NOTA VAN INLICHTINGEN MARKTCONSULTATIE JEUGD AMBULANT

Transcriptie

1 NOTA VAN INLICHTINGEN MARKTCONSULTATIE JEUGD AMBULANT Datum overlegtafel Publicatiedatum

2 INHOUDSOPGAVE blz. Fysieke overlegtafel 3 Digitale overlegtafel 6 - Collectief jeugdpsychologen Zutphen - Care Zorg & Welzijn - Entrea Lindenhout - Praktijk Kind en Gezin e.a. - ZoZijn - Pactum 2

3 Vraag Antwoord/opvolging FYSIEKE OVERLEGTAFEL 1 Definieer basale stoornis in productenstructuur j-ggz. De productenstructuur voor de specialistische GGZ is opgesteld naar aanleiding van de vervanging van de DBC s in Drie cliëntgroepen staan daarin centraal waarvan de cliënten met basale psychische stoornissen er één is. Het gaat over cliënten die gedurende beperkte tijd met evidence-based programma s behandeld kunnen worden. Het beter worden en de verdere ontwikkeling van de cliënt staan centraal. 2 Maak meerdere producten psycho-sociaal om tegemoet te komen aan meerdere niveaus van in te zetten specialisme. Apart BGGZ product. Gedacht kan ook worden aan toeslagen op basisproduct. 3 Duiding of het product ingezet wordt op locatie van zorgaanbieder of bij cliënt thuis. 4 Duiding van gebruik product MDFT, mogelijk als input voor product psycho-sociaal? Wij zien dat de huidige omschrijving van het product behandeling psychosociaal nog veel vragen oproept. Wij staan open voor suggesties om het product op te splitsen, waarbij ook een onderscheid kan worden gemaakt in de zwaarte van de zorgvraag en daarmee ook de zwaarte van de interventie en rekening kan worden gehouden met het gezinsgericht werken. Wij nodigen aanbieders uit om hiervoor ook informatie aan te leveren. Er wordt een extra overlegtafel georganiseerd over dit product. Er zijn producten waarvoor geldt dat ze zowel op locatie van de aanbieder (bijvoorbeeld op het kantoor) als thuis bij de cliënt kunnen worden ingezet. Naar gelang de specifieke situatie kan er een voorkeur voor een van beide zijn. Per zorgproduct kunnen daarom afhankelijk van de vraag van de cliënt verschillende keuzes gemaakt worden. Het is aan cliënt, toegang en aanbieder om te bepalen wat het best passend is. In algemene zin streven wij naar een beweging van zoveel mogelijk bieden van ondersteuning in de thuissituatie van de cliënt. MDFT is inderdaad één van de vormen van jeugdhulp die wij onder het product behandeling psychosociaal voor ogen hebben. Omdat het product nog veel vragen oproept wordt een extra overlegtafel ingepland over behandeling psychosociaal. 5 Filteren op gestelde eisen, dubbelingen verwijderen. Door de marktconsultatie is er de mogelijkheid om eisen te toetsen. Als blijkt dat er dubbele eisen gesteld worden (op grond van wet-/beroepscodes of anderszins, wordt er zoveel mogelijk geharmoniseerd om onnodige dubbelingen te voorkomen. 3

4 6 Meenemen verschillen in de kosten voor vrijgevestigden en instellingen, eventueel aparte tarieven. Gemeenten hanteren als uitgangspunt integrale tarieven voor integrale producten. Wel zal bij de uitvraag van kostprijsberekeningen rekening worden gehouden met het geheel aan kosten van een aanbieder, voor zover die van invloed zijn op de kostprijs van producten. 7 Product consultatie beschrijven en toevoegen. Voor het zorgproduct consultatie is er een pilot in 2018, de uitkomsten worden meegenomen naar de inkoop vanaf Delen informatie over contractbeheersysteem/sociale kaart met aanbieder indien ver genoeg gevorderd. 9 Opstellen wensenlijstje voor systematisch meten van behandelingen in de jeugdhulp. Start, gedurende de hulp en achteraf. Maak inzichtelijk waar aanbieders aan moeten voldoen. Momenteel is er een werkgroep vanuit de zorgregio aan het werk waarbij we toewerken naar een gebruiksvriendelijke manier van het inzichtelijk maken van gecontracteerd zorgaanbod. Hiermee hopen we een goede invulling te geven aan de wens voor een sociale kaart. Indien er keuzes zijn gemaakt in het systeem, wordt dit inzichtelijk gemaakt via de website. Gemeenten houden de landelijke criteria aan: 1. Uitval van cliënten (inzicht hebben in aantallen cliënten die voortijdig hulptraject stoppen vh + reden); 2. Tevredenheid van cliënten over het nut/effect van de jeugdhulp; (inzicht hebben in cliënttevredenheid) 3. Doelrealisatie van de hulp, uitgesplitst naar: 3.1 De mate waarin cliënten zonder hulp verder kunnen; 3.2 De mate waarin er na beëindiging geen nieuwe start jeugdhulp plaatsvindt; 3.3 De mate waarin problemen verminderd zijn en/of zelfredzaamheid/participatie is verhoogd; 3.4 De mate waarin overeengekomen doelen gerealiseerd zijn. Ad 3.: van belang is dat er wordt gewerkt met meetbare doelen voor elk hulp traject, dat doelen regelmatig worden geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Wij vinden het vooral van belang dat aanbieders werk maken van systematische meting van resultaten van hun ondersteuning en daarvoor op kindniveau valide meetinstrumenten voor gebruiken. Hierbij horen metingen voorafgaand aan, tijdens en na trajecten. Wij verwachten van aanbieders dat zij op grond daarvan durven stoppen, opschalen, afschalen, of iets anders doen als ingezette hulp niet werkt. 4

5 10 Aanpassen DSM V naar DSM 5. De aanduiding van de DSM 5 met een cijfer is inderdaad de juiste aanduiding. Wij passen dit aan in de tekst. 11 Voor ons als regio; inzicht krijgen in de gouden standaard in de behandelingen in de zorg om zo te toetsen wat er geleverd dient te worden. 12 Nader duiden van de weging van sterkte van gezinssysteem bij kiezen van juiste zorg- en ondersteuningsproduct. 13 Bouwsteen stabilisatie. Continu, dan wel langere periode aanpassen naar structureel. We willen als gemeenten graag dat aanbieders gebruik maken van onderbouwde interventies. Zo stellen we in de raamovereenkomst dat interventies die voor jeugd gebruikt worden evidence based, practice based of veelbelovend dienen te zijn volgens de definitie van het NJI. Het bepalen van een gouden standaard is een verbijzondering daarvan. Wij kijken daar met belangstelling naar, maar zien dit vooralsnog als een onderwerp van gesprek voor de verschillende branches zelf. De vraag van elke cliënt is uniek en bestaat uit een combinatie van individuele problematiek gesitueerd in een bepaald gezinssysteem. Eenzelfde individuele problematiek in een draagkrachtig gezinssysteem vraagt een andere benadering dan wanneer sprake is van een zwakker of zelfs ontbrekend gezinssysteem. Dit rechtvaardigt dan ook de inzet van een zwaardere professional met een bijbehorend hogere kostprijs en een zwaarder zorg- en ondersteuningsproduct. Wij passen dit aan in de tekst en vervangen continu door structureel. Een kenmerk van deze cliëntengroep is dat zij enkel door structurele, dus langer durende ondersteuning stabiel kunnen blijven. 14 Verduidelijken wie wanneer regie heeft gedurende de zorg. In algemene zin wordt per casus afgesproken wie regie heeft. Uitgangspunt is dat regie zo veel mogelijk ligt bij cliënt(systeem), voor zover er sprake is van een regiefunctie. Dit zijn dus werkafspraken die los staan van inkoop. Wanneer er sprake is van meerdere hulpverleners voor één cliënt(systeem), dan kan de gemeente er zo nodig voor kiezen een extra product toe te kennen aan één van die aanbieders: het product Coördinatie. In dat geval heeft die aanbieder een (betaalde) coördinerende rol. 15 Beleid uitwerken over het overbrengen van kennis naar de voorkant vanuit de zorgaanbieders. Het gaat hier niet zozeer om kennis overbrengen, maar om het vormgeven van samenwerking. Daarbij hoort ook een zekere mate van kennisuitwisseling, maar het is meer dan dat. Het gaat ook om het veranderen van de mindset bij specialisten: zorgen dat zij de kracht van het lokale veld beter gaan herkennen en gebruiken. 5

6 16 Informatie delen over Digital Health Center met aanbieders indien de regio een afspraak heeft. We zijn met jeugdaanbieders hierover al langer in gesprek en er lopen ook al initiatieven. Verdere uitwerking vind niet plaats via deze marktconsultatie maar in de uitvoering van de raamovereenkomst vanaf De regio is momenteel in gesprek met het Digital Health Center. Indien er meer duidelijkheid is over een (eventuele) samenwerking wordt dit ook inzichtelijk gemaakt via de website. 17 Eén regionaal contactpersoon voor wachtlijsten bij gemeenten. Gemeenten zullen onderzoeken of het mogelijk is om één contactpersoon aan te stellen m.b.t. wachtlijsten. Bekeken zal worden hoe een eventueel wachtlijstenbeheer vorm gegeven kan worden. DIGITALE OVERLEGTAFEL 1 Collectief jeugdpsychologen Zutphen Behandeling psychosociaal, inclusief Basis J-GGZ Onze expertise op het gebied van psychopathologie stellen wij effectief beschikbaar aan het werkveld, waarbinnen wij een duidelijke, herkenbare positie innemen. Daarmee beantwoorden wij aan de grondgedachte van de Basis GGZ, zoals geformuleerd in het Kwaliteitskader Jeugd, opgesteld door de branche-, beroeps-en cliëntenorganisaties en gemeenten. Wij zijn bekwaam en bevoegd om stoornissen en beperkingen te signaleren/vast te stellen, en te voorzien van evidencebased behandeling. Wij hanteren daarbij de cliënt gerelateerde indicatoren en spelen een cruciale rol bij de beoordeling, besluitvorming en vaststelling van de noodzakelijke hulp. Wij kunnen bij uitstek inschatten of er kan worden afgeschaald, of moet worden opgeschaaldin de zorg, waarbij wij ons steeds bewust zijn van de noodzaak om te bezuinigen op de zorgkosten. De Basis-J GGZ vormt daarmee ons inziens een onmisbare en (relatief) goedkope schakel tussen het voorliggende veld en de Specialistische-J GGZ. Ons uitgangspunt is om de basisggz onder te brengen in het zorg- en ondersteuningsproduct behandeling psychosociaal. De basis GGZ komt dus niet te vervallen, maar wordt anders gelabeld. Wij zien veel overeenkomsten tussen de verschillende doelgroepen en zorgtypen die zich richten op de meer psychosociale ondersteuning van jeugdigen en gezinnen. Om deze zoveel mogelijk te ontschotten sluiten we niet op voorhand aan bij een sectorale omschrijving van producten, maar proberen we juist uit te gaan van de cliëntvraag. Wij begrijpen dat het product behandeling psychosociaal veel vragen oproept. Daarom wordt er voor dit product een extra overlegtafel ingepland. 6

7 In de Productenstructuur inkoop 2019 denken wij het voornemen terug te lezen om de Basis J-GZZ onder te brengen bij de Psycho-sociale hulpverlening. De basis GGZ, zoals hierboven beschreven en nu door ons wordt toegepast lijkt in uw voorstel geheel weg te vallen (en verdwijnt in de opmaak van uw tekst letterlijk tussen haakjes). Ons inziens gaat u daarmee in tegen degrondgedachte van de Generalistische Basis GGZ zoals deze in 2014 is geïntroduceerd om de zorg toegankelijker, lichter, en dus goedkoper te maken. Ons inziens is er een zeer duidelijk onderscheid tussen psycho-sociale problematiek (te behandelen door HBO+ zorgaanbieders) en (vermoedens van) psychopathologie, waarvoor wetenschappelijke kennis en kunde (WO +) is vereist en zoals deze nu door ons wordt toegepast binnen de basis GGZ. Wij voorzien dat psychopathologie te laat/niet zal worden onderkend door HBO+ zorgaanbieders; dat jeugdigen te laat in de JGGZ terechtkomen, waardoor klachten onnodig verergeren en kosten onnodig oplopen, met een verhoogde toestroom naar de Specialistische J-GGZ als gevolg. Ook dit vinden wij in strijd met bovengenoemde stelselwijziging van de GGZ, bedoeld om de zorg lichter en goedkoper te maken. Bovendien lijkt bovengenoemd voorstel in strijd met de Norm van de verantwoorde werktoedeling, zoals opgesteld in Het Kwaliteitskader jeugd (versie 2.0, maart 2016). Deze schrijft voor dat zowel professionals, als de gemeenten (in de rol van opdrachtgever) gebonden zijn aan de norm van verantwoorde werktoedeling, opdat de juiste gekwalificeerde en toegeruste professional het werk 7

8 verricht, op basis van juiste competenties, kennis en vaardigheden. Wij maken ons zorgen hoe deze norm gehanteerd wordt binnen uw voorstel. De gemarginaliseerde positie die u toekent aan de Basis- JGGZ verbaast ons eens te meer, omdat er in het nieuwe regeerakkoord expliciet aandacht wordt gevestigd op de positie van de JGGZ binnen de Jeugdwet. De nieuwe wet op de GGZ (2017), die eisen stelt aan de regiebehandelaar (GZ psycholoog) en het hanteren van de DSM 5, zoals nu door ons gehanteerd binnen de basis GGZ vinden wij bovendien niet terug in uw nota. Tenslotte voorzien wij een toename van therapieresistentie bij jeugdigen, die te lange tijd, te lichte hulp kregen, met later onnodige kostenstijging in de volwassen GGZ tot gevolg. 2 Care Zorg & Welzijn Ons voorstel is de Basis-J GGZ los te koppelen van de Psychosociale zorg en deze zijn eigenstandige positie terug te geven. Wat wij in de praktijk tegenkomen is dat deze cliënten zeer veel problemen hebben met de Nederlandse taal en dat ze de zorgwegen niet weten om hulp te vragen. Zij bellen ons met allerlei vragen. Uiteraard verwijzen wij hen door. Maar de meeste instanties/organisaties kunnen helaas niet de gevraagde multiculturele maatwerk dienstverlening bieden. Er wordt ook geen indicatie verstrekt voor begeleiding met taalondersteuning. Dit is erg jammer, want de problemen nemen dan steeds toe doordat ze niet tijdig om hulp kunnen vragen of hulp aangeboden krijgen. Uiteindelijk leidt hun probleem tot een multi-complexeprobleem. Een taalbarrière is vervelend, maar is geen zorgvraag op zich. Dus valt dit buiten de inkoop van zorgproducten, die worden ingezet wanneer eigen netwerk en voorliggende voorzieningen onvoldoende blijken te zijn. Gemeentelijke toegangen werken met een tolk wanneer de cliënt de taal zelf onvoldoende machtig is en er in het netwerk van de cliënt geen hulp voorhanden is. 8

9 3 Entrea Lindenhout Om de zorgkosten te besparen moet er mijn inziens in deze fase hulp worden aangeboden, zodat later de kosten niet verder zal toenemen. Vertrouwende dat wij namens de kwetsbare allochtone doelgroepen hun problematiek hiermee aan jullie duidelijk gemaakt te hebben en hopen dat uw beleid op hun wensen en behoefte worden afgestemd. De producten zijn beschreven meer passend bij de Jeugd GGZ/ meer passend bij het medische model. Het werken vanuit de Jeugdhulp vraagt om andere/ aanvullende definities. Vandaar dat graag meedenken over aanvullende elementen in de huidige productdefinities ofwel specifieke productdefinities voor Jeugdhulp waarin o.a. de volgende elementen onderscheidend zijn: Gericht op normaliseren van de hulpverlening Samenwerken met de cliënt aan samen vastgestelde te bereiken doelen De hulp zo thuis mogelijk aanbieden Werken met het gezin en het netwerk, systeemgericht Sturen op eigen kracht van de cliënt Veelal complexe problematiek en een multidisciplinaire aanpak Altijd in samenspraak met cliënt Werken met effectieve behandelingen (zie website NJI effectieve behandelingen ) Hulpverleners zijn i.i.g. SKJ-geregistreerd en in sommige gevallen BIG-geregistreerd Hulpverleners zijn geen regiebehandelaren maar regiehulpverleners Enz. Dank voor de suggesties om de zorg- en ondersteuningsproducten qua taal meer herkenbaar te maken voor het brede jeugddomein. Voor een deel komen de door u genoemde toevoegingen op andere onderdelen in de raamovereenkomst terug. Voor het overige zullen wij de input ter overweging meenemen en eventueel toevoegen. Specifiek voor het product behandeling psychosociaal constateren wij dat er nog veel vragen zijn. Daarom wordt een extra overlegtafel rond dit product georganiseerd. 9

10 Pactum en Lindenhout zouden samen graag hierover met u in overleg treden om bovenstaand verder toe te lichten. Met als doel de huidige productdefinities niet-integrale producten in de huidige voorgestelde inkoopstructuur 2019 aan te vullen met specifieke jeugdhulp be-/omschrijvingen. Voor de productdefinities Verblijf ontvangt u een inhoudelijke reactie van mijn collega John Goessens. 4 Praktijk Kind En Gezin e.a. 5 Praktijk Kind En Gezin e.a. 6 Praktijk Kind En Gezin e.a. Het product diagnostiek jeugd-ggz komt niet meer terug. Waarom niet? Hoe gaat dit verlopen in de huidige structuur? De termen blijven verwarrend. Bij de jeugd-sggz gaat het in feite over de gb-ggz en g-ggz zoals we die kennen uit de GGZ voor volwassenen. Bij het lichtste product: behandeling basale stoornissen gaat men meteen van complexe problematiek uit. Dit lijkt ons te zwaar. Wij verwijzen hierbij naar de samenwerkingsafspraken mn pagina 11. E.e.a. heeft ook te maken met de terminologie die wordt gebruikt. Wij vinden de indeling die wordt gebruikt niet passend. In alle drie de producten worden cliënten met een diagnose volgens DsM-5 behandeld. Wat is daarbij het onderscheid met EPA? Een betere afbakening is gewenst. Behandeling van basale stoornissen bestaat volgens ons beroepskader niet alleen uit protocollaire behandeling. Waarom wordt daar toch van uit gegaan? Dit product wordt toegevoegd. Dank voor de input. We voeren de nieuwe SGGZ producten in 2018, na uitvoerig overleg met aanbieders in. We blijven monitoren of de gekozen indeling in de praktijk werkbaar is. We kijken daarbij ook naar de samenhang met de lichtere vormen van ondersteuning waar u op doelt, zoals de huidige basis GGZ. In de raamovereenkomst stellen we dat interventies die voor jeugd gebruikt worden evidence based, practice based of veelbelovend moeten zijn. Het gaat ons daarbij om onderbouwde interventies waarbij methodisch wordt gewerkt. De omschrijving protocollair is dus bedoeld als het hanteren van een methodische werkwijze. Kenmerken daarvan zijn : doelgericht en systematisch werken volgens een vooraf opgesteld plan met meetbare doelstellingen; het zetten van duidelijke en navolgbare stappen in het hulpverleningsproces en een bewust handelen door hulpverlener. Tenslotte 10

11 7 Praktijk Kind En Gezin e.a. 8 Praktijk Kind En Gezin e.a. Er is geen kwaliteitsstatuut voor de jeugd-ggz en de kwaliteit wordt dus niet gecontroleerd. De term regiebehandelaar is op dit moment alleen in de GGZ voor volwassenen in gebruik. Wij zijn er voorstander van dat er ook in de J-GGZ regiebehandelaren worden aangewezen. De LVVP is bezig met een kwaliteitsdocument voor k&j met veldpartijen. Kan de gemeente aansluiten op kwaliteitsafspraken die door de beroepsgroepen/brancheverenigingen gemaakt worden? Evidence-based werken is belangrijk, maar zo veel als mogelijk is. Kan men hier nog gemotiveerd van afwijken? hoort bij methodisch werken ook een regelmatige evaluatie van behaalde resultaten en zonodig beëindigen of bijstellen van de hulpverlening/ het hulpverleningsplan. Het kwaliteitsstatuut GGz is inderdaad primair ontwikkeld voor de volwassen GGz. De NZa heeft aangegeven dat dit statuut dusdanig is opgesteld dat het ook voor de J-GGz toepasbaar zou kunnen zijn. Wij hebben dan ook ervoor gekozen om dit statuut ook voor de J-GGz te volgen. In een eerdere marktconsultatie is aangedragen om enkel evidence based en practice based behandelingen toe te staan. Op verzoek van aanbieders is hier ook de lijst van het Nji met veelbelovende behandelingen aan toegevoegd. Hier kan niet van worden afgeweken. 9 Praktijk Kind En Gezin e.a. 10 Praktijk Kind En Gezin e.a. Het wegnemen van psychiatrische problematiek is niet altijd een haalbare optie. Inzicht geven en leren leven met zijn o.i. ook doelen. Deze missen wij. Het monitoren met een gevalideerd instrument is met name voor jonge kinderen niet altijd mogelijk, omdat er geen geschikte instrumenten voor bestaan. 11 ZoZijn Observatie/diagnostiek Constateringen vooraf Het stelsel productdefinities behandeling jeugd GGZ is nu niet toereikend voor de doelgroep van veelal jonge kinderen (m.n. 0-6 jaar), bij wie de problematiek/stoornis nog niet duidelijk is, maar bij wie wel duidelijke vermoedens van psychiatrische problematiek aanwezig zijn. Dit is domein jeugdhulp en Wij herkennen deze nuance en deze is er wat ons betreft ook wel degelijk. In gevallen waarin problematiek als zodanig niet wordt weggenomen zal het accent liggen op het hanteerbaar maken van de problematiek en het voorkomen van achteruitgang. In de Databank Instrumenten van het NJI staan ook instrumenten ten behoeve van effectmeting bij jonge kinderen. Daar waar valide meetinstrumenten ontbreken/niet geschikt zijn voor een specifieke doelgroep gaan we daar graag met aanbieders over in gesprek. Wij delen uw opmerking dat de zorg ook toegankelijk moet blijven voor de genoemde doelgroep. Juist om te voorkomen dat deze grensgevallen tussen wal en schip vallen kunt u contact opnemen met de gemeentelijke toegang die de juiste zorg- en ondersteuningsproducten kan inzetten die passen bij de vraag van deze jonge kinderen. 11

12 VG (verstandelijk gehandicapt). We willen ook die zorg toegankelijk houden voor deze kinderen en gezinssysteem. Algemeen Uitgangspunt: het gaat hier om 'grensgevallen', 'tussen wal en schip. Er is niet altijd evident sprake van psychiatrie, of jeugdzorg, of verstandelijke beperking etc., gezien de leeftijd van de kinderen Twee doelgroepen 1. Doelgroep kinderen met 'vermoeden psychiatrische stoornissen'/ ontwikkelingsstoornissen, vooral jonge kind (0-6 jaar) voor wie jeugdhulp meer passend is dan GGZ. Multidisciplinaire of observatiediagnostiek in de breedste zin kan hierover uitsluitsel geven. a. Doel: observatiediagnostiek: vaststellen van de kind gebonden problematiek. Wat is aard/ ernst van de stoornis van het kind? Advies voor vervolgzorg. b. Doel: observatie/ diagnostiek met dagbehandeling: onderzoek van de kindgebonden problematiek in een dagbehandelingsetting. Wat is aard/ ernst van de stoornis van het kind? Advies voor vervolgzorg. Uitgangspunten: In de verblijfsituatie van het kind (thuis, kinderopvang, dagbehandeling etc.). Vanuit gezinssysteem en kind. Gedragswetenschapper als behandelaar. Mocht uit observatie-diagnostiek blijken dat behandeling in de GGZ-sector het meest passend is, dan kan voor deze doelgroep (jonge kind) aansluitend vervolgbehandeling geïndiceerd worden. 12

13 2. Doelgroep: Jeugdigen met laag IQ, maar geen (dominante) psychiatrische beperking. Algemeen: het gaat hier om 'grensgevallen', 'tussen wal en schip. De dominante beperking hoeft niet bepalend te zijn. Het gaat om de geobjectiveerde zorgbehoefte, het doel van de zorg (en evt. advies van behandelaar) zodat de jeugdige de zorg krijgt die hij nodig heeft. 12 ZoZijn Gezinsplan VRAAG: Hoe kom je vanuit verschillende individuele beschikkingen, zowel Wmo als Jeugdwet tot één integraal gezinsplan? Alles is sterk benaderd op individueel productniveau. Wij beseffen dat met een integrale inkoop nog niet alle (wettelijke) barrières zijn opgelost. VRAAG: Omdat vanaf 2019 eenzelfde behandeling na opheffing oud-ggz zowel kan optreden in voorheen GGZ én bij voorheen AWBZ jeugdhulp is de vraag of als eis gesteld kan worden: hanteer een goedgekeurd kwaliteitsstatuut. Wij hebben wel GZ-psychologen in dienst, maar beschikken niet over een GGZ-kwaliteitstatuut. Graag zien wij de eis gewijzigd in of vergelijkbaar bewijs van kwaliteit. Is dat mogelijk? 13 ZoZijn Onderwerp SKJ en BIG register en de norm verantwoorde werktoedeling O.a. in notulen wonen en verblijf: blz 4; Het lijkt erop dat er een verschuiving gaat plaatsvinden naar uitsluitend werken met hbo-opgeleiden. Het gaat in de eerste plaats over een hbo-functie! We hebben een op jeugd aangepaste en verkorte versie van het kwaliteitsstatuut opgesteld en geplaatst op negometrix en stellen voor 2018 als basiseis dat dit wordt ingevuld en dat de zorgaanbieder aan de hierin opgenomen criteria voldoet. Voor jeugd geldt inderdaad dat de inzet van MBO ers mogelijk is mits dit onder verantwoordelijkheid van een geregistreerd (SKJ/BIG) HBO er gebeurd. 13

14 Tekstvoorstel Bij de toepassing van verantwoorde werktoedeling moet verantwoord kunnen worden dat een geregistreerde dan wel niet geregistreerde professional werd ingezet voor een taak en dat daarbij rekening is gehouden met de voor die taak noodzakelijk kennis en vaardigheden van de professional. De inzet van geregistreerde en niet geregistreerde professionals in de jeugdhulp is dus mogelijk. Beide groepen zijn nodig en leveren een belangrijke bijdrage in de ondersteuning, hulp en zorg aan de jeugdige en zijn omgeving Opmerking: Er wordt gevraagd of speltherapeuten zich ook moeten registreren bij het SKJ. Volgens ons is dat nodig en hoeven paramedici en vaktherapeuten zich niet te registreren, zie brochure. 14 ZoZijn Producttypering van kind wat naast groepsbehandeling ook individuele begeleiding nodig heeft We zien een toenemende vraag van ouders van kinderen met een (zeer) intensieve begeleidingsvraag. Voor deze kinderen is het moeilijk om binnen het onderwijs, de reguliere setting dagbehandelingsgroepen van de orthopedagogische kindercentra, logeerhuis, woongroep te verblijven. Ook is er vaak een noodzaak voor begeleiding (van ouders) in de thuissituatie. De kinderen moeten op (bepaalde) tijden in een één op één situatie verblijven en begeleid worden. De kinderen vragen een andere basisaanpak en stellen andere eisen met betrekking tot relatie, situatie en klimaat: Zelfstandig werkende vaktherapeuten kunnen zich in het kader van de overgangsregeling wel registreren bij het SKJ en moeten dat als jeugd- of gezinsprofessional ook doen. We maken als regio dan ook voor vaktherapeuten die zelfstandig een raamovereenkomst willen en werken als jeugd of gezinsprofessional hierop geen uitzondering. Dank voor deze toevoeging. Wij zijn echter van mening dat er met de structuur van zorg- en ondersteuningsproducten die nu is opgesteld voldoende flexibiliteit in het aanbod mogelijk is om ook aan deze complexe zorgvraag te voldoen. 14

15 Relatie: basisveiligheid /begrijpen en interpreteren van sociale prikkels / persoonsstructuurafhankelijkheid / sociale regels. Situatie: programma van inspanning en ontspanning / werk-taaksituaties / overgangssituaties Klimaat: fysieke ruimte, pedagogische middelen. Perspectief: kunnen participeren in een reguliere dagbehandeling situatie of school. 15 Pactum Reactie op paragraaf Productdefinities Behandeling Jeugd-GGZ (basis en specialistische GGZ): Titel zou gewijzigd wat ons betreft gewijzigd moeten worden in Behandeling Jeugd. Er wordt gesproken over cliënt terwijl jeugdhulp uitgaat van jeugdige en gezin. In algemene zin willen we aangeven dat we ons als jeugdhulp niet herkennen in de tekst zoals beschreven. Deze is voornamelijk geschreven vanuit de GGZ en vanuit medicalisering. In de jeugdhulp werken we systeem- en gezinsgericht, vanuit mogelijkheden en eigen kracht en het netwerk. Dit vinden we onvoldoende terug in de notitie zoals deze nu is opgesteld. Dank voor de suggesties om de zorg- en ondersteuningsproducten qua taal meer herkenbaar te maken voor het brede jeugddomein. Voor een deel komen de door u genoemde toevoegingen op andere onderdelen in de raamovereenkomst terug. Voor het overige zullen wij de input ter overweging meenemen en eventueel toevoegen. Specifiek voor het product behandeling psychosociaal constateren wij dat er nog veel vragen zijn. Daarom wordt een extra overlegtafel rond dit product georganiseerd. We hopen dat er in het traject nog ruimte is voor een gesprek met jeugdhulppartners om e.e.a. uitgebreider te bespreken en toe te lichten, zodat een ieder zich herkent in de producten zoals ze worden beschreven. 15