Scootmobielhouders in s-hertogenbosch



Vergelijkbare documenten
Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

minder dan 5 jaar tussen de 5 en de 10 jaar tussen de 10 en de 15 jaar langer dan 15 jaar

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

Welzijnsbezoek. Voorbeelden van aanpassingen aan het huis die nodig zijn:

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld. Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Te besluiten om:

Gemeente Roosendaal. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over Concept. 11 augustus 2014

Klanttevredenheid WMO vervoer Opsterland 2013

Grafiek 12.1a Soorten vervoermiddelen waar Leidenaren over beschikken, in procenten van alle Leidenaren 0% 25% 50% 75% 100%

ALPHENPANEL OVER ZONDAGSOPENSTELLING

Fietsparkeren in Leiden

NL ULTRA; Versie 1 Vragenlijsten. na het krijgen van de hersenbloeding. Dus, wanneer u op 1 januari een

WMO-VERVOER IN DEN HELDER

Evenementen in Hoek van Holland

Hoofdstuk 12. Financiële dienstverlening

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

Cliënttevredenheidsonderzoek Wmo

Hoofdstuk 43. Financiële situatie

Resultaten van een enquête onder de bewoners van Austerlitz - eind 2012

Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam

Stadsenquête Leiden 2001

Mensen met een chronische ziekte of beperking hebben voor hun ondersteuning bijna altijd te maken met meerdere wettelijke regelingen

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

1 Inleiding Onderzoeksgroep en dataverzameling Informatie De aanvraag Procedure Wachttijd...

Gesprekspuntenlijst huisbezoeken ouderen te Best

Monitoring tevredenheid en gebruik Nulmeting onder bewoners. Zomer 2014

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Burgerpanel Capelle aan den IJssel

Burgerpanel Gorinchem. 1 e peiling: Sociale monitor. Juli 2014

Evaluatie betaald parkeren Noorderplantsoenbuurt en Oranjebuurt

Amsterdam-Noord en de recessie

Van de 459 respondenten was het merendeel vrouwelijk (75 procent).

Uitkomsten aanvullende telefonische interviews

HET LEIDERDORPPANEL OVER...

Mening inwoners over energiebesparing en duurzame energie Omnibusonderzoek Gemeente s-hertogenbosch

Vragenlijst Ervaren regie in de zorg

Onderzoek huishoudelijk afval

Hoofdstuk H 11. Financiële situatie

Stadsenquête Leiden 2004

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Algemene informatie Wmo

Koopzondagen en winkelaanbod in Diemen

Burgerpanel Lansingerland

Hoofdstuk 7. Financiële situatie

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord

Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016

Hoofdstuk 19. Financiële situatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2008 Gemeente Nijkerk

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Zuid aan Zet Gebiedsgericht werken in Colmschate-Zuid oktober 2012

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo - de kanteling. Gemeente Groesbeek Juni 2014

Stadjers over fietsen in Groningen. Een Stadspanelonderzoek

Onderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol

Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Waar winkelen de inwoners van de gemeente Ede? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

Beleidsregels. Vervoersvoorzieningen Wmo citeertitel: Beleidsregels vervoersvoorzieningen Wmo vastgesteld bij besluit van

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie

met de wmo doet iedereen gewoon mee

Gemeente Woerden. Klanttevredenheid Wmo over juli 2014

Omgekeerd Inzamelen. Datum: 11 augustus Versie 3.0. drs. S. Buitinga & de heer R. Sival, BSc. Mevr M. Stam

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Onderzoek Inwonerspanel: Maatschappelijke stage (MAS)

27 juni Onderzoek: Maatregelen tegen eenzaamheid

Met spoed opgenomen hoe nu verder?

Servicepunt Zorgwoningen Inschrijfformulier voor een zorgwoning

Bewonerspanel. Windenergie. Oktoberpeiling eiling 2011

Integrale veiligheid. resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007

Onderzoek Digipanel: Contacten met vrienden, familie en buren

IMPACT OP PARTICIPATIE EN AUTONOMIE (IPA) VRAGENLIJST. Ontwikkeld door M. Cardol, Nivel

2 Onderzoeksgroep en dataverzameling... 2

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Compensatie eigen risico is nog onbekend

Burgerpanel Capelle aan den IJssel

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Onderzoek Wmo: Best. Rapport

Buurtenquête Walhof, Roessingh, t Sander

Inventarisatie woonbehoefte Nuis/Niebert 2009

Onderzoek cliëntervaringen Wmo, Jeugdwet, sociale wijkteams en basisteams jeugd en gezin

RAPPORT BURGERPANEL HUIZEN PEILING WINKELEN EN BOODSCHAPPEN. GEMEENTE HUIZEN December 2013/Januari 2014

Hoe is deze brochure tot stand gekomen?

Onderzoek Huishoudelijke hulp 2011

Rapportage Preventief Huisbezoek Ouderen 2014

Klanttevredenheidsonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning 2010 Gemeente Olst-Wijhe

Resultaten stadspanelmeting Stadsinitiatief

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Hoofdstuk 23 Discriminatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over 2010

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Het keukentafelgesprek

VRAGENLIJST. Zorgvrager, vervolgmeting

ONNA ONNA CAR CHALLENGE Een kwantitatief onderzoek naar de challenges van Nederlandse vrouwen tijdens het autorijden

Transcriptie:

Scootmobielhouders in s-hertogenbosch O&S September 2011

2

Samenvatting Achtergrond In s-hertogenbosch hebben ruim 750 inwoners een scootmobiel. Deze is hen door de gemeente op grond van de Wmo toegekend. Momenteel krijgt iedereen die op grond van de Wmo recht heeft op een scootmobiel, ook een scootmobiel door de gemeente toegekend. Een aantal scootmobielhouders gebruiken de scootmobiel echter niet of niet frequent. Daarnaast wonen in bijvoorbeeld zorgcentra meerdere scootmobielhouders bij elkaar. Voor hen zou de mogelijkheid van een pool voor scootmobielen interessant zijn. De gemeente onderzoekt de mogelijkheden voor het starten van pilots voor centrale pools van scootmobielen. Onderzoek naar scootmobielhouders De afdeling Onderzoek & Statistiek heeft met dit onderzoek het gebruikspatroon van de scootmobielhouders geïnventariseerd. Tevens wordt in dit onderzoek gekeken of er mogelijkheden zijn tot het opzetten van één of meerdere pools voor scootmobielen. Het gebruik van de scootmobiel Bijna negentig procent van de scootmobielhouders gebruikt minimaal één keer per week zijn/haar scootmobiel; 56 procent gebruikt de scootmobiel dagelijks. De scootmobielhouders zijn behoorlijk afhankelijk van hun scootmobiel om zichzelf te kunnen verplaatsen. Afhankelijkheid van de scootmobiel Zestig procent van de scootmobielhouders zegt dat de scootmobiel voor hen de enige mogelijkheid is om zichzelf te verplaatsen. De overige scootmobielhouders verplaatsen zich voornamelijk met een andere voorziening (bv. rolstoel, rollator), worden vervoerd door familie, vrienden of bekenden, of nemen een (regio)taxi. Het delen van de scootmobiel Vrijwel niemand deelt de scootmobiel momenteel al met iemand anders. Twaalf procent van de scootmobielhouders is in de toekomst hiertoe (misschien) wel bereid. Deze bereidheid is het grootst onder mensen die in een verpleeghuis of zorgcentrum wonen en mensen die hun scootmobiel 3 dagen per week of minder gebruiken. Voorwaarden tot delen scootmobiel De scootmobielhouders die hun scootmobiel misschien of niet willen delen met iemand anders, zijn hier onder bepaalde voorwaarden wel toe bereid. De belangrijkste reden voor scootmobielhouders om een scootmobiel te delen is als dit zou zijn met iemand uit de buurt die men kent. Een kleiner aandeel wil de scootmobiel eventueel delen als dit zou betekenen dat men geen eigen bijdrage meer hoeft te betalen, of men een luxere scootmobiel kan gebruiken. Pools voor scootmobielen Op vier locaties zijn iets meer scootmobielhouders bereid om hun scootmobiel (misschien) met iemand anders te delen. Dit is op de Klokkenlaan, Rijnstraat, Manis Krijgsmanhof en Gervenstraat. Op één van deze locaties kan eventueel gestart worden met een pilot voor centrale pools van scootmobielen. 3

4

Inhoudsopgave 1. Inleiding...7 1.1 Achtergrond...7 1.2 Doel van het onderzoek...7 1.3 Onderzoeksgroepen...7 1.4 Aanpak...7 2. Gebruik van de scootmobiel...9 2.1 Frequentie van gebruik...9 2.2 Op pad gaan met de scootmobiel...9 2.3 Gebruik in de winter...10 2.4 Gebruik voor activiteiten...11 3. Afhankelijk zijn van de scootmobiel...12 3.1 Mate van afhankelijkheid...12 3.2 Alternatieve vervoermogelijkheden...13 4. Gewenningslessen voor de scootmobiel...14 5. Delen van de scootmobiel met iemand anders...15 5.1 Delen van de scootmobiel...15 5.2 Bereidheid tot delen...15 5.3 Voorwaarden tot delen...16 5.4 Pilotlocaties voor centrale pools voor scootmobielen...17 5.5 Voorbeelden van pools voor scootmobielen...17 6. Stallen van de scootmobiel...18 6.1 Huidige locatie...18 6.2 Centraal stallen van de scootmobiel...18 5

6

1. Inleiding 1.1 Achtergrond De afdeling Welzijn van de gemeente s-hertogenbosch houdt zich onder andere bezig met de uitvoering van de Wmo. Het Wmo-beleid is erop gericht dat zoveel mogelijk mensen kunnen meedoen in de maatschappij en zelfstandig kunnen functioneren. Een van de voorzieningen om dit mogelijk te maken zijn de individuele verstrekkingen, zoals hulp bij het huishouden en het gebruik van rolstoelen en scootmobielen. Bij de afdeling Arbeidsmarkt en Sociale Zaken (AmSZ) is behoefte ontstaan om een onderzoek uit te voeren naar het gebruik van scootmobielen die zijn toegekend op grond van de Wmo. 1.2 Doel van het onderzoek In s-hertogenbosch hebben ruim 750 inwoners een scootmobiel, die hen door de gemeente op grond van de Wmo is toegekend. Bewoners krijgen een scootmobiel wanneer zij hier door hun persoonlijke situatie (o.a. gezondheidssituatie) recht op hebben. De gemeente heeft tot nu toe onvoldoende zicht op het daadwerkelijke gebruik van de geleverde scootmobielen. Dit onderzoek heeft tot doel om te achterhalen hoe het gebruikspatroon van de scootmobielhouders eruit ziet. Tevens is het onderzoek bedoeld om te achterhalen of er mogelijkheden zijn tot het opzetten van één of meerdere centrale pools voor scootmobielen. Tot slot kan met het onderzoek worden achterhaald of wellicht de inzet van andere voorzieningen beter aansluit bij de huidige situatie van de scootmobielhouders. 1.3 Onderzoeksgroepen Naast de totale groep scootmobielhouders wordt er in het onderzoek onderscheid gemaakt naar woonvorm en naar woonsituatie. Bij woonvorm wordt een uitsplitsing gemaakt naar mensen die zelfstandig wonen en mensen die wonen in een instelling. Mensen die wonen in een instelling, zijn mensen die wonen in een kamer of appartement, in of bij een (woon)zorgcentrum of verpleeghuis. In totaal betreft dit 11 locaties. Het kan hier gaan om verschillende woonvormen, zoals een seniorenpluswoning, verzorgingsappartement of een kamer op een verpleegafdeling. Dit kan al dan niet gecombineerd zijn met een indicatie voor behandeling. Een deel van de mensen die wonen in een instelling, ontvangen geen zorg van de instelling. Zij wonen hier zelfstandig. Daarom is respondenten gevraagd naar hun woonsituatie. Hierbij kunnen mensen zelf aangeven of zij zelfstandig wonen of in een verpleeghuis/zorgcentrum. Op deze manier worden mensen die bijvoorbeeld zelfstandig in een seniorenpluswoning wonen, ingedeeld tot de zelfstandig wonenden. Bij de zelfstandig wonenden wordt verder onderscheid gemaakt naar alleenstaand en samenwonend (zie tabel 1c). De resultaten worden gepresenteerd voor zowel de totale groep scootmobielhouders, als naar woonvorm. Daarnaast wordt bij sommige vragen ook gekeken naar de woonsituatie van een persoon. 1.4 Aanpak Voor het onderzoek is een uniforme vragenlijst ontwikkeld, die voor beide groepen scootmobielhouders gebruikt kon worden. De vragenlijst is telefonisch afgenomen door onderzoeksbureau Dimensus. De afdeling AmSZ heeft een lijst geleverd met contactgegevens van inwoners met een scootmobiel. In totaal zijn 208 scootmobielhouders geënquêteerd. Dit betreft 103 scootmobielhouders die zelfstandig wonen en 105 scootmobielhouders die in een instelling wonen. De gemiddelde respons was 65 procent. 7

Tabel 1a: Respondenten naar woonvorm Populatie Aantal respondenten Scootmobielhouders die zelfstandig wonen 614 103 Scootmobielhouders die wonen in een instelling 165 105 Totaal aantal scootmobielhouders 779 208 Tabel 1b: Respondenten naar woonsituatie Aantal respondenten Zelfstandig wonend, alleenstaand 52 Zelfstandig wonend, samen met iemand anders 91 Wonend in een verpleeghuis/zorgcentrum 62 Tabel 1c: Kruistabel woonvorm met woonsituatie (aantal respondenten) Zelfstandig wonend Wonend in instelling Zelfstandig wonend, alleenstaand 29 23 Zelfstandig wonend, samen met iemand anders 70 21 Wonend in een verpleeghuis/zorgcentrum 2 60 *Leeswijzer: 2 respondenten die zelfstandig wonen geven aan in een verpleeghuis of zorgcentrum te wonen. Zij zijn waarschijnlijk onlangs verhuisd naar een zorgcentrum en stonden nog met het oude adres in het bestand. 44 respondenten die in een instelling wonen, geven aan (alleen of samen) zelfstandig te wonen. Zij wonen bijvoorbeeld zelfstandig in een seniorenpluswoning nabij een zorgcentrum. 8

2. Gebruik van de scootmobiel 2.1 Frequentie van gebruik Bijna negentig procent van de scootmobielhouders gebruikt minimaal één keer per week zijn/haar scootmobiel; 56 procent gebruikt de scootmobiel dagelijks. Qua gebruik worden slechts kleine verschillen gevonden tussen zelfstandig wonenden en respondenten uit instellingen. Het dagelijks gebruik ligt lager onder mensen die samen met iemand anders zelfstandig wonen. Circa vijf procent van de scootmobielhouders gebruikt de scootmobiel niet. Zij gebruiken de scootmobiel niet vanwege angstgevoelens, lichamelijke problemen of problemen met (het gebruik van) de scootmobiel. Figuur 1a: Hoe vaak gebruikt u uw scootmobiel gemiddeld? uitgesplitst naar woonvorm (n=208) Zelfstandig w onend 5 1 17% Wonend in instelling 59% 1 17% 5 1 17% Dagelijks 4-6 dagen per w eek 1-3 dagen per w eek Minder dan 1 dag per w eek (zeer) Zelden Helemaal nooit Figuur 1b: Hoe vaak gebruikt u uw scootmobiel gemiddeld? uitgesplitst naar woonsituatie (n=208) Zelfstandig, alleenstaand 6 19% 1 Zelfstandig, samen 49% 20% 2 Verpleeghuis/zorgcentrum 6 1 5 1 17% Dagelijks 4-6 dagen per w eek 1-3 dagen per w eek Minder dan 1 dag per w eek (zeer) Zelden Helemaal nooit 2.2 Op pad gaan met de scootmobiel Vier op de vijf scootmobielhouders gaat meestal alleen op pad met de scootmobiel. Vijf procent gaat net zo vaak alleen als met iemand anders op pad. 17 procent gaat meestal samen met iemand anders op pad met de scootmobiel. Bij scootmobielhouders die alleen zelfstandig wonen zien we een ander beeld. Zij gaan vrijwel altijd alleen op pad met de scootmobiel. Figuur 2a: Als u met uw scootmobiel op pad gaat, gaat u dan meestal alleen of met iemand anders? uitgesplitst naar woonvorm (n=197) Alleen Met iemand anders Even vaak alleen als met iemand anders 17% 1 1 79% 7 80% 9

Figuur 2b: Als u met uw scootmobiel op pad gaat, gaat u dan meestal alleen of met iemand anders? uitgesplitst naar woonsituatie (n=197) Alleen Met iemand anders Even vaak alleen als met iemand anders 7% 17% 21% 21% 79% 7 7 Zelfstandig, alleenstaand Zelfstandig, samen Verpleeghuis/zorgcentrum Totaal 9 2.3 Gebruik in de winter Scootmobielhouders gebruiken de scootmobiel zowel in de zomer als in de winter. Wel gebruiken de meeste scootmobielhouders de scootmobiel in de winter minder dan in de zomer. Zelfstandig wonenden gebruiken de scootmobiel in de winter minder vaak dan inwoners uit instellingen. Negen procent van de scootmobielhouders gebruikt de scootmobiel in de winter niet. Figuur 3a: Maakt u in de winter gebruik van uw scootmobiel? uitgesplitst naar woonvorm (n=197) Ja, net zoveel als tijdens de andere maanden 2 2 2 Ja, maar iets minder dan tijdens de andere maanden 37% 4 51% Ja, maar veel minder dan tijdens de andere maanden 21% 2 1 Nee, in de w inter gebruik ik mijn scootmobiel niet 9% 10% Figuur 3b: Maakt u in de winter gebruik van uw scootmobiel? uitgesplitst naar woonsituatie (n=197) Ja, net zoveel als tijdens de andere maanden Ja, maar iets minder dan tijdens de andere maanden Ja, maar veel minder dan tijdens de andere maanden Nee, in de w inter gebruik ik mijn scootmobiel niet 9% 7% 11% 2 30% 2 2 21% 1 20% 2 3 4 4 4 Zelfstandig, alleenstaand Zelfstandig, samen Verpleeghuis/zorgcentrum Totaal 10

2.4 Gebruik voor activiteiten De drie activiteiten waar mensen de scootmobiel het meest voor gebruiken, zijn: 1. Dagelijkse boodschappen doen (8) 2. Ommetje maken (80%) 3. Familie, vrienden en kennissen bezoeken (6) De top 3 is hetzelfde voor mensen die zelfstandig wonen en mensen die in een instelling wonen. Vervolgens is voor mensen die zelfstandig wonen de scootmobiel het belangrijkst voor het bezoeken van de huisarts. Voor mensen die in een instelling wonen is dit het winkelen in de stad of winkelcentrum. Mensen die zelfstandig wonen gebruiken de scootmobiel gemiddeld vaker voor het bezoeken van familie, vrienden en kennissen, de huisarts en buurtactiviteiten, dan mensen die wonen in een instelling. Andere activiteiten waar men de scootmobiel voor gebruikt zijn het bezoeken van diverse zorgverleners (tandarts, fysiotherapie, ziekenhuis), de kerk, de begraafplaats en het uitlaten van de hond. Figuur 4: Gebruikt u uw scootmobiel voor de volgende activiteiten? uitgesplitst naar woonvorm (n=197) Dagelijkse boodschappen doen 8 8 8 Ommetje maken 80% 81% 80% Familie, vrienden of kennissen bezoeken 57% 6 7 Naar de dokter gaan 4 5 6 Winkelen in de stad of w inkelcentrum 51% 5 49% Naar (buurt)activiteiten gaan Activiteiten in het verpleeghuis/zorgcentrum 1 1 21% 1 1 Naar (vrijw illigers)w erk gaan Activiteiten binnenshuis Anders 7% 11

3. Afhankelijk zijn van de scootmobiel 3.1 Mate van afhankelijkheid Bijna zestig procent van de scootmobielhouders is volledig afhankelijk van de scootmobiel om zich te kunnen verplaatsen. Mensen die zelfstandig wonen zijn gemiddeld vaker volledig afhankelijk van de scootmobiel om zich te kunnen verplaatsen dan mensen die in een instelling wonen. Circa veertig procent van de scootmobielhouders kan zich wel zelfstandig verplaatsen zonder scootmobiel. Wel hebben zij meestal een vorm van hulp nodig; 27 procent heeft dan hulp nodig van een andere voorziening, zoals een rolstoel of rollator. Elf procent kan zich zonder scootmobiel verplaatsen als zij hierbij hulp krijgen van een persoon. Slechts drie procent van de scootmobielhouders kan zich zelfstandig verplaatsen zonder scootmobiel, zonder dat hier andere hulp bij komt kijken. Figuur 5a: Zou u zich ook zonder uw scootmobiel zelfstandig kunnen verplaatsen? uitgesplitst naar woonvorm (n=108) Nee, ik ben volledig afhankelijk van mijn scootmobiel om me te kunnen verplaatsen. Ja, maar dat is alleen mogelijk met hulp van een andere voorziening (bv. rolstoel, rollator,...) Ja, maar dat is alleen mogelijk met hulp van anderen 11% 1 11% 27% 29% 2 59% 5 6 Ja, dit is in mijn situatie zonder meer mogelijk Figuur 5b: Zou u zich ook zonder uw scootmobiel zelfstandig kunnen verplaatsen? uitgesplitst naar woonsituatie (n=108) Nee, ik ben volledig afhankelijk van mijn scootmobiel om me te kunnen verplaatsen. Ja, maar dat is alleen mogelijk met hulp van een andere voorziening (bv. rolstoel, rollator,...) Ja, maar dat is alleen mogelijk met hulp van anderen Ja, dit is in mijn situatie zonder meer mogelijk 0% 11% 27% 3 2 21% 1 21% 59% 5 6 5 Zelfstandig, alleenstaand Zelfstandig, samen Verpleeghuis/zorgcentrum Totaal 12

3.2 Alternatieve vervoermogelijkheden De activiteiten waar men de scootmobiel het meest voor gebruikt zijn het doen van de dagelijkse boodschappen, het maken van een ommetje, het bezoeken van familie, vrienden of kennissen, het bezoeken van de huisarts en het winkelen in de stad of winkelcentrum. De scootmobielhouders zijn bij deze activiteiten behoorlijk afhankelijk van hun scootmobiel. Afhankelijk van de activiteit geeft de helft tot driekwart van de scootmobielhouders aan geen andere mogelijkheid te hebben dan de scootmobiel om zichzelf te verplaatsen naar een activiteit. De overige scootmobielhouders verplaatsen zich voornamelijk met een andere voorziening (bv. rolstoel, rollator), worden vervoerd door familie, vrienden of bekenden, of nemen een (regio)taxi. In onderstaande figuren staat per activiteit gepresenteerd welke mogelijkheden de scootmobielhouders hebben om zichzelf zonder scootmobiel te verplaatsen. Figuur 6: Welke mogelijkheden heeft u om uzelf te verplaatsen naar activiteiten zonder scootmobiel? uitgesplitst naar woonvorm Figuur 6a: Dagelijkse boodschappen (n=163) Figuur 6b: Ommetje maken (n=158) Geen andere mogelijkheid 6 Geen andere mogelijkheid 7 Vervoer door familie, vrienden 1 Andere voorziening 1 Andere voorziening 1 Taxi / regiotaxi Taxi / regiotaxi 10% Vervoer door familie, vrienden (aangepaste) auto Te voet (met w andelstok) Anders 1% (aangepaste) auto 1% Figuur 6c: Familie, vrienden bezoeken (n=127) Figuur 6d: Naar de dokter gaan (n=103) Geen andere mogelijkheid Vervoer door familie, vrienden Taxi / regiotaxi Andere voorziening (aangepaste) auto Openbaar vervoer Handbike 19% 1 9% 1% 1% 5 Geen andere mogelijkheid Vervoer door familie, vrienden Taxi / regiotaxi Andere voorziening (aangepaste) auto De dokter laten komen 17% 1 10% 1% 1% 59% Figuur 6e: Winkelen in de stad of winkelcentrum (n=101) Geen andere mogelijkheid 7 Andere voorziening Taxi / regiotaxi Vervoer door familie, vrienden (aangepaste) auto Openbaar vervoer Thuis blijven 11% 7% 1% 1% 13

4. Gewenningslessen voor de scootmobiel Wanneer de gemeente een scootmobiel aan een inwoner verstrekt, krijgt deze één gratis instructieles van de leverancier. Daarnaast kan de scootmobielhouder maximaal 4 gewenningslessen voor de scootmobiel vergoed krijgen. Ruim de helft van de scootmobielhouders heeft de gewenningslessen niet gevolgd. 27 procent heeft de lessen wel aangeboden gekregen, maar niet gevolgd. 2 zegt dat ze de lessen niet aangeboden hebben gekregen. De groep die de gewenningslessen niet heeft gevolgd, heeft geen behoefte aan het alsnog volgen van de gewenningslessen. Slechts vijf procent geeft aan wel behoefte te hebben aan het alsnog volgen van gewenningslessen. 46 procent van de scootmobielhouders hebben de gewenningslessen wel gevolgd; 38 procent heeft alle vier de lessen gevolgd. Mensen die in een instelling wonen hebben vaker deelgenomen aan de gewenningslessen dan mensen die zelfstandig wonen. De lessen waren voor iedereen voldoende om de scootmobiel te kunnen gebruiken. Wel geeft vijf procent aan extra lessen te willen volgen, om zich meer op hun gemak te voelen bij het gebruik van de scootmobiel. Hierbij dient opgemerkt te worden dat het onbekend is hoe groot de behoefte aan extra lessen is onder mensen die hun scootmobiel pas recent hebben. Misschien dat onder deze groep de behoefte aan extra lessen groter is. Naast de leverancier van de scootmobiel biedt ook het Gehandicaptenplatform lessen aan voor het gebruik van scootmobielen. Drie procent van de scootmobielhouders heeft deze lessen bij het Gehandicaptenplatform gevolgd. Figuur 7a: Bij de levering van uw scootmobiel worden u vier gewenningslessen aangeboden. Heeft u deze lessen gevolgd? uitgesplitst naar woonvorm (n=208) Ja, ik heb alle vier de lessen gevolgd 3 41% 3 Ik heb een deel van de lessen gevolgd Nee, de lessen zijn w el aangeboden, maar ik heb ze niet gevolgd 27% 2 2 Nee, ik heb geen lessen aangeboden gekregen 2 2 30% Figuur 7b: Bij de levering van uw scootmobiel worden u vier gewenningslessen aangeboden. Heeft u deze lessen gevolgd? uitgesplitst naar woonsituatie (n=208) Ja, ik heb alle vier de lessen gevolgd 3 47% 3 3 Ik heb een deel van de lessen gevolgd 10% Nee, de lessen zijn w el aangeboden, maar ik heb ze niet gevolgd 27% 2 3 2 Nee, ik heb geen lessen aangeboden gekregen 2 2 2 40% Zelfstandig, alleenstaand Verpleeghuis/zorgcentrum Zelfstandig, samen Totaal 14

5. Delen van de scootmobiel met iemand anders Iedere gebruiker heeft een eigen scootmobiel. De gemeente wil kijken of sommige scootmobielen misschien door meerdere mensen gebruikt kunnen worden. Dit kan bijvoorbeeld in verpleeghuizen en zorgcentra. Hier wonen meerdere scootmobielhouders bij elkaar. Bij scootmobielhouders is nagegaan in hoeverre zij bereid zijn om hun scootmobiel met iemand anders te delen. 5.1 Delen van de scootmobiel Vrijwel niemand deelt de scootmobiel momenteel al met iemand anders. Slechts één scootmobielhouder geeft aan de scootmobiel met iemand te delen. Deze deelt de scootmobiel met de partner. 5.2 Bereidheid tot delen Het grootste deel van de scootmobielhouders is niet bereid om in de toekomst een scootmobiel met iemand te delen. Twaalf procent van de scootmobielhouders is (misschien) wel bereid tot het delen van de scootmobiel met iemand anders. Deze bereidheid is het grootst onder mensen die in een verpleeghuis of zorgcentrum wonen en mensen die hun scootmobiel 3 dagen per week of minder gebruiken. Figuur 8a: Bent u bereid om in de toekomst een scootmobiel te delen met iemand anders? uitgesplitst naar woonvorm (n=208) Zelfstandig w onend 9% 8 Wonend in instelling 8 8 Ja Misschien Nee Weet niet Figuur 8b: Bent u bereid om in de toekomst een scootmobiel te delen met iemand anders? uitgesplitst naar woonsituatie (n=208) Zelfstandig, alleenstaand 8 Zelfstandig, samen 8 Verpleeghuis/zorgcentrum 10% 77% 8 Ja Misschien Nee Weet niet Figuur 8c: Bent u bereid om in de toekomst een scootmobiel te delen met iemand anders? uitgesplitst naar gebruik (n=208) 4< dagen per w eek 89% 3> dagen per w eek 1 7 7% 8 Ja Misschien Nee Weet niet 15

5.3 Voorwaarden tot delen Bij de scootmobielhouders die hun scootmobiel misschien of niet willen delen met iemand anders, is gevraagd of ze onder bepaalde voorwaarden hun scootmobiel wél met iemand anders zouden willen delen. De belangrijkste reden voor scootmobielhouders om een scootmobiel te delen is als dit zou zijn met iemand uit de buurt die men kent. Elf procent zou dit (misschien) willen doen. Zes procent wil (misschien) de scootmobiel delen als dit zou betekenen dat zij geen eigen bijdrage meer hoeven te betalen. Vijf procent wil de scootmobiel (misschien) delen als dit zou betekenen dat zij gebruik kunnen maken van een luxere scootmobiel dan zij op dit moment hebben. Er worden geen noemenswaardige verschillen gevonden naar de woonsituatie van scootmobielhouders. Wel zijn scootmobielhouders die drie dagen per week of minder gebruik maken van een scootmobiel meer bereid hun scootmobiel (misschien) te delen met iemand uit de buurt die zij kennen (19%) of wanneer zij geen eigen bijdrage meer hoeven te betalen (1). Figuur 9a: Zou u een scootmobiel willen delen als dit zou zijn met iemand bij u in de buurt die u kent? uitgesplitst naar woonvorm (n=191) Zelfstandig w onend 9% 8 Wonend in instelling 8 7% 8 Ja Misschien Nee Weet niet Figuur 9b: Zou u een scootmobiel willen delen als dit zou betekenen dat u geen eigen bijdrage meer hoeft te betalen? uitgesplitst naar woonvorm (n=191) Zelfstandig w onend 91% Wonend in instelling 8 90% Ja Misschien Nee Weet niet Figuur 9a: Zou u een scootmobiel willen delen als dit zou betekenen dat u gebruik kunt maken van een luxere scootmobiel dan u op dit moment heeft? uitgesplitst naar woonvorm (n=191) Zelfstandig w onend 89% Wonend in instelling 91% 90% Ja Misschien Nee Weet niet 16

5.4 Pilotlocaties voor centrale pools voor scootmobielen In het onderzoek zijn 11 instellingen opgenomen. In vier instellingen zijn iets meer scootmobielhouders bereid om hun scootmobiel (misschien) met iemand anders te delen. Dit is op de Klokkenlaan, Rijnstraat, Manis Krijgsmanhof en Gervenstraat. Op één van deze locaties kan eventueel gestart worden met een pilot voor centrale pools voor scootmobielen. In onderstaande tabel staat per instelling de bereidheid om de scootmobiel te delen gepresenteerd. Er kan met dit onderzoek geen geschikte locatie worden aangewezen voor een pilot onder zelfstandig wonenden. Er zijn per locatie te weinig respondenten om hier uitspraken over te kunnen doen. Tabel 2: Bent u bereid om in de toekomst een scootmobiel te delen met iemand anders? (ja/misschien) uitgesplitst naar instelling (n=105) Aantal scootmobielhouders Aantal respondenten Bereid tot delen scootmobiel Onder voorwaarde: Delen met een bekende Vervallen eigen bijdrage Luxere scootmobiel Totaal aantal resp. dat wil delen Klokkenlaan 39 29 3 5 4 2 9 Rijnstraat 18 14 3 1 0 0 4 Manis Krijgsmanhof 15 8 3 0 0 0 3 Gervenstraat 15 10 2 1 1 0 3 Grevelingen 14 8 1 2 0 1 2 Eemweg 8 5 1 0 0 1 2 Vliertwijksestraat 9 4 0 1 1 0 2 Zuid Willemsvaart 15 6 1 1 1 1 1 De Eendenkooi 13 8 0 0 0 0 0 Windmolenbergstraat 10 7 0 0 0 0 0 Kasterenwal 9 6 0 0 0 0 0 Totaal* 165 105 14 11 7 5 26 *Leeswijzer: Respondenten is eerst gevraagd naar de bereidheid tot delen van de scootmobiel. In totaal 14 respondenten zijn wel of misschien bereid om de scootmobiel met iemand te delen. Aan mensen die misschien of niet bereid zijn de scootmobiel te delen is gevraagd of ze onder bepaalde voorwaarden bereid zijn de scootmobiel te delen. Iemand kan ook onder meerdere voorwaarden (misschien) bereid zijn om de scootmobiel te delen. In de laatste kolom is het totaal aantal respondenten opgenomen dat de scootmobiel wel of misschien (onder bepaalde voorwaarden) met iemand wil delen. Dit betreft in totaal 26 respondenten. 5.5 Voorbeelden van pools voor scootmobielen In dit onderzoek is de bereidheid tot het delen van de scootmobiel laag. Het is daarom interessant om te kijken hoe andere gemeenten omgaan met centrale pools voor scootmobielen. In diverse gemeenten zijn pools met scootmobielen opgestart, of zijn er plannen voor het opstarten van scootmobielpools. Hieronder volgen twee voorbeelden van twee andere Noord-Brabantse gemeenten. In het woon-zorgcomplex de Reyshoeve in Tilburg is in 2011 een proef gestart met een centrale pool voor scootmobielen. Alle 39 bewoners hebben de beschikking over een scootmobiel. Zij kunnen op elk gewenst tijdstip een scootmobiel lenen uit het centrale depot. Hiermee vervalt de eigen bijdrage voor de gebruikers. Een ander voordeel is dat ze geen zorgen en geen onderhoud meer hebben aan hun scootmobiel. De conciërge is verantwoordelijk voor de uitleen, maakt de scootmobielen schoon, laadt de accu op en pompt de banden op. De scootmobielgebruikers worden intensief betrokken bij de uitvoering van de proef. Als de proef succesvol is volgen ook andere woon-zorgcomplexen in Tilburg. Ook in de gemeente Sint-Oedenrode is er een scootmobielpool. Bewoners en omwonenden van Odendael kunnen deelnemen aan de scootmobielpool, mits men voldoet aan bepaalde voorwaarden, zoals het veilig deelnemen in het verkeer, het kennen van de verkeersregels, en in het bezit zijn van een WA-verzekering. Het doel van de scootmobielpool is dat er meerdere personen gebruik kunnen maken van een scootmobiel. 17

6. Stallen van de scootmobiel 6.1 Huidige locatie Mensen die zelfstandig wonen stallen de scootmobiel voornamelijk in de garage of schuur bij hun huis (6), of in huis zelf (17%). Mensen die wonen in een instelling stallen hun scootmobiel in een centrale ruimte (30%), in de gang bij de kamer (29%) of in de garage/schuur (21%). Verder stallen scootmobielhouders hun scootmobiel onder andere in de hal/portiek van hun flat of appartementencomplex, in de fietsenstalling of parkeergarage, op het balkon, of voor het huis. Figuur 10: Waar stalt u uw scootmobiel nu? Figuur 10a: uitgesplitst naar zelfstandig wonend (n=103) Figuur 10b: uitgesplitst naar wonend in instelling (n=105) In de garage/schuur 6 In een centrale ruimte 30% In mijn huis/kamer Onder een afdak In een centrale ruimte 17% In de gang bij mijn kamer In de garage/schuur In mijn huis/kamer Onder een afdak 29% 21% Ergens anders 1 Ergens anders 10% 6.2 Centraal stallen van de scootmobiel De gemeente denkt na over het creëren van gemeenschappelijke stallingen voor scootmobielen, zoals een gemeenschappelijke stalling in een verpleeghuis of zorgcentrum, of een gemeenschappelijke stalling in de straat waar men woont. Onder mensen die zelfstandig wonen is weinig belangstelling voor het centraal stallen van de scootmobiel. Wel is een kwart van de mensen die in een instelling wonen (misschien) geïnteresseerd in het centraal stallen van de scootmobiel. Figuur 11a: Zou u uw scootmobiel op een centrale plaats willen stallen? uitgesplitst naar woonvorm (n=208) Zelfstandig w onend 90% 7% Wonend in instelling 2 7 1 8 Ja Misschien Nee Weet niet Figuur 11b: Zou u uw scootmobiel op een centrale plaats willen stallen? uitgesplitst naar woonsituatie (n=208) Zelfstandig, alleenstaand 81% 10% Zelfstandig, samen 7% 89% Verpleeghuis/zorgcentrum 2 7 1 8 Ja Misschien Nee Weet niet 18