01 Bureaucratische wirwar rondom statushouders Wie neemt regie in inburgering en integratie? Auteur: Maarten van Ooijen (Adviseur) Oktober 2017
02 Inleiding Met de plaatsing van statushouders binnen Nederlands gemeenten hebben overheden samen met maatschappelijke organisaties en vrijwilligers veel werk verricht. Lysias Advies adviseerde en assisteerde. De laatste periode is sprake van veel discussie over de taakopvatting van verschillende betrokken partijen, vanwege ervaringen en (de aanloop naar) een nieuw kabinet. Daarom heeft Lysias Advies besloten om dit voorjaar op eigen initiatief een verkenning uit te voeren naar effectief beleid en best practices op het gebied van integratie, inburgering en arbeidsparticipatie. We kwamen mooie voorbeelden tegen bij scholen, taalaanbieders of gemeenten. Uit deze goede voorbeelden zijn ook praktische tips te herleiden. Hier presenteren wij vijf praktische tips voor gemeenten: Uitgangspunt Van succesvolle integratie is grosso modo sprake bij een effectieve samenwerking tussen taalorganisaties enerzijds en maatschappelijke partners anderzijds. Daarom is effectief inburgeringsbeleid in de praktijk slim samenwerken. De laatste jaren was samenwerking tussen taalaanbieders en maatschappelijke partijen niet eenvoudig. Gemeenten hebben geen directe verantwoordelijkheid voor het taalaanbod (meer). Met het nieuwe kabinetsbeleid lijken de gemeente wel weer een stevige rol als regisseur te krijgen. Combinaties tussen inburgering en maatschappelijke organisaties zijn eerder wel betiteld als geïntegreerde trajecten of duale trajecten. Bij geïntegreerde trajecten is de verbinding op organisatorisch niveau vastgelegd, maar samenwerking is ook mogelijk zonder organisatorische integratie of formeel samenwerkingsverband. Essentieel is dat het leren van de taal wordt gecombineerd met werk, opleiding, vrijwilligerswerk en deelname aan sociale netwerken. Tip 1. Biedt statushouders extra taalondersteuning Verschillende taalaanbieders combineren in hun aanbod taalonderwijs met een maatje, waarmee de inburgeraar de taal kan oefenen. Zo n maatje kan ook buiten het inburgeringsaanbod worden ingezet. Zo hebben Humanitas en de gemeente Groningen de afspraak gemaakt dat inburgeraars kunnen rekenen op een maatje via deze organisatie. Ook in veel andere gemeenten is dat mogelijk, omdat de meeste gemeenten aanvullend op de gecertificeerde taalaanbieders veel andere taalinitiatieven kennen. Dat aanbod valt onder de gemeentelijke beleidsvelden. Naast organisaties voor taalvrijwilligers, is er taalaanbod in bibliotheken, preinburgering (taalvrijwilligers) in het asielzoekerscentrum, (cursussen) voor digitale vaardigheden of digitaal oefenen met de Nederlandse taal. Door het aanbod van taalscholen te combineren met het overige taalaanbod: krijgt de gemeente zicht op de inhoudelijke keuzes van taalaanbieders en daarmee zicht op het aanbod, kwaliteit en diversiteit van taalscholen. krijgt de inburgeraar veel meer mogelijkheden om de taal te oefenen en zo een hoger niveau van de Nederlands taalbeheersing te behalen. kunnen maatschappelijke organisaties een bijdrage leveren voor vluchtelingen en aanhaken bij de gecertificeerde inburgering.
03 Tip 2. Behoud uitkering in combinatie met opleiding Voor een deel van de statushouders geldt dat zij een opleiding op hoger niveau aankunnen. Vaak zijn deze statushouder al opgeleid in land van herkomst, maar zijn diploma s niet altijd compatibel met de Nederlandse arbeidsmarkt of worden zij niet erkend. Een specifieke groep statushouders (vaak onder de 35 jaar) heeft ambitie om door te leren. Om deze groep tijd te gunnen een opleiding te volgen biedt de Participatiewet gemeenten de ruimte om vluchtelingen te laten studeren met behoud van hun uitkering. In afstemming met het UAF (stichting voor vluchtelingstudenten) kunnen gemeenten hierover afspraken maken, waar de gemeente de mogelijkheid houdt om op individueel niveau dit recht wel of niet toe te kennen. Tip 3. Onderzoek de kansen bij het ROC Voor diverse statushouders is een opleiding waarin het leren van de taal wordt gecombineerd met een mbo-entree opleiding de eerste stap naar integratie en participatie. Bekostiging van het aanbod van het regionale ROC is in principe geregeld via studiefinanciering bij DUO. Door samenwerking tussen gemeenten en ROC kunnen soms mooie trajecten worden opgezet. Soms is het vooral nodig dat bestaande mbo-opleidingen toegankelijker worden voor statushouders. Een aantal mogelijkheden ter verkenning: Een combinatie van de mbo-entree opleiding samen met een inburgeringscursus. Hiervoor zal het ROC bereid moeten zijn een combinatie op te zetten. Een combinatie van een mbo-2-opleiding met extra begeleiding (naar model van ROC Utrecht). Het behalen van de opleiding op MBO2-niveau geeft namelijk recht op vrijstelling van het inburgeringsexamen. Opzetten/aanbieden van Engelstalige mbo-opleidingen. Hierdoor kunnen statushouders meteen starten met opleiding, parallel aan het leren van de Nederlandse taal. Intensiteit van het opleidingstraject is daarbij een aandachtspunt. Gemeenten kunnen samen met ROC de regionale mogelijkheden verkennen en barrières voor statushouders uit de weg ruimen.
04 Tip 4. Laat statushouders kennismaken met welzijn en sport Naast inhoudelijke combinaties met taal en opleiding, is extra inzet nodig voor sociale activering van statushouders. Uit de praktijk van gemeenten blijkt dat statushouders na een succesvol afgerond inburgeringsexamen meer risico lopen op vereenzaming. De reden daarvan is dat statushouders net als veel andere groepen niet de mogelijkheden en de weg kennen voor sociale participatie. Tijdens inburgering kunnen diverse programma s worden aangeboden waar statushouders sociaal participeren: Samen met organisaties in wijken of dorpen het organiseren van een kennismaking. Bijvoorbeeld door een wandeling langs de bibliotheek, spelotheek, zwembad, park of sportverenigingen. Van de kant van deze organisaties vraagt de gemeenten om een op maat gesneden inzet voor statushouders, zodat zij meteen kunnen inschrijven. Bij welzijnsorganisaties is vaak een goed overzicht van de (bereidheid tot) vrijwillige inzet voor statushouders. Daarin is een koppeling te maken door een specifiek aanbod in het vrijwilligerswerk te combineren met een specifieke groep statushouders. Bijvoorbeeld tussen vrouwen die al langer zijn ingeburgerd en nieuwe vrouwen die inburgeren. Sport verbindt, juist ook tussen nieuwkomers en bestaande inwoners. Er zijn slimme combinatie te maken door statushouders te koppelen aan sporters in de openbare ruimte (hardlopen, wielrennen) of sportverenigingen te vragen op maat gemaakte programma s om nieuwkomers te integreren in de sport. Tip 5. Actiever integreren van taalles en werken Voor effectieve arbeidsparticipatie is een geïntegreerde aanpak van taal en begeleiding naar werk nodig. Daarvoor is allereerst een wisselwerking tussen de afdeling economische zaken en de sociale dienst van de gemeente nodig. Als deze aansluiting op orde is, kunnen de volgende combinaties, samen met het bedrijfsleven, worden verkend: Taalaanbod geïntegreerd met werkstages, werkervaringsplaatsen of leerwerkbanen. Afspraken met werkgevers over randvoorwaarden, zoals een tijdsslot voor taallessen en/of andere bureaucratische belemmeringen. Een verbinding tussen het programma Oriëntatie op de Nederlandse Arbeidsmarkt (ONA) en de werkbegeleiders. Wij denken hierbij vooral aan het MKB. Deze bedrijven zijn vaker lokaal georiënteerd, verankerd en betrokken bij de gemeenschap. Ze zijn weliswaar lastiger te bereiken, maar veel flexibeler en hebben potentieel in huis. Lysias is als MKB er zelf ervaringsdeskundig met een statushouder in dienst als gastheer.
05 Tenslotte: krimp van het aantal taalaanbieders is verloren tijd en geld Tenslotte een finale opmerking over het taalaanbod in gemeenten. In het gros van de gemeenten is er namelijk geen sprake van wildgroei van aantal taalaanbieders, hoewel de berichten in de media soms anders doen vermoeden. In deze berichten is de groei van het aantal aanbieders namelijk niet afgezet tegen de groei van het aantal inburgeringsplichtigen. Het aantal aanbieders groeide van 113 (2013) naar 213 (2016), waarvan 51 aspirant-aanbieders. Een groei van 90%. Het aantal inburgeringsplichtigen groeide van 8.761 (2013) naar 32.898 (2016). In de praktijk betekent het dat voor de meeste middelgrote gemeenten het aantal taalaanbieders beperkt is (gebleven) rond vijf tot tien aanbieders. De conclusie is dat gemeenten vooral moeten werken aan combinaties tussen taal en participatie, in plaats van het (indirect) terugdringen van het aantal aanbieders. Opschalen in taalaanbod betekent dat noodzakelijkerwijs tijd en geld moet worden geïnvesteerd (door partners) voor reorganisaties. Deze investering in tijd en geld en kunnen zij hard gebruiken nodig voor het versterken van de kwaliteit van het gezamenlijke aanbod. Uitkomsten en gebruik factsheet De factsheet is een van de uitkomsten van een verkenning naar integratie, participatie en inburgering die de afgelopen maanden werd uitgevoerd. De factsheet mag u rechtenvrij gebruiken, indien u daarbij de bron vermeldt. Het organisatieadviesbureau wil graag met overheden en organisaties in gesprek over de uitkomsten en over verbetering van de lokale aanpak.
06 Meer informatie over de auteur: Mijn passie ligt vooral bij vraagstukken van kwetsbaarheid in de samenleving. Ik neem in opdrachten allerlei rollen aan, van adviseur tot projectsecretaris of onderzoeker. En de opgave staat bij mij altijd voorop. Successen van Maarten Maarten van Ooijen, adviseur Visie op arbeidsparticipatie van statushouders voor VluchtelingenWerk Nederland Evaluatie van duurzame veehouderij voor provincie Noord- Brabant Organisatorische positionering van inburgering. Zuidwest Nederland Assistent-secretaris Commissie Onderzoek Financiën en Huisvesting UvA Voor meer informatie: http://www.lysiasgroup.com/team/maarten-van-ooijen/
07 Contactgegevens Soesterweg 310-D 3812 BH Amersfoort +31 (0)33-4647070 info@lysiasgroup.com www.lysiasgroup.com