Concept-Convenant Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Someren

Transcriptie

1 Concept-Convenant Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Someren De ondergetekenden: 1. Gemeente Someren, voor deze overeenkomst vertegenwoordigd door dhr. T. Maas, 2. Stichting PlatOO, voor deze overeenkomst vertegenwoordigd door mevr. A. Martens, 3. Stichting Prodas, voor deze overeenkomst vertegenwoordigd door dhr. J. Ghielen, 4. Kinderopvang NulVier DAS, voor deze overeenkomst vertegenwoordigd door dhr. A. Dielesen, 5. Kinderopvang Spring, voor deze overeenkomst vertegenwoordigd door mevr. L. Joosten, 6. Kinderopvang Korein, voor deze overeenkomst vertegenwoordigd door mevr. S. Hommes, 7. Kinderopvang Ziezo, voor deze overeenkomst vertegenwoordigd door mevr. S. van Lieshout, 8. Kinderopvang De Speeldoos, voor deze overeenkomst vertegenwoordigd door mevr. J. Verhoeven, 9. De Zorgboog, voor deze overeenkomst vertegenwoordigd door mevr., 10. De Bibliotheek Helmond-Peel, vertegenwoordigd door. Hierna te noemen: partijen Nemen in aanmerking dat: Gemeente, schoolbesturen en kinderopvang gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de afstemming tussen voor- en vroegschoolse educatie (WPO, art. 167a); De wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (OKE) nieuwe verantwoordelijkheden met zich meebrengt voor gemeenten, JGZ, kinderopvangorganisaties en schoolbesturen op het gebied van kwaliteit en bereik van VVE en het waarborgen van de doorgaande leerlijn; De wet OKE voorschrijft dat gemeente en schoolbesturen afspraken maken over de resultaten van de vroegschoolse educatie; Een doorgaande leerlijn van voorschoolse voorzieningen naar groep 1 en 2 voor leerlingen een betere startpositie oplevert in groep 3; Partijen daarom een gezamenlijk belang hebben om te komen tot afspraken ten behoeve van het signaleren en bestrijden van onderwijsachterstanden en het versterken van de doorgaande leerlijn; In het Notitie Voor- en Vroegschoolse Educatie Someren is reeds de volgende ambities voor Someren vastgelegd: Het streven naar een 100% bereik van de doelgroepkinderen, waarbij opgemerkt wordt dat een gedeelte van de doelgroepkinderen niet bereikt zal worden als gevolg van opvang door gastouder en/of familie. Zijn overeengekomen als volgt: Artikel 1: Doel Het doel van dit Convenant is om afspraken op het gebied van kwaliteit, bereik en resultaten van de Voor en Vroegschoolse Educatie in Someren vast te leggen ten behoeve van het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden en het versterken van de doorgaande leerlijn. Artikel 2: Definities a. Doelgroeppeuters in de voorscholen - peuters met een gewicht volgens de landelijke gewichtenregeling vast te stellen door het consultatiebureau,

2 - peuters met een ontwikkelingsachterstand op een of meerdere van de volgende terreinen; sociaal emotionele ontwikkeling, cognitieve ontwikkeling, sociale leefomgeving, motorische ontwikkeling en taalontwikkeling. b. Doelgroepkleuters in de vroegscholen - leerlingen die in de voorschoolse periode zijn aangemerkt als doelgroepkind op basis van gewicht of VVE-indicatie van het Consultatiebureau en/of - leerlingen die op de M1 toets in het basisonderwijs een IV of V score hebben op de Cito toets Taal voor kleuters en/of - leerlingen waarvan de leerkracht inschat dat deze veel baat heeft bij intensief taalonderwijs. c. Risicoleerlingen in het primair onderwijs - leerlingen die in de voorschoolse periode zijn aangemerkt als doelgroepkind op basis van gewicht of VVE-indicatie van het consultatiebureau en/of, - leerlingen die op de M1 toets in het basisonderwijs een IV of V score hebben op de Cito toets Taal voor kleuters en/of, - leerlingen waarvan de leerkracht inschat dat deze veel baat heeft bij intensief taalonderwijs. d. Voorschoolse Educatie Het bieden van een integraal programma aan peuters met een taal- en/of ontwikkelingsachterstand op de peuterspeelzaal of in de kinderopvang. Het programma richt zich op de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en sociaal- emotionele ontwikkeling. In de wet OKE zijn nadere kwaliteitsvereisten aangegeven aan omvang en aard van de educatieve programma s. e. Voorschoolse voorzieningen Kinderopvang en peuterwerk voor de leeftijdsfase 0-4 jaar. f. Vroegschoolse educatie Uitvoering van een programma, gericht op het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes doorstromen in het basisonderwijs, dat wordt verzorgd in groep 1 en 2 van een basisschool, als vervolg op de voorschoolse educatie ( uit: WPO, art 1). g. Doorgaande leerlijn Van een doorgaande leerlijn is in het kader van de VVE sprake indien een kind in de voorschoolse voorzieningen voorschoolse educatie volgt, en daarna vroegschoolse educatie in het basisonderwijs. h. Warme overdracht Een mondelinge overdracht van kindgegevens bij de overgang van de ene naar de andere schoolfase in aanvulling op de schriftelijke overdracht van leerling-gegevens. Artikel 3: De voorschoolse fase a. De doelgroep voor voorschoolse educatie bestaat uit: - peuters met een gewicht volgens de landelijke gewichtenregeling ; - peuters met een taal/ontwikkelingsachterstand, vast te stellen door het consultatiebureau; - peuters met een sociaal- emotionele achterstand, vast te stellen door het consultatiebureau. b. Er bestaat een contra-indicatie voor peuters met ernstige gedragsproblemen en/of een lichamelijke handicap. c. Er wordt gezamenlijk een voldoende en kwalitatief volwaardig aanbod gerealiseerd voor voorschoolse educatie, dat voldoet aan de vereisten vanuit de wet OKE. d. Er wordt ingezet om alle doelgroeppeuters met voorschoolse educatie te bereiken. 2/6

3 De volgende activiteiten maken daar onderdeel van uit: Consultatiebureau - screening op de doelgroepcriteria; (zie bijlage 3) - het actief motiveren van ouders en toeleiden naar voorschools VVE-aanbod; - het gebruik maken van een gestandaardiseerd formulier voor de indicatie en toeleiding naar de voorschool; Voorschoolse voorzieningen: - Verwijzing naar het consultatiebureau indien er een vermoeden bestaat dat een peuter tot de doelgroep behoort maar (nog) niet geïndiceerd is. e. Voor- vroegscholen en consultatiebureau stimuleren de ouderbetrokkenheid van ouders van peuters en kleuters die voorschoolse educatie volgen door hen bij consult- en intakegesprekken te motiveren deel te nemen aan ontwikkelingsstimulerende activiteiten thuis. f. Het streven is dat minimaal 80% van de ouders van 3 jarige VVE-peuters deelneemt aan een programma thuis. Artikel 4: Het VVE-programma a. In de Somerense voorschoolse voorzieningen met VVE wordt gebruik gemaakt van het door het Nederlands Jeugd Instituut erkende VVE programma s, met name Piramide; Artikel 5: De doorgaande leerlijn a. Gezamenlijk wordt een doorgaande leerlijn van voor- naar vroegschoolse educatie gerealiseerd, op de volgende wijze: Voorschoolse voorzieningen: - het actief motiveren van ouders om hun kind bij een basisschool met vroegschoolse educatie aan te melden; - ieder kwartaal en minimaal 2 maanden voorafgaand aan de start van het kind aan de basisschool, initieert de pedagogisch medewerker van de voorschool een bespreking met de basisschool, waarin door middel van een warme overdracht de resultaten en bevindingen van de kinderen die voorschoolse educatie hebben gevolgd en binnenkort naar die basisschool gaan, worden doorgesproken; - het gebruik maken van een overdrachtformulier;waarin informatie gegeven wordt over: sociaal emotionele ontwikkeling, spel, taalontwikkeling, beginnend rekenen, motoriek en medische gegevens. Scholen/schoolbesturen: - het ieder kwartaal en minimaal 2 maanden voorafgaand aan de start van de basisschool, door middel van een warme overdracht, met en op initiatief van de voorschool bespreken van de leerlingen die vanaf een voorschool met voorschoolse educatie instromen in de basisschool; - het gebruik maken van de bevindingen en resultaten van de voorschool ( doorgaande leerlijn). 3/6

4 Artikel 6: De vroegschoolse educatie a. Basisschoollocaties bieden doelgroepkleuters intensief taalonderwijs aan in de vorm van vroegschoolse educatie. Daarbij wordt gebruik gemaakt van goedgekeurde VVEprogramma s. b. De doelgroep voor vroegschoolse educatie bestaat uit risicoleerlingen uit groep 1 en 2 van het basisonderwijs. Artikel 7: De resultaten van de vroegschoolse educatie a. Er wordt voor de monitoring van de resultaten van de vroegschoolse educatie gebruik gemaakt van de Cito-score als indicator voor de leerprogressie van een leerling. Daarnaast kan gebruik gemaakt worden van een ander meetinstrument, zoals TAK (Taaltoets Alle Kinderen); b. Concreet resultaat: 2014: - van de doelgroepkinderen haalt 50% minimaal niveau III op de toets Taal voor kleuters - van de doelgroepkinderen haalt 50% minimaal niveau III op de toets Rekenen voor kleuters Voortgangsresultaat: De doelgroepkinderen laten in de vaardigheidsscores TvK M1 en TvK E2 een toename zien van minimaal 24 punten. 2015: - van de doelgroepkinderen haalt 60% minimaal niveau III op de toets Taal voor kleuters - van de doelgroepkinderen haalt 60% minimaal niveau III op de toets Rekenen voor kleuter Artikel 8: Informatieoverdracht a. In het kader van de VVE-monitor in Someren voorzien het consultatiebureau, de voorschoolse voorzieningen en de schoolbesturen de gemeente van de volgende gegevens: Consultatiebureau: - het aantal geïndiceerde doelgroeppeuters, uitgesplitst naar gewogen en ongewogen; - daarbij een onderscheid makend in aard van de indicatie en zo mogelijk gedifferentieerd per kerkdorp. - peildatum: 1 oktober Voorschoolse voorzieningen: - de leerlingen (geanonimiseerd) die een volledig programma van voorschoolse educatie volgen, gewogen en ongewogen; - de duur van dit voorschoolse aanbod ( moment van in- en uitstroom). - peildatum: 1 oktober Basisscholen - de leerlingen (geanonimiseerd) die vroegschoolse educatie volgen in groep 1 en 2; gewogen en ongewogen; - de duur van dit vroegschoolse aanbod (start en eindmoment). - peildatum: 1 oktober b. In de warme leerlingoverdracht van doelgroepkinderen, zoals genoemd onder artikel 5, informeren de voorschoolse voorzieningen de basisscholen in ieder geval over: - sociaal emotionele ontwikkeling - spel 4/6

5 - taalontwikkeling - beginnend rekenen - motoriek - medische gegevens Artikel 9: Organisatie a. Eén maal per jaar vindt in het LEA overleg een terugkoppeling van de bereikte doelstellingen voor VVE plaats. Daarbij zijn onderwijsbesturen, voorschoolse organisaties en gemeente aanwezig. Het overleg wordt georganiseerd en voorgezeten door de gemeente. Artikel 10: Geldigheid a. Het Convenant heeft een looptijd vanaf ondertekening tot eind Aldus overeengekomen en in tien exemplaren ondertekend op.te Someren, Gemeente Someren, dhr. T. Maas, Stichting PlatOO, mevr. A. Martens, Stichting Prodas, dhr. J. Ghielen, Kinderopvang NulVier DAS, dhr. A. Dielesen, Kinderopvang Spring, mevr. L. Joosten, Kinderopvang Korein, mevr. S. Hommes, Kinderopvang Ziezo, mevr. S. van Lieshout, Kinderopvang De Speeldoos, mevr.j. Verhoeven, De Zorgboog, mevr., De Bibliotheek Helmond-Peel, vertegenwoordigd door.mevr 5/6

6 Bijlage 1: Basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie Gebaseerd op het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie (AMVB van 7 juli 2010) Concreet gelden voor de voorschoolse educatie de volgende kwaliteitseisen: Kwaliteitseisen voorschoolse educatie - Voorschoolse educatie wordt ten minste vier dagdelen of 10 uur per week aangeboden op een peuterspeelzaal of een kinderdagverblijf. - Voor de voorschoolse educatie wordt een integraal programma gebruikt dat zich richt op de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. - Op een groep waaraan voorschoolse educatie wordt aangeboden staat minimaal één beroepskracht per 8 kinderen. In groepen van 9 tot maximaal 16 kinderen staan twee beroepskrachten. - De beroepskrachten hebben ten minste een opleiding gevolgd op PW3 niveau. Onderdeel van deze beroepsopleiding vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. Als de beroepskracht niet deze module heeft gevolgd, bezit deze een bewijs dat specifieke scholing is afgerond over voorschoolse educatie. - De houder van een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal waar voorschoolse educatie wordt aangeboden, stelt jaarlijks een opleidingsplan op waarin staat beschreven hoe de kennis en vaardigheden in voorschoolse educatie van beroepskrachten worden onderhouden. Bijlage 2: Basisvoorwaarden kwaliteit vroegschoolse educatie Volgend uit het Landelijk Convenant Agenda Focus op vroegschoolse educatie ( 2008) en de uitgave Kwaliteitszorg bij vroegschoolse educatie ( Oberon 2009) voldoet de vroegschool aan de volgende voorwaarden Kwaliteitseisen vroegschoolse educatie - Basisscholen maken gebruik van VVE-programma s waarvan de effectiviteit op de Nederlandse taalontwikkeling is bewezen; - het onderwijsaanbod richt zich (naast taal) op meerdere ontwikkelingsdomeinen; - het onderwijsaanbod heeft per domein tussen- en einddoelen voor leerlingen; - het onderwijsaanbod kent een doorgaande lijn van voor- naar vroegschoolse educatie; - het onderwijsaanbod kent een doorgaande lijn van groep 2 naar groep 3 en verder. 6/6