Les over tussendoortjes Groep 7 en 8
Leerdoel Na de les weten de kinderen: - wat gezonde tussendoortjes zijn. - waarom we beter gezonde tussendoortjes kunnen eten dan de gangbare. - waarvoor tussendoortjes eigenlijk gegeten worden. Na de les kunnen de kinderen ook: - een keuze maken tussen gezonde tussendoortjes en gangbare tussendoortjes en kennen ze de gevolgen daarvan voor de gezondheid. Meenemen Gezonde tussendoortjes Kies uit appel, mandarijn, pakje Zonnatura drinken, bruine boterham met kaas of pindakaas, volkorencrackers, noten, (gedroogd) fruit, komkommer, zonnepitten, crackers etc. Minder gezonde tussendoortjes Kies uit Liga, Snelle Jelle, pakje Wicky, drop, snoep, chips etc. Voor elke leerling een kopie van het werkblad en een pen. Didactische werkvorm Aan tafel.
Inleiding Stel jezelf voor en vertel iets over de les. - Wie ben je? - Wat kom je doen? - Waarom kom je dat doen? - Hoe lang duurt de les? - Wat gaan jullie doen? Kern Op onderstaande vragen kun je voortbouwen. Gesprek - Wat vind jij een tussendoortje? - Wanneer eet je iets tussendoor? - Waarom eet je een tussendoortje? - Wat kun je allemaal eten als tussendoortje? - Wat vind jij lekker als tussendoortje? - Wat is gezonder: een cracker met appelstroop of een Snelle Jelle? Waarom? Leg het verschil uit tussen tussendoortjes om te groeien en tussendoortjes om te snoepen. - Hoeveel tussendoortjes eet je op een dag? - Hoe vaak zou je een tussendoortje moeten eten om te groeien? - Weet je wat grazen is? - Hoe zou je iemand die te vaak een tussendoortje eet kunnen noemen? Waarom? - Wie is er in deze klas een grazer? - Zijn er kinderen in de klas die uit een ander land komen en die andere tussendoortjes eten dan hier op tafel staan? Wil je daar iets over vertellen? Etiketten lezen De kinderen pakken hun tussendoortje (pauzehapje). Deel de werkbladen uit. De kinderen lezen de ingrediënten op de verpakking en beantwoorden de vragen op het werkblad. Kinderen die geen verpakt tussendoortje mee hebben kiezen een verpakt product uit de tussendoortjes die jij hebt meegebracht. Als iedereen het werkblad heeft ingevuld, gebruik je het (digi)bord om per product de ingrediënten op te schrijven. Bespreek dan met de kinderen welke ingrediënten ze kennen en welke vreemd voor ze zijn en leg uit wat natuurlijk is en wat is toegevoegd en om welke reden.
Proeven Laat de leerlingen proeven van de natuurlijke tussendoortjes die je hebt meegebracht. Kies ook voor bijvoorbeeld naturel chips (hier zitten geen smaakstoffen in, alleen zout). Bespreek met ze welke smaak ze proeven. Bijvoorbeeld: zoet, zout, zuur, bitter, wrang, scherp. Waar gaat de voorkeur naar uit? En wat is dan een goed alternatief voor de gangbare tussendoortjes? Afsluiting - Wat vond je van de les? - Wat vond je leuk om te horen? - Heb je nieuwe dingen geleerd? - Kun je zeggen wat je vandaag geleerd hebt? - Ga je nu andere tussendoortjes eten?
WERKBLAD TUSSENDOORTJES Naam: Wat is het? Welke ingrediënten zitten erin? Welke ingrediënten zijn van natuurlijke grondstoffen gemaakt? Welke ingrediënten zijn van niet natuurlijke grondstoffen gemaakt? Waaraan kun je dat zien? Is dit product gezond? Waarom?