogenaamde refirente (korte rente) verlaagd met 1,0% tot 3,25%. Door de onzekere situatie omtrent de gevolgen van de kredietcrisis valt nauwelijks te voorspellen wat de rente in het komende jaar zal gaan doen. Ook de voorspellingen voor de lange rente fluctueren sterk, daarbij valt op dat de door banken in rekening gebrachte opslagen steeds verder oplopen. Ter indicatie: het tarief voor een lening met een looptijd van 25 jaar bedraagt op dit moment (14 november 2008) bij de NWB: 5,51%. In de begroting 2009 is als uitgangspunt voor de korte rente in 2009 een tarief van 4,25% gehanteerd en voor de lange rente 5,0%. Financieringsbehoefte De financieringsbehoefte is bepaald door de aanwezige geldmiddelen af te zetten tegen de aanwezige boekwaarde van de activa, inclusief de investeringen die in 2009 zijn geraamd. De financieringsbehoefte voor 2009 is in onderstaande tabel opgenomen. Omschrijving 01-01-2009 31-12-2009 Benodigde financiële middelen (boekwaarde activa) 398.287 412.952 Beschikbare financiële middelen (leningen/reserves/voorzieningen) 373.684 352.783 Financieringsbehoefte 24.603 60.169 (bedragen x 1.000) Begroting 2009 waterschap Rivierenland 16

Gedurende 2009 loopt de financieringsbehoefte op tot 60,2 miljoen ultimo 2009. De stijging van de financieringsbehoefte wordt voornamelijk veroorzaakt door de voorgenomen netto investeringen in 2009 ad 40,7 miljoen. Van de totale financieringsbehoefte zal 5 miljoen worden afgedekt met het saldo tussen vlottende activa en vlottende passiva. In de huidige marktsituatie liggen de lange rente en de korte rente relatief dicht bij elkaar. Daarnaast schommelen de huidige markttarieven relatief sterk als gevolg van de huidige kredietcrisis. Gezien deze situatie kan het voorkomen, dat de lange en korte rente het komend jaar op een gelijk niveau komen te liggen of dat er zelfs een inverse rentecurve ontstaat (de korte rente is in zo n situatie hoger dan de lange rente). Wanneer dat gebeurt, kan het aantrekkelijker zijn om het restant van de financieringsbehoefte ad 55,2 miljoen in zijn geheel lang af te dekken. Om deze reden is in hoofdstuk 7 (Besluit ter Vaststelling) voorgesteld om het CDH, binnen de kaders van de Wet FIDO, te machtigen tot het afdekken van de financieringsbehoefte van 55,2 miljoen door middel van lange of korte financiering. Voor een overzicht van de rentekosten- en opbrengsten die gemoeid zijn met de financiering wordt verwezen naar hoofdstuk 5. In bijlage 7 is de berekening van het rente-omslagpercentage opgenomen. Renterisico/beleid Voor de berekening van de financieringsbehoefte in de loop van het jaar is verondersteld dat de uitgaven en inkomsten gelijkelijk verdeeld over het jaar plaatsvinden. Op grond daarvan is bij de berekening van de financieringsbehoefte het uitgangspunt gehanteerd dat de nieuw aan te trekken leningen per 1 juli 2009 gestort zullen worden. De ervaring leert dat het plannen van een subsidieontvangst zeer lastig is. Bij het bepalen van de financieringsbehoefte is het uitgangspunt gehanteerd dat de subsidiebijdragen voor een project in hetzelfde jaar ontvangen worden als het jaar waarin de investeringsuitgaven plaatsvinden. Wanneer blijkt dat de subsidieontvangsten veel later binnenkomen dan nu verondersteld, stijgt de financieringsbehoefte en zullen er eerder nieuwe langlopende leningen moeten worden afgesloten. Dit brengt een (beperkt) renterisico met zich mee. Bij de afdekking van de financieringsbehoefte kan, zoals hierboven vermeld, gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid van korte financiering, binnen de kaders van de Wet FIDO en de verordening op de beleids- en verantwoordingsfunctie. Dit betekent dat er gedurende 2009 maximaal 36,8 miljoen (gemiddeld over een periode van 3 maanden) met kort geld gefinancierd wordt. Aangezien het saldo op de rekening-courant dagelijks fluctueert in verband met pieken van betalingen/ontvangsten van bijvoorbeeld investeringen, aflossingen, subsidieontvangsten en belastingopbrengsten kan het saldo rekening-courant zich tijdelijk boven de hierboven aangegeven kasgeldlimiet begeven. Deze tijdelijke pieken in de rekening-courant zijn ook toegestaan, omdat de kasgeldlimiet een maximale limiet is gemeten over het gemiddelde saldo over een periode van 3 maanden. Op grond daarvan wordt voorgesteld om de kredietlimiet in de rekening-courant bij de Nederlandse Waterschap Bank voor 2009 vast te stellen op 46,8 miljoen. Gedurende het jaar zal, bij het voorkomen van deze pieken, telkens een inschatting worden gemaakt van de structurele aard van de piek en indien nodig zal een voorstel voor het aangaan van een langlopende lening gemaakt worden. Voor de begroting 2009 is, mede op basis van de actuele investeringsplanning, een prognose gemaakt van het verloop van de financieringsbehoefte voor de komende 5 jaar. Deze prognose laat zien, dat er bij continuering van het huidige beleid, in de periode 2010-2013 voor een totaalbedrag van 81,2 mln afgedekt moet worden met langlopende financieringsmiddelen. Gedurende het jaar 2009 zal bekeken worden of het, gezien de renteontwikkelingen, aantrekkelijk is om het renterisico dat gelopen wordt over de financieringsbehoefte voor de komende jaren in te perken. Dit kan gebeuren middels het gebruik van een lening met uitgestelde storting of andere rente-instrumenten, die hier conform de verordening op de beleids- en verantwoordingsfunctie, voor gebruikt kunnen worden. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 17

Voorgenomen transacties en mandaat Zoals blijkt uit de toelichting bij de financieringsbehoefte, wordt verwacht dat er in 2009 60,2 miljoen gefinancierd wordt. Hiervan zal 55,2 miljoen gefinancierd worden door middel van lange of korte leningen en 5,0 miljoen uit het saldo tussen de vlottende activa en passiva. De uitgangspunten met betrekking tot de gehanteerde rentepercentages zijn in deze begroting strak geraamd. In 2009 zal getracht worden om de financieringsbehoefte binnen de in de begroting geraamde rentekosten af te dekken. De hoogte van de rente kan gedurende een jaar als gevolg van ontwikkelingen op de financiële markten fluctueren. Het kan dan voorkomen dat ter afdekking van de financieringsbehoefte op enig moment een lening aangegaan wordt tegen een rentepercentage dat hoger ligt dan het hierboven gehanteerde uitgangspunt voor langlopende leningen. In hoofdstuk 7 (Besluit ter Vaststelling) is daarom een hoger percentage opgenomen dan in de uitgangspunten is gehanteerd. 1.11 Verbonden partijen Waterschap Rivierenland heeft bestuurlijke en financiële belangen in partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen. Deze verbonden partijen voeren beleid uit voor het Waterschap. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Van financieel belang is sprake wanneer het waterschap middelen ter beschikking heeft gesteld en die kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op het Waterschap. Het betreft de volgende verbonden partijen: Belasting Samenwerking Rivierenland (BSR) Slibverwerking Noord Brabant (SNB) DRSH Zuiveringsslibverwerking Midden-Betuwe slibverwerking Stichting Slibservice Rivierengebied (SSR) Grondbank (GMG) Waterschapbank Belasting Samenwerking Rivierenland BSR is een gemeenschappelijke regeling op het gebied van belastingen van AVRI (Afvalverwijdering Rivierengebied), Waterschap Rivierenland en de gemeentes Tiel, Culemborg, Lingewaal en Maasdriel. Voor burgers, bedrijven en instanties heeft de samenwerking als voordeel dat ze één aanslagbiljet ontvangen en met één organisatie te maken hebben. BSR zorgt voor de onroerende-zaakbelasting, rioolrecht, hondenbelasting, afvalstoffenheffing, verontreinigingsheffing, ingezetenenomslag en de omslagen gebouwd en ongebouwd. Ook bepaalt BSR de WOZ-waarde van panden voor de vier gemeenten. Slibverwerking Noord Brabant N.V. Slibverwerking Noord-Brabant (SNB) verwerkt communaal zuiveringsslib voor haar aandeelhouders en voor externe klanten. De aandeelhouders van SNB zijn Waterschap AA en Maas, Waterschap Brabantse Delta, Waterschap De Dommel en Waterschap Rivierenland. De slibverbrandingsinstallatie van SNB op industrieterrein Moerdijk verwerkt jaarlijks circa 400.000 ton slibkoek in vier parallelle verbrandingslijnen. Waterschap Rivierenland heeft een aandeel van 2,25% in het aandelenkapitaal, met een vertegenwoordigde waarde van 398.500 DRSH Zuiveringsslibverwerking DRSH N.V. verbrandt het zuiveringsslib, dat overblijft na de reiniging van rioolwater van huishoudens en bedrijven. DRSH verwerkt in de eerste plaats het zuiveringsslib, dat afkomstig is van haar aandeelhouders: de hoogheemraadschappen van Delfland, van Rijnland, van Schieland en de Krimpenerwaard, Waterschap Hollandse Delta en Waterschap Rivierenland. Waterschap Rivierenland heeft een aandeel van 5% in het aandelenkapitaal, met een vertegenwoordigde waarde van 11.000. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 18

Midden-Betuwe slibverwerking GMB is een middelgroot familiebedrijf op het (raak)vlak van land en water en in de waterketen. Met betrekking tot de composteringsinstallatie in Tiel is een samenwerkingsovereenkomst gesloten ter verwerking van het door waterschap Rivierenland aan te bieden zuiveringsslib. Stichting Slibservice Rivierengebied De stichting Slibservice Rivierengebied is een zelfstandige organisatie. De verwachting is dat vanaf 2009 het waterschap zeggenschap krijgt in het bestuur van deze stichting. Stichting Slibservice Rivierengebied houdt zich bezig met de afzet van gecomposteerd zuiveringsslib. Waterschap Rivierenland levert compost aan deze stichting. Grondbank GMG Grondbank GMG wil zo doelmatig en kostenefficiënt mogelijk grond en aanverwante bouwstoffen op een verantwoorde wijze hergebruiken. Zij doen dit vanuit een onafhankelijk positie in de markt. Grondbank GMG is namelijk een zelfstandig bedrijf en maakt geen deel uit van een grotere organisatie. De aandeelhouders zijn 22 gemeenten uit de regio Arnhem / Nijmegen en Waterschap Rivierenland. Waterschap Rivierenland beschikt over 1.000 aandelen van de 4.742 uitgegeven aandelen met een vertegenwoordigde waarde van 495.000 Waterschapbank De Nederlandse Waterschapsbank N.V. (NWB) is meer dan 50 jaar geleden opgericht met de opdracht zorg te dragen voor een goede financiële dienstverlening aan de overheidssector. Sedertdien financiert de bank de waterschappen, gemeenten en provincies. Zij verstrekt voorts langlopende kredieten aan instellingen voor de volkshuisvesting, de gezondheidszorg en het onderwijs. Eveneens financiert de NWB overheidsbedrijven die werkzaam zijn op het gebied van water en milieu. Voor waterschappen is de NWB huisbankier met diensten als betalingsverkeer, electronic banking en consultancy. Sleutelwoorden bij de activiteiten van de NWB zijn maatschappelijke relevantie en duurzaamheid. Alle aandelen van de NWB zijn in handen van overheden. De NWB financiert haar activiteiten op de internationale geld- en kapitaalmarkten. Zij maakt daarbij gebruik van financiële instrumenten als obligaties, medium term notes en commercial paper. De bank heeft een zeer sterke vermogenspositie en AAA ratings van Moody's en Standard & Poor s, hetgeen betekent dat het financiële risico zeer beperkt is. 1.12 Bedrijfsvoering Versnelling Het bestuur heeft aangegeven dat de lasten voor de burger de komende jaren maar beperkt mogen stijgen. Daarom richt de organisatie zich in de komende periode op een vergroting van de efficiency, verdere kwaliteitsverbetering van onze producten en diensten, een hogere doelgerichtheid en een daarbij passende cultuur. Dat heeft geleid tot de versnelling van de implementatie van procesverbeteringen en als gevolg daarvan een heroriëntatie op de organisatiestructuur. Personeelsformatie Bij de behandeling van de eindrapportages van de diverse afdelingen in het kader van de Versnelling is in het CDH van 17 juli 2008 besloten de gewenste formatie uitbreiding/wijziging in afzonderlijke voorstellen te onderbouwen en het na toetsing door het DT aan het CDH voor te leggen. In de eindrapportages zit een gewenste uitbreiding van de formatie van 10,6 fte, waaronder 2 fte teamleiders en 1 fte administratieve correctie. De streefformatie Bij het bepalen van de streefformatie hanteren we de volgende driedeling: - nieuwe taken leidt tot een hogere streefformatie; - vermindering/vervallen van taken leidt tot een lagere streefformatie; - volumegroei van taken leidt tot een hogere streefformatie. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 19

Bovenstaande uitbreidingen van 3 fte worden uiterlijk in 2012 terugverdiend door het treffen van efficiencymaatregelen. De te bereiken streefformatie in 2012 zal als gevolg van deze uitbreiding niet omhoog gaan. De overige 7,6 fte (10,6 fte minus 3 fte) worden vooralsnog niet ingevuld. Ook voor deze 7,6 fte is het DT voornemens efficiencymaatregelen uit te werken om te voorkomen dat de streefformatie als gevolg van deze uitbreiding zal stijgen. Afdelingshoofden en DT werken momenteel aan deze concretisering. De startformatie conform begroting 2009 bedraagt 656 fte. De streefformatie in 2012 was volgens de voorjaarsnota 2008 613,1 fte. De streefformatie dient opgehoogd te worden vanwege meer werk/uitbreiding van het takenpakket met 5,0 fte naar 618,1 fte. Uitbreiding formatie afdeling Vergunningen- ontheffingverlening(3,5 fte) Uit analyse van de afgelopen jaren blijkt dat het aantal ontheffingaanvragen toeneemt met circa 100 aanvragen per jaar. Vermoedelijke oorzaken zijn grotere bekendheid van het waterschap als vergunningverlenende instantie en verbeterde handhaving. De verwachting is dat deze trend de komende jaren doorzet met enige afvlakking. Het aantal ontheffingaanvragen zal hierdoor groeien van 2.200 aanvragen in 2007 naar 2.600 tot 2.700 aanvragen in 2012. Om deze toename te verwerken is 3,5 fte extra nodig. Uitbreiding formatie afdeling Plannen (1,0 fte) Net als bij de afdeling vergunningen is bij de afdeling plannen sprake van een toename van het aantal te toetsen plannen. Om deze toename te verwerken is 1,0 fte extra nodig. Uitbreiding formatie afdeling Onderhoud & peilbeheer/weg en waterbouw (0,5 fte) Voor 0,5 fte zullen toezichthoudende werkzaamheden bij baggerprojecten die momenteel worden uitbesteed in eigen beheer worden uitgevoerd. Het baggerbudget in de begroting zal hiermee worden verlaagd. Daarmee is structureel dekking gevonden voor deze formatieuitbreiding. Omdat uitbesteed werk naar binnen wordt gehaald betekent dit wel een verhoging van de streefformatie met 0,5 fte. Efficiency De te realiseren efficiency bedraagt 38 fte, namelijk 35 fte als gevolg van de Versnelling en nog 3 fte oude taakstellingen. Van de per 2012 te realiseren efficiencydoelstelling van totaal 38 fte is op basis van besluitvorming of concreet opgenomen in het afdelingsplan voor de komende jaren tot 2012 reeds 20 fte ingevuld. De invulling van de resterende efficiency van 18 fte zal bij de voorjaarsnota 2009 worden geconcretiseerd. Samenvattend efficiency en streefformatie 1 januari 2012 Mutaties Formatie Uitgangspunten formatie Streefformatie 1-1-2012 volgens Voorjaarsnota 2008 613 Bij: Afdeling Vergunningen 3,5 Afdeling Plannen 1,0 Afdeling Onderhoud & Peilbeheer/Weg- & Waterbouw 0,5 5,0 Totaal streefformatie per 1-1-2012 618 Startformatie per 1 januari 2009 656 Te realiseren efficiency 38 Invulling efficiency Gerealiseerde efficiency / concreet in afdelingsplan opgenomen doelstelling 20 Nog te realiseren / in te vullen 18 Totaal per 1-1-2012 gerealiseerd 38 Naast de vaste formatie is op grond van specifieke besluitvorming tevens 12,1 fte aan tijdelijke formatie in de begroting opgenomen. De tijdelijke formatie is als volgt opgebouwd: Begroting 2009 waterschap Rivierenland 20

Beleidsafdeling Water Afdeling Weg en Waterbouw Afdeling Onderhoud en Peilbeheer Afdeling Vergunningen Afdeling Technische Projecten Afdeling Onderhoud Installaties Afdeling Bestuursondersteuning Afdeling Facilitaire Ondersteuning Totale formatie per 1-1-2009 De vaste formatie bedraagt De tijdelijke formatie bedraagt Totaal 4,4 fte hydroloog (1 fte) tot 1-5-2009, hydroloog (1 fte) tot 1-6-2009, medewerker en waterkwaliteit (1,4 fte) tot 30-4-2009, medewerker legger (1 fte) tot 31-12-2009 0,5 fte projectleider t.b.v. park Lingezegen tot 1-1-2014 1,0 fte vakspecialist Bedrijfsvoering tot 31-12-2011 2,5 fte senior medewerker ontheffingen (2 fte) tot 1-9-2009 en administratief medewerker ontheffingen (0,5 fte) tot 1-9-2009 1,3 fte senior projectleider civiele techniek (0,3 fte) tot 1-32009 en projectleider (1 fte) tot 1-7-2010 0,4 fte Senior medewerker elektrotechniek (geen einddatum als gevolg van reïntegratie) 1,0 fte Adviseur calamiteitenzorg tot 1-7-2009 1,0 fte Bode \ huismeester tot 31-12-2009 12,1 fte 655,9 fte 12,1 fte 668,0 fte Voorts wordt nog verwezen naar het programma Middelen waar tevens aandacht besteed wordt aan de bedrijfsvoering. Beroepsvisserij Begroting 2009 waterschap Rivierenland 21

1.13 Autorisatie investeringen In deze begroting is in bijlage 11 het (meerjaren)investeringsprogramma opgenomen. Dit investeringsprogramma bestaat uit: investeringsprojecten waar reeds een krediet voor is beschikbaar gesteld: de geautoriseerde projecten; investeringsprojecten waarvoor nog krediet gevoteerd dient te worden: de nog te autoriseren projecten. In de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Rivierenland is geregeld dat het AB de kredietverlening voor de investeringen waarvoor krediet zal worden aangevraagd in het begrotingsjaar kan mandateren aan het CDH. De investeringen waarvoor de kredietverlening aan het CDH wordt gemandateerd betreffen de beleidsmatig onomstreden zaken. In bijlage 9 is een lijst opgenomen van alle investeringen waarvoor in 2009 krediet zal worden aangevraagd. Per investering is in de bijlage aangegeven of de kredietverlening door het AB plaatsvindt of dat de kredietverlening wordt gemandateerd aan het CDH. Bij de vaststelling van de begroting krijgt het CDH de bevoegdheid om voor deze investeringen krediet te verlenen binnen het totaal investeringsvolume per programma. De in bijlage 9 opgenomen investeringen bevatten ook ramingen voor de jaren tot en met 2013 in die gevallen waar in 2009 een totaalkrediet voor wordt aangevraagd. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 22

2 KERNCIJFERS 2009 Omschrijving Eenheid Grootte beheersgebied in ha 201.000 Aantal inwoners 950.000 Aantal gemeenten 38 Aantal provincies 4 Aantal woonruimten 375.200 Lengte A-watergangen in km 4.360 Lengte B-watergangen in km 8.794 Lengte C-watergangen in km 7.518 Lengte vaarwegbeheer in km 140 Aantal poldergemalen 243 Aantal geautomatiseerde stuwen 197 Aantal niet-geautomatiseerde stuwen 1.420 Lengte primaire waterkeringen in beheer in km 556 Lengte secundaire waterkeringen in beheer in km 347 Lengte zomerkades, voorlandkeringen e.d. in beheer in km 166 Lengte verharde wegen in beheer in km 575 Lengte onverharde wegen in beheer in km 100 Aantal rioolgemalen 178 Aantal rioolwaterzuiveringsinstallaties 39 Lengte persleiding in km 540 Te zuiveren afvalwater in mln m3 117 Te verwijderen stikstof in % (minimaal) 75 Te verwijderen fosfaat: in % (minimaal) 75 Te produceren zuiveringsslib in tonnen droge stof 21.060 Te verwerken hoeveelheid baggerspecie (in m 3 ) - Verspreidbaar - Niet verspreidbaar vanwege ruimtelijke component - Niet verspreidbaar vanwege milieuwetgeving 212.000 53.000 19.000 Onderstaand wordt per taakgebied, de netto kosten van de begroting 2008 en 2009 weergegeven. Voor 2008 zijn de bedragen herrekend naar de nieuwe taken. Watersysteemheffing Zuiveringsheffing Wegenheffing Totaal 2008 2009 2008 2009 2008 2009 2008 2009 Netto kosten 64.991 73.310 61.631 62.585 5.882 6.476 132.504 142.371 Mutatie in egalisatiereserve 3.232 6.002 1.776 1.234-149 265 4.859 7.501 Te dekken door belastingheffing *) 61.759 *) 67.308 59.855 61.351 6.031 6.211 127.645 134.870 (bedragen x 1.000,-) *) Inclusief opbrengst Verontreinigingsheffing. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 23

Nieuwe Laboratorium in Tiel Begroting 2009 waterschap Rivierenland 24

3 PROGRAMMA S 3.1 Waterkeringen 3.1.1 Water en veiligheid 1. Inhoud programma Water en waterveiligheid staan landelijk en regionaal hoog op de bestuurlijke agenda's. Waterschap Rivierenland geeft hieraan invulling zoals vermeld in het beheerplan waterkeringen en het waterbeheerplan, volgens de volgende 2 pijlers: 1 Voorkomen van overstromingen Drogere en hetere zomers met zachtere en nattere winters maken dat de rivierafvoeren grilliger worden. Rivierafvoeren nemen in de winter toe, en in de zomer af en de zeespiegel stijgt. Om overstromingen te voorkomen zorgen we dat zowel de primaire als de aangewezen regionale waterkeringen in 2015 op orde zijn. Daartoe toetsen we elke vijf jaar deze waterkeringen aan de daaraan te stellen eisen. Als een dijkvak wordt afgekeurd moet een maatregel worden uitgevoerd. Deze maatregelen worden opgenomen in het Programma Veiligheid. Met het uitvoeren van goed beheer en onderhoud blijven de waterkeringen op orde. Belangrijk daarbij is dat we beheerinstrumenten inzetten. De gegevens van de waterkeringen worden eenduidig vastgelegd in de legger en het beheerregister en dienen up to date te zijn en te blijven. Met het toetsen van de waterkeringen worden vele additionele gegevens verzameld en vastgelegd in de daarvoor beschikbare systemen. 2 Beperken van gevolgen Het waterschap brengt de waterveiligheid door middel van het wateradvies in de streek- en structuurplannen nadrukkelijk in beeld en zit bij voorkeur al vanaf het prille begin van planontwikkeling aan tafel om zo de waterveiligheid te borgen. Het aanleggen en onderhouden van compartimenteringdijken kan in geval van een dijkdoorbraak de schade beperken. Het waterschap heeft in de studies hierover een nadrukkelijke rol. Het nieuwe denken in veiligheid van overschrijdingskans naar overstromingskans en van overstromingskans naar overstromingsrisico (= overstromingskans x gevolgen) is eveneens een onderdeel van deze pijler. In het project VNK (= Veiligheid Nederland in Kaart) wordt hieraan verder invulling gegeven. Een ander handvat voor ons waterschap zijn de uitkomsten uit het rapport van de Commissie Veerman, welke waar mogelijk vertaald worden in beleid en plannen. 2. Beoogd effect Het gaat hier om 2 hoofdzaken, te weten: Het bieden van voldoende bescherming tegen overstroming. We zorgen dat de waterkeringen voldoen aan de daaraan te stellen normen en eisen. Het op orde zijn van de gegevens, het toetsen van de feitelijke toestand van de waterkeringen aan de te stellen normen en eisen, verbeterplannen maken en uitvoeren om de tekortkomingen van de waterkering te herstellen, gevolgd door een doelmatig beheer en onderhoud van de waterkering zorgen hiervoor. Het zoveel mogelijk beperken van de gevolgen van overstromingen. Hier gaat het met name om op de juiste wijze sturing te geven aan plannen achter en in de directe nabijheid van de waterkeringen. Compartimentering en het nieuwe denken over veiligheid zijn concrete maatregelen die betrekking hebben op dit aspect. 3. Doelstelling in de planperiode Alle waterkeringen dienen in 2015 op orde te zijn. Om dit te bereiken hebben we de volgende doelstellingen: Begroting 2009 waterschap Rivierenland 25

Beheerinstrumenten Het doel is om alle kerngegevens van de primaire en regionale waterkeringen te hebben verzameld en vastgelegd. Onderdeel hiervan is dat van alle waterkeringen de leggers zijn opgesteld en vastgesteld. Vanaf 2009 ligt voor wat betreft de primaire waterkeringen het accent op het beheren en up to date houden van de juiste gegevens, de beschikbaarheid en bereikbaarheid hiervan en een verdere verdiepingsslag van bodem- en objectgegevens. De normen, waaronder de hydraulische randvoorwaarden, zijn bekend. Wat betreft de regionale waterkeringen zijn de gegevens nog niet op orde en de normen zijn slechts bekend van de boezemkades (exclusief Beneden-Linge) in de provincie Zuid-Holland. Sinds 2007 is nadrukkelijk begonnen met het inwinnen en vastleggen van de gegevens van de regionale waterkeringen. De legger en beheerregisters van de regionale waterkeringen in Zuid-Holland en Utrecht zijn vóór 2010 vastgesteld. Voor de regionale waterkeringen in de provincies Gelderland en Noord-Brabant is nog geen termijn te noemen. Dit hangt af van het beschikbaar komen van de normen. De regionale waterkeringen die een functie hebben in het voorkomen van overstromingen of beperking van de gevolgen hiervan dienen vóór 2011 te zijn aangewezen en genormeerd. Toetsing De primaire waterkeringen worden momenteel voor de derde maal getoetst en de resultaten hiervan dienen uiterlijk 2010 bij de provincies aangeleverd te zijn. De bedoeling is dat de 3e toetsing volledig conform de voorschriften wordt uitgevoerd. Van de regionale waterkeringen in Zuid-Holland en Utrecht waarvan de normen bekend zijn, is in 2008 een globale toets uitgevoerd, waarover uiterlijk 1 januari 2009 aan de provincie Zuid-Holland wordt gerapporteerd. In 2009 wordt vervolgens bepaald in welke mate de legger en/of gehanteerde peilen van het watersysteem en de legger van de regionale waterkeringen aanpassingen behoeven. Daarna zal een gedetailleerdere toetsing volgen. Aanleg en onderhoud waterkeringen Hieraan is gekoppeld het hoofddoel, waterkeringen in 2015 op orde. De ontwerpeisen van de primaire waterkeringen dienen vóór 2009 bekend te zijn voor alle dijkverbeteringwerken. Afgekeurde dijkvakken/-trajecten zijn, waar het onderhoudsmaatregelen betreft, uiterlijk binnen 4 jaar na de toetsing verbeterd. Waar het dijkverbeteringprojecten betreft (bijvoorbeeld gerelateerd aan wettelijke procedures) is dit uiterlijk binnen 9 jaar het geval. Tenslotte komt er een verbeterprogramma voor de in het kader van de toetsing afgekeurde regionale waterkeringen, hetgeen ook opgenomen is in het Programma Veiligheid. Beheer en onderhoud Het totale beheer en onderhoud van de waterkeringen is er op gericht om de kwaliteit van de waterkering te borgen. De kwaliteit waaraan de waterkeringen moeten voldoen staat beschreven in de legger. De gewenste kwaliteit en het hierbij behorend onderhoud is vastgelegd in het onderhoudsbeleid waterkeringen dat in 2008 en 2009 verder vertaald wordt naar onderhoudsconcepten en kwaliteitsbeelden. De bedoeling is dat geconstateerde gebreken betrekking hebbend op het onderhoud uiterlijk binnen 1 jaar zijn verholpen. Ontheffingverlening heeft als primair doel het borgen en in stand houden van de vereiste kwaliteit van de waterkering en is daarmee onderdeel van het beheer van de waterkeringen. Beleidsregels en de procedures m.b.t. ontheffingverlening worden verder uitgewerkt in het programma communicatie en regelgeving. Het gesteld staan bij hoogwater met de calamiteitenorganisatie (dijkleger, vrijwilligers en aannemers) inclusief de benodigde materialen, draaiboeken en systemen is onderdeel van het dijkbeheer. Beleidsontwikkeling en planvorming Als waterschap blijven we inspelen op de toekomstige ontwikkelingen en de te nemen maatregelen. Zo ontwikkelen we beleid dat mede sturend is in het uitoefenen van de waterkeringstaak. Een actueel voorbeeld hiervan is het opstellen van beleid voor buitendijkse ontwikkelingen. Actuele voorbeelden zijn het opstellen van beleid voor buitendijkse ontwikkelingen en de uitkomsten uit het rapport van de Commissie Veerman waar mogelijk verdisconteren in het ontwikkelen van beleid en de dijkverbeteringsplannen. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 26

4. Concrete activiteiten 2009 Nr. Prestatie-indicator Planning Beheerinstrumenten Beleidsafdeling Dijken en Wegen Team Databeheer dijken en wegen 1 Verzamelen gegevens van de primaire waterkeringen voor het beheerregister en het professioneel beheren hiervan. Gereed en op orde eind 2011, daarna going concern. Documenten en geodata worden verzameld. Geometrie 2D is gereed en de objectgegevens zijn verzameld. 2 Verzamelen gegevens van de regionale waterkeringen voor het beheerregister en het professioneel beheren hiervan. Gereed en op orde eind 2011, daarna going concern. 3 Opstellen en vaststellen leggers voor alle primaire waterkeringen. Gereed eind 2009, daarna going concern. Toetsen 1 Uitvoeren derde toetsronde van alle primaire waterkeringen (conform de voorschriften). Planning gereed eind 2011. 2 Bepalen toetspeilen voor de regionale waterkeringen die vóór 2009 zijn aangewezen en genormeerd door de provincies Utrecht en Zuid-Holland (betreft 70% van totale areaal regionale keringen WSRL). Planning gereed voor 2012. 3 De regionale waterkeringen die vóór 2009 zijn aangewezen en genormeerd door de provincies Utrecht en Zuid-Holland toetsen op hoogte en globaal op stabiliteit. Planning gereed in 2012. 4 De provincies Noord-Brabant en Gelderland wijzen hun regionale waterkeringen aan die een functie hebben in het voorkomen van of beperken van gevolgen van overstromingen en normeren deze. Planning provincies Noord-Brabant en Gelderland gereed vóór 2011. In kader van toetsing regionale waterkeringen wordt data verzameld, die in het beheerregister wordt opgeslagen. Geometrie van het beheerregister 3D is gereed. Afgerond. Beleidsafdeling Dijken en Wegen Team Databeheer dijken en wegen Hoogtetoets en stabiliteitstoets zijn voltooid. De kunstwerken en de grote kabels en leidingen zijn voltooid. Verfijningsslag / verdiepingsslag nog te maken. Voortgang is mede afhankelijk van externe ontwikkelingen en is continu in onderzoek. Op basis van de onderzoeksresultaten koers en de vervolgstappen bepalen. In de provincies Utrecht en Zuid-Holland zijn definitieve toetspeilen en maatregelen globaal bepaald. Later worden de definitieve normen vastgesteld. Hoogtetoets grotendeels uitgevoerd. De stabiliteitstoets is globaal uitgevoerd en de zwakke plekken zijn in beeld gebracht. Op basis van extrapolatie kan later een beeld gegeven worden voor de rest. Ter informatie want door het waterschap is hier niet direct op te sturen. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 27

Planning Aanleg en onderhoud waterkeringen 1 De uitvoering buiten inclusief de overdracht naar de beheerafdeling van de genoemde dijkverbeteringswerken voortkomend uit de Wet op de Waterkering en Deltawet Grote Rivieren en Deltawet afronden. 1) Ketelweg (gereed eind 2009); Projectburo Voorbereiding Dijkverbetering en afdeling Weg- en Waterbouw Team Dijkverbetering 1) Ketelweg Gereed 2) Kleindiep (gereed eind 2010); 3) Baanhoek 1e fase (gereed eind 2009); 4) Baanhoek 2e fase (gereed eind 2011); 2) Kleindiep 3) Baanhoek 1e fase 4) Baanhoek 2e fase Uitvoering buiten gereed, verdere afwikkeling nog op te pakken Gereed De voorbereiding is in procedure gebracht wat betreft vergunning-aanvragen. De bestekstekeningen zijn gereed. 5) Lekdijk (gereed eind 2009); 6) Gorinchem Hardinxveld Giessendam Oost (gereed eind 2012); 2 De voorbereiding en uitvoering inclusief de overdracht naar de beheerafdeling van de dijkverbeteringswerken voortkomend uit het Hoogwater Beschermings Programma (= HBP) afronden. Volgens planning alles afgerond eind 2015. 1) Nijmegen Waalkade (gereed eind 2009). 2) Pipingbermen Hellouw (gereed eind 2009). 3) Merwededijk Werkendam. 4) Nieuw-Lekkerland-Groot-Ammers 5) Lekdijk 6) Hardinxveld - Gorinchem Oost 1) Nijmegen Waalkade 2) Pipingbermen Hellouw 3) Merwede- dijk- Werkendam 4) Nieuw- Lekkerland-Groot- Ammers Gereed Dienstenbestek is aanbesteed en het ingenieursburo werkt het concept-plan uit tot aan te besteden werk. Gereed Gereed Voorkeurs-alternatief is bepaald Startnotitie ingediend en richtlijnen vastgesteld. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 28

3 De voorbereiding en uitvoering inclusief de overdracht naar de beheerafdeling van de dijkverbeteringswerken voortkomend uit Ruimte voor de Rivier (=RvdR) afronden. Volgens planning afgerond eind 2015. 1) Munnikenland 2) Neder Rijndijk dr 43 1) Munnikenland 2) Neder Rijndijk dr 43 Plan vastgesteld door waterschap Startnotitie vastgesteld door waterschap 3) Lekdijk dr 43 4) Lekdijk dr 16 5) Oostwaarddijk / Steurgat 4 Voorbereiding en uitvoering inclusief de overdracht naar de beheerafdeling van de te verbeteren Diefdijk Planning afgerond eind 2015. 5 Uitgangspunten voor het ontwerp van primaire waterkeringen voor alle verbeteringswerken. Planning gereed voorjaar 2009 3) Lekdijk dr 43 4) Lekdijk dr 16 5) Oostwaarddijk / Steurgat Verbetering Diefdijk Gereed Startnotitie vastgesteld door waterschap Startnotitie vastgesteld door waterschap Startnotitie vastgesteld door waterschap Dijkversterkingsplan vastgesteld door waterschap Beheer en onderhoud (exclusief ontheffingverlening) 1 Hoe het onderhoud uit te voeren is vastgelegd in onderhoudsplannen die vertaald worden naar circa 12 onderhoudsconcepten eventueel ondersteunt met kwaliteitsbeelden. Planning gereed eind 2010. 2 Werken met actueel, volledig en geïmplementeerd kunstwerkenprotocol voor de te onderhouden waterkerende elementen. Planning gereed eind 2015. 3 Geconstateerde gebreken bij de schouw zijn binnen 1 jaar verholpen. Planning is om in 2011 voor 95% conform dit principe te werken. % gebreken dat uit de najaarsschouw 2008 eind 2009 is verholpen. 4 Geconstateerde gebreken op het gewoon onderhoud van de waterkering zijn zo spoedig mogelijk doch uiterlijk voor de volgende toetsing verholpen. Planning is om in 2011 voor 95% conform dit principe te werken. % gebreken dat eind 2009 is verholpen. 5 Bepalen en vaststellen van de risicomatrixen en voor de belangrijkste objecten dit hebben vastgelegd in een onderhoudsbesturingssysteem Planning gereed eind 2011. 6 Inspectie waterkeringen gebeurt conform het beschreven proces inspecteren van waterkeringen en wordt door middel van digitale inspectie ondersteund. Planning gereed eind 2011. Beleidsafdeling Dijken en Wegen Team Databeheer dijken en wegen 8 van de 12 onderhoudsconcepten zijn gereed. Plan van aanpak is gereed. De gebreken worden digitaal vastgelegd en ter onderhoud aan de afdeling onderhoud aangeleverd. 80% van de gebreken uit najaarsschouw 2008 is eind 2009 verholpen. De gebreken worden digitaal vastgelegd en ter onderhoud aan de afdeling onderhoud aangeleverd. 50% van de alle geconstateerde gebreken is eind 2009 verholpen. Risicomatrixen gereed. Waarneming is 100% digitaal vastgelegd in een database. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 29

7 Calamiteitenbestrijding hoogwater op de rivier. Het dijkleger met vrijwilligers en aannemers is compleet en heeft opleiding en oefening gevolgd. We werken conform de draaiboeken en dit is ondersteund door Fliwas. Planning gereed eind 2010. De werving van medewerkers en externe vrijwilligers is gereed De externe vrijwilligers zijn opgeleid en hebben hun eerste terreinverkenning gehad. Fliwas is operationeel en gebruikers zijn opgeleid. Wel moet de applicatie nog verder gevuld en op details verder ontwikkeld worden. Beleidsontwikkeling en planvorming 1 De compartimentering binnen de dijkringen door middel van bestaande of nieuwe waterkeringen onderzoeken. Planning gereed eind 2015. Beleidsafdeling Dijken en Wegen Team Databeheer dijken en wegen Studie wordt door Rijkswaterstaat getrokken en eind 2009 is hiermee een aanvang gemaakt. 1.1.1 Muskus en beverrattenbestrijding Nr. Prestatie-indicator Planning 1 Vangsten muskusratten: aantal 11.000 2 Zoeken naar alternatief voor de verdrinkingsval middels landelijk onderzoek en interne ontwikkeling van vervanging van verdrinkingsvallen met een marktpartij. Humaan vangmiddel gereed. 2009 WAT GAAT HET KOSTEN? ( x 1.000) EXPLOITATIE 2008 2009 Netto kosten 12.993 13.653 Inzet best. reserves 805 98 Per saldo 12.188 13.555 ( x 1.000) INVESTERING 2009 2010 2011 2012 2013 Bruto 23.056 10.909 22.931 56.536 60.701 Subsidies/bijdragen 18.038 8.574 20.357 51.511 55.762 Netto 5.018 2.335 2.574 5.025 4.939 Muskusrattenbestrijding Begroting 2009 waterschap Rivierenland 30

3.2 Watersysteem/waterketen 3.2.1 Watersysteem 1 Inhoud programma Watersysteem omvat het beleid en uitvoering voor de waterkwantiteit en waterkwaliteit. Voor beide zijn landelijke en provinciale programma s waaraan het waterschap uitvoering geeft. De bekendste zijn het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en de Kaderrichtlijn Water (KRW). De uitvoering door het waterschap valt te verdelen in aanpak van wateroverlast, watertekort, schoner water, ecologische en natuuropgaven, baggeren en stedelijk water. Grootschalige waterbergingsgebieden zijn niet nodig gebleken. Het grootste deel van de ruimtelijke maatregelen is lijnvormig. Met de keuze om de NBW maatregelen vooral in lijnvormige elementen te nemen, heeft Waterschap Rivierenland in haar normenstudies reeds geanticipeerd op de KRW. Ongeveer 60% van de natuurvriendelijke oevers in het kader van NBW maatregelen worden aangelegd in oppervlaktewaterlichamen en leveren dus een bijdrage aan het realiseren van de KRW-opgave. Voor de KRW zijn verder additionele maatregelen bepaald die m.n. richting 2015 worden uitgevoerd. In het Waterbeheerplan dat in 2008 wordt opgesteld en eind 2009 wordt vastgesteld, komen doelstellingen, aanpak en maatregelen verder bij elkaar. 2 Beoogd effect Het verder tegengaan van wateroverlast in stedelijk en landelijk gebied. Het beschikbaar hebben van water in droge perioden. Het voldoen aan ecologische doelstellingen en opgaven en het op diepte brengen van de watergangen. 3 Doelstelling in planperiode - Aanpak wateroverlast: Het waterschap heeft in 2015 het watersysteem op orde, conform de wateropgave. Aan het eind van de planperiode start een actualisatie van de normering en wateropgave. - Aanpak watertekort: Het waterschap formuleert een aanpak (visie). Het doel is om de inspanningen tot 2015 in beeld te brengen en op uitvoering te zetten. - Schoner water: Het stroomgebiedbeheersplan wordt vastgesteld in 2009. De doelen uit dit plan dienen in 2015 gerealiseerd te zijn Voor sommige maatregelen geldt dat ze in 2027 klaar moeten zijn. Medio 2008 is het KRW-Rivierenlandplan bestuurlijk vastgesteld en is de opgave definitief. - Specifieke opgaven: het waterschap heeft taken en opgaven t.a.v. diverse specifieke beleidsthema s, vaak van provincie, Rijk of Europa. Dit geldt voor specifieke gebieden als TOP, Natura 2000, evz s, HEN en SED-wateren en Waterparels. Ook zwemwater brengt een nieuwe opgave met zich mee. Tijdens de planperiode zal meer en meer inrichting en herstructurering van deze gebieden gaan plaatsvinden. - Stedelijke water en gemeenten: in 2013 zal de tweede ronde stedelijke waterplannen kunnen worden afgerond. Alle uitvoeringsprogramma s zijn in deze planperiode in uitvoering. - Baggeren: de baggerachterstand wordt gebiedsgericht weggewerkt. In deze periode wordt bijna een derde uitgevoerd conform de cyclus van 15 jaar (en 12 jaar voor het Brabantse deel). 4. Concrete activiteiten 2009 Nr. Prestatie-indicator Planning Aanpak wateroverlast 1 Herzien en vastgesteld alle 17 peil- en streefpeilbesluiten in 2012. Aantal peil- en streefbesluiten herzien en vastgesteld in 2009 herzien 4 Stuks vastgesteld 3 Stuks Begroting 2009 waterschap Rivierenland 31

2 Nemen van hydraulische maatregelen in de periode 2007 t/m 2011: - verruimen van 1 kilometer duikers Aantal duikers 2009 - aanpassing stuwen en gemalen (10 stuks) Aantal stuwen 2009 Aantal gemalen 2009 60 Stuks 6 Stuks 0 Stuks 3 Aankoop gronden om ruimte voor water te scheppen (ca. 200 ha.) - Aankoop ha in 2009 18 Ha 4 Realisatie 300 km natuurvriendelijke oevers (zowel t.b.v. wateroverlast als voor schoner water) - Aantal km in 2009 (Zwaartepunt voor 2009-2011 ligt op grondverwerving. De daadwerkelijke realisatie zal voornamelijk in de periode 2012-2015 plaatsvinden). 5 Realisatie 38 ha waterberging - Aantal ha in 2009 (De realisatie van 38 ha waterberging geschiedt d.m.v. z.g.n. vlak elementen. De elementen worden in 2009 nog niet gerealiseerd). 6 Opnemen beschermingsniveaus in waterbeheersplan Gereed in 2009 Actualiseren Legger/beheerregister 1 Inmeten waterlichamen en kunstwerken a-watergangen (t/m 2012) Aanpak watertekort 1 Opstellen visie Watertekort Activiteit 2009 Afronden beleidsnota watertekort 4 Km 0 Ha 1 AB-besluit 200 km watergang en 4000 kunstwerken 1 beleidsnota Schoner water (KRW-maatregel) 1 Vaststellen WBP Rivierenland 1 AB-besluit 2 Behandelen stroomgebiedbeheersplan door het AB in 2009 1 AB-besluit 3 Tot 2027 aanleg 60 vispassages - Aanleg in 2009 3 Stuks 4 Extra zuivering bij 6 rwzi s (start vanaf 2010) - geen activiteit 2009 0 Stuks Specifieke opgaven Ecologische Verbindingszones (EVZ) 1 Opstellen overeenkomst tussen provincie Gelderland en WSRL voor maatregelen pakket voor de realisatie en subsidiëring van 48 ha evz s Grondaankoop 2009 Realisatie EVZ 2009 2 Realiseren evz s in het gebied Land van Heusden en Altena (inclusief 2 e bestuursovereenkomst provincie Noord-Brabant). Grondaankoop 2009 Realisatie EVZ 2009 3 Realiseren natte evz s in de provincies Zuid-Holland en Utrecht (Provincies zijn trekker van aanleg ecologische verbindingszones). Grondaankoop 2009 Realisatie EVZ 2009 Aanpak Natte natuur 1 Opstellen functiegerichte uitwerking van GGOR voor een aantal gebieden met een bijzondere status (TOP of N2000). Deze activiteiten starten vanaf 2010. Overeenkomst 1 Stuks 4 Ha 7 Ha 5 Ha 3 Ha 0 Ha 0 Ha Opgesteld 0 Stuks Vastgesteld 0 Stuks Begroting 2009 waterschap Rivierenland 32

2 Het leveren van input voor de waterparagraaf van provinciale 10 stuks beheerplannen voor de 10 Natura 2000 gebie- den. 3 Waterparels (HEN en SED wateren): Gelderland: Uitvoering HEN wateren 2009 t/m 2013 Realisatie Gelderland 10% % in 2009 Brabant: Vallen samen met activiteiten genoemd onder EVZ. Zwemwater 1 Actueel houden van zwemwaterprofielen Aantal 2009 22 stuks 2 Monitoren zwemwaterkwaliteit Aantal 2009 22 stuks 3 Uitvoeren beheer- en verbetermaatregelen (maatregelen dienen in 2015 volledig te zijn uitgevoerd). Concrete maatregelen in 2009: 0 Stedelijk water en gemeenten 1 Vanaf 2012 dienen alle stedelijke wateren opnieuw getoetst te worden aan de nieuwe werknormen en nieuwe klimaatscenario s. Voor 2009 geen acties, start in 2011. 0 2 Uitvoering vastgestelde waterplannen Gerealiseerde waterberging 2 Ha afgekoppeld verhard oppervlak boven basisinspanning 0 m² waterkwaliteitsmaatregelen 10 stuks 3 Aantal uit te voeren watertoetsen in 2009 Hiervan aangeleverd door gemeente Initiatief waterschap Aantal beroepen Baggeren 1 Hoeveelheid verwijderde bagger - Verspreidbaar - Niet verspreidbaar vanwege ruimtelijke component - Niet verspreidbaar vanwege milieuwetgeving 950 stuks 760 stuks 190 stuks 1 stuks Baggerseizoen 2009-2010 212.000 m3 53.000 m3 19.000 m3 2 Te baggeren gebieden in 2009 Gedeelten van: Lienden, Kerk-Avezaath, Waardenburg, Gorinchem, Werkendam, Sleeuwijk en Nieuwendijk 3 Saneringsprojecten baggeren 2009 0. WAT GAAT HET KOSTEN? ( x 1.000) EXPLOITATIE 2008 2009 Netto kosten 31.883 37.957 Inzet best. reserves 0 6 Per saldo 31.883 37.951 ( x 1.000) INVESTERING 2009 2010 2011 2012 2013 Bruto 23.434 22.712 19.450 18.183 17.528 Subsidies/bijdragen 7.167 5.040 2.693 1.755 1.602 Netto 16.267 17.672 16.757 16.428 15.926 Begroting 2009 waterschap Rivierenland 33

3.2.2 Waterketen 1 Inhoud programma De waterketen kent drie onderdelen, te weten de bereiding en distributie van drinkwater, de inzameling en transport van afvalwater en de zuivering van het afvalwater. De drinkwaterbedrijven zorgen voor de bereiding en distributie van drinkwater. De gemeenten dragen de zorg voor de inzameling en transport van afvalwater. De zorgplicht voor het zuiveren van het stedelijk afvalwater is opgedragen aan de waterschappen. In dit programma komen samenwerking in de waterketen, emissies rwzi's en innovaties aan bod. a. Samenwerking in de waterketen. Waterschappen, gemeenten en drinkwaterbedrijven zien de waterketen (drinkwater, riolering en zuivering) als een samenhangend geheel met veel verbanden. Meer samenwerking tussen de partners in de afvalwaterketen kan leiden tot verbetering van de doelmatigheid, duurzaamheid, transparantie en dienstverlening voor onze gezamenlijke klanten. Samenwerking is noodzakelijk om via synergie op de juiste wijze om te kunnen gaan met nieuwe externe ontwikkelingen, zoals klimaatsverandering, nieuwe wet- en regelgeving en mogelijke innovaties in het afvalwaterbeheer. Waterschap Rivierenland ziet het nut en het belang van samenwerking in de afvalwaterketen, en gaat nog meer initiatieven op dit gebied ontplooien. Ook het Rijk ziet de voordelen van samenwerking in de waterketen. Dit is kracht bijgezet door het afsluiten van een "Bestuursakkoord waterketen" in juli 2007. b. Emissies rwzi's Bij de realisatie van de prestaties op de zuiveringsinstallaties is het uitgangspunt te voldoen aan de wettelijke eisen. Er wordt ten aanzien van de zuiveringstaak geen hoger ambitieniveau gesteld. Dit houdt o.a. in dat voldaan moet worden aan de gestelde lozingseisen, het bereiken van het vereiste gebiedsrendement voor fosfaat- en stikstofverwijdering. Dit met in achtneming van de benodigde maatregelen om aan de KRW doelstellingen te voldoen. Naast de investeringen die benodigd zijn om deze prestaties te realiseren zullen ook investeringsprojecten en onderhoud- c.q. vervangingsinvesteringen worden uitgevoerd om de huidige prestaties op peil te kunnen houden. c. Innovaties Waterschap Rivierenland wil op een innovatieve wijze haar taak uitvoeren. Invulling wordt hieraan gegeven met de uitvoering van de projecten ipa (procesautomatisering en bediening op afstand van de zuiveringstechnische werken met centrale gegevensontsluiting), energiebewust zuiveren, onderzoek verdergaande zuiveringstechnieken en pilots op het gebied van innovaties in de afvalwaterketen. 2 Beoogd effect Door samenwerking in de waterketen moet de transparantie en doelmatigheid worden verhoogd. In het Bestuursakkoord waterketen is hiervoor voor de gehele waterketen een besparing van 1 à 2% per jaar genoemd. De reductie van de emissies vanuit de rwzi's dusdanig te reguleren, dat voldaan kan worden aan de te leveren bijdrage aan de KRW-maatregelen. Dit ten behoeve van de gewenste oppervlaktewaterkwaliteit. Een duurzame en innovatieve benaderingswijze moet een bijdrage leveren aan de twee hierboven genoemde effecten. 3 Doelstelling in planperiode a. Samenwerking in de waterketen Doelstelling ten aanzien van de samenwerking is om invulling te geven aan het vastgestelde beleid. Dit conform een opgesteld plan van aanpak. a.1. Beperking emissies uit riooloverstorten. Wettelijk gezien moet de gemeente de basisinspanning vóór 2006 hebben gerealiseerd. Als dit echter Begroting 2009 waterschap Rivierenland 34

wordt gerealiseerd met duurzame oplossingen zoals afkoppelen, is uitstel tot 2010 mogelijk. Hiervoor zijn met de betreffende gemeenten afspraken gemaakt die zijn vastgelegd in de WVO-vergunningen. In de planperiode van het WHP (tot 2010) worden de (tien) riooloverstorten die HEN-wateren in Gelderland nog belasten verwijderd, voor zover uit het waterkwaliteitsspoor blijkt dat deze maatregel effectief is. a.2. Rioleringsplannen Gemeenten betrekken ons waterschap bij de opstelling van het GRP in verband met de belangen die we hebben bij een goede uitvoering van het rioleringsbeheer. Ook stellen gemeenten in overleg met het waterschap basisrioleringsplannen op. Deze plannen vormen de basis voor de WVO- en aansluitvergunningen. Doelstelling is om bij alle gemeenten de vigerende GRP's en BRP's actueel te hebben. a.3. Optimalisatiestudies afvalwatersysteem(oas-en) Het waterschap stelt met de gemeenten OAS-en op om investeringen in de riolering en zuiveringstechnische werken af te stemmen en hierbij na te gaan of maatschappelijk voordeel te behalen valt. Doelstelling is om dit in het jaar 2010 gebiedsdekkend te hebben uitgevoerd. a.4. Afvalwaterakkoorden (AWA's) In een AWA worden de bestuurlijke afspraken vastgelegd tussen ons waterschap en de gemeenten over het beleid en het beheer van de afvalwaterketen. Om dit te realiseren zullen overleggen met de gemeenten gevoerd gaan worden over de samenwerkingsmogelijkheden in de waterketen. Het AWA kan ook als onderdeel in het waterplan worden opgenomen. Doelstelling is om dit in het jaar 2010 gebiedsdekkend te hebben uitgevoerd. b. Emissies rwzi's. De doelstelling in de planperiode is: - te voldoen aan de eisen gesteld in de lozingsvergunningen; - 75% fosfaatverwijdering in het beheersgebied; - 75% stikstofverwijdering in het beheersgebied. Verder voor het jaar 2015 in het kader van de KRW de zuiveringsprestatie bij een 6-tal rwzi's verhogen. c. Innovaties c.1. ipa project Waterschap Rivierenland heeft een visie op de automatisering van de zuiveringstechnische werken ontwikkeld. Deze visie is opgebouwd uit drie fasen, te weten een visie op de informatievoorziening, een visie op het technisch concept en het bepalen van de implementatiestrategie en het opstellen van een implementatieplan. Het ipa project resulteert in besturing, locale bediening, bediening op afstand en centrale gegevensontsluiting. c.2. Energiebewust zuiveren Binnen het waterschap vindt uitvoering van een project plaats dat erop gericht is nog bewuster met energie om te gaan. Doel hierbij is om in 2010 een energiebesparing van 4% te hebben bereikt en dit in de planperiode door te laten groeien naar 10%. Dit sluit goed aan bij de meerjarenafspraak die voor de branche van zuiveringsbeheer als geheel zal worden afgesloten. c.3. Vergaande zuiveringstechnieken Het waterschap voert o.a. in samenwerking met de STOWA nader onderzoek uit naar verdergaande zuiveringstechnieken. Dit om in de toekomst invulling te kunnen geven aan verscherpte eisen ten aanzien van de effluentkwaliteit. Naast reductie van de nutriënten spelen hier ook de prioritaire stoffen een rol. c.4. Pilot op het gebied van innovaties in de afvalwaterketen. In samenwerking met de gemeenten willen we in de toekomst werken aan meer doelmatigheid en een hogere duurzaamheid binnen de afvalwaterketen. Om hier invulling aan te kunnen geven worden innovaties binnen de afvalwaterketen gestimuleerd met de realisatie van enkele pilots. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 35

4. Concrete activiteiten 2009 Nr. Prestatie-indicator Planning a. Samenwerking in de waterketen 1 Beperking emissies uit riooloverstorten door: verwijderen 2 riooloverstorten op HEN-wateren binnen de gemeente Wijchen (aantal gereed in 2009) saneren in de provincie Noord-Brabant van 1 overstort op HENwater (aantal gereed in 2009) 2 Bij gemeenten actualiseren van verlopen gemeentelijke rioleringsplannen (GRP s) (aantal in 2009) 3 Beoordelen van de door gemeenten ingediende verzoeken met betrekking tot BRP s (aantal beoordelingen) 4 Samen met gemeenten opstellen van optimalisatiestudies afvalwatersystemen (OAS-en) 2 1 5 (aantal) 60 (aantal) (aantal af te ronden studies in 2009) 6 (aantal) 5 In 2009 wordt verder gewerkt aan de doelstelling om in 2010 met alle gemeentes een afvalwaterakkoord afgesloten te hebben. (% gereed in 2009) 40 % b. Emissies rwzi s 6 Ten aanzien van de emissies rioolwaterzuiveringsinstallaties moeten aan de volgende prestaties voldaan worden in 2009: aantal overschrijdingen van de lozingsvergunningen; % fosfaatverwijdering in het beheersgebied; % stikstofverwijdering in het beheersgebied: 7 Voor het jaar 2015 in het kader van de KRW de zuiveringsprestaties bij een 6-tal rioolwaterzuiveringsinstallaties verhogen. In 2009 zal de voorbereiding van de rwzi Geldermalsen worden afgerond (% in 2009). Verder zal in 2009 gestart worden met de nieuwbouw van de rwzi Geldermalsen. 1 (aantal) min. 75 % min. 75 % 100 % Ja c. Innovaties 8 In het kader van het IPA project zal verder gewerkt worden aan de voorbereidingsfase. Dit houdt in het deels ontwikkelen en in pilots uitvoeren van een op te zetten standaard voor besturing, lokale bediening, bediening op afstand en centrale gegevensontsluiting van rioolwaterzuiveringsinstallaties en rioolgemalen. (% gereed zijn van de uitvoering van de pilot in 2009) 66 % 9 In het kader van energiebewust zuiveren: realiseren van de maatregelen waarvan in 2008 krediet is aangevraagd. (aantal geïmplementeerd in 2009) uitvoeren van pilots door toepassing van nieuwe technieken (aantal afgeronde pilots in 2009) realiseren energiebesparing (verlaging kwh verbruik door maatregelen, cumulatief vanaf 2008 t/m 2009) opstellen van een EEP (Energie Efficiency Plan) in het kader van de MJA-3 energie. (plan gereed in 2009) 10 In het kader van vergaande zuiveringstechnieken het monitoren van prioritaire stoffen op een rioolwaterzuiveringsinstallatie en de verwijdering hiervan vaststellen met toepassing van actief kool gedurende een langere periode In 2009 zal dit onderzoek op de rwzi Nijmegen worden afgerond. (Onderzoek gereed in 2009) 5 (aantal) 3 (aantal) 1,2 miljoen kwh Ja Ja Begroting 2009 waterschap Rivierenland 36

11 In 2009 zal verder gewerkt worden aan het stimuleren van innovaties binnen de afvalwaterketen middels de realisatie van enkele pilots. Pilot urineverwerking te Tiel. Pilot wordt in 2009 afgerond. Pilot lavafilter Werkendam voor regenwaterbehandeling In 2009 wordt lavafilter gebouwd en onderzoek gestart. Pilot gescheiden urine inzameling bij MFC Vianen. In 2009 vindt verder voorbereiding plaats. 1 (aantal) 1 (aantal) 1 (aantal) WAT GAAT HET KOSTEN? ( x 1.000) EXPLOITATIE 2008 2009 Netto kosten 50.028 50.665 Inzet best. reserves 1.032 245 Per saldo 48.996 50.420 ( x 1.000) INVESTERING 2009 2010 2011 2012 2013 Bruto 11.726 19.976 22.047 11.645 9.985 Subsidies/bijdragen 0 0 0 0 0 Netto 11.726 19.976 22.047 11.645 9.985 TOTAALPROGRAMMA WATERSYSTEEM/WATERKETEN WAT GAAT HET KOSTEN? ( x 1.000) EXPLOITATIE 2008 2009 Netto kosten 81.911 88.622 Inzet best. reserves 1.032 251 Per saldo 80.879 88.371 ( x 1.000) INVESTERING 2009 2010 2011 2012 2013 Bruto 35.160 42.688 41.497 29.828 27.513 Subsidies/bijdragen 7.167 5.040 2.693 1.755 1.602 Netto 27.993 37.648 38.804 28.073 25.911 Gemaal Quarles van Ufford Begroting 2009 waterschap Rivierenland 37

3.3 Wegen 1. Inhoud programma De wegentaak van het waterschap omvat het beheer en onderhoud van de openbare wegen buiten de bebouwde kom in de zin van de Wegenwet, uitgezonderd de rijks- en provinciale wegen, in de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden. Bij het beheer is ook inbegrepen de zorg voor de verkeersveiligheid. Het beleid hoe hier invulling aan wordt gegeven staat beschreven in het Beheerplan wegen (2004-2009). In 2006 is de planologische kernbeslissing (PKB) deel IV van de Nota Mobiliteit vastgesteld. De Nota Mobiliteit is het nationale verkeers- en vervoersplan op grond van de Planwet Verkeer en Vervoer. De hoofdlijnen van het verkeers- en vervoersbeleid tot 2020 zijn hierin vastgelegd. Relevante onderdelen uit de Nota Mobiliteit dienen te worden geïmplementeerd. De volgende Essentiële Onderdelen van Beleid zijn voor het waterschap van toepassing en daarvoor wordt zij als verantwoordelijke of medeverantwoordelijke genoemd: Samenhang tussen ruimte, economie en verkeer en vervoer; - Innovatie; - Langzaam verkeer; - Verkeersveiligheid; - Natuur en Landschap; - Toegankelijkheid Openbaar Vervoer; - Transport van gevaarlijke stoffen. Waterschap Rivierenland geeft binnen haar programma wegen hier als volgt invulling aan: Beheerplan wegen Het Beheerplan Wegen is te beschouwen als de paraplu die het totale wegenbeheer van het waterschap omvat. In het beheerplan wordt de beheersvisie en de uitwerking vastgelegd. Het is daarmee een strategisch plan voor de wegen waarin de doelstellingen, normen en richtlijnen voor het beheer van wegen zijn vastgesteld. Het plan geeft ook een overzicht van de factoren die hierin een rol spelen en de onderlinge samenhang. Vanuit de koers/visie van het beheerplan worden/zijn de volgende beheerplannen opgesteld: Beheerplan Verhardingen In het beheerplan verhardingen wordt een keuze gemaakt in het kwaliteitsniveau van het te onderhouden wegennet. Het kwaliteitsniveau wordt weergegeven in de vorm van kwaliteitsbeelden. Het beheerplan verhardingen is bestuurlijk vastgesteld in 2006 en heeft een looptijd van 5 jaar (2010). Beheerplan Kunstwerken In het beheerplan kunstwerken wordt een keuze gemaakt in het kwaliteitsniveau van de te onderhouden kunstwerken. Het kwaliteitsniveau wordt weergegeven in de vorm van kwaliteitsbeelden. Het beheerplan dient nog bestuurlijk te worden vastgesteld. Verkeersveiligheid Als waterschap blijven we inspelen op de toekomstige ontwikkelingen en de te nemen maatregelen ten behoeve van de verkeersveiligheid. Als waterschap sluiten we aan op de landelijke doelstelling om het aantal ernstige slachters te reduceren. De komende periode wordt ingezet op: - verbeteren kwaliteit en veiligheid schoolgaande fietsroutes; - adopteren van het provinciaal fietspadenplan; - regionale samenwerking op het gebied van educatie en netwerkanalyse. Beheerplan groen Momenteel is er een beheervisie houtachtige vegetaties. In 2009 wordt een beheerplan groen opgesteld waarbij het kwaliteitsniveau wordt weergegeven in streefbeelden. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 38

Evaluatie 15-tons beleid Het bestaande 15-tons beleid wordt de komende planperiode geëvalueerd/geactualiseerd. 2. Beoogd effect Het waarborgen van een doelmatige ontsluiting en bereikbaarheid van de bestemmingen in het beheersgebied met een verantwoord niveau van verkeersveiligheid. 3. Doelstelling in planperiode Verkeersveiligheid De taakstelling in de Nota Mobiliteit is gericht op het permanent verbeteren van de verkeersveiligheid in de periode tot 2020 door reductie van het aantal verkeersdoden en ziekenhuisgewonden. Het doel voor 2010 is: Een reductie van het aantal verkeersdoden met 15% ten opzichte van 2002; Een reductie van het aantal ziekenhuisgewonden met 7,5% ten opzichte van 2002. In het najaar van 2006 is door de minister een bijstelling van de doelstelling 2010 voorgesteld en voorgelegd aan wegbeherende overheden. De bijstelling is; - Een reductie van het aantal verkeersdoden met 30% ten opzichte van 2002; - Een reductie van het aantal ziekenhuisgewonden met 7,5% ten opzichte van 2002. Het doel voor 2020 is: Een reductie van het aantal verkeersdoden met 45% ten opzichte van 2002; Een reductie van het aantal ziekenhuisgewonden met 34% ten opzichte van 2002. Voor de wegen in beheer van het waterschap komt deze doelstelling neer op uiterlijk in 2010 te komen tot maximaal 3,4 (bijgestelde doelstelling 2,8) doden en 33,3 ziekenhuisgewonden per jaar. Kijken we naar de doelstelling voor de langere termijn naar 2020 dan ligt de doelstelling op maximaal 2,2 doden en 23,7 ziekenhuis gewonden per jaar. Waarborgen doelmatige ontsluiting en bereikbaarheid Een van de uitgangspunten in de Nota Mobiliteit is dat mobiliteit een maatschappelijke behoefte is die niet bestreden mag worden. Als wegbeheerder faciliteren we deze bereikbaarheid door goed beheer uit te voeren. Hiermee worden zowel de wegen als de in de wegen gelegen kunstwerken op dusdanige wijze onderhouden dat bereikbaarheid en ontsluiting gegarandeerd blijft. Daarnaast wordt de bereikbaarheid voor de fietsers extra onder de aandacht gebracht zowel voor het recreatief als het utilitair fietsverkeer. Kwaliteitsniveau verhardingen Het kwaliteitsniveau wordt uitgedrukt in drie scores: voldoende, matig en onvoldoende. Voor de komende planperiode is bestuurlijk ingezet op het kwaliteitsniveau voldoende en dat voldoet aan een goed en evenwichtig onderhouden wegennet. Kwaliteitsniveau Kunstwerken De onderhoudsniveaus zijn vastgelegd door middel van kwaliteitsbeelden behorende bij een bepaalde onderhoudstoestand. Er zijn vijf onderhoudsniveaus deze lopen uiteen van zeer hoog (niveau 1) tot zeer laag (niveau 5) Voor de komende jaren wordt het onderhoudsniveau 3 (gemiddeld) aangehouden. Bij dit onderhoudsniveau wordt aan de beleidsuitgangspunten behorende bij de thema's veiligheid, functionaliteit, duurzaamheid en toonbaarheid voldaan. Op de toonbaarheid wordt minder ingezet omdat het kunstwerken zijn die in het landelijke gebied gelegen zijn en veelal (duikers) niet in het zicht zijn gelegen. Aan de veiligheid en de functionaliteit dient ter voorkoming van risicoaansprakelijkheid minimaal te worden voldaan. Ten aanzien van de duurzaamheid dient minimaal ingezet te worden op verlenging om vervanging uit te stellen zodat dit op langere termijn kosteneffectiever is. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 39

4. Concrete activiteiten 2009 Nr. Prestatie-indicator Planning Verkeersveiligheid 1 Uitwerken en implementeren maatregelen t.b.v. verkeersveiligheid schoolgaande routes. % gereed in 2009. 30% 2 Aanbrengen van bermversteviging ter terugdringing eenzijdige verkeersongevallen. % gereed in 2009. 80% 3 Digitaliseren van de verkeersveiligheid inspectie Afgerond in 2009 4 Opstellen en vaststellen gladheidbestrijdingsplan. Afgerond in 2009 Ontsluiting en bereikbaarheid 1 Uitwerken van provinciaal fietspadenplan en invulling geven aan de uitvoering daarvan. Definitief ontwerp 3-tal fietspaden gereed in 2009. 3 2 Uitvoeren van de wegeninspectie om het vastgestelde kwaliteitsniveau te monitoren en onderhoudsplannen op te stellen % gereed in 2009 100% 3 Uitvoeren van kunstwerkeninspectie om het vastgestelde kwaliteitsniveau te monitoren en onderhoudsplannen op te stellen % gereed in 2009 25% WAT GAAT HET KOSTEN? ( x 1.000) EXPLOITATIE 2008 2009 Netto kosten 4.550 5.419 Inzet best. reserves 269 382 Per saldo 4.281 5.037 ( x 1.000) INVESTERING 2009 2010 2011 2012 2013 Bruto 29 86 0 0 0 Subsidies/bijdragen 0 0 0 0 0 Netto 29 86 0 0 0 Begroting 2009 waterschap Rivierenland 40

3.4 Communicatie en regelgeving 3.4.1 Communicatie 1 Inhoud programma Het programma communicatie houdt alle interne en externe communicatieactiviteiten van waterschap Rivierenland in, alsmede het communicatiebeleid dat daaraan ten grondslag ligt. Hieronder vallen ook de educatieactiviteiten, waaraan een separaat beleidsplan ten grondslag ligt. 2 Beoogd effect Externe communicatie Doelgroepen ontvangen die informatie van het waterschap, waaraan zij behoefte hebben. Zij ontvangen de informatie bovendien op het gewenste moment en in de vorm (type communicatiemiddel), waarvoor zij een voorkeur hebben. Hetzelfde geldt voor de mogelijkheden t.a.v. participatie. De wensen per doelgroep t.a.v. genoemde punten verschillen per doelgroep. Dit betekent dat wat dit onderdeel betreft, het effect van het programma communicatie op maat is. De communicatie omvat dus het informeren, voorlichten en betrekken van externe doelgroepen bij het waterschap en het werk van het waterschap, vanuit de behoefte en het perspectief van de doelgroepen. Naast bovengenoemde doelgroepgerichte communicatie is het effect van de overige externe communicatieactiviteiten van het waterschap, dat het waterschap in de breedte zichtbaarder wordt in het beheergebied. Interne communicatie Intern is het beoogd effect van communicatie een hoge betrokkenheid van medewerkers en bestuursleden bij de organisatie. Daarnaast zijn medewerkers op de hoogte van die (organisatiebrede) zaken, die van belang zijn om op de juiste wijze te kunnen functioneren, zodat zij kunnen en willen bijdragen aan de missie en ambitie van het waterschap. 3 Doelstelling in planperiode Externe communicatie Het doel is externe doelgroepen op begrijpelijke wijze informeren over voor hen relevante waterschapsactiviteiten (zie beoogd effect) en ze er, daar waar mogelijk en wenselijk, actief bij te betrekken. Dit betekent concreet voor het jaar 2009, dat het in 2008 geformuleerde en vastgestelde externe communicatiebeleid ook in de praktijk wordt doorgevoerd in de communicatie van het waterschap. Voor een groot deel betreft dit de communicatie rondom de planvorming en uitvoering van projecten in het beheergebied. Het betreft in deze dus niet zozeer een kwantitatieve doelstelling, maar een kwalitatieve doelstelling. De kwantiteit wordt immers in hoofdzaak door de hoeveelheid projecten binnen het waterschap bepaald. De kwaliteit laat zich afmeten aan de mate waarin de implementatie van het communicatiebeleid slaagt en de mate waarin het cluster communicatie erin slaagt het beleid te toetsen aan de (mogelijke veranderende) informatie- en participatiebehoefte van de diverse doelgroepen. De doelstelling voor 2009 is op het niveau van waterschapsbrede, corporate communicatie het waterschap en zijn werk onder de aandacht te brengen door de focus te leggen op die onderwerpen die onder alle doelgroepen op meer dan gemiddelde belangstelling kunnen rekenen. Onderzoek heeft aangetoond, dat dit de onderwerpen (voorkomen van) wateroverlast en veiligheid (bescherming tegen overstromingen) betreft. Deze onderwerpen bieden daarmee goede handvaten om aan de zichtbaarheid en bekendheid van het waterschap te werken. Daarnaast wordt er wederzijds vertrouwen opgebouwd met doelgroepen waarmee een intensieve relatie gewenst is, vanwege de invloed van ons werk op hen en vanwege de invloed die zij daarop hebben (m.n. gemeenten). Interne communicatie De doelstelling voor interne communicatie is medewerkers te betrekken bij de organisatie(ontwikkelingen) en vertrouwd te maken met het werken in de nieuwe hoofdstructuur en gewijzigde bestuurlijke invulling en verhoudingen. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 41

5. Concrete activiteiten 2009 Nr. Prestatie-indicator Planning Externe communicatie 1 Vervolg verdere implementatie van het externe communicatiebeleid 1 juli 2009 binnen werkwijze cluster communicatie 2 Interne campagne om medewerkers bewust te maken 1 april 2009 van het externe communicatiebeleid 3 Uitgave magazine Agrarisch Inzicht 4 edities 4 Uitgave relatiemagazine Waterbalans 4 edities 5 Uitgave digitale nieuwsbrief Waternieuws 10 edities 6 opstellen activiteitenplan t.b.v. uitvoering corporate 1 april 2009 communicatie 7 Doelgroepgerichte informatiebijeenkomsten/debatavonden 4 bijeenkomsten 8 Deelname aan publieksevenementen 2 evenementen 9 Opstellen mediabeleidsplan Eind 2009 10 Participeren in uitzending van regionale omroepen minimaal 1 uitzending 11 Bebording kunstwerken/locaties in het beheergebied waar nog nodig aanpassen aan huidige huisstijl (m.u.v. informatiepanelen) 100% 12 Ingebruikname watermenukaart (educatie) 1 juli 2009 13 Verzorgen rondleidingen voor scholieren op RWZI s en 125 andere waterschapslocaties 14 Opstarten structureel gastlessen verzorgen op scholen 1 september 2009 (educatie) 15 Uitlenen 3 stuks wisseltentoonstellingen (educatie) 2 keer 16 Bijdragen aan diverse educatie-initiatieven van derden 3 initiatieven 17 Afhandeling sponsorverzoeken binnen 3 maanden van ontvangst Interne communicatie 1 Opstellen intern communicatiebeleidsplan en bijbehorend medio 2009 activiteitenplan 2 Uitgave personeelsblad Bubbels 5 edities 3 Lezersonderzoek Bubbels uitvoeren en opstellen bladformule eind 2009 gereed 4 Afronding traject Klantgericht schrijven en ingebruikname elektronische leeromgeving klantgericht schrijven 1 april 2009 5 Nieuw intranetsysteem 1 juni 2009 6 Instellen en trainen intranetredactie eind 2009 7 Organisatie lunchgesprekken 5 bijeenkomsten 8 Introductiedagen nieuwe medewerkers: 2 bijeenkomsten 9 Project in de kijker 6 x per jaar 3.4.2 Aanpassen verordeningen 1 Inhoud programma Aanpassen (en vereenvoudigen) verordeningen, zoals Keur en beleidsregels als gevolg van nieuwe wetgeving. Implementeren nieuwe wet- en regelgeving (onder andere Waterschapswet, Waterwet en Wabo) binnen het waterschap. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 42

2 Beoogd effect Up to date houden wet- en regelgeving waterschap. Organisatie wijzen op consequenties van nieuwe wetgeving op handelen waterschap. 3 Doelstelling in planperiode Regelgeving WSRL bij inwerkingtreding nieuwe wetgeving 100 % up to date. 3.4.3 Calamiteitenzorg 1. Inhoud programma Waterschap Rivierenland werkt met een calamiteitenzorgsysteem. Het calamiteitenzorgsysteem omvat de calamiteitenorganisatie die optreedt tijdens calamiteiten, documenten waarin de wijze van optreden is vastgelegd en een werkgroep, projectgroep en stuurgroep t.b.v. de voorbereidende werkzaamheden. 2. Beoogd effect Doel van het calamiteitenzorgsysteem is waarborgen dat het waterschap slagvaardig optreedt bij calamiteiten. Voorwaarden zijn dat er actuele plannen bestaan en dat leden van de calamiteitenorganisatie opgeleid en geoefend zijn, zodat ze professioneel kunnen handelen. Bovendien dient op de juiste wijze te worden samengewerkt met netwerkpartners in de rampenbestrijding om invulling te geven aan de beoogde klantgerichtheid van het waterschap. 3. Doelstelling in planperiode De documenten zijn gereed en dienen dus actueel gehouden te worden. Opleidingen crisisbeheersing worden gevolgd door de leden van de calamiteitenorganisatie. De veld- en teamoefeningen worden inmiddels frequent gehouden. Het structureel multidisciplinair oefenen met de netwerkpartners is nieuw en hiermee wordt in 2008 een begin gemaakt. Voor alle oefeningen geldt dat deze in de komende planperiode frequent worden gehouden om de calamiteitenorganisatie op peil te brengen en te houden. 6. Concrete activiteiten 2009 Nr. Prestatie-indicator Planning Calamiteitenzorg 1 Actueel houden van calamiteitenbestrijdingsplannen en 10 stuks supplementen 2 Nieuwe calamiteitenbestrijdingsplannen opstellen 2 stuks 3 Alle leden van calamiteitenorganisatie volgen de basismodule 100 deelnemers of opfriscursus crisisbeheersing 4 Leden van calamiteitenorganisatie die contact hebben 10 deelnemers met netwerkpartners volgen de Opleiding Crisisbeheersing en Rampenbestrijding 5 Beleid ontwikkelen en invoeren voor veldoefeningen 1 stuks door onderwerpen, deelnemers en frequentie vast te leggen. 6 Veldoefeningen houden Ondersteunende oefening houden 4 stuks 2 stuks 7 Teamoefeningen houden 9 stuks 8 Multidisciplinaire oefeningen voor (assistent)liaisons met CoPI, ROT, RBT of GBT afhankelijk van veiligheidregio s, gemeenten en andere netwerkpartners 3.4.4 Vergunning en handhaving 1 Inhoud programma De komende jaren staan in het teken van nieuwe wetgeving en initiatieven ter verbetering van efficiency, professionalisering en klantgerichtheid. De nieuwe Waterwet vervangt in 2009 acht bestaande wetten voor het waterbeheer in Nederland. Deze wet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater en verbetert de samenhang tussen waterbe- Begroting 2009 waterschap Rivierenland 43

leid en ruimtelijke ordening. Daarnaast levert de Waterwet een flinke bijdrage aan de vermindering van regels. De wet betekent een verschuiving van vergunningverlening en handhaving voor indirecte lozingen van waterschap naar gemeente en provincie. De vergunningverlening en handhaving voor indirecte lozingen op de riolering (AMvB bedrijven) wordt in de Wet milieubeheer opgenomen. Waterschappen zijn hiervoor geen vergunningverlenend en handhavend gezag meer en krijgen respectievelijk een adviseurs- en toezichthouderrol. De vergunningverlening en handhaving van grondwateronttrekkingen wordt (met een drietal uitzonderingen) overgedragen van provincie naar waterschap. 2 Beoogd effect Vergunningen en handhaving De regelgeving van het waterschap en het rijk ten aanzien van watersystemen, waterkeringen, wegen en vaarwegen in het beheersgebied wordt nageleefd met het oog op goed functioneren van de dijken, watersystemen, wegen en vaarwegen in het kader van de kerntaken van het waterschap. 3. Doelstelling in planperiode Vergunningen In 2012 wil de nieuwe afdeling Vergunningen het volgende hebben bereikt: - Efficiencywinst zodat het groeiend aantal aanvragen met minder medewerkers kan worden afgehandeld; - Verdere professionalisering en versterking van de klantgerichtheid; - Goede samenwerking met gemeenten en provincies in het kader van de nieuwe taakverdeling op grond van Wabo en Waterwet. Handhaving - Een andere wijze van handhaven, waarbij meer aandacht zal zijn voor communicatie en verinnerlijking met regels en handhaven zal ook meer aandacht krijgen; - Tevreden melders van klachten m.b.t. waterkwaliteit/kwantiteit/wegen/vaarwegen; - Na de professionalisering komt de nadruk in de komende periode vooral te liggen op de implementatie hiervan en de kwaliteitsverbetering. Dit betekent handhaving op een certificeerbaar niveau. 7. Concrete activiteiten 2009 Nr. Prestatie-indicator Planning Communicatie 1 Externe doelgroepen op maat informeren en voorlichten Doorlopend 2009 over projecten en/of regulier werk van het waterschap. Waar mogelijk en gewenst ze bij het werk betrekken. 2 Het waterschap zichtbaarder maken bij externe doelgroepen, Doorlopend 2009 o.a. via thema s bescherming tegen rivierwater en voorkomen wateroverlast. 3 Doelgroepgericht informeren en voorlichten van wsrlmedewerkers Doorlopend 2009 over de organisatieontwikkeling en het werken in de nieuwe hoofdstructuur. 4 Uitwerken intern communicatiebeleid. Gereed december 2009 Wet- en regelgeving WSRL (Aanpassen verordeningen) 1 Aanpassen Keur als gevolg van inwerkingtreding Wa- November 2009 vastgesteld terwet 2 Screenen en aanpassen regelgeving (verordeningen en beleidsregels) als gevolg van gewijzigde regelgeving (o.a. Waterschapswet, Waterwet, Wet Ruimtelijke Ordening, en Wabo). uiterlijk december 2009 gescreend en waar nodig aangepast 3 Verordeningen up to date en digitaal te raadplegen 100% Begroting 2009 waterschap Rivierenland 44

Calamiteitenzorg 1 Actueel houden van calamiteitenbestrijdingsplannen, inclusief supplementen. 7 calamiteitenbestrijdingsplannen eenmaal actualiseren, inclusief afstemming op nationale crisisplannen, voor oktober 2009 3 supplementen (netwerkoverzicht, personeelsoverzicht, telefoonkaart) elk kwartaal actualiseren 2 Nieuwe calamiteitenbestrijdingsplannen opstellen CBP boezemkades CBP stormvloed 3 Opstellen risicoanalyses taken van het Waterschap in 2009 starten met het opstellen van een plan van aanpak, met doel, scope en methode 4 Deelname aan multidisciplinaire planvorming over watergerelateerde calamiteiten en rampen. 5 Alle leden van calamiteitenorganisatie volgen de basismodule crisisbeheersing voor nieuwe leden de basiscursus aanbieden voor bestaande leden de opfriscursus aanbieden 6 Leden van calamiteitenorganisatie die contact hebben met netwerkpartners volgen de Opleiding Crisisbeheersing en Rampenbestrijding aanschuiven bij de OCR van Veiligheidsregio Gelderland-Zuid 7 Op basis van resultaten van oefeningen, aanbieden van aanvullende trainingen voor specifieke rollen in de calamiteitenorganisatie 8 Beleid ontwikkelen en invoeren voor veldoefeningen door onderwerpen, deelnemers en frequentie vast te leggen. nota opstellen en intern afstemmen met betrokken afdelingshoofden nota laten vaststellen beleid vertalen naar meerjarenprogramma voor veldoefeningen 9 Veldoefeningen houden coupure oefeningen veldoefening watersysteem veldoefening waterkwaliteit Ondersteunende oefening houden bode oefening (inrichten vergaderkamers) telefoonteam oefening 10 Teamoefeningen houden WAT (inclusief avondoefeningen) (WAT), WOT, WBT (waarvan 2 multidisciplinair) bereikbaarheid en beschikbaarheid 11 multidisciplinaire oefeningen voor (assistent)liaisons CoPI ROT RBT / GBT Vergunningverlening 1 Efficiency vergroten door procesverbeteringen (o.a. ingebruikname programma Squit XO, ontwikkelen digitaal loket, integratie ontheffingverlening water/dijken/wegen, aanpassen werkverdeling); resulterende formatiebeperking is afhankelijk van groei in aantal aanvragen 7 stuks, 1 maal 3 stuks, 4 maal 1 stuks 1 stuks 1 stuks afhankelijk van Veiligheidsregio s 1 cursus per 15 deelnemers 1 opfriscursus per 25 deelnemers aantal deelnemers afhankelijk van mutaties in calamiteitenorganisatie (personeelsverloop, nieuwe teams, bestuursverkiezing) afhankelijk van resultaten oefeningen en behoefte bij teamleden 1 stuks 1 stuks 1 stuks 2 stuks 1 stuks 1 stuks 1 stuks 1 stuks 6 stuks, voor elk team 1 oefening 3 stuks, voor elk team 1 oefening 1 stuks afhankelijk van veiligheidregio s, gemeenten en andere netwerkpartners Gemiddeld aantal afgehandelde aanvragen/jaar per fte ontheffingverlening 2009: 125 2010: 135 2011: 145 2012: 150 Begroting 2009 waterschap Rivierenland 45

2 Deregulering door herziening beleidsregels en algemene Uiterlijk december 2009 gereed regels bij nieuwe Keur 3 Sneller afhandelen van ontheffingaanvragen door deregulering en procesverbetering (zie boven); uitgangspunt Minimaal 80% binnen 8 weken Maximaal 20% binnen 16 weken is afhandeling binnen standaard termijn van 8 weken, bijzondere zaken binnen 16 weken 4 Afsluiten samenwerkingsovereenkomsten met 36 gemeenten Uiterlijk in december 2009 gereed in verband met overdracht bevoegdheden indi- recte lozingen in het kader van Wabo 5 Afspraken maken over en voorbereiden van overdracht Uiterlijk in december 2009 gereed bevoegdheden grondwater met 4 provincies in het kader van de nieuwe Waterwet Handhaving 1 Percentage bestuursrechterlijke zaken 8% van het totaal aantal controles ( was 10%) 2 Aantal strafrechterlijke zaken 1,5 % van het totaal aantal controles (was 2 %) 3 Percentage tevreden melders 70% 4 Score in de INK kwaliteitssystematiek Score in Fase 2 =90%( 2010= 100%) WAT GAAT HET KOSTEN? ( x 1.000) EXPLOITATIE 2008 2009 Netto kosten 5.636 5.834 Inzet best. reserves 70 0 Per saldo 5.566 5.834 ( x 1.000) INVESTERING 2009 2010 2011 2012 2013 Bruto 340 215 400 0 0 Subsidies/bijdragen 0 0 0 0 0 Netto 340 215 40 0 0 Oefening inpakken dijk Hagestein Begroting 2009 waterschap Rivierenland 46

3.5 Middelen 1. Inhoud programma Het programma Middelen omvat het geheel van (centraal in de organisatie) uit te voeren activiteiten ter ondersteuning van de primaire taakuitoefening (waterbeheer, waterkeringzorg, zuiveringsbeheer en wegenbeheer). De meest bestuurlijk relevante activiteiten hierin zijn: Ondersteuning van bestuur; Uitvoering van de jaarlijkse Planning en Controlcyclus; Organisatiebeleid en -beheer/hrm; Informatiebeleid en -beheer; Electronische dienstverleningsbeleid en -beheer; Heffing en invordering van waterschapsbelastingen (door BSR); Laboratorium. 2. Beoogd effect - Het leveren van een bijdrage aan de verbetering van de klantgerichtheid en professionaliteit van de uitvoering van de taken van het waterschap; - Het leveren van een bijdrage aan transparantie en verantwoording van het gevoerde beleid en beheer zowel in- als extern; - Het leveren van een bijdrage aan een goede samenwerking zowel tussen, als binnen het Algemeen Bestuur, het CDH en de directieraad. 3. Doelstelling in planperiode 1. Klanttevredenheid (waarderingscijfer) >7; 2. Telefonische bereikbaarheid >7; 3. Realisatie van efficiencydoelstelling in 2012 (t.o.v. 2007 bij gelijkblijvend takenpakket) 38 fte; 4. Electronische dienstverlening: per 2009, het realiseren van 6 van de 10 punten van de Burger Service Code. Per 2011 het voldoen aan alle bepalingen van de Burger Service Code (10 van de 10). 4. Concrete activiteiten 2009 Nr. Prestatie-indicator Planning 1 Doen van een klanttevredenheidsonderzoek 4 e kwartaal 2009 2 Doen van onderzoek naar telefonische bereikbaarheid (waarderingscijfer) > 7 3 Invulling resterende efficiencydoelstelling (18 fte) 2 e kwartaal 2009 4 Bespreken bedrijfsontwikkeling BSR 2 e kwartaal 2009 5 Bespreken bedrijfsontwikkeling laboratorium 3 e kwartaal 2009 6 Aantal te realiseren punten van de Burger Service Code 6 in het kader van de electronische dienstverlening 7 Introduceren van een aantal fysieke instrumenten om de openbaarheid, transparantie en participatie te bevorderen. Hierbij wordt voor 2009 concreet gedacht aan: In de loop van 2009 - bestuurdersweblog - ruimte voor burgerpanels - burgerinitiatieven 8 Opstellen bestuurlijke activiteitenkalender/ 1 e kwartaal 2009 vergaderschema inclusief introductie en evaluatie nieuw bestuur. 9 Opstellen planning- en controlcyclus 1 e kwartaal 2009 10 Opstellen audit- en controleplan 1 e kwartaal 2009 11 Voorjaarsnota 2 e kwartaal 2009 12 Begroting 4 e kwartaal 2009 13 BURAP s 2 e en 4 e kwartaal 2009 14 Jaarrekening 2 e kwartaal 2009 15 Accountantsrapportage/overleg met accountant 2e kwartaal 2009 16 P&O- agenda 2 e kwartaal 2009 Begroting 2009 waterschap Rivierenland 47

17 Informatieplan (1x in bestuursperiode, de hieruit voortvloeiende 3 e kwartaal 2009 agenda: jaarlijks) 18 Actualisatie fiscale verordeningen 4 e kwartaal 2009 19 Doelmatigheidsonderzoeken (jaarlijks op basis van Nader te bepalen in overleg met CDH verordening als hierboven bedoeld) 20 Rapportage m.b.t. elektronische dienstverlening (incl. 2 e en 4 e kwartaal 2009 strategiebepaling) 21 Doen van doelgroepentevredenheidsonderzoek m.b.t. internet 2009 WAT GAAT HET KOSTEN? ( x 1.000) EXPLOITATIE 2008 2009 Netto kosten 27.414 29.599 Inzet best. reserves 638 25 Per saldo 26.776 29.574 ( x 1.000) INVESTERING 2009 2010 2011 2012 2013 Bruto 7.296 5.515 1.184 2.214 1.505 Subsidies/bijdragen 0 0 0 0 0 Netto 7.296 5.515 1.184 2.214 1.505 Begroting 2009 waterschap Rivierenland 48

3.6 Recapitulatie exploitatie en investeringen per programma Bedragen * 1.000 Exploitatie 2009 Netto investeringen 2009 Programma s Netto kosten Inzet best. reserves Saldo Bruto kosten Subsidies / bijdragen Netto kosten Waterkering 13.653 98 13.555 23.056 18.038 5.018 Watersysteem en waterketen 88.622 251 88.371 35.160 7.167 27.993 Wegen 5.419 382 5.037 29 0 29 Communicatie en regelgeving 5.834 0 5.834 340 0 340 Middelen 29.599 25 29.574 7.296 0 7.296 Totaal 143.127 756 142.371 65.881 25.205 40.676 Netto exploitatiekosten 2009 per programma Waterkering Watersysteem en waterketen Wegen Communicatie en regelgeving Middelen Bruto investeringen 2009 per programma Waterkering Watersysteem en waterketen Wegen Communicatie en regelgeving Middelen Begroting 2009 waterschap Rivierenland 49

Molens in Kinderdijk Begroting 2009 waterschap Rivierenland 50

4 TOELICHTING NAAR KOSTENDRAGERS In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de voornaamste oorzaken voor de kostenontwikkeling per taak. De cijfers uit de begroting 2008 zijn herrekend naar de nieuwe taken. Netto kosten na inzet bestemmingsreserves Begroting 2009 Begroting 2008 Verschil Watersysteem 73.310 64.991 8.319 Zuivering 62.585 61.631 954 Wegen 6.477 5.882 595 Totaal 142.371 132.504 9.867 (bedragen * 1.000,-) Watersysteem De toename van de kosten voor de taak watersysteem worden voornamelijk veroorzaak door: Een toename in de kapitaallasten doordat de kapitaallasten over nieuwe investeringen hoger zijn dan de kapitaalasten van wegvallende/afgeschreven investeringen. (2.850 N). Een toename van kosten voor bagger als gevolg van het besluit om alle baggerwerkzaamheden uit de exploitatie te financieren (3.700 N). Een toename van kosten voor onderhoud waterlopen ten gevolge hogere aanbesteding van bestekken, uitbreiding stedelijk water en natuurvriendelijke oevers (280 N). Stijging kosten van onderhoud dijken voor vervanging en onderhoud van afrasteringen, indexering van beheersovereenkomsten en groot onderhoud aan regionale waterkeringen. Daarnaast zijn extra kosten opgenomen voor het beverrat-onvriendelijk maken van oevers en groenonderhoud voor nieuw aangelegde dijkvakken (500 N). Een voordeel in de legesopbrengsten als gevolg van de verhoging van het dekkingspercentage voor leges conform de nieuwe legesverordening (400 V). Een toename van de personeelskosten, m.n. als gevolg van de indexering van lonen, verhoging van periodieken en uitbreiding formatie (1.200 N). Zuivering De toename van de kosten voor de taak zuivering worden voornamelijk veroorzaak door: Een toename in de kapitaallasten doordat de kapitaallasten over nieuwe investeringen hoger zijn dan de kapitaalasten van wegvallende/afgeschreven investeringen. (255 N). Een toename in de kosten voor installatieonderhoud (eigen beheer en uitbesteed) van zuiveringstechnische werken enerzijds. (360 N). Een daling van kosten voor de WVO-heffing van effluent als gevolg van een betere werking van m.n. de rwzi s Tiel en Zaltbommel (96 V). Een toename van de personeelskosten, m.n. als gevolg van de indexering van lonen, verhoging van periodieken en uitbreiding formatie (400 N). Wegen De toename van de kosten voor de taak wegen worden voornamelijk veroorzaak door: De kosten voor vervanging van twee bruggen in Bleskensgraaf (90 N). Verhoging van kosten voor de in 2009 en 2010 aan te leggen weg de Nieuwe Geer (300 N). Verhoging van het onderhoudsniveau van bruggen en duikers conform het beheersplan kunstwerken wegen (175 N). Een toename van de personeelskosten, m.n. als gevolg van de indexering van lonen en verhoging van periodieken (35 N). Begroting 2009 waterschap Rivierenland 51

Begroting 2009 waterschap Rivierenland 52

5 KOSTEN- EN OPBRENGSTENSOORTEN 5.1 Algemeen In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de kosten- en opbrengstencategorieën die gerubriceerd zijn overeenkomstig de verslaggevingvoorschriften voor waterschappen. Ter vergelijking zijn de cijfers van de begroting 2008 en de jaarrekening 2007 opgenomen. Onderstaand wordt per kosten- en opbrengstencategorie ingegaan op de verschillen tussen de begroting 2008 en de begroting 2009, waarbij de grootste en belangrijkste oorzaken worden toegelicht. Het merendeel van de stijgingen/dalingen zijn structureel. Daar waar het incidentele mutaties betreft wordt dit expliciet vermeld. Omschrijving Jaarrekening Begroting Begroting Verschil V/N 2007 2008 2009 Kostensoorten Kapitaallasten 47.669 42.502 45.596 3.094 N Personeelslasten 44.843 43.961 43.647-314 V Overige gebruiks- en verbruiksgoederen 4.552 4.560 4.855 295 N Energie 7.605 7.163 7.226 63 N Huren en rechten 5.613 5.412 5.522 110 N Verzekeringen 472 481 467-14 V Belastingen 1.316 1.373 1.318-55 V Onderhoud door derden 17.185 16.807 18.839 2.032 N Overige diensten door en bijdragen aan derden 20.524 22.335 22.629 294 N Duurzame gebruiksgoederen 513 589 716 127 N Toevoegingen aan reserves en voorzieningen 18.547 4.873 8.487 3.614 N Onvoorzien 0 875 875 0 Totaal kosten 168.838 150.931 160.177 9.246 N Opbrengstensoorten Rentebaten 4.429 4.177 4.370 193 V Dividenden en bonusuitkeringen 21.675 3.040 3.040 0 - Baten in verband met salarissen en sociale lasten 1.053 818 1.718 900 V Opbrengst goederen, werken en diensten derden 8.013 6.214 6.960 746 V Opbrengst uit eigendommen 849 834 821-13 N Waterschapsbelasting -2.286-2.340-2.895-555 N Bijdragen van derden 3.869 3.036 3.036 0 - Onttrekkingen aan reserves en voorzieningen 0 2.648 0-2.648 N Totaal opbrengsten 37.602 18.427 17.050-1.377 N Te dekken kosten 131.235 132.504 143.127 10.623 N Toevoeging/onttrekking bestemmingsreserves 0 0-756 -756 V Te dekken kosten na inzet bestemmingsreserves 0 0 142.371 9.867 N Toevoeging/onttrekking egalisatie reserves 0-4.722-7.501-2.779 V Gedekt door heffing waterschapsbelastingen -126.920-127.782-134.870-7.088 V (Nadelig) exploitatieresultaat -/- 4.315 Mutaties reserves met bestuursbesluit 4.573 Exploitatieresultaat te bestemmen 258 0 0 0 (bedragen x 1.000) N= nadeel in 2009 t.o.v. begroting 2008 V= voordeel in 2009 t.o.v. begroting 2008 Begroting 2009 waterschap Rivierenland 53

5.2 Toelichting op de kostensoorten Kosten Exploitatiekosten begroting 2008 en 2009 (x 1.000) begroting 2008 begroting 2009-10.000 20.000 30.000 40.000 50.000 60.000 70.000 Kapitaallasten Personeelskosten Goederen en diensten van derden Toevoegingen aan reserves/voorzieningen/onvoorzien Kapitaallasten Omschrijving Jaarrekening Begroting Begroting Verschil V/N 2007 2008 2009 Rentelasten 18.546 19.138 19.813 675 N Afschrijvingen 29.124 23.364 25.783 2.419 N Totaal kapitaallasten 47.669 42.502 45.596 3.094 N (bedragen x 1.000) Afschrijvingskosten De afschrijvingskosten zijn hoger doordat afschrijvingen van nieuwe investeringen hoger zijn dan de bedragen van weggevallen/afgeschreven investeringen (2.419 N). Rentelasten De rentelasten over de reserves vallen hoger uit, met name als gevolg van een hoger rentepercentage. Hier staan even grote rentebaten tegenover (193 N). Doordat het bedrag aan nieuwe investeringen hoger is dan het bedrag aan afschrijvingen, stijgt de financieringsbehoefte. Daarnaast stijgt ook de rente op nieuw af te sluiten leningen. Beide effecten leiden tot hogere rentelasten (482 N). Personeelskosten Omschrijving Jaarrekening Begroting Begroting Verschil V/N 2007 2008 2009 Salarissen en uitk. (incl. soc. lasten) pers. / bestuur 38.632 39.872 39.689-183 V Overige personeelslasten 2.046 2.358 2.299-59 V Personeel van derden 4.165 1.731 1.659-72 V Totaal personeelskosten 44.843 43.961 43.647-314 V (bedragen x 1.000) Begroting 2009 waterschap Rivierenland 54

De daling van kosten voor salarissen en uitkeringen personeel/bestuur en sociale lasten wordt met name veroorzaakt door: per saldo lagere salariskosten t.g.v.: - aanpassing salarissen met periodieken en CAO afspraken (1.315 N) - uitbreiding formatie als gevolg van oprichting Projectbureau, 7.5 fte (478 N) - uitbreiding formatie als gevolg van de versnelling, 3 fte (185 N) - de bijdragen uit de voorzieningen regeling personeel en voormalige bestuur zijn in mindering gebracht op de salariskosten, daar waar in de begroting 2008 de bijdrage was opgenomen onder de kostensoort onttrekking van voorzieningen (2.343 V) per saldo lagere kosten voormalig personeel en bestuur met als voornaamste oorzaken: - daling aflopen van wachtgeld uitkering (151 V) - stijging van uitgekeerde toelagen voor voormalige personeel en bestuur als gevolg van CAO afspraken (57 N) en hogere te betalen pensioenkosten i.v.m. voormalig bestuurders en personeel (110 N) hogere kosten voor sociale lasten doordat bij de begroting 2008 voor o.a. beloningdifferentiatie, overwerk en gratificaties bij jubilea geen sociale lasten zijn opgenomen 288 V 16 V 121 N De daling van de overige personeelslasten wordt met name veroorzaakt door: hogere personeelskosten ten gevolge van: hogere kosten vervullen vacatures, hogere kosten arbodienst, stijging studiekosten door aanpassing loonsom lagere personeelskosten omdat voormalig personeel via het outplacementtraject een nieuwe werkgever heeft gevonden 141 204 N V De daling van kosten voor personeel van derden wordt met name veroorzaakt door: Minder inhuur van het aantal beverratbestrijders en muskusrattenbestrijders 245 V Extra inhuur ten behoeve van onderhoud en verwijderen van waternavel in A- 59 N watergangen Extra inhuur in verband met wijziging taakverdeling eigen medewerkers van de onderafdelingen Onderhoud 124 N Linge te Beesd Begroting 2009 waterschap Rivierenland 55

Overige gebruiks- en verbruiksgoederen Omschrijving Jaarrekening Begroting Begroting Verschil V/N 2007 2008 2009 Overige gebruiks- en verbruiksgoederen 4.552 4.560 4.855 295 N (bedragen x 1.000) De stijging van de kosten van gebruiksgoederen (85 N) wordt veroorzaakt door een toename in het gebruik van glas- en servieswerk als gevolg van uitbreiding laboratoriumcapaciteit (34 N), het incidenteel plaatsen van afrasteringen bij primaire waterkeringen (20 N, incidenteel) en een herziening van het onderhoudsboek voor zuivering zoals reeds opgemerkt is bij de voorjaarsnota 2008 (100 N). Een voordeel ontstaat op voorlichtingsmaterialen doordat het klantgericht schrijven in 2008 grotendeels gereed zal zijn (90 V), waardoor de begroting 2009 naar beneden kan worden bijgesteld. De stijging van de kosten van verbruiksgoederen (211 N) wordt veroorzaakt door de uitbreiding van laboratoriumcapaciteit, waardoor meer chemicaliën zullen worden gebruikt (31 N). Door het gebruik van een ander soort polymeer op de zuiveringen, moet blijvend extra ijzerchloride gedoseerd worden om de ontwateringgraad op peil te houden (100 N). Gestegen grondstofprijzen van o.a. polymeer leiden tot een verhoging van de raming (74 N). Energie Omschrijving Jaarrekening Begroting Begroting Verschil V/N 2007 2008 2009 Energie 7.605 7.163 7.226 63 N (bedragen x 1.000) Het nadelig saldo op energiekosten wordt met name veroorzaakt door: Hoger ingeschat gas- en elektraverbruik van het nieuwe laboratorium (44 N) en sterk gestegen brandstofkosten voor rijdend materieel (75 N). Hiertegenover staat een verwachte daling van energiekosten als gevolg van het project energiebewust zuiveren (46 V). Huren en rechten Omschrijving Jaarrekening Begroting Begroting Verschil V/N 2007 2008 2009 Huren en rechten 5.613 5.412 5.522 110 N (bedragen x 1.000) De kosten van huren en rechten zijn hoger en worden met name veroorzaakt door hogere kosten van huur van kantoormachines op basis van realisatiecijfers eerste halfjaar 2008 (70 N). Uitbreiding van het aantal leaseauto s (56 N) en lagere huurkosten gemaal H.C de Jongh door terugkomst uit Waterlandstichting (55 V). Verzekeringen Omschrijving Jaarrekening Begroting Begroting Verschil V/N 2007 2008 2009 Verzekeringen 472 481 467-14 V (bedragen x 1.000) De daling van kosten voor verzekeringen wordt veroorzaakt door het afstoten van een aantal dienstauto s. Belastingen Omschrijving Jaarrekening Begroting Begroting Verschil V/N 2007 2008 2009 Belastingen 1.316 1.373 1.318-55 V (bedragen x 1.000) Begroting 2009 waterschap Rivierenland 56

De daling van de kosten van belastingen wordt veroorzaakt door daling van de rijksheffing lozing oppervlaktewater als gevolg van verbeterde werking van de rwzi s Tiel en Zaltbommel (96 V). Hiertegenover staat een stijging van kosten OZB (25 N) en waterschapslasten (11 N) gebaseerd op de werkelijke aanslagen 2007. Onderhoud door derden Omschrijving Jaarrekening Begroting Begroting Verschil V/N 2007 2008 2009 Onderhoud door derden 17.185 16.807 18.839 2.032 N (bedragen x 1.000) De stijging van kosten voor onderhoud door derden wordt met name veroorzaakt door: Stijging onderhoudskosten primaire waterkeringen door incidentele vervanging van afrasteringen bij de primaire waterkeringen naar aanleiding van een inspectie (170 N, incidenteel), structureel meer onderhoud aan afrasteringen conform het vastgesteld beleid dagelijks beheer en onderhoud waterkeringen (55 N) en extra kosten door het beverrat-onvriendelijk maken van rivieroevers alsmede het groenonderhoud van nieuwe aangelegde dijkvakken (50 N) Groot onderhoud diverse regionale waterkeringen (63 N, incidenteel) Stijging kosten voor onderhoud waterlopen ten gevolge van nadeel aanbesteding bestekken (180 N), uitbreiding stedelijk water en natuurvriendelijke oevers en overige stijgingen (100 N). Ook meer uitbesteding (120 N) door vermindering inzet eigen materieel en wijziging functie medewerkers (meer toezichthoudende taken). Hiertegenover staat een daling (47 N) bij het product tractie door vermindering kosten eigen materieel en een verlaging van 2 fte in personeel Extra werkzaamheden (175 N) ten gevolge van bluswaterproblematiek Betuweroute. Hiervoor is een afkoopsom ontvangen die in een voorziening is gestort. De rente uit deze voorziening komt ter dekking van de kosten ten gunste van de producten onderhoud waterlopen en onderhoud kunstwerken Verhoging raming 2009 onderhoud zuiveringstechnische werken op grond van ervaringscijfers en een herziening van het onderhoudsboek zuivering (260 N). Daarnaast verhoging budget onderhoud hardware & machinesoftware om de reservestelling uit te breiden met bedienstations (45 N) Aanleg weg Nieuwe Geer in Nieuwland (300 N, incidenteel) Extra budget vanwege vervangen twee bruggen Bleskensgraaf (90 N, incidenteel) Verhoging budget (175 N) naar aanleiding van beheersplan kunstwerken wegen waarin is bepaald het onderhoudsniveau van bruggen en duikers op een meer aanvaardbaar nivo te brengen Stijging onderhoudskosten huisvesting (kantoor en laboratorium) (130 N) op basis van realisatiecijfers en herziene inschatting kosten laboratorium Ondersteuning in het beheer van het management informatiesysteem Fluvio (100 N) Beëindiging onderhoudscontract IBS belastingsysteem (147 V) Overige diensten / bijdragen derden Omschrijving Jaarrekening Begroting Begroting Verschil V/N 2007 2008 2009 Overige diensten / bijdragen derden 20.524 22.335 22.629 294 N (bedragen x 1.000) De verhoging van de Overige diensten door derden wordt met name veroorzaakt door: De overeenkomst met Stichting Wereld Erfgoed Kinderdijk (SWEK) voor de molens te Kinderdijk (169 N). Hier zal nog vier jaar lang worden bijgedragen in loonlasten van overgenomen personeel en achterstalling onderhoud De beheerskostenovereenkomsten voor het onderhoud van de dijken zijn geactualiseerd en geïndexeerd (160 N) Een besparing aan bijdrage voor de muskusrattenbestrijding (102 V), als gevolg van lagere inhuurkosten personeel en een hogere provinciale bijdrage Een voordeel als gevolg van het aflopen van een subsidieregeling rioleringen (106 V) Begroting 2009 waterschap Rivierenland 57

Stijging van energiekosten en als gevolg van het verwerken van slib op een andere locatie hogere transportkosten (76 N) Hogere budgetten geraamd voor bijdragen aan het Waterschapshuis (101 N) Deelname aan de vervaardiging van een Hoogtekaart Nederland (286 N) Hogere laboratoriumkosten (75 N) Hogere kosten voor het streekarchief (39 N) Lagere bijdrage aan Belasting Samenwerking Rivierenland (423 V). Hierbij wordt opgemerkt dat de lagere bijdrage aan BSR op de kostensoort geheel wordt geneutraliseerd doordat de opbrengst aan aanmaningen/dwangbevelen komt te vervallen. Zie hiervoor de toelichting bij de opbrengstensoort waterschapsbelastingen Duurzame gebruiksgoederen Omschrijving Jaarrekening Begroting Begroting Verschil V/N 2007 2008 2009 Duurzame gebruiksgoederen 513 589 716 127 N (bedragen x 1.000) De stijging van de verbruiksgoederen wordt veroorzaakt door: Een structurele bijstelling op basis van realisaties voor aanschaf van hard- en machinesoftware (45 N). Voor verdere digitalisering bij de afdelingen Handhaving en Vergunningverlening is een extra module aangeschaft in combinatie met robuuste handcomputers voor buitenwerkzaamheden (90 N, incidenteel). Toevoeging aan (reserves) en voorzieningen Omschrijving Jaarrekening Begroting Begroting Verschil V/N 2007 2008 2009 Toevoeging aan voorzieningen 18.547 4.873 8.487 3.614 N (bedragen x 1.000) De toevoeging aan voorzieningen stijgt voornamelijk als gevolg van het besluit om met ingang van 2009 alle baggerwerken te bekostigen uit de exploitatie (3.750 N). Daar tegenover staat dat een daling van de dotatie aan de voorziening Waterlandstichting. Door de terugkomst van het HC de Jonghgemaal uit de waterlandstichting hoeft er voor dit gemaal geen voorziening meer gevormd te worden voor afschrijvingskosten (75 V). Interieur Laboratorium Begroting 2009 waterschap Rivierenland 58

Opbrengsten Exploitatie opbre ngs te n be groting 2008 e n 2009 (x 1.000) begroting 2008 begroting 2009 4.000-2.000- - 2.000 4.000 6.000 8.000 Rentebaten Dividenden en bonusuitkeringen Baten i.v.m. salarissen en sociale lasten Opbrengst goederen, w erken en diensten derden Opbrengst uit eigendommen Waterschapsbelasting Bijdragen van derden Toevoegingen aan reserves/voorzieningen Rentebaten Omschrijving Jaarrekening Begroting Begroting Verschil V/N 2007 2008 2009 Rentebaten 4.429 4.177 4.370 193 V (bedragen x 1.000) De stand van reserves en voorzieningen per 1 januari 2009 is hoger dan in de begroting 2008. De rentebaten vallen hierdoor hoger uit. Het grootste deel van het positieve renteresultaat ontstaat omdat in 2009 gerekend wordt met een rentepercentage van 5% i.p.v. 4,75%. Dividenden en bonusuitkeringen Omschrijving Jaarrekening Begroting Begroting Verschil V/N 2007 2008 2009 Dividenden en bonusuitkeringen 21.675 3.040 3.040 0 - (bedragen x 1.000) Dividenduitkering van de Nederlandse Waterschapsbank en van de Grondbank zijn voor 2009 gehandhaafd op het niveau van 2008. Baten i.v.m. salarissen en sociale lasten Omschrijving Jaarrekening Begroting Begroting Verschil V/N 2007 2008 2009 Baten i.v.m. salarissen en sociale lasten 1.053 818 1.718 900 V (bedragen x 1.000) De stijging van de baten in verband met salarissen en sociale lasten wordt veroorzaakt door: - De subsidiebijdrage die wordt ontvangen voor de werkzaamheden van het projectbureau Voorbereiding Dijkverbetering (1.000 V). - Door het onderbrengen van het molenbeheer bij de Stichting Werelderfgoed Kinderdijk (SWEK) vindt er geen doorbelasting meer plaats van gewerkte uren voor deze stichting (100 N). Begroting 2009 waterschap Rivierenland 59

Opbrengst goederen, werken en diensten derden Omschrijving Jaarrekening Begroting Begroting Verschil V/N 2007 2008 2009 Opbrengst goederen, werken en diensten derden 8.013 6.214 6.960 746 V (bedragen x 1.000) De stijging van de opbrengst goederen, werken en diensten derden wordt veroorzaakt door: Hogere opbrengst bij het laboratorium als gevolg van een uitbreiding van de productiecapaciteit van 2,5 naar 2,9 miljoen ILOW punten (453 V). Hogere legesopbrengsten als gevolg van nieuwe legesverordening waarbij het dekkingspercentage van de leges verhoogd is (411 V). Lagere bijdrage vanuit de Landelijke Coördinatie Commissie Musrattenbestrijding in de kosten van de beverratbestrijding (72 N). Opbrengst eigendommen Omschrijving Jaarrekening Begroting Begroting Verschil V/N 2007 2008 2009 Opbrengst eigendommen 849 834 821-13 N (bedragen x 1.000) Door aanpassing van de pacht-, jacht- en visrechten aan de werkelijkheid, dalen de inkomsten (13 N). Waterschapsbelastingen Omschrijving Jaarrekening Begroting Begroting Verschil V/N 2007 2008 2009 Waterschapsbelastingen -2.286-2.340-2.895-555 N (bedragen x 1.000) De afname van de post waterschapsbelasting wordt veroorzaakt door het opnemen van de opbrengsten aanmaning- en dwangbevelkosten in de begroting van Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR) i.p.v. bij WSRL (555 N). Hiertegenover staat een daling van de bijdrage van WSRL aan BSR. Bijdragen van derden Omschrijving Jaarrekening Begroting Begroting Verschil V/N 2007 2008 2009 Bijdragen van derden 3.869 3.036 3.036 0 - (bedragen x 1.000) De bijdragen van derden (gemeenten, provincie e.d.) geven voor 2009 geen aanleiding tot bijstelling van de ramingen t.o.v. 2008. Onttrekking aan reserves en voorzieningen Omschrijving Jaarrekening 2007 Onttrekkingen voorzieningen Onttrekkingen bestemmingsreserves (bedragen x 1.000) 0 0 Begroting 2008 2.256 392 Begroting 2009 0 0 Verschil -2.256-392 V/N N N Onttrekkingen aan voorzieningen vinden op basis van de verslaggevingsvoorschriften niet meer plaats ten gunste van de exploitatie, maar de onttrekkingen geschieden rechtstreeks ten laste van de voorziening zelf De bijdragen uit de voorziening regeling personeel en voormalig bestuur zijn niet meer opgenomen onder de voorzieningen maar worden in mindering gebracht op de salariskosten. Onttrekkingen uit reserves vinden, eveneens op basis van de bovengenoemde verslaggevingsvoorschriften, niet meer plaats ten gunste van de exploitatie. De onttrekkingen geschieden ná bepaling van het rekeningresultaat. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 60

6 TARIEVEN WATERSCHAPSBELASTINGEN 6.1 Inleiding Algemeen De financiering van de exploitatie van Waterschap Rivierenland vindt voornamelijk plaats door middel van het heffen van waterschapslasten. Als gevolg van de wijziging van de Waterschapswet wijzigt per 1 januari 2009 het belastingstelsel van Waterschap Rivierenland. Het nieuwe belastingstelsel bestaat uit de volgende belastingsoorten: De watersysteemheffing (nieuw); Ter dekking van de kosten die zijn verbonden aan de zorg voor het watersysteem inclusief veiligheid. De nieuwe taak watersysteem bestaat uit de voormalige taken waterkwantiteitsbeheer en waterkeringszorg en uit het aandeel passief waterkwaliteitsbeheer. De wegenheffing (onveranderd); Ter dekking van de kosten die zijn verbonden aan het beheer van wegen in het gebied van de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. De zuiveringsheffing (nieuw); Ter dekking van de kosten die zijn verbonden aan het zuiveren van afvalwater. De nieuwe taak zuivering bestaat uit de voormalige taak waterkwaliteitsbeheer exclusief het aandeel passief waterkwaliteitsbeheer. De verontreinigingsheffing (nieuw); Dit betreft uitsluitend de heffing op de directe lozingen op oppervlaktewater in beheer bij ons waterschap. Het tarief van de verontreinigingsheffing is een afgeleid tarief en bedraagt 100% van de zuiveringsheffing. De opbrengst van de verontreinigingsheffing komt ten goede aan de watersysteemheffing. Leges Naast bovengenoemde heffingen bepaalt artikel 115 van de Waterschapswet dat het waterschap onder andere rechten kan heffen ter zake van het behandelen van verzoeken tot het verlenen van ontheffingen en vergunningen. Het waterschap heeft hiertoe een legesverordening opgesteld waarin de tarieven zodanig zijn vastgesteld dat de geraamde baten van de rechten niet uitgaan boven de geraamde lasten ter zake. Het algemeen bestuur heeft bij vaststelling van de huidige legesverordening in april 2008 het standpunt ingenomen dat de leges voor 50% de kosten van vergunning- en ontheffingverlening moeten dekken. Gezien het algemeen belang dat is gediend met een goede vergunningverlening, heeft het algemeen bestuur het juist geacht om 50% van de kosten van vergunning- en ontheffingverlening voor rekening van de algemene belastingbetaler te laten komen. De tarieven met betrekking tot de heffing van leges zijn vastgelegd in de legesverordening waterschap Rivierenland 2008. Kwijtscheldingsbeleid De uitvoering van de kwijtschelding is ondergebracht bij de BSR. Op grond van artikel 144 Waterschapswet zijn de waterschappen bij het verlenen van kwijtschelding gebonden aan de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. De daarin opgenomen kwijtscheldingsnorm bedraagt 90% van de bijstandsnorm. Dit betekent dat kwijtschelding wordt verleend als het netto-besteedbaar inkomen minus de kwijtscheldingsnorm, nul of negatief is. Artikel 144 Waterschapswet geeft waterschappen echter de mogelijkheid om in strakkere of in ruimere zin van de 90% kwijtscheldingsnorm af te wijken. Afwijkingen in ruimere zin zijn toegestaan tot maximaal 100% van de bijstandsnorm. Het kwijtscheldingsbeleid is vastgesteld op 100% van de bijstandnorm. Het kwijtscheldingsbeleid is van toepassing op de watersysteemheffing en wegenheffing voor wat betreft de ingezetenen en op de zuiveringsheffing. De kosten van kwijtschelding zijn verwerkt in de netto kosten per wettelijke taak. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 61

Methodiek tariefbepaling De methodiek van tariefbepaling is het principe dat de netto kosten jaarlijks omgeslagen worden over de belangencategorieën. Als uitgangspunt voor het meerjarentarievenbeleid geldt dat: 1. de opbrengst aan het eind van de planperiode gelijk is aan het netto kostenniveau; 2. er sprake is van een gelijkmatige tariefsontwikkeling; 3. het niveau van de egalisatiereserve aan het eind van de planperiode in principe nihil is. In dit hoofdstuk wordt per taak de ontwikkeling van de kosten vertaald in de ontwikkeling van de heffingsopbrengst en de daaruit af te leiden tarieven per categorie belastingplichtigen. 6.2 De watersysteemheffing Algemeen De (nieuwe) omslag Watersysteemheffing is bedoeld ter dekking van de kosten voor waterkwantiteit, waterkwaliteit en waterkering. Binnen de omslagheffing wordt een onderscheid gemaakt in vier belastingcategorieën te weten: ingezetenen; gebouwd (zakelijk gerechtigden van gebouwde eigendommen); ongebouwd (zakelijk gerechtigden van ongebouwde eigendommen); natuur (zakelijk gerechtigden van natuurterreinen) De per categorie verschuldigde waterschapslasten worden berekend door de toegerekende netto-kosten te delen door het aantal belastbare eenheden. Kostentoerekening watersysteemheffing De kostentoerekening naar de belastingcategorieën vindt plaats aan de hand van de toerekeningspercentages zoals die zijn vastgelegd in de kostentoedelingsverordening. Het aandeel van de categorie ingezetenen is hierbij bepaald op basis van de inwonerdichtheid in het gebied. Het restant is verdeeld op basis van de waardeverhouding tussen gebouwd, ongebouwd en natuur. De betreffende percentages zijn: Categorie Toerekeningspercentage Ingezetenen 35,000% Gebouwd 52,130% Ongebouwd 12,832% Natuur 0,038% Tariefdifferentiatie De gewijzigde Waterschapwet biedt een beperkte mogelijkheid om tarieven te differentiëren. Waterschap Rivierenland heeft besloten om de volgende tariefdifferentiatie toe te passen: Buitendijks gelegen onroerende zaken Voor buitendijks gelegen ongebouwde onroerende zaken die geen natuurterreinen zijn, voor buitendijks gelegen natuurterreinen en voor buitendijks gelegen gebouwde onroerende zaken wordt een gedifferentieerd tarief gehanteerd dat 50% lager is dan het tarief dat blijkens de Verordening op de watersysteemheffing voor elk van deze categorieën geldt. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 62

Verharde openbare wegen Voor verharde openbare wegen wordt een gedifferentieerd tarief gehanteerd dat 100% hoger is dan het tarief dat blijkens de Verordening op de watersysteemheffing voor ongebouwde onroerende zaken, niet zijnde natuurterreinen, geldt. Belastbare eenheden watersysteemheffing. Voor de vier belastingcategorieën zijn voor de begroting 2009 de volgende belastbare eenheden gehanteerd. Belastbare eenheden 2009 watersysteemheffing Totaal Ingezetenen (aantal) 375.200 Gebouwd Totaal (WOZ-waarde) 115.622.791.587,-- Gebouwd binnendijks 112.615.200.648,-- Gebouwd buitendijks 3.007.590.939,-- Ongebouwd Totaal (hectare) 160.720 Ongebouwd binnendijks ex wegen 119.374 Ongebouwd binnendijks wegen 15.548 Ongebouwd buitendijks ex wegen 25.300 Ongebouwd buitendijks wegen 498 Natuur Totaal(hectare) 11.385 Natuur binnendijks 7.315 Natuur buitendijks 4.070 Het aantal ingezetenen is gebaseerd op het aantal woonruimten in het beheersgebied. Jaarlijks wordt bij de ingezetenen rekening gehouden met een groei van 0,5% als gevolg van de groei van het aantal woningen. De aanslag gebouwd vindt plaats op basis van de verwachte WOZ-waarde per 1-1-2008. De reeds bekende WOZ-waarde per 1-1-2007 is hiertoe geïndexeerd. Het tarief voor gebouwd wordt met ingang van 2009 uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde, daar waar dat tot en met 2008 in een bedrag per 2.500 WOZ-waarde was. Tarieven en inzet reserve watersysteemheffing Hierna wordt de ontwikkeling van de netto kosten van de taak watersysteemheffing vertaald in de benodigde heffingsopbrengst en de daaruit af te leiden tarieven per categorie belastingplichtigen. Ten behoeve van de vergelijking tussen 2008 en 2009 heeft een herrekening plaatsgevonden van de begroting 2008 naar de nieuwe taken. Watersysteemheffing (incl. verontreinigingsheffing) Omschrijving Begroting 2008 Begroting 2009 Netto kosten 64.991 73.310 Opbrengst verontreinigingsheffing 132 134 Heffingsopbrengst watersysteem 61.627 67.171 Mutatie in egalisatiereserve -3.232-6.005 Stand reserve eind jaar 16.309 10.304 % stijging heffingsopbrengst 9,0% % stijging netto kosten 12,8% (bedragen x 1.000) Begroting 2009 waterschap Rivierenland 63

In onderstaande schema is aangegeven op welke wijze de tariefbepaling van de watersysteemheffing plaatsvindt: opbrengst watersysteemheffing 67,2 miljoen stap 1 Solidariteitsdeel 35 % Profijtdeel (100-35 ) %= 65 % stap 2 som WOZ-waarde woningen en bedrijven: som economische waarde agr. en overig ongebouwd: som economische waarde natuurterreinen 110,5 miljard (52,130 %) 27,2 miljard (12,832 %) 0,08 miljard (0,038 %) stap 3 Ingezetenenomslag, gelijk bedrag per huishouden eigenaar gebouwde onroerende zaak o.b.v. WOZ-waarde eigenaar perceel o.b.v. hectares eigenaar perceel o.b.v. hectares 62,66 0,030286 %* * Dit betreft de gemiddelde tarieven exclusief tariefdifferentiatie. 53,63* 2,24* Het solidariteitsdeel (35%) betreft het aandeel dat in rekening wordt gebracht bij de ingezetenen. Het profijtdeel (65%) wordt op basis van de economische waarde verdeeld over de categorieën gebouwd, ongebouwd en natuur. Vervolgens wordt het kostenaandeel gedeeld door het aantal belastbare eenheden waaruit het tarief volgt. Bij de watersysteemheffing is tevens besloten tot tariefdifferentiatie t.a.v. het profijtdeel. Dit betekent dat de buitendijkse gebieden een korting krijgen van 50%. Zij betalen dan nog 50% van het tarief van binnendijkse gebieden. Daarnaast is het tarief voor het eigendom van wegen verhoogd met een toeslag van 100%. Vertaald naar tarieven Omschrijving Begroting 2008* Begroting 2009 Ingezetenen per woonruimte (in ) 57,76 62,66 Gebouwd in % woz-waarde Gebouwd binnendijks 0,029466% 0,030684% Gebouwd buitendijks 0,014733% 0,015342% Ongebouwd per hectare (in ) Ongebouwd binnendijks ex wegen 48,32 52,68 Ongebouwd binnendijks wegen 96,64 105,36 Ongebouwd buitendijks ex wegen 24,16 26,34 Ongebouwd buitendijks wegen 48,32 52,68 Natuur per hectare (in ) Natuur binnendijks 2,50 2,72 Natuur buitendijks 1,25 1,36 * betreft het herrekende tarief voor 2008. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 64

6.3 De wegenheffing Algemeen De omslag Wegenheffing is bedoeld ter dekking van de kosten die zijn verbonden aan het beheer van wegen in het gebied van de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Binnen de omslagheffing wordt een onderscheid gemaakt in vier belastingcategorieën te weten: ingezetenen; gebouwd (zakelijk gerechtigden van gebouwde eigendommen); ongebouwd (zakelijk gerechtigden van ongebouwde eigendommen); natuur (zakelijk gerechtigden van natuurterreinen) De per categorie verschuldigde waterschapslasten worden berekend door de toegerekende netto-kosten te delen door het aantal belastbare eenheden. Kostentoerekening wegenheffing De kostentoerekening naar de belastingcategorieën vindt plaats aan de hand van de toerekeningspercentages zoals die zijn vastgelegd in de kostentoedelingsverordening. Het aandeel van de categorie ingezetenen is hierbij bepaald op basis van de inwonerdichtheid in het gebied. Het restant is verdeeld op basis van de waardeverhouding tussen gebouwd, ongebouwd en natuur. De betreffende percentages zijn: Categorie Toerekenings percentage Ingezetenen 50,000% Gebouwd 45,783% Ongebouwd 4,202% Natuur 0,015% Tariefdifferentiatie De gewijzigde Waterschapwet biedt een beperkte mogelijkheid om tarieven te differentiëren. Waterschap Rivierenland heeft besloten om voor de wegenheffing geen tariefdifferentiatie toe te passen. Belastbare eenheden wegenheffing. Voor de vier belastingcategorieën zijn voor de begroting 2009 de volgende belastbare eenheden gehanteerd. Belastbare eenheden 2009 wegenheffing Ingezetenen (aantal) 82.300 Gebouwd Totaal (WOZ-waarde) 24.180.678.564,-- Ongebouwd Totaal (hectare) 34.155 Natuur Totaal (hectare) 1.108 Het aantal ingezetenen is gebaseerd op het aantal woonruimten in het beheersgebied. Jaarlijks wordt bij de ingezetenen rekening gehouden met een groei van 0,5% als gevolg van de groei van het aantal woningen. De aanslag gebouwd vindt plaats op basis van de verwachte WOZ-waarde per 1-1-2008. De reeds bekende WOZ-waarde per 1-1-2007 is hiertoe geïndexeerd. Het tarief voor gebouwd wordt met ingang van 2009 uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde, daar waar dat tot en met 2008 in een bedrag per 2.500 WOZ-waarde was. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 65

Tarieven en inzet reserve wegenheffing Hierna wordt de ontwikkeling van de netto kosten van de taak watersysteemheffing vertaald in de benodigde heffingsopbrengst en de daaruit af te leiden tarieven per categorie belastingplichtigen. Wegenheffing Omschrijving Begroting 2008 Begroting 2009 Netto kosten 5.882 6.477 Heffingsopbrengst 6.031 6.212 Mutatie in egalisatiereserve 149-265 Stand reserve eind jaar 2.172 1.907 % stijging heffingsopbrengst 3,0% % stijging netto kosten 10,1% (bedragen x 1.000) In onderstaand schema is aangegeven op welke wijze de tariefbepaling van de wegenheffing plaatsvindt: Op te brengen lasten wegenheffing 6,2 miljoen stap 1 Solidariteitsdeel 50 % Profijtdeel (100-50 ) %= 50 % stap 2 som WOZ-waarde woningen en bedrijven: som economische waarde agr. en overig ongebouwd: som economische waarde natuurterreinen 23,6 miljard (45,783 %) 2,2 miljard (4,202 %) 0,008 miljard (0,015 %) stap 3 Ingezetenenomslag, gelijk bedrag per huishouden eigenaar gebouwde onroerende zaak o.b.v. WOZ-waarde eigenaar perceel o.b.v. hectares eigenaar perceel o.b.v. hectares 37,74 0,011761 % 7,64 0,84 Vertaald naar tarieven Omschrijving Begroting 2008* Begroting 2009 Ingezetenen per woonruimte (in ) 36,82 37,74 Gebouwd Totaal in % woz-waarde 0,011722% 0,011761% Ongebouwd gemiddeld per hectare (in ) 7,42 7,64 Natuur Totaal per hectare (in ) 0,82 0,84 * betreft het herrekende tarief voor 2008 Begroting 2009 waterschap Rivierenland 66

6.4 De zuiveringsheffing Algemeen De zuiveringsheffing is ter dekking van de kosten die zijn verbonden aan het zuiveren van afvalwater. De nieuwe taak zuivering bestaat uit de voormalige taak waterkwaliteitsbeheer exclusief het passief waterkwaliteitsbeheer en bedraagt 86,8% van de voormalige taak waterkwaliteitsbeheer. De zuiveringsheffing bestaat uit een bedrag per vervuilingseenheid, die is bepaald door de totale netto-kosten (inclusief onttrekking aan de egalisatiereserve) van de taak te delen door het verwachte aantal vervuilingseenheden. Het aldus bepaalde bedrag wordt bij de huishoudens in het gebied in rekening gebracht en bij de in het gebied gelegen bedrijven. De heffing bij de huishoudens is gebaseerd op de omvang van de betreffende huishouding, de heffing bij de bedrijven wordt per individueel bedrijf bepaald. Het aantal vervuilingseenheden. Ter bepaling van het aantal vervuilingseenheden (v.e s) is uitgegaan van de aanslagoplegging 2008 aangepast aan de gewijzigde waterschapswet. Daarnaast is voor 2009 rekening gehouden met een groei van 0,5% als gevolg van de groei van het aantal woningen. Vervuilingseenheden Begroting 2008 Begroting 2009 Totaal 1.185.000 1.191.000 Tarieven en inzet egalisatiereserve zuiveringsheffing Omschrijving Begroting 2008 Begroting 2009 Netto kosten 61.631 62.585 Heffingsopbrengst 59.855 61.351 Mutatie in egalisatiereserve -1.776-1.234 Stand reserve eind jaar 2.856 1.622 % stijging heffingsopbrengst 2,50% % stijging netto kosten 1,5% (bedragen x 1.000) Vertaald naar het tarief Omschrijving Begroting 2008* Begroting 2009 Zuiveringsheffing per v.e. 50,51 51,51 (bedragen x 1) * betreft het herrekende tarief 2008. 6.5 De verontreinigingsheffing Algemeen Dit betreft uitsluitend de heffing op de directe lozingen op oppervlaktewater in beheer bij ons waterschap. Het tarief van de verontreinigingsheffing is een afgeleid tarief en bedraagt 100% van de zuiveringsheffing. De opbrengst van de verontreinigingsheffing komt ten goede aan de watersysteemheffing. In totaal betreft dit 2.606 verontreinigingseenheden. Vervuilingseenheden Begroting 2008 Begroting 2009 Totaal 2.606 2.606 Tariefontwikkeling Begroting 2008* Begroting 2009 Verontreinigingsheffing per v.e. 50,51 51,51 (bedragen x 1) * betreft het herrekende tarief 2008. Heffingsopbrengst Begroting 2008 Begroting 2009 Totaal 132 134 (bedragen x 1.000) Begroting 2009 waterschap Rivierenland 67

6.6 Totaaloverzicht heffingsopbrengst In onderstaande tabellen is de ontwikkeling van de heffingsopbrengst per belastingcategorie en per taak ten opzichte van de herrekende begroting 2008 weergegeven. Belastingcategorie Totaal 2008 Totaal 2009 verschil in % Ingezetenen 24.585 26.617 +8% Gebouwd 34.887 37.862 +9% Ongebouwd 8.161 8.881 +9% Natuur 24 26 +9% Zuiveringsheffing 59.855 61.351 +2,5% Verontreinigingsheffing 132 134 +2% Totaal 127.645 134.870 +5,7% (bedragen x 1.000) Taak Totaal 2008 Totaal 2009 verschil in % Watersysteemheffing 61.627 67.174 +9% Wegenheffing 6.031 6.212 +3% Zuiveringsheffing 59.855 61.351 +2,5% Verontreinigingsheffing 132 134 +2% Totaal 127.645 134.870 +5,7% Recapitulatie tarieven Categorie Eenheid Watersysteemheffing Wegen Ingezetenen per woonruimte (in ) Woonruimte 62,66 37,74 Gebouwd Totaal % WOZ-waarde 0,011761% Gebouwd binnendijks % WOZ-waarde 0,030684% Gebouwd buitendijks % WOZ-waarde 0,015342% Ongebouwd gemiddeld per hectare hectare (in ) 7,64 Ongebouwd binnendijks ex hectare wegen 52,68 Ongebouwd binnendijks wegen hectare 105,36 Ongebouwd buitendijks ex hectare wegen 26,34 Ongebouwd buitendijks wegen hectare 52,68 Natuur Totaal per hectare (in ) hectare 0,84 Natuur binnendijks hectare 2,72 Natuur buitendijks hectare 1,36 De verontreinigingsheffing voor het dienstjaar 2009 bedraagt 51,51 per vervuilingseenheid. De zuiveringsheffing voor het dienstjaar 2009 bedraagt 51,51 per vervuilingseenheid. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 68

6.7 Lastenontwikkeling Met de invoering van de waterschapswet vindt een uitbreiding van het gereglementeerde heffingsgebied plaats en neemt het aantal belastbare eenheden van de watersysteemheffing voor ongebouwd en gebouwd toe. De op basis van de nieuwe kostentoedeling toegerekende kosten voor de categorieën gebouwd en ongebouwd worden verdeeld over meer eenheden, hetgeen een verlagend effect heeft op het tarief. Dit betekent dat, ondanks de netto kostenstijging, de lastendruk 2009 minder hard stijgt als gevolg van uitbreiding van het heffingsgebied. Anderzijds is de lastenstijging bij degenen die voorheen buiten het gereglementeerde gebied vielen en derhalve geen aanslag ontvingen voor gebouwd of ongebouwd aanzienlijk. In onderstaande tabel zijn voorbeeldaanslagen opgenomen en is de lastenontwikkeling weergegeven ten opzichte van 2008 (excl. wegenheffing). Aanslag 2008 Aanslag 2009 % 2009 t.o.v. 2008 Voorheen binnen gereglementeerd gebied (in ) (in ) Huishouden (huurwoning) Meerpersoons huishouden, wonend in een huurwoning en een vervuilingzwaarte van 3 v.e. 215,84 217,19 +0,6% Huishouden (eigen woning) Eenpersoonshuishouden, wonend in een koopwoning van 200.000* en een vervuilingswaarde van 3 v.e. 272,64 280,40 +2,8% Glastuinbouwbedrijf WOZ-waarde 1,5 miljoen*, 2 hectare onbebouwde grond en een vervuilingswaarde van 3 v.e. 734,35 724,77-1,3% Melkveebedrijf WOZ-waarde 0,4 miljoen*, 40 hectare onbebouwde grond en een vervuilingswaarde van 3 v.e.. 2.984,29 2.385,70-20,1% Natuurterreinbeheerder Stichting met een natuurterrein van 1.000 hectare 67.430,00 2.500,00-96,0% Groothandel WOZ-waarde 2 miljoen* en een vervuilingswaarde van 10 v.e. 1.146,30 1.134,94-1,0% Middelgroot metaalbedrijf WOZ-waarde 10 miljoen* en een vervuilingswaarde van 450 v.e. 28.863,50 26.278,69-9,0% Voorheen buiten gereglementeerd gebied Huishouden (huurwoning) (Nijmegen Hoog) Meerpersoons huishouden, wonend in een huurwoning en een vervuilingswaarde van 3 v.e. 215,84 217,19 +0,6% Huishouden (eigen woning) (Nijmegen Hoog) Meerpersoonshuishouden, wonend in een koopwoning van 200.000* en een vervuilingswaarde van 3 v.e. 215,84 280,40 +29,9% Agrariër met 5 hectare onbebouwde grond buitendijks en een vervuilingswaarde van 3 v.e. 173,49 286,23 +65,0% Rijkwaterstaat 7.105 hectare buitendijks 0,00 187.145,70 * Voor de vergelijkbaarheid is in de voorbeelden voor het jaar 2009 rekening gehouden met de verwachte waardestijging voor woningen van 3% en voor niet woningen van 1%. Begroting 2009 waterschap Rivierenland 69

Hoogtemeting dijken 2008 Begroting 2009 waterschap Rivierenland 70