inhoud IK ZEI JE TOCH BOB: EET NIET TEVEEL BRUINE BONEN.

Vergelijkbare documenten
1. De maan 3 2. Volle maan 4 3. Een maand 6 4. De maan trekt 8 5. Een reis naar de maan 9 6. Op de maan Maanweetjes 11 8.

inhoud 1. Inleiding 3 2. Wat is een maan? 4 3. Het ontstaan van de maan 4. De maan en de maanden 5. Kijken naar de maan 6. Landing op de maan

inhoud blz. De zeppelin 1. Graaf von Zeppelin 2. Hoe vliegt een zeppelin? 3. Zeppelin of blimp 4. De ramp met de Hindenburg 5. Filmpjes Pluskaarten

inhoud 1. Overal sterren 2. Wat is een ster? 3. Het leven van een ster 4. Een ster dichtbij 5. De zon 6. Sterren en kleuren 7.

inhoud blz. 1. Een wereld vol letters 2. Letters 3. Plaatjes lezen 4. Het pictogram 5. Van plaatje naar teken 6. Letters en klanken

Inhoud 1. Allemaal botten 2. Stevig 3. Licht 4. Beschermen 5. Bewegen 6. Grote botten, kleine botten 7. In het gips 8. Dieren 9. Filmpje Pluskaarten

inhoud 1. In de lucht 3 2. Ik zweef 4 3. Een sigaar in de lucht 5 4. Brand! 6 5. In de luchtballon 7 6. Landen op water 8 7. Op reis 9 8.

Inhoud blz. 1. Op reis 2. De trekschuit 3. De postkoets 4. De stoomtrein 5. De auto 6. Het vliegtuig 7. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud Airbus A De eerste vlucht 2. Samenwerken 3. Het vervoer 4. Aan boord 5. De motoren 6. Maten 7. Luchthavens 8. Airbusweetjes 9.

De mens verovert de ruimte

inhoud 1. Groeien 2. In de buik 3. De baby 4. De peuter 5, De kleuter 6. Het schoolkind 7. De puber 8. Volwassen 9. Bejaard 10. Filmpje Pluskaarten

In houd 1. Inleiding 2. De luchthaven 3. De vertrekhal 4. De douane 5. De wachtkamer 6. De bagage 7. Eten en drinken 8. De brandstof 9.

inhoud blz. Helikopters 3 1. De geboorte van de helikopter 4 2. De delen van de helikopter 6 3. In de cockpit 7 4. De rotor 8 5.

inhoud blz. Kou 1. Het weer 2. Rillen van de kou 3. Kleren 4. Koelkast en vriezer 5. Koude kleuren 6. Noordpool en Zuidpool 7.

inhoud 1. Ontdek 2. Insecten 3. Een hart klopt 4. Het spoor 5. De magneet 6. Zie ik dat wel goed 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud 1. Oren 2. De vleermuis 3. De olifant 4. De uil 5. De dolfijn 6. De postduif 7. De tijgermot 8. De kat 9. De hond 10. Filmpjes Pluskaarten

inhoud 1. Voeten en poten 2. De olifant 3. De vlieg 4. De uil 5. De sprinkhaan 6. De giraf 7. De struisvogel 8. De gekko 9.

inhoud 1. De ijsbeer 2. Hier woon ik 3. Mijn jas is warm 4. Mijn voeten 5. Jagen 6. In het hol 7. Erop uit 8. Bedreigd 9. Berenweetjes 10.

Inhoud 1. De zee is groot 2. Zonder zee geen leven 3. Golven 4. De zee is zout 5. De zee en rivieren 6. De kleur van de zee

inhoud blz. Vleugels 3 1. Zweven 4 2. Vleugels om te zwemmen 5 3. De boemerang 6 4. Vogels op de grond 7 5. Het geheim van vliegen 8 6.

inhoud De oude eik 1. In het park 2. De delen van de eik 3. Herfst 4. Dieren helpen de eik. 5. Winter 6. Lente 7. Rupsen 8.

inhoud blz. Lucht 1. Lucht is leven 2. Adem 3. Vieze lucht 4. Warme lucht 5. Wind: lucht beweegt 6. Lucht is sterk 7. Boeren en winden 8.

inhoud 1. Mmmmm lekker zoet 2. Waar komt suiker vandaan? 3. Suiker vind je overal 4. Nog meer suiker 5. Te veel suiker 6. Hoe word je te dik?

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

inh oud Mars 1. Ons zonnestelsel 2. De rode planeet 3. Mars en de aarde 4. Leven op Mars? 5. Mars en fantasie 6. Een kijkje op Mars 7.

inhoud 1. Torens 3 2. De kerktoren 4 3. Het kasteel 5 4. Nog meer torens 6 5. Beroemde torens 9 Pluskaarten 12 Bronnen 13 Colofon en voorwaarden 14

inhoud blz. 1. Een wereld vol cijfers 2. Een bot met streepjes 3. Tellen 4. Turven 5. Oude getallen 6. Onze cijfers 7. Tellen in drie talen

inhoud blz. 1. Water is niet gewoon 2. Water, ijs en wolken 3. Een kring 4. Drinken 5. Water in de zee 6. Olie en water 7. Vuil water wordt schoon

inhoud blz. De computer 3 1. Wat is een computer De delen van een computer 5 3. Hoe werkt een computer? 8 4. Van groot naar klein 12 5.

inhoud blz. 1. Wielen 2. Draaien maar! 3. De boomstam 4. Rollen maar! 5. Van rollen naar rijden 6. Lichter, beter, sterker 7.

inhoud 1. Vogels op reis 3 2. Vogeltrek 4 3. Zomervogels 4. Wintergasten 5. Standvogels 6. Deeltrekkers 7. Op reis

inhoud Het konijn 1. Bos en duin 2. Het hol 3. Keutels 4. Gevaar 5. Een huisdier 6. Rassen 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud 1. Staarten 2. Weg vlieg! 3. Evenwicht. 4. Een fopstaart 5. Hoe vind je mijn staart? 6. Een extra arm 7. Een praatstaart 8.

inhoud 1. Mijn fiets 2. De delen van een fiets 3. De loopfiets 4. Trappen maar! 5. Hoog op een wiel 6. De ketting 7. De damesfiets 8.

inhoud Neuzen 1. Je neus 2. Groot is mooi 3. Wroeten 4. Grijpneus 5. Speurneus 6. Onder water 7. Zoem, zoem, ik ruik je 8. Ruiken met je tong

inhoud Zee, strand en duin 1. Zand 2. Zon en wind 3. Het duin 4. Dieren in het duin 5. Eb en vloed 6. De jutter 7. Schelpen 8.

inhoud 1. Dieren op reis 2. Waarom dieren reizen 3. Op zoek naar eten 4. Op zoek naar een broedplek 5. Weg uit de kou 6. Filmpje Pluskaarten Bronnen

inhoud blz. 1. Drijven of zinken? 2. Lucht is licht 3. De duikboot 4. De zwemles 5. Zout en zoet water 6. Olie en water 7.

inhoud De wolf 3 1. Een roofdier 2. Ruiken, horen en zien 3. De roedel 4. De taal van de wolf 5. Wolf en hond 6. Soorten wolven 7.

Raar, maar waar! Natuur Na

inhoud 1. Vuur in de natuur 2. Mens en vuur 3. De mens maakt vuur 4. Licht en warmte 5. Vuur en eten 6. Werken met vuur 7.

Auditieve oefeningen bij het thema: de ruimte

inhoud 1. Wat is een robot? 2. De robotarm 3. Robots in het huishouden 4. Robots in het leger 5. Robots voor onderzoek 6.

Het museum museum mu

inhoud blz. 1. Borst of fles 2. Zogen 3. De boer en zijn dieren 4. De fabriek 5. Slagroom, boter en karnemelk 6. Kaas 7. Meer zuivel 8.

Zintuigen. zien ruiken. horen. voelen. proeven

1. Bijen 3 2. Drie soorten bijen 4 3. Op zoek naar eten 5 4. Wonen 7 5. De imker 9 6. Honing Was Filmpje 13 Pluskaarten 14 Bronnen en

inhoud 1. Bloemen 2. Planten 3. Wat is een bloem? 4. Binnen in de bloem 5. De bloem krijgt bezoek 6. Van stamper naar vrucht

inhoud 1. Inleiding 3 2. Schimmel 4 3. De paddenstoel 5 4. Uit het leven van een paddenstoel 7 5. Soorten paddenstoelen 6.

astronautenschool Stap voor stap een ruimtevaartuig leren besturen

inhoud 1. Textiel? Wat is dat? 2. Weven met papier 3. Stoffen van textiel 4. Wol 5, Zijde 6. Katoen 7. Linnen 8. Filmpje Pluskaarten

inh oud 1. Dieren in de winter 2. De egel 3. De vleermuis 4. De eekhoorn 5. De merel 6. De ree 7. De pad 8. Het lieveheersbeestje 9.

Waarom? 3 1. Waarom heeft een zebra witte en zwarte strepen? 4 2. Waarom worden bladeren in de herfst geel en oranje? 5 3. Waarom hebben leeuwen

inhoud blz. 1. Eten 3 2. De maaltijd 4 3. Het bestek 5 4. Planten en dieren 6 5. Uit eten 8 6. Eten in andere landen Dat lust ik niet

inhoud blz 1. Buideldieren 3 2. Kangoeroes 6 3. De wombat 8 4. De koala 9 5. De opossum De numbat De suikereekhoorn 12 8.

inhoud blz. 1. Au! Dat prikt! 3 2. Stekels 4 3. Nacht 5 4. Op zoek naar eten 6 5, Egel, pas op! 7 6. Mensen 8 7. Het nest van de egel 9 8.

Het International Space Station. ISS (juni 2006)

1. De zon 3 2. De plaats van de zon 4 3. De geboorte van de zon 5 4. Kernfusie 6 5. Zonnevlekken 7 6. Zonnevlammen 8 7. De kracht van de zon 9 8.

Inhoud 1. Wat voor weer wordt het? 3 2. Het weerbericht 4 3. Temperatuur 5 4. Wind 5. Neerslag 6. Bewolking Filmpje Pluskaarten Bronnen 17

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

Inhoud 1. Het gebit 2. De eerste tanden 3. Wisselen 4. Een nieuw gebit 5. Zorg voor je gebit 6. De tandarts 7. Een gaatje 8. Zoet 9.

Auditieve oefeningen bij het thema: de ruimte

inhoud blz. 1. Huisdieren 3 2. De hond 5 3. De kat 6 4. De witte muis 7 5. De goudvis 8 6. Het konijn 9 7. De cavia De tamme rat 11 9.

inhoud blz. 1. Donker 3 2. Dikke jas 4 3. Het vriest 5 4. Sneeuw 6 5, Dieren in de winter 8 6. Bomen Winterkost Beweeg 12 9.

inhoud 1. Inleiding 2. Wat is een planeet 3. Soorten planeten 4. Het ontstaan van planeten 5. De planeten 1.Mercurius 2. Venus 3. De Aarde 4.

Inhoud inhoud blz. 1. Alles over ijs 2. Het water bevriest 3. IJspegels en ijsbloemen 4. Neerslag 5, Kunstijs 6. De polen 7.

inhoud blz. 1. Zoet 2. Honing 3. Suiker 4. Zoet water 5. Smaak en proeven 6. Zoet en tanden 7. Wie zoet is. 8. Snoep 9. Filmpjes Pluskaarten

inhoud 1. De mier 2. De teek 3. De regenworm 4. De pissebed 5. De hoofdluis 6. De vlieg 7. De mug 8. De vlo 9. Filmpje Pluskaarten Colofon

inhoud 1. Inleiding 2. Water is een wonder. 3. De kringloop van het water 4. Zoet, zout of brak 5. Drinkwater 6. Liter na liter

inhoud blz. 1. Prikken en steken 2. De bij 3. De brandenetel 4. De mug 5. De kwal 6. De pieterman 7. De rode mier 8.

inhoud 1. Kunst! Wat is dat? 2. Het schilderij 3. Het beeld 4. Het verhaal 5. De dans 6. Het gebouw 7. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud blz. 1. Haar 2. Met of zonder haar 3. Haar beschermt 4. Voelen met haar 5. Praten met haar 6. Mens en haar 7. Wenkbrauwen en wimpers

inh oud 1. Inleiding 3 2. Kijken en zien 4 3. Proefjes 4. Hoogte, breedte en diepte 5. Gefopt door licht en donker 6. Gefopt door schuine lijnen

inhoud blz. 1. Roofdieren 2. De leeuw 3. De tijger 4. De luipaard 5. De wolf 6. De ijsbeer 7. De bruine beer 8. Filmpjes Pluskaarten

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

De mens verovert de ruimte!

inhoud Deze buurt is niet meer wat het geweest is,

inh oud Huid en haar 1. De huid in lagen 2. Nieuwe huid 3. De huid in kleurtjes 4. Voelen met je huid 5. Zweet 6. Haartjes en kippenvel 7.

inhoud 1. Allemaal de kiebels 2. De bult 3. Kiebels in mijn haar 4. De kwal 5. De brandnetel 6. Huisdieren 7. Vlooien 8. Hooikoorts 9.

inhoud blz. Dieren in groepen 1. Insecten: de zwerm of kolonie 2. Vogels: de vlucht 3. Vissen: de school 4. Zoogdieren: de kudde 5.

Inhoud blz. 1. Honden 2. Van wolf naar hond 3. Rassen 4. Rashonden 5. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s Colofon en voorwaarden

inhoud 1. De merel 2. Waar is mijn eten? 3. De tuin 4. Vogels helpen 5, Wat eten vogels? 6. Vogels in de tuin 7. Een goede plek 8.

Inhoud. 1. Algemenen weetjes 2. Reizen naar Mars 3. Ruimtestations 4. Satellieten 5. Ruimtesondes 6. Waarom een werkstuk over ruimtevaart?

Antwoorden Rekenen Groep 5-1e helft schooljaar

inhoud 1. Lekker 3 2. Bij de boer 3 3. Tarwe malen 4. Bij de bakker 7 5. Bruin of wit 5. Allemaal broden 6. Filmpje 7. Pluskaarten Colofon 15

Rekenen Groep 4-1e helft schooljaar.

inhoud blz. Overal gereedschap 3 1. De timmerman 4 2. De schilder 5 3. De tandarts 6 4. De kok 7 5. De schoonmaker 8 6. De leerling 9 7.

inhoud blz. 1. Soorten 3 2. Zo herken je een insect 4 3. Insecten en hun jong 6 4. Vijanden Meer insecten Filmpjes 15 Pluskaarten 16

Griezelboek. groep 3 en 4

1. De zolder van opa 3 2. Spullen van vroeger 4 3. De stoof 5 4. Het leesplankje 6 5. De Keulse pot 7 6. De tol 8 7. De foto 9 8.

Eindexamen vmbo gl/tl Nederlands I

Astronautenpak groep 7-8

inhoud 1. Slangen 2. Een reptiel 3. Maten 4. Waar? 5. Ruiken 6. Gif 7. Wurgen 8. Hap, slik! 9. Een nieuwe jas 10. Weetjes 11. Filmpje Pluskaarten

inhoud blz. Inleiding 1. Twee hoofdsoorten 2. Echo 3. Huid en vleugels 4. Jonge vleermuizen 5. Vleermuizen in Nederland

inhoud blz. Inleiding 3 1. De farao 4 2. De dood van de farao 5 3. Bewaard als mummie 6 4. Het graf 7 5. Groter en groter 8 6. De vorm 9 7.

Les 2 Ophelderen Leestekst: Het zonnestelsel

inhoud 1. Slapen 2. Wat is slapen? 3. Waarom slaap je? 4. Slaapschuld 5. De biologische klok 6. Ochtend en avondmensen 7.

Brunelleschi. De Dom van Florence

Rekenen Groep 6-1e helft schooljaar.

Transcriptie:

De ruimtevaarder

inhoud Inleiding 3 1. Het werk van de ruimtevaarder 4 2. Hoe word je ruimtevaarder? 6 3. Het ruimtepak 8 4. Wonen in de ruimte 11 5. Ruimteweetjes 13 6. Filmpjes 15 Bronnen en foto s 16 Colofon en voorwaarden 17 IK ZEI JE TOCH BOB: EET NIET TEVEEL BRUINE BONEN.

inleiding Ruim 50 jaar geleden vertrok de eerste mens voor een korte reis de ruimte in. Die reis duurde minder dan twee uur. Nu blijven ruimtevaarders weken of maanden in de ruimte. De ruimte begint op 100 kilometer hoogte boven de aarde. In de ruimte wordt opeens alles anders. In dit boek lees je daar meer over. Je leest over: Het werk van een ruimtevaarder; Hoe je een ruimtevaarder wordt; Het pak van de ruimtevaarder en het wonen in de ruimte. Het boek eindigt met ruimteweetjes.

1. Het werk van de ruimtevaarder Astronaut Een astronaut of een ruimtevaarder is iemand die een training krijgt om: een ruimteschip te besturen. Deze astronaut is de piloot van het ruimteschip. in een ruimteschip te reizen. in de ruimte te werken. onderzoek in de ruimte te doen. Zeeman tussen de sterren Een ruimtevaarder is niets anders dan een moderne ontdekkingsreiziger. Net zoals vroeger zeelui nieuwe werelddelen ontdekten, ontdekken astronauten ook een nieuwe wereld: de ruimte. Het woord astronaut betekent letterlijk: zeeman tussen de sterren.

1. Het werk van de ruimtevaarder Onderzoek Veel van het werk van een astronaut bestaat uit onderzoek (1). De mens wil steeds meer weten over de ruimte. Toen astronauten voor het eerst terugkwamen van de maan name ze maanstenen (2) mee. Die stenen werden onderzocht. Zo leerde men steeds meer over de maan. Ook wilde men weten wat er met het lichaam van een mens gebeurt in de ruimte. Reparaties Astronauten repareren in de ruimte satellieten (kunstmanen) (3). Of ze vervangen onderdelen met modernere. Die satellieten (4) helpen mensen bij het voorspellen van het weer. Ze zorgen ook voor de verbinding van telefoon, televisie, internet en de navigatie van schepen, vliegtuigen en auto s. 3 1 2 4 www

2. Hoe word je ruimtevaarder? Een astronaut word je niet zomaar één, twee drie. De eerste ruimtevaarders waren bijna altijd piloten uit het leger (1). Ze vlogen in straaljagers en waren gewend aan de hoge druk op hun lichaam. Nu gaan er soms op een reis wel meer dan vijf mensen mee (2). Die hoeven niet allemaal een ruimtevaartuig te kunnen besturen. Meestal zijn er twee piloten. De andere ruimtevaarders gaan mee om de ruimte te onderzoeken. Als ruimtevaarder moet je heel erg fit zijn. Je krijgt eerst een zware test. Haal je de test dan moet je 2 jaar lang studeren en oefenen. Tijdens die twee jaar vallen er nog steeds ruimtevaarders af. Ze halen andere tests niet en worden nooit ruimtevaarder. Het is belangrijk dat je in de ruimte je werk goed kunt uitvoeren. 2 1

In de ruimte is alles anders. De ruimte is een andere omgeving. Daarop wordt geoefend. 1. Je weegt veel minder. Het lijkt wel of je zweeft. Daar moet je wel tegen kunnen. En je moet tijdens dat zweven ook je werk kunnen blijven doen. Daarom oefenen ruimtevaarders eerst zwevend onder water. 2. Ook moet je de lancering oefenen. Dat is het vertrek van raket. Dat gaat met grote kracht. Daar moet je lichaam tegen kunnen. 3. Je wordt getraind om niet luchtziek te worden. Als je ziek bent, kun je je werk niet meer goed doen. Een ruimtevaarder gaat mee in een vliegtuig dat heel hard naar beneden gaat. Hij gaat er van zweven. Zo leert zijn lichaam beetje bij beetje om niet ziek te worden 4. Je moet kunnen werken in een ruimtepak. Het is een groot en onhandig pak 3 1 2 4

3. Het ruimtepak Een vijandige ruimte De ruimte is een gevaarlijke en vijandige omgeving. Een beschermend pak is nodig. Hoe vijandig is de ruimte? 1. Binnen 15 seconden raakt een mens buiten bewustzijn. In de ruimte is geen zuurstof. 2. Bloed en ander vocht in het lichaam gaat koken en kan daarna bevriezen. Dat komt, doordat er geen of bijna geen luchtdruk in de ruimte is. 3. In de ruimte verschilt de temperatuur enorm. In de zon kan de temperatuur stijgen tot 120 Celsius ( op een hete zomerdag op aarde is het 30 Celsius). In de schaduw kan de temperatuur op-eens dalen tot min 100 Celsius. 4. In de ruimte vliegen stof en steendeeltjes en ruimteafval met grote snelheid in het rond. 1 3 2 4

Bescherming Daarom zorgt het ruimtepak voor: de juiste luchtdruk de zuurstof de juiste temperatuur de bescherming tegen al die rondvliegende deeltjes Van alles wat Het ruimtepak is zo gemaakt dat een astronaut er goed in kan werken buiten het ruimteschip. Het is belangrijk dat een astronaut bij het werk in de ruimte kan praten met mensen in het ruimteschip of op aarde. In het pak zit een zender met microfoon. Ook zit er in het pak een videocamera. De ruimtepakken worden steeds beter en mooier gemaakt. Op de volgende bladzijde lees je iets meer over alle delen van het ruimtepak. 1. Het werk van de ruimtevaarder JA, HET IS HIER ANGSTAANJAGEND STIL. MAAR BEHEERS JE EN GA TERUG IN JE EIGEN PAK.

Helm die de druk gelijkhoudt met de druk in het ruimteschip. Lightgewicht muts met ingebouwde koptelefoon. Koele kleding Radio Rugzak Verguld vizier tegen de schittering van de zon. Verzegelde buitenhelm Zuurstofcilinder Pomp die koelwater door het pak pompt. Controledoos voor de rugzak Radioschakelaar Zuurstof naar buiten. Zuurstof naar binnen. Dikke, gestoffeerde handschoen. Speciaal ondergoed dat gewoon gedragen kan blijven worden. Ventiel van de urinetank. Geen toiletten in de ruimte. Drie geïsoleerde binnenlagen en negen beschermende buitenlagen. Buis waarin water rondstroomt om het pak te koelen. Stevige buitenschoen Geïsoleerde binnenlaars

4. Wonen in de ruimte Internationaal ruimtestation Rond een baan om de aarde draait een ruimtestation zo groot als een voetbalveld. Het is het Internationaal ruimtestation. Aan boord werken ruimtevaarders en geleerden. Ze doen onderzoek naar de ruimte. Ze willen ook weten wat er met het lichaam van de mens in de ruimte gebeurt. Modules Er werkten veel landen samen aan de bouw van het ruimtestation. Elk land heeft zijn eigen deel. Elk deel bestaat uit kleinere delen. Je noemt zo n deel een module. Er zijn 32 modules. Waar wonen de astronauten van elk land? A. Rusland B. Verenigde Staten van Amerika C. Europa D. Japan E. Canada Zonnepanelen Grote zonnepanelen vangen het zonlicht op. Dat zonlicht levert de stroom aan boord van het ruimtestation A E B D evenaar Het ruimtestation bevindt zich op een hoogte van 360 kilometer boven de aarde. Het station vliegt met een snelheid van 28 duizend km per uur. Het maakt bijna 16 banen per dag rond de aarde. C De bemanning De bemanning van het station wisselt steeds. Er zijn afwisselend 3 of 6 personen aan boord. Een bemanning blijft ongeveer een half jaar aan boord. Op aarde wordt er gekeken wat er met het lichaam van de ruimtevaarder is gebeurd. Dat is belangrijk onderzoek. Wie weet gaat de mens in de toekomst blijvend in de ruimte wonen.

Gewichtloos In de ruimte is geen zwaartekracht, zoals op aarde. Dingen vallen niet naar beneden. Alles zweeft, ook de bemanning. Daardoor verandert er veel in het lichaam. De botten worden minder sterk, de spieren slapper. Het bloed stroomt minder goed door het lichaam. Water De bemanning wast zich met natte doekjes. Er is geen douche of wastafel. Los water zou zweven in het station. Drinken doet men uit zakjes met rietjes. Kombuistafel Dit is een keukentafel. Op een schip noem je dat een kombuistafel. Dus in een ruimteschip ook. Camera met lenzen Rookmelder Bed Ruimtevaarders slapen rechtop in bed. Ze zitten vastgesnoerd in het bed, zodat ze niet gaan zweven. Toilet Ruimtevaarders zitten met een gordel vast op het toilet. Plas en poep worden weggezogen door een sterke luchtstroom. Alles wordt gedroogd en in een tank bewaard. Koppelingspoort De modules worden bij de koppelingspoorten aan elkaar geklikt. Het ruimtestation is zo in een paar jaar gegroeid tot wat het nu is. Koppelingspoort Ramen Instrumentenbord Dit instrumentenbord waarschuwt bij gevaar. Het bord heeft ook beeldschermen en geeft de tijd aan. Fit Ruimtevaarders moeten dagelijks sporten om fit te blijven. De fiets en de loopband helpen daarbij. Sporten helpt vooral om de spieren en de botten van de ruimtevaarders sterk te houden.

5. Ruimteweetjes Het eerste ruimtewezen De eerste ruimtevaarder was de Russische hond Laika. Laika betekent blaffer. De straathond werd op 3 november 1957 in een raket in een baan rond de aarde gebracht. Helaas overleefde Laika de ruimtevlucht niet door de spanning en de hitte. De eerste ruimtevaarder De Rus Joeri Gagarin (1) was de eerste mens die een ruimtereis maakte. Deze kosmonaut (de Russische naam voor een ruimtevaarder) vertrok op 12 april 1961 in de raket, de Vostok 1 (2), de ruimte in. De capsule (3) vloog met een snelheid van 27.000 km per uur in een baan rond de aarde. Gagarin vloog 327 kilometer boven de aarde. Zijn ruimtereis duurde 1 uur en 48 minuten. 2 3 1

Man op de maan De eerste mens op de maan was de Amerikaan Neil Armstrong (1). Drie astronauten vertrokken met de raket de Apollo 11 (2). Aan het ruimtevaartuig (3) zat de maanlander (4) vast. Van daaruit zette Neil Armstrong zijn eerste voetstap in het maanstof op 20 juli 1969. Die eerste voetstap staat er nog steeds. 2 Dat komt omdat het op de maan niet waait. In totaal liepen 12 astronauten op de maan. De laatste mens liep in 1972 op de maan. 2 3 1 De toekomst Amerika wil tussen 2020 en 2030 weer mensen naar de maan brengen. Het moet een voorbereiding zijn op een veel langere reis, een reis naar een planetoïde of asteroïde (1). Later gevolgd door een reis naar Mars (2). Deze rode planeet werd al onderzocht door rijdende robots. Maar het belangrijkste doel is toch om de mens naar Mars te brengen. 1 HET KOMT UIT AMERIKA. DUS MOET HET EEN GEWEER HEBBEN. 2

Filmpje Het Klokhuis: Ruimtevaart Bekijk het filmpjes Het Klokhuis: Astronaut JA, VLUCHTLEIDINGSCENTRUM, IK HEB MIJN CLAXON GEBRUIKT. Bekijk het filmpjes

Bronnen http://www.nasa.gov/audience/forstudents/k-4/home/f_living_in_space.html http://en.wikipedia.org/wiki/astronaut http://science.howstuffworks.com/question534.htm http://science.howstuffworks.com/astronaut.htm

Colofon en voorwaarden Dit is een uitgave van E-duboek Website: www.eduboek.nl Copyright Age Cnossen 2017 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Ondanks alle aan de samenstelling van dit e-boek bestede zorg kan noch de auteur, noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor schade die het gevolg is van enige fout in deze uitgave.