Inhoudsopgave auti-groepen Jan Baptistschool.



Vergelijkbare documenten
TEACCH Treatment and Education of Autistic and related Communication Handicapped Children We werken in de autiwerking volgens deze methodiek We visual

Omgaan met kinderen met autismespectrumstoornissen. Rob Neyens

Stevensbeek Beloning- en ontspanningsmomenten binnen het speciaal onderwijs

Zelfstandig Leren

Op weg naar stage en werk

VISIETEKST: Autiwerking OV1, OV2 en OV3 IBSO De Horizon

Dr. Ellen Luteijn GZ psycholoog en werkzaam bij Kentalis. NVA Congres 2013

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Les Dieren met een baan, thema vermaak

3.1 Tips voor leerkrachten in het middelbaar beroepsonderwijs Met dank aan Heleen Schoots, KPC-groep

Autisme als contextblindheid

Workshop Patijnenburg. BuitenGewoon begeleiden van mensen met een arbeidsbeperking

1 Visietekst autisme: Het auti-project van MPIGO De Vloedlijn

Inleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen

Welkom. DGM en Autisme. Esther van Efferen-Wiersma. Presentatie door

Bijlage 2 Competentieprofiel leerling

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Waarom kiest t Kienholt voor Daltononderwijs?

Karakter is een centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie.

Two roads diverged in a wood, and I- I took the one less traveled by, And that has made all the difference.

KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek 1e rapport: Datum gesprek 2e rapport: KIJK! 1-2 Bazalt Educatieve Uitgaven

Positieve houding. Hoge verwachtingen. Flexibele planning

Welkom. DGM en Autisme. Esther van Efferen-Wiersma. Presentatie door

Huiswerkbeleid

Brochure voor ouders/verzorgers en begeleiders van kinderen met het Foetaal Alcohol Syndroom (FAS).

Voor wie zijn de kind-jongere trainingen bedoeld?

VERDUIDELIJKING VAN DE RUIMTE

KANS OP SLAGEN. Definitie van probleemgedrag. Autisme en Probleemgedrag. Steven Degrieck. 14 juni Definitie van probleemgedrag

Profiel 1, VSO Belevingsgerichte dagbesteding 1. Algemeen

Wat helpt leerlingen met autisme?

passend onderwijs! Onderwijs aan leerlingen met een autisme spectrum stoornis

1 e BAG conferentie. Wim Claasen Pedagogisch handelen: voorkomen en ondervangen

BuBaO St-Elisabeth. Kleuterwerking Type 1 Type 2A en 2B Type 3 ASS-werking Type 8 WO leren leren SEO afgestemd op de klas Wordt per type bekeken

ADHD en lessen sociale competentie

Informatieboekje bovenbouw

AUTISME AUTISME JONGE KIND STERK IN JEUGD EN GEZIN

Structuur! Voorstellen Autisme anders bekijken Theorie (en ervaringen!) over autisme Kennis maken met workshop Autisme Anders Ervaren

Samenwerking. Betrokkenheid

. In een notendop. Over de auteur

Visie op onderwijs voor leerlingen met een autismespectrumstoornis binnen t Brugje

Het zorgbeleid in het Pierenbos

Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien

Basisschool De Poolster straalt, vanuit deze gedachte werkt het team samen met de kinderen en ouders aan kwalitatief goed onderwijs op onze school.

Professionalisering Pedagogisch- en didactisch handelen voor assistenten, leraarondersteuners en overig onderwijsondersteunend personeel

30/05/2018. ASS en gedrag WELKOM. Kennismaking en verwachtingen. Studiedag Kansrijk Onderwijs dinsdag 29 mei 2018

De eerste twee delen van De Wiskanjers Zorg: Boei

Andy van den Berg Vakleerkracht bewegingsonderwijs op een praktijkschool en op een school voor z.m.l.k.

Groepsplan VSO AGL Naam school: Drechtster College

Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016

Autisme in je vrije tijd

FAQ. Waarom is het nodig om "De Lift" op te richten?

Kijkwijzer Primair Onderwijs. Jantien Voorbeeld. Competentie Thermometer Nicolaes Maesstraat

Handelingssuggesties 1. Pedagogische veiligheid

Samen op weg naar zelf doen, waar het kan

De basis voor de ondersteuning van elk kind ligt gewoon in de klas.

Vrouwen en autisme. Lezing 26 mei 2016 bij autismecafé i.o.v Carrefour NOP Emmeloord. Mariëlle Witteveen Mieke Bellinga.

Verzamellijst onderwijsbehoeften

Visie op ouderbetrokkenheid

AUTISME EN CONFLICTHANTERING. Anneke E. Eenhoorn

School Ondersteunings Profiel (SOP)

Sport. Omdat een andere blik je leven verrijkt

Studiedag. Relatie en autisme Over de invloed van autisme op liefdesrelaties

Coach voor het Apptus-maatwerklokaal m/v Vestiging CSW Bestevaêr. Met een totale omvang van 0,6 fte

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

Structuurgroep dove en slechthorende leerlingen

Appendix bij Pedagogisch Beleidsplan voor Buiten Schoolse Opvang

De leerkrachten willen de kinderen het gevoel geven van veiligheid en geborgenheid.

Even voorstellen; Cor Reusen; - fysiotherapeut s Heerenloo - consulent SI voor CCE - docent SI bij estasi-training

WERKING EN VISIE. Visie ontwikkelingsklassen en functionele klassen

Mijn kind heeft een LVB

Epilepsie en moeilijkverstaanbaar gedrag. november 2011 Rea Vonk-Dekkers GZ psycholoog/orthopedagoog Dichterbij Kleur kinder en jeugdzorg.

Autigym of. een auti in de gym!

KINDEREN DIE MEER KUNNEN

Bijlage bij groepsplan begrijpend lezen

Het belang van (ondersteuning van) communicatie bij personen met een verstandelijke handicap

Door Andy van den Berg (vakleerkracht op een praktijkschool en een school voor z.m.l.k.) en Tanja Ites (bewegingsconsulent bij sportservice Den

De eerste twee delen van De Wiskanjers Zorg: Boei

maakt meedoen mogelijk Workshop Wennen aan de brugklas 2014

Vanuit UDL aan de slag in de klas

Autisme begeleiding of aansturing? Workshop Platformdag gehandicapten 9 april 2015 Chul Joo Ro

werkwoordspelling brochure

Informatie groep 5 Daltonschool In Balans Schooljaar 2015/2016

De Roeihaal; hoe vertaal ik het

Vorming AUTISMESPECTRUM- STOORNIS

Een consequente benadering creëren voor gedrag op school

Visie op onderwijs voor leerlingen met een autismespectrumstoornis binnen t Brugje

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Ben Zijl. Praktijk voor psychosociale en seksuologische hulpverlening

Schoolondersteuningsprofiel Primair Onderwijs Almere

ASKe-instrument. Instrument voor Autisme Specifieke Kwaliteitsevaluatie. Specifieke Evaluatiecriteria Scholen voor Buitengewoon Onderwijs

Speels oefenen. Relaties tussen vermenigvuldigsommen. Vermenigvuldigen

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL

Onderwijs-, opvoedings- en ondersteuningsbehoeften formuleren

Begeleidingsplan voor een leerling met ASS : van toepassing -: nog niet aan bod

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

Transcriptie:

Inhoudsopgave auti-groepen Jan Baptistschool. 1. Autisme op school: 1.1. Visie auti-groepen: 1.2. Uitgangspunten: 1.3. De groepssamenstelling: 2. Onderwijs aan leerlingen met een autisme spectrum syndroom (ass): 2.1. Teacch programma: 2.2. Regelmaat en structuur in de onderwijsleersituatie: 2.3. Structuur in ruimte: 2.4. Structuur in tijd: 2.5. Werkgedrag: 2.6. Structuur in werkvaardigheden: 2.7. Nieuwe werkvaardigheden (taken): 2.8. Beloning: 2.9. Visualisatie: 3. Sensorische Informatieverwerking: 3.9. Leerkrachten en assistenten van een auti-groep dienen o.a. met het volgende rekening te houden: 4. VSO A:

Auti-groepen Jan Baptistschool. 1. Autisme op school: Binnen de Jan Baptistschool zijn er 3 speciale homogene groepen waarbinnen leerlingen met een autisme spectrum stoornis verblijven. Leerlingen met deze stoornis kunnen onderling sterk verschillen, iedere leerling is uniek. Toch hebben ze een aantal gemeenschappelijke kenmerken waardoor ze zich soms bijzonder gedragen. Er is een tekortkoming op het gebied van de informatieverwerking; de leerling kan geen ordening aanbrengen in de informatie die het krijgt. Dit leidt tot problemen op het gebied van: Sociale interactie Communicatie Problemen met verbeelding Doordat de leerlingen worden overspoeld met informatie die ze niet begrijpen, proberen wij op school zoveel mogelijk orde te scheppen zodat ze in staat zijn zich te ontspannen en te ontwikkelen. Het is heel erg belangrijk dat de leerlingen zich veilig en begrepen voelen. Wanneer een leerling in een auti-groep komt, wordt daar ook het eerste aan gewerkt. Als een leerling zich goed voelt kan hij/zij tot leren komen. In de omgang met onze leerlingen wordt van een positieve benadering uitgegaan. Het stimuleren van goed gedrag door belonen, bijv. middels positieve feedback. Het tempo van veranderingen is vaak laag en we zijn blij met kleine en grote stapjes vooruit. Door de specifieke autiaanpak wordt geprobeerd de chaotische wereld van de leerlingen uit de auti-groepen te ordenen. Dit wordt gedaan door o.a. het structureren van de ruimte, tijd en activiteiten/werkvaardigheden. 1.1. Visie auti-groepen: Om beter tegemoet te komen aan de diversiteit van hulpvragen is besloten om speciale auti-groepen samen te stellen, waarin leerlingen met autisme geclusterd worden. Er is gekozen voor deze vorm om het autisme primair aandacht te geven. Vanzelfsprekend sluit het doel van deze specifieke groep nauw aan bij de algemene doelstelling van de school. We leiden de leerlingen toe naar een zo optimaal mogelijk zelfstandig functioneren in de samenleving, door hen voor te bereiden op zelfstandig wonen, werken en recreëren. Hierbij wordt rekening gehouden met de cognitieve en de sociaalemotionele mogelijkheden van elke leerling en de daarmee nauw verbonden kindmerken t.g.v. het autisme. 1.2. Uitgangspunten: De leerlingen hebben een leerachterstand en autisme die we bewust erkennen. Door leerstof op het juiste niveau aan te bieden, wordt gewerkt aan het versterken van het zelfvertrouwen. Er worden immers succeservaringen opgedaan. De leerlingen hebben ook behoefte aan competentie. We realiseren ons dat deze leerlingen anders leren. Ze zijn erg concreet ingesteld, en abstracte zaken zijn moeilijk te begrijpen. Er wordt veel gebruik gemaakt van visueel ondersteunend materiaal (dagschema, werkschema, werkorganisatie e.d.) Er wordt aandacht besteed aan de transfer van de leerstof zodat de leerlingen het geleerde ook kunnen toepassen in nieuwe (zinvolle) situaties. Alles heeft tot doel te komen tot een beter inzicht en begrip. 2

De leerstof moet zoveel mogelijk komen uit de leefwereld van de leerling zelf. De leerwijze zal variëren: voor-, samen- en nadoen. Natuurlijk zijn veiligheid en geborgenheid sleutelwoorden en een voorwaarde om zaken tot ontwikkeling te laten komen. Leerlingen zullen op hun eigen niveau beoordeeld worden, inzet is minstens zo belangrijk als resultaat en ook gedrag wordt beoordeeld gerelateerd aan de context waarin het zich voordoet. We streven naar integratie binnen een reguliere groep van onze school. 1.3. De groepssamenstelling: In iedere auti-groep zitten ca. 9 leerlingen. Hun gradatie m.b.t. hun autisme als mede hun cognitief leerniveau verschillen van elkaar. Er wordt rekening gehouden met deze verschillen. De didactische aanpak/benaderingswijze, is individueel gericht. De leerlingen in onze groepen zijn geen groepskinderen. Ze leren vaak niet spontaan in de omgang met medeleerlingen. De leerlingen hebben allen problemen op sociaal en communicatief gebied. Ook hebben ze moeite zich te verplaatsen in anderen en ze begrijpen vaak niet wat de ander bedoelt (gebrek aan theory of mind.) Dat betekent dat we de onderwijsorganisatie daarop moeten afstemmen. De inrichting en de indeling van het klaslokaal zijn aangepast. In de weinige momenten van klassikale instructie wordt er rekening gehouden met de verschillen binnen de groep. De leerlingen werken veel zelfstandig en krijgen intensieve individuele begeleiding. Uiteraard wordt gestreefd naar samenwerking tussen de leerlingen onderling tijdens bepaalde lessen of activiteiten. Een aantal activiteiten wordt in het auti-cluster (A1, A2 en A3) groepsdoorbrekend aangeboden, leerlingen van het zelfde niveau zitten dan bij elkaar in de groep (o.a. sociale vaardigheden, gymmen en zwemmen), ook dan is de begeleidingsbehoefte van de individuele leerling ons uitgangspunt. A1 A2 A3 2. Onderwijs aan leerlingen met een autisme spectrum syndroom (ASS): De pedagogische en didactische benadering zal zoveel mogelijk worden afgestemd op de individuele behoeften van de leerlingen met autisme. Binnen de groep wordt hoofdzakelijk gewerkt volgens een auti-gerichte aanpak die gestoeld is op de principes en uitgangspunten van het Teacch programma. 2.1. Teacch programma: Teacch: Treatment an Education of Autistic And related Communication Handicapped Children. Teacch is een ontwikkeld interventieprogramma dat tot doel heeft de individuele vaardigheden d.m.v. een zeer gestructureerde educatieve omgeving te stimuleren. 3

De basis van Teacch bestaat uit het ontwikkelen en aanleren van een specifiek individueel communicatiesysteem (dagschema). Het programma is wereldwijd geïmplementeerd in allerlei scholen. Ouders worden actief betrokken bij de uitvoering van het programma. Hen wordt geleerd dezelfde strategieën in de thuissituatie toe te passen. Teacch speelt adequaat in op de behoefte aan structuur, duidelijkheid en voorspelbaarheid, hetgeen individuen met autisme nodig hebben. Het doel is om de zelfstandigheid en het welzijn van de leerlingen te vergroten. Wij hebben positieve ervaringen met Teacch opgedaan en zien positieve veranderingen bij de leerlingen. Uitgangspunten: Functionaliteit Geïndividualiseerd programma Samenwerking met ouders Verduidelijk van de omgeving Visualisering en voorspelbaarheid staan centraal in dit programma. 2.2. Regelmaat en structuur in de onderwijsleersituatie: Zoals eerder staat beschreven is het nodig om het een en ander aan te passen, de leerlingen met autisme moeten tegemoet worden gekomen in hun individuele behoeften. In de auti-groepen wordt daar rekening mee gehouden. 2.3. Structuur in ruimte: Op dit moment heeft iedere SO auti-groep één lokaal ter beschikking waar optimaal gebruik van wordt gemaakt. De VSO auti-groep heeft ook nog de beschikking over een praktijklokaal en keuken. De klas is ingericht zoals beschreven in het boek van Theo Peeters: Van begrijpen tot begeleiden. De ruimte is aangepast, zo zijn er: Werkhoeken en werktafels Gezamenlijke tafel Project tafel Ruimte voor vrije tijd Zit-, luisterhoek Computerhoek/smartboard (iedere auti-groep is in het bezit van een smartboard) De onderlinge ruimten worden gescheiden door kasten, rekken, meubels of schotten. 4

2.4. Structuur in tijd: Dagschema Leerlingen met autisme hebben, net als wij, behoefte aan een programma. Wij hebben het programma misschien in ons hoofd of gebruiken zelfs een agenda. Leerlingen met autisme hebben dit ook heel hard nodig. Het dagschema geeft visueel weer, welke activiteiten, waar zullen plaatsvinden en in welke volgorde. Voor sommige leerlingen is een geheel dagschema te groot. Ze kunnen niet voorzien en overzien. In het begin is een dagschema misschien het leren herkennen van één activiteit. Het dagschema kan in verschillende niveaus en vormen gebruikt worden: Concrete voorwerpen Concrete voorwerpen op kaart Foto s Tekeningen Picto s Picto s met geschreven woorden eronder Geschreven woorden Geschreven woorden met tijdsaanduiding/datum Om het niveau van een dagschema te bepalen neemt de logopediste de COM-voor (voorlopers communicatie) test af. A.d.h.v. deze gegevens wordt er bepaald op welk niveau van betekenisverlening en met welke middelen de communicatie visueel ondersteund kan worden. We maken een dagschema op het niveau van de leerling gemaakt. Zowel op horizontaal als verticaal vlak kunnen deze dagschema s worden aangeboden. Verschillende manieren van dagschema s zijn: dagschema s die zijn bevestigd op de kasten van de werkhoeken, picto-watch, dagklapper, weekklapper en agenda. 5

Het werkschema Door gebruik te maken van een werkschema weten de leerlingen op voorhand (voorspelbaar) welke taken ze moeten maken binnen een werksessie. Voor iedere leerling is er een individueel werkschema dat aangepast is aan hun niveau. In de werkhoek hangt/ligt een werkschema. Het werkschema hangt/ligt op volgorde van boven naar beneden of ligt in een bakje met opeenvolging van bijvoorbeeld cijfers. De leerling pakt het bovenste/eerste kaartje van zijn werkschema en zoekt de desbetreffende taak uit de kast (match). De leerling maakt vervolgens de taak en als de taak af is moet deze weg worden gezet. Het volgende kaartje uit het werkschema wordt door de leerling gepakt. Als alle kaartjes van het werkschema op zijn, is de werksessie volbracht. Onderaan het werkschema hangt een beloningskaart en een terugkoppelkaartje dat de leerling weer terugverwijst naar het dagschema. (Door dit terugkoppelkaartje is de leerling zelfstandig instaat om de overgang te maken naar een volgende activiteit). De werkorganisatie Bijna alle leerlingen hebben een werkorganisatie in de vorm van kleuren, dit kan uiteraard ook een ander vorm hebben bijvoorbeeld cijfer-, motieven-, prentjesorganisatie e.a. De werkorganisatie staat aangegeven op de leerlingen hun tafel. De werkorganisatie is ervoor om de meerstapstaken te organiseren. 2.5. Werkgedrag: Voordat wij de leerlingen nieuwe taken gaan aanleren moeten ze beschikken over werkgedrag. Dit gedrag is noodzakelijk om te kunnen leren. Onder dit gedrag verstaan wij het o.a. volgende: Begrijpen wanneer er gewerkt moet worden (dagschema begrijpen). Eigen werkhoek herkennen. Zelfstandig een taak nemen en wegzetten. Het werkschema begrijpen. De werkorganisatie begrijpen. Tijdens een taak op de stoel blijven zitten. 6

Kijken naar de taak. Het materiaal op de juiste wijze gebruiken. Kunnen werken gedurende een bepaalde tijdsspanning. Hulp kunnen vragen. Kunnen wachten. Begrijpen wanneer een taak klaar is. Concept van beloning begrijpen.. etc. etc. 2.6. Structuur in werkvaardigheden: Tijdens een werksessie krijgen de leerlingen verschillende soorten werkvaardigheden aangeboden. Vaardigheden zijn gekoppeld aan een specifieke taak of aan specifiek materiaal. Veel taken zijn op dezelfde manier georganiseerd en dit is een groot voordeel voor de leerlingen. Ze kunnen namelijk terugvallen op een bekende routine en hoeven niet telkens voor elke taak een nieuwe organisatie aan te leren. Binnen de auti-groepen wordt veel gebruik gemaakt van zelf ontwikkelde taken op het niveau van de leerling in de vorm van: ééndoostaken en meerstapstaken. Deze taken vloeien voort uit de gestelde individuele doelen vanuit het leerlingvolgsysteem (LVS) van de school. Ééndoostaken Bij de ééndoostaken is een taak (=werkvaardigheid) bestaande uit één doos. De leerlingen hoeven niet zelf hun taak te organiseren. Er is een duidelijk begin en einde. Ze kunnen terugvallen op een bekende routine. De werkwijze van de ééndoostaken is soms gevisualiseerd in de vorm van tekeningen. Meerstapstaken Een taak die uit meerdere stappen bestaat is een meerstapstaak. Op iedere deelstap van de taak zit een kleurcode. De leerlingen moeten a.d.h.v. de kleurcodes en hun werkorganisatie op hun tafel, zelf hun taak organiseren. Bijvoorbeeld: een werkvaardigheid bestaat uit meerdere bakjes, op die bakjes zitten kleurcodes die overeenkomen met de werkorganisatie van de leerling op zijn tafel. De leerling match de kleurcodes van de taak op de kleurcodes van zijn tafel, de taak is gesorteerd, de leerling kan nu zelfstandig beginnen. 7

2.7. Nieuwe werkvaardigheden (taken): De leerlingen beginnen bij de eenvoudigste opdrachten, taken die voor zich spreken, goed gevisualiseerd zijn en waarbij ze het snelst een gevoel van succes en zelfstandigheid kunnen ondervinden. Bijvoorbeeld: instop- en sorteertaken. Bij het aanleren van nieuwe werkvaardigheden is er continu begeleiding en dit gebeurt tijdens het individueel werken met het kind. Voor veel leerlingen met autisme is het moeilijk om de geleerde vaardigheden toe te passen in een nieuwe situatie. Door de werkvaardigheden die de leerlingen in de ene situatie beheersen nu ook aan te bieden in een andere situatie werken we aan de transfer. De leerlingen hebben door deze aangepaste taken eerder kans op succes en zullen dus minder snel falen. Leerlingen met autisme vinden het vaak moeilijk om aan taken te werken met een open einde, ze krijgen dus taken met een gesloten einde. Leerlingen met autisme werken graag met de computer of smartboard. De transfer van de leerstof wordt hier mee geoefend en ook het zelfstandig werken, vaak in een andere omgeving. Binnen A2 wordt er ook gebruik gemaakt van tablets om leerlingen de leerstof middels apps (o.a. oefen meer, Nieuwsbegrip en Squla) op een andere manier te laten oefenen. De tablets beschikken ook over tal van spel mogelijkheden met een educatief karakter waardoor leerlingen spelenderwijs leren. 2.8. Beloning: De drempel om iets (nieuws) te leren bij leerlingen met autisme is vaak hoog. Het verleggen van grenzen is voor hen niet gemakkelijk. Door een leerling te belonen willen wij ze motiveren. Ze leren hun aandacht op iets te richten en deze vast te houden. Binnen de auti-groepen gebruiken wij verschillende beloningssystemen. Het beloningssysteem dat wij hanteren voor de individuele leerling hangt af van zijn/haar niveau (bijv. directe en uitgestelde beloning) en interesses/voorkeuren. Beloningen die wij o.a. gebruiken: Stickerkaarten Beloningskaart (kikker-, muis-, vliegtuig-, appartement,- princeskaart e.a.) als deze kaart vol is kunnen de kinderen die gebruiken om iets in ons winkeltje te kopen. Spaarkaart Computer Keuze activiteit Klein snoepje Sociale verbale beloning, goed zo, prima, kanjer, dikke duim. 8

2.9. Visualisatie: Aan de muur hangen schemaborden, waar voor de leerlingen informatie over het klassengebeuren op staan. Aanwezigheidbord personeel/leerlingen die ziek zijn Kalender (bijzonderheden worden hierop vermeld) Weerbord (hier wordt het weer van die dag op aangegeven, bij mooi weer zien de kinderen dat ze buiten gaan spelen en bij regenweer zien de kinderen dat ze niet naar buiten gaan) Time-timer (verduidelijking tijd) Klassenregels (goed/fout) Emotie meter Stoplicht Visuele ondersteuning m.b.t. zelfstandig werken en hulpvragen 9

Het verduidelijken en vereenvoudiging voor leerlingen met autisme wordt gedaan met als doel: De wereld voorspelbaar en minder verwarrend te maken. Minimaliseren van probleemgedrag. Ontwikkelen van hun zelfstandigheid. Leert hen verbanden zien tussen verschillende gebeurtenissen. Voordelen visualiseren: Abstract wordt concreet. Communicatie wordt aangepast aan de individuele mogelijkheden. Verandering aankunnen. Zelfstandigheid verhogen. Minder probleemgedrag. Integratiekansen. Minder afhankelijk van anderen. Minder passief, maar meer actief. Opdoen van positieve ervaring. 3. Sensorische informatieverwerking: Leerlingen met autisme hebben moeite om zintuiglijke informatie te verwerken. Er is sprake van bijzonderheden in de Sensorische Informatieverwerking (SI). Dit geldt nog in sterkere mate voor leerlingen met een verstandelijke beperking in combinatie met autisme of AD(H)D. Zij kunnen vaak moeilijk verwoorden waar ze behoefte aan hebben of van welke prikkels ze last hebben. Hoe beter de mensen in de directe omgeving weten dat leerlingen voor de ene prikkel overgevoelig en voor een andere prikkel ondergevoelig kunnen zijn, hoe beter zij hun begeleiding kunnen afstemmen op opvallend gedrag dat voortkomt uit een afwijkende Sensorische Informatieverwerking. Om problemen ten gevolge van een verstoorde/afwijkende Sensorische Informatieverwerking in kaart te brengen kunnen we in overleg met de logopediste aan de ouders en/of de leerkracht vragen de Sensory Profile in te vullen. Aan de hand van de ingevulde lijst worden praktische oplossingen, die goed aansluiten bij de prikkelbehoefte van het kind, met de groep en/of de ouders besproken. Door een beter begrip van het gedrag, veroorzaakt door een over- of ondergevoeligheid, ontstaat voor het kind een sensorisch waardevolle omgeving en daardoor een betere leeromgeving. 10

4. Leerkrachten en assistenten van een auti-groep dienen o.a. met het volgende rekening te houden: Het is van groot belang om op de hoogte te zijn wat autisme feitelijk inhoudt. Weet hebben dat binnenkomende informatie bij leerlingen met autisme anders worden verwerkt. Weet hebben dat leerlingen met autisme behoefte hebben aan structuur, duidelijkheid en voorspelbaarheid. Duidelijke regels en verwachtingen hebben en steeds deze afstemmen op de mogelijkheden van de leerling. In staat zijn om de individuele aanpak te realiseren binnen de context van de groep. Neutraal zijn. De beloningen zoeken in het goed functioneren van de leerling. Eenvoudig taalgebruik hebben en veel visualiseren. Dit omdat veel van deze leerlingen sterker visueel dan auditief zijn ingesteld. Om kunnen gaan met een negatieve houding van een leerling zonder dit als een persoonlijk falen te zien. Geduldig zijn en niet gericht op het behalen van direct resultaat. Stressbestendig zijn in situaties waarin dingen anders lopen dan gepland. Anderen (ouders, begeleiders) als ervaringsdeskundigen kunnen zien en een optimale samenwerking na kunnen streven. Een duidelijke en consequente houding hebben. Probleemgedrag proberen te voorkomen door de leerling goed voor te bereiden op veranderingen. Bij probleemgedrag ook de uitgangspunten van Teacch onder de loep nemen om te kijken hoe de leerling in kwestie, in die voor hem moeilijke situaties, nog beter ondersteund kan worden. Werken naar zelfstandigheid van de leerling met autisme met de individuele ondersteuning voor de toekomst. 11

Iedere leerling met autisme is uniek. 5. VSO (voortgezet speciaal onderwijs) A: Leerlingen van VSO A variëren in de leeftijd van 13 tot 20 jaar. Als leerlingen 20 jaar oud zijn, gaan ze van school. Het werken in deze groep is er dan ook op gericht om deze overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen. Uitgangspunt van deze groep is om leerlingen zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren. Zowel thuis als op hun uiteindelijke werkplaats of dagbesteding. Om dit te bereiken wordt er heel praktisch gewerkt in de klas. Er worden een aantal nieuwe vakken gegeven in het VSO, zoals bijvoorbeeld: werken in de tuin, koken en huishoudkunde. Ook wordt er veel aandacht gegeven aan het besteden van vrije tijd. Leerlingen kunnen vanaf 17 jaar stage gaan lopen. Eerst natuurlijk binnenschools, later buitenschools. Dit is hetzelfde als in de reguliere VSO-groepen. Buiten al deze nieuwe dingen die er zijn in het VSO, blijven een groot aantal dingen natuurlijk hetzelfde. Dit om de overgang van A2 niet te groot te maken. blijven we veel visualiseren, werken de leerlingen nog steeds met dagschema s en is de omgeving voorspelbaar. De vakken die anders zijn dan in het SO zijn te verdelen in 2 categorieën: Vakken die gericht zijn op de interesses van leerlingen Vakken die gericht zijn op de zelfstandigheid van leerlingen Vakken die gericht zijn op de interesses van leerlingen: Deze vakken worden vooral gegeven om te kijken waar de interesses van leerlingen liggen. Dit kan zijn als vrije tijd besteding of als richting voor werkzaamheden na school. 12

Vakken die gericht zijn op de zelfstandigheid van leerlingen: Deze vakken hebben tot doel om de zelfstandigheid van leerlingen te vergroten. Leerlingen koken onder begeleiding van een vakleerkracht. Daarnaast worden er in de klas huishoudelijke taken verricht. Dit varieert van thee zetten, tot veters strikken en stofzuigen. Dagschema en stage: De dagschema s blijven ook in deze groep gehandhaafd. We proberen wel om de schema s in klappers te doen, of te werken met een agenda. Dit met het oog op stage. Leerlingen kunnen op deze manier hun eigen dagschema meenemen naar stage. Dit is al bekend en het is handig als ze elders hun eigen schema kunnen gebruiken. Stage wordt geregeld door Marlou Vossen. Zij regelt ook de stage in de reguliere VSO-groepen. 13