De eerste twee delen van De Wiskanjers Zorg: Boei

Transcriptie

1 De eerste twee delen van De Wiskanjers Zorg: Boei Nu ben ik een uur bezig geweest met aan te leren hoe je moet rangschikken van breed naar smal En nog snapt hij het niet! Deze leerling haalt eerste, middelste en laatste telkens door elkaar Links en rechts, het lukt, maar even daarna is het weer vergeten Ondanks je vele inspanningen lukt het niet altijd om bepaalde stof niet alleen aan te leren, maar ook echt te laten beklijven. Hoe kun je leerlingen op een speelse manier boeien? Wanneer blijft iets hangen? Wat is de reddingsboei die je een leerling kunt toewerpen om bepaalde aspecten van wiskunde aan te leren? Hoe moet die boei eruitzien? Vaak ga je op zoek naar heldere werkvormen die aanpasbaar zijn aan verschillende situaties. Als ervaren veldwerker weet je wel dat er een doordacht systeem nodig is. Je werkt graag stapsgewijs en afgestemd op de specifieke behoeften van de leerling. Je wilt de leerstof op een boeiende manier vanuit een heldere opbouw aanbieden. Boei gaat uit van het concrete om daarna via het schematische naar het abstracte te gaan. Dat doe je bij elk van de volgende stappen: verkennen, oefenen, toepassen en transfer maken. Je spreekt de verschillende zintuigen aan: zien, horen, proeven, ruiken en voelen. Zo werk je leerling-centraal en erg functioneel. De doelgroep van dit boeiende pakket is veelzijdig. We denken aan logopedisten, therapeuten, zorg- en klasleerkrachten en ondersteuners aan de ene kant en aan leerlingen met specifieke noden uit het buitengewoon en gewoon onderwijs aan de andere kant. Je kunt boei zowel voor de individuele leerling gebruiken als in kleine groepen, zowel zelfstandig als begeleid. Kan het nog boeiender? >>

2 Waarom? Leren rekenen start in de kleuterklas. Daarom is het belangrijk om op een speelse manier kennis te maken met rekenvaardigheden en -begrippen, met alle zintuigen. Taalzwakke leerlingen missen vaak de basisbegrippen van rekenen. We werken in dit pakket vanuit verschillende invalshoeken, zodat ook die leerlingen voldoende kansen krijgen om de basisbegrippen te verwerken. Een ontwikkelingsgerichte aanpak en de veelzijdigheid van het rekenpakket geven de leerling een ruime en stapsgewijze differentiatie. Een gebruiksvriendelijk rekenpakket biedt de leerkracht een soepele werkvorm aan met een mooie gradatie van oefenonderwerpen. Het (buitengewoon) onderwijs heeft behoefte aan een pakket met gestructureerde oefenmaterialen en duidelijke instructies die bruikbaar zijn voor verschillende niveaus. De moeilijkheidsgraad wordt stapsgewijs verhoogd. Dat geeft je de kans om een stap terug te zetten als iets te moeilijk is of een stap verder te wagen als het goed gaat. Een consequente opbouw van de werkbladen met een gestructureerde visuele taakopdracht spoort de leerlingen aan tot zelfstandig werk. Wat is nieuw? Specifiek kunnen werken aan individuele behoeften van iedere leerling op het vlak van rekenvaardigheden. Functioneel leren rekenen als centraal thema in het remediërende rekenpakket. De concrete doe- en oefenactiviteiten met allerhande materiaal uit de belevingswereld van de leerling staan centraal. De topics worden multisensorieel aangeboden om de betrokkenheid te verhogen, waardoor de leerling een bredere waaier aan ervaringen opdoet. Door meer betrokken te zijn, wordt ons geheugen ook meer gestimuleerd. Ervaringen worden in een schema gegoten om zo tot abstract rekenen te komen. De zwakke beginnende rekenaars komen tot een succeservaring door een rijk aanbod aan verschillende materialen. Ook aan de leerkracht wordt gedacht: er is een duidelijke ondersteuning op het gebied van de instructies en een geordende opbouw van doeactiviteiten tot werkbladen. Het materiaal wordt ingedeeld in fases: verkennen, oefenen, toepassen en transfer.

3 Opbouw van een gestructureerd werkblad De structuur van de werkbladen varieert zodat de leerling telkens in een veilige leersituatie kan oefenen. Visueel duidelijke instructie voor de leerling met of zonder pictogrammen, zodat de leerling zelfstandig aan de slag kan. Aan de rechterkant: pictogrammen over de onderwerpen Aan de linkerkant: pictogrammen over de vereiste handeling (knippen, verbinden, luisteren...) Naam: Datum: DEEL Kwalitatieve begrippen Kleur de grote Blub. ONDERWERP Groot Oefenen De informatie in het donkere blok bovenaan rechts situeert het kopieerblad binnen de oefeningen. DOEL Het kind kent het begrip groot. Boei 1 Plantyn 1.1 Ruimte voor concrete feedback door de leerkracht De doelstelling geeft verduidelijking voor de leerkracht, de begeleider en eventueel de ouders. Ruimte voor concrete visuele reflectie door de leerling.

4 Deel 3 t.e.m. 11 van De Wiskanjers Zorg: Rekenmonsters Het is onze taak als leerkracht om ervoor te zorgen dat we onze kinderen zodanig ondersteunen en begeleiden dat ze voor moeilijke vakonderdelen hun weg vinden in het reguliere aanbod. Soms is de kloof met het reguliere aanbod te groot en kan het zinvol zijn om enkele stappen terug te zetten tot op het niveau van de beheerste leerstof van de leerling. Je werkt dan voor die leerling een eigen leertraject uit. Een leertraject dat aansluit bij wat hij kan, zonder dat hij daarvoor de klas moet verlaten. De leerwinst zal daardoor groter worden en dat kan tot een beter welbevinden leiden, wat het zelfvertrouwen van de leerling vaak ook vergroot. Dit doel willen wij voornamelijk nastreven in deze rekenmappen. Bij de aanbreng van de leerstof wordt steeds vertrokken vanuit het concrete, om daarna via het schematische naar het abstracte te gaan. Stapsgewijs gaan we de leerstof verkennen, inoefenen en toepassen. De Rekenmonsters geven kinderen de kans om een leerstofonderdeel grondig in te oefenen. De rustige bladspiegel en het beperkte aantal oefeningen op een pagina maken het overzichtelijk om te werken. Daarnaast bieden de onthoudkaders een duidelijk houvast om de oefeningen op te lossen. Deze maatregelen maken het voor kinderen die moeite hebben met een onderdeel van wiskunde eenvoudiger om de leerstof gericht in te oefenen. Bovendien bevorderen deze maatregelen ook het zelfstandig werken.

5 Opbouw van Rekenmonsters De leerstof is verdeeld over 9 mappen, met als einddoel de basisleerstof wiskunde te beheersen om de overstap naar het beroepsonderwijs te maken. Iedere map is onderverdeeld volgens de 4 domeinen van wiskunde: getallenkennis, bewerkingen, meetkunde en meten en metend rekenen. De lessen zitten geordend per domein, maar het is zeker niet de bedoeling om de lessen chronologisch door te nemen. De mappen zijn niet leerjaargebonden. Je kunt dus als leerkracht binnen de mappen op zoek naar het materiaal dat qua niveau het best aansluit bij het beheerste niveau van de leerling. De moeilijkheidsgraad wordt stapsgewijs verhoogd. Dat zorgt ervoor dat je steeds een stap terug kunt zetten als het te moeilijk blijkt of een stap overslaan als het goed gaat. Je vindt hier de inhoudstafel van de 9 mappen. Zo zie je makkelijk in welke map je lessen met een gelijkaardig onderwerp vindt. Voor lessen die een stap terug zetten kun je terecht in de voorgaande mappen; lessen die een niveau verder gaan vind je in de volgende mappen. Omdat de lessen per vakonderdeel gebundeld zitten, kun je gericht op zoek naar de juiste les. Rekenmonsters voorziet veel oefenmateriaal. Dat betekent echter niet dat al het voorziene oefenmateriaal ook daadwerkelijk moet worden aangeboden. Als een leerinhoud bereikt is, kan gerust een volgende stap gezet worden. Het invullen van werkbladen kan geen doel op zich zijn, maar dient enkel om de leerinhoud voldoende te verkennen, in te oefenen en toe te passen.

6 Opbouw van een gestructureerd werkblad Lesonderwerp Geldwaarden 1 eurocent, 2 eurocent en 5 eurocent Doel van de les DOEL Ik herken de munten van 1, 2 en 5 eurocent Ik kan betalen met 1, 2 en 5 eurocent. munten Onthoudkader 1 eurocent of 1 cent 2 eurocent of 2 cent 5 eurocent of 5 cent 1 eurocent < 1 euro 2 eurocent < 1 euro 5 eurocent < 1 euro munten van 1, 2 en 5 eurocent munten van 1 en 2 euro winkeltje met allerlei te verkopen spullen, voorzien van een prijskaartje ( 10 eurocent) Meten en metend rekenen Kies iets uit het winkeltje. Hoeveel kost het? Neem de munten en/of biljetten die je nodig hebt om het te betalen. Kies nu iets anders. Hoeveel kost het? Neem de munten en/of biljetten die je nodig hebt om het te betalen. 1 Doe! Neem een munt van 1 eurocent en een munt van 1 euro. Hoe zien de munten eruit? Wat zijn de verschillen? Wat is het meeste waard? Neem een munt van 2 eurocent en een munt van 2 euro. Hoe zien de munten eruit? Wat zijn de verschillen? Wat is het meeste waard? 2 Omkring alle muntstukken van 1 eurocent. Zet een kruisje bij alle muntstukken van 2 eurocent. Streep alle muntstukken van 5 eurocent door. Meten en metend rekenen Doe-opdrachten Materiaallijst Een snoepje kost... cent. Inoefen- en toepassingsopdrachten Een kaarsje kost... cent. Een knoop kost... cent. Een snoepje kost... cent.... cent +... cent =... cent Meten en metend rekenen Evaluatiemonsters Hoe voelde je je tijdens de oefening? Wat vond je van de oefening?

7 Deel 12 en 13 van De Wiskanjers Zorg: Curriculumdifferentiatie Deze mappen willen wegwijzers aanreiken om vanuit begrip en respect het beste te halen uit die leerlingen die de basis wiskundeleerstof uit de derde graad niet meer kunnen volgen. Een eigen leertraject bewandelen waarbij de leerling zijn zelfvertrouwen terug kan winnen. De leerwinst wordt groter en dat leidt meteen ook tot een beter welbevinden! Curriculumdifferentiatie betekent in de eerste plaats dat we gaan differentiëren in het inhoudelijke onderwijsaanbod. In deze map spitsen we ons toe op curriculumdifferentiatie als beperking van het curriculum. We stappen daarbij af van het volgen van het volledige leerplan voor het betreffende schooljaar en we richten ons specifiek op die leerdoelen die binnen de mogelijkheden van de individuele leerling liggen. Binnen deze mappen werden de leerdoelen afgestemd op een vlotte overgang naar het eerste jaar van het beroepsonderwijs.