Peilstationsonderzoek Scholieren Nederland ESPAD

Vergelijkbare documenten
'Doe er nog maar een! Steeds meer jeugd raakt in coma door alcohol' NRC-Next, 26 november 2007

Jongerenonderzoek in (inter)nationaal verband

Financiering Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP)

Op weg naar een generatie Nix? Vandaag: HBSC-landen in de studie. Trends in middelengebruik onder scholieren. Tom ter Bogt Wilma Vollebergh

Jeugd en riskant gedrag 2011

Veranderingen in middelengebruik onder Nederlandse scholieren: samenhang met schoolniveau

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 december 2014 Betreft: nieuwe opzet Leefstijlmonitoring

Het beleid van scholen rond tabak, alcohol en cannabis

Factsheet Peilstationsonderzoek Scholieren Basisonderwijs

Factsheet ESPAD 2011

Factsheet Peilstationsonderzoek Ouders 2015

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Bijlage 1 De Vragenlijst Vervelende en Nare Gebeurtenissen (VVNG)

Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen

Gezondheidsenquête, Leefstijlmonitor en Gezondheidsmonitor. 12 april 2018 Christianne Hupkens

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015

JONGEREN & CULTUUR. Dataverzameling leerlingen najaar Verslag veldwerk. Ineke Nagel. januari 2006

Genotmiddelengebruik onder middelbare scholieren in Den Haag

Inspiratie uit IJsland

Rommelen met je identiteit. Landelijk scholierenonderzoek naar de aard en de omvang van de falsificatie van legitimatiebewijzen door jongeren

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Internet op School : Zes jaar internetgebruik in de klas. Antonius J. van Rooij

GGD Amsterdam Jeugd en genotmiddelen 2016

Jongeren en Gezondheid 2010 : Studie

Factsheet Alcohol intoxicaties NSCK 2007 tot en met 2012

Effectiviteit van de Wiet-Check

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016

HBSC Gezondheid, welzijn en opvoeding van jongeren in Nederland

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Onderzoeksprotocol Gezondheidsonderzoek Jeugd April 2016

Tabak, cannabis en harddrugs

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

Alcoholpreventie in Nederland en Zweden: It takes two to tango

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

Internet op School: Ontwikkelingen van 2006 tot Drs. Antonius J. van Rooij IVO Rotterdam

Alcohol en cannabis: Gebruik en zorggebruik door jongeren

Internet op School :

Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek

HBSC Gezondheid, welzijn en opvoeding van jongeren in Nederland

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Alcohol- en druggebruik bij Vlaamse jongeren

Gezondheidsvaardigheden van schoolverlaters

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg

Drinken op school 2011

STICHTING KENNISNET MONITOR INTERNET EN JONGEREN: RESULTATEN IN TABELVORM 2006, 2007, A.J. (Tony) van Rooij, MSc.

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar

Alcoholmarketing in Europa en Nederland

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Question format and response style behavior in attitude research I

Mentaal Weerbaar Blauw

HBSC 2017 GEZONDHEID EN WELZIJN VAN JONGEREN IN NEDERLAND. Gonneke Stevens, Saskia van Dorsselaer, Maartje Boer,

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

Onderzoeksfiche nr. e00744.pdf. 1. Referentie

Nieuwe cijfers over roken, drinken, drugsgebruik en gokken onder Haagse scholieren

Jongeren en Gezondheid 2014 : Studie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Ouders over opvoeding ten aanzien van roken, alcohol, cannabis en internet 2011

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Etnische verschillen in vallen en valangst onder zelfstandig wonende ouderen in de grote steden

Werkinstructies voor de. CQI Ziekenhuisopname (verkort)

6 Psychische problemen

Werkinstructies voor de CQI Eerstelijns Verloskunde

HBSC Gezondheid, welzijn en opvoeding van jongeren in Nederland

Wilhelmus op school Wat vinden scholieren ervan dat je verplicht het Wilhelmus moet leren?

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Middelengebruik onder studenten van jaar op het MBO en HBO 2017

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting

Geneeskundige en Gezondheidsdienst. Jeugdmonitor Utrecht. Tabellenboek.

ALAMA-nightlife: A Longitudinal And Momentary Analysis in the European nightclub scene

Titel van deze presentatie

Opvoeden in Nederland 2010 Onderzoeksverantwoording. Sociaal en Cultureel Planbureau

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

Nederlandse Samenvatting

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties

Onderzoeksfiche nr. e00742.pdf. 1. Referentie

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Werkinstructies voor de CQI Audiologische centra

Emancipatie Opinies 2016 (EMOP) Onderzoeksverantwoording

Houding van scholieren in het voortgezet onderwijs ten opzichte van ICT wetenschappen

tot 24 jaar Monitor jongeren 12

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek

Factsheet alcoholintoxicaties 2007 tot en met 2013

Methoden van onderzoek. Werkcollege 5

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en

Politieke Barometer Onderwijs Meting september 2013

Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [ ]

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Internetpeiling ombuigingen

De Politieke Barometer Onderwijs 2011

Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting

Geaccepteerd voorstel Onderwijs Research Dagen 28, 29 en 30 juni 2017 te Antwerpen

Werkinstructies voor de CQI Spataderen

Rol van de Overheid. Vragenlijst afgenomen in het LISS-I panel. versie 1.0

Inventarisatie belangstelling voor opleiding

Transcriptie:

Peilstationsonderzoek Scholieren Nederland ESPAD 2015-2016 Project plan Oktober, 2014 Projectleider Dr. K. Monshouwer (Trimbos-instituut) Peilstations-Team Nederland Drs. S. van Dorsselaer (Trimbos-instituut) Dr. J. Verdurmen (Trimbos-instituut) Prof. Dr. W.A.M. Vollebergh (Universiteit Utrecht)

Peilstations Middelengebruik Scholieren Nederland ESPAD 1. Achtergrond van het Peilstationsonderzoek scholieren en ESPAD Het Peilstationsonderzoek scholieren (hierna Peilstationsonderzoek genoemd) is een vierjaarlijkse, landelijk representatieve studie naar middelengebruik en andere risicogedragingen in relatie tot de dagelijkse leefomgeving van scholieren op het regulier basis- en voortgezet onderwijs in de leeftijd van 11-18 jaar. De eerste meting vond plaats in 1984. Sinds 2007 wordt ook onder de ouders van deze scholieren een vragenlijst afgenomen (de zogenaamde oudermodule). De laatste meting vond in 2011 plaats. ESPAD (European School Project on Alcohol and other Drugs) is een vierjaarlijkse internationale studie naar middelengebruik bij scholieren op het regulier onderwijs in de leeftijd van 15-16 jaar (in ruim 35 landen). De eerste meting van ESPAD vond in 1995 plaats. Nederland nam in 1999 voor het eerst deel aan ESPAD en is sinds 2003 als volledig lid van het ESPAD-consortium geaccepteerd. Daartoe moest eerst een volledig survey zijn afgerond conform het ESPAD-protocol. In 2015-2016 wil het Nederlandse Peilstations-team voor zowel het Peilstationsonderzoek scholieren (inclusief oudermodule) als ESPAD opnieuw een dataverzameling in ons land realiseren. Belangrijkste doelstellingen van het Peilstationsonderzoek en ESPAD Het Peilstationsonderzoek wil vierjaarlijks een landelijk representatief beeld schetsen van het middelengebruik en andere risicogedragingen van Nederlandse schoolgaande scholieren van 11-16 jaar in de context van gezin, school en de groep van leeftijdgenoten. Door het herhaaldelijk uitvoeren van de studie zijn tevens voor een groot aantal indicatoren trendgegevens beschikbaar. Aanvullend wordt middels de oudermodule inzicht gegeven in (ontwikkelingen in) opvoedgedrag en attitudes van ouders ten aanzien van middelengebruik en de relatie met het middelengebruik van scholieren. Daarnaast kan met de ESPAD-studie het Nederlandse beeld vergeleken worden met de gegevens van een groot aantal andere landen om: a. na te gaan in welk opzicht Nederlandse scholieren verschillen van scholieren in andere landen op een groot aantal indicatoren voor middelengebruik en andere risicogedragingen, en b. verklaringen te zoeken voor de verschillen die zijn gevonden tussen de scholieren in Nederland en andere deelnemende landen. Rationale voor uitvoering van het Peilstationsonderzoek en deelname aan de ESPADstudie ESPAD kan een betrouwbaar en representatief, internationaal vergelijkbaar beeld voor de genoemde indicatoren schetsen voor schoolgaande jongeren in Nederland in de leeftijd van 15-16 jaar. Het Peilstationsonderzoek geeft vierjaarlijks een landelijk representatief beeld van het middelengebruik onder Nederlandse scholieren van het basisonderwijs (groep 7 en 8) en het voortgezet onderwijs (VMBO, HAVO, VWO). Met behulp van deze studie kunnen normgegevens worden gegenereerd voor de lokale en regionale studies die in Nederland worden uitgevoerd. Om die reden wordt zoveel mogelijk afstemming nagestreefd met de lokale monitoring, zoals door plaatselijke GGD en georganiseerd wordt. In het kader van de integratie van de landelijke leefstijlmonitors tot de Leefstijlmonitor Jeugd (LSM- J), is het Peilstationsonderzoek aangewezen als verdiepende module middelengebruik. Het Peilstationsonderzoek gaat gedetailleerd in op het gebruik van tabak, alcohol, cannabis en andere drugs en de mogelijke invloed van de context waarbinnen deze gedragingen zich voordoen (gezin, school, leeftijdgenoten). Daarnaast worden andere risicogedragingen in kaart gebracht, bijvoorbeeld op het gebied van seksualiteit, internetgebruik en gamen. De keuzes voor deze aanvullende thema s worden per meting en in overleg met andere partijen (waaronder VWS) vastgesteld. De komende meting van 2015-2016 is de eerste waarin het Peilstationsonderzoek binnen het nieuwe kader van de LSM-J wordt uitgevoerd. 2. Specifieke doelstellingen van het Peilstationsonderzoek Om een zinvol beeld te kunnen schetsen van de risicofactoren voor de (geestelijke en lichamelijke) gezondheid van scholieren is het belangrijk om niet alleen indicatoren voor middelengebruik en risicogedragingen na te vragen, maar tevens in te gaan op de sociale context waarbinnen scholieren opgroeien. Daarom worden het gezin, de school en de leeftijdgenoten als de sociaal belangrijkste domeinen voor scholieren in het onderzoek betrokken. Sinds 2007 is aan het Peilstationsonderzoek 2

een oudermodule toegevoegd zodat inzicht wordt verkregen in o.a. opvoedingsaspecten, attituden van ouders ten aanzien van middelengebruik, en draagvlak voor overheidsmaatregelen. Er wordt uitdrukkelijk gestreefd naar het opnemen van indicatoren voor sociaal-economische status die ook internationaal een vergelijking met andere landen mogelijk maken. Het onderzoek overstijgt met deze ambitie een puur epidemiologische beschrijving van de verschillende indicatoren voor middelgebruik en risicogedragingen, en streeft er naar om deze gedragingen begrijpelijk te maken door ze in relatie te brengen met sociale en sociaal-economische indicatoren. Het onderzoeksmodel van de studie is in een figuur samengevat (zie figuur 1). 3. Organisatie van de ESPAD studie De internationale ESPAD-studie is een studie die aanvankelijk werd geïnitieerd door de Pompidou Group van de Raad van Europa. De organisatie van dit internationale netwerk, en de positie van Principal Investigators (PI), Nationale Onderzoeksteams, samenwerkingsafspraken, gedragsrichtlijnen en de richtlijnen voor uitvoering van het ESPAD-onderzoek zijn beschreven in het ESPAD handboek. Elk land dat deelneemt aan de studie vaardigt een PI af, stelt een nationaal onderzoeksteam samen en verplicht zich bij de uitvoering van de studie en alle daaraan gekoppelde werkzaamheden zich te conformeren aan de richtlijnen, die in deze documenten beschreven staan. Alleen landen die de studie uitvoeren volgens het onderzoeksprotocol wordt als volwaardig deelnemend land in de rapportage van het ESPAD onderzoek opgenomen. Principal Investigator De belangrijkste verantwoordelijkheden van de PI zijn leiding geven aan het Nationale onderzoeksteam, zorg dragen voor uitvoering van de studie conform het Research Protocol van ESPAD en zorg dragen voor actieve deelname aan het internationale onderzoeksnetwerk. De PI voor het Nederlandse ESPAD-survey is Dr. K. Monshouwer, die daarnaast lid is van de internationale stuurgroep van ESPAD. Nationaal onderzoeksteam Peilstations ESPAD in Nederland Het nationale onderzoeksteam wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van de organisaties, die in de uitvoering van het Peilstationsonderzoek participeren. De PI is verantwoordelijk voor de samenstelling van dit nationale onderzoeksteam en voor de continuering van de werkzaamheden, die door dit team moeten worden uitgevoerd, in het bijzonder uitvoering van de dataverzameling van het onderzoek, participatie aan het internationale onderzoeksnetwerk, analyse en rapportage van de data conform de publicatierichtlijnen, die hiertoe nationaal en internationaal zijn opgesteld. Het Nederlandse onderzoeksteam bestaat momenteel uit vertegenwoordigers van de samenwerkende partners afkomstig van het Trimbos-instituut (Monshouwer, van Dorsselaer, Verdurmen) en de Universiteit Utrecht (Vollebergh). Uitvoering van de dataverzameling De dataverzameling van het Peilstationsonderzoek en ESPAD-Nederland zal worden uitgevoerd door het Trimbos-instituut. 4. Onderzoeksopzet In dit hoofdstuk geven wij een korte samenvatting van het design van het Peilstationsonderzoek en ESPAD. In verband met de ontwikkeling van de LSM-J en de opname van het Peilstationsonderzoek in deze structuur, is op dit moment nog niet helemaal duidelijk hoe een aantal zaken zullen worden georganiseerd. Dit betreft met name de afstemming van de dataverzameling met de regionale GGD en. In aanvulling op het internationale ESPAD protocol is in Nederland een aantal accenten gelegd die in dit Nederlandse protocol kort zullen worden aangegeven. Populatie en steekproef De onderzoekspopulatie bestaat uit leerlingen van groep 7 en 8 van het basisonderwijs en scholieren uit alle leerjaren van het voortgezet onderwijs (VMBO, HAVO en VWO) in heel Nederland. Voor ESPAD bestaat de populatie uit scholieren die 16 worden in het jaar van de studie. Gewenste steekproefomvang Voor het Peilstationsonderzoek wordt gestreefd naar deelname van een vergelijkbaar aantal scholen en respondenten als in de voorgaande metingen (dat wil zeggen ongeveer 7000 leerlingen uit het Voortgezet Onderwijs verspreid over zo n 150 scholen en 2500 leerlingen uit groep 7 en 8 van het Basisonderwijs verspreid over zo n 55 scholen (één groep 7 en één groep acht per school)). Op grond van de respons in 2011-2012 wordt verwacht dat in het Basis en Voortgezet onderwijs de helft 3

van de benaderde scholen bereid is tot deelname. Dit betekent dat voor het basisonderwijs 110 scholen en voor het Voorgezet Onderwijs 300 scholen benaderd moeten worden voor deelname. De oudervragenlijst wordt uitgezet bij alle ouders van deelnemende leerlingen in het Voortgezet Onderwijs. In 2011 bedroeg het respons percentage 48% (N=3780). Voor 2015 verwachten we een vergelijkbare respons. Voor ESPAD moeten de data van alle jongeren, die in het betreffende onderzoeksjaar 16 jaar worden aangeleverd worden. Daartoe zullen aanvullend op het Peilstations-deel klassen uit leerjaar 3 en 4 van het Voortgezet Onderwijs van alle aan het Peilstationsonderzoek deelnemende scholen worden gesampled. Het minimale aantal interviews voor opname in de internationale vergelijking is 2.300. Om dit aantal te bereiken zal een groter aantal leerlingen moeten worden ondervraagd (in 2011 hebben ongeveer 4700 leerlingen de lijst ingevuld). Slechts een deel van de leerlingen in klas 3 en 4 voldoet namelijk aan de leeftijdscriteria van ESPAD, de overige respondenten kunnen niet voor ESPAD worden gebruikt. We onderzoeken momenteel de mogelijkheid om de jongeren die niet aan de leeftijdscriteria van ESPAD voldoen een GGD-lijst te laten invullen. Het trekken van de steekproef De steekproef wordt getrokken in twee fasen en op random wijze. Fase 1: Random selectie van scholen Voor het trekken van de steekproef van scholen wordt gebruik gemaakt van een bestand van alle scholen in heel Nederland van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) van het ministerie van OC & W. Voor het voortgezet onderwijs komen alle scholen in aanmerking die regulier onderwijs verzorgen op de volgende schoolniveaus: VMBO, HAVO en VWO. Om te zorgen voor een goede spreiding van de scholen over stad en platteland, wordt vooraf gestratificeerd. Vervolgens worden via een geautomatiseerde random routine de scholen geselecteerd. In 2011-2012 vond stratificatie op stedelijkheidsniveau plaats. Mogelijk zal in verband met de LSM-J en de samenwerking met de GGD en, in 2015-2016 stratificatie op GGD-regio niveau plaatsvinden. Werving van de scholen In de voorgaande metingen werd elk van de scholen die in de bruto steekproef terecht kwam, door het Trimbos-instituut aangeschreven met een uitnodiging om deel te nemen aan het onderzoek. Uitzondering hierop vormde de zogenaamde EMOVO-GGD en. In die regio s werden de scholen door de GGD en geworven. In de nieuwe LSM-J structuur is het nog niet duidelijk wie de werving van de scholen voor het Peilstationsonderzoek/ESPAD gaat uitvoeren (GGD of Trimbos). Fase 2: Random selectie van klassen De vragenlijst wordt op elk van de deelnemende basisscholen afgenomen in één groep zeven en één groep acht. Indien twee groepen zeven en/of acht aanwezig zijn, wordt op willekeurige wijze één klas geselecteerd. In het voortgezet onderwijs wordt een overzicht opgevraagd van alle klassen van alle leerjaren. Vervolgens wordt binnen de scholen at random een klas getrokken zodat elke klas dezelfde kans heeft om getrokken te worden. Alle leerlingen uit de klas worden als cluster getrokken. Het aantal klassen per school varieert, afhankelijk van de schoolgrootte, van 2-5 (inclusief 1 of 2 ESPAD klassen). Representativiteit van de steekproef De gerealiseerde steekproef van leerlingen zal op enkele kenmerken (zoals geslacht, stedelijkheidsniveau, leeftijd en schoolniveau) vergeleken worden met de landelijke verdeling. Indien de steekproefverdeling afwijkt van de landelijke verdeling zal op de betreffende kenmerken weging van de dataset plaatsvinden. Dataverzameling De dataverzameling voor het Peilstationsonderzoek vindt plaats binnen scholen, in klassenverband. Hierbij wordt gebruik gemaakt van vragenlijsten die, onder leiding van een onderzoeksassistent, door leerlingen zelf worden ingevuld. Anonimiteit hierbij wordt gewaarborgd. Digitale afname Besloten is om voor de dataverzameling in 2015 over te gaan van schriftelijke op digitale afname van de vragenlijst. Digitale afname kent een groot aantal voordelen (o.a. betere kwaliteit van de data, lagere kosten). Binnen het Trimbos-instituut is ruime ervaring opgedaan met digitale afname in het kader van ander onderzoek. Onderzoek in het kader van de Rotterdamse Jeugdmonitor heeft laten zien dat schriftelijke en digitale afname van vragenlijsten niet of nauwelijks leidt tot andere 4

antwoordpatronen (van de Looij-Jansen e.a. 2008). Daarnaast zullen wij er naar streven om optimale vergelijkbaarheid met voorgaande jaren te bereiken, door alle andere aspecten rond afname en lay-out van de vragenlijst zoveel mogelijk gelijk te houden aan voorgaande metingen. Wij gaan er daarom vanuit dat de overstap naar deze methode de vergelijkbaarheid van de resultaten met voorgaande jaren niet in gevaar brengt. Het ESPAD protocol maakt digitale dataverzameling in 2015 voor het eerst mogelijk. Daaraan zijn een aantal voorwaarden gesteld. Het voorstel tot digitale afname in Nederland is afgelopen september ingediend en ligt momenteel ter toetsing bij de ESPAD stuurgroep. Inhoud van de vragenlijst De vragenlijst voor het Peilstationsonderzoek bestaat uit een min of meer vast deel van kernvragen die met het oog op de trends zoveel mogelijk ongewijzigd blijven. Daarnaast biedt de vragenlijst ruimte voor uitbreiding met aanvullende vragen. Deze kunnen per meting verschillen en betrekking hebben op specifieke thema s. De inhoud van de ESPAD vragenlijst wordt binnen de ESPAD organisatie vastgesteld en wordt integraal overgenomen. De ESPAD lijst biedt daarnaast nog enige vrije ruimte om extra vragen toe te voegen. Klassikale afname van de vragenlijst De vragenlijst wordt schriftelijk en klassikaal afgenomen, onder begeleiding van een onderzoeksassistent. Deze assistenten krijgen gedurende een dagdeel instructie over de uitvoering van het onderzoek. Er wordt met name aandacht besteed aan de afname van de vragenlijsten. Om uniformiteit van de afname verder te waarborgen ontvangen de assistenten tevens alle relevante informatie op schrift. Dit betreft onder andere een standaardtekst voor de introductie van de vragenlijst, instructies over de wijze waarop de afname moet plaatsvinden en hoe op eventuele vragen van leerlingen geantwoord kan worden. Planning van het onderzoek Eerdere nationale scholierensurveys uitgevoerd door het Trimbos-instituut hebben laten zien dat afname in de herfst, in het bijzonder oktober-november, goed haalbaar is en scholen niet overmatig belast. Om die reden zal de afname in Nederland plaatsvinden in de periode oktober-november 2015-2016. Werving van de scholen zal in het voorjaar van 2015 starten. Hiermee wordt net als in de voorgaande metingen afgeweken van het ESPAD protocol dat afname in het voorjaar van 2015 voorschrijft. Dit betekent mogelijk dat de resultaten van Nederland niet opgenomen kunnen worden in de eerste schriftelijke rapportage. Zodra de Nederlandse dataset beschikbaar is zal deze worden toegevoegd aan de internationale dataset en kunnen de Nederlandse resultaten worden gepubliceerd via de website en andere publicaties. Data-analyse De data van het Peilstationsonderzoek en het Nederlandse deel van de ESPAD survey worden verzameld door het Trimbos-instituut. Opschoning van de Peilstations data zal systematisch plaatsvinden, volgens een vast protocol en zal gedetailleerd worden vastgelegd zodat inzichtelijk is hoe vanuit de ruwe data de definitieve dataset tot stand is gekomen. Het opschonen van de ESPAD data vindt plaats volgens het internationale protocol en wordt grotendeels centraal uitgevoerd voor alle deelnemende landen door het Zweedse instituut CAN. Voor het Peilstationsonderzoek zullen allereerst eenvoudige analyses worden uitgevoerd om de prevalentie van de verschillende indicatoren voor risicogedragingen vast te stellen. Voor meer verklarende analyses zal gebruik worden gemaakt van een groot scala aan statistische technieken, eventueel in samenwerking met externe partijen (onderzoeksgroepen, onderzoeksinstellingen). Voor ESPAD wordt een geaggregeerde internationale dataset gevormd, op basis waarvan een rapportage van de kerngegevens zal worden opgesteld. 5. Geplande output van het Peilstationsonderzoek De resultaten van het Peilstationsonderzoek zullen worden beschreven in een Nederlandstalig rapport, waarin de belangrijkste kerngegevens van de studie op meer descriptieve wijze staan beschreven, en in relatie worden gebracht met de belangrijkste achtergrondfactoren als sekse, opleidingsniveau, leeftijd en etniciteit. Daarnaast zullen artikelen worden geschreven voor zowel de Nederlandstalige wetenschappelijke- en vaktijdschriften, als voor internationale peer-reviewed journals. De resultaten van de ESPAD studie zullen worden beschreven in een internationaal rapport met kerngegevens, aanvullende resultaten zullen worden gepubliceerd via de ESPAD website. Om de resultaten in Nederland te verspreiden zal een Nederlandstalige factsheet/artikel worden geschreven. Daarnaast zullen in samenwerking met andere (ESPAD) onderzoekers artikelen worden geschreven 5

over de internationale dataset. Dit zullen in de regel artikelen zijn in internationale peer-reviewed tijdschriften (zie referenties). 6

Figuur 1 Het conceptuele model van Het Peilstationsonderzoek-studie Sociaal-demografische achtergrondfactoren gezinswelvaart etniciteit gezinsstructuur opleidingsniveau functioneren op school Schoolkenmerken etniciteit leerlingen schoolbeleid schoolgrootte ziekteverzuim werkdruk docenten Risicogedragingen roken alcohol cannabis criminaliteit agressief gedrag pesten/gepest worden onveilige seks Sociale steun ouders vrienden klasgenoten peer culture 7

Wetenschappelijke publicaties op basis van Peilstations en ESPAD data. Smit, F. De Zwart, W.M., Spruit, I., Monshouwer, K. & Van Ameijden E.J.C. (2002) Monitoring Substance Use in Adolescents: School- or Household Survey? Drugs: education prevention and policy, 9, 3, 267-274 Monshouwer, K. en Smit F (2002) Alcohol-,- tabak- en cannabisgebruik bij scholieren naar etnische achtergrond TSG, 3, 172-177 Smit F, Monshouwer K, Verdurmen J. (2002) Polydrug use among secondary school students: combinations, prevalences and risk-profiles. Drugs: education, prevention and policy. 9 (4): 355-365. Monshouwer, K., Smit, F., De Zwart, W.M., Spruit, I. & Van Ameijden, E.J.C.(2003) Progress from a first drink to first intoxication: age of onset, time-windows and risk factors in a Dutch national sample of secondary school students. Journal of Substance Use, 8 (3)155-163. Knibbe, R.A., Joosten, J., Derickx, M., Choquet, M., Morin, D., Monshouwer, K. & Vollebergh, W. (2005) Perceived availability of substances, substance use and substance-related problems: a cross national study among French and Dutch adolescents, Journal of Substance Use, 10, 151-163. Monshouwer, K., Smit, F., De Graaf, R., Van Os, J. & Vollebergh, W. (2005) First cannabis use: does onset shift to younger ages? Findings from 1988 to 2003 from the Dutch National School Survey on Substance Use, Addiction, 100, 963-970. Knibbe, R.A., Joosten, J., Choquet, M., Delphine, M., Derickx, M., Monshouwer, K & Vollebergh, W. (2006) Association of adolescent substance use with peer group and deviancy. Sucht, 52, 245-252. (DOI 10.1463/2006.04.04) Knibbe, R.A., Joosten, J., Choquet, M., Derickx, M., Morin, D., Monshouwer, K. (2007) Culture as an explanation for substance-related problems: A cross-national study among French and Dutch adolescents. Social Science and Medicine, 64, 604-616. Monshouwer, K., Van Dorsselaer, S., Van Os, J., Drukker, M., De Graaf, R., Ter Bogt, T., Verdurmen, J, Vollebergh, W. (2007) Ethnic composition of schools affects episodic heavy drinking only in ethnicminority students, Addiction, 102, 722-729. Mulder, J. Ter Bogt, T. F. M., Raaijmakers, Q. A. W., Gabhainn, S. N., Monshouwer, K., & Vollebergh, W. A. M. (2009). The soundtrack of substance use: Music preference and adolescent smoking and drinking. Substance Use & Misuse, 44, 514-531. Mulder, J. Ter Bogt, T. F. M., Raaijmakers, Q. A. W., Gabhainn, S. N., Monshouwer, K., & Vollebergh, W. A. M. (2010) Is it the music? Peer substance use as a mediator of the link between music preferences and adolescent substance use. Journal of Adolescence, 33, 387-394. Olszewski D, Matias J, Monshouwer K, Kokkevi A. (2009) Polydrug use among 15- to 16-year olds: Similarities and differences in Europe. Drugs: education, prevention and policy, 1-16, ifirst. Laar, M, Monshouwer, K, Van den Brink, W. (2010) Roken, drinken en blowen door de Nederlandse jeugd. Kind en Adolescent, 31, 204-220. Monshouwer, K, van Laar, M, Vollebergh WAM (2011) Buying cannabis in 'coffeeshops'. Drug and Alcohol Review, 30, 148-156. Huisman, C, van de Werfhorst, H., Monshouwer, K. (2011) Adolescent Tobacco Use in the Netherlands: Social Background, Education and School Organization" Youth & Society, 44, 566-585 DOI: 10.1177/0044118X11407642. Kokkevi, A, Richardson, C, Olszewski, D, Matias, J, Monshouwer, K, Bjarnason, T (2012) Multiple substance use and self-reported suicide attempts by adolescents in 16 European countries. Eur Child Adolesc Psychiatry. DOI 10.1007/s00787-012-0276-7 8

Kuipers, MAG, Monshouwer, K, Laar, M van, Stronks, K, Kunst, AE. National tobacco control policies and socioeconomic inequalities in adolescent smoking: international comparisons of 13 European countries in 2003, 2007 and 2011 (submitted). 9