NOTITIE. 1 Scenario s voor CO 2 -reductie Inleiding. Nulsituatie, klimaatwinkelen en klimaatbeleidsplan gemeente Schiedam

Vergelijkbare documenten
Gemeente Langedijk CO 2 -neutraal

CO 2 -scan Koggenland

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Gemeente Langedijk CO 2 -neutraal

Op weg naar een klimaatneutraal Bloemendaal

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

Tussenevaluatie Zutphen energieneutraal anno 2012 Forum 23 april 2012

Colofoon: Uitgave: Auteurs: Reprografie: Internet: Vastgesteld door de Gemeenteraad:

Postbus ZG OPHEUSDEN. Uitgevoerd door Duitslandweg 4 Postbus AG BODEGRAVEN Telefoon adres

Wijk bij Duurstede, 16 september Betreft: Plan van aanpak duurzaamheid. Memo. Van: Wethouder Robbert Peek. Aan: Gemeenteraad Wijk bij Duurstede

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025

Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5

Klimaatbeleidsplan Schiedam met uitvoeringsprogramma Maart 2016

Rabin Baldewsingh. 27 juni SBR congres

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas

edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017

Wijk bij Duurstede Klimaatneutraal in 2030

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel

Energietransitie naar een duurzame Oude IJsselstreek

Notitie energiebesparing en duurzame energie

De Kromme Rijnstreek Off Grid in Hoe kan dat eruit zien?

Ontwerp Gezonde Systemen

Betere energieprestaties met Nuon Stadswarmte. Kansen voor woningcorporaties, vastgoedeigenaren en projectontwikkelaars

Maak werk van zon & wind Schone energie voor heel Tynaarlo. Tynaarlo

Samenvatting bevindingen Energiescan

Gemeente Bergen. Ontwikkelingen energiegebruik en duurzame energieproductie tot Mark Valkering en Herman Verhagen 14 oktober 2016

CO 2 - Footprint Bedrijventerrein Lorentz I & II te Harderwijk

Onderverdeeld naar sector bedraagt het energieverbruik procentueel: 32% 18%

Partij voor de Dieren Gouda Tav Corina Kerkmans

W & M de Kuiper Holding

Nulmeting energiegebruik en duurzame energie

Transitieopgave in het kader van de Regionale Energiestrategie. Regio West Friesland

Rapportage monitoring CO2 emissie en Energiebesparing gemeente Kerkrade CO2 emissie gemeente Kerkrade

CO 2 -uitstootrapportage 2011

Energie beoordelingsverslag januari 2016 (definitief)

Energie beoordelingsverslag januari 2016 (definitief)

Helmonds Energieconvenant

Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden. 11 februari 2016

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op?

CO2 reductie

tot eind LED verlichting bij vervanging - inzet slimme verlichtingsconcepten

Energietransitie Utrecht: gebiedsgericht naar een aardgasvrije stad. Hier komt tekst Joop Oude Lohuis. Utrecht.nl

Overijssel maakt werk van nieuwe energie!

Ventilatie in bestaande bouw Bouw, Noodzaak, Achtergronden en Eisen

Voortgangsrapportage CO 2 emissies ProRail Scope 1 en 2, eigen energiegebruik

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2011

Inhoud. Pagina 2 van 7

Monitor klimaatbeleid. Gemeente Hunsum (fictief)

Energieverbruik gemeentelijke gebouwen

CPB doorrekening verkiezingsprogrammaʼs: Duurzaamheid"

Reductie doelstellingen (B: Reductie)

1. Hoe dringend vindt u het klimaatprobleem? Helemaal niet dringend, we 1% Er is helemaal geen klimaatprobleem. Weet niet / geen mening

Klimaat- en energiebeleid Gemeente Nijmegen

Circulair Congres TKI-BBE Ronald Zwart, Platform Bio-Energie 08 mei 2019

Paragraaf duurzaamheid

ECN-N Energiescenario s Drenthe 2030

Itho Daalderop Installatieconcepten voor een gezond en comfortabel binnenklimaat. wonen zonder. energierekening

Zonder investeren besparen 10 tips en vragen voor de facilitair manager

KANSEN VOOR DUURZAME ENERGIE BIJ HERSTRUCTURERING VAN NAOORLOGSE WIJKEN

Totale uitstoot in 2010: kiloton CO 2

Productie van hernieuwbare energie in de woning/wijk

CO 2 footprint tussenrapportage e half jaar

1 van :03

Wat vraagt de energietransitie in Nederland?

Startnotitie Energietransitie. November 2018

CO 2 Reductie doelstellingen

NOTITIE. 1 Duurzaamheidsbeleid gemeente Elburg. 2 Huidige situatie. 2.1 Energiegebruik en CO 2 -emissie

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017 H1

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Energieneutraal Krimpen aan den IJssel. Te besluiten om

Technisch-economische scenario s voor Nederland. Ton van Dril 20 mei 2015

Veel gebouwen worden in Nederland verwarmd door installaties die op aardgas werken. Het verbranden van aardgas veroorzaakt het broeikasgas CO2.

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

Trends in duurzaam bouwen

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Stichting Administratiekantoor Boer Meerkerk Holding B.V. Energiebeoordeling

Van Herk Groep B.V. Doelstelling CO₂-reductie

edup 2015 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn januari 2016

DE OPMAAK VAN EEN SEAP VOOR DE GEMEENTE KLUISBERGEN KLIMAATTEAM

CO2-reductieplan Kuurman

CO 2-reductiedoelen en CO 2-reductiemaatregelen

Energie beoordelingsverslag februari 2017

CO 2 -Prestatieladder

Routekaart Energietransitie procesafspraken

Van gas los! Dialoog In een breder perspectief: Klimaatakkoord Landbouw en Landgebruik Huidige situatie Opgave Klimaatakkoord Ambitie Glastuinbouw

Beeldvormende Bijeenkomst

Naar een klimaatneutrale sportvereniging

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014

Nieuwsbrief CO2-Prestatieladder. Q1, Q2 en Q3 2017

Duurzaamheid & innovatie. Stadsraad Goedereede 25 september 2018

Regionale uitvoeringagenda.duurzame energie Achterhoek 2016

Bijlage 1: klimaatdoelstellingen & ambities

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Aardgasloos wonen in wijk Bunders/Dotterveld, kan dat.

CO 2 -Voortgangsrapportage 2016 Prins Bouw B.V.

Energiemanagement Actieplan 2015 CO 2 -Prestatieladder

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

CO 2 footprint tussenrapportage e half jaar

W & M de Kuiper Holding

Haarlemmermeers akkoord

Transcriptie:

NOTITIE Project Nulsituatie, klimaatwinkelen en klimaatbeleidsplan gemeente Schiedam Datum 10 november 2015 Onderwerp Scenario s voor CO 2 -reductie Status Definitief Auteur drs. ir. G.C.M. Uitbeijerse Co-lezer drs. J. van der Heide 14415 1143067 drs. ir. G.C.M. Uitbeijerse 1 Scenario s voor CO 2 -reductie 2016-2020 1.1 Inleiding -De ambitie voor CO 2 -reductie in 2030 mag hoog liggen volgens deelnemers aan de workshop Klimaatwinkelen in de gemeente op 22 september 2015. De gemeente verwelkomde 29 enthousiaste deelnemers vanuit diverse achtergronden: vertegenwoordigers van organisaties, ondernemers, raadsleden en beleidsadviseurs van de gemeente. De interessante discussies, informatie op de kaarten en de inzet van de deelnemers maakt het Klimaatwinkelen in Schiedam tot een geslaagde avond. Veel groepen zetten in op ambities van rond de 50% CO 2 -reductie, terwijl uiteindelijk twee van de zes groepen op een ambitie rond de 35% reductie in 2030 uitkomen. Scenario s: hoe CO 2 -reductie bereiken? Deze notitie geeft een impressie van drie scenario s en autonome ontwikkeling van de CO 2 -emissies. De gegevens en het rapport Nulmeting CO 2 -emissie en potentieelstudie gemeente Schiedam van maart 2015 liggen hieraan ten grondslag. Drie scenario s, vanaf paragraaf 0, geven aan hoe de gemeente CO 2 -emissie kan reduceren en wat dit concreet inhoudt aan maatregelen die genomen moeten worden door verschillende partijen. Scenario 1: Verder op weg. Het eerste scenario geeft weer wat de gemeente Schiedam bereikt als het huidige beleid tot en met 2030 zou kunnen worden voortgezet. Scenario 2: Krachtig en slim vooruit. Het tweede scenario geeft aan hoe we de ambitie van 25% CO 2 -reductie kunnen vertalen in consequenties. Scenario 3: Ingrijpende verandering. Paragraaf 1.5 beschrijft het meest ambitieuze scenario om te komen tot 45% CO 2 -reductie in 2030, zoals een trend bleek te zijn in het klimaatwinkelen. Paragraaf 1.7 zet de drie scenario s naast elkaar. Gemeente Schiedam kan op basis hiervan en de consequenties die worden beschreven in de eerdere paragrafen besluiten wat zij willen aanpakken. Denkrichtingen uit Klimaatwinkelen Uit de sessie Klimaatwinkelen volgen de volgende denkrichtingen en ideeën voor de scenario s en het Klimaatbeleidsplan: Ambitie voor 2030 mag hoog liggen; vertaal deze naar een concrete doelstelling voor 2020. Inzetten op forse (>20%) energiebesparing in alle sectoren. Zonne-energie is een belangrijke energiebron die zoveel mogelijk moet worden benut. Vergisting van biomassa in de regio kan de gemeente verder onderzoeken. Kansen voor warmtenetten binnen Schiedam (of gesprek heropenen om aan te sluiten op het Rotterdams warmtenet). CO 2 -compensatie kan een plek krijgen in een scenario. Belangrijke rol van de gemeente is faciliteren: maatregelen identificeren en realisatie mogelijk maken. 14415GUIT1143067 1 / 11

1.2 Autonome ontwikkeling CO 2 -emissie naar 2020 en 2030 De autonome ontwikkeling van de CO 2 -emissie tot 2030 is in figuur 1.1 weergegeven. Gebaseerd op conservatieve extrapolatie van deze autonome ontwikkeling schatten we de CO 2 -uitstoot in 2030 op 447 kton. Dezelfde autonome ontwikkeling leidt tot een CO 2 -emissie van 442 kton in 2020. Op basis van bekende gegevens over nieuwbouw- en herstructureringsplannen en prognoses van de bevolkingsgroei is de autonome ontwikkeling van de CO 2 -emissie tot 2030 in beeld gebracht. De autonome ontwikkeling is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: prognose van de bevolkingsgroei van 2% in 2030 ten opzichte van 2014 1 ; geen overheidsbeleid ten aanzien van energiebesparing en duurzame energie; geen (extra) inzet aan duurzame energie; geen (extra) energiebesparing; eventuele disruptieve (duurzame) technieken die beschikbaar zijn in 2030 zijn niet meegenomen, wel autonome ontwikkelingen in deze technieken; ontwikkelingen in de kostprijs van technieken en veranderingen in het gebruik van elektrische apparatuur zijn niet meegenomen. tabel 1.1 Overzicht nulmeting CO 2-emissie Eenheid 1990 2014 2020 2030 CO 2-emissie autonome ontwikkeling kton 407 438 442 447 Procentuele stijging ten opzichte van 1990 7,6% 8,4% 10% Gemiddelde CO 2-emissie per inwoner ton 5,9 5,7 5,7 5,8 In figuur 1.1 staan naast de autonome ontwikkeling ook de landelijke doelstellingen: Kyoto-doelstelling: 6% CO 2 -reductie in 2012 ten opzichte van 1990: 383 kton; Covenant of Mayors: 20% CO 2 -reductie in 2020 ten opzichte van 1990: 325 kton. figuur 1.1 Autonome ontwikkeling CO 2-emissie 1 Regionale prognose bevolkingsopbouw 2011-2040, CBS Statline (laatst gewijzigd 3 okt 2013). 2 / 11 14415GUIT1143067

1.3 Scenario 1: Verder op weg Dit scenario is zoveel mogelijk gebaseerd op het huidige milieubeleidsplan en de huidige situatie, het gaat verder op de ingeslagen weg. 1,5% gas- en elektriciteitsbesparing bij gemeentelijke gebouwen per jaar, dit betekent een besparing van 24% in 2030. Gemeente Schiedam voert binnen bestaande gemeentelijke gebouwen en voorzieningen alle mogelijke energiebesparende maatregelen uit waarvan de terugverdientijd van de meerinvesteringen binnen tien jaar valt. Bij bestaande bouw is het uitgangspunt: 1,2% gas- en elektriciteitsbesparing in woningbouw per jaar, dit betekent een besparing van 19% in 2030; 1,0% gas- en elektriciteitsbesparing in utiliteitsbouw en bedrijven per jaar, dit betekent een besparing van 16% in 2030. Voor nieuwbouw (zowel woningbouw als utiliteit) streven naar een minimaal 4% scherpere energieprestatie-coëfficiënt (EPC) dan in het Bouwbesluit is opgenomen. Bij vervoer en mobiliteit een besparing van 2% per jaar. Duurzame energieproductie: 140 woningen plaatsen 8 m 2 zonnepanelen op het dak per jaar, in totaal zijn dat 2.200 woningen in 2030. Bedrijven en kantoren plaatsen tot in 2030 in totaal 39.000 m 2 aan zonnepanelen; 140 woningen plaatsen een zonneboiler per jaar, in totaal zijn dat 2.200 zonneboilers in 2035; luchtwarmtepompen worden bij 65.000 m 2 b.v.o. aan gebouwen toegepast per jaar en daarnaast 223.000 m 2 b.v.o. aan energieopslag in de bodem per jaar; 1 windmolen levert 3 MW aan elektrisch vermogen. Consequenties scenario De realisatie van 1,5% energiebesparing per jaar bij gemeentelijke gebouwen betekent dat per jaar bij 20% van de gemeentelijke gebouwen en voorzieningen het energieverbruik met minimaal 8% moet worden gereduceerd. De voorbeeldfunctie, ook op gebied van vervoer, zal een stimulans zijn voor bedrijven en inwoners om zelf ook actief aan de slag te gaan. Ook in de woningbouw zal een inspanning noodzakelijk zijn om het energiegebruik in totaal 20% te verlagen. Gedurende de komende 16 jaar tot 2030 zal daarvoor bij 450 woningen per jaar het energieverbruik met minimaal 20% reduceren. Aangezien het steeds moeilijker zal worden om de beoogde inzet aan energiebesparing en duurzame energie te realiseren (het laaghangend fruit wordt eerst geplukt), zal ditzelfde besparingspercentage per jaar een steeds intensievere inzet aan middelen vergen. 10% figuur 1.2 Ontwikkeling CO 2-emissie tot 2030, met Scenario 1: Verder op weg (Continuering huidig beleid tot 2030) 14415GUIT1143067 3 / 11

CO 2 -reductie Door goed in te zetten op de realisatie van de doelstellingen is een CO 2 -reductie te behalen van 18% ten opzichte van 2014 (77 kton CO 2 -reductie). De uitstoot in 2030 is daarmee 10% lager dan de uitstoot in 1990, namelijk 360 kton. Dit komt overeen met een primair energiegebruik van 7.200 TJ in 2030, met daarin een aandeel van 2% lokaal duurzame energieproductie. Continuering van het huidige beleid leidt tot het bereiken van 10% CO 2 -reductie ten opzichte van 1990. figuur 1.3 Aandeel van de sectoren in totale CO 2-reductie van 2014 tot 2030 dankzij continuering van het huidige beleid 1.4 Scenario 2: Krachtig en slim vooruit Dit scenario gaat een paar flinke stappen sneller, harder en slimmer dan het vorige scenario. Dat houdt concreet in: 4% gas- en elektriciteitsbesparing bij gemeentelijke gebouwen per jaar, dit betekent een besparing van 64% in 2030. Gemeente Schiedam voert binnen bestaande gemeentelijke gebouwen en voorzieningen alle mogelijke energiebesparende maatregelen uit waarvan de terugverdientijd van de meerinvesteringen binnen tien jaar valt. Om in 2030 het energiegebruik echter zóver gereduceerd te hebben, zullen ook verdergaande maatregelen getroffen moeten worden met een langere terugverdientijd. Bij bestaande bouw is het uitgangspunt: 2,5% gas- en elektriciteitsbesparing in woningbouw per jaar, dit betekent een besparing van 40% in 2030, een verdubbeling ten opzichte van scenario 1; 2,0% gas- en elektriciteitsbesparing in utiliteitsbouw per jaar, dit betekent een besparing van 32% in 2030. 2,5% gas- en elektriciteitsbesparing bij bedrijven per jaar, dit betekent een besparing van 40% in 2030. Voor nieuwbouw (zowel woningbouw als utiliteit) streven naar een minimaal 4% scherpere energieprestatie-coëfficiënt (EPC) dan in het Bouwbesluit is opgenomen. Bij vervoer en mobiliteit een besparing van 3% per jaar. Duurzame energieproductie met kracht: 480 woningen plaatsen 8 m 2 zonnepanelen op het dak per jaar, in totaal zijn dat 7.700 woningen in 2030 (53% van het potentieel). Bedrijven en kantoren plaatsen tot in 2030 in totaal 136.000 m 2 aan zonnepanelen; 575 woningen plaatsen een zonneboiler per jaar, in totaal zijn dat 9.200 zonneboilers in 2035; luchtwarmtepompen worden bij 452.000 m 2 b.v.o. aan gebouwen toegepast tot aan 2030 en daarnaast 357.000 m 2 b.v.o. aan energieopslag in de bodem per jaar; 1 krachtige windmolen levert 3 MW aan elektrisch vermogen. 4 / 11 14415GUIT1143067

Consequenties scenario De realisatie van 4% energiebesparing per jaar bij gemeentelijke gebouwen betekent dat per jaar bij 25% van de gemeentelijke gebouwen en voorzieningen het energieverbruik met meer dan 15% moet worden gereduceerd, elk jaar tot en met 2030. In de woningbouw zet het scenario in op het verlagen van het energiegebruik van in totaal maar liefst 40%. Gedurende de komende 16 jaar tot 2030 zal daarvoor bij 900 woningen per jaar het energieverbruik met minimaal 20% reduceren. 30% figuur 1.4 Ontwikkeling CO 2-emissie tot 2030, met Scenario 2: Krachtig en slim vooruit CO 2 -reductie De krachtige inspanningen met slimme keuzes te combineren kunnen we met behulp van projecten een CO 2 -reductie behalen van 37% ten opzichte van 2014 (172 kton CO 2 -reductie). De uitstoot in 2030 is daarmee 30% lager dan de uitstoot in 1990, namelijk uitstoot van 280 kton per jaar. Dit komt overeen met een primair energiegebruik van 5.800 TJ in 2030, met daarin een aandeel van 7% lokaal duurzame energieproductie. Schiedam komt tot 30% CO 2 -reductie in 2030 ten opzichte van 1990 door krachtige acties en slimme keuzes om maatregelen binnen Schiedam te realiseren. figuur 1.5 Aandeel van de sectoren in totale CO 2-reductie van 2014 tot 2030 dankzij Scenario 2: Krachtig en slim vooruit. 14415GUIT1143067 5 / 11

1.5 Scenario 3: Ingrijpende verandering Uit de analyse van het potentieel blijkt dat er een zeer forse (niet realiseerbare) inzet aan energiebesparing en duurzame energie nodig is om alle benodigde energie binnen de gemeentegrenzen op te wekken. Tijdens het Klimaatwinkelen bleken veel organisaties, raadsleden en ambtenaren het maximale te willen halen uit de mogelijkheden in de stad. Daarom maakt dit scenario Ingrijpende verandering inzichtelijk welke CO 2 -reductie de gemeente kan bereiken wanneer het theoretische potentieel aan duurzame energie volledig wordt benut (al in 2030). Hoofdpunten zijn de inzet van windenergie en zonne-energie als duurzame bronnen en de hoogst mogelijke besparingen in woningbouw, utiliteit, industrie en mobiliteit. We zetten iets hoger in dan genoemd per kaart, gezien het feit dat de meeste kaarten meerdere malen worden ingezet door de deelnemers. De gemeente zelf moet het goede voorbeeld geven in openbare verlichting en gemeentelijke gebouwen. Alle duurzame opwekkingsmaatregelen worden maximaal ingezet. Dat betekent dat 75% van alle daken vol ligt met zonnepanelen (11.000 systemen op woningen, 194.000 m 2 op kantoren en bedrijven) en zonneboilers (31.000 boilers op woningen en verder 3.000 m 2 ). Twee windturbines worden geplaatst. 70% van de kantoren maakt gebruik van warmtepompen en energieopslag. Daarnaast moet een uitzonderlijk hoge besparing van 50% worden gerealiseerd in de bestaande woningbouw, bij bedrijven, utiliteit en gemeentelijke gebouwen door vergaande maatregelen, zoals in de vorm van isolatie met een hoge isolatiewaarden waardoor het gasverbruik met meer dan 50% wordt gereduceerd. Daarnaast zal het elektriciteitsverbruik fors gereduceerd moeten worden door inwoners en bedrijven te stimuleren om energiezuinige elektrische apparaten te gebruiken, LEDverlichting te plaatsen, aanwezigheidsdetectie toe te passen en dergelijke. Deze punten zijn vertaald naar de volgende concretisering. 4% jaarlijkse gas- en elektriciteitsbesparing bij gemeentelijke gebouwen, dit betekent een besparing van 64% in 2030. 4% gas- en elektriciteitsbesparing in bestaande woningbouw per jaar, dit betekent een besparing van 64% in 2030. 3,1% gas- en elektriciteitsbesparing in bestaande utiliteitsbouw en bedrijven per jaar. In totaal betekent dit een besparing van 50% in 2030. Een besparing van 5% per jaar bij vervoer en mobiliteit. Dat is ruim twee keer zo snel als de prognoses van de Nationale Energieverkenning 2015 inschatten. 45% figuur 1.6 Ontwikkeling CO 2-emissie tot 2030, met Scenario 3: Ingrijpende verandering 6 / 11 14415GUIT1143067

CO 2 -reductie Enorme ambities verwerkelijken aan de hand van concrete projecten verlaagt de CO 2 -uitstoot met 52% ten opzichte van 2014 (228 kton CO 2 -reductie). De uitstoot in 2030 is daarmee 45% lager dan de uitstoot in 1990, namelijk een resterende 210 kton. Dit komt overeen met een primair energiegebruik van 4.800 TJ in 2030. Het aandeel duurzame energieproductie is maar liefst 15% hiervan. figuur 1.7 Aandeel van de sectoren in totale CO 2-reductie van 2014 tot 2030 dankzij Scenario 3: Ingrijpende verandering. Benodigde acties en stimulering Om de gemiddelde besparing in woningbouw van 4% per jaar te bereiken en vast te houden tot 2030 moet de gemeente de burgers en woningcorporaties motiveren om vergaande maatregelen uit te voeren en ook het energiebesparingsgedrag enorm te stimuleren. Met name de eerste jaren zal met flink wat inzet, tijd en moeite wel energie bespaard worden, maar om gedurende vijftien jaar regelmatige besparing deze lijn ook vast te houden en de minder rendabele maatregelen te laten toepassen is bijna onhaalbaar. Bedrijven, zorgcomplexen en kantoren (utiliteitsbouw) hebben ook een opgave wat betreft besparen. De gemeentelijke gebouwen met hun hoge ambitie kunnen hierin een voorbeeldrol nemen en ook de omliggende wijken en complexen meenemen in hun acties en laten zien hoe bijvoorbeeld gebouwmonitoring en prestatieborging effectief ingezet kunnen worden. Om de twee grote windturbines te plaatsen in de gemeente is veel lobbywerk nodig bij partijen die willen investeren en bij de bedrijven en burgers op het terrein eromheen. Het zal niet eenvoudig zijn, maar wel mogelijk, voor de gemeente om in de loop van 16 jaar een plek te vinden voor twee (of zelfs drie) grote windturbines en de energieproductie hiervan in gang te zetten. Schiedam komt tot 45% CO 2 -reductie in 2030 ten opzichte van 1990 door de hoge ambities te realiseren die in het klimaatwinkelen zijn genoemd. 14415GUIT1143067 7 / 11

1.6 CO 2 -compensatie Deelnemers aan het Klimaatwinkelen zetten ook CO 2 -compensatie als maatregel in. Opties zijn bijvoorbeeld het aankopen van CO 2 -certificaten, die opgemaakt worden als windturbines worden geplaatst buiten de grenzen van de gemeente. Wel moet er goed opgelet worden dat de CO 2 -reductie van de turbines niet ook meegerekend wordt voor andere gemeenten in rapportages (waarin de resultaten van Schiedam staan). Zo leveren 10 windturbines van 3 MW 40 kton extra CO 2 -reductie. De geproduceerde elektriciteit kan bijvoorbeeld op termijn benut worden in elektrische voertuigen. Ander belangrijk aandachtspunt is dat de gemeente elk jaar opnieuw geld uitgeeft aan CO 2 - compensatie, terwijl er met projecten in de eigen stad de betreffende CO 2 -emissie blijvend wordt vermeden. 1.7 Vergelijking drie scenario s De ontwikkeling van de CO 2 -emissies in geval van de drie scenario s en de autonome ontwikkeling zijn weergegeven in onderstaande figuur 1.8. Hieruit blijkt dat er met een hoge inzet van duurzame energieproductie en gedragsverandering in het laatste scenario Ingrijpende verandering de laagste CO 2 -uitstoot in 2030 overblijft: 228 kton. Bovendien komt dit scenario het dichtst bij de doelstelling van het klimaatakkoord voor 2020. Opmerking bij deze weergave is dat de ontwikkeling op eenvoudige wijze lineair doorgetrokken zijn, zodat er een goede schatting is te geven van het maximaal haalbare per scenario. Echter, in de praktijk zal het verloop van de ontwikkeling meer een parabool verloop hebben: hoe verder in de tijd, hoe lastiger om dezelfde procenten energiebesparing per jaar te realiseren. Figuur 1.8 Ontwikkeling van de CO 2-emissie tot 2030 inclusief drie scenario s Tabel 1.2 CO 2-reductie in 2030 ten opzichte van 1990 CO 2-reductie doelstelling 2030 Scenario 1: Verder op weg 10% Scenario 2: Krachtig en slim vooruit 30% Scenario 3: Ingrijpende verandering 45% 8 / 11 14415GUIT1143067

Bij het scenario Ingrijpende verandering in het volgende figuur 1.9 is te zien dat hogere aannames voor besparing en duurzame energieopwekking het grootste effect hebben op de CO 2 -emissie van de woningbouw en utiliteitsbouw. Inzet op energiebesparing, gedeeltelijk dankzij gedragsverandering, leidt tot een lagere energievraag en dat heeft in eerste instantie de voorkeur boven het produceren van duurzame energie. Besparingen hebben effect op de langere termijn en maakt de gemeente en haar bewoners minder afhankelijk van energieproductie, ongeacht de bron. Duurzame energieproductie met windturbines en zonnepanelen geeft wel een hogere CO 2 -reductie dan besparingen. Figuur 1.9 Verdeling van de CO 2-emissie over de sectoren van de drie scenario s naast elkaar De cijfers behorende bij deze figuren zijn op twee wijzen uitgedrukt: in CO 2 -emissie en in het energiegebruik, respectievelijk in de tabellen tabel 1.3 en tabel 1.4. Tabel 1.3 Vergelijking van de drie scenario s in CO 2-emissie eenheid Scenario 1: Verder op weg Scenario 2: Krachtig en slim vooruit Scenario 3: Ingrijpende verandering CO 2-reductie in 2030 ten opzichte van 1990 % 10% 30% 45% CO 2-emissie in 2030 kton 360 280 210 CO 2-emissie per inwoner ton 4,7 3,6 2,7 CO 2-reductie in 2030 ten opzichte van 2014 kton 77 163 228 CO 2-reductie in 2030 ten opzichte van 2014 % 18% 37% 52% 14415GUIT1143067 9 / 11

Tabel 1.4 Vergelijking scenario's energiegebruiken eenheid Scenario 1: Verder op weg Primair energiegebruik in 1990 TJ 8.100 Primair energiegebruik in 2014 TJ 8.700 Scenario 2: Krachtig en slim vooruit Scenario 3: Ingrijpende verandering Primair energiegebruik in 2030 TJ 7.200 5.800 4.800 Primair energiegebruik per inwoner in 2030 TJ 93 75 62 Verminderd fossiel energiegebruik (primair) in 2030 ten opzichte van 2014 TJ 1.500 2.900 3.900 Verminderd fossiel energiegebruik in 2030 ten opzichte van 2014 % 17% 33% 45% Aandeel energiebesparing in energiegebruik in 2030 % 23% 52% 84% Aandeel duurzame energieproductie in energiegebruik in 2030 % 2% 7% 15% Investeringen Om de scenario s te realiseren, zullen de overheden moeten samenwerken en samen met burgers en bedrijfsleven investeren. Een schatting van de totale benodigde investering staat in tabel 1.5. De rol van de gemeente is voornamelijk faciliterend en stimulerend. De daadwerkelijke investeringen doen de gebouweigenaren (bedrijven en inwoners). tabel 1.5 Investeringen door burgers en bedrijfsleven voor CO 2-reductie eenheid Scenario 1: Verder op weg Scenario 2: Krachtig en slim vooruit Scenario 3: Ingrijpende verandering Investering duurzame energieproductie mln 25 80 150 Totale investering besparing en duurzame energieproductie mln 170 380 540 Investering per jaar mln 11 24 34 Investering per ton CO 2-reductie 2.000 2.200 2.300 Investering burgers en bedrijfsleven per jaar per inwoner 140 310 440 De investeringen voor het tweede scenario Krachtig en slim vooruit worden geschat op 380 miljoen. Hiervan zal het meeste door de burgers en het bedrijfsleven moeten worden opgebracht. Om dit binnen een periode van 16 jaar te realiseren, moet elke inwoner elk jaar gemiddeld 310,- investeren. Voor een gezin van twee ouders met twee kinderen kan dit vertaald worden in een totale investering van bijna 20.000,- tot en met 2030 als men het bedrag evenredig zou verdelen over alle inwoners. De gemeentelijke ambitie vraagt een hoge inzet van de inwoners en bedrijven in de vorm van investeringen in duurzame maatregelen. Echter van deze investeringen zal een groot gedeelte in de vorm van besparingen en verlaging van kosten uiteindelijk winst opleveren. Investeringen in duurzaamheid hebben een positief effect op de werkgelegenheid en innovatie in de regio. 1.8 Conclusie en advies Het laatste scenario Ingrijpende verandering leidt tot de laagste CO 2 -uitstoot in 2030: 228 kton. Bovendien komt dit scenario het dichtst bij de doelstelling van het klimaatakkoord voor 2020, met ongeveer 22%. De consequenties van dit scenario zoals in de voorgaande paragrafen uiteengezet zijn echter in praktijk te ambitieus en verstrekkend om als realistische doelstelling op te voeren zonder uit te gaan van vergaande disruptieve technologieontwikkeling in de komende 15 jaar. We raden af om over dit scenario te communiceren of deze als richtlijn te nemen. Bij goed doorwerken op het niveau waarop de gemeente het klimaatbeleid nu inzet, kan de CO 2 - emissie met 10% verlaagd worden. Met een enorm hoge inzet kan de gemeente met uitzonderlijke, innovatieve projecten en een forse inspanning werken aan de realisatie van de duurzame energieproductie en energiebesparing die in het tweede scenario Krachtig en slim vooruit (30% CO 2 - reductie) aan de orde komen. 10 / 11 14415GUIT1143067

Advies Wij adviseren de gemeente Schiedam om een uitdagende ambitie te stellen die onderbouwd wordt met concrete projecten die samen (bijna) tot die ambitie leiden. Ons advies is om de ambitie van de gemeente Schiedam tussen de 10% en 30% CO 2 -reductie in 2030 ten opzichte van 1990 te stellen. Voer daarvoor concrete projecten uit, die liggen in de breedte van de verschillende afdelingen en gerelateerd zijn aan sociale duurzaamheid en economische ontwikkeling in de regio. Monitoring van de projecten helpt om de koers duidelijk voor ogen te houden en of de werkelijke inspanningen op termijn leiden tot de verwachte resultaten. Projecten die concreet worden gemaakt en waarvoor de taken goed verdeeld worden binnen de organisatie hebben veel meer kans van slagen dan een te hoge ambitie die nooit gehaald kan worden. Samen met andere afdelingen van de gemeente, inwoners en bedrijven kunnen we wel flinke stappen zetten, zelfs nog meer dan de inspanningen die nu al gedaan worden. Betrokken ambtenaren pleiten ervoor om de ambitie te stellen zoals in het tweede scenario Krachtig en slim vooruit : 30% CO 2 -reductie. Het Klimaatbeleidsplan met uitvoeringsprogramma neemt deze ambitie daarom als uitgangspunt. 14415GUIT1143067 Op al onze diensten en mededelingen is DNR 2011 van toepassing. DNR 2011 is gepubliceerd op onze website onder www.dwa.nl/dnr. 11 / 11