Klacht Uiting van onvrede van of namens een cliënt over de zorgverlening en/of dienstverlening en/of bejegening door de zorgaanbieder Rijnstate.

Vergelijkbare documenten
Het klachtenreglement wordt bij een klacht op verzoek toegezonden en is te downloaden op de website

Reglement klachtencommissie

Klachtenregeling GGD regio Utrecht

Klachtenregeling Beroepsvereniging voor APS-therapie (BVAT)

Rubriek Onderwerp Nummer Datum document KWALITEIT - PROTOCOL Intern klachtenreglement

KLACHTENCOMMISSIE. Reglement. Artikel 1. Begripsbepalingen

LVVP-reglement voor de behandeling van klachten van cliënten

Klachtenprotocol Kinderopvang De 5

Reglement Klachtenadviescommissie

Regeling klachtenopvang cliënten Bernhoven

Klachtenregeling REVACARE Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Klachtenregeling, versie

1.2 De klacht: Een gemotiveerde uiting van ontevredenheid over een concrete gedraging van personen werkzaam bij de zorgaanbieder en haar partners.

Optometristen Vereniging Nederland. Regeling voor de behandeling van klachten van cliënten tegen optometristen

Protocol. Klachtencommissie. Autimaat B.V.

Klacht Een uiting van onvrede over behandeling, verzorging of bejegening, die schriftelijk is ingediend.

Pagina 1 van 7 KLACHTENREGLEMENT

DOELSTELLING VAN EN UITGANGSPUNTEN BIJ DE KLACHTENREGELING

Klachtenreglement Klachtenportaal Zorg

Reglement klachtencommissie

Klachtenregeling Stichting TCCN

Reglement klachtencommissie Artikel 1 Definities Artikel 2 Doel van de klachtencommissie

Borging Evaluatie: eenmaal per drie jaar Door: avm

REGLEMENT KLACHTENCOMMISSIE BEN BEGRIPSOMSCHRIJVING

Reglement voor de klachtencommissie fysiotherapie Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF)

Reglement van de Klachtencommissie van de Stichting Klachtencommissie Extramurale Medisch Specialistische Zorg te Zeist

Klachtenregeling Cliënten

4. Klacht Elk bezwaar over een gedraging in de zin van de wet van de directie van Zorg-Los of van voor hem werkzame personen.

b. raad van bestuur : de raad van bestuur van de zorgaanbieder;

BOPZ klachten. Afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie

Klachtenregeling Vereniging van Zelfstandig Gevestigde Psychiaters Kennemerland

REGLEMENT LANDELIJKE DONORKLACHTENCOMMISSIE. Voor de toepassing van het bij of krachtens dit reglement bepaalde, wordt verstaan onder:

Klachtenregeling van de Klachtencommissie Openbare Apotheek

REGLEMENT KLACHTENCOMMISSIE STICHTING HUMAN CONCERN

KLACHTENREGLEMENT VAN FysiOK

1. De klachtencommissie heeft tenminste drie leden, waaronder de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter.

KLACHTENREGELING STICHTING KLACHTENCOMMISSIE GEZONDHEIDSZORG

GELRE ZIEKENHUIZEN KLACHTENREGELING PATIENTEN

1. Doel procedure. 2. Beschrijving procedure

Regeling Klachtencommissie WKCZ

Klachtenregeling Pento

Klachtenreglement Bijzondere Zorg Midden Nederland

Klachtenreglement Human Concern

KLACHTENREGELING CLIËNTEN CELLO

Voor de behandeling van algemene klachten van ambulante patiënten.

Klachtenregelement Senas-zorg

Reglement van de Klachtencommissie van het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis, hierna te noemen CWZ.

Klachtenregeling van de klachtencommissie van de VMBN betreffende het zorgaanbod MBSR/MBCT t.b.v. cliënten

KLACHTENREGLEMENT VOOR LEDEN VAN DE SAMENWERKENDE PROFESSIONELE ORGANISATIES THUISZORG EN KRAAMZORG [SPOT]

1.2 Gebruiker: Elke persoon, die gebruik maakt van de aan hem door de zorgaanbieder geboden zorgvoorzieningen.

De term cliënt is gekozen omwille van eenduidigheid; de begrippen patiënt en bewoner zijn hier derhalve tevens in begrepen.

c. klachtencommissie : de commissie zoals bedoeld in artikel 11 van deze regeling

Documenttype: Reglement Versie: 6 Code: Centrale stafdienst Klachten Titel: Klachtenregeling patiënten Deventer Ziekenhuis

Klachtenregeling Buurtzorg Nederland

OFZ Klachtenreglement

a: Klacht: een uiting van onvrede over de geboden zorg en/of de organisatie daarvan alsook het ontbreken van zorg.

NVGzP-reglement voor de behandeling van klachten van cliënten

Algemene klachtenregeling van de instelling Nova voor Maatschappelijk Werk en Psychosociale Hulpverlening. Voorwoord 1

Klachtenreglement. Het door de Raad van Commissarissen benoemde orgaan dat belast is met het bestuur van het ziekenhuis.

REGLEMENT KLACHTENBEHANDELING GGZ OOST BRABANT. Artikel 1 Begripsbepalingen

Klachtenregeling van de. Klachtencommissie. Zorgbelang Nederland

Datum Januari 2017 Versie 2.0 Pagina s 10 (inclusief voorpagina) Klachtenregeling

Huishoudelijk reglement klachtencommissie Zaans Medisch Centrum

Feldenkrais Methode Nederlandse Feldenkrais Vereniging

REGLEMENT KLACHTENCOMMISSIE ONT

GGNet. Klachtenregeling cliënten en familieleden GGNet

KLACHTENREGELING Stichting Sensire en Stichting Sutfene

Nederlandse Vereniging Psychomotorische kindertherapie. KLACHTENREGLEMENT Herziene versie januari 2007

Klachtenreglement. AD/dec Pagina 1 van 6

Artikel 2 Wie een klacht kan indienen Een klacht over een gedraging jegens een cliënt kan worden ingediend door:

Bijlage 1: Klachtenregeling externe klachtencommissie

Klachtenregeling cliënten GGD Drenthe. van de zijde van de organisatie gestreefd wordt naar een optimale dienstverlening aan cliënten;

Klachtenregeling. Streekziekenhuis Koningin Beatrix

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,

Klachtenregeling Klachtenportaal Zorg voor jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen vallend onder de Jeugdwet Artikel 1 Begripsbepalingen

Protocol klachtencommissie Autimaat B.V.

Kwaliteitshandboek De Zorgboog

Wie kan klagen? Een persoon of organisatie die gebruik maakt of heeft gemaakt van de diensten van een regionale ondersteuningsstructuur (ROS).

1. Begripsomschrijvingen Wie een klacht kan indienen Bij wie een klacht kan worden ingediend - 2 -

Klachtenreglement. Datum vaststelling: 3 april 2013 Datum inwerkingtreding: 1 mei 2013

b) Directeur De directeur van de Stichting Levenseindekliniek, of diens vervanger.

Klachtenregeling Onderwijs

Klachtenregeling Vereniging Spierziekten Nederland (VSN)

Deze regeling treedt in werking op 21 juli Ondertekend op 21 juli R.A. Keijzer, voorzitter Bestuur van t Zorghuus Ysselsteyn

KLACHTENREGELING STICHTING GEZONDHEIDSCENTRUM MAARN Maarsbergen Versie def. maart 10

b) Medisch management Het medisch management van de Stichting Levenseindekliniek.

I. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

STICHTING BUDDY NETWERK DEN HAAG KLACHTENREGELING

Reglement van de klachtencommissie van. de Stichting GGZ Noord-Holland-Noord

Reglement klachtencommissie

Reglement klachtenfunctionaris cliënten Libra Revalidatie & Audiologie

Reglement Landelijke klachtencommissie Bevolkingsonderzoek

Artikel 1. Begrippen 1. 'Abonnee' de zorgaanbieder die een abonnement heeft afgesloten met Quasir voor de behandeling van klachten.

Klachtenregeling De Zorgprofessional

Klachtenreglement. Voorwoord


Klachtenreglement Zorgmed

Externe Klachtencommissie Participantenoverleg regio Arnhem

Transcriptie:

Artikel 1 BEGRIPPEN Klacht Uiting van onvrede van of namens een cliënt over de zorgverlening en/of dienstverlening en/of bejegening door de zorgaanbieder Rijnstate. Zorgaanbieder Degene die de zorg verleent of heeft verleend, dan wel personen die voor de zorgaanbieder Rijnstate werkzaam zijn. De zorgaanbieder wordt vertegenwoordigd door de Raad van Bestuur of door een door de Raad van Bestuur aangewezen vertegenwoordiger. Onder Rijnstate wordt ook tevens de stichting Vitalys verstaan. Voorts is er een overeenkomst met het Arnhems Radiotherapeutisch Instituut waarin wordt bepaald dat deze instelling van de diensten van de klachtencommissie van Rijnstate, locatie Rijnstate/Velp gebruik kan maken (deze instelling kent een eigen klachtenregeling). Klager Een natuurlijk persoon die gebruik maakt of heeft gemaakt van de diensten van Rijnstate en een klacht indient. Dit kan de patiënt/cliënt zelf zijn of, namens de patiënt/cliënt zijn wettelijke vertegenwoordiger, nabestaande of zaakwaarnemer. Aangeklaagde Rijnstate, alsmede een ieder die binnen de organisatie van Rijnstate hulp verleent en/of diensten verleent, jegens wie een klacht is ingediend. Klachtenopvang De procedure die erop gericht is om naar tevredenheid van de klager de geuite klacht af te wikkelen. De volgende fases zijn hierin te onderscheiden: het luisteren, informeren en adviseren; het bemiddelen van een klacht tussen de zorgaanbieder en klager. Klachtenbehandeling De procedure die gericht is op het doen van een uitspraak over de gegrondheid van de klacht. Klachtenfunctionaris De contactpersoon die zich toelegt op het luisteren, het geven van informatie en advies naar aanleiding van klachten, alsmede de bemiddeling en afhandeling van de ingediende klacht. Klachtencommissie Een onafhankelijke commissie, die een ingediende klacht onderzoekt en hierover een oordeel uitspreekt. Ambtelijk secretaris klachtencommissie. De ambtelijk secretaris is degene die namens de klachtencommissie de correspondentie voert met klager, aangeklaagden en klachtencommissieleden en is voor de betrokkenen eerste aanspreekpunt bij een klachtenprocedure. De geneesheer-directeur in het kader van art. 41 Wet Bopz De arts, al of niet lid van de Raad van Bestuur, die is belast met de eindverantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van de Wet Bopz. Hij/zij regeling In deze regeling wordt de hij -vorm gebruikt. Waar hij staat kan ook zij worden gelezen.

Artikel 2 DOELSTELLING VAN DE KLACHTENREGELING 2.1 Het meewerken, indien door klager en aangeklaagde gewenst, aan herstel van de vertrouwensrelatie tussen de klager en aangeklaagde. 2.2 Het recht doen aan de individuele klager door een procedure van opvang (waaronder bemiddeling) en behandeling van klachten. 2.3. Een bijdrage leveren aan het kwaliteitsbeleid van Rijnstate door het systematisch registreren van klachten en op grond daarvan adviseren van de zorgaanbieder over het aanbrengen van verbeteringen in de zorg, in de dienstverlening en bejegening. Artikel 3 TAKEN VAN DE KLACHTENFUNCTIONARIS 3.1 Het bieden van een luisterend oor. 3.2 Het verzorgen van de intake van schriftelijke, mondelinge en telefonische klachten en het kort schriftelijk weergeven van klachten. 3.3 Het geven van advies en informatie aan klager en aangeklaagde rond de procedures van klachtopvang en -behandeling, aansprakelijkstellingen en zonodig verwijzen naar de interne instantie (de klachtencommissie) en externe instanties voor klachtenbehandeling (het regionaal tuchtcollege, etc.). 3.4 Het doen van onderzoek naar en afhandelen van klachten door bemiddeling en door advisering aan medewerkers, afdelingen, Zorggroep Managers en Raad van Bestuur. 3.5 Het rapporteren aan alle betrokkenen over de resultaten van bemiddeling van de klacht, inclusief eventuele aanbevelingen. 3.6 Het verzorgen van de registratie van de klachten en het schrijven van een jaarverslag op basis van de analyse van de registratie. In dit jaarverslag worden geen tot de persoon herleidbare gegevens opgenomen. Het jaarverslag bestaat tenminste uit: ingediende klachten, (aard, omvang, inhoud); wijze van afhandeling. 3.7 Het uitoefenen van controle op en evalueren van de registratiegegevens, welke worden aangewend voor bewaking en bevordering van de kwaliteit van zorg en de reële wensen van patiënten. 3.8 Het inschakelen van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering wanneer er sprake is van een aansprakelijkstelling van het ziekenhuis of van een daar werkzame hulpverlener, alsmede het in kennis stellen van de aangeklaagde van de aansprakelijkstelling. 3.9 Het doorgeven van klachten, indien daar aanleiding toe bestaat, aan de Centrale VIMcommissie, dan wel het adviseren van de Zorggroep Manager/Raad van Bestuur ter zake het inschakelen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg dan wel de Officier van Justitie. De klager wordt hierover geïnformeerd. 3.10 Het bijdragen aan de preventie van klachtwaardige situaties/ incidenten/ bejegeningen door het geven van voorlichting/advies aan hulpverleners in Rijnstate.

Artikel 4 BEVOEGDHEDEN VAN DE KLACHTENFUNCTIONARIS 4.1 De klachtenfunctionaris is bevoegd (medische) inlichtingen in te winnen bij personen die direct bij de klacht betrokken zijn na toestemming van patiënt/cliënt of diens wettelijk vertegenwoordiger. 4.2 De klachtenfunctionaris is bevoegd onderzoek te verrichten o.a. door gesprekken te voeren met personen die direct bij de klacht betrokken zijn. 4.3 De klachtenfunctionaris is bevoegd deskundigen te raadplegen. Artikel 5 BENOEMING EN LIDMAATSCHAP VAN DE KLACHTENCOMMISSIE 5.1 De klachtencommissie bestaat uit minimaal vijf leden. De voorzitter is een externe jurist die niet werkzaam is bij Rijnstate. 5.2 De Raad van Bestuur stelt de samenstelling van de commissie vast en benoemt de leden en plaatsvervangende leden. Hij vraagt hiertoe advies aan de zittende klachtencommissie en de Centrale Cliëntenraad. 5.3 De leden worden benoemd op persoonlijke titel. Zij nemen zonder last of ruggespraak deel aan de besluitvorming binnen de klachtencommissie. 5.4 De leden van de klachtencommissie worden benoemd voor een termijn van drie jaar. Zij zijn één keer herbenoembaar voor een termijn van drie jaar. In overleg met de Raad van Bestuur kan van deze termijnen worden afgeweken. De klachtencommissie stelt een rooster van aftreden op van de leden en hun plaatsvervangers. 5.5 De bepalingen vastgelegd in deze regeling en het huishoudelijk reglement gelden onverkort voor de plaatsvervangende leden. 5.6 Het lidmaatschap van de commissie is onverenigbaar met het lidmaatschap van de Raad van Bestuur en/of het directieberaad van de instelling. 5.7 Het lidmaatschap van de commissie eindigt door opzegging op eigen verzoek, overlijden, einde van de zittingstermijn, verlies van de hoedanigheid op grond waarvan men benoemd is of ontslag uit de functie op gewichtige gronden door de Raad van Bestuur. Tot dit laatste kan slechts worden besloten na de commissie gehoord te hebben. De Raad van Bestuur voorziet zo spoedig mogelijk in de opvolging. 5.8. Aan de klachtencommissie is een ambtelijk secretaris toegevoegd. De ambtelijk secretaris wordt voor onbepaalde tijd benoemd en is geen lid van de klachtencommissie. 5.9 De Raad van Bestuur draagt verder zorg voor secretariële, financiële en ruimtelijke ondersteuning van de klachtencommissie. Artikel 6 TAKEN VAN DE KLACHTENCOMMISSIE 6.1 Het in ontvangst nemen van de klacht. 6.2 Het beoordelen van de ontvankelijkheid van de klacht. 6.3 Het onderzoeken van de klacht door het verzamelen van feiten en het zo nodig - horen van relevante personen.

6.4 Het beoordelen van de klacht en komen tot een uitspraak over de al dan niet gegrondheid van de klacht die al dan niet vergezeld gaat met aanbevelingen aan de Raad van Bestuur. 6.5 Het uitbrengen van een geanonimiseerd openbaar jaarverslag, toegevoegd aan het jaarverslag van de klachtenfunctionaris, waarin verslag wordt gedaan van de werkzaamheden van de klachtencommissie en het aantal en de aard van de door de klachtencommissie behandelde klachten worden vermeld. Het geanonimiseerde jaarverslag van de klachtencommissie wordt tevens toegevoegd aan het kwaliteitsjaarverslag van Rijnstate. Het jaarverslag dient voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de bevoegde regionale Inspecteur van het staatstoezicht op Volksgezondheid te worden gezonden. 6.6 Het signaleren van tekortkomingen in de zorg- en dienstverlening, alsmede in bejegening en het ongevraagd doen van aanbevelingen aan de Raad van Bestuur ten behoeve van bewaking en bevordering van de kwaliteit van zorg. 6.7 Het zorg dragen voor een goede afstemming van haar werkzaamheden met andere daarvoor in aanmerking komende personen die een taak hebben in de opvang van klachten van patiënten. 6.8.1 Het vastleggen van haar werkzaamheden in een door haar op te stellen huishoudelijk reglement. 6.8.2 Wanneer de klachtencommissie naar aanleiding van een melding aan de Raad van Bestuur over ernstige structurele problemen geen reactie van de Raad van Bestuur heeft gekregen of wanneer de klachtencommissie constateert dat de Raad van Bestuur geen maatregelen heeft getroffen nadat zij een ernstige situatie heeft gemeld, dan meldt de klachtencommissie deze ernstige situatie aan de inspectie voor de gezondheidszorg. De klachtencommissie zal dit niet eerder doen dan nadat zij de Raad van Bestuur over dit voornemen heeft geïnformeerd en hierover een gesprek met de Raad van Bestuur heeft plaatsgevonden. Dit gesprek dient binnen een maand plaats te vinden. Artikel 7 BEVOEGDHEDEN VAN DE KLACHTENCOMMISSIE 7.1 Het inwinnen van informatie en het raadplegen en inzien van voor de klacht relevante stukken, met inachtneming van bepalingen uit het Handboek Privacy. 7.2 Het oproepen en horen van personen binnen Rijnstate die bij de ingediende klacht zijn betrokken. 7.3 Het in overleg met de Raad van Bestuur inschakelen van externe deskundigen. 7.4 Het horen van getuigen. 7.5 Het betreden van ruimten voor zover dit voor de uitoefening van haar taken noodzakelijk is, met inachtneming van de privacy en rekening houdend met organisatorische belemmeringen in tijd en plaats. Artikel 8 INDIENEN VAN EEN KLACHT BIJ DE KLACHTENCOMMISSIE 8.1 De klager wendt zich bij voorkeur tot de hulpverlener tegen wie de klacht is gericht om te trachten op deze wijze tot een oplossing te komen.

8.2 Indien na overleg tussen de klager en hulpverlener en tussen de klager en de klachtenfunctionaris de klacht niet naar tevredenheid is afgewikkeld, of indien de klager geen overleg met de hulpverlener of de klachtenfunctionaris wenst, kan de klager zijn klacht voorleggen aan de klachtencommissie. 8.3 De klager dient de klacht schriftelijk in bij het secretariaat van de klachtencommissie onder vermelding van zijn naam (of zijn naam en de naam van de patiënt die hij vertegenwoordigt) en tegen wie en waarover wordt geklaagd. In geval van vertegenwoordiging of zaakwaarneming kan de klachtencommissie de vertegenwoordiger verzoeken om een schriftelijke machtiging waaruit diens vertegenwoordigingsbevoegdheid of zaakwaarneming blijkt. Van een wettelijke vertegenwoordiger zal geen machtiging worden vereist. Indien gewenst kan de klachtenfunctionaris ondersteuning bieden bij het formuleren van de klacht. 8.4 De klager kan zich desgewenst laten bijstaan door een advocaat of adviseur. 8.5 De klager kan zijn klacht schriftelijk intrekken tijdens de procedure. De klachtencommissie staakt dan het onderzoek. 8.6. De klachtenprocedure is kosteloos. Dit geldt niet voor de eventuele kosten die het inroepen van een adviseur of advocaat door klager of aangeklaagde met zich brengt. Deze kosten komen voor eigen rekening. 8.7. Indien de klachtencommissie getuigen of deskundigen inroept komen de kosten hiervan voor rekening van Rijnstate. 8.8. De uitspraak en de aanbevelingen van de klachtencommissie naar aanleiding van een klacht gelden voor de Raad van Bestuur als zwaarwegend advies. Dit houdt in dat de Raad van Bestuur niet ongemotiveerd mag afwijken van het advies van de klachtencommissie. Artikel 9 ONTVANGST VAN DE KLACHT 9.1 De klachtencommissie zendt binnen een week na ontvangst van de klacht een bevestiging van de ontvangst naar de klager en licht deze in over het verdere verloop van de procedure. 9.2 Zodra duidelijk is dat de klacht door de klachtencommissie behandeld moet worden, stelt de klachtcommissie degene op wie de klacht betrekking heeft op de hoogte van de indiening van de klacht en geeft informatie over het verdere verloop van de procedure. Artikel 10 ONTVANKELIJKHEID VAN DE KLACHT 10.1 Een klacht is niet ontvankelijk indien: De klacht geen betrekking heeft op (personen werkzaam voor) Rijnstate; De klacht anoniem is ingediend; De klacht is ingediend namens een patiënt die daar niet mee instemt; Een gelijke klacht van dezelfde klager nog bij de commissie in behandeling is; De klacht al eerder is behandeld en zich geen nieuwe feiten hebben voorgedaan. 10.2 De voorzitter beslist over de ontvankelijkheid, al of niet in overleg met de leden en in ieder geval in overleg met de ambtelijk secretaris. 10.3 Als de klacht niet ontvankelijk is wordt dit binnen drie weken schriftelijk, onder vermelding van de reden, aan de klager meegedeeld.

Artikel 11 BEHANDELING VAN DE KLACHT DOOR DE KLACHTENCOMMISSIE 11.1 De klachtencommissie verzoekt de aangeklaagde om een eerste schriftelijke reactie op de klacht. De klager ontvangt een kopie van deze reactie. 11.2 De klachtencommissie vraagt de benodigde gegevens op. Hiertoe wordt de gerichte toestemming van de klager gevraagd. 11.3 De klager en aangeklaagde kunnen zo nodig uitgenodigd worden voor een mondelinge behandeling van de zaak. Beiden kunnen zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde of zich laten bijstaan door een advocaat of adviseur. 11.4 De klachtencommissie streeft er naar de klager en aangeklaagde tegelijkertijd te horen. 11.5 De klager en aangeklaagde kunnen verklaringen van getuigen en/of deskundigen inbrengen. 11.6 Indien een klacht betrekking heeft op één van de leden van de klachtencommissie of mede maatschap/vakgroeplid van één van de leden van de klachtencommissie, onthoudt deze zich van deelneming aan de behandeling van de klacht. 11.7 Zowel de klager als de aangeklaagde kunnen verzoeken een lid of meerdere leden van de klachtencommissie niet aan de behandeling van de klacht te laten deelnemen bij gerede twijfel over diens onpartijdigheid. Het is aan de klachtencommissie of een plaatsvervangend lid wordt opgesteld. 11.8 De ambtelijk secretaris is verantwoordelijk voor het maken van een verslag van de gevolgde procedure en van de verklaringen van de betrokkenen en deskundigen. De voorzitter is verantwoordelijk voor het verwoorden van de uitspraak. 11.9 De klager en aangeklaagde hebben recht op inzage van alle stukken waarover de klachtencommissie beschikt en die relevant (kunnen) zijn voor de behandeling van de klacht. 11.10 De klachtencommissie draagt zorg voor het vertrouwelijke en niet openbare karakter van haar vergaderingen en hoorzittingen. 11.11 De behandelende commissie bestaat uit ten minste drie leden. Artikel 12 UITSPRAAK VAN DE KLACHTENCOMMISSIE 12.1 De uitspraak van de klachtencommissie wordt uiterlijk twee maanden nadat de commissie het onderzoek heeft gesloten, gezonden aan de Raad van Bestuur, klager en aangeklaagde. Indien deze termijn niet haalbaar is, wordt hiervan met redenen omkleed schriftelijk mededeling gedaan. 12.2 De uitspraak van de klachtencommissie omvat een gemotiveerd oordeel over de gegrondheid of ongegrondheid van de klacht en kan worden aangevuld met aanbevelingen aan de Raad van Bestuur over maatregelen om herhaald optreden van de klacht te voorkomen. 12.3 Indien aan de commissie een klacht wordt voorgelegd die tevens een schadeclaim inhoudt, doet de commissie geen uitspraak over de vraag of de instelling aansprakelijk is, maar beperkt de commissie zich tot de beoordeling van de eventuele gegrondheid van de klacht. 12.4 Er zijn geen beroepsmogelijkheden tegen een uitspraak van de klachtencommissie.

Artikel 13 GEVOLGEN VAN DE UITSPRAAK 13.1 Binnen een maand na ontvangst van de uitspraak van de klachtencommissie deelt de Raad van Bestuur aan de klager, aangeklaagde en aan de klachtencommissie schriftelijk mede of hij het standpunt van de klachtencommissie deelt en zo nee, gemotiveerd aangeeft waarom hij afwijkt. 13.2 Bij afwijking van de termijn van een maand doet de Raad van Bestuur daarvan met redenen omkleed mededeling aan bovengenoemde betrokkenen onder vermelding van de termijn waarbinnen hij zijn standpunt aan hen kenbaar zal maken. Artikel 14 PRIVACY, REGISTRATIE EN BEWARING 14.1 Allen die bij de behandeling van een klacht betrokken zijn geweest zijn tot geheimhouding verplicht hetgeen hen uit hoofde van die behandeling bekend is geworden en waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs kunnen vermoeden. De geheimhouding geldt onder voorbehoud van enig wettelijk voorschrift dat een bij de behandeling betrokkene tot bekendmaking verplicht. De geheimhoudingsplicht van de leden van de klachtencommissie duurt ook voort na beëindiging van het lidmaatschap. 14.2 Van de behandeling van een klacht wordt een dossier bijgehouden. De ambtelijk secretaris legt een archief aan waarin de klachtendossiers worden bewaard. Daarnaast worden de ingediende klachten geregistreerd. De registratie en de klachtendossiers worden tot vijf jaar na afronding bewaard, tenzij belangen zich hiertegen verzetten. 14.3 Bij de registratie en bewaring worden de regels uit het Handboek Privacy in acht genomen. Artikel 15 BIJZONDERE BEPALINGEN BETREFFENDE DE WET BOPZ 15.1 De Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (Wet BOPZ) is van toepassing op de psychogeriatrische afdelingen van verpleeghuis Zevenaar. Deze wet heeft betrekking op patiënten voor zover zij gedwongen zijn opgenomen met een inbewaringstelling (IBS), een rechterlijke machtiging (RM), of via de BOPZ-indicatiecommissie. De klachtenregeling op grond van de Wet BOPZ wijkt op een aantal punten af van de klachtenregeling op grond van de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ). Met name betreft dit de klachtgronden en de mogelijkheid in beroep te gaan bij de rechter, de wijze van indienen van een klacht, de samenstelling van de klachtencommissie en de behandeling van de klacht zijn zoals hierboven is beschreven. Indien er sprake is van samenloop, prevaleert hetgeen is opgenomen in artikel 15. De PAAZ-afdeling van ziekenhuis Rijnstate is aangesloten bij de klachtencommissie van de Gelderse Roos. 15.2 Een BOPZ-klacht kan worden ingediend door een patiënt/cliënt, elke andere in het ziekenhuis/verpleeghuis verblijvende patiënt, de echtgenoot, de ouders (dan wel één van hen), de meerderjarige bloedverwant in de rechte lijn en in de zijlijn tot en met de tweede graad, de voogd, curator of mentor van de patiënt. 15.3 Een BOPZ-klacht kan worden ingediend indien het één van de volgende onderwerpen betreft: de beslissing door de hulpverlener dat de patiënt/cliënt wilsonbekwaam is; het toepassen van een dwangbehandeling; het toepassen van dwang in het kader van middelen of maatregelen; het toepassen van vrijheidsbeperkingen; het niet toepassen van een overeengekomen behandelplan/zorgplan.

15.4 Een klacht is niet ontvankelijk indien: de klacht nog in behandeling is, of reeds eerder is behandeld en zich sindsdien geen nieuwe feiten of omstandigheden hebben voorgedaan. 15.5 Bij het onderzoek door de klachtencommissie betreffende een BOPZ-klacht uit het verpleeghuis zal een onafhankelijke verpleeghuisarts in de commissie zitting nemen. 15.6 De commissie heeft de bevoegdheid tot schorsen van de beslissing. Dit is mogelijk na het indienen van de klacht, gehoord hebbende de klager en de betrokken patiënt/cliënt indien deze niet de klager is, alsmede de aangeklaagde en voordat uitspraak is gedaan. Schorsing kan betreffen: het toepassen van een dwangbehandeling; het toepassen van dwang in het kader van middelen of maatregelen; het toepassen van vrijheidsbeperkingen. 15.7 Van de schorsing stelt de commissie de volgende personen op de hoogte: de klager, de betrokken patiënt indien deze niet de klager is, de behandelende persoon, de geneesheer-directeur. 15.8 De commissie geeft binnen twee weken na ontvangst van de klacht haar met redenen omklede beslissing op de klacht. Van de beslissing stelt de commissie de volgende personen op de hoogte: de klager, de betrokken patiënt indien deze niet de klager is, de behandelende persoon, de geneesheer-directeur. 15.9 Indien het echter betreft een klacht tegen een beslissing die ten tijde van de indiening geen gevolg meer heeft of waaraan in de tijd dat de klacht bij de commissie aanhangig is het gevolg is komen te vervallen, geeft de commissie binnen vier weken zijn met redenen omklede beslissing op de klacht. Hiervan worden in kennis gesteld: de klager, de betrokken patiënt indien deze niet de klager is, de behandelende persoon, de geneesheerdirecteur, de Raad van Bestuur en de regionale Inspecteur voor de Gezondheidszorg. 15.10 De commissie vermeldt bij haar uitspraak de beroepsmogelijkheid die de Wet BOPZ in art. 41, zevende lid, biedt. Artikel 16 REGELING VAN BEZWAREN 16.1 Indien betrokkene van mening is dat ten aanzien van de klacht een onzorgvuldige procedure is gevolgd, kan bemiddeling worden gevraagd bij de Raad van Bestuur. 16.2 Indien de Raad van Bestuur onvoldoende maatregelen treft waartoe zij uit hoofde van de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ) is gehouden, kan de klager of ieder andere belanghebbende, alsmede de Centrale Cliëntenraad, met inachtneming van art. 3, tweede lid WKCZ de kantonrechter verzoeken om de Raad van Bestuur verplichtingen op te leggen bepaalde handelingen te verrichten of na te laten. 16.3 Indien de Raad van Bestuur onvoldoende maatregelen treft waartoe zij uit hoofde van de Wet BOPZ is gehouden, kan de klager of ieder andere belanghebbende, alsmede de Centrale Cliëntenraad-, conform art. 65 sub a Wet BOPZ de Inspecteur voor de Gezondheidszorg hiervan op de hoogte stellen.

Artikel 17 JAARVERSLAG 17.1 De ambtelijk secretaris stelt jaarlijks een geanonimiseerd openbaar verslag op waarin wordt opgenomen: een beknopte beschrijving van de klachtenregeling; de wijze waarop de zorgaanbieder die regeling onder de aandacht van zijn cliënten heeft gebracht; de samenstelling van de klachtencommissie; in welke mate de klachtencommissie haar werkzaamheden heeft kunnen verrichten met inachtneming van de waarborgen, bedoeld in de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector, artikel 2, tweede lid; het aantal en de aard van de door de klachtencommissie behandelde klachten; de strekking van de oordelen en aanbevelingen van de klachtencommissie; de aard van de maatregelen, bedoeld in artikel 12 onder 12.2. Dit verslag wordt voorgelegd aan de klachtencommissie en na goedkeuring uitgebracht aan de Raad van Bestuur, die voor de verspreiding van het jaarverslag zorgdraagt. Artikel 18 EVALUATIE 18.1 Minstens één keer per jaar overlegt de klachtencommissie met de Raad van Bestuur over de werkzaamheden van de klachtencommissie. Daarbij zullen in het bijzonder de resultaten van de door de klachtencommissie gegeven aanbevelingen worden besproken. 18.2 De klachtenregeling wordt door de Raad van Bestuur elke drie jaar geëvalueerd. Artikel 19 SLOTBEPALINGEN 19.1 In alle gevallen waarin deze klachtenregeling niet voorziet, beslist de Raad van Bestuur, gehoord de klachtencommissie van de betrokken instelling, de Centrale Cliëntenraad en het bestuur van de betrokken medische staf. 19.2 Voor vaststelling, wijziging of intrekking van de klachtenregeling wordt de klachtencommissie van de betrokken instelling, het bestuur van de medische staf en de Ondernemingsraad gehoord en wordt advies gevraagd aan de Centrale Cliëntenraad. Het advies van de Centrale Cliëntenraad geldt als een zwaarwegend advies. 19.3 De Raad van Bestuur draagt zorg voor de bekendmaking van de klachtenregeling binnen de organisatie. 19.4 Deze klachtenregeling geldt voor Rijnstate. Er is één uitzondering. De afdeling PAAZ van Ziekenhuis Rijnstate is voor de klachtenbehandeling aangesloten bij een externe klachtencommissie. Deze klachtenregeling is vastgesteld in mei 2007 door de Raad van Bestuur van Rijnstate en in maart 2011 aangepast vanwege naamsveranderingen van de organisatie (Alysis Zorggroep omgezet naar Rijnstate, MIP-commissie vervangen door Centrale VIM-commissie)