MCC NIEUWSbrief JUNI 2013

Vergelijkbare documenten
WERKAFSPRAKEN OVER COMMUNICATIE ROND KWETSBARE OUDEREN

WERKAFSPRAKEN OVER COMMUNICATIE ROND KWETSBARE OUDEREN

WERKAFSPRAKEN OVER COMMUNICATIE ROND KWETSBARE OUDEREN

MCC NIEUWSbrief. Maart 2014

Nieuwe Orale Anticoagulantia (NOACs)

NOAC s. Bossche Samenscholingsdagen 2014 N. Péquériaux Laboratoriumarts/Medisch leider trombosedienst M. Jacobs Cardioloog

Antistolling: stand van zaken. R.F.J. Schop, internist-hematoloog P.P.P.H. van den Homberg, huisarts, GC Krimpen

NOAC BEHANDELING EN BEGELEIDING. Stappenplan (uitgebreide versie) Stap Verantwoordelijk Opmerkingen. HA / Specialist

Antitrombotisch beleid. Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde

Antistolling in de tandheelkunde. J. Vincent Internist hematoloog-oncoloog Medisch leider trombosedienst Elkerliek ziekenhuis

OBDUCTIE AANVRAAG DOOR DE HUISARTS

ACUTE ZORG SIONSBERG 2.0 ACUTE ZORG SIONSBERG 2.0. Wie sturen de patiënten: ACUTE ZORG SIONSBERG 2.0. Opvang basis acute zorg: Ons Streven:

NOAC s: Antistolling bij atriumfibrilleren

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

DOACs in 15 dia s Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen

NOAC s: New Oral Anticoagulants

- Vivium helpt u verder

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

Zorgpad voor Kwetsbare Ouderen Presentatie Heerenveen 18/11/2014

Infospot. Nieuwe orale anticoagulantia (NOAC s) Oktober - November - December 2014

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

Transmuraal Incident Melden (= T.I.M.) Miriam Eliel Coördinator transmurale zorg Westfriesgasthuis

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

Indicatie antistolling. NOAC/DOAC Is de praktijk net zo verwarrend als de naam.? Indicaties VKA in NL Wat gebruikten we. Het stollingsmechanisme

Visie op Geriatrische Revalidatie in Groot Amsterdam. Notitie gemaakt voor platform Sigra GRZ. Versie 1.5

ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

TIA/ herseninfarct van spoed- naar ketenzorg

Perioperatief beleid t.a.v anticoagulantia de nieuwste inzichten. Felix van der Meer Afdeling Trombose en Hemostase Trombosedienst Leiden

Regionale coördinatiefunctie & triage

Orthoptisch onderzoek

TRANSMURAAL PROTOCOL OOGHEELKUNDE

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

Boekje over de nieuwe orale anticoagulantia. Wat u moet weten voor het veilig gebruik ervan

Antistolling in de Amsterdamse regio

Carrouselbijeenkomst 2016 Samenwerkingsafspraken Karin Jansen, relatiemanager huisartsen

Aanleiding tot het herzien van de werkafspraak Antistolzorg:

Intensieve Zorgafdeling de Hazelaar

Trombosedienst Leiden en omstreken

Palliatieve zorg in het ZGT

SAMENWERKEN. PlusPunt Ouderenzorg Oostelijk Zuid-Limburg. Frank Guldemond Kaderhuisarts Ouderengeneeskunde

Thuis in Behandelen. Behandelcentrum. Vrijthof, Tiel.

Voorkom bloedingen. de achtergrond van antistollingsmiddelen, interacties en risicofactoren. Eindhoven, 19 juni 2014

Optometrie bij Briljant Groep

Antistolling in de Amsterdamse regio

De psycholoog in Zuyderland Medisch Centrum. Medische Psychologie

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

De plaats van de trombosedienst in de toekomst

Cardiologie CARDIOVERSIE. herstellen van het hartritme met een elektrische stroomstoot

Oogheelkunde Informatie polikliniek Oogheelkunde Van A tot Z

Kwetsbare ouderen en een geplande ziekenhuisopname. Expertisecentrum ouderengeneeskunde

Antistolling (NOAC) bij atriumfibrilleren

Kinderdiabetes Het kinderdiabetesteam geeft antwoord op uw vragen

Casusbeschrijving WelThuis-Goudenhart

GRZ vanuit het perspectief van de klinisch geriater samenwerken in de ouderengeneeskunde

Stand van zaken antistolling 2017

Kindergeneeskunde. Kinderdiabetes team. Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep

Generalistische Basis GGZ en Specialistische GGZ

Nieuws vanuit de werkgroep vorming van een Regionaal Palliatief Advies Team in de regio s-hertogenbosch Bommelerwaard

Regionale afspraken verwijzing & informatie-uitwisseling tussen huisarts en GBGGZ, SGGZ en AMW in WSD 1 (augustus 2014)

Huisartsen opnamebedden

Help, waar kan mevrouw Jansen terecht? Mogelijkheden tijdelijk verblijf en spoedzorg kwetsbare ouderen

Uw huisarts uit de regio Berlicum, Rosmalen, Empel en Den Bosch

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

Substitutie in Oostelijk Zuid-Limburg

Toelichting Eerstelijns Verblijf

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

Zorg na uw ziekenhuisopname Opname in verpleeg- of verzorgingshuis

Stolling en antistolling. Esther Kragten, arts trombose en trombofilie

Wat is het DOC-team? Wat kunt u verwachten?

NIEUW VOOR OUD. Noviteitencollege rond nieuwe ontwikkelingen voor de ouderenzorg. Vrijdag 2 oktober 2015: Farmacologie en Cardiologie

Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

TIA en CVA, clinic Eenvoudige diagnose, onderzoek, snel, goedkoop, doelmatig

Hospital at Home. informatiefolder. Universitair Centrum Ouderengeneeskunde. Hospital at Home

- Vivium helpt u verder

POLIKLINIEK OOGHEELKUNDE FRANCISCUS GASTHUIS

Antistollingsmiddelen

MedPsych Center Voor poliklinische patiënten

SLA GO diabetes bv met de internisten van tergooiziekenhuizen

Het regioprotocol: de inhoud

Fijn dat uw praktijk meedoet aan ACT II, het vervolg van het Amsterdams Cardiovasculair Traject (ACT).

Welkom op de polikliniek Psychiatrie

Geriatrisch expertise centrum

Als regioziekenhuis heeft het IJsselland Ziekenhuis veel aandacht voor de samenwerking met de partners uit de regio.

Integrale verbinding in de regio

Chronisch zieken en kwetsbare ouderen in de acute zorg. Yvonne Guldemond-Hecker Raad van Bestuur Huisartsen OZL

Statistieken. Aantal vragen 29. Totaal aantal ingevuld U bent op dit moment: (Type vraag: Meerkeuze, één antwoord)

ZORGPRESTATIE OSTEOPOROSE versie 3 mei 2016

Geheugenklachten? Wat te doen als er stukjes gaan ontbreken

Parkinsonzorg en behandeling in Groningen, Maartenshof

Parkinsoncentrum Leeuwarden

huisarts+punt voor specialistisch

Medicatieoverdracht in Zuidwest Friesland

Nascholing Antistolling

Casusbeschrijving Pleyade

Samen sterk in de transmurale palliatieve zorgketen! Kees Goedhart - adviseur NPZR&o

Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid

Cardiologie Polikliniek Atriumfibrilleren (AF-poli)

Scholing Dementie: wees er vroeg bij!

Transcriptie:

14e jaargang nummer 3 MCC NIEUWSbrief JUNI 2013 REDACTIONEEL Voor de zomer echt begint de derde MCC Nieuwsbrief dit jaar. Met weer twee -kortewerkafspraken. Met het concept schema Spoedopname bij kwetsbare ouderen hebben de bezoekers van de klinische les op 25 april al kennis gemaakt. Commentaar op het stuk is uiteraard welkom. Dit geldt ook voor de werkafspraak Nieuwe orale antistollingsmiddelen (NOACs) bij atriumfibrilleren. Ook dit onderwerp is eerder op een klinische les aan de orde geweest (februari 2012). Verder in deze nieuwsbrief informatie over het Oogzorgnetwerk, waarvan het MCL partner is geworden, en informatie over het onderzoek over een andere aanpak bij prikkelbare darm syndroom. MCC nieuws Het programma voor Oldehove 2013 is rond. De uitnodigingen worden nog deze week verzonden. Binnenkort wordt gestart met een werkafspraak Melanoom. De werkgroep DVT en longembolie gaat aan de slag met deelname aan een pilot Uitsluiten longembolie in de 1 e lijn met behulp van de D-dimeer test en de regel van Wells. Vanuit de werkgroep Hepatitis B en C zullen binnenkort de huisartsen worden benaderd die de afgelopen 10 jaar hepatitisdiagnostiek hebben aangevraagd en waarbij het vervolg van de patiënt onduidelijk is/de patiënt niet behandeld lijkt te zijn. De huisarts wordt gevraagd de patiënt op te roepen en zo nodig labonderzoek te herhalen of te verwijzen naar het hepatitiscentrum. Alle MCC werkafspraken zullen de komende tijd worden bekeken of herzieningen of aanpassingen nodig zijn. Suggesties zijn ook hierbij welkom. INHOUD Werkafspraak: Spoedopname bij (kwetsbare)ouderen.. 2 Reduce PDS..4 Mutaties. 4 Nieuwe orale antistollingsmiddelen (NOAC s) bij atriumfibrilleren..5 Het Oogzorgnetwerk en samenwerking in de regio...6 Agenda transmurale activiteiten..7 Mededelingen..7 ZorgDomein.. 7 Oldehovecursus 2013.8 Colofon MCC Leeuwarden Nieuwsbrief De nieuwsbrief van het MCC Leeuwarden wordt regelmatig toegestuurd aan alle huisartsen in het werkgebied van het Medisch Centrum Leeuwarden en alle specialisten, werkzaam in het MCL. Het Medisch Coördinerend Centrum Leeuwarden heeft als doel de samenwerking tussen huisartsen en specialisten te bevorderen. Redactieadres: MCC Leeuwarden, Postbus 888, 8901 BR Leeuwarden, tel (058) 286 60 51 e-mail: MCC.G.J.Vermeer@znb.nl. Kopy graag sturen aan het redactieadres, zo mogelijk per e-mail. WWW.MCCLEEUWARDEN.NL 1

(kwetsbare) oudere, die moet worden opgenomen bekend wat er aan de hand is - kortdurende zorg nodig - minder complexe zorg of enkelvoudige problematiek - extra verpleegkundige/paramedische zorg voldoende hoofdbehandelaar: huisarts huisartsenbed: - huisarts belt klant-adviescentrum - huisarts legt 2-3 maal per week visite af en overlegt met verpleegkundige - in AWN:dokterswacht neemt over - consult door Spec Ouderengeneeskunde is mogelijk en in overleg met SO is overname door SO mogelijk (relatieve) contra-indicatie: - delirium (behalve in palliatieve fase) - acute tweedelijns diagnostiek of observatie nodig - slecht behandelbare gedragsstoornissen SPOEDOPNAME van (KWETSBARE) OUDERE bekend wat er aan de hand is route vanuit de 1 e lijn bij twijfel aan/bevestiging van diagnose i.o.m. klin geriater - zieke patiënt, geen ziekenhuisopname nodig voor diagnostiek/behandeling - zorgprobleem - tijdelijke opname bij complexe zorg - tijdelijke opname bij laag complexe zorg - crisisopname voor dementerende of revalidatie bij dementerenden - revalidatieopname vanuit 1 e en 2 e lijn hoofdbehandelaar: specialist ouderengeneeskunde - opname in verpleeghuis - geriatrische revalidatie in verpleeghuis huisarts overlegt met SO (buiten kantooruren: via centrale MCL) ONCEPT 2 Verwijzing naar SEH voor diagnostiek door klinisch geriater. Als geen indicatie voor ziekenhuis opname dan verwijzing naar juiste plek Zieke, complexe patiënt bij wie er wens is voor diagnostiek en behandeling hoofdbehandelaar: klinisch geriater opname op afdeling klinische geriatrie huisarts overlegt met klinisch geriater Zieke, complexe patiënt met op de voorgrond staande psychiatrische problematiek bij wie er wens is voor diagnostiek en behandeling of van wie het steunsysteem ontlasting behoeft. hoofdbehandelaar: ouderenpsychiater opname in GGZ - instelling huisarts of SO overlegt met (ouderen) psychiater

Achtergrondinformatie Toelichting bij het schema De huisarts kan bij een crisissituatie bij een kwetsbare oudere besluiten tot opname. De mogelijkheden zijn benoemd in het schema. Als de huisarts er niet uitkomt en/of behoefte heeft aan diagnostiek (op korte termijn) dan is een verwijzing naar de SEH mogelijk voor diagnostiek door de klinisch geriater. Als er na afronden van de diagnostiek geen indicatie is voor opname in het ziekenhuis dan kan de klinisch geriater de patiënt verwijzen voor opname elders volgens hetzelfde schema. Opname op een huisartsenbed Opname op een huisartsenbed is mogelijk: - bij minder complexe zorg of enkelvoudige problematiek - als kortdurende zorg nodig is (b.v. bij opname partner) - als extra verpleegkundige/paramedische zorg voldoende is - ter voorkoming van ziekenhuisopname Opname is niet geschikt in complexe situaties. De opname is kortdurend. Zo nodig kan screening op de SEH een tussenstap zijn, alvorens tot opname op een huisartsenbed wordt overgegaan. De huisarts kan de specialist ouderengeneeskunde in consult vragen of de specialist ouderengeneeskunde vragen de begeleiding over te nemen Opname op een huisartsenbed is niet mogelijk: - Als er behoefte is aan acute 2 e lijns, specialistische observatie, diagnostiek of behandeling - Als er complicaties op korte termijn te verwachten zijn - Bij patiënt met slecht behandelbare gedragsstoornissen (b.v. agressief gedrag, zwerfneiging) op basis van een psychiatrisch en/of gevorderd psychogeriatrisch ziektebeeld - Bij revalidatie bij psychogeriatrische problematiek Taken van de huisarts bij opname van patiënt op een huisartsenbed - De huisarts is hoofdbehandelaar - De huisarts bezoekt patiënt 2 á 3 maal per week of vaker als dat nodig is - De huisarts overlegt met verpleegkundige - In ANW neemt de dokterswacht de taak van de eigen huisarts over. Daarvoor is een goede overdracht noodzakelijk - Plaatsing op een huisartsenbed is gezien de verantwoordelijkheden niet te organiseren vanuit de dokterswacht. Voor een opname in een zorgcentrum/verpleeghuis overlegt de diensdoende huisarts met de specialist ouderengeneeskunde. klant-adviescentrum Noorderbreedte: 058-280 3030 klantadviescentrum Palet : 0900-321 3213 CONCEPT ICPC codering (A05 Algehele achteruitgang) Samenstelling werkgroep: mw. V.A. Coenegracht, huisarts; dhr. C.G. Iest, huisarts; dhr. D. Kruizinga, specialist ouderengeneeskunde; mw. M.J. van Leeuwen, huisarts; mw. B. Onnes, SEH-arts; mw. M. Tijkotte, specialist ouderengeneeskunde; dhr. H.C.P. Venema, ouderenpsychiater; dhr. P.E. van Walderveen, klinisch geriater; mw. G.J. Vermeer, medisch coördinator MCC maart 2013

REDUCE PDS Ontwikkeling van een nieuw behandeltraject voor patiënten met een vorm van Prikkelbare Darm Syndroom Medewerking gevraagd van de huisartsen De MDL artsen van het MCL willen hun medewerking gaan verlenen aan het onderzoek REDUCE PDS. Dit onderzoek is opgestart om de begeleiding van patiënten in Nederland met prikkelbare darm syndroom (PDS) te verbeteren. Het belangrijkste doel is het ontwikkelen van een nieuw behandeltraject voor patiënten met een vorm van PDS die naar de tweede lijn worden verwezen. Om mee te kunnen doen aan dit onderzoek hebben we u als huisarts nodig en vragen u derhalve om medewerking. Wat wordt er dan van u verwacht? Om hier een antwoord op te kunnen geven hebben we voor u de huidige situatie bij verwijzing naar de MDL-arts en de nieuwe (onderzoeks)situatie voor u op een rijtje gezet: De huidige situatie 1 ste contact: intake gesprek bij de verpleegkundig specialist 2 de contact (max. 14 dagen na intake): bespreken behandelvoorstel door MDL-arts en verpleegkundig specialist 3 de contact (na 3 mnd): evaluatie behandelplan, eventueel bijstellen door verpleegkundig specialist 4 de contact (na 6 mnd): evaluatie en afsluitend gesprek door verpleegkundig specialist. Patiënt gaat terug naar de huisarts. Nieuwe situatie 1 ste contact: intake gesprek bij de verpleegkundig specialist 2 de contact (max 14 dg na intake): door MDL-arts en verpleegkundig specialist. Patiënt kiest maximaal 3 behandelopties. 3 de contact: huisarts (2 mnd na starten 1 ste behandeloptie) huisarts evalueert behandeling met patiënt. Bij succes doorgaan ingezette behandeling. Bij geen succes door naar behandeloptie 2. 4 de contact (na 4 mnd): evalueren behandeloptie 1 dan wel 2. Indien succes doorgaan met ingezette behandeling, anders door naar behandel optie 2 dan wel 3. 5 de contact (na 6 mnd): evalueren behandeloptie 1 dan wel 2 dan wel 3. Indien succes doorgaan ingezette behandeling, anders terug naar MDL-arts. Kort samengevat mag patiënt nu zelf 3 behandelopties kiezen en deze indien nodig achtereenvolgens gedurende 2 maanden uitproberen. De evaluatie van het effect van de behandeling zal door de huisarts worden gedaan. De huisarts ontvangt max. 14 dagen na 2 de contact van de poli MDL een brief met daarin de bevindingen en de door patiënt gekozen behandeloptie. Patiënten worden door de verpleegkundig specialist aangemeld als zijnde kandidaten voor het onderzoek. Patiënt zal elke 2 maanden een evaluatieformulier invullen. De MDL-arts, verpleegkundig specialist en huisarts hoeven dit slechts 1 keer ter doen aan het einde van het behandeltraject. Het invullen van een dergelijke lijst kost ongeveer 10 min. Graag horen we of u uw medewerking wilt verlenen aan dit onderzoek. Voor vragen: T 058-2866950 of E annieke.de.ruiter@znb.nl MUTATIES Huisartsen: Vertrokken/Nieuw:= niet bekend== Specialisten MCL/MCL Harlingen Vertrokken: April Nieuw: Mei Juni Dhr. H. de Jong, waarnemer ziekenhuispsychiatrie Mw. M.A.B. Bakker-van der Jagt, radiotherapeut-oncoloog RIF Mw. K. Urgel, chef de clinique cardiologie

NIEUWE ORALE ANTISTOLLINGSMIDDELEN (NOACs) bij atriumfibrilleren Doel van deze werkafspraak is de huisarts inzicht geven over het beleid rond nieuwe orale antistollingsmiddelen in de regio rond het MCL en over de aandachtspunten voor de huisarts. Onlangs is de vergoeding van de nieuwe orale anticoagulantia (NOACs) voor de indicatie atriumfibrilleren goedgekeurd door de zorgverzekeraar (en ook bij orthopedische ingrepen). Deze vergoeding geldt niet voor overzetten op nieuwe orale antistolingsmiddelen door de huisarts. Deze werkafspraak is in overeenstemming met het MCL protocol Leidraad begeleide introductie nieuwe orale antistollingsmiddelen. Nieuwe orale antistollingsmiddelen Dabigatran (Pradaxa, trombineremmer) en rivaroxaban (Xarelto, factor Xa remmer) zijn geregistreerd voor de preventie van CVA en systemische embolie bij atriumfibrilleren. Er bestaat geen medische indicatie om patiënten over te zetten op NOACs, indien zij stabiel zijn ingesteld op een vitamine K antagonist. Mogelijke indicaties voor NOACs: atriumfibrilleren bij een patiënt die - moeilijk is in te stellen op een vitamine K antagonist (VKA) - moeilijk te prikken is of complicaties van prikken heeft - hiertoe een uitdrukkelijk verzoek doet Gebruik van nieuwe orale antistollingsmiddelen wordt niet geadviseerd bij: - stabiele INR bij gebruik van vitamine K antagonisten - na bloedingscomplicatie bij VKA - eerste 6-12 weken na CVA - kwetsbare ouderen - intracerebrale bloedingen in voorgeschiedenis (eerst overleg met neuroloog) - zwangerschap en borstvoeding - patiënten bij wie de zorgketen rondom verantwoord medicijngebruik niet geregeld is. Contra-indicaties NOACs - mechanische hartkleppen - nierfunctiestoornissen (egfr < 40 ml/min) - leverfunctiestoornissen Voor het overzetten op NOACs kan de huisarts patiënt naar de cardioloog verwijzen via ZorgDomein (cardiologie hartritmestoornissen/verwijsreden niet gespecificeerd NOACs). Beperkingen NOACs Er is geen specifiek antidotum, er zijn geen laboratoriumtesten om de werkzaamheid te testen. Beleid bij electieve ingrepen Voor het doen van electieve ingrepen in de huisartsenpraktijk verwijst de werkgroep naar de adviezen bij ingrepen uit Medicatieoverdracht in de keten antistolling (zie bijlage). Het risico op trombose lijkt bij eenmalig stoppen van een NOAC bijzonder klein. CONCEPT Overleg In acute situaties bij patiënten die NOACs gebruiken (b.v. plotseling verlaagde nierfunctie) is overleg mogelijk met de antistollingsconsulent (mw. T. Veldhuis, tel: 058-2861359) Literatuur: Leidraad begeleide introductie nieuwe orale antistollingsmiddelen, uitgave van de wetenschappelijke verenigingen en Orde van Medisch Specialisten. Samenstelling werkgroep: dhr. A.F.M. Bartels, huisarts; dhr. R.J. Folkeringa, cardioloog; mw. G.J. Vermeer, medisch coördinator MCC Leeuwarden april 2013 Bijlage Enkele adviezen voor de huisarts: Hoe vaardig bent u als chirurg, afwegen bloeding-risico trombose - Opereer onder bloedleegte, zorg voor coagulatiemogelijkheden - LESA: als INR binnen norm (<1wk oude waarde) dan laag risico ingreep mogelijk - Acenacoumerol werkt 2 dg, Fenprocoumon werkt 1-2 wk na; couperen met Vit K werkt na 8 uur - Dipyridamol staken, Clopidogrel en acetylsalicylzuur na overleg - acetylsalicylzuur geeft ook bij grotere ingrepen geen klinisch relevante bloedingscomplicaties - acetylsalicylzuur gegeven voor primaire preventie kan gestaakt worden 5

Het Oogzorgnetwerk en samenwerking in de regio Oogheelkunde MCL Oogheelkundig Nederland staat voor grote veranderingen. Druk op de kosten van de gezondheidszorg en vergrijzing vragen om een verandering van organisatie. Samenwerken met huisartsen en opticiens is noodzakelijk. De afdeling oogheelkunde van het MCL en Harlingen is daarom partner van Het Oogzorgnetwerk. Deze serviceorganisatie ondersteunt de oogheelkundige afdeling van het MCL om in te spelen op veranderingen. Daardoor kunnen we patiënten goed en snel blijven helpen. Het Oogzorgnetwerk Als reactie op de toenemende vraag naar oogartsen, de hogere kwaliteitseisen van patiënten en de sterke concurrentie-ontwikkeling, heeft Het Oogziekenhuis Rotterdam Het Oogzorgnetwerk opgericht. Het Oogzorgnetwerk is een centrale serviceorganisatie waarbij oogheelkundige afdelingen zich kunnen aansluiten. De serviceorganisatie levert kennis, ervaring en ondersteuning om de organisatie van oogheelkundige afdelingen aan te passen aan de veranderende tijden. Het Oogzorgnetwerk en de netwerkpartners garanderen samen kwalitatief hoogwaardige, oogheelkundige zorg in Nederland. Naast franchise samenwerking tussen ziekenhuisafdelingen is er ketensamenwerking van de ziekenhuizen met optometristen, huisartsen en revalidatiezorg. Het netwerk bestaat nu uit veertien partnerziekenhuizen en moet uiteindelijk groeien tot twintig à vijfentwintig partners die landelijk oogheelkundige zorg aanbieden. De partners van Het Oogzorgnetwerk bieden patiënten oogzorg als één geheel. Van huisartsen, opticiens, optometristen tot medische behandeling en daarna zo nodig revalidatie, cliëntenvereniging of lotgenotencontact. Paramedische oogheelkundige ondersteuning Oogartsen kunnen het niet meer alleen af en dat is ook niet nodig. Technisch oogheelkundig assistenten (toa) met een mbo-opleiding en hbo-opgeleide orthoptisten en optometristen nemen veel oogheelkundige onderzoeken voor hun rekening. Hierdoor blijven de wachtlijsten van het MCL kort. Technisch oogheelkundig assistent: De toa s in het MCL doen vooral het voorbereidende oogheelkundig onderzoek voor de oogarts. Dit wordt eventueel gevolgd door hulponderzoeken. Optometrist: De belangrijkste werkzaamheden van de optometrist zijn het screenen van de ogen van patiënten. Het regelmatig oogheelkundig onderzoek van patiënten met chronische ziektes zoals glaucoom, diabetes mellitus en hypertensie hoort tot de taken. Binnen het MCL beoordelen de optometristen ook nieuwe patiënten met flitsen en vlekken, wazig zien en vermoeden op staar of glaucoom. Daarnaast doet de optometrist controles na staaroperaties. Orthoptisten: Orthoptisten in het MCL onderzoeken en behandelen onder andere patiënten, waaronder kinderen, met klachten als scheelzien, een lui oog, dubbelzien of oogbewegingsstoornissen. Ook patiënten met lees- en hoofdpijnklachten kunnen bij hen terecht. Zorglijnen Om kwalitatief hoogwaardige zorg te garanderen werkt Het Oogzorgnetwerk aan zorglijnen op het gebied van cataract, glaucoom, maculadegeneratie en diabetes. Ook het werk van optometristen en de samenwerking met opticiens in de regio, OpticienZorg, is hiervan een onderdeel. Doel van de zorglijnen is het standaardiseren van de zorg om meer patiënten te helpen. De zorglijnen moeten ook zorgen voor het verbeteren van kwaliteit, het verlagen van kosten en het voldoen aan de vraag van patiënten. OpticienZorg OpticienZorg is het samenwerkingsverband tussen de oogheelkunde van het MCL en opticiens en optometristen die werkzaam zijn in optiekwinkels in de regio. Met deze samenwerking streven we naar een hoge kwaliteit van de oogzorg door de diverse aanbieders. De opticien is een belangrijke schakel in de signalering van oogproblemen. Door goede verwijzing van beide partijen worden cliënten sneller op de juiste plaats behandeld. Zorg dichtbij waar het kan, in het ziekenhuis als het moet. Uiteraard is voor verwijzing naar de afdeling Oogheelkunde een verwijsbrief van de huisarts noodzakelijk. De informatie tussen opticien, afdeling oogheelkunde en huisarts wordt, zo mogelijk, digitaal uitgewisseld. Naast het MCL is in Friesland ook het Antonius Ziekenhuis Sneek partner van Het Oogzorgnetwerk. Voor meer informatie: www.mcl.nl/patient/de-specialismen/oogheelkunde www.oogzorgnetwerk.nl 6

AGENDA TRANSMURALE ACTIVITEITEN Juni 12 Provinciaal overleg Friese MCC s September 4 Overleg huisartsen bestuur medische staf en directie MCL 25 cursus Astmabehandeling anno 2013 (J. vd Maten /dr. A. Sachs) voor huisarts en praktijkondersteuners; info: www.healthinvenvestment.nl Oktober 1 Symposium: Percutane hartklepinterventie: uitkomst? Toekomst? 13.30-18.00; Auditorium MCL 2-4 Oldehovecursus week 1 9-11 Oldehovecursus week 2 15 Transmurale Commissie 30 Koepelgroep Verwijzing kind met ADHD/drukgedrag In de vorige nieuwsbrief werd vermeld dat bovengenoemde verwijzingen niet meer in behandeling worden genomen bij de afd. Kinderpsychologie van het MCL. De kinderartsen adviseren patiënten te verwijzen naar andere instellingen voor kinder- en jeugdpsychiatrie. Schisisteam Het schisisteam Friesland (www.schisisteamfriesland.nl) bestaat inmiddels ruim 30 jaar en heeft sinds kort een hele verandering meegemaakt doordat de voorzitter, collega van der Biezen, is afgezwaaid en een nieuwe voorzitter heeft plaatsgenomen (collega Heijdenrijk, kaakchirurg). Tevens is de plek van van der Biezen overgenomen door collega s van Dam en Mouës. Het team wil graag de informatiepakketten aanbieden aan de huisartsen die nog niets van ons in de wachtkamer hebben liggen (tandenpoetsen/adoptie en nieuw broertje alle in combinatie met schisis). Het schisisteam Friesland is een volledig en goed draaiend team, dat betekent dat kinderen met schisis dus niet naar elders(bv academisch centrum) verwezen hoeven te worden. ZorgDomein Wijziging zoeksysteem Eind april is het patiëntenbericht in Zorgdomein aangepast. Door de nieuwe koppeling kunnen de poli s niet meer zoeken op ZD-nummer. Het ZD-nummer is kleiner in beeld zodat de patiënt niet dit nummer noemt bij het bellen voor een afspraak, maar eerst zijn/haar geboortedatum en naam. Voor vragen/informatie over Zorgdomein: Joke Kuperus (coördinator) T: 7395; E: joke.kuperus@znb.nl of Gerda Vermeer T: 6051; E mcc.g.j.vermeer@znb.nl 7

De uitnodigingen zijn verzonden. Voor informatie kunt u terecht op onze website: www.mccleeuwarden.nl 8