Agenda voor krijgen van meer eenduidigheid in casemanagement dementie n.a.v. notitie Voorstel vormen casemanagement dementie

Vergelijkbare documenten
Notitie. Dementie in Nederland. Waarom zorgverzekeraars de handen ineenslaan. Delegatie BO Casemanagement dementie Mevrouw J.G.W.

Kwaliteit van casemanagement in de regio Haarlemmermeer. Anita Peters en Esther Tetteroo Ketenzorg dementie Haarlemmermeer,

Zorg en welzijn voor mensen met dementie in uw gemeente

Actieplan Casemanagement Dementie

Afspraken zorgverzekeraars Casemanagement en Ketenzorg Dementie 2020

Voorstel vormen casemanagement dementie

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Voorstel organisatie casemanagement dementie

Advies Ketenregisseurs juni Advies van de Ketenregisseurs Dementie over casemanagement dementie en het in stand houden van de netwerken

Plan van Aanpak. Definiëring zorgprofielen wijkverpleging

ontwikkelingen wijkverpleging

VERDUIDELIJKING CASEMANAGEMENT

Advies Ketenregisseurs juni Advies van de Ketenregisseurs Dementie over casemanagement dementie en het in stand houden van de netwerken

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 oktober 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

ZN Doelgroepenregistratie schema en beslisboom, d.d. 01 juli 2018, versie 2.0

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zorgkantoor Friesland Versmalde AWBZ (Wlz)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Uitwerking Module sociale infrastructuur binnen bekostiging wijkverpleging

Raadsnotitie. 1. Samenvatting. 2. Inleiding. 3. Informatie. Agenda nr. 11a

Gevolgen aparte aanspraak of prestatie casemanagement dementie 6 september 2016

3. Zorgvraag/aandoening(en) waarop de kwaliteitsstandaard betrekking heeft: Wijkverpleging

Wijzigingen in de verpleegkundige zorg thuis naar aanleiding van intrekken beleidsregel MSVT per 2018

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

SAMENWERKINGSAGENDA ZORG EN ZEKERHEID voortgang 22/5/2015

Netwerk Dementie Drenthe. Datum: 4 oktober 2018 Naam: Astrid van der Schot

Tweede Kamer der Staten-Generaal

# Hervorming Langdurige Zorg

Toetsingskader Toezicht op zorgnetwerken rond cliënten in de thuissituatie

1. Gelukkig nieuwjaar, voorstellen en twee vervolgdelen aankondigen. Dames en heren, goedemiddag! Een voorspoedig en gezond 2017 voor alle actieve

Indicatiestelling bij de wijkverpleegkundige

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 mei 2018 Betreft Oplossingen voor de zorgval

Inkoopbeleid Wijkverpleging 2018

Wijzigingen in de verpleegkundige zorg thuis naar aanleiding van intrekken beleidsregel MSVT per 2018

Ketenzorg Dementie Midden-Brabant. Samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars 6 februari 2017

Wijzigingen in de verpleegkundige zorg thuis naar aanleiding van intrekken beleidsregel MSVT per 2018

Veldraadpleging Dementienetwerk Netwerk Kwetsbare ouderen

HET BESTE THUIS! TOEKOMST VOOR DEMENTIEZORG. Jan Vuister (directeur / bestuurder Geriant)

d) Partijen elkaar zien als bondgenoot om de zorg aan kwetsbare mensen in de thuisomgeving zo goed mogelijk te organiseren.

POSITIONERING WLZ-BEHANDELING EN AANVULLENDE ZORGVORMEN. Stakeholdersbijeenkomst 31 maart 2016 Patrick Jansen en Nienke van Vliet Bureau HHM

Waardig verhuizen van thuis naar verpleeghuis. Julie Meerveld Hoofd belangenbehartiging en Regionale Hulp

Leidraad samenwerking huisartsen en gemeenten rond jeugd

Wijkverpleging. Verpleging en Verzorging 9 april 2014

De declaraties voor het indiceren valt onder het afgesproken omzetplafond. Daarbij geldt de volgende bepaling uit de overeenkomst:

Activiteitenplan. Dementie Twente

Messi of Beckenbauer. Generalistisch of gespecialiseerd werken in de verpleegkunde

We lichten de onderwerpen uit de kwaliteitsagenda hieronder verder toe.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

d) Partijen elkaar zien als bondgenoot om de zorg aan kwetsbare mensen in de thuisomgeving zo goed mogelijk te organiseren.

Welkom bij Bo College 24 januari 2019

Resultaten van de studie naar casemanagement: de visie van huisartsen op casemanagement voor palliatieve zorg in de Westelijke Mijnstreek

(ont)regel de zorg. Nieuwegein, 14 juni 2018

Toezicht op netwerkzorg aan kwetsbare ouderen in de wijk

Adviesgroep inkoop Wmo Vraag Antwoord Toelichting

Toetsingskader Toezicht op netwerken in de zorg thuis

Netwerkbijeenkomst. Wijkverpleging, heringevoerd en nu?

Zorginstituut Nederland T.a.v. de heer dr. J. Wijma, voorzitter Raad van Bestuur Willem Dudokhof XH Diemen

Zorgen over de voorgenomen overheveling van het kortdurend eerstelijnsverblijf naar de Zvw per 2017.

Verenso. Vereniging van specialisten ouderengeneeskunde en sociaal geriaters

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijnen Sport. zorgen dat iedere persoon met dementie iemand heeft de volle breedte waarmaken. Daarom dient aan het

BESTUURLIJK TRANSFORMATIE AKKOORD JEUGD DRENTHE

1. Naam van de kwaliteitsstandaard: Addendum bij kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een Wlz-indicatie

Toetsingskader Toezicht op netwerken in de zorg thuis

Introductie. wetsvoorstel Toegang tot de Wlz voor mensen met een psychische stoornis en het bijhorende implementatietraject

ons kenmerk BB/U Lbr. 13/109

Van MSVT naar GVp. Wat zijn de wijzigingen? Wat is er duidelijk? Vanaf 2018

Informatiebijeenkomst Wijkverpleging 25 - juni 2014 Gewijzigde versie. De Friesland Zorgverzekeraar

Adde n d u m bestuurlijk akkoord huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg 20181

Aan het bestuur van: - algemene ziekenhuizen (010); - ActiZ, Alzheimer NL, BTN, NPCF, VGVK, VNG, V&VN, ZN; - Zorgverzekeraars.

naar klik hier! Voorwoord

Inkoopbeleid wijkverpleging

Zorg en ondersteuning voor mensen met ernstige psychische aandoeningen. Elly van Kooten. Directie Maatschappelijke Ondersteuning, Ministerie van VWS

Thuis met dementie: Kansen en zorgen in 2013

Meerjarenplan Netwerk dementie 2019 en verder. Bijeenkomst 2 november 2017

ECSD/U Lbr. 16/067

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Casemanagement dementie

De verbinding tussen gezondheidsachterstanden en de 3 D s in het sociaal domein: de rol van het (wijk)team

Het rapport is tot stand gekomen na gesprekken met betrokkenen. De lijst van betrokkenen maakt onderdeel uit van dit rapport.

Ketenregisseurs netwerken dementie over inkoop door zorgverzekeraars; resultaten van een enquête (N=59; 91% respons), 5 maart 2017

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 oktober 2015 Betreft Bekostiging intensieve kindzorg

Regiebehandelaar & Kwaliteitsstatuut

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de schriftelijke vragen van het Kamerlid Bergkamp (D66) over overgangsproblemen tussen zorgdomeinen (2015Z19261).

Toekomst van de Amsterdamse zorgketens dementie. Symposium A dam Zuid-oost en Diemen 16 oktober 2012 Amsterdam

Samen op weg naar (uitkomsten)sturing van netwerken voor dementiezorg. Klankbordgroep 21 maart 2017

Decentralisatie begeleiding naar de Wmo

Persoonlijke verzorging in de Wmo

Nieuwjaarspraatje 12 januari 2017 Els van der Veen, coördinator. Beste mensen,

Wijkgerichte Zorg. Een initiatief van de zorgaanbieders uit de 1e en 2e lijn in de regio Zuid Kennemerland. Een impressie, in beeld & woord

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Casemanagement in zorginkoopplannen wijkverpleging 2019

Regie binnen het Sociale Domein (30 januari 2017)

Toegang tot weesgeneesmiddelen en zorg

Betreft : Aanspraak Wijkverpleging in de Zorgverzekeringswet (Zvw)

Input cliëntperspectief Beschermd wonen 10 maart 2016

Wmo 2015 in uitvoering:

Zorg Groep Beek en de huisarts, samen goed in ketenzorg

Raadsledendag 20 september

Datum 26 juni 2017 Betreft Advies Overige zorg voor cliënten met ADL assistentie en een zeer zware zorgvraag

Transcriptie:

Agenda voor krijgen van meer eenduidigheid in casemanagement dementie n.a.v. notitie Voorstel vormen casemanagement dementie Aanleiding Voor het nationaal Actieplan Casemanagement Dementie heeft medio 2017 een inventarisatie bij dementienetwerken plaatsgevonden naar de wijze van organisatie en uitvoering van casemanagement dementie. Dit was mede bedoeld als input voor vervolgtrajecten, om op landelijk niveau meer eenduidigheid en consensus over goed casemanagement te bewerkstelligen. 1 Uit de inventarisatie bleek landelijk grote variatie te bestaan in vormen en uitvoering van casemanagement dementie. Uit het brede dementieveld (cliëntorganisaties, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en overheidsorganisaties) klonk de wens om te komen tot landelijk meer eenduidigheid in de vorm waarin casemanagement dementie geboden wordt. Aan Dementiezorg voor Elkaar (DvE) is door het Bureau Overleg van het Actieplan Casemanagement gevraagd om een consensustraject met het veld te faciliteren. Dit om te komen tot een voorstel voor meer eenduidigheid in de vorm waarin casemanagement geboden wordt. Als DvE hebben wij nadrukkelijk het veld aan het woord gelaten en het gezamenlijk werkproces hierbij gefaciliteerd. De opbrengsten vanuit landelijke bijeenkomsten 2 en bijeenkomsten met een breed samengestelde kerngroep 3 zijn door ons verwoord in de notitie Voorstel vormen casemanagement dementie. In dit gehele consensustraject is op aangeven van de betrokkenen uit het veld steeds het cliëntperspectief centraal gesteld. Belangrijke criteria vanuit dit perspectief op basis van eerdere onderzoeksbevindingen zijn: De uitvoerder van het casemanagement is gespecialiseerd in dementiezorg. Er is één duidelijk en laagdrempelig aanspreekpunt gedurende het gehele ziektebeloop. Vervolgens hebben betrokkenen bewust pas in tweede instantie gekeken naar het uitvoerbaarheidsperspectief, waaronder bijvoorbeeld het arbeidsmarktvraagstuk. Zoals in deze notitie beschreven, heeft deze aanpak geleid tot het voorstel tot het terugbrengen van de vormen casemanagement dementie tot de All the way aanpak, in drie verschillende subvarianten: 1) een casemanager dementie vanuit een onafhankelijke casemanagement organisatie; 2) een casemanager dementie vanuit zorgaanbieders; 3) een wijkverpleegkundige met specialisatie dementie. Vervolgens hebben we de notitie breed getoetst bij de volgende partijen: DNN, ZN, Alzheimer Nederland, ActiZ, V&VN dementieverpleegkundigen, V&VN wijkverpleegkundigen, NHG/LAEGO, VNG, Patiënten Federatie Nederland, BTN, VWS, NZa, Deltaplan Dementie. Dat leverde een variatie aan reacties op. 1. Huijsman, R (2017). Generalistisch én specialistisch casemanagement in de dementiezorg; Duiding van een nieuw fenomeen in verschillende combinaties. (https://www.eur.nl/eshpm/onderzoek- 0/publicaties/onderzoeksrapporten-working-papers/onderzoeksrapporten-working-papers-2017). 2. Aanwezigen: casemanagers, netwerk-coördinatoren, wijkverpleegkundigen, artsen, praktijkondersteuners huisartsenzorg, zorgverzekeraar, (brancheorganisatie van) zorgaanbieders, Alzheimer Nederland. 3. Leden: casemanagers, netwerk-coördinatoren, specialist ouderengeneeskunde, zorgaanbieder, zorgverzekeraar, ActiZ en Alzheimer Nederland. 1

Gedeeltelijk betroffen het adhesiebetuigingen voor de notitie met daarbij tekstuele suggesties. Daarnaast zijn er door wisselende partijen ook kritische kanttekeningen geplaatst bij het gekozen hoofdvorm en de daarbij horende subvarianten. Eén van de bij de kerngroep van de totstandkoming van de notitie betrokken partijen heeft te kennen gegeven het niet eens te zijn met de uitkomsten van het consensustraject. Uit de binnengekomen reacties hebben we een overzicht gemaakt van onderwerpen waarover nog geen consensus bestaat. Deze zijn ín dit document beknopt uitgewerkt. Aansluitend doen we een voorstel aan partijen voor vervolgstappen om zo hopelijk alsnog tot een zo breed mogelijke consensus te komen óf gezamenlijk vast te stellen waar die consensus niet mogelijk is ( agree to disagree ), inclusief onderbouwing van de reden(en) daarvan. Thema 1: Discussiepunten m.b.t. aparte functionaris en expertise casemanagement Vraagstuk : Verschillende partijen hebben vragen gesteld over de functionaris die casemanagement aan kan bieden en zijn expertise: 1a. Waarom is er een aparte functionaris nodig voor het uitvoeren van casemanagement dementie? 1b. Kunnen alleen professionals die voldoen aan het expertiseprofiel van dementieverpleegkundige casemanagement uitvoeren? Toelichting : 1a: Dit vraagstuk is drieledig. Allereerst is de vraag gesteld of coördinatie en afstemming niet altijd gewoon horen bij het werk van iedere professional, zeker als er sprake is van ingrijpende, irreversibele en progressieve ziekten. De argumentatie voor een gespecialiseerde uitvoerder van casemanagement dementie heeft te maken met de frequentie, intensiteit, benaderingswijze, het benodigde kennisniveau en de complexiteit van coördinatie. Deze is bij dementie zodanig dat dat er niet even bij gedaan kan worden door allerlei professionals naast elkaar. Het is ons bekend dat deze argumentatie niet door iedereen wordt onderschreven. Daarnaast lijken sommige partijen uit de notitie begrepen te hebben dat wij tot de conclusie zijn gekomen dat casemanagement dementie door een aparte functionaris, casemanager dementie, uitgevoerd moet worden. Uit submodel 3 van de All the way aanpak blijkt dat dit niet per se het geval is. Ook hebben partijen de vraag gesteld waarom een generalistische wijkverpleegkundige (een deel van) de taken niet kan uitvoeren ( generalistisch waar kan en specialistisch waar nodig ) en of deze variant bijdraagt aan de doelmatigheid van de zorg. Hiervoor hebben we niet gekozen gezien het criterium vanuit het cliëntperspectief dat cliënten graag één duidelijk en laagdrempelig aanspreekpunt hebben gedurende het gehele ziektebeloop. Daarnaast zijn er veel aanwijzingen dat doelmatigheid over het hele proces gebaat is bij vroege inzet, met een preventieve oriëntatie, levensloopbenadering en weinig wisselingen. 1b: Het expertiseprofiel dementieverpleegkundige sluit aan bij wat er in de Zorgstandaard Dementie over casemanagement dementie gesteld wordt. Namelijk dat er een aanvullende opleiding nodig is naast een hbo-opleiding voor het kunnen bieden van casemanagement dementie. De Zorgstandaard doet geen uitspraken over welke professional casemanagement kan aanbieden, maar spreekt wel een voorkeur uit voor een verpleegkundige of iemand met een psychosociale achtergrond. Maar ook andere professionals 2

Reactie van die voldoen aan de gestelde opleidingseisen kunnen casemanagement dementie bieden. Dit blijkt ook uit het recente gezamenlijke bericht van Alzheimer Nederland, DNN en V&VN waarin ze aangeven dat zij de term casemanagement dementie blijven hanteren als hoofdterm. En dat meerdere professionals dit casemanagement kunnen aanbieden. Zij stellen voor om dat op deze manier weer te geven: Casemanagement dementie, verzorgd door., waarbij verschillende beroepsgroepen dan hun functieterm kunnen invullen. Naast het functieprofiel dementieverpleegkundige ontwikkelt Social Work ook een competentieprofiel. In de notitie gaan we er dus vanuit dat casemanagement uitgevoerd kan worden door een dementieverpleegkundige, maar ook door andere beroepen, mits voldaan wordt aan gestelde opleidingseisen. : ZN,VNG en V&VN Thema 2: Discussiepunten met betrekking tot arbeidsmarktvraagstuk Vraagstuk : Verschillende partijen hebben vragen gesteld over het arbeidsmarktvraagstuk: 2a: Zijn er wel voldoende casemanagers dementie als heel Nederland de hoofdvariant All the way nastreeft? 2b: Is de combinatie van de keuze voor All the way met de schaarse capaciteit aan (specialisaties binnen) de wijkverpleging, een onoverkomelijk probleem voor de toegankelijkheid van de zorg? 2c: Welke andere professionals kunnen casemanagement dementie uitvoeren? Toelichting : 2a-c. Bij deze vragen speelt de discussie of bij het terugbrengen van het grote aantal vormen waarin casemanagement geboden wordt de huidige arbeidsmarktproblematiek óf de wenselijke situatie voor de cliënt en zijn naasten leidend dient te zijn. In het traject hebben de betrokken partijen er bewust voor gekozen om het cliëntperspectief voorop te stellen. En in tweede instantie te kijken naar de uitvoerbaarheid van de vormen van casemanagement die zijn overgebleven op basis van de criteria vanuit cliëntperspectief (zie paragraaf 2.2). Dit om ervoor te waken dat we vanuit de bedoeling blijven redeneren en niet meteen vanuit de belemmeringen van bijvoorbeeld het huidige stelsel, de financiering of de arbeidsmarkt. Het toelaten van andere disciplines (met gestelde opleidingseisen) vergroot de vijver waaruit gevist kan worden voor het casemanagement. Denk bijvoorbeeld aan casemanagers met een maatschappelijk-werkachtergrond. Daarnaast hebben we benoemd dat een overstap van (wijk)verpleegkundige naar casemanagement dementie een logische stap kan zijn voor oudere werknemers voor wie het verpleegkundige werk lichamelijk zwaarder wordt. Reactie van Het inzetten op wijkverpleegkundigen die casemanagement dementie uitvoeren lost ons inzien het vraagstuk niet op omdat de arbeidsproblematiek (ook) groot is bij deze doelgroep. : ZN, ActiZ, DNN, VNG, NZA, VWS 3

Thema 3: Discussiepunten met betrekking tot de financiering Vraagstuk : In de reacties hebben meerdere partijen zich afgevraagd op welke wijze de keuze voor continuïteit in persoon invloed heeft op de financiering van het casemanagement. 3a: Hoe verhoudt All the way (van niet pluis/diagnose tot aan overlijden/opname) zich tot de (eisen aan) financiering van zorg en ondersteuning vanuit diverse domeinen? Hierbij wordt met name gekeken naar de Wmo naast de Zvw. 3b: Zorgt het model All the way voor hogere kosten? Toelichting : 3a: De zorg en ondersteuning voor mensen met dementie wordt uit de Wmo, Zvw en Wlz betaald. Dit maakt dat alle partijen domein-overstijgend moeten denken. Daarnaast schept één vaste professional over het hele traject een probleem, omdat vanuit de Zvw en Wmo verschillende eisen worden gesteld waaraan de professional moet voldoen om voor vergoeding in aanmerking te komen. Ook worden onderdelen die niet onder de Zvwaanspraken vallen vaak niet gefinancierd vanuit de Wmo op dit moment. Iedere gemeente heeft zijn eigen beleid en het staat hen vrij daarin eigen keuzes te maken. De vraag is dan ook of het wenselijk is om de vergoeding van casemanagement afkomstig uit meerdere financiële stromen te beperken tot de meest voordehand liggende (Zvw) of wellicht toch apart te financieren in een aparte betaaltitel. 3b. De vraag hierbij is of de keuze van continuïteit in een persoon (specialist) zal leiden tot hogere kosten ten opzichte van andere varianten, zoals bijvoorbeeld het op- en afschalen van professionals. De uitkomsten van de COMPAS-studie laten echter zien dat het bieden van casemanagement in een All the way variant kosteneffectief is (zie eerder opgevoerde onderscheid tussen korte en lange termijn doelmatigheid). Reactie van : ZN, ActiZ, VNG Thema 4: Discussiepunten m.b.t. het aantal te kiezen CM modellen Vraagstuk : Meerdere vragen zich af of het wel wenselijk is om één hoofdmodel met een aantal varianten op landelijk niveau te bepalen. Dit staat los van de keuze welke variant van de uitvoering van casemanagement wenselijk is. Ook willen verschillende partijen graag weten hoe de overgang naar minder casemanagementvormen in zijn werk zal gaan en hoeveel tijd regio s hiervoor krijgen. 4a: Is het wenselijk om van bovenaf één voorkeursvariant van casemanagement voor te schrijven of moet er keuzeruimte blijven om aan te sluiten bij wat er op lokaal of regionaal niveau speelt? 4b: Sluit het All the way model altijd aan bij de wensen en behoeftes van de cliënt en hun naasten? Hierbij maken we onderscheid tussen mensen die al zorg ontvangen (multimorbiditeit) en mensen die nog geen zorg ontvangen. 4c: Eén partij vraagt zich af hoe de overgang naar minder vormen van casemanagement dementie in zijn werk zal gaan en maakt zich zorgen of partijen wel voldoende tijd gegund is voor de transitie. Toelichting : 4a: Het expliciet benoemen van een voorkeursvariant van casemanagement dementie op landelijk niveau, wordt door sommige partijen bezien als een van bovenaf opgelegde blauwdruk. De tegenwerping is dat dit niet aansluit op de lokale of regionale behoeftes en hiermee de keuzevrijheid van zorgvragers in het geding kan komen. Opmerking hierbij is dat 4

uniformiteit geen doel op zich moet worden. Deze notitie dient dan ook als leidraad, waarbij de regio vrij is om zelf te kiezen. In de notitie is sprake van de keuze van een hoofdvorm van casemanagement met drie bijbehorende subvarianten. Verder is de selectie van deze vormen juist tot stand gekomen door de uit onderzoek bekende wensen van cliënten en op aangeven van de betrokken partijen zelf. Uiteraard moet er bij cliënten sprake kunnen zijn van keuzevrijheid in wie het casemanagement uitvoert. Wisseling moet mogelijk zijn als er geen klik is. Ook is het belangrijk dat de uitvoerder van het casemanagement de cliënt niet mag verplichten tot het afnemen van een dienst bij een specifieke zorgaanbieder. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het inschakelen van wijkverpleging. Cliënten hechten aan onafhankelijkheid van de casemanager in deze vorm, maar hebben niet de behoefte om te kunnen kiezen uit verschillende organisaties die casemanagement kunnen aanbieden. Daarnaast was het juist de wens van de Actieplan-partijen om tot een terugdringing van het aantal casemanagementmodellen te komen. Dat is de reden geweest dat wij dit vraagstuk hebben opgepakt. Naar aanleiding van de ontvangen reacties zouden we graag in kaart brengen wat de Actieplanpartijen als een voldoende inperking van het aantal varianten zien. 4b: Wanneer sprake is van co-morbiditeit en de persoon daarom al zorg en ondersteuning ontvangt van bijvoorbeeld een wijkverpleegkundige of POHer. Wanneer dementie ontstaat dan zou een stapelmodel net zo goed kunnen werken volgens de betreffende partij. Bij dit model zien wijkverpleegkundige en casemanager allebei de cliënt. Hierbij benoemen zij dat goede samenwerking tussen betrokkenen van groot belang is. Ook wanneer er geen sprake is van co-morbiditeit geven partijen aan dat zij de noodzaak zien om op- en af te schalen afhankelijk van de situatie en de context. Bijvoorbeeld wanneer mensen ontkennen dementie te hebben en niet zitten te wachten op een casemanager, maar wel ondersteuning accepteren van een POH-er of wijkverpleegkundige. Zoals blijkt uit voorbeeld 2 uit de notitie is het in het All the way model ook mogelijk dat de uitvoerder van het casemanagement laag intensief betrokken is als degene met dementie en zijn naasten in rustig vaarwater zitten. Maar dan is deze persoon nog altijd degene met de dementieexpertise die gedurende het hele ziekteproces betrokken is vanuit een onafhankelijke positie. Daarbij kan de wijkverpleegkundige een belangrijke rol vervullen in het signaleren van een verandering in de situatie. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat een aanzienlijk deel van de mensen met dementie geen zorg ontvangt van een wijkverpleegkundige. 4c. Er zal zeker een overgangsperiode nodig zijn indien er consensus is over de manier waarop we casemanagement dementie in de toekomst willen organiseren in Nederland. Regio s die het casemanagement dementie op dit moment op een andere manier vormgeven, hebben overgangstijd (en mogelijk ook ondersteuning) nodig. Dit betekent dat ook de inkopende zorgverzekeraar hiervoor de ruimte zou moeten geven. Wat er nodig is aan 5

Reactie van ondersteuning en tijd zal per regio verschillen en dus nader bekeken en afgesproken moeten worden. : Actiz, V&VN, VWS, VNG, Alzheimer Nederland en ZN Vervolg Wij brengen bovenstaande vraagstukken graag een stap verder samen met de betrokken partijen bij het Actieplan Casemanagement Dementie. Hierbij hebben we een aanjagende en faciliterende rol en kan onze rol in het actualisatieproces voor de Zorgstandaard dementie ondersteunend zijn. Een groot deel van de genoemde heeft zitting in de werkgroep die zich bezighoudt met de herziening van de Zorgstandaard. Nu niet duidelijk is of en wanneer het Bureau Overleg weer bij elkaar komt, stellen wij allereerst voor om op korte termijn de bevindingen uit dit traject te bespreken met de betrokken beleidsambtenaren van VWS. Graag bespreken we met hen ook wat de positionering is van de opdracht vanuit het Actieplan en wie er nu uiteindelijk probleemeigenaar is. Wie gaat waarover en wat is nodig om de uitkomst goed te positioneren? Uiteraard spreken we ook graag af welke vervolgstappen gewenst zijn en wat onze rol daarin kan en moet zijn. 6