Oost ter Hout. Stage op Oost ter Hout. School voor Praktijkonderwijs 2015-2016



Vergelijkbare documenten
Basisinspectiemodule

Arbeid door Jongeren -beneden de 18 jaar-

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Stagefolder Laurentius Praktijkschool

STAGE. Informatieboekje over stage op de Oost ter Hout School voor Praktijkonderwijs

Praktijkonderwijs. TerraNigraMaastricht

Waarom stage? Regels stage Interview 1+2 Stage eindverslag 1+2

Maatschappelijke Stage Boekje voor leerlingen en organisaties

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

Inleiding maatschappelijke stage

4 HAVO, 4 VWO EN 5 VWO

REGELGEVING STAGES VMBO-SCHOLIEREN

VMBO Groen Den Bosch. Onze leerlingen op stage Informatie voor het stagebedrijf / Schooljaar

Maatschappelijke stage Farel College havo 4 / vwo /2015 1

Stagewijzer. Stagiairs

Maatschappelijke stage op het Trias 1. Verschil tussen maatschappelijke stage en beroepsoriënterende stage 2. Tips voor ouders 3

LESBRIEF BIJ STAGE LOPEN

Leerlijn werken Pedologisch Instituut, CED-Groep

8 uitgangspunten. Leerbedrijf BAVA => BaVa Leerwerktraject => LWT Leerwerkhuis => LWH De Vip groep => VIP. 1 doelgroepomschrijvingen

NB: Alleen voor de gekleurde doelen zijn taakkaarten voor Stage/WEP. In LVS2000 staat taakkaart getypt achter betreffende doelen.

Stage almanak. Informatie over stagelopen op de Kennemer Praktijkschool en LWOO

Stage op Praktijkschool Breda

Doelomschrijving vier deelnemende scholen

Schoolverlaters informatie avond FOCUS. Informatieavond 22 november 2016

Stageboek Ilex college

Praktijkonderwijs, dat ga ik doen! Informatiebrochure Praktijkonderwijs

Stichting Cambium College voor Openbaar Voortgezet Onderwijs. Stageprotocol Beroepsoriënterende stage Basis- en kaderberoepsgerichte leerweg

Als stagebedrijf wilt u stagiairs uitgebreid kennis laten maken met uw vakgebied;

KINDERARBEID > KINDEREN IN VOORSTELLINGEN

Kinderopvang Heyendael

Stageboek Ilex college

Needs Assessment. Postcode Woonplaats Telefoonnummer. Huidige opleiding Opleiding(en) daarvoor. Voorkeur begindatum Voorkeur einddatum Stageduur

MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

Maatschappelijke stage en de ARBO-wet

It Twalûk School voor speciaal onderwijs aan zeer moeilijk lerenden (ZML)

STAGE LOGBOEK 3MAVO Naam: Klas:

Het BeroepsPraktijkVormings-plan (BPV)

STAGEGIDS. Voor ouders, stagiaires en stagebegeleiders

Tessenderlandt. Puberbrein als innovatiekans. Project puberbrein Kompas

S TA G E S L I J N 5

Waarom extra aandacht voor jongeren?

Stagebedrijf: Klik hier als u tekst wilt invoeren. Leerroute: Klik hier als u tekst wilt invoeren. Naam: Klik hier als u tekst wilt invoeren.

STAGEBOEKJE NEGENDAAGSE SNUFFELSTAGE

Stage map. Keuzevak: Recreatieve Activiteiten Docent: Marc Hollander. Leerjaar: 3

STAGEBOEKJE VIERDAAGSE SNUFFELSTAGE

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

Beroeps oriënterende stage. Informatieboekje 3 VMBO Naam leerling:. School: Stella Maris College. Stage bedrijf/instelling:.

WELKOM OP DE ATLANT Een goede school * op een mooie plek in Amsterdam

TRAININGSCENTRUM. Schakel naar een passend vervolgtraject. Voor jongeren met een licht verstandelijke beperking in de leeftijd van 16 tot 23 jaar

Regeling stages en werkervaringsplaatsen gemeente Brummen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brummen;

Het pedagogisch beleid van het OPDC Samenwerkingsverband Zuidoost-Friesland VO

STAGEBOEKJE DRIEDAAGSE SNUFFELSTAGE

Stagestructuur Altra College West

Dienstverlening & commercie stage

Leerjaar 3 Oriënterende stage

SECTOR HAVO/VWO STAGEBOEKJE. Maatschappelijke Stage

College voor. beroepsonderwijs. vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen. algemeen toegankelijk

2. Hoe moet je dit experimentele stagewerkboek gebruiken?

maatschappij.nl

Stichting Cambium College voor Openbaar Voortgezet Onderwijs. Stageprotocol Beroepsoriënterende stage Basis- en kaderberoepsgerichte leerweg

Beroeps oriënterende stage. Informatieboekje 3 VMBO Naam leerling:. School: Stella Maris College. Stage bedrijf/instelling:.

Beroeps oriënterende stage. Informatieboekje. 4 VMBO TL en GL. Naam leerling:. School: Stella Maris College. Stage bedrijf/instelling:.

Stichtse Vrije School Voortgezet onderwijs Socrateslaan GL Zeist Telefoon: mail:

Wij vragen aan u en uw bedrijf om de leerlingen hartelijk te ontvangen en hem/haar in staat te stellen inzet te leveren in de vorm van stage.

Informatie-avond klas 4

(indien de leerling minderjarig is)

STAGEWIJZER. Stage bevordert een juiste beroepskeuze!

samen leren zelf doen praktijkschool apeldoorn praktijkschool apeldoorn openbare school voor praktijkonderwijs

VOORTGEZET ONDERWIJS MBO

Methodiekbeschrijving Januari Laat Zien Wat Je Kunt

Leerjaar 3: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK PRO

STAGEBOEKJE VIJFDAAGSE SNUFFELSTAGE

Beroeps oriënterende stage. Informatieboekje 3 VMBO Naam leerling:. School: Stella Maris College. Stage bedrijf/instelling:.

Werknemer in opleiding Themabijeenkomst Stage en duurzaamheid op de arbeidsmarkt. Oktober 2010

STAGE OPDRACHT KLAS 3

STAGEBOEKJE ZEVENDAAGSE SNUFFELSTAGE In de periode van:

Praktijkonderwijs. In het kort

KUNSTKINDEREN Wat zijn de regels bij uitvoeringen?

Stageplan kinderdagverblijf madelief

Uitstroombrochure. Arbeidstoeleiding VSO. Uitstroombrochure Bernardusschool

Handboek maatschappelijke stage MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

ondersteuningsprofiel Gomarus College praktijkonderwijs

MENUKAART PRO VSO ESF Uitgangspunten ESF voor de doelgroep leerlingen Praktijkonderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs

Inleiding maatschappelijke stage

Stagehandleiding. Faculteit der Sociale Wetenschappen

Beroeps oriënterende stage. Informatieboekje 3 VMBO Naam leerling:. School: Stella Maris College. Stage bedrijf/instelling:.

Pesten. Wie heeft welke rol

Stichtse Vrije School Voortgezet onderwijs Socrateslaan GL Zeist Telefoon: mail:

Stage beleidsplan (traject)

Handboek maatschappelijke stage MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

Het BeroepsPraktijkVormings-plan (BPV)

ARBEIDSTOELEIDING EN STAGE

ontwikkelingsperspectief

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

Stage beleid Cavent. KD- 17 Stage beleid Cavent Pagina 1

Ontwikkelingsperspectiefplan. 1. Voor welke leerlingen moet een VO-school een OPP opstellen?

BACHELOR RECHTSGELEERDHEID AFSTUDEERRICHTING JURIDISCHE BESTUURSKUNDE. Bestuurskundig onderzoeksproject

Stageovereenkomst Stichting LVO Het Kwadrant Schooljaar

Verslag snuffelstage week St. Aloysiuscollege. 12 t/m 16 oktober Naam: Klas 3:

Transcriptie:

Oost ter Hout School voor Praktijkonderwijs Stage op Oost ter Hout 2015-2016

2

Inhoud 1.1 Doelstelling 4 1.2 Voorwaarden 4 2.1 Stagedocent en stagebegeleider 5 2.2 Stagedagen 5 2.3 Stage uitval 5 2.4 Voorbereiding in het tweede leerjaar op externe stage 6 2.5 Stageopdrachten/examendossier 8 3.1 Groepsstage 8 3.2 Stage derde leerjaar (oriënterende stage) 10 3.3 Stage vierde/vijfde leerjaar (gerichte en/of plaatsing stage) 11 4.1 Intern overleg stage 12 4.2 Externe contacten 12 5.1 Wet- en regelgeving 13 3

Stage op Oost ter Hout 1.1 Doelstelling De stage is voor leerlingen uit het praktijkonderwijs een krachtige leeromgeving. Het is één van de belangrijkste pijlers waarop het praktijkonderwijs rust. De stage heeft als doel het tot stand brengen van een geleidelijke overgang van school naar werksituaties ofwel een kennismaking met en een gewenning aan arbeid. De stage wordt gedurende de schoolloopbaan van de leerling steeds meer toegesneden op de praktische mogelijkheden en verdere ontplooiing van elke individuele leerling, door in een (levens)echte werksituatie een juiste werkhouding te ontwikkelen en werkervaring op te doen. Sommige leerlingen slagen er in door middel van de stage uit te stromen naar een betaalde baan. Een groot aantal leerlingen zal uitstromen naar een vervolgopleiding van het MBO. Goede stage ervaringen zijn hiervoor een belangrijke voorwaarde. 1.2 Voorwaarden De leerling moet minimaal 14 jaar zijn en geestelijk en lichamelijk in staat zijn om stage te lopen. Aan een groot deel van de volgende voorwaarden moet worden voldaan om individueel extern stage te kunnen lopen: Sociale vaardigheden Omgangsvormen kunnen hanteren met leeftijdgenoten, docenten en andere volwassenen. Vaardig zijn in samenwerking. Juiste werkhouding, zoals doorzettingsvermogen, verantwoordelijkheidsgevoel, inzicht in werkhouding(zelfkritisch), werktempo, nauwkeurigheid interesse en zelfstandigheid. Goed om kunnen gaan met kritiek: acceptatie, kritiek omzetten in ander gedrag. Goede uiterlijke verzorging. Praktische vaardigheden Hanteren materiaal en gereedschap. Indien aan een minimum van deze voorwaarden (nog) niet kan worden voldaan zal de leerling stagelopen in een groepsstage van maximaal 8 medeleerlingen. Per leerling wordt bekeken of hij/zij 1 of 2 dagen stage gaat lopen. Dit in overleg met docenten, mentoren en ouders Deze groep loopt stage bij een bedrijf onder begeleiding van een docent van Oost ter Hout. Door intensieve observaties en begeleiding op de werkvloer worden bovenstaande vaardigheden getraind met als doel de leerling voor te bereiden op een individuele stage. 4

2.1 Stagedocent en stagebegeleider De stagedocent is vanuit Praktijkschool Oost ter Hout de verantwoordelijke persoon voor de stages. De stagedocent plaatst, begeleidt en beoordeelt, de leerlingen voor wat betreft hun stage. De stagedocent onderhoudt de contacten met de ouders, de mentor en het stagebedrijf. De stagebegeleider is de verantwoordelijke persoon, die de leerling op het stagebedrijf begeleidt. De stagebegeleider krijgt informatie van de stagedocent om de leerling zo goed mogelijk te begeleiden. 2.2 Stagedagen Individuele stage Voor de individuele stages is het aantal stagedagen per week vastgesteld op: Derde leerjaar: twee dagen (minstens 12 uur) Vierde en vijfde leerjaar: drie dagen (minstens 20 uur) Groepsstages Voor de groepsstages is het aantal stagedagen per week vastgesteld per leerjaar op: Derde leerjaar: één dag (minstens 5 uur) Vierde en vijfde leerjaar: twee dagen (minstens 10 uur) Als er uitbreiding van de stagedagen plaatsvindt, wordt gekeken welke dag in de week daarvoor het meest geschikt is. Deze wordt in overleg met het bedrijf, de stagedocent en de mentor bepaald. In het geval één stagebedrijf niet toereikend genoeg is om het vereiste aantal dagen/uren in te vullen, wordt er een tweede stagebedrijf gezocht om aan het vereiste aantal uren te voldoen. 2.3 Stage uitval Indien de omstandigheid zich voordoet, dat een leerling geen stage heeft, zal deze op de stagedagen de reguliere uren tot 14.20 uur op school lessen volgen in zijn/haar gekozen richting. Valt een leerling uit door eigen toedoen, dan zal deze op de stagedagen tot 16.15 uur op school aanwezig zijn. 5

2.4 Voorbereiding in het tweede leerjaar op externe stage Interne stage Om de overgang van school naar stage zo soepel mogelijk te laten verlopen, wordt er vanaf klas 2 gewerkt aan de ontwikkeling van de vereiste vaardigheden. Alle leerlingen van klas 2 lopen een aantal weken per jaar Interne Stage. Onder begeleiding van een docent ontwikkelen de leerlingen een aantal basisvaardigheden op het gebied van: stagehouding, sociale vaardigheden en praktische vaardigheden. Deze stage vindt plaats op school. Dit stelt de leerling in staat om in klas 3 te starten met een externe stage of, indien nodig, een groepsstage. Opbouw interne stage Het betekent, dat de leerling (3 x 5 dagen) niet deelneemt aan de gewone lessen, maar met een klein groepje (4 kinderen) een eigen programma binnen de school volgt. Op deze wijze wordt er in een veilige omgeving geoefend en gewerkt aan algemene arbeidscompetenties. (vaardigheden, waar iemand aan moet voldoen) Stapsgewijs leren de leerlingen opdrachten uit te voeren en deel te nemen aan het groepsproces, waarbij samenwerken, collegialiteit, het evalueren van de opdrachten en natuurlijk het samen eten van een broodje, tot de dagelijkse gang van zaken behoren. Deze oefensituatie en een positief advies maken dat de basis wordt gelegd om in het 3 de leerjaar deel te gaan nemen aan de Externe stage. We oefenen een aantal basisvaardigheden op het gebied van: Presentatie (houding) Zelfstandigheid Gedrag (in een vrije situatie) Presentatie We werken o.a. aan beleefdheid; luisteren, met twee woorden spreken, persoonlijke hygiëne, rechtop staan, netjes aan tafel zitten en iemand aankijken als je praat. Houding en gedrag (sociale vaardigheden) Hoe gedraag ik me binnen de school. Kan ik op een rustige manier mijn opdracht doen. Incasseringsvermogen oefenen o.a. door ook minder leuke opdrachten uit te moeten voeren. Het aanleren van een werkhouding ofwel, je rustig kunnen gedragen serieus zijn en verantwoordelijkheidsgevoel ontwikkelen. Zelfstandigheid We gaan via opdrachten in stapjes werken aan zelfstandigheid op verschillende niveaus. De ene leerling zal na één keer al een broodje gezond zelfstandig kunnen maken, maar een ander heeft daar nog aanwijzingen voor nodig. Voor een leerling uit de plus klas kan het nodig zijn om samen met een andere leerling een opdracht uit te voeren. Gedrag in een vrije situatie Vrije situaties zijn momenten, dat de Interne stage begeleider niet daadwerkelijk aanwezig is bij een uit te voeren opdracht. leerlingen werken in tweetallen aan een opdracht. Er wordt gekeken, hoe de leerling zich gedraagt. Hoe is houding en gedrag, wordt er netjes gewerkt. Lukt het om op een 6

fatsoenlijke en verantwoordelijke manier door de school te lopen en met respect met anderen om te gaan. We werken met een vaste dagindeling, dat geeft structuur en bevordert zo het leerproces. Toetsing We toetsen aan de hand van een lijst met competenties. Wekelijks wordt deze lijst beoordeeld en aangevuld met een persoonlijke observatie van de stagebegeleider. De leerlingen maken een dag-beoordeling, waardoor ze leren te formuleren en te onthouden aan welke opdracht en vaardigheden ze die dag gewerkt hebben. Na de voorjaarsvakantie wordt er een begin gemaakt met het uitnodigen van leerlingen uit de 3 de en 4 de klas die iets komen vertellen over hun ervaringen tijdens de externe stage. De leerlingen van de tweede klassen kunnen vragen stellen en krijgen zo vast een beeld van de Externe Stage. Eindbeoordeling De Interne Stage kent ook een eindbeoordeling. Er wordt gekeken naar stagerijpheid aan de hand van presentatie, zelfstandigheid, inzet, gedrag, houding en incasseringsvermogen. Ook wordt er een zelfreflectie formulier ingevuld, zodat we een beeld krijgen hoe de leerling zichzelf Ziet. Dit wordt samen met de eindbeoordeling overgedragen aan de externe stagedocenten. Aanvullende voorbereiding Naast de Interne Stage worden daarvoor de volgende lessen gegeven: SoVa training (sociale vaardigheden) Sollicitatietraining Excursies naar bedrijven Veilig op stage (lesmethode met certificaat) VCA (landelijk erkend veiligheidscertificaat) Alle praktijkvakken Tijdens de AVO lessen wordt er voorlichting gegeven over stagelopen. Wat is stage, waarom loop je stage, waarom is het belangrijk, wat voor problemen kun je tegenkomen, wat kan het bedrijf van jou verwachten, wat zijn de regels enz. Digitale interessetest Aan het eind van het tweede schooljaar maken alle leerlingen een digitale interessetest. De externe stagedocent bespreekt samen met de interne stagedocent alle leerlingen van klas 2 en krijgt advies van de mentor en praktijkdocenten. De uitkomsten van deze test en de adviezen vormen de basis voor een intakegesprek en het matchen van de leerling met een bedrijf in het derde leerjaar. Informatieavond Leerlingen uit de tweede klas en hun ouders worden tijdens een informatieavond voorgelicht over wat stage in de derde klas inhoudt. Doel en regels worden hier uitvoerig behandeld. 7

2.5 Stageopdrachten/examendossier Bij de start van een nieuw stagejaar krijgen alle stageleerlingen via de mentor het stage werkboekje Stage, Zo doe je dat. Hierin staan de stageregels en hoe de stageopdrachten gemaakt moeten worden. De stageopdrachten worden beoordeeld door de stagedocent. De uitgevoerde opdrachten worden vastgelegd in het examendossier en zijn hier een belangrijk onderdeel van. 3.1 Groepsstage De school biedt de mogelijkheid van een groepsstage aan. Leerlingen die overgaan naar het 3 de leerjaar gaan in principe een individuele stage lopen bij een bedrijf, winkel of zorginstelling. Omdat het uit ervaring is gebleken, dat niet alle leerlingen op dit tijdstip de benodigde vaardigheden bezitten om de stage succesvol te laten verlopen, is de mogelijkheid gecreëerd, dat ze deze vaardigheden eerst kunnen oefenen in een groepsstage onder begeleiding van een speciale groepsstagedocent in een daarvoor geschikt stagebedrijf. Voor wie is deze stage geschikt? Deze stage is geschikt voor leerlingen met een aantal van de volgende kenmerken: met weinig zelfvertrouwen die zichzelf overschatten met te weinig sociale vaardigheden die nog te kinderlijke gedrag vertonen. die moeite hebben met het accepteren van regels en opdrachten die nog de steun van de groep nodig hebben waarvan nog niet duidelijk is, wat ze aankunnen en willen die meerdere keren zijn uitgevallen op een individuele stage Wat zijn de voordelen t.o.v. een individuele stage? De leerlingen hebben steun aan elkaar Er is voortdurend professionele begeleiding waardoor het personeel ontlast wordt Er wordt op de werkvloer gekeken naar de mogelijkheden, die de leerlingen hebben Het aantal dagen kan variëren / opgebouwd worden met daarbij ook de mogelijkheid om te oefenen met 1 eigen dag naast de groepsstage Sommige leerlingen hebben behoefte aan vaste personen waar ze mee werken of een vaste afdeling. Vaardigheden die worden geoefend: Op tijd komen, groeten, een correcte aanspreektoon Een adequaat werktempo leren ontwikkelen Je aan een opdracht houden Op -het juiste moment- hulp vragen Samenwerken met een collega / medeleerling Zelfstandig een opdracht uit leren voeren 8

Inzet tonen en eventueel mee leren denken Op de juiste wijze initiatief leren nemen Om leren gaan met kritiek Zich houden aan de bedrijfsregels c.q. veiligheidseisen Invullen van het stageboekje zelfvertrouwen Evaluatiemomenten: De stage wordt bijna wekelijks met de leerlingen geëvalueerd, zodat ze sterk betrokken worden bij hun eigen functioneren. Er wordt daarbij een actieve inbreng van de leerlingen gevraagd om mee te denken over de eigen wensen en mogelijkheden, ook met betrekking tot een mogelijke overstap naar een individuele vervolgstage. Andere mogelijkheden in plaats van groepsstage Bij leerlingen die meer begeleiding nodig hebben als in de groepsstage kan worden geboden, is er de mogelijkheid om ervaring op te doen op een sociale werkvoorziening. Een andere mogelijkheid is dat ouders een Persoons Gebonden Budget aanvragen waardoor een aanbod van stages op maat mogelijk wordt. 9

3.2 Stage derde leerjaar (oriënterende stage) Doel van de oriënterende stage Het ontdekken van belangstelling/affiniteit voor een bepaalde beroepsrichting. Het ontdekken van eigen mogelijkheden binnen het bedrijfsleven. Het ontwikkelen van een positieve en juiste arbeidshouding. Het streven is, dat alle leerlingen bij aanvang van het derde leerjaar twee dagen per week voor een periode van een half schooljaar stage lopen bij een bedrijf of instelling. Uitgangspunten voor een succesvolle plaatsing zijn de interesses en de vaardigheden van de leerling. De oriënterende externe stage Nadat de leerling en stagedocent samen besloten hebben bij welk bedrijf er stage zal worden gelopen, neemt de stagedocent contact op met het bedrijf voor een kennismakinggesprek. Tijdens dit gesprek worden er afspraken gemaakt over o.a. de werkzaamheden, werktijden, regels en een eventuele stagevergoeding. Er wordt er ook gesproken over wat de stagegever kan verwachten van een leerling met een bepaalde beperking. De leerling vertelt wat over zichzelf en zijn verwachtingen. Na dit sollicitatiegesprek wordt een stage-overeenkomst opgemaakt, welke door de leerling, het bedrijf en de school wordt ondertekend. Er wordt gestreefd naar een stagebezoek van de stagedocent bij de leerling op het bedrijf van één maal in de 4-5 weken. In de praktijk ligt de bezoekfrequentie, afhankelijk van de leerling of situatie, soms hoger of lager. Regelmatig vindt er telefonisch of per e-mail overleg plaats. Elk stagebezoek wordt vastgelegd in het Leerling Volg Systeem Magister. Op de server wordt geregistreerd wanneer de stagedocent langs is geweest bij de leerling en het stagebedrijf. Halverwege een stageperiode wordt er samen met de stagebegeleider, de leerling en de stagedocent een stagerapport gemaakt. In dit rapport worden een aantal vaardigheden beoordeeld en besproken. Dit betreft de algemene competenties voor arbeid en niet de vakinhoudelijke vaardigheden. Doel is om te werken aan de punten die nog verbeterd kunnen worden, zodat bij het eindrapport een positieve ontwikkeling te zien is. De uitkomst hiervan wordt vertaald en vastgelegd in één á twee doelen voor de komende periode. Wekelijks zal de leerling een stage-agenda laten invullen door de stagebegeleider. Dit heeft tot doel dat er gecontroleerd en geregistreerd kan worden op aanwezigheid. De verantwoording voor de controle van de registratie van de aanwezigheid ligt bij de mentor en wordt bijgehouden op de server. Eventuele op- of aanmerkingen van de stagebegeleider in deze agenda kunnen aanleiding zijn voor een gesprek met de leerling. Directe communicatie hierover tussen de stagedocent en de mentor is van groot belang. Voor de tweede stageperiode wordt, naar aanleiding van een gesprek met de leerling en zijn of haar interesses, gezocht naar een nieuwe stageplek. Tevens worden de leerlingen gestimuleerd zelf na te denken over een nieuwe stage of om zelf een bedrijf voor te stellen. 10

3.3 Stage vierde/vijfde leerjaar (gerichte en/of plaatsing stage) Doel van de gerichte- of plaatsing stage Het ontwikkelen van een specifieke beroepshouding. Het vergroten van vakinhoudelijke kennis en vaardigheden m.b.t. een specifieke beroepsrichting. Eventuele uitstroom naar werk. De stage en uitstroom In deze groep is er door de ervaringen in het derde jaar al veel duidelijk welke richting ze op willen. Blijkt een stage in de voorafgaande oriënterende fase toch niet aan te sluiten bij de interesse en/of bepaalde vereiste vaardigheden, dan wordt er opnieuw naar een meer passende stage gezocht. De stages in het vierde en vijfde jaar zijn zoveel mogelijk in de richting waar uiteindelijk wordt uitgestroomd. Het doel is om de stage over te laten gaan in een dienstverband. De stagedocent is op de hoogte van de diverse subsidieregelingen waarmee de werkgever overtuigd kan worden, dat het financieel aantrekkelijk is om een gemotiveerde praktijkschool leerling in dienst te nemen. Spreekt de werkgever de intentie uit om de leerling t.z.t. in dienst te nemen dan loopt de stagiair 4 dagen stage bij dit bedrijf. N.B. Een leerling van 16 jaar met een dienstverband van minimaal 12 uur per week krijgt van de leerplichtambtenaar ontheffing van de leerplicht en kan dus tussentijds uitstromen. Veel leerlingen stromen uit naar de Entree opleiding van het MBO. Afhankelijk van de gekozen studierichting zal een passende stage worden gezocht bij een erkend leerbedrijf zodat de leerling deze stage eventueel kan voortzetten bij het MBO. De leerlingen van wie niet duidelijk is, waarheen zij na het laatste schooljaar naar uitstromen (regulier werk, beschut werk, dagbesteding, vervolgopleiding), blijven tot en met het jaar waarin ze 18 jaar worden op school en lopen 3-4 dagen stage. In het kader van de in 2015 ingevoerde participatiewet heeft de gemeente Haarlem het reintegratiebureau Agros de opdracht gegeven om voor leerlingen van het praktijkonderwijs te bemiddelen en deze leerlingen te begeleiden naar werk. Om dit succesvol te laten verlopen is er intensief overleg tussen Agros en de stagedocenten. 11

4.1 Intern overleg stage Op structurele basis vindt er overleg plaats tussen de interne- externe en groepsstagedocenten, coördinator en mentoren. Dit overleg is gericht op een goede overgang van interne naar externe stage Ondervangen van te verwachte problemen 4.2 Externe contacten Om de stages en uitstroom zo effectief mogelijk te maken wordt er, indien nodig, overleg gepleegd met diverse instanties. Er vinden voortdurend gesprekken plaats met de bedrijfsleiders, stagebegeleiders en collega s binnen de stagebedrijven. Ook worden er continu nieuwe bedrijven benaderd voor stageplaatsen. Dit gebeurt telefonisch, per mail maar ook door het bezoeken van potentiële bedrijven. Hierbij wordt aangegeven, wat het werk- en denkniveau van de leerling is. Er is regelmatig telefonisch contact met ouders van leerlingen over stageplekken. Ook tijdens de OPP gesprekken (2 x per jaar) kunnen ouders met hun vragen betreffende de stage van hun kind terecht bij de mentor. Doormiddel van stageverslagen en gesprekken met de stagedocent zijn de ouders volledig op de hoogte van de stage van de leerling. Met instanties zoals het UWV, Lijn5, Sig, Jeugdzorg, MEE, de Hartenkamp groep, Nova college, RocA, de gemeente Haarlem, Agros en Leerplicht wordt, indien nodig, overleg gepleegd. De werkgroep Stage coördinatoren Noord-Holland komt vijf maal per jaar bijeen om stage en aanverwante zaken te bespreken. Uitwisseling van ervaringen van de deelnemende praktijkscholen in Noord-Holland wordt zo mogelijk gemaakt. Vier maal per jaar komt het netwerkoverleg Arbeidsintegratie (Z)MLK Zuid Kennemerland bijeen om de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt te bespreken. De hierbij aanwezige scholen kunnen leerlingen inbrengen die tussen de wal en het schip dreigen te raken. Aanwezige instanties (UWV, Gemeente Haarlem, Paswerk, MEE en diverse re-integratiebedrijven) kunnen actie ondernemen om deze jongeren op te pikken. Gewijzigde wet- en regelgeving wordt hier toegelicht. 12

5.1 Wet- en regelgeving Wet op het Voortgezet Onderwijs Op basis van artikel 10f lid 3 en 5 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs is vastgesteld dat: o 3. Praktijkonderwijs bestaat uit een gedeelte waarin aangepast theoretisch onderwijs, persoonlijkheidsvorming en het aanleren van sociale vaardigheden worden verzorgd, en een gedeelte waarin de leerling wordt voorbereid op het uitoefenen van functies op de arbeidsmarkt. Praktijkonderwijs bereidt de leerling voor op functies binnen de regionale arbeidsmarkt op een niveau dat ligt onder het niveau van de assistent opleiding, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdeel a, van de Wet educatie en beroepsonderwijs. o 5. Bij algemene maatregel van bestuur worden voorschriften vastgesteld met betrekking tot de vakken die het praktijkonderwijs omvat, alsmede met betrekking tot het aantal uren dat het onderricht in de praktijk van de uitoefening van een vak of beroep gedurende een schoolweek ten hoogste omvat. Op basis van artikel 31 lid 2 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs inzake reikwijdte is vastgesteld dat: o 2. Deze paragraaf is van overeenkomstige toepassing op arbeidstraining. Onder arbeidstraining wordt verstaan het onderricht in de praktijk van de uitoefening van een vak of beroep aan scholen voor praktijkonderwijs, bedoeld in artikel 10f, vijfde lid, van de wet, voor zover dat onderricht plaatsvindt buiten de school voor praktijkonderwijs. Op basis van artikel 32 lid 2 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs inzake stages is vastgesteld dat: o 2. Voor een school voor praktijkonderwijs bedraagt het in artikel 10f, vijfde lid, van de wet bedoelde aantal uren stage of arbeidstraining gedurende de cursusduur gemiddeld ten hoogste 50% van het aantal uren waarin onderwijs wordt verzorgd, met dien verstande dat voor leerlingen voor wie de partiële leerplicht nog niet is geëindigd, tot het einde van die leerplicht de stage of arbeidstraining per schoolweek ten hoogste 80% bedraagt van het aantal uren waarin in die week onderwijs wordt verzorgd. Op basis van artikel 33 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs inzake stageplan is vastgesteld dat: o Het doel, de inhoud, de omvang, de opbouw en de organisatie van de stage worden beschreven in een stageplan. Op basis van artikel 34 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs inzake stageplaatsen is vastgesteld dat: o Een stage wordt doorlopen op een of meer stageplaatsen, ter beschikking gesteld door een of meer stagegevers. Op basis van artikel 35 lid 1,2,3 en 4 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs inzake stageovereenkomsten is vastgesteld dat: o 1.Het bevoegd gezag sluit met de leerling en de stagegever te zamen een schriftelijke stageovereenkomst waaruit blijkt dat de leerling leeractiviteiten ontplooit in het kader van het stageplan. 13

o 2. De stage-overeenkomst bevat in elk geval: a. de leeractiviteiten die de leerling bij de aangewezen stagegever op een of meer bepaalde stageplaatsen moet ontplooien; b. de aanvangsdatum, de einddatum en de tijden van de onder a bedoelde leeractiviteiten; c. een regeling voor de begeleiding van de leerling bij de stagegever waarin in elk geval duidelijk wordt gemaakt welk aandeel in de begeleiding door de stageleraar respectievelijk door de stagebegeleider, aan te wijzen door of namens het bevoegd gezag onderscheidenlijk de stagegever, wordt verzorgd; d. de wijze waarop de stagegever bij de beoordeling van de leeractiviteiten van de leerling wordt betrokken; e. een regeling die de inspectie in staat stelt toezicht te houden op de leeractiviteiten die door de leerling bij de stagegever worden ontplooid. o 3. De stage-overeenkomst bepaalt voorts wie de verzekering tegen het financiële risico van ongevallen en tegen wettelijke aansprakelijkheid van de leerling voor de tijd dat deze zich bevindt bij de stagegever zal sluiten en ten laste van wie de te betalen premie zal komen, indien een zodanige verzekeringsovereenkomst zal worden gesloten. o 4. In geval van minderjarigheid van de leerling wordt de stage-overeenkomst door diens ouders, voogden of verzorgers ondertekend. Op basis van artikel 36 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs inzake samenwerkingsovereenkomst is vastgesteld dat: o Met het oog op de stage kan het bevoegd gezag ten behoeve van de leerlingen een schriftelijke samenwerkingsovereenkomst met een of meer stagegevers aangaan waarin mede een of meer onderdelen van de stage-overeenkomst, bedoeld in artikel 35, tweede lid, worden opgenomen. 1.3.2 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Vanuit het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de inspectie van SZW een basisinspectiemodule voor leerlingen beneden de 18 jaar opgesteld. Deze Basis Inspectie Module (BIM) is opgesteld aan de hand van de stand van de techniek en is geschreven voor intern gebruik bij de Inspectie SZW. Verder is de in deze BIM beschreven werkwijze algemeen omschreven. Inspecteurs kunnen op grond van de aangetroffen situatie in een bedrijf afwijken van de hier beschreven werkwijze. In de BIM worden de volgende onderwerpen omschreven: Vanaf 13 jaar mogen leerlingen buiten de onderwijsinstelling invulling geven aan hun maatschappelijke stage; Vanaf 14 jaar mogen leerlingen leer- en werkervaring op doen in een bedrijf of instelling en daarbij zonodig machines en gereedschappen gebruiken. Omdat jongeren fysiek en geestelijk nog in ontwikkeling zijn en daardoor meer kans hebben op een bedrijfsongeval worden, afhankelijk van de leeftijd, voorwaarden gesteld aan: het soort werk, de werkomgeving, het werktempo, de mate van voorlichting & onderricht en toezicht en de arbeids- en rusttijden waarin wordt gewerkt. Deze voorwaarden zijn opgenomen in: - de Arbeidstijdenwet (ArTW) en Arbeidstijdenbesluit (ArTB): de uitzonderingen; - de Nadere regeling kinderarbeid (NRK): invulling van de toegestane kinderarbeid; - de Arbowet en het Arbobesluit: beschrijving verboden en risicovolle- werkzaamheden.. 14

In onderstaande tabel een overzicht welk soort arbeid (stagewerkzaamheden) voor welke leeftijdscategorie in principe is toegestaan in bedrijven en instellingen. Leeftijdscategorie Niet-industriële arbeid van lichte aard* arbeid van lichte aard** Arbeid waaraan bijzondere eisen worden gesteld*** (-risicovolle werkzaamheden) 12 jaar of jonger niet toegestaan niet toegestaan niet toegestaan 13, 14 of 15 jaar maatschappelijke stage niet toegestaan niet toegestaan 14 of 15 jaar beroepsstage beroepsstage niet toegestaan 16 of 17 jaar toegestaan toegestaan deskundig toezicht * Niet-industriële arbeid van lichte aard: Arbeid van lichte aard die niet wordt verricht met of aan mechanische arbeidsmiddelen waaraan onacceptabele veiligheidsrisico s voor een kind of zijn omgeving zijn verbonden. Onacceptabele veiligheidsrisico s zijn in ieder geval aanwezig bij werkzaamheden waarbij brand-, elektrocutie, knel-, plet- snij- of valgevaar bestaat of waarbij op grond van artikel 1.37 van het Arbobesluit bijzondere vereisten zijn gesteld. ** Arbeid van lichte aard: Werkzaamheden die niet te zwaar zijn, geen gevaar opleveren of niet schadelijk zijn voor de gezondheid. Géén arbeid van lichte aard is in ieder geval: - De verboden arbeid en de arbeid waaraan bijzondere eisen worden gesteld, zie EC- Informatiekaart: verboden en -risicovolle- werkzaamheden voor jongeren beneden de 18 jaar - Arbeid waarbij blootstelling aan psychosociale arbeidsbelasting (psa) niet kan worden voorkomen of worden beperkt. PSA omvat agressie en geweld, pesten, seksuele intimidatie en werkdruk (stress); - Het verrichten van kassawerkzaamheden; - Arbeid waarbij niet in gevarieerde houdingen kan worden gewerkt, of lasten van 10 kilogram, of meer moet worden getild of voorwerpen worden verplaatst (duwen of trekken), waarbij meer dan 20 kilogram kracht nodig is; - Arbeid waarbij permanent persoonlijke beschermingsmiddelen gedragen moeten worden*. - Binnen 14 dagen arbeid wordt verricht in/met een gewas waarop gewasbeschermingsmiddelen of biociden zijn toegepast, tenzij uit de toelatingsbeschikking blijkt dat van deze termijn afgeweken kan worden. * Voor beroepsstages is deze bepaling niet meer van toepassing, zodat het dragen van veiligheidsschoenen, veiligheidsbril, bouwhelm en dergelijke geen belemmering vormt. *** Arbeid waaraan bijzondere eisen worden gesteld: De werkzaamheden zoals bedoeld in de artikelen 1.37, 3.46, 4.106, 7.39 of 9.36 van het Arbobesluit. Deze zijn alleen toegestaan onder deskundig toezicht, wanneer daarmee de 15

(specifieke) gevaren voorkomen worden. Is dat laatste niet het geval, dan zijn ook deze werkzaamheden verboden. Arbeids- en rusttijden: maatschappelijke stage 13 & 14 jaar maatschappelijke stages 15 jaar 16 beroeps stages 14 & 15 jaar stagiaires 16 & 17 jaar Minimum dagelijkse rust dagelijkse rust 14 uur 12 uur 14 uur 12 uur* in elk geval tussen 19.00 07.00 uur 19.00 07.00 uur 19.00 07.00 uur 23.00 06.00 uur* Maximum arbeidstijd schooldag 2 uur 2 uur 7 uur 9 uur niet-schooldag 7 uur 8 uur per week 12 uur 12 uur 35 uur 45 uur per 4 weken gemiddeld 40 uur/wk aantal dagen werken per week Pauze bij arbeidstijd 4,5 uur ten minste 30 minuten aaneengesloten 5 5 ten minste 30 minuten aaneengesloten ten minste 30 minuten aaneengesloten zondagarbeid Nee, tenzij** Nee, tenzij** Nee Nee*** ten minste 30 minuten zonodig opgesplitst in pauzes van elk 15 minuten * In het Arbeidstijdenbesluit staan voor 16- en 17- jarigen uitzonderingen voor: - Brood & banketbakkerij artikel 5.4:3 - Defensie artikel 5.6:2 - Continu vaart artikel 5.5:7 (ArTB-V) ** Op zondag mag geen arbeid worden verricht, tenzij dit uit de aard van het werk voortvloeit, bijvoorbeeld een kerkdienst. Hiervoor is altijd nadrukkelijke toestemming van de ouders nodig. *** Op zondag wordt geen arbeid verricht, tenzij: - Het bijvoorbeeld in de CAO of in het contract staat en het uit de aard van het werk voortvloeit. - De bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken en de werkgever overeenstemming heeft bereikt met het medezeggenschapsorgaan. Bij het ontbreken daarvan met de belanghebbende medewerkers. Is er doeltreffende voorlichting & onderricht gegeven? De werkgever moet de jongeren voorafgaand aan de stage voorlichting en onderricht geven over de risico s van de werkzaamheden en de maatregelen gericht op het voorkomen of beperken van de risico s. De werkgever moet daarbij rekening houden met de beperkte werkervaring en de onvoltooide lichamelijke en geestelijke ontwikkeling. Dit kan tot gevolg hebben dat: - de voorlichting uitgebreider is dan voor werknemers met meer werkervaring; - het taalgebruik aangepast moet worden (vermijden van bedrijfs- of vaktermen);

- het tempo (dosering) wat lager ligt; Tot slot is het belangrijk dat de werkgever door het stellen van vragen en het observeren van het gedrag de stagiair controleert of de informatie ook daadwerkelijk is begrepen. De voorlichting moet worden herhaald als de werksituatie veranderd of als blijkt dat deze onvoldoende is begrepen. De toezichthouder, een persoon van 18 jaar of ouder, moet: - bij het toekennen van de (stage)werkzaamheden rekening houden met de persoonlijke eigenschappen van de stagiair; - zich ervan overtuigen dat voorafgaand aan het werk adequate voorlichting en onderricht is gegeven; - regelmatig de werkplek beoordelen en verifiëren of de gegeven voorlichting en instructie Voldoende is overgekomen; - zich ervan overtuigen dat de nodige beschermingsmiddelen aanwezig zijn en dat deze op de juiste manier worden gebruikt of toegepast; - aanwezig is in de nabijheid van de werkplek of direct oproepbaar is; - kunnen ingrijpen in het productieproces. Een werkgever moet goede afspraken maken over (het waarborgen van) het deskundig toezicht en dit bij voorkeur schriftelijk vastleggen, hoewel dit laatste geen wettelijke verplichting is. 17

18

19