NOTA VAN INLICHTINGEN MARKTCONSULTATIE JEUGD WONEN VERBLIJF Datum overlegtafel 9-10-2017 Publicatiedatum 20-11-2017
INHOUDSOPGAVE blz. Fysieke overlegtafel 3 Digitale overlegtafel 5 - Jeugddorp De Glind - Ambiq - Entrea Lindenhout - Pactum 2
Vraag Antwoord/opvolging FYSIEKE OVERLEGTAFEL 1 Toetsen of registratie van speltherapeuten gelijkwaardig is aan SKJ. Zelfstandig werkende vaktherapeuten kunnen zich in het kader van de overgangsregeling wel registreren bij het SKJ en moeten dat als jeugd- of gezinsprofessional ook doen. Dat is het standpunt dat wij als regio ook innemen. We maken hierop voor vaktherapeuten die zelfstandig een raamovereenkomst willen, en werken als jeugd- of gezinsprofessional geen uitzondering. 2 Uitwerken principe van toeslagen bovenop zorg & ondersteuningsproducten. Door gemeenten wordt bij de tariefbepaling het principe van toeslagen gehanteerd. Als door een aanpassing (toeslag) op een ander product een nieuw product ontstaat, hoeft niet dit hele product opnieuw beoordeeld te worden in het kader van de tariefbepaling. Alleen de toeslag volstaat dan. In de praktijk zullen er voor deze producten aparte productcodes komen; één zonder toeslag erin opgenomen, één met toeslag op het tarief erin opgenomen. Op die manier wordt voorkomen dat voor één zorgtraject extra codes moeten worden toegewezen, verwerkt en gedeclareerd. 3 Beschrijven toeslag moeder & kind. Er komt voor zowel Jeugd als Wmo een toeslag beschikbaar voor verblijfscliënten waarvan ook het kind bij de aanbieder verblijft. Ook zijn er situaties waarin twee partners met een zorgvraag samen verblijven bij een aanbieder in één eenheid, waardoor de Verblijf-component maar één keer hoeft te worden gerekend. 4 In productomschrijving duidelijk kenbaar maken of product op locatie van zorgaanbieder wordt geboden of ook thuis. 5 Onderzoeken of het product Gezinsgericht opgedeeld moet worden in gezinshuis, specialistisch gezinshuis en woongroep. Kijk ook naar groepsgrootte. Er zijn producten waarvoor geldt dat ze zowel op locatie van de aanbieder (bijvoorbeeld op het kantoor) als thuis bij de cliënt kunnen worden ingezet. Naar gelang de specifieke situatie kan er een voorkeur voor één van beide zijn. Per zorgproduct kunnen daarom afhankelijk van de vraag van de cliënt verschillende keuzes gemaakt worden. Het is aan cliënt, toegang en aanbieder om te bepalen wat het best passend is. In algemene zin streven wij naar een beweging van zoveel mogelijk bieden van ondersteuning in de thuissituatie van de cliënt. Dank voor de input. Wij begrijpen de suggestie om differentiatie toe te passen binnen dit product. We gebruiken deze input en de opbrengst uit 3
de tarieven uitvraag (waarin ook groepsgrootte wordt meegenomen) om een standpunt te bepalen. 6 Opleidingseisen ter discussie stellen Bedankt voor uw reactie over de opleidingseisen die wij hebben gesteld. Uw reactie en die van anderen zijn aanleiding voor ons om op dit punt bijstellingen te doen in de opleidingseisen bij een aantal producten. 7 Definieer het product nazorg, waarbij rekening gehouden dient te worden met mogelijkheden ambulant na residentieel en overgang jeugd naar Wmo. Wij zien nazorg niet als apart product, maar als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van aanbieders, verwijzers en toegangen. Wij verwachten van aanbieders van residentiele zorg dat zij tijdig met de jongere een perspectiefplan opstellen waarin vervolgstappen na het verblijf in de instelling worden gedefinieerd en voorbereid. De lokale toegang wordt hier tijdig bij betrokken om afspraken te maken over de inzet van ondersteuning. Als ambulante begeleiding nodig is na verblijf bij een instelling kan dit binnen de bestaande productenstructuur worden opgelost. 8 Beschrijven inzet deskundigen bij behandelgroepen. Beschrijving van de inzet en eisen aan professionals bij behandelgroepen wordt toegevoegd. 9 Opnemen van kinder- en jeugdpsychiater als beroepsgroep bij 3- milieu voorzieningen. Wordt toegevoegd. 10 In productomschrijving iets opnemen over beveiligingsniveau, indien er zorgvraag zou kunnen zijn waar beveiliging een issue zou kunnen zijn (denk aan huidige LVG 4-5) en deelprestaties in de GGZ. Dit wordt niet opgenomen in de productomschrijving. We verwijzen naar standaarden die al voor de verschillende sectoren gelden. De kosten van beveiligingsaspecten worden meegenomen in de tariefuitvraag. 11 Uitwerken hoe zonder administratieve last een aanbieder beloond kan worden bij goede prestaties van geleverde zorg Wij gaan samen met aanbieders een ontwikkeltraject in om vorm en inhoud te geven aan resultaatsturing. Allereerst willen we zicht krijgen op de resultaten die aanbieders boeken en deze beter leren te duiden. Vervolgens zullen we ook in gesprek gaan over mogelijke consequenties die we kunnen verbinden aan resultaat. Daarbij wordt zeker ook gekeken naar mogelijkheden om goede resultaten te belonen. 4
1 Jeugddorp De Glind DIGITALE OVERLEGTAFEL Tijdens deze overlegtafel hebben we gesproken over Verblijf gezinsgericht. Hierin werd vanuit de gemeente het voorstel gedaan om de kwaliteitseis te stellen dat de professionele opvoeder HBO geschoold moet zijn. Daarover hebben we vervolgens het gesprek gevoerd. Hierin heb ik o.a. aangegeven dat wij samenwerken met franchise-gezinshuizen van Gezinshuis.com waar de gezinshuisouders niet allemaal HBO geschoold zijn, omdat dit niet verplicht is. Op verzoek heb ik hierover nog eens navraag gedaan bij Gezinshuis.com en zij zeggen het volgende hierover: MBO geschoolde gezinshuisouders kunnen volgens de Wet Verantwoorde Werktoedeling werken in combinatie met een GZpsycholoog/ gedragswetenschapper. Voor 90% werken onze gezinshuisouders samen met een zorgaanbieder, waarbij de inhoudelijke begeleiding van de jongeren is gewaarborgd door inzet van de GZ psycholoog / gedragswetenschapper. Hier zijn we het mee eens. Het voldoet aan de Wet Jeugdzorg en aan het Kwaliteitskader Jeugd Norm van de Verantwoorde Werktoedeling. De geregistreerde is verantwoordelijk en ziet toe op de kwaliteit van de zorg. Het NJI heeft hierover begin 2017 gepubliceerd, mogelijk is dit nog helpend in de discussie. MBO geschoolde gezinshuizen worden specifiek in de factsheet gezamenlijk inzetten geregistreerde en niet geregistreerde professional genoemd. Zie onderstaande link: https://www.nji.nl/nl/kennis/dossier/professionalisering/professionalis ering-beroepsregistratie Daarnaast wordt een klein deel van de bij ons aangesloten gezinshuizen rechtstreeks door een gemeente ingekocht. Deze gezinshuizen moeten binnen onze franchisecriteria voldoen aan een HBO scholing en inzet van een geregistreerde gedragswetenschapper die aangesloten wordt op ons ZZP netwerk (bij voorkeur van één van de aangesloten zorgaanbieders). 5
2 Jeugddorp De Glind Verder wil ik als reactie op de overlegtafel nog mijn wens uitspreken om de productenstructuur overzichtelijk te houden. Ik begrijp de scheiding tussen integraal en niet-integraal, maar het is van belang om dit goed uit te leggen in de aanbestedingsprocedure. Ik heb overigens ook het idee dat deze scheiding wellicht wat lastig kan zijn bij 18-/18+ (verblijf). 3 Ambiq Groepsgrootte van verblijfsgroepen hoeft niet te worden aangegeven. De groepsgrootte wordt bepaald door het pedagogisch klimaat en de bedrijfseconomische mogelijkheden 4 Ambiq De minimumleeftijd voor verblijf hoeft niet te worden aangegeven. Binnen onze organisatie wordt uitgegaan vanuit de visie dat 10 jaar een minimum leeftijdsgrens is voor de Intensieve Behandelgroepen, tenzij Kinderen onder de 10 jaar proberen we zoveel mogelijk in gezinsvormen te plaatsen. 5 Ambiq Het onderscheid Behandeling/Begeleiding is nog niet geheel duidelijk. We zien niet goed waar de verschillende vormen van Intensief Ambulante Gezinsbehandeling (ZIG) zouden passen. Hetzelfde geldt voor de Zeer Intensieve Gezinsbehandeling e.d. die ook onder de groep psychosociaal zouden moeten vallen. Is het onderscheid te verduidelijken? En, is er meer helderheid aan te brengen waar de genoemde producten zouden passen? Met hetgeen zojuist genoemd is, is de groep psychsociaal misschien wel te groot voor alle sub-producten. 6 Ambiq Innovatie zou kunnen op gebied van het afzonderlijk kunnen inzetten van ketenregie, nazorg en consultatie. Deze dragen allen bij aan samenwerking en afschalen. a. Ketenregie zou een apart product kunnen zijn. Ketenregie moet echter wel maatwerk moeten blijven omdat het sterk afhankelijk is van de situatie. Het zou in bepaalde gevallen ook bij de toegang geregeld moeten kunnen worden. Het zou dus ook door verschillende partijen geregeld zou moeten kunnen worden. Gemeenten zijn van mening dat tijdens de bijeenkomsten op 2 en 9 oktober voldoende is ingezet op uitleg over de productenstructuur. Wij hebben echter ook gemerkt dat er desondanks bij aanbieders onduidelijkheden waren over de productenstructuur en de samenhang tussen integraal en niet-integraal. Bij toekomstige communicatie wordt hier vooraf rekening mee gehouden. Gemeenten willen met de integrale producten juist bij 18-/18+ de scheiding zo veel mogelijk wegnemen. Ten behoeve van bepaling van het tarief is de groepsgrootte van belang. Dit zal dan ook onderdeel zijn van de tariefuitvraag onder u als aanbieders. Bedankt voor uw reactie. Uw suggestie dat de minimum leeftijd niet opgenomen hoeft te worden in de beschrijving van onze zorg- en ondersteuningsproducten kunnen wij plaatsen en nemen we over. De minimum leeftijd wordt geschrapt. Bedankt voor uw input. Wij constateren dat het product behandeling psychosociaal nog veel vragen oproept. Daarom wordt er een extra overlegtafel georganiseerd voor dit product. Ter verduidelijking, uw vraag is gesteld in reactie op de marktconsultatie wonen verblijf, maar we adresseren dit verder via de extra georganiseerde bijeenkomst. Coördinatie wordt een apart product, waarbij nazorg geen apart product is (vraag 7 van de fysieke overlegtafel). Voor het zorgproduct consultatie is er een pilot in 2018, de uitkomsten worden meegenomen naar de inkoop vanaf 2019. 6
b. Nazorg als apart product zou ook wenselijk zijn als het niet is opgenomen als onderdeel van de integrale producten. Het kan helpen sneller af te schalen en toekomstperspectief te ontwikkelen. c. Consultatie draagt bij aan een verbeterd aanbod waarbij samenwerking met andere partijen gestimuleerd wordt en integrale zorg kan worden geleverd. 7 Ambiq Wordt er bij de differentiatie in groepen rekening gehouden met het feit dat de LVB doelgroep meer tijd vraagt in de behandeling? 8 Ambiq Meer aandacht voor het systeem is gewenst. Vraag is wel om duidelijk te maken wat we precies verstaan onder een systeem. Verder is het ook van belang om ons te realiseren dat elk systeem opnieuw gedefinieerd zal moeten worden. Meer aandacht voor het systeem vraagt ook om de toevoeging van middelen. Er moeten meer middelen beschikbaar zijn om tijd aan het systeem te kunnen geven. 9 Ambiq De gemeente kan helpen om doorlooptijden te verkorten, afschalen te stimuleren door meer aanbod van passende woningen voor onze cliënten te verruimen. Nadat cliënten uit behandeld zijn is een vlotte doorstroming naar een passende woon- of begeleidingsplek gewenst. 10 Entrea Lindenhout Verblijf gezinsgericht, eisen aan de professional: Het document zegt: minimaal één opvoeder met HBO-achtergrond. Transformatie van verblijf betekent onder andere: het afbouwen van groepsresidentiële zorg en het opbouwen van gezinswoonvormen. Het vinden van voldoende professionele opvoeders die enerzijds de persoonlijke stabiliteit, de toewijding, en het structurerend vermogen èn de professionele kennis te hebben om samen te leven met kinderen waarbij sprake is van complexe problematiek, is een van de grootste uitdagingen voor de komende jaren. Het eisen van een Hboopleiding is daarbij contraproductief. Veel gezinshuisouders hebben De duur van de toewijzing wordt per cliënt vastgesteld, rekening houdend alle factoren die daarop van invloed kunnen zijn. Onder het systeem verstaan wij de directe omgeving van een cliënt. Dat kan zijn partner, familieleden, ouders. Maar ook buren, vrienden, etc. Het gaat om het sociale netwerk van een cliënt. En inderdaad dient dat telkens opnieuw gedefinieerd te worden. Wij verwachten van al onze aanbieders dat zij bij hun ondersteuning oog hebben voor en actief aandacht besteden aan het betrekken van het systeem. Dit leidt wat ons betreft dus niet tot het toevoegen van extra middelen. Het is, als het goed is, vanaf het begin onderdeel van het plan van aanpak. Het klopt dat doorstroom naar reguliere woningen soms een probleem vormt. Gemeenten zijn zich hier bewust van en sturen daar ook op in hun woonvisie en prestatieafspraken met de woningcorporaties. Als cliënten in afwachting van een woning nog tijdelijk bij een zorginstelling moeten verblijven, kan de intensiteit van het verblijf en de geboden begeleiding wel worden afgeschaald. Wij volgen de redenering en passen de eis aan. Daarbij zal de norm verantwoorde werktoedeling leidend zijn. 7
een Hbo-opleiding, sommige ook niet, maar het is niet deze kwalificatie die het tot goede gezinshuisouders maakt. Voor Entrea Lindenhout is het reflectief en lerend vermogen van gezinshuisouders erg belangrijk. Daarnaast wordt er veel waarde gehecht aan een goede inbedding in een professionele omgeving. Dit leidt tot de volgende structuur: - De gezinsouders zijn zelfstandige ondernemers. - Lindenhout werkt met de gezinshuisouders in de driehoek gezinshuis.com/gezinshuisouders/lindenhout - Dit betekent dat alle gezinshuisouders hebben deelgenomen aan een voorbereidingstraject, inclusief assessment. Daarbij wordt intensief gescreend op persoonlijke stabiliteit, empathie, lerend vermogen, zelfreflectie, samenwerking, en het bieden van ordening en structuur. - Als Lindenhout aan gezinshuisouders vraagt om een kind dat bij Lindenhout is aangemeld op te nemen, dan wordt het traject van dat kind opgenomen in de structuur van Lindenhout. Dat betekent: o De gezinshuisouders worden ingebed in een team met daarin een gedragswetenschapper die de voortgang van het proces van het kind ondersteunt. En een ambulant hulpverlener, die inzet op de verbinding gezinshuisouders/ouders en die het persoonlijk welbevinden van het kind volgt o De gezinshuisouders zijn aangesloten op het digitale cliëntvolgsysteem van Lindenhout. o De gezinshuisouders maken gebruik van de protocollen, procedures en trainingen die Lindenhout met betrekking tot het primaire proces ontwikkeld heeft. - Van alle gezinshuizen wordt gevraagd de kwaliteitscriteria van de inspectie (in samenwerking met Entrea Lindenhout) geïmplementeerd te hebben. 8
11 Entrea Lindenhout - De gezinshuizen hebben het kwaliteitskeurmerk gezinshuizen behaald. - Alle gezinshuisouders zitten in een deskundigheidsbevorderingsprogramma - Alle gezinshuisouders maken gebruik van intervisie - Bovendien hebben alle gezinshuisouders een persoonlijke coach die gericht is op de ontwikkeling en balans van de gezinshuisouders (en dus niet van de kinderen: dat doet de gedragswetenschapper). Het toevoegen van behandeling aan een kind in een gezinswoonvorm: Entrea Lindenhout is een orthopedagogische instelling. De inzet is om kinderen, waarbij sprake is van complexe gezinsproblematiek en persoonlijke problematiek, zo gewoon mogelijk en in balans te laten opgroeien. Daarvoor is tegelijkertijd aandacht nodig voor het kind zelf en de eventuele stoornissen die er spelen, voor de situatie van het gezin, voor de pedagogische mogelijkheden van de ouders, voor de school, voor de hele context. Om waar te maken dat kinderen met een complexe problematiek in een professionele gezinswoonvorm inderdaad zo gewoon mogelijk kunnen opgroeien, zijn professionals nodig die in staat zijn om een pedagogisch klimaat te creëren waarin veiligheid, empathie en ruimt gecombineerd worden met structuur en planmatig werken. Dit creëren van een geborgen en groeizame plek om (tijdelijk) te kunnen opgroeien, vraagt dus om veel vakmanschap, maar heet bij Entrea Lindenhout geen behandelen. Wel kan behandeling worden toegevoegd: bijvoorbeeld traumatherapie, of behandeling in het kader van agressieregulatie, of systeemtherapie. De inzet is om zo weinig mogelijk kinderen onder de twaalf in groepen te laten verblijven. Dat betekent wel dat het nodig is om bij sommige kinderen met ernstige problematiek behandeling toe te voegen aan het verblijf in een gezinswoonvorm. Daartoe heeft Entrea Lindenhout de vorm behandelplek in gezinshuizen ontwikkeld. Een integrale werkvorm, waarbij verblijf Wij herkennen dit beeld en streven ernaar kinderen zo min mogelijk in behandelgroepen te plaatsen. Het versterken van de inzet rondom gezinshuizen draagt hier zeker aan bij. 9
gecombineerd wordt met behandeling op basis van arrangement op maat. 12 Lindenhout Pleegzorg: Goede tekst met veel aandacht voor de positie van de ouders. Hoewel voor ouders inderdaad nog vaak biologische ouders wordt gebruikt, is dit niet nodig en ook niet altijd logisch. Langzaam wordt het gangbaar om gewoon ouders te schrijven. Bedankt voor deze input. Wij nemen de tekstsuggestie mee in de definitieve stukken. Met betrekking tot de monitor pleegzorg : deze is nog in ontwikkeling. Er loopt een pilot bij 5 organisaties in Nederland, en inmiddels zijn de kinderziektes er uit, en kan er geïmplementeerd worden. Maar de monitor is er alleen maar voor de opvoedvariant! Voor de hulpverleningsvariant moet hij nog gebouwd worden. Bovendien: het invoeren van de monitor brengt een behoorlijke investering met zich mee, op het gebied van nieuwe software, training voor medewerkers, en extra handelingen voor die medewerkers. Het is nog niet zo dat de monitor andere instrumenten kan vervangen. Dat is wel uiteindelijk de bedoeling. 13 Pactum Reactie op paragraaf 5.1.4 Pleegzorg Opdracht: Pag. 21 onderaan Bij deeltijdvarianten vinden wij het vreemd om dit terugkeer naar huis te noemen. Het kind is dan immers in de regel nog thuis. Misschien zou hiervan gemaakt kunnen worden: naast versterking van biologisch gezin, ter ontlasting van het gezin, zodat het kind thuis kan blijven wonen. Bedankt voor deze input. We nemen deze suggesties mee in de definitieve stukken. M.b.t. extra uren voor intensieve hulp: wij gaan er van uit dat deze zorg- en ondersteuningsproducten in principe afdoende zijn voor de te leveren ondersteuning en willen dus ook niet op voorhand uitgaan van intensievere zorg. Wij gaan ervan uit dat tegenover intensieve trajecten ook trajecten staan met minder intensieve inzet. Met een reel gemiddeld tarief gaan wij er van uit dat er geen aanvullingen nodig zijn. Pag. 22 bovenaan Er wordt gesproken van onderdelen die vallen onder het zorg- en ondersteuningsproduct -Hulpverlening aan biologische ouders en kind 10
Zoals het hier geformuleerd staat, zegt dit niets over de intensiteit van de hulpverlening aan ouders en zou deze hulp binnen de pleegzorg vallen. Misschien kunnen we hier uitgaan van basishulpverlening aan biologische ouders en kind en daarmee de mogelijkheid behouden om een extra beschikking aan te vragen als intensieve hulp nodig is. Eisen aan inhoud: Pag. 22 Er staat dat Pleegouders en jeugdhulpaanbieder zorgen voor duidelijkheid in perspectief, terugkeer naar eigen gezin. Het zijn niet pleegouders en jeugdhulp die (alleen) voor deze duidelijkheid zorgen. Ouders blijven in dit stuk volledig buiten beschouwing evenals een eventuele gezinsvoogd. In de volgende alinea staat dat de uitvoering van pleegzorg een goede samenwerking vraagt tussen jeugdige, biologische ouders, pleegouders, als ook basisteam/de casusregisseur en de pleegzorgaanbieder. Hier mist een eventuele gezinsvoogd. Suggestie zou kunnen zijn om de tekst aan te passen in: Binnen deze nauwe samenwerking is het van belang dat het perspectief in het belang van het kind zo snel mogelijk helder is. Daartoe dienen alle bovengenoemde betrokkenen nauw samen te werken. Er kan eventueel ter ondersteuning voor een snelle helderheid een module perspectiefbepaling ingezet worden door de jeugdhulpaanbieder. 14 Pactum Reactie op paragraaf 5.1.3 Productdefinities Verblijf Eisen aan de inhoud Pag. 20 Er werd gevraagd om input op basis waarvan een eventuele toeslag nodig zou kunnen zijn bij behandelgroep of 3 milieu: Indicatie/toeslag voor tijdelijke intensieve (één op één) begeleiding binnen een behandelgroep of 3 milieuvoorziening. Bedankt voor de input. Wij nemen deze ter overweging mee bij het opstellen van de definitieve zorg- en ondersteuningsproducten. 11
Doel van de extra begeleiding is om te komen tot observatie en stabilisatie van de jongere in de volgende situaties: -Er is sprake van een psychiatrische crisis. Doel van de extra begeleiding is om samen met jongere en zijn systeem handvatten te creëren om in een volgende situatie een crisis te voorkomen en veiligheid te herstellen/borgen. -Er is sprake van een forse toename in gedragsproblematiek waardoor de veiligheid voor de jongere en zijn omgeving in het geding komt. Doel van extra begeleiding is om functie van het gedrag te onderzoeken en passende interventies in te zetten zodat de behandeling in de open setting gecontinueerd kan worden en de veiligheid is hersteld/geborgd. 12