Verkenning cultuuren gedragsinterventie ter verbetering van omgangsvormen in bedrijven + doorkijkje pilot 2018 Inhoud 1. Aanleiding verkenning / pilot 2. Resultaten verkenning 3. Pilot n.a.v. de verkenning 14 december 2017
Verkenning cultuur- en gedragsinterventie ISZW Aanleiding Interventiemix van ISZW uitbreiden met een interventie die werkgevers er toe aanzet een slecht werkklimaat en een negatieve cultuur aan te pakken. Op het terrein van pesten: Impact voor slachtoffers van pesten is groot. Een slecht werkklimaat en een negatieve cultuur zijn belangrijke achterliggende oorzaken van pesten op het werk. 2
Juridische mogelijkheden Op basis van de huidige wet- en regelgeving kan beoogde interventie binnen het kader van toezicht en handhaving worden ingezet. Risico's Evaluatie RI&E Beheersmaatregelen Plan van Aanpak + Uitvoering Ongewenste omgangsvormen (OO)/pesten vormen altijd een risico daar waar mensen met elkaar samenwerken. Elke organisatie dient op grond van de Arbo wet- en regelgeving mbt OO een beleid te voeren: risico s op pesten in kaart brengen in RI&E, maatregelen nemen om risico s weg te nemen, werking van de maatregelen evalueren. Interventie moet aansluiten bij de stand der wetenschap, professionele dienstverlening en bij de situatie en mogelijkheden van het Nederlandse bedrijfsleven. 3
Maatschappelijk effect: aanpak aan de voorkant levert meer op Het is makkelijker om bij OO/pesten de nadruk op de curatieve maatregelen te leggen omdat deze vrij concreet zijn: onafhankelijke vertrouwenspersoon klachtenregeling klachtencommissie opvang en begeleiding slachtoffer afspraken aanpak dader Preventieve maatregelen zijn lastiger/schaarser. Voorbeelden: gedragsregels/code en het actief uitdragen en naleven hiervan voorlichting De verkenning richtte zich daarom op de preventieve kant (het wegnemen van de voedingsbodem voor pesten): een interventie gericht op belangrijke achterliggende oorzaken van pesten op het werk, negatieve cultuur, waardoor het risico op pesten beter wordt beheerst. 4
Risico s op pesten aanwezig in de organisatiecultuur Op welke risico s dient de interventie in te grijpen? Als deze risico s bekend zijn (op basis van de stand der wetenschap), dient de werkgever te beoordelen of deze aanwezig zijn en zo ja de risico s op te nemen in de RI&E en daartegen maatregelen te nemen: de beoogde interventie uit de verkenning. Risico's = risico's op pesten in de cultuur Evaluatie RI&E Beheersmaatregelen = beoogde inteventie Plan van Aanpak + Uitvoering 5
Voorbeelden van risicoverhogende factoren / organisatiekenmerken: > Organisaties die veel in verandering zijn > Druk bij managers om taken snel af te krijgen te krijgen > Weinig autonomie en hoge werkdruk bij werknemers > Grote span of control voor managers > Organisaties waarin rollen en verantwoordelijkheden onduidelijk zijn > Organisaties die sterk hiërarchische cultuur hebben met relatief grote machtsverschillen tussen medewerkers en leidinggevenden > Organisaties waarin mannen een meerderheid vormen > onderliggende (groeps-) normen, waarden en vooronderstellingen/aannames EN Bovenstaande kenmerken leiden niet altijd tot pestgedrag. Deze kenmerken kunnen leiden tot pestgedrag wanneer de onderliggende (groeps-) normen, waarden en vooronderstellingen aanwezig in de organisatie dit toelaten en ruimte bieden voor ongewenst gedrag. Deze normen en waarden vormen dus het ware risico in de organisatiecultuur op pesten. 6
Beoogde interventie Juist in die situaties waar risicoverhogende factoren zijn en wanneer de onderliggende (groeps-) normen, waarden en vooronderstellingen aanwezig in de organisatie, ruimte bieden voor ongewenst gedrag, zal de werkgever aanvullende - preventieve - maatregelen moeten treffen ter preventie van pesten. Alleen eerder genoemde basismaatregelen zijn in deze gevallen niet voldoende. Risico's = normen en waarden in de organisatie Evaluatie RI&E Beheersmaatregelen = beoogde inteventie Plan van Aanpak + Uitvoering 7
Effectieve interventies bij het voorkomen van pesten zetten in op het expliciteren van deze normen en waarden en de aannames die daaronder liggen, door deze inzichtelijk en bespreekbaar te maken en, daar waar nodig, bij te stellen. Verkenning heeft geen interventie opgeleverd die aansluit bij stand der wetenschap, professionele dienstverlening en bij de situatie van het Nederlandse bedrijfsleven en dus direct ingezet kan worden in het kader van toezicht en handhaving. Wel zijn er 3 interventies naar voren gekomen die bewezen effectief ingrijpen op de aanwezige (groeps-) normen, waarden en aannames die teams hanteren voor de wijze waarop de leden met elkaar omgaan: 1. pesten in het onderwijs, 2. pesten op het werk Amerika, 3. bevorderen van gezond en veilig werken Voor deze interventies is vastgesteld wat de gemeenschappelijke werkzame bestanddelen zijn. Deze kenmerken kunnen worden gebruikt voor de ontwikkeling van de beoogde interventie in de pilot. 8 Pilot Cultuur- en gedragsinterventie
Gemeenschappelijke werkzame bestanddelen / proceskenmerken Gericht op bewustwording en ontwikkeling van positieve groepsnorm voor hoe je met elkaar zou moeten omgaan ter verbetering van respectvol gedrag. Dialoog in de groep als primaire interventie: het op gang brengen en ondersteunen van een dialoog over omgangsvormen in de teams en de normen en vooronderstellingen die daaraan ten grondslag liggen. Biedt groepsleden handvatten om omgangsvormen aan de orde te stellen in een gesprek. De interventie wordt uitgevoerd door getrainde begeleiders afkomstig uit de organisatie waar de interventie wordt gebruikt. Begeleid door externe deskundigen (professionele dienstverlening). Een aantal vaste stappen waarlangs de interventie wordt uitgevoerd: een nulmeting en eindmeting zijn hiervan onderdeel. Organisatiebrede aanpak: interventies gericht op verschillende niveaus: bestuurder, direct leidinggevenden, medewerkers. Succes is afhankelijk van draagvlak organisatieleiding 9 Pilot Cultuur- en gedragsinterventie
Pilot 2018 en verder Ontwikkeling interventie (1,5 jr): op basis van proceskenmerken een eerste prototype ontwikkelen. welke kenmerken zijn werkelijk noodzakelijk? hoe moeten deze kenmerken worden ingevuld? Helder krijgen welke risico s in de RI&E moeten worden opgenomen waarvoor de beoogde interventie wordt ingezet. Welke normen, waarden en aannames precies een voedingsbodem en dus een risico zijn voor pestgedrag, is in de verkenning niet vastgesteld. Vervolgens toezicht en handhaving inrichten Leidt het verplichten van de interventie tot het gewenste effect? Of beter (eerst) als inspectie vanuit toezicht, door de dialoog aan te gaan, het bedrijf bewust te maken van de risico s en het bedrijf daartoe te bewegen de juiste maatregelen te nemen? Uiteindelijk handhavend optreden: dwang richten op uitvoering van de interventie door het bedrijf of inschakeling van professionele dienstverlening? Samenwerking tussen Inspectie SZW, bedrijfsleven, wetenschap, professionele dienstverlening. Lange termijn: is de interventie breder inzetbaar binnen de Inspectie SZW? 10
Vragen Wat zijn de kansen van de te ontwikkelen interventie? Wat zijn aandachtspunten hierbij? Zou een dergelijke interventie verplichtend moeten worden opgelegd of juist niet? 11