HET GEHEUGEN Ben Eleveld Geboren: Berend Koop (Ben) Eleveld werd geboren op 21 augustus 1943 te Vledder, getrouwd geweest met Marrigje Hilda Gol uit Havelte, roepnaam Hilda (overleden op 16 juli 1996), twee zonen Marcel Jan (1973, drie kinderen, gezin woont in Zwitserland) en Johan André (1974, woont in Amsterdam en heeft een relatie). Toen woonachtig: Vledder, Oosteind 9. Nu woonachtig: Beroep: Havelte, Dorpsstraat 6 (geboortehuis van Hilda Gol). Bouwkundige, laatste baan adjunct-directeur Bouwgroep Koops in Wijster, nu gepensioneerd. Bijzonderheden: Vader was naast boer ruim 20 jaar wethouder van de gemeente Vledder. 1 Ben sprak zijn ouders aan met `pappe en `mamme, zijn buren, die geen familie waren, met `va en `moe, de knecht van de buren met oom. Studie HTSbouwkunde in Leeuwarden. Hobby s: Zingt in een mannenkoor, speelt golf, doet aan genealogie 2,heeft belangstelling voor wichelroedelopen, zit in bestuur Havelter Molen en houdt erg veel van reizen. 1956 2017 18
Wat is je oudste herinnering aan het dorp? Die herinnering ligt toch wel in en om de boerderij aan het Oosteind. Onze boerderij is gebouwd in 1701 en is daarmee één van de oudste gebouwen van Vledder. Deze boerderij had voor mijn gevoel door zijn ouderdom altijd iets mysterieus, riep herinneringen op uit een ver verleden. Wij hadden twee knechten en een dienstmeisje. Als er s morgens koffie werd gedronken moest ik hen vaak roepen. Dan zei mijn moeder Wi j oenze volk roepen veur de koffie? Met die uitdrukking gaf zij onbewust de goede binding met hen aan, zij hoorden bij ons. Het ging er altijd gemoedelijk om weg, net zoals in onze straat. Melkgeld werd bijvoorbeeld altijd in een enveloppe tussen het deksel geklemd van de lege bussen die teruggebracht werden. Het was echt de tijd van het touwtje in de brievenbus, zoals Jan Terlouw (D66) dat onlangs zo mooi omschreef. Deuren stonden altijd open, geen fiets stond op slot. Ons gezin, dat nog twee kinderen had: mijn oudere zus Bertha en jongere broer Koop, was harmonieus. Ook heb ik een probleemloze schooltijd in Vledder gehad. Kon gemakkelijk leren, zoals ze dat zeggen. Aan het Oosteind woonden toen vrij veel kinderen, die Ben, Koop en Bertha veel met elkaar speelden. Heel normaal vond ik altijd dat wanneer er jonge hondjes of poesjes werden geboren dat 19
Vader Martinus Eleveld en opoe op een Norton. dan een aantal werd verdronken. Onmogelijk was het ze allemaal te houden. Nee, wreed vond ik dat niet. De dood van dieren op een boerderij ligt altijd dichtbij. Bijzonder vond ik wel dat redelijk veel mensen met hun vragen en problemen bij mijn vader thuis kwamen en niet op het spreekuur in het gemeentehuis. Dat leverde wel eens bijzondere taferelen op. Ik heb een jeugd gehad zoals je dat elk kind zou toewensen. Welk voorval heeft de meeste indruk op je gemaakt? Een paar wil ik noemen, een tweetal uit mijn jeugd en een voorval toen ik al volwassen was. Laat ik met het laatste beginnen. Het was eind jaren negentig van de vorige eeuw. De gemeente Vledder liep op haar laatste benen. In 1997 zou de gemeente opgaan in de gemeente Westerveld. Onze familie bezat een behoorlijk deel van de gronden die benodigd waren voor Vledder-Noord. De gemeente Vledder wilde graag deze gronden kopen om van het gebied een nieuw uitbreidingsplan te maken. Omdat mijn vader in 1994 was overleden werd ik bij de onderhandelingen betrokken. De correcte wijze waarop die onderhandelingen werden gevoerd, maakte indruk op mij. Waardering heb ik voor de slagvaardigheid van het toenmalige college van B en W om de grond nog voor de overgang naar de nieuwe gemeente Westerveld te verwerven. Men was bang dat de gemeente Westerveld niet direct haar prioriteit bij dit plan zou leggen. De overdracht kwam op tijd tot stand. Nu denk ik dat die angst terecht was, we zijn nu twintig jaar verder en nog steeds moet de schop de grond in. Ik betwijfel of we de gemeente Westerveld ten aanzien van dit plan op enige voortvarendheid kunnen betrappen. Uit mijn jeugd herinner ik mij een dag, waaraan ik met heel veel plezier terugdenk. Ik was jarenlang lid van de Vledderse korfbalclub EMOS (Eendracht Maakt 20
Punteren met de korfbalclub. V.l.n.r. Trijnie Westbroek, Henk Dekker, Klaske Jousma en Ben Eleveld. Ons Sterk) en we hadden een erg leuk team. Met dat team moesten wij eens in Giethoorn spelen, naast restaurant Hollands Venetië. We gingen er op de fiets naar toe. Na afloop zijn we nog met een punter gaan varen (zie foto). Die dag maakte indruk op mij juist vanwege de onbevangenheid waarmee wij met elkaar omgingen en het plezier dat we hadden. In woorden vind ik dat gevoel moeilijk te vangen, een heel gewone dag, maar toch... Maar nu een heel ander voorval, een gebeurtenis, die echt diepe indruk op mij maakte als negenjarige. Het betreft uitspraken van de zgn. krijgsraad en de uitvoering van de genomen beslissingen. Wat was namelijk het geval? Aan het eind van de Kerkhoflaan was rond de jaren vijftig van de vorige eeuw een soort autokerkhof van garage Koopmans. Een waar eldorado voor ons als kinderen om daar te spelen. Hier hadden we ook onze hutten gebouwd. Dit prachtige domein was omgedoopt tot een garnizoen van ons jongensleger. Vrijwel alle jongens uit het dorp in de leeftijd van acht tot dertien jaar speelden mee als soldaat of officier. De leiding lag bij de oudere jongen. 3 We hadden vier soorten wapens: proppenschieters, erwtengeweren, katapult en pijl en boog. Met een katapult of met pijl en boog mocht niet op elkaar worden geschoten. Op vrije middagen werden we in twee groepen verdeeld en dan trokken deze zogenaamde legers tegen elkaar op in de Kok z n Bargen. Sluipen, bespieden en dan op elkaar schieten. Maar niet alle jongens konden de militaire discipline verdragen en bij overtredingen moesten zij dan voor een krijgsraad verschijnen. Ik weet mij te herinneren dat een jongen werd veroordeeld tot het liggen van ruim een kwartier in een afgesloten autokofferbak. Deze straf werd ook uitgevoerd. Een andere keer werden twee jongens veroordeeld tot het verblijf van vijf minuten in de kadaverbak 4 bij het kerkhof. Toen het tot uitvoering kwam vond men dit toch al te gortig. De straf werd omgezet in het gedurende een uur in de houding staan voor die kadaverbak. 21
Welke persoon heb je als het meest kleurrijke ervaren en waarom? Twee mensen wil ik graag noemen, misschien wel twee tegenpolen. Ik begin met Roelof Wuite (1903 1980), een oom van mij Hij was getrouwd met een zus van mijn vader (Hilligje Eleveld). In mijn jeugd was hij gemeenteontvanger, ambtenaar van de burgerlijke stand en kassier van de Boerenleenbank (nu Rabobank). En niet te vergeten: hij was jager. Door zijn uiterlijk, kleding (altijd in het pak, soms met vest) en doorgaans een sigaar rokend was hij een markante verschijning in het dorp. Tegenover iedereen vriendelijk en behulpzaam. Op natuurlijke wijze straalde hij autoriteit uit. Hij was bovendien erg actief in het verenigingsleven. Ik noem hem op deze plaats, niet zozeer omdat hij kleurrijk was, maar vanwege degene wie hij was. Kleurrijk was in mijn ogen dorpssmid Hendrik Haar (1906 1952). Aan de Dorpsstraat, op de plaats waar nu de supermarkt staat, had hij een smederij. Om twee redenen vind ik hem kleurrijk, in de eerste plaats om de wijze waarop hij zijn beroep uitoefende. Een echte dorpssmid, waar de paarden nog in de smederij met hoefijzers werden beslagen. In die smederij was een echte smidse, met vuur dat door een blaasbalg werd aangewakkerd en een grote bak met koelwater. In de hoek van de smederij was bovendien een noodstal voor paarden. Kinderen kwamen er graag, er was altijd wel wat te beleven, te leren en te lachen. Kleurrijk was hij om zijn grappen en grollen. Iemand imiteren kon hij als de beste, vooral in gebaar. De dominee was vaak zijn slachtoffer van zijn goedbedoelde imitaties. De smid dacht altijd dat dominee niet wist van zijn grappen, maar dominee liet zich ooit eens ontvallen, dat spottershuisjes ook wel eens branden. Aan sommige kinderen gaf hij leuke bijnamen. Ik kwam graag in de smederij en heb vaak om hem moeten lachen. Wanneer wij te lang in de smederij waren zei hij soms: En noou is t genog ewest, en noou wegwezen! Zelden heb ik hem driftig gezien maar een betrouwbare bron vertelt dat hij soms van woede één van zijn klompen door de smederij smeet. 22 Hendrik, Tiny en Rika Haar (foto: Tiny Bijker-Haar)
Welke verandering aan het dorp, als je daar nu op terugkijkt, is het meest positieve en welke het meest negatieve? Ik weet dat het moeilijk is een juiste balans te vinden in het behoud van het authentieke en de aanpassing aan de nieuwe tijd. Ontwikkelingen gaan erg snel, in betrekkelijk korte tijd zijn veel boerderijen, winkels en cafés uit het dorpsbeeld verdwenen. Veel woonboerderijen, andere bedrijven en een grote supermarkt kwamen daarvoor in de plaats. Die balans vind ik is gevonden in de Hoek en in het Oosteinde. Dat noem ik positief. Minder gelukkige keuzes zijn gemaakt aan de Dorpsstraat. Positief vind ik ook de wijze, waarop een deel van de Vledderweg, de Dorpsstraat en de Brink is herstraat. Aan het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw werkte ik als HTSpraktikant bij de dienst gemeentewerken in het gebouw achter het gemeentehuis in Vledder. Toen zag ik dat men daar druk bezig was met de voorbereiding van de aanleg van een rechtstreekse weg van Noordwolde/Frederiksoord naar Dieverbrug om de dorpen Vledder, Wapse en Diever van het drukke doorgaande verkeer te ontlasten. 5 Ik vind het nog altijd jammer dat deze weg er niet is gekomen. Negatief vind ik dat nog steeds geen oplossing is gevonden voor een goede en adequate ouderenzorg in Vledder. Daarom wil ik graag de groep, die zich onder leiding van Cees Hesse bezig houdt met het ontwikkelen van zorgwoningen en zorgappartementen in Vledder-Noord, van harte ondersteunen. Ik hoop dat het gemeentebestuur van Westerveld ook inziet dat het van groot belang is dat ouderen ook op latere leeftijd in Vledder kunnen blijven wonen. In dit verband vind ik het van belang dat voor een goede stedenbouwkundige aansluiting van het oude dorp met het nieuwe woongebied wordt zorggedragen. Tiemen Stuiver (t.w.stuiver@upcmail.nl) 1 PvdA-wethouder gedurende de periode 1953 1974, was ook locoburgemeester. 2 Van vaderskant in de rechte lijn gekomen tot begin 1600. 3 Zie Kerspelstokkies nr. 26. Daarin vertelt Klaas van Dijk over dit zgn. leger, waarin Jan Speelman, Klaas Eleveld en Tiemen Stuiver de leiding hadden. 4 Niet ver van de ingang van het kerkhof stond deze kadaverbak. Boeren brachten daar hun dode dieren heen. De dode dieren werden vaak nog dezelfde dag door een destructiebedrijf opgehaald. 5 Het plan was de aanleg van een provinciale weg van Noordwolde, via Frederiksoord, langs Vledder, Wapse en Diever, via Dieverbrug en Dwingeloo naar Spier. 23