GEZONDE BODEM EN COMPOSTEREN Wat gegevens en achtergrondinformatie. Een vruchtbare bodem vol bodembeestjes is de belangrijkste voorwaarde voor een landbouw die toekomstbestendig is. Dat vraagt een lange termijn visie waarbij de bodem ook een heel belangrijke rol kan spelen in het oplossen van het klimaatprobleem door het binden van koolstof. Bert van Ruitenbeek, directeur Stichting Demeter Het bodemvoedselweb: De rhizosfeer is de ruimte (een paar mm) rond de wortels. Daarin bevinden zich
veel bacteriën, schimmels en andere organismen die op de bacteriën en schimmels afkomen. 21% van de suikers die de groene plantendelen produceren geeft de plant via exudat en af in de rhizosfeer. Bacteriën leven van exudaten en organische stof: vooral zachte plantendelen. In gezonde grond zitten enorm veel bacteriën: per hectare gezond grasland evenveel biomassa als twee koeien. Bacteriën plakken aan elkaar en aan bodemdeeltjes Stikstofbindende bacteriën, o.a. vrijlevende Azotobacters, kunnen stikstof uit de lucht binden en zo voeding voor het bodemvoedselweb leveren.
Stikstofbindende bacteriën kunnen ook in wortelknolletjes van bepaalde plantenfamilies wonen, bijv. van vlinderbloemigen. Bijzondere bacteriegroep: de actinomyceten. Hebben draden, net als schimmels. Ze kunnen ook meer verteren dan andere groepen bacteriën, bijv. chitine. Schimmels en het exoskelet van insecten (dat ze afwerpen bij vervelling) bestaan uit chitine. Actinomyceten Worden ook wel straalschimmels genoemd. Meerdere antibiotica worden door deze bacteriën gemaakt. Actinomyceten zorgen voor de frisse boslucht na een regenbui. Schimmels zijn kampioenopruimers: kunnen ook chitine en hout afbreken. Schimmels leven vaak in symbiose met planten: plm 95% van de planten werkt samen met mycorrhiza schimmels. Mycorrhyza schimmeldraden zorgen voor een 700 tot 1000 maal zo groot effectief worteloppervlak voor een plant. Door de draden heen wordt vooral fosfor aangeleverd voor de plant en geruild voor suikers.
Bacteriën en schimmels nemen voedingsstoffen in zich op en dan zijn deze vastgelegd, geïmmobiliseerd, in de bacteriën en schimmels, dus niet opneembaar voor de plant. De protozoa: amoeben, trilhaardiertjes en zweephaardiertjes komen op de bacteriën en schimmels af, verteren ze en scheiden ze uit waardoor de voedingsstoffen beschikbaar komen voor de plantenwortels.
Ook nematoden (aaltjes) hebben een dergelijke rol in het bodemvoedselweb. Het bovenstaande schema laat zien welke organismen plantendelen en elkaar onderling opeten. De microfauna bestaat uit allerlei geleedpotigen zoals springstaarten, mijten, pissebedden, duizendpoten en miljoenpoten. Zij zorgen o.a. dat het organisch materiaal fijn gemaakt wordt, zodat het makkelijker te verteren is voor de microben Wormen zijn in drie groepen te verdelen: 1 de rode wormen, of compostwormen: zij leven in de strooisellaag en verteren daar organisch materiaal. 2 de grauwe wormen: ze wonen in de bovenste 40 cm en maken horizontale gangen waarbij ze aan de ene kant aarde incl. microben in zich opnemen en aan de achterkant mineralen- en microbenrijke resten achterlaten 3 de pendelaars: ze maken verticale gangen tot 3 meter diep, halen organisch materiaal uit de strooisellaag, trekken het de gangen in en verteren het daar. Slakken verblijven het grootste deel van hun leven onder de grond. Verhoudingen: Vooral de bacteriën en schimmels bouwen samen aggregaten op; bacteriën plakken
aan bodemdeeltjes en aan elkaar en schimmels verbinden de deeltjes met hun draden. Ook het slijm van slakken helpt bij het vormen van aggregaten. De aggregaten zorgen voor de kruimelige structuur van de grond. In de aggregaten is plek voor water, lucht, organische materiaal, o.a. humusdeeltjes en allerlei organismen.
Humusdeeltjes worden gevormd door microben. Verschillende voedingsstoffen voor planten zitten erin opgesloten en komen pas geleidelijk weer vrij. Zo vormt humus een buffer voor de voedselvooriening van de plant Bovendien zijn humusmoleculen, net als kleideeltjes, negatief geladen waardoor stoffen met een positieve lading (zoals natrium, kalium, calcium, magnesium, ) erdoor vastgehouden worden, maar zodanig dat de plant ze wel kan opnemen. Zandkorrels zijn niet negatief geladen, waardoor op zandgrond met weinig organische stof allerlei voedingsstoffen makkelijk uitspoelen. De microben kunnen samen humusdeeltjes vormen, die het organisch materiaal opslaan in een vorm die erg stabiel kan zijn. Humusdeeltjes zijn moeilijk afbreekbaar waardoor ze tientallen of honderden jaren in de bodem kunnen blijven. Als ze langzaam worden afgebroken (vooral door schimmels) komen de voedingstoffen geleidelijk vrij voor de plantenwortels. Humusdeeltjes zijn, net als kleideeltjes, negatief geladen en houden daardoor allerlei positief geladen voedingsstoffen vast. Het grootste deel van het organisch materiaal is labiel, dus makkelijker af te breken tot plantenvoedsel.
In een gezonde bodem kunnen planten de voedingsstoffen opnemen die ze nodig hebben om een gezonde weerstand op te bouwen: als ze afweerstoffen kunnen
aanmaken kunnen ze zich beschermen tegen ziekten en plagen. Planten kunnen met de opgenomen mineralen wel 10.000 verschillende stoffen vormen. Als er kunstmest wordt toegepast kunnen de plantenwortels niet anders dan de stikstof opnemen: de plant groeit snel, maar is zwak. Daardoor is het vaak nodig om pesticiden te gebruiken. Een plant die te eenzijdig voeding heeft opgenomen is niet alleen zwakker, maar ook minder voedzaam. Sommige rupsen die ervan eten kunnen zich niet goed genoeg ontwikkelen om te verpoppen tot vlinder. De voordelen van een hoog organisch gehalte van de bodem: HOGE BIODIVERSITEIT: ZIEKTEWEREND VERMOGEN MEER INFILTRATIE WATER: GROOT WATERBERGEND VERMOGEN WATER SPOELT MINDER AF: MINDER EROSIE.
VOCHT WORDT VASTGEHOUDEN BUFFER OM VOEDINGSSTOFFEN BESCHIKBAAR TE HOUDEN VOEDINGSSTOFFEN SPOELEN NIET UIT SAMENBINDENDE WERKING: BETERE STRUCTUUR BETERE DOORWORTELBAARHEID DONKERE KLEUR: NEEMT WARMTE BETER OP MEER BIOMASSA: OPSLAG VAN KOOLSTOF HOGERE VRUCHTBAARHEID VERWERKEN VAN VERONTREINIGINGEN Het bodemvoedselweb is ook belangrijk voor het opslag van CO2 NODIG VOOR:
VERMINDEREN BROEIKASEFFECT VERMINDEREN VERZURING VAN DE OCEANEN IN HUMUS EN ANDERE BIOMASSA WORDT KOOLSTOF OPGESLAGEN, HET GAS CO2 IS MEER DAN 1100 X ZO VOLUMINEUS ALS VAST STOF KOOLSTOF DE CHEMISCH-MECHANISCHE LANDBOUW: VERBREEKT KETENS EN KRINGLOPEN VERNIETIGT BODEMLEVEN: BODEMLEVEN WORDT ONDERGEPLOEGD VERNIETIGT BODEMLEVEN DOOR GEBRUIK VAN BESTRIJDINGSMIDDELEN EN KUNSTMEST. BREEKT HUMUSLAAG AF IS GEBASEERD OP HET GEBRUIK VAN FOSSIELE BRANDSTOFFEN (10 CALORIEEN NODIG VOOR DE PRODUCTIE VAN 1 GRAM VOEDSEL) VERLIES VAN LANDBOUWGROND: ONGEVEER EEN DERDE VAN DE LANDBOUWGROND WERELDWIJD IS IN TAMELIJK SLECHTE TOT ZEER SLECHTE TOESTAND EN DAT
VERSLECHTERT TOT NU TOE ALLEEN MAAR, ALDUS DE FAO IN 40 JAAR TIJD: 30% VERLOREN BELEID: IN HET REGEERAKKOORD STAAT: DOOR ANDER LANDGEBRUIK MOET 1,5 MEGATON C02 OPGESLAGEN WORDEN IN LANDBOUWGROND. PER JAAR KAN EEN BOER 1 A 3 TON CO2 NETTO PER HECTARE PER JAAR OPSLAAN. 1,8 MILJOEN HA LANDBOUWGROND IN NEDERLAND, DUS DAT KAN LUKKEN
NAAR EEN DUURZAAM VRUCHTBARE BODEM: BEWUSTE GEWASKEUZE MINDER OF NIET PLOEGEN GROENBEMESTERS GRONDBEDEKKING: GROND NIET BRAAK LATEN GEEN CHEMISCHE MESTSTOFFEN AANVOER VAN MEST, STRO, COMPOST GEEN PESTICIDEN GEWASRESTEN OP LAND LATEN BIODIVERSITEIT: RANDEN ROND PERCELEN IN BEDRIJVEN EN IN DE POLITIEK GAAT HET OVER HET ALGEMEEN OVER RESULTATEN OP DE KORTE TERMIJN. DAAROM MOETEN DE VERANDERINGEN VOOR DE LANGE TERMIJN VAN ONDERAF KOMEN. DAT GEBEURT AL DOORDAT EEN GROEIEND AANTAL BOEREN EN CONSUMENTEN KIEST VOOR DE ECOLOGISCHE WEG, IN HET BESEF DAT DIT ENIGE WEG IS DIE NIET DOODLOOPT. WAT KAN EEN PARTICULIER DOEN, DIE HOOPT DAT HET VERLIES VAN LANDBOUWGROND ZAL VERMINDEREN? ALS PARTICULIER KRITISCH ZIJN:
WAT DOET JE BANK MET JE GELD? WELKE POLITIEKE PARTIJ STEUNT DUURZAME LANDBOUW? HOE DUURZAAM ZIJN JE BOODSCHAPPEN? JE KASSABON ALS STEMBILJET: STEUN JE DE BOER DIE WERKT AAN DUURZAAM VRUCHTBARE GROND OF STEUN JE DE REGULIERE LANDBOUW DIE VAAK TEN KOSTE GAAT VAN DE BODEM? PRODUCTEN UIT DE ECOLOGISCHE LAND- EN TUINBOUW ZIJN TE HERKENNEN AAN HET EKO-KEURMERK. IN DE EIGEN TUIN: Niet spitten maar grelinette gebruiken: zo blijft de laag met het bodemleven op zijn plek.
MULCHEN: de grond toedekken temperatuur regelen ontkiemen van onkruidzaden tegengaan verdamping beperken toevoegen van organisch material verdrijven van insekten verbeteren van de groei-omstandigheden (bijv. pompoenen of aardbeien tegengaan van erosie verbeteren van de structuur COMPOST: is de beste voeding voor het bodemvoedselweb. Zelf compost maken betekent: voe ding voor de tuin zelf gratis produceren en minder afval dat vervoerd moet worden.
Compost in compostvat: makkelijk en neemt weinig plaats in beslag. Nadeel: word t meestal niet warm genoeg om evt. onkruidzaden te doden. Compostbakken: moeten minstens 1 x 1 zijn en de hoop moet ook 1 meter hoog zijn om voldoende warmte te genereren. Vuistregels voor composteren: MANGO M engen: bruin en groen A fdekken N at maken G rote hoop maken O mzetten
Bruin, koolstofrijk: Zaagsel Vers snoeihout en boomschors Stro Droog blad Karton Groen, stikstofrijk: Vers tuinafval: groene planten Gras Kippenmest Keukenafval Door de gehaltes aan koolstof resp. stikstof in deze materialen is een gelijk volume van ieder ongeveer de juiste verhouding voor een geslaagd composteringsproces. Juiste balans koolstof-stikstof: Strorijke stalmest Hooi De beste tijd om een composthoop te starten: eind voorjaar, zomer. Een wat hogere temperatuur helpt om het process op gang te krijgen..
Om voldoende materiaal te hebben voor grote hoop: bruin materiaal, bijv. dode bla deren uit het najaar bewaren. Bruine, kromgetrokken bladeren zoals van eiken zijn minder geschikt, ook vanwege het looizuur. Gele bladeren, bijv van berk, zijn erg g unstig. Droog houden door af te dekken, zodat het niet alvast begint met het proces. Karton, mits kleingemaakt is ook geschikt, en stro. Composthoop: moet ook minstens een kubieke meter zijn. De Berkeley method van composteren: als boven, maar in het centrum iets toevoege n dat goed gaat broeien: dierlijke resten, brandnetel, urine (1 op 5 verdund), zodat h et process snel op gang komt. Op de vierde, zesde, achtste, tiende dag etc. omzetten zodat de binnenkant buiten komt en de buitenkant binnen. Na een dag op 18 moet het ongeveer klaar zijn. Dan nog enkele maanden laten rusten. Veel werk, maar het schiet goed op en er is weinig verlies, dus je houdt veel compo st over. Hoeveelheden compost in de (bestaande) moestuin: In een bestaande moestuin per 100 m2: 6 a 7 kruiwagens. Kool, Vrucht, Blad: 1 emmer per m2 Aardappel, knolvenkel, rode biet: ½ emmer Peul en Wortel krijgen alleen kali
Een paar interessante sites en boeken op een rijtje: JEFF LOWENFELS & WAYNE LEWIS: HET BODEMVOEDSELWEB, a lle kleine beestjes helpen. FAO: FOOD AND AGRICULTURE ORGANISATION VAN DE VN Velt.nu Het Velt handbook Ecologisch tuinieren. Peter Wohlleben: Het verborgen leven van bomen. pdf http://www.imog.be/uploads/media/ Composteren_in_vaten_en_bakken. Compostmeesters.be
Berkeley method: https://www.youtube.com/watch?v=sikp9fttrt4 http://vric.ucdavis.edu/pdf/compost_rapidcompost.pdf Mycorrhiza: https://www.youtube.com/ results?search_query=het+machtige+schimmelrijk Een nematode die gevangen wordt door een schimmel: https://www.youtube.com/watch?v=h8pllhkddpa&t=31s