1 Zaanse Visie op VVE gemeente Zaanstad Sector Maatschappelijke Ontwikkeling AAN Stuurgroep Harmonisatie VVE VVE beleidsgroep VAN VASTGESTELD 24 mei 2016 AANTAL PAGINA S 5 1) Inleiding Voor u ligt de Zaanse visie op voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Deze visie is het resultaat van een brainstormsessie met vertegenwoordigers van de bij VVE betrokken partners. De Zaanse visie op VVE zal richting geven aan de verdere ontwikkeling van het Zaanse VVE-beleid en de Zaanse VVEpraktijk. Daartoe zal na vaststelling van de Zaanse visie op VVE een plan worden opgesteld om deze visie te implementeren. Daarnaast geeft de visie richting aan bredere ontwikkelingen, waar VVE onderdeel van uitmaakt, zoals het Onderwijsachterstandenbeleid en de vorming van Integrale Kindcentra. Hiertoe wordt de Zaanse visie op VVE meegenomen in de uitwerking van deze thema s in het kader van de Onderwijsagenda Zaanstreek 2015-2018. De Zaanse visie op VVE is als volgt opgebouwd In paragraaf 2 geven we een korte beschrijving van VVE, van de plaats van VVE binnen het Zaanse onderwijs- en jeugdbeleid en van de intentie achter de Zaanse visie op VVE. In paragraaf 3 staan de missie en visie op VVE. We beschrijven waar we op middellange termijn naar toe willen werken. Deze missie en visie omvatten een breder terrein dan VVE in strikte zin. In paragraaf 4 geven we een nadere toelichting op de missie en visie zoals beschreven in paragraaf 3. 2) VVE en VVE-beleid Het doel van voor- en vroegschoolse educatie (VVE) is ervoor te zorgen dat alle kinderen die naar groep 3 gaan een goede basis meekrijgen voor hun verdere schoolloopbaan. Kinderen met een verhoogd risico op onderwijsachterstanden hebben veelal ondersteuning nodig om dit doel te realiseren. VVE biedt die ondersteuning. De gemeente Zaanstad wil VVE zo vormgeven dat er sprake is van een samenhangend geheel met hoge kwaliteit en effectiviteit. Daartoe is het van belang om zo vroeg mogelijk te beginnen en een doorgaande lijn te realiseren tot het einde van het basisonderwijs. VVE ligt op het grensvlak van een aantal beleidsterreinen: onderwijs waaronder het Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) en passend onderwijs -, opvang en zorg. Dat vraagt om goede afstemming tussen het VVE-beleid en deze aanpalende beleidsterreinen. Wij zien VVE in de toekomst als geïntegreerd onderdeel van het Zaanse onderwijs- en jeugdbeleid. De Zaanse visie op VVE, maar ook de gemaakte en nog te maken resultaatafspraken, geven richting aan de verdere uitwerking van het VVE-beleid en de prioriteiten die daarin gesteld worden. De Zaanse visie op VVE vormt de basis van het Zaanse kwaliteitsbeleid op het terrein van VVE.
De Zaanse visie op VVE betreft een gezamenlijk plan van de gemeente en de partners die het VVEbeleid uitvoeren. In de Zaanse visie op VVE worden gezamenlijke intenties uitgesproken en worden gezamenlijke keuzes gemaakt. Het plan geeft richting aan toekomstig beleid en aan de ontwikkelingen die we in gang willen zetten. De partners en de gemeente zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het VVE-beleid en lossen gezamenlijk knelpunten op als ze zich voordoen. 3) Missie en visie Onze missie Elk kind in Zaanstad heeft het recht om zich optimaal te ontwikkelen. VVE is een onderdeel van een palet aan interventies waarmee we kinderen de kans bieden om hun potentieel te ontwikkelen en de risico s die ze lopen op een ontwikkelingsachterstand te verkleinen of te voorkomen. We richten ons op een ononderbroken ontwikkelingslijn van 0 13 jaar. Investeren in kinderen vanaf zo jong mogelijke leeftijd en het creëren van een ononderbroken ontwikkelingslijn bieden de beste voorwaarden voor een optimale ontwikkeling voor alle kinderen. Ouderbetrokkenheid is essentieel. Wij werken vanuit gelijkwaardigheid met ouders samen bij het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen, ieder vanuit haar / zijn kennis, kracht en vermogen. Wederzijds respect en vertrouwen vormen voor ons de basis in deze samenwerking. Onze visie De ontwikkelbehoeften van de kinderen vormen het uitgangspunt voor de pedagogische en educatieve aanpak en het VVE-activiteitenaanbod. VVE is geen doel op zich, maar maakt onderdeel uit van het totale educatieve aanbod voor kinderen van 0 13 jaar. Door de pedagogische en didactische aanpak aan te laten sluiten bij de ontwikkelbehoeften van de kinderen, ontstaat voor alle kinderen een passend aanbod dat aansluit bij hun niveau, maar ook bij hun leerstijl. We realiseren passend onderwijs en passende kinderopvang. 1 Kinderen met beperkingen nemen zoveel mogelijk deel aan het reguliere aanbod: we werken inclusief. Om een passend aanbod te realiseren voor alle kinderen van 0 13 jaar ontwikkelen we in Zaanstad integrale kindcentra (IKC s). 2 Binnen een IKC is er sprake van één pedagogische visie. Binnen het aanbod voor jonge kinderen is er sprake van een optimale balans tussen aandacht voor de diverse ontwikkelingsgebieden, zoals taal, rekenen, sociaal emotionele ontwikkeling en motoriek. Het VVE-aanbod is gericht op de brede ontwikkeling van de kinderen. Jonge kinderen ontwikkelen zich via spel. Professioneel begeleide spel- en interactiesituaties stimuleren de ontwikkeling van kinderen het sterkst. 3 Bovendien sluit een spelmatige aanpak aan bij de manier waarop jonge kinderen zich nieuwe kennis en vaardigheden eigen maken. We volgen de ontwikkelingen in het onderwijsbeleid en de opbrengsten van onderzoek dat antwoord kan geven op de vraag wat werkt en wat niet werkt en passen dit toe in ons beleid en aanbod. Het VVE aanbod voorziet in een brede ontwikkeling en het ontwikkelen van de vaardigheden van de 21 e eeuw. Hieronder vallen: probleemoplossend vermogen, ICT-vaardigheden, creativiteit, kritisch denken, communiceren, sociale en culturele vaardigheden, zelfsturing en samenwerken. 1 In Zaanstad gebruiken we de term Peuterspelen voor het voorschoolse aanbod voor peuters. In dit onderdeel van de Toekomstvisie sluiten we aan bij de landelijk gangbare term kinderopvang. Een mogelijk alternatief is: passend ontwikkelaanbod voor jonge kinderen. 2 Zaanstad heeft samen met de gemeenten Wormerland en Oostzaan een regionale educatieve agenda (REA) opgesteld. Punt 1 op die agenda is IKC vorming. Er is een werkgroep opgericht waarin vertegenwoordigers van de gemeenten en de schoolbesturen momenteel een visie op het IKC uitwerken. Daarom werken we dit onderwerp slechts op een beperkte wijze uit in deze notitie. 3 Zie bijvoorbeeld: Slot, P. Early Childhood Education and Care in the Netherlands Quality, Curriculum, and Relations with Child Development (2014). 2
Een combinatie van kwalitatief hoogwaardig VVE en betrokkenheid van ouders bij het stimuleren van de ontwikkeling van hun kinderen maakt de effecten van VVE sterker en langer merkbaar. Wij streven naar een optimale ouderbetrokkenheid. Ouders en professionals zijn gelijkwaardig, in erkende ongelijkheid en gaan samen op zoek naar het beste voor kinderen. We willen voorkomen dat er sprake is van segregatie bij de uitvoering van het VVE-beleid. Een te hoge concentratie van doelgroepkinderen is niet bevorderlijk voor de ontwikkelingskansen van de kinderen. Als kinderen met een VVE-indicatie in gemengde groepen deelnemen aan VVE, zijn er meer mogelijkheden voor leren van elkaar. Uitvoering van hetgeen beschreven staat in de visie doet een groot beroep op de professionaliteit van alle betrokkenen en vraagt om gerichte scholing, training en coaching. Daarbij gaat het onder andere om het beter leren kijken naar kinderen en uit de informatie over de kinderen afleiden wat hun ontwikkelbehoeften zijn; het ontwerpen van een aanpak en een breed, ontwikkelingsgericht activiteitenaanbod dat aansluit op die behoeften en het uitvoeren van het aanbod op een spelmatige en interactieve manier. 4) Nadere toelichting op de Zaanse visie op VVE In deze paragraaf werken we de Zaanse visie op VVE inhoudelijk verder uit en lichten enkele belangrijke onderdelen nader toe. We sluiten aan op de ontwikkelbehoeften van de kinderen Door de pedagogische en didactische aanpak aan te laten sluiten bij de ontwikkelbehoeften van de kinderen, ontstaat voor de kinderen een passend aanbod dat aansluit bij hun niveau, maar ook bij hun leerstijl. De professionals kennen het niveau, de leerstijl en de behoeften van de kinderen en sluiten daar planmatig op aan. De pedagogische en didactische aanpak voldoet aan de meest recente kwaliteitseisen. Binnen het VVE-aanbod is duidelijk aan welke doelen men werkt met de kinderen. Er is dus sprake van een ontwikkelings- en opbrengstgerichte aanpak. Als veel kinderen in een groep extra ondersteuning nodig hebben, kan er intensiever gewerkt worden met de kinderen en de ouders. Als optimaal wordt aangesloten op de ontwikkelbehoeften van kinderen, zullen zij zich veilig voelen, plezier hebben, samen kunnen spelen en zich welbevinden. De kinderen worden uitgedaagd tot het opdoen van nieuwe ervaringen en tot het verleggen van hun grenzen. Lange tijd vormde het werken met een (erkend) VVE-programma de kern van VVE. Dat leidde soms tot een minder effectieve praktijk: de methode volgens het boekje hanteren zonder aan te sluiten bij de ontwikkelbehoeften van de kinderen in de groep. In een optimale VVE-praktijk is het VVE-programma een hulpmiddel. De ontwikkeling en behoeften van de kinderen staan centraal. Een doorgaande lijn in de aanpak van de voor- naar de vroegschoolse periode is van groot belang. Daarbij is afstemming van de pedagogische en didactische aanpak en van het werken aan ouderbetrokkenheid in de voor- en vroegschoolse periode essentieel. Als die aanpak goed op elkaar is afgestemd, is het niet noodzakelijk om voor- en vroegschools met hetzelfde VVE-programma te werken om een goede doorgaande lijn te realiseren. Doelgroepen van VVE Het huidige VVE-beleid is gericht op kinderen van 2 ½ tot 6 jaar. We willen uiteindelijk toewerken naar een doorgaande ontwikkelingslijn van 0 13 jaar. Op korte termijn richten we ons vooral op kinderen van 0 6 jaar. Een hoogwaardig aanbod voor 0 2½ jarigen schept extra kansen op een gunstige ontwikkeling. Extra aandacht voor de ontwikkeling van het kind tijdens de zwangerschap is gewenst als er tijdens de zwangerschap sprake is van verhoogde risico s. Een doorgaande lijn tot het einde van het basisonderwijs voorkomt dat effecten die op jonge leeftijd bereikt worden, later uitdoven. Het huidige VVE-beleid is gericht op kinderen die geïndiceerd worden op basis van kenmerken van de gezinnen waarin ze opgroeien. Het gaat dan om het opleidingsniveau van de ouders; voorschools 3
nemen ook kinderen deel aan VVE als er thuis een andere taal wordt gesproken dan het Nederlands. Als kinderen al naar een voorschoolse voorziening gaan en de pedagogisch medewerkers vinden dat een kind gebaat zou zijn bij VVE, dan kan de JGZ verzocht worden nogmaals naar het kind te kijken. JGZ kan dan alsnog besluiten tot indicering. Ook al willen we op termijn afscheid nemen van het doelgroepdenken en meer aansluiten bij de behoeften van alle kinderen, voorlopig hebben we te maken met een beleid waarin VVE-indicatie plaatsvindt en faciliteiten ingezet worden op basis van aantallen geïndiceerde kinderen en in het onderwijs op basis van aantallen kinderen van laag opgeleide ouders. De gehele gemeentelijke financiering van OAB is gebaseerd op aantallen doelgroepkinderen. Deze gezins- en omgevingskenmerken vormen een goede voorspeller van schoolsucces of onderwijsachterstanden. Deze factoren bepalen de kans op een gunstige of minder gunstige schoolloopbaan; uit gezinsfactoren is echter nooit direct af te leiden wat de ontwikkelbehoeften van een kind zijn. Zolang VVE-indicering aan de orde is, is het van belang om kritisch naar de gehanteerde doelgroepdefinities te kijken. De indicatoren zullen zo aangepast worden, dat deze beter aansluiten bij de Zaanse visie op VVE. Integrale kindcentra (IKC s) Om een passend aanbod te realiseren voor alle kinderen van 0 13 jaar werken we in Zaanstad met integrale kindcentra. Binnen een IKC is er sprake van één pedagogische visie. De werksoorten binnen het IKC werken echt samen en vormen één team. Een goed functionerend IKC vraagt om regie op de uitvoering van VVE en van ouderbetrokkenheid: op elk IKC is er één persoon belast met de regie van het IKC. Brede ontwikkeling Binnen het aanbod voor jonge kinderen is er sprake van een optimale balans tussen aandacht voor de diverse ontwikkelingsgebieden. Dat betreft meer dan alleen taal, rekenen, sociaal emotionele ontwikkeling en motoriek. De brede ontwikkeling is ook gericht op de vaardigheden van de 21 e eeuw en investeert in de talent- en persoonsontwikkeling van kinderen. In de VVE-praktijk is de aandacht lange tijd eenzijdig gericht geweest op taal en denken / rekenen. Steeds duidelijker wordt dat aspecten van sociaal emotionele ontwikkeling een zeer sterke voorspeller zijn van school- en maatschappelijk succes. Bij zeer jonge kinderen vormt de (senso)-motorische ontwikkeling bovendien de basis voor de hele ontwikkeling. Het stimuleren van de taalontwikkeling van de kinderen is en blijft een essentieel onderdeel van het VVE-aanbod. Datzelfde geldt ook voor de reken / denkontwikkeling. Stimuleren van (aspecten van) de sociaal emotionele ontwikkeling moet een hogere prioriteit krijgen binnen het VVE-aanbod. Het werken aan versterking van executieve functies, met als belangrijk onderdeel de vaardigheid zelfsturing vraagt hierbij om extra aandacht. de SLO-doelen, gecombineerd met aanvullende doelen op het terrein van de motorische ontwikkeling, helpen om een beredeneerd activiteitenaanbod vorm te geven. Spelmatig werken Jonge kinderen ontwikkelen zich via spel. Het activiteitenaanbod voor de jonge kinderen is dus spelmatig. De huidige VVE-praktijk laat echter vaak een ander beeld zien. Activiteiten uit de VVEprogramma s bestaan geregeld uit schoolse activiteiten, zoals luisteren / instructie in de grote groep en werken in het platte vlak. Dergelijke activiteiten sluiten vaak niet aan bij de ontwikkelbehoeften en de leerstijl van jonge kinderen. Vaardigheden van de 21 e eeuw Recente ontwikkelingen op het terrein van ICT, maar ook de behoefte binnen Nederland aan innovatief vermogen vormen een nieuwe uitdaging, ook voor het werken met jonge kinderen. En door het hoge tempo van deze ontwikkelingen is steeds minder duidelijk hoe de toekomst eruit ziet. Hoe bereid je kinderen voor op zo n toekomst? De zogenaamde vaardigheden van de 21 e eeuw vormen het antwoord op deze uitdagingen. Deze vaardigheden maken integraal onderdeel uit van het aanbod aan de kinderen. 4
In Nederland is een zekere consensus over de globale inhoud van deze vaardigheden. De belangrijkste zijn: Probleemoplossend vermogen (strategieën leren om kennis te verwerven en problemen op te lossen) Ict-vaardigheden Creativiteit (op alle vlakken: denken, kunst, ontwerpen, etc.) Kritisch denken (analyseren, reflecteren, filosoferen, informatie verwerken) Communiceren Sociale en culturele vaardigheden (inzicht in anderen, omgaan met elkaar; omgaan met (culturele) verschillen, sociaal gewenst gedrag herkennen en kunnen gebruiken) Samenwerken. Uit de neurowetenschappen blijkt dat de basis voor deze vaardigheden in de eerste levensjaren wordt gelegd. Juist in die periode kunnen dergelijke vaardigheden ondersteund en ontwikkeld worden. In Zaanstad willen we de volgende accenten leggen: Naast de vaardigheden van de 21 e eeuw blijven de basisvaardigheden taal en rekenen van essentieel belang. We willen een ondernemende houding / instelling bij kinderen bevorderen. Onderzoekend leren willen we een prominenter plaats geven binnen het werken met jonge kinderen. We willen kinderen een onderzoekende houding aanleren t.o.v. de werkelijkheid. We vinden het belangrijk dat kinderen leren zich te verbinden met anderen, ook met mensen uit andere (sub)culturen. Een optimale situatie voor de kinderen ontstaat als: Ouders betrokken zijn bij hun kinderen en hen een veilige en stimulerende omgeving bieden. Ouders de ontwikkeling van hun kinderen op een speelse wijze stimuleren. Hun omgang met hun kinderen is natuurlijk: ze benutten bij alledaagse bezigheden de kansen om hun kinderen er op een leuke en speelse manier bij te betrekken. Ouders zich bewust zijn van het belang van hun eigen rol bij de ontwikkeling van hun kinderen. Er sprake is van een goede afstemming tussen het spelend leren met de VVE-thema s in het basisonderwijs en bij het Peuterspelen en de manier waarop ouders thuis samen met hun kinderen spelen, praten en omgaan. Ouderbetrokkenheid Een optimale ontwikkeling van de talenten van kinderen is het beste te realiseren als de ouders van de kinderen thuis ook leuke en stimulerende activiteiten met hen uitvoeren. We streven daarom naar (educatief) partnerschap tussen ouders en professionals. Ouders en professionals zijn gelijkwaardig, gaan samen op zoek naar het beste voor kinderen. 5