01 Auteur: Maarten van Ooijen (Adviseur) Oktober 2017
02 Inleiding Met de plaatsing van statushouders binnen Nederlands gemeenten hebben overheden samen met maatschappelijke organisaties en vrijwilligers veel werk verricht. Lysias Advies adviseerde en assisteerde. Langzamerhand wordt echter duidelijk dat op één punt de successen nog tegenvallen, namelijk een effectieve arbeidsparticipatie van statushouders: Tussen juni 16-jun 17 nam het aantal niet-westerse bijstandsgerechtigden toe met ongeveer 16 duizend, tot 239 duizend (landelijke cijfers, CBS). De groei betreft met name uitgeplaatste statushouders (Syriërs en Eritreeërs) in de Nederlandse gemeenten. In het algemeen zijn voormalig-vluchtelingen in Nederland vaker afhankelijk van een bijstandsuitkering. CBS berekenende de volgende bijstandsafhankelijkheid in het jaarrapport integratie, voor nieuwkomers met een verblijfsduur in Nederland van negen jaar of langer. Afghanistan (23,9 procent), Irak (32,4 procent), Iran (21,4 procent), Somalië (43,2 procent). Gemiddelde voor mensen met een Nederlandse achtergrond (2,2 procent). De laatste periode is sprake van veel discussie over de taakopvatting van verschillende betrokken partijen, vanwege ervaringen en (de aanloop naar) een nieuw kabinet. Daarom besloten wij dit voorjaar op eigen initiatief een verkenning uit te voeren naar effectief beleid en best practices op het gebied van integratie, inburgering en arbeidsparticipatie. We kwamen mooie voorbeelden tegen bij scholen, taalaanbieders of gemeenten. Maar zeer opvallend en pregnant blijkt dat de bureaucratische wirwar rondom statushouders effectieve arbeidsparticipatie in de weg staat. In deze factsheet presenteren wij op dit thema onze bevindingen. Directe betrokkenen Voor een helder beeld van de betrokkenen hebben wij een schets gemaakt van alle partijen en organisaties, waarmee statushouders te maken krijgen. Vanaf het laatste moment in het asielzoekerscentrum (wanneer het bericht van de IND wordt gekregen tot toelating) tot en met de eerste periode in de gemeente waar zij een woning krijgen toegewezen. Daarbij onderscheiden wij zes deelgebieden waarover statushouders te maken krijgen met diverse organisaties: Taal en onderwijs. Inburgering is daarbij de belangrijkste factor. Verder is ook sprake van opleiding en taalaanbod buiten het inburgeringsaanbod. Juridisch. Ook in de laatste fase bij het verkrijgen van de status moet een aantal zaken juridisch worden afgewikkeld. Financiën. Vanaf de plaatsing in de gemeenten moeten geldzaken geregeld worden. Van aanvraag van een bankrekening, zorgverzekering, toeslagen tot aanvragen van armoederegeling (zoals een pas voor minima) en de bijstandsuitkering. Zorg en hulp. Helaas heeft een grote groep statushouders te maken met traumatische ervaringen en een gebrekkige gezondheid. Daarbij is een
03 diverse groep organisaties extra betrokken, variërend van GGD tot buurt- of wijkteam. Buurt en omgeving. Veel van de betrokken organisaties spelen een rol op wijk- of buurtniveau. Het gaat om welzijnswerk, maar ook allerhande eettafels, migrantenzelforganisaties of de huisarts. Jeugd. Wanneer er kinderen zijn betrokken, spelen ook daar diverse organisaties een rol. Institutionele betrokkenen De directe betrokkenheid van diverse organisaties en individuen bij de inburgeraar leidt ook tot een hoge politiek-bestuurlijke dichtheid en een grote diversiteit aan betrokken beleidsvelden en beleidsmakers: Wet- en regelgeving. Vreemdelingenwet, Participatiewet, Wmo (voor ondersteuning op buurt- en wijkniveau), Zorgverzekeringswet (zorgverzekering en bij psychische klachten). Overheden. Rijksoverheid (betrokkenheid van diverse ministeries zoals SZW en OCW), gemeenten vanuit directe verantwoordelijkheid voor bijstandsgerechtigden en eventuele regionale samenwerkingsverbanden (zowel als regionaal aanspreekpunt op de arbeidsmarkt als inkoop van zorg). Toezichthouders. Diverse partijen hebben een toezichthoudende rol in het stelsel, zoals Blik op Werk (certificering van inburgering) of provincies (toezicht op huisvesting van statushouders).
04 Praktische complicaties De hoeveelheid betrokken organisaties leidt voor de statushouder tot diverse complicaties, waaronder: Als onderdeel van de inburgering moet de module Oriëntatie op de Nederlandse Arbeidsmarkt (ONA) worden gevolgd met schrijven van rapporten en een eindgesprek. Ondertussen is de gemeente bezig en verantwoordelijk voor de begeleiding van de statushouder naar werk. Een automatische link tussen het ONA-traject en de sociale dienst is er niet. In de bijstand is een zogenaamde taaleis opgenomen. Gemeenten hebben daarmee de verantwoordelijkheid om het leren van de taal te bevorderen voor statushouders die het inburgeringsexamen niet (of niet op tijd) hebben gehaald. Maar gemeenten kunnen in de praktijk daar nauwelijks handen en voeten aan geven, omdat het aanbod aan de markt is overgelaten (geen contractering) en Blik op Werk verantwoordelijk is voor de kwaliteit van taalscholen. Werkgevers met geschikte banen voor statushouders krijgen geen duidelijke follow-up. De reden is de versnippering van organisaties waar werkgevers zich kunnen melden: bij maatschappelijke initiatieven of organisaties, de sociale dienst, uitzendbureaus, een ingesteld werkgeversservicepunt of de arbeidsmarktregio. Dat wordt verder bemoeilijkt doordat werkgevers ook over gemeentegrenzen heen werken. Waar gemeenten willen samenwerken, blijkt in de praktijk veel vertraging vanwege (gladtrekken) van onderlinge discussies, over bijvoorbeeld stimuleringsmaatregelen en praktische ondersteuning. Vanwege de bureaucratie tussen ministerie van SZW en gemeenten maakten de gezamenlijke gemeenten (in 2016) veel minder gebruik van voorschotten voor betaling van bijstandsuitkeringen dan feitelijk mogelijk was. Omdat het aanvragen van toeslagen lang duurt, kloppen sommige statushouders bij hulpverlening voor schulden of de voedselbank aan. Ik moet voor zoveel mensen papieren en formulieren invullen, soms ben ik het overzicht helemaal kwijt! Dan weet ik even niet meer waar ik moet beginnen. Talaat Talaat Kasem, Kasem, vluchteling ex-statushouder, uit Syrië. Werkzaam werkzaam bij bij Lysias.
05 Algemene oplossingsrichtingen De grote hoeveelheid betrokkenen leidt vooralsnog vaak tot een bureaucratische wirwar, maar ze is in feite een kans op succes. De sleutel daarvoor is gemeentelijke regie. Daarvoor zijn afspraken nodig tussen organisaties, en is maatwerk nodig tot op het niveau van de statushouder zelf. Voor veel gemeenten geldt namelijk dat het aantal statushouders waarvoor zij jaarlijks aan de lat staan, behoorlijk overzichtelijk is. Voor het gros van de gemeenten varieert dit van enkele tientallen tot enkele honderden (G12). We hebben daarom twee concrete oplossingsrichtingen uitgewerkt. Potentiele oplossingsrichting 1: de praktijkwerkplaats. In een praktijkwerkplaats gaan we op een systemische manier aan de slag met één casus, bijvoorbeeld Eritrese vluchtelingen jonger dan 30. We gaan met een brede groep belanghebbenden in gesprek, en kijken alleen naar de competenties die nodig zijn om deze klus te klaren: wie heeft een goed netwerk, wie is in staat om tot creatieve oplossingen te komen? We delen verschillende perspectieven op het probleem en brengen deze met elkaar in verband. We maken inzichtelijk wat de interafhankelijkheid is van de elementen van het probleem. Vervolgens kijken we met nieuwe brillen naar de casus. Wat als je deze groep ziet als een dynamische start-up, die volop bezig is met het ontwikkelen van innovatieve diensten en producten en actief samenwerking zoekt met anderen? Wat gebeurt er dan, wat werkt en wat kunnen we daarvan leren? We gaan alleen aan de slag met die interventies waarvan we verwachten dat ze zullen werken. We gebruiken storytelling als gereedschap bij de verantwoording. We vertellen verhalen over echte mensen en gebeurtenissen. Asielzoeker, begeleider, werkgever of docent vertellen hun verhaal. Die leggen we vast op schrift of film, om ze breed te kunnen verspreiden. Doel is om deze manier van werken deel uit te laten maken van het handelingsrepertoire van alle betrokkenen bij de participatie van statushouders. Potentiele oplossingsrichting 2: het Participatiehuis. De veiligheidshuizen zijn een goed functionerende samenwerkingsorganisatie, gericht op het bereiken van gezamenlijke doelen in relatie tot personen, door een persoonsgerichte aanpak. Lysias heeft een groot aantal van die organisaties opgericht en ingericht. Wij denken dat de casusgerichte benadering in de veiligheidshuizen een goed voorbeeld kan zijn voor de manier waarop gemeenten regie kunnen pakken voor integratie van statushouders. De kracht van de aanpak van een veiligheidshuis is de combinatie van straf en zorg waar niet alleen de mens maar ook zijn directe omgeving en de samenleving centraal staat. Alle relevante organisaties participeren in deze vorm van samenwerking. Elke complexe situatie vraagt om een eigen aanpak. Betrokken organisaties moeten daarom protocollen en processen los te laten. Durven aan te pakken en zich af te vragen: Wat zou voor deze persoon een oplossing kunnen zijn of wat kunnen we doen om deze persoon succesvol te laten integreren? Partners stellen een gezamenlijk plan op en bepalen zelf wie de regie heeft. Dat zorgt voor het gevoel dat het hele netwerk staat voor het oplossen van een complexe casus.
06 Dit maakt de aanpak effectiever. We stellen voor dat de gemeente het initiatief neemt met een nieuwe vorm van samenwerking, naar analogie van het Veiligheidshuis, het integratie- of participatiehuis. Daarin: delen de betrokken organisaties informatie over de statushouder maken partners een gezamenlijke kansenanalyse worden gezamenlijk stappen bepaald voor (snelle) integratie wordt een regisseur (evt. vrijwilliger) benoemd om deze stappen te bewaken trekken we lessen om te komen tot een optimaal gezamenlijk proces. Uitkomsten en gebruik factsheet De factsheet is een van de uitkomsten van een verkenning naar integratie, participatie en inburgering die de afgelopen maanden werd uitgevoerd. De factsheet mag u rechtenvrij gebruiken, indien u daarbij de bron vermeldt. Het organisatieadviesbureau wil graag met overheden en organisaties in gesprek over de uitkomsten en over verbetering van de lokale aanpak. De auteur: Mijn passie ligt vooral bij vraagstukken van kwetsbaarheid in de samenleving. Ik neem in opdrachten allerlei rollen aan, van adviseur tot projectsecretaris of onderzoeker. En de opgave staat bij mij altijd voorop. Successen van Maarten Maarten van Ooijen, adviseur Visie op arbeidsparticipatie van statushouders voor VluchtelingenWerk Nederland Evaluatie van duurzame veehouderij voor provincie Noord- Brabant Organisatorische positionering van inburgering. Zuidwest Nederland Assistent-secretaris Commissie Onderzoek Financiën en Huisvesting UvA
07 Contactgegevens Soesterweg 310-D 3812 BH Amersfoort +31 (0)33-4647070 info@lysiasgroup.com www.lysiasgroup.com