scope EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT BEENMERGONDERZOEK ENQUETE 2016/1 WIV/Hematologie/coagulatie/immunohematologie/110 Expertise, dienstverlening en klantenrelaties Kwaliteit van medische laboratoria J. Wytsmanstraat, 14 1050 Brussel België www.wiv-isp.be
ISSN: 2294-3382 COMITE VAN EXPERTEN WIV (secretariaat) TEL: 02/642.55.22 FAX: 02/642.56.45 Enquêtecoördinator: Dr. Van Blerk M. Vervanger enquêtecoördinator: Dr. Vernelen K. TEL: e-mail: TEL: e-mail: 02/642.53.83 mvanblerk@wiv-isp.be 02/642.55.29 kvernelen@wiv-isp.be Experten: Dr. Chatelain B. TEL: 081/42.32.43 FAX: 081/42.32.04 e-mail: bernard.chatelain@uclouvain.be Dr. Demulder A. TEL: 02/477.22.99 FAX: 02/477.21.66 e-mail: anne.demulder@chu-brugmann.be Dr. Devreese K. TEL: 09/332.65.67 FAX: e-mail: katrien.devreese@ugent.be Dr. Gérard C. TEL: 04/366.75.51 FAX: 04/366.75.47 e-mail: christiane.gerard@chu.ulg.ac.be Dr. Jacquemin M. TEL: 016/34.57.76 FAX: 016/34.59.90 e-mail: marc.jacquemin@med.kuleuven.be Dr. Jochmans K. TEL: 02/477.50.71 FAX: 02/477.50.63 e-mail: kristin.jochmans@uzbrussel.be Dr. Meeus P. TEL: 053/72.46.06 FAX: e-mail: peter.meeus@olvz-aalst.be Dr. Mullier F. TEL: 081/42.49.86 FAX: 081/42.32.04 e-mail: francois.mullier@uclouvain.be Dr. Pradier O. TEL: 02/555.36.51 FAX: 02/555.44.99 e-mail: olivier.pradier@erasme.ulb.ac.be Dr. Rummens J-L. TEL: 011/33.82.00 FAX: 011/33.82.08 e-mail: jean-luc.rummens@jessazh.be Dr. Van Honsebrouck A. TEL: 015/44.57.17 FAX: 015/20.86.05 e-mail: anne.vanhonsebrouck@rodekruis.be Dr. Willemse J. TEL: 014/44.40.84 FAX: 014/43.69.59 e-mail: johan.willemse@azturnhout.be Expertenvergadering: 17/01/2017 Toestemming verspreiding rapport: door M. Van Blerk, enquêtecoördinator, op 10/02/2017. Alle rapporten zijn tevens te raadplegen op onze website: https://www.wiv-isp.be/qml/activities/external_quality/rapports/_nl/rapports_annee.htm FORM 43/124/N v7 2/14
INHOUDSTAFEL Enquête specifieke informatie 4 Klinische inlichtingen en bloedbeeld 5 Deelname 5 Resultaten van de deelnemers 6 Bespreking 6 Gedetailleerd overzicht van de resultaten 10 FORM 43/124/N v7 3/14
ENQUETE SPECIFIEKE INFORMATIE De enquête beenmergonderzoek 2016/1 werd verstuurd op 19 december 2016. De afsluitingsdatum voor het ingeven van de resultaten was 10 januari 2017. De resultaten werden besproken en gevalideerd tijdens de vergadering van het comité van experten op 17 januari 2016. Het globale rapport was beschikbaar op 10 februari 2017. FORM 43/124/N v7 4/14
BEENMERG H/14787: Acute myeloïde leukemie met inv(16)(p13;q22) of t(16;16)(p13;q22); CBFB-MYH11 De laboratoria ontvingen een cd-rom met beelden van het bloeduitstrijkje H/14788 en het beenmerg H/14787 en de volgende klinische en biologische gegevens: 61-jarige man met in de voorgeschiedenis een grootcellig anaplastisch lymfoom, waarvoor hij een complete remissie bereikte na een CHOEP behandeling (november 2014) en een toxische cardiomyopathie (juni 2015), wordt opgenomen op de afdeling hematologie. Er wordt een bloedafname uitgevoerd wegens progressieve pancytopenie. WBC: 3.63 x 10 9 /L RBC: 2.91 x 10 12 /L HGB: 103 g/l HCT: 0.303 L/L MCV: 104.1 fl Bloedplaatjes: 166 x 10 9 /L De laboratoria dienden enkel resultaten in te sturen voor het beenmerg H/14787 en konden dit doen via internet (toolkit). Wij danken Dr. Peter Meeus (OLV ziekenhuis, Aalst) voor het bezorgen van beide uitstrijkjes en het verstrekken van de nodige klinische inlichtingen en Prof. Bernard Chatelain (CHU UCL Namur) voor het ontwikkelen van de cd-rom met de virtuele uitstrijkjes. Deelname Vier Luxemburgse en 95 Belgische laboratoria namen aan deze enquête deel. FORM 43/124/N v7 5/14
Resultaten van de deelnemers Op 1 deelnemer na, hebben alle laboratoria een diagnose vooropgesteld. 66 deelnemers (66.7%) hebben de diagnose van acute myeloïde leukemie met inv(16)(p13;q22) of t(16;16)(p13;q22); CBFB-MYH11 (WHO 2016)/acute myelomonocytaire leukemie met eosinofilie (FAB) gesuggereerd of in de differentiaaldiagnose vermeld. Volgende tabel geeft een overzicht van de diagnoses gesuggereerd door de overige deelnemers (n=32): Diagnose N Therapie gerelateerde acute myeloïde leukemie 10 Therapie gerelateerde acute myelomonocytaire leukemie 4 Acute myeloïde leukemie 3 Acute promyelocyten leukemie 2 Recidief van grootcellig anaplastisch lymfoom 2 Therapie-gerelateerde neoplasie (t-aml/t-mds) 1 Acute promyelocyten leukemie/acute monocytaire leukemie 1 Acute myeloïde leukemie M2/M4 1 Acute monocytaire leukemie 1 Acute myelomonocytaire leukemie na een myelodysplastisch syndroom 1 Acute leukemie 1 Secundaire leukemie/recidief van grootcellig anaplastisch lymfoom 1 Acute leukemie/chronische proliferatieve aandoening met aberante 1 monocytaire/eosinofiele reeks Myelodysplasie/RAEBt 1 Myelodysplasie met exces aan blasten/acute myeloïde leukemie op dysplasie 1 Invasie van het beenmerg door een lymfoïde blastaire populatie 1 De laboratoria dienden tenminste de diagnose van acute myeloïde leukemie te vermelden. Bespreking Acute myeloïde leukemie met inv(16)(p13q22) of t(16;16)(p13;q22); CBFB-MYH11 In de oude FAB classificatie werd deze vorm van leukemie beschreven als AML M4 eo, gekenmerkt door de aanwezigheid van talrijke aberrante eosinofiele granulocyten van alle rijpingsstadia, met de typische hybride granulatie van dikkere eosinofiele en basofiele granules (pseudo-chediak granules), voornamelijk in de promyelocyten en myelocyten. Cytochemie laat toe de α-naftyl acetaat esterase (ANAE) activiteit van de monocytaire reeks (zwarte kleuring) en de naftol-asd chlooracetaat esterase (CNAE) activiteit van de neutrofiele myeloïde reeks (rode kleuring) aan te tonen. In tegenstelling tot normale eosinofielen, kleuren enkele eosinofiele granulocyten aan voor CNAE, wat niet beschreven lijkt in andere maligne hemopathieën. Men vindt enkele blasten terug met 1 tot 2 Auerstaafjes. Deze Auerstaafjes zijn zichtbaar met een May-Grünwald-Giemsa (MGG) kleuring en kunnen heel duidelijk aangetoond worden dmv een myeloperoxydase kleuring. FORM 43/124/N v7 6/14
Daarnaast vindt men ook kristallen van Charcot-Leyden. Deze kristallen zijn samengesteld uit lysofosfolipase, een enzyme gesynthetiseerd door de eosinofiele granulocyten. Zij wijzen op een degradatie van de eosinofielen en zijn bijgevolg niet typisch voor de pathologie. Kristallen van Charcot- Leyden in een macrofaag Pseudo-Chediak hybride granules in de aberrante eosinofielen CNAE positieve cellen, behorend tot de neutrofiele myeloïde reeks ANAE positieve cel, behorend tot de monocytaire reeks Aberrante eosinofiel, positief voor CNAE Normale eosinofiel, negatief voor CNAE Auerstaafjes (MGG) Auerstaafje (myeloperoxidase kleuring) De WHO focust in de classificatie van de acute myeloïde leukemieën op de belangrijkste cytogenetische en moleculaire subgroepen, hier gekenmerkt door de typische inversie tussen de korte en lange arm van chromosoom 16. De casus, die rondgestuurd werd, is hier dan weer een variant van met een equivalente translocatie tussen beide chromosomen 16. Deze cytogenetische afwijking resulteert in de fusie van de CBFB- en MYH11 genen op de korte arm, die aangetoond kan worden met FISH of PCR. Het CBFB-MYH11 transcript geeft aanleiding tot een aberrant eiwit dat FORM 43/124/N v7 7/14
accumuleert in de kern onder de vorm van multimeren en een verminderde hoeveelheid actief CBFB, een transcriptiefactor. Er is geen reciproke MYH11-CBFB fusie. PCR laat toe om minimaal residuele ziekte op te volgen na therapie. Inv(16)/t(16;16) komt voor in 5-10% van alle AML en heeft een goede prognose met hoge remissiegraad. De mediane overleving is ongeveer 5 jaar. FORM 43/124/N v7 8/14
De meeste gevallen van AML met inv(16) zijn primair, dus zonder gekende uitlokkende factor. Onze casus is daarentegen wel gecorreleerd aan voorafgaande chemotherapie met CHOEP (cyclofosfamide, doxorubicine, etoposide, vincristine en prednisolone) voor een grootcellig anaplastisch lymfoom. In één studie is de mediane latentieperiode tussen therapie en AML kort, 22 maanden (bij onze patiënt zelfs maar zeven) en lijkt er een correlatie te bestaan met het gebruik van doxorubicine en etoposide. Mediane overleving is 29 maand, met 45% in leven na vijf jaar. Onze patiënt blijft tot vandaag, januari 2017, in complete remissie, > 18 maand. Referenties Arber, DA et al. The 2016 revision of the World Health Organization classification of myeloid neoplasms and acute leukemia. Blood, 2016; 127 (20): 2391-2405; Huret, JL inv(16)(p13q22) - t(16;16)(p13;q22) - del(16)(q22) Atlas Genet Cytogenet Oncol Haematol. 1999;3(3):147-149. http://atlasgeneticsoncology.org/anomalies/inv16id1036.html Huret, JL inv(16)(p13q22) in treatment related leukemia Atlas Genet Cytogenet Oncol Haematol. 2004;8(1):20-21. http://atlasgeneticsoncology.org/anomalies/inv16p13q22treatrelid1297.html Andersen MK et al. Balanced chromosome abnormalities inv(16) and t(15;17) in therapy-related myelodysplastic syndromes and acute leukemia: report from an international workshop. Genes, chromosomes & cancer. 2002 ; 33 (4) : 395-400. Dr. Peter Meeus OLV Ziekenhuis Aalst en CME UZ Leuven Wij danken Prof. B. Chatelain (CHU UCL Namur) voor de beelden en cytochemische kleuringen en Mevr. Monique Rubens (Centrum voor Menselijke Erfelijkheid, UZ Leuven) voor de beelden van karyotype en FISH. FORM 43/124/N v7 9/14
H/14787 DIGIT BEENMERGONDERZOEK Mediaan, % SD, % CV, % N MYELOIDE REEKS TOTAAL : % 74.0 29.5 39.8 99 Myeloblasten 27.0 15.0 55.6 63 Gekorrelde myeloblasten 11.0 8.9 80.5 32 Neutrofiele promyelocyten 6.9 4.2 61.1 92 Neutrofiele myelocyten 3.0 2.2 74.1 96 Neutrofiele metamyelocyten 2.5 1.5 59.3 91 Neutrofiele staafkernigen 1.5 0.7 49.4 62 Neutrofiele segmentkernigen 3.0 1.9 61.8 93 Eosinofiele granulocyten 20.0 5.4 27.2 96 Basofiele granulocyten 1.2 1.0 86.5 60 ERYTROIDE REEKS TOTAAL : % 3.0 1.5 49.4 97 Proerytroblasten 1.0 0.4 37.1 23 Basofiele erytroblasten 1.0 0.4 37.1 52 Polychromatofiele erytroblasten 2.0 1.3 66.7 90 Pycnotische erytroblasten 1.0 0.4 37.1 41 M/E RATIO (Myeloïde reeks+monocyten+promonocyten/erytroïde reeks) 29.5 21.2 71.9 60 ANDERE CELLIJNEN TOTAAL : % 17.9 6.7 37.3 98 Promonocyten 5.3 3.7 70.6 60 Monocyten 10.9 5.9 54.0 96 Macrofagen 0.5 0.5 103.8 9 Lymfoblasten 4 Lymfocyten 2.0 1.5 74.1 85 Plasmacellen 0.7 0.4 52.9 59 Mastcellen 5 BLASTEN TOTAAL: % 38.0 12.1 31.9 35 FORM 43/124/N v7 10/14
ABNORMALE CELLEN TOTAAL : % 45.8 16.3 35.6 6 Abnormale cellen 1 35.5 8.5 23.8 6 Abnormale cellen 2 2 Abnormale cellen 3 2 Abnormale cellen 4 1 De statistische berekening is enkel gebaseerd op de resultaten van de laboratoria, die een totaal percentage vermeld hebben tussen 99 en 101%. CELLULARITEIT N % Rijk 64 64.6 Zeer rijk 25 25.3 Normaal 7 7.1 Geen antwoord 3 3.0 MEGAKARYOCYTEN Aantal N % Afwezig 63 63.6 Zeldzaam 26 26.3 Weinig talrijk 6 6.1 Normaal 2 2.0 Geen antwoord 2 2.0 Aspect N % Geen antwoord 83 83.8 Normaal 11 11.1 Dysplastisch 3 3.0 Klein 2 2.0 Micromegakaryocyten 1 1.0 FORM 43/124/N v7 11/14
MYELOIDE REEKS Aantal N % Hyperplastisch 53 53.5 Hypoplastisch 25 25.3 Geen antwoord 11 11.1 Normaal 10 10.1 Aspect N % Dysplastisch 60 60.6 Maturatiestop 30 30.3 Geen antwoord 19 19.2 Reuzevormen 13 13.1 Degranulatie 11 11.1 Pelger-Huet 8 8.1 Reuzemetamyelocyten 3 3.0 Normaal 2 2.0 FORM 43/124/N v7 12/14
ERYTROIDE REEKS Aantal N % Hypoplastisch 87 87.9 Afwezig 6 6.1 Normaal 2 2.0 Hyperplastisch 2 2.0 Geen antwoord 2 2.0 Aspect N % Normaal 41 41.4 Geen antwoord 35 35.4 Dysplastisch 22 22.2 Reuzevormen 1 1.0 PERLS Siderofagen N % Verhoogd 38 38.4 Normaal 30 30.3 Geen antwoord 15 15.2 Sterk verhoogd 8 8.1 Verlaagd 7 7.1 Afwezig 1 1.0 Pathologische sideroblasten (ringsideroblasten) N % Neen 45 45.5 Ja 40 40.4 Geen antwoord 14 14.1 Indien ja > 15 %? N % Geen antwoord 56 56.6 Neen 37 37.4 Ja 6 6.1 FORM 43/124/N v7 13/14
MONOCYTAIRE REEKS Aspect N % Exces 77 77.8 Normaal 13 13.1 Geen antwoord 8 8.1 Overladen 2 2.0 Verhoogde macrofaagactiviteit 1 1.0 LYMFOIDE REEKS Aspect N % Normaal 67 67.7 Geen antwoord 31 31.3 Exces 1 1.0 PLASMOCYTAIRE REEKS Aspect N % Normaal 66 66.7 Geen antwoord 31 31.3 Exces 2 2.0 EINDE Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Brussel 2017. Dit rapport mag niet gereproduceerd, gepubliceerd of verdeeld worden zonder akkoord van het WIV. FORM 43/124/N v7 14/14