O P M I K L I C H T E R! Licht op zwaar werk. Handleiding bij de campagne Schiet op je werk

Vergelijkbare documenten
Dé VCA-specialist van Zuid-Nederland

Arbocatalogus Fysieke belasting

7. Tillen en Dragen. Tillen en Dragen. Fysieke belasting. Het arbothemablad Tillen en Dragen is onderdeel van de Arbocatalogus Tuincentra.

Arbocatalogus pkgv-industrie Fysieke belasting

O P M I K L I C H T E R! Schietwijzer. Draaiboek om de campagne Schiet op je werk te introduceren en te begeleiden. Voor leidinggevenden en teamchefs

Een werkgever is ook verplicht zich aan allerlei wetten te houden. Een van die wetten is de Arbeidsomstandighedenwet, kortweg de Arbo-wet.

RSI. Informatie voor werknemers en werkgevers

TILLEN EN DRAGEN, DUWEN EN TREKKEN

vervolg plaatsen cv ketel/boiler/radiator

MEDEWERKERS VRAGENLIJST BRANCHE-RIE TECHNISCHE GROOTHANDEL

Omgaan met fysieke belasting tijdens werk

Arbeidsomstandigheden

Omgaan met fysieke belasting in de zorgsector

Straatmaker. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig straten. Informatie voor de werknemer

HANDMATIG SNOEIEN. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Boomteelt en Vaste plantenteelt

WERK VEILIG EN GEZOND! FYSIEKE BELASTING 5xbeter.nl

Project Fysieke Belasting in de Bouw drs. Leo de Jong MAO Projectleider Bouw

Dossier Zittend en staand Werk

Subject: Taak

Tillen. Tips voor werknemers voor veilig tillen

Ergonomie in de supermarkt. Infodocument

TRILLINGEN EN SCHOKKEN

Lage Rugpijn, Aspecifieke Lage Rugpijn, Lumbago, Spit,

Hogeschool van Amsterdam. Beeldschermwerk? Voorkom RSI!

Tillen en dragen. Een uiteenzetting over het tillen en dragen van lasten. Hierbij komen de volgende subonderwerpen

Betrekken medewerkers bij de uitvoering van de RI&E.

Wat is de gewenste situatie?

Beeldschermwerk en werken in de e-gemeente

vervolg Transport van zware materialen horizontaal en verticaal

De Arbeidsinspectie in het kort. Blootstelling aan trillingen heftrucks

Wat is er aan de hand?

In de handout staan enkele tips om de belasting van het lichaam te verlagen.

Gezond werken met. de handpallettruck. dé arbo- en verzuimspecialisten in transport en logistiek

STASTEUN EN IN HOOGTE VERSTELBARE VOUWTAFEL

Ergonomie. Thema. 1 Inleiding

Gezond en veilig werken. Je hebt t zelf in de hand.

Betonboorder. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig betonboren. Informatie voor de werknemer

Langer doorwerken in de metaal, helpt de arbocatalogus? Monique Denen. Susanne Rambali pagina 1 van x

HANDMATIG SNOEIEN (LICHAMELIJKE BELASTING)

Verstandig tillen. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Gezond werken met. de handpallettruck

Stafpersoneel / leidinggevenden / technici

Arbocatalogus Tuincentra

Globale beoordeling fysieke belasting bij particulier verhuisvervoer

Praktische tips In dit boekje vind je enkele handige tips om fysieke overbelasting te voorkomen als je werkt met kinderen.

Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting voor niet-cliëntgebonden werkzaamheden

Beeldschermwerk en werken in de e-gemeente

niveau 2, 3, 4 thema 5.4

Fysie(k) op je werk bij de Gemeente Rijswijk

TILLEN EN DRAGEN. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Glastuinbouw

Gezond werken met. rolcontainers

Aan de slag met fysieke belasting! Hoe pak ik het aan?

Adviezen bij KANS/rsi

Glaszetter. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig glaszetten. Informatie voor de werknemer

vervolg Verplaatsen gereedschap/laden en lossen van bedrijfswagen

Het betrekken van medewerkers bij de uitvoering van de RI&E

Informatiemateriaal ergonomie

Ook zo n gezonde. dé arbo- en verzuimspecialisten in transport en logistiek

Aspecifieke klachten aan arm, nek en/of schouder 1

Workshop 18a.: Fysieke aspecten

Plafond- en wandmonteur

OOGSTEN VAN HARDFRUIT

Basisinspectiemodule FYSIEKE BELASTING Lichaamstrillingen

Repeterende handelingen en werkhouding

Basisinspectiemodule

ook altijd in beweging? dé specialist in arbeid en gezondheid

BEELDSCHERMWERK. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Boomteelt en Vaste plantenteelt

Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten

Toelichting Arbochecklist Algemeen

Aan de slag met de Stoffenmanager Schoonmaak. Zo werk je prettiger!

TRILLINGEN. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Mechanisch loonwerk

Gezond werken met rolcontainers

KOZIJNEN STELLEN. Stelt u de gezondheid. Arbouw voor gezond en veilig werken

Online Psychologische Hulp Overspanning & Burn-out

Bouw en werking van de rug

Stafpersoneel/ leidinggevenden/ technici

GEZONDE HANDEL? HANDEL GEZOND! Stappenplan verbeteren arbeidsveiligheid

Fysieke belasting in de bouw. Veilig en gezond werken

Vrijheidsbeperkende maatregelen. Vrijheidsbeperkende maatregelen terugdringen? in de langdurende zorg. Vilans helpt mee

jouw gezondheid telt! Zwangerschap HAIRDRESSER

Een integrale aanpak voor RI&E op de werkvloer. 18 mei 2015 Mark Fleuren

COMMUNICATIE training. effectief communiceren met iedereen

Branchetoetsdocument: Arbo en veiligheid

RAAK! O P M I K L I C H T E R! MAGAZINE. Zo word je fit, sterk en strak. Gezonde tips van Brenda. Vroeger was alles beter

Steigerbouwer. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig steigerbouwen. Informatie voor de werknemer

3 Hoogbegaafdheid op school

Lage rugklachten.

kort, Jacqueline Wit, 1 INLEIDING EN KENNISMAKING Jacqueline Wit Ambtelijk secretaris kort training en advies OR en Arbo

Voor een groep. Korte Workshop Time-management. Slim Werken + Creatief Werken

Beschrijving van de verhuistaken Tillen - dragen Trekken - duwen Werkhoudingen Repeterende bewegingen 1. Goederen verplaatsen

Arbocatalogus pkgv-industrie Fysieke belasting

Arbovriendelijk werken met gipsplaten. Best Practice methode

Lichamelijke belasting 1. Wat staat er in de Arbowet?

Claim! Amerikaanse toestanden

Ook zo n gezonde. beeldschermwerker? dé specialist in arbeid en gezondheid

Terrazzowerker. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig terrazzowerk. Informatie voor de werknemer

ARBOCATALOGUS PKGV- INDUSTRIE De arbocatalogus PKGV- industrie is een in fasen ontwikkelde catalogus die beheerd wordt door het Verbond Papier- en

Interventies Houdings- en Bewegingsapparaat

Hoofdstuk 1: cursusbijeenkomst 2, duwen/ trekken/ manoeuvreren..2

Ergonomie. 1. Werkhouding

Transcriptie:

SCHIET OP JE WERK M I K O P L I C H T E R! Licht op zwaar werk Handleiding bij de campagne Schiet op je werk Voor preventiemedewerkers, arbocoördinatoren, HRM ers en P&O ers Handleiding bij de campagne Schiet op je werk 1

INHOUD Voorwoord 1. Inleiding 4 2. Wat zegt de Arbowet? 8 3. Bewegen is goed! Overbelasting niet! 9 4. Zware feiten 10 5. Schiet op je werk en andere arboactiviteiten 13 6. Zo beoordeel je licht en zwaar 17 6.1 Tillen 18 6.2 Dragen 21 6.3 Duwen en trekken 23 6.4 Ongunstige houdingen 25 6.5 Energetische belasting 27 6.6 Trillen en schokken 29 6.7 Repeterende bewegingen 30 7. Schiet op je werk 31 Werken in de buitendienst is prachtig. Maar ook zwaar. Buitendienstmedewerkers hebben meer lichamelijke klachten, een hoger ziekteverzuim en worden jonger arbeidsongeschikt dan mensen in andere beroepen. Er wordt veel en zwaar getild, vaak ook in ongemakkelijke houdingen. Ook komen repeterende bewegingen veel voor en moet er vaak veel kracht gezet worden. De campagne Schiet op je werk is een steun in de rug om het werk te verlichten. De campagne De campagneopzet is simpel: medewerkers en hun teamchefs weten zelf heel goed wat zwaar is in hun werk. Vaak hebben ze ook ideeën om dat zware werk te verlichten. Met de campagne die je in je eigen gemeente kunt uitvoeren nodig je teams en teamleden uit om hun eigen werk te verlichten en te innoveren. Dat begint leuk en makkelijk met foto s schieten van lichamelijk zware situaties in het dagelijkse werk. Bij elke foto geven medewerkers een suggestie om het werk te verlichten of te vergemakkelijken. Die oplossingen bespreken de teams in een toolboxmeeting of in het werkoverleg. Vervolgens wordt bepaald (door het team, de arbocoördinator of het management) welke oplossingen worden uitgevoerd en wanneer. Schiet op je werk is een enthousiasmerende, laagdrempelige manier om belastend werk te inventariseren en te verlichten. Succes met je verlichtende werk! C.J. Bethlehem Voorzitter Wethouder gemeente Helmond P. Wiechmann Secretaris / penningmeester 1e onderhandelaar ABVAKABO FNV 2 Licht op zwaar werk Handleiding bij de campagne Schiet op je werk 3

1. Inleiding Deze handleiding ( Licht op zwaar werk ) is bedoeld voor preventiemedewerkers, arbocoördinatoren, HRM ers en P&O ers. Voor jou dus. Jij bent degene die arbo in je pakket hebt. De campagne is een hulpmiddel voor je om de aanpak van lichamelijke belasting op de agenda te krijgen en te houden. En natuurlijk om de lichamelijke belasting daadwerkelijk terug te dringen. De handleiding In deze handleiding tref je twee soorten informatie: Hoofdstuk 2 tot en met 6: achtergrondinformatie over lichamelijke belasting en preventieve maatregelen. Hoofdstuk 7: informatie over opzet en uitvoering van de campagne Schiet op je werk. Schiet op je werk = Schiet een foto van zwaar werk Verzin lichte oplossingen Bespreek de oplossingen Kies welke je gaat uitvoeren Werk licht! Gezamenlijke verantwoordelijkheid Gezond, veilig en prettig werken is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgever en werknemers. De werkgever schept de juiste randvoorwaarden, zoals het verstrekken van hulpmiddelen, en draagt zorg voor voorlichting en instructie. De werkgever ziet tevens toe op de naleving van deze voorlichting en instructie en het juiste gebruik van de hulpmiddelen. De werknemers moeten vervolgens de hulpmiddelen ook op de juiste manier gebruiken. De campagne Schiet op je werk vergemakkelijkt beide verantwoordelijkheden. Het is een methode om voorlichting te geven en tegelijkertijd mobiliseert het de inzet van management en medewerkers. De campagne is prima te gebruiken als aanvulling op de RIE binnen de gemeenten. Informeer de OR De OR heeft instemmingsrecht op arbobeleid. Dat gebeurt in een formeel overleg tussen werkgever en OR. Informeer de OR daarom over Schiet op je werk. Doe dit vroegtijdig in de planfase. Pas als de OR instemt met het uitvoeren van de campagne kun je starten met de voorbereiding. Werkboek Fysieke belasting Het A+O fonds Gemeenten gaf in 2003 het werkboek Fysieke belasting uit. Het verscheen in de reeks Werkboeken Arboconvenant Gemeenten. Het werkboek gaat op inzichtelijke wijze in op herkennen en terugdringen van fysieke belasting van alle functies die binnen gemeenten voorkomen. Naast de buitendienstmedewerkers krijgen onder andere balie-, beleids- en facilitaire medewerkers aandacht. Het werkboek is een aanrader voor arbocoördinatoren die kennis willen nemen van extra informatie over fysieke belasting. Je kunt het downloaden vanaf www.aeno.nl. 4 Licht op zwaar werk Handleiding bij de campagne Schiet op je werk 5

Ik mik op lichter! Ronald Govers arbocoördinator gemeente Haarlem Ik ben sinds een jaar arbocoördinator van Stadsbeheer bij de gemeente Haarlem. Daarvoor was ik jarenlang boomkweker bij de gemeente. Het is wel handig dat ik de praktijk goed ken. We houden tien keer per jaar een toolboxmeeting over veilig en gezond werk. Niet als een moetje, maar om van elkaar te leren. Er zit zo veel kennis bij iedereen, maar als je het niet uitwisselt, kom je niet verder. Ik hoef die toolboxmeetings niet te geven, dat kunnen de mannen zelf. Dat doen ze dan ook. Een medewerker groen geeft aan wat ie gevaarlijk of ongezond vindt en hoe ie dat denkt op te lossen. Daar praten ze dan samen over. Dat werkt echt super, daar is iedereen hier enthousiast over. De methode Schiet op je werk doet eigenlijk hetzelfde? Nou, prima! een wensen- en eisenlijst. Dan ga ik offertes aanvragen. Vervolgens testen we met z n allen een paar types. Dan pas schaffen we aan en krijgen we training van de fabrikant. Voordat dat gebeurd is, werken we er niet mee. Dat hoort volgens ons allemaal bij slim werken. De slimste verbetering van de laatste tijd vind ik de introductie van de kiepwagen. We hebben twee van zulke wagens, die rijden de hele dag rond om groenafval op te halen. Het voordeel is dat de teams dan niet zelf steeds hoeven te laden. Dat scheelt veel zwaar werk en het is ook stukken efficiënter. Doordat er grijpers op de wagens zitten, is het voor de chauffeurs ook niet zwaar. Slim organiseren Wat ik ook heb ingevoerd, is training en instructie in het werken met machines. Voordat een nieuw type machine gebruikt gaat worden, komt de fabrikant uitleggen hoe je ermee moet werken. Maar samen nadenken over het gebruik van gereedschap begint al eerder. Als we een nieuwe machine gaan aanschaffen, maken we eerst samen, met alle gebruikers 6 Licht op zwaar werk Handleiding voor Preventiemedewerkers, Handleiding Arbocoördinatoren, bij de campagne HRM ers Schiet en op P&O ers je werk 7 7

2. Wat zegt de Arbowet? 3. Bewegen is goed! Overbelasting niet! De campagne Schiet op je werk vraagt op positieve wijze aandacht voor veilig en gezond werken. De campagne ondersteunt arbocoördinatoren, leidinggevenden en medewerkers. Niet omdat het moet, maar omdat je er met elkaar voor staat. Voor arbocoördinatoren is het handig om op de hoogte te zijn van actuele wet- en regelgeving. Wat vraagt de overheid op dit gebied? In vogelvlucht: De werkgever moet ervoor zorgen dat de medewerkers gezond hun werk kunnen (blijven) doen. De medewerkers moeten hun plichten nakomen. Zo moeten zij hulpmiddelen die ter beschikking worden gesteld op een juiste manier gebruiken. En verder moeten ze deelnemen aan voorlichtingsbijeenkomsten of andere vormen van instructie. De ondernemingsraad heeft een belangrijke rol bij het maken van afspraken over de gewenste manier van werken. De Arbeidsinspectie kan toezicht houden op de naleving van de Arbowet. De Arbeidsinspectie kan boetes opleggen of een procesverbaal maken als er naar haar indruk onvoldoende aandacht is voor arbeidsomstandigheden. Daarnaast mogen medewerkers de Arbeidsinspectie inschakelen als zij een klacht hebben. Uiteraard wordt de Arbeidsinspectie alleen in het uiterste geval ingeschakeld. Zaken worden dan immers op scherp gezet. Veel beter is het om er op de werkvloer samen in goed overleg uit te komen. In veel gemeenten vervult de arbocoördinator de rol van preventiemedewerker. Een preventiemedewerker is verplicht voor alle organisaties met meer dan 25 medewerkers, dus ook voor nagenoeg alle gemeenten. De preventiemedewerker is de interne deskundige van de gemeente rond arbeidsomstandigheden. Hij of zij adviseert de werkgever en de werknemers over het juiste beleid om risico s te beheersen. Werkgevers en werknemers kunnen een arbocatalogus opstellen. Hierin staan methoden en oplossingen beschreven waarmee werkgevers en werknemers kunnen voldoen aan de (doel)voorschriften van de overheid. Bijvoorbeeld: beschrijvingen van technieken en methoden, goede praktijken, normen en praktische handleidingen. De verantwoordelijkheid voor het opstellen van een arbocatalogus ligt volledig bij de sociale partners. In 2008 wordt de arbocatalogus voor het onderwerp fysieke belasting opgesteld voor de sector gemeenten waar deze campagne een onderdeel van vormt. Op www.aeno.nl staat meer informatie over de arbocatalogus voor de sector gemeenten. Op www.arbonieuwestijl.nl lees je meer over de nieuwe arboaanpak van de overheid sinds 1 januari 2007. Van lichaamsbeweging wordt niemand slechter. Het is gezond om minimaal dertig minuten per dag te bewegen. Maar te veel, te zware en verkeerde lichamelijke belasting is uiteraard niet gezond. Door de aard van het werk en de bijzondere omstandigheden kunnen buitendienstmedewerkers lichamelijk overbelast worden. Daardoor komen bij deze groep medewerkers meer klachten voor dan gemiddeld. Wat voor klachten? Onder meer pijnlijke voeten na een hele dag staan, spierpijn, pijn in de rug en last van de knieën na bijvoorbeeld een dag straten. Spier- en gewrichtsklachten ontstaan ook vaak door een combinatie van belastende factoren. Bijvoorbeeld tillen in een slechte werkhouding of een houding lang vasthouden en tegelijk veel kracht leveren. Duurt de lichamelijke belasting te lang en gaan klachten niet over, of is de belasting te hoog, dan worden spieren, pezen en gewrichten overbelast. Ze kunnen tijdelijk of zelfs permanent beschadigen. Ernstige aandoeningen van het skelet, gewrichten, pezen en spieren zijn het gevolg. Er is dan duidelijk een gezonde grens overschreden. Er is sprake van fysieke overbelasting. Dat betekent dat het evenwicht verstoord is tussen wat het lichaam te verduren krijgt (lichamelijke belasting) en wat het aankan (belastbaarheid). Grens tussen gezond en ongezond De grens tussen trainen en overbelasten is voor iedereen verschillend. De een kan nu eenmaal meer aan dan de ander. Daarom werkt de ergonomische wetenschap altijd met een risico- of kansberekening. De ergonomische grenswaarden zijn zo bepaald dat als mensen het werk jarenlang uitvoeren 90% van de beroepsbevolking geen blijvende schade oploopt. Voor 10% van de werkenden zijn de grenzen dus nog te hoog. Voor hen moeten er dus eigenlijk aanvullende maatregelen worden genomen. Maar hoe weet je wie bij die 10% risicogroep hoort? In het algemeen is het goed om te luisteren naar de mensen zelf. Wanneer zij het werk zwaar vinden is dat een aanleiding om goed naar het werk te kijken en na te gaan of het ook anders kan. Let wel op: Er zijn mensen die vlug klagen, eigenlijk nog voor er een goede reden voor is. Er zijn mensen die eigenlijk te weinig klagen. Zij zouden tegen zichzelf in bescherming genomen moeten worden. 30 minuten per dag Vanaf najaar 2007 loopt de campagne 30 minuten bewegen. Gewoon doen! die is geïnitieerd door het ministerie van VWS. De boodschap is eenvoudig. Het is gezond om minimaal dertig minuten per dag te bewegen. Vooral wandelen en fietsen zijn gezond. Zie ook www.30minutenbewegen.nl. 8 Licht op zwaar werk Handleiding bij de campagne Schiet op je werk 9

4. Zware feiten Voor het Arboconvenant Gemeenten is in 2002 en in 2004 de arbeidsbelasting bij gemeenten geïnventariseerd. Aan de hand van een steekproef onder ruim 28.000 medewerkers van gemeenten is met de vragenlijst Arbomonitor gemeenten onderzocht hoeveel lichamelijke klachten zich onder andere bij buitendienstmedewerkers voordoen. In 2002 gaf maar liefst 60% van de onderzochten aan dat ze lichamelijke klachten hebben gehad. In 2004 was dit percentage iets gezakt naar 54%. De klachten hangen samen met de lichamelijke belasting. In de Arbomonitor is lichamelijke belasting gedefinieerd in vijf kengetallen: 1. dragen of tillen van meer dan 23 kg; 2. regelmatig meer dan 5 kg tillen of dragen onder verzwarende omstandigheden; 3. regelmatig in een ongunstige houding werken; 4. regelmatig repeterende bewegingen maken; 5. regelmatig grote kracht uitoefenen. Zwaar in kaart Is de lichamelijke belasting van buitendienstmedewerkers in de loop der jaren toe- of afgenomen? Hiervoor zijn resultaten verzameld over de periode van de afgelopen vijf jaar. Tabellen op de volgende pagina geven een beeld van de afname van de vijf kengetallen. Voor het dragen en tillen van meer dan 25 kilo (figuur 1) en voor het uitoefenen van grote kracht (figuur 5) geldt dat, na een grote daling, de lichamelijke belasting in de periode 2005/2006 weer bijna gestegen is tot het niveau van 2002/2003. Het tillen en dragen van meer dan 5 kilo onder verzwarende omstandigheden (figuur 2) is in de laatste drie jaar nagenoeg constant gebleven. Een grote daling in de fysieke belasting is de laatste twee jaar wel zichtbaar bij repeterende bewegingen (figuur 4). Ook het werken in een ongunstige houding is de laatste jaren aanzienlijk afgenomen, maar is helaas weer licht gestegen in de periode 2005/2006 (figuur 3). Eind 2006 is er een nationale enquête arbeidsomstandigheden (NEA) uitgevoerd onder 80.000 werknemers in Nederland. In de vergelijking van de vier tijdvakken met de NEA 2006 is zichtbaar dat de medewerkers van de buitendienst aanzienlijk meer dan de gemiddelde medewerker uit de NEA worden blootgesteld aan fysieke belasting. Dit geldt voor het uitoefenen van grote kracht en voor het dragen en tillen van meer dan 25 kg en van meer dan 5 kg onder verzwarende omstandigheden. Voor ongunstige werkhouding en repeterende bewegingen geldt daarentegen dat het niveau van het tijdvak 2005/2006 vergelijkbaar is met de NEA 2006. Klachten door het werk Ook is er gekeken naar lichamelijke klachten die geheel door het werk zijn veroorzaakt. Dit wordt weergegeven in figuur 6. Deze figuur geeft aan dat het percentage buitendienstmedewerkers met lichamelijke klachten in de periode 2006/2007 zichtbaar is gedaald. Figuur 1. Dragen of tillen van meer dan 25 kilo Figuur 4. Repeterende bewegingen door door medewerkers buitendienst medewerkers van de buitendienst 30% 25% 64% 62% 60% 20% 15% 10% 5% 0% 58% 56% 54% 52% 50% 48% 02/ 03 03/ 04 04/ 05 05/ 06 NEA 06 02/ 03 02/ 03 03/ 04 03/ 04 04/ 05 04/ 05 05/ 06 05/ 06 Figuur 2. Dragen of tillen van meer dan 5 kilo Figuur 5. Grote kracht uitoefenen door onder verzwarende omstandigheden door medewerkers van de buitendienst medewerkers van de buitendienst 80% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 02/ 03 02/ 03 03/ 04 03/ 04 04/ 05 04/ 05 05/ 06 05/ 06 02/ 03 02/ 03 03/ 04 03/ 04 04/ 05 04/ 05 05/ 06 05/ 06 Figuur 3. Ongunstige werkhouding bij Figuur 6. percentage medewerkers van de medewerkers van de buitendienst buitendienst met lichamelijke klachten in de periode 2006/2007 80% 16% 70% 14% 60% 12% 50% 10% 40% 8% 30% 6% 20% 4% 10% 2% 0% 0% 13% 13% 12% 12% 8% 02/ 03 02/ 03 03/ 04 03/ 04 04/ 05 04/ 05 05/ 06 05/ 06 02/ 03 02/ 03 03/ 04 03/ 04 04/ 05 04/ 05 05/ 06 05/ 06 06/ 07 10 Licht op zwaar werk Handleiding bij de campagne Schiet op je werk 11

Ik mik op lichter! Wim van Kempen arbocoördinator gemeente Rotterdam Met zo n 35 afdelingen hebben we hier bij Gemeentewerken Rotterdam een flinke club mensen. Op sommige terreinen, waaronder arbeidsomstandigheden, zijn de afdelingen allemaal behoorlijk zelfstandig. Zo hebben ze bij Onderhoud Buitenruimte, waar het straten maken onder valt, hun eigen arbocoördinator. Heel goed denk ik, want de jongens die de buitenruimte onderhouden lopen tegen heel andere dingen aan dan mensen met een kantoorbaan. Zeker ook het straten maken is vaak zwaar werk en daarom hebben we daar als gemeente extra veel aandacht voor de arbeidsomstandigheden. Eigen ideeën We gebruiken toolboxmeetings om te kijken hoe het werk lichter kan. Soms bijvoorbeeld door instructie te geven over goede werkhoudingen, het gebruik van hulpmiddelen of veilig werken. Maar soms juist ook door de jongens zelf te vragen hoe ze hun werkomstandigheden vinden en of ze ideeën hebben over het verlichten van hun werk of het oplossen van problemen. Juist die betrokkenheid is belangrijk. Je merkt dan ook dat het gaat leven en dat ze elkaar gaan aanspreken op bijvoorbeeld foute houdingen. Ik denk dat we door alles wat er in toolboxmeetings naar voren komt wel 90% van de problemen rondom zwaar werken oplossen. Dat wat we kunnen beïnvloeden tenminste, want het werk zal natuurlijk nooit écht licht worden. Minder meters maken Omdat het werk zo zwaar is, hebben we ook een leeftijdsbewust personeelsbeleid. Dit werk kun je op de ambachtelijke manier namelijk niet tot je 65ste volhouden. We zorgen bijvoorbeeld dat de mannen als ze wat ouder worden minder meters hoeven te maken. Ze gaan dan werken in het onderhoud of op de werf. Naast deze oplossing kijken we ook naar wat de techniek ons kan bieden. Zo onderzoeken we altijd of technische hulpmiddelen het werk kunnen verlichten. Het machinale straten heeft de afgelopen jaren veel terrein gewonnen. De technieken worden daarbij steeds beter en zo kunnen machines steeds meer van het zware werk overnemen. We verwachten veel van de bestratingsrobot die we straks gaan gebruiken. Maar hoe slim die ook is, het is en blijft een hulpmiddel en het belangrijkst voor ons blijft toch de stratenmaker zelf. 12 Licht op zwaar werk 13 licht op zwaar werk! Handleiding bij de campagne Schiet op je werk 13

5. Schiet op je werk en andere arboactiviteiten Het is aan te raden om de campagne Schiet op je werk te koppelen aan andere arboactiviteiten binnen de gemeente. Op die manier kost de uitvoering minder moeite, is het rendement hoger en de kans op voortzetting groter. Het is vooral belangrijk een relatie te leggen met de RIE, bijvoorbeeld met de sector RIE, de RIE Gemeenten. De campagne Schiet op je werk doet dat op drie manieren: 1. Met de campagne is op eenvoudige wijze de verplichting tot voorlichting en instructie aan de medewerkers uit te voeren. Dit is een verplichting volgens de Arbowet. Door de campagne op te nemen in het Plan van Aanpak bij de RIE voldoet de gemeente aan deze verplichting. 2. Met de campagne is op alle niveaus in de organisatie draagvlak te kweken voor de RIE en (met name) het Plan van Aanpak. De campagne Schiet op je werk gaat namelijk uit van participatie. Medewerkers brengen immers zelf lichamelijke risico s en mogelijke oplossingen naar voren. 3. Naast het globaal in kaart brengen van risico s die het werk voor de werknemers met zich meebrengt, geldt voor een aantal arbo-onderwerpen de verplichting tot aanvullende inventarisatie. Dit wordt ook wel specifieke inventarisatie genoemd. Bij de specifieke inventarisaties wordt het risico van een bepaalde werkzaamheid of van bepaalde stoffen volledig in kaart gebracht. Deze inventarisatieverplichting geldt ook voor fysieke belasting. Als uit de RIE een verhoogd risico op fysieke overbelasting blijkt, kan de campagne worden ingezet als verdiepende RIE fysieke belasting. RIE Gemeenten De RIE Gemeenten is een online doe-hetzelfinstrument. Preventiemedewerkers, arbo-coördinatoren of P&O ers met arbeidsomstandigheden in hun takenpakket kunnen met dit instrument zelf de RIE uitvoeren. Desgewenst met deskundige ondersteuning. De RIE Gemeenten is (gratis) beschikbaar voor alle gemeenten. Een van de voorwaarden voor het gebruiken van de RIE Gemeenten is het volgen van een workshop. Daarin komt aan de orde: uitleg van het systeem (leren van de knoppen), de verschillende rollen en het invoeren van de structuur van de RIE. Aanmelden voor de workshop kan via www.aeno.nl. Het A+O fonds Gemeenten houdt de inhoud van de RIE Gemeenten actueel: wetswijzigingen of veranderingen in de stand van de techniek worden aangepast. Met vragen of opmerkingen over de RIE Gemeenten kun je terecht bij het projectteam Gezond Werk van het A+O fonds Gemeenten: telefoon 070 373 8822, e-mail gezondwerk@aeno.nl. Oplossingenboek fysieke belasting Het Oplossingenboek fysieke belasting voor de sector Gemeenten staat op de website www.aeno.nl. Het Oplossingenboek bevat praktische adviezen om knelpunten rond lichamelijke belasting en werkdruk op te lossen. In totaal worden 61 oplossingen aangeboden. Het Oplossingenboek maakt onderscheid tussen technische, organisatorische en gedragsmatige oplossingen. Je vindt het Oplossingenboek op www.aeno.nl. (> Gezond werk > Oplossingenboek fysieke belasting). 14 Licht op zwaar werk Handleiding bij de campagne Schiet op je werk 15

6. Zo beoordeel je licht en zwaar Waar komen de oplossingen vandaan? Het Oplossingenboek biedt best practices rond licht werken, zowel binnen als buiten gemeenten. De beste en meest werkbare oplossingen voor problemen rond lichamelijke belasting zijn erin opgenomen. Op die manier kunnen gemeenten dus leren van elkaar en hoeven ze niet ieder voor zich het wiel uit te vinden. De oplossingen zijn verzameld bij acht gemeenten en vervolgens besproken en aangevuld door (ervarings)deskundigen. Werken met het oplossingenboek In het Oplossingenboek (op www.aeno.nl) kun je oplossingen selecteren op basis van het soort werk (veegdienst, afvalinzameling etc.), het type belasting (tillen/dragen, duwen etc.) en het soort oplossing. Omgaan met oplossingen Bij voorkeur kies je een oplossing die het knelpunt bij de bron aanpakt. Dat wil zeggen dat een oplossing die de lichamelijke belasting uitbant altijd de voorkeur heeft boven het aanpassen van gedrag. Immers: gedrag veranderen is lastig. Dit betekent bijvoorbeeld dat het inzetten van een tilhulpmiddel de voorkeur heeft boven het geven van een tilinstructie. Let wel: een oplossingsrichting wordt pas een concrete oplossing als deze op maat wordt afgestemd op de concrete situatie van de gemeente. Vervolg Het is de bedoeling dat het Oplossingenboek in de loop der tijd wordt aangevuld met nieuwe oplossingen en met ervaringen met de huidige oplossingen. Daarom is het Oplossingenboek interactief. Webbezoekers kunnen aanvullingen doen. Voordat ze geplaatst worden, worden ze wel eerst zorgvuldig getoetst door deskundigen. Je kunt aanvullingen en/of opmerkingen mailen naar: gezondwerk@aeno.nl. Werk in de buitendienst zal helaas nooit echt licht worden. Het zal wel altijd lichamelijk werk blijven. Toch is het werk wel te verlichten. Verminderen van de fysieke belasting is goed mogelijk. Er zijn tal van mogelijkheden. Hoe zoek (en vind) je geschikte oplossingen om het werk lichter te maken? 1. Maak gebruik van het digitale Oplossingenboek. 2. Gebruik de ervaring van je eigen medewerkers. Vaak is het voldoende om eens goed met elkaar stil te staan bij een bepaalde situatie. Hoe zou het werk anders georganiseerd kunnen worden? Wat kunnen medewerkers zelf doen om het werk lichter te maken? 3. Zoek elders oplossingen. Bij collega-bedrijven, bij leveranciers, op beurzen en op internet. 4. Bekijk ieder knelpunt op drie verschillende manieren: Kan de werkorganisatie slimmer? Is het werk bijvoorbeeld te spreiden over de week? Is het mogelijk met zijn tweeën te werken? Levert een betere voorbereiding nog winst op? Is het mogelijk gebruik te maken van slimmere apparaten of hulpmiddelen? Bijvoorbeeld van een karretje? Is alles wel goed ingesteld? Kan de medewerker zijn gedrag veranderen? Maakt de medewerker optimaal gebruik van de gereedschappen of hulpmiddelen? Heeft de medewerker een goede instructie gekregen? Hoe kan de medewerker het beste omgaan met de fysieke belasting? Verderop in dit hoofdstuk tref je praktische tips. Stuur je oplossing in Zijn er in jouw gemeente goede oplossingen om het werk te verlichten en staan ze nog niet in het Oplossingenboek? Steun collega s in het het land en stuur je oplossing in. Als deze oplossing wordt goedgekeurd dan wordt zij opgenomen in het Oplossingenboek en kan iedereen er z n voordeel mee doen. Je kunt je oplossing mailen naar: gezondwerk@aeno.nl Op een rij: fysieke belasting en oplossingen De ene vorm van lichamelijke belasting is de andere niet. Het is handig een aantal hoofdgroepen te onderscheiden, dat helpt zowel bij het beoordelen van de zwaarte als bij het vinden van oplossingen. De belangrijkste vormen van lichamelijke belasting zijn: Tillen Dragen Duwen en trekken Ongunstige houdingen Energetische belasting Trillen en schokken Repeterende bewegingen. 16 Licht op zwaar werk Handleiding bij de campagne Schiet op je werk 17

6.1 tillen Tillen is een handeling waarbij een object met Het tillen van (zware) lasten is de bekendste vorm de hand(en) wordt beetgepakt en vervolgens van lichamelijke belasting. Of een tilsituatie in zonder mechanische hulpmiddelen verticaal het werk toelaatbaar is of niet, hangt in hoofdzaak af van de volgende zeven factoren (let op wordt verplaatst, zonder dat de taakuitvoerder loopt. de verwijzing in de figuur): Het te tillen gewicht H= Reikafstand (horizontaal vanaf tussen je enkels tot aan je handen) V= Verticale afstand D = Verticale reisafstand F= Frequentie en duur van de tilarbeid A= Asymmetrie oftewel de mate van rompdraaiïng C= Contact met de tillast ( kun je het goed beetpakken ) De tilnorm: wat zeggen wet en wetenschap? Gevaren voor de gezondheid door lichamelijke belasting moeten worden voorkomen. In de Arbowet staat letterlijk dat de werkgever moet zorgen voor een veilige en gezonde werkomgeving. Hoeveel mag een medewerker maximaal tillen? De Arbowet beschouwt 23 kilo als het maximaal te tillen gewicht. Dat getal wordt niet letterlijk genoemd maar dat is de stand van wetenschap en techniek en daar moet elke werkgever aan voldoen. Dat staat wel in de Arbowet. Om te bepalen of een tilsituatie gezondheidsrisico s oplevert wordt vaak de NIOSHformule gebruikt. Volgens die formule is 23 kilo het maximum dat in een ideale situatie handmatig mag worden getild. Zwaarder tillen kan gevaar voor de gezondheid opleveren. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer om tillen zo veel mogelijk te voorkomen: altijd als de last meer dan 23 kilo bedraagt, maar óók bij kleinere gewichten. Voor je gezondheid is het niet goed gewichten van meer dan 23 kg te tillen. Voor het beoordelen van tilsituaties wordt in het algemeen de NIOSH-methode (Waters et al., 1993 1 ) als uitgangspunt genomen. NIOSH gaat ervan uit dat te zwaar tillen te belastend is voor de onderrug. De NIOSH-methode van het ideale tilgewicht houdt daar rekening mee. Tilbelasting volgens NIOSH Volgens de NIOSH-methode is er meteen een tilknelpunt als: het te tillen gewicht meer dan 23 kilo is, en/of er tijdens tillen boven de 175 cm getild wordt (V eindigt boven 175 cm), en/of er tijdens tillen meer dan 63 cm gereikt moet worden (H is meer dan 63 cm). Voor andere tilsituaties is met NIOSH een aanbevolen tilgewicht te berekenen door de uitgangswaarde van maximaal 23 kilo te vermenigvuldigen met zes reductiefactoren gebaseerd op de factoren uit voorgaande figuur. Deze berekening is specialistenwerk. Echter, in de praktijk blijkt dat 80% van de belasting door drie factoren wordt bepaald: de horizontale afstand (H) de frequentie en duur van de tilarbeid (F) de hoek waaronder wordt getild (rompdraaiïng) (A). 1 Waters, T.R., V. Putz-Anderson, A. Garg en L.J. Fine, Revides NIOSH equation for the design and evaluation of manual lifting tasks, in: Ergonomics vol 36, no 7 (1993), 749-776. Met een snelle berekening op basis van deze drie factoren kun je een goede inschatting krijgen. Dit werkt als volgt: Snelle methode om maximaal tilgewicht te bepalen Stap 1 > Uitgangspunt: het maximale tilgewicht is 23 kilo. Als het gewicht hoger is, is het werk te zwaar. Als het gewicht lager is: ga naar stap 2 tot en met 5. Stap 2 > Bepaal de horizontale reikafstand (H). Meet van tussen de enkels tot aan de handen hoever gereikt moet worden bij het begin en het eind van de tilhandeling. Neem de hoogste waarde van de twee metingen. Bij 25 cm: correctiefactor 1. Bij 35 cm: correctiefactor 0,7. Bij 45 cm: correctiefactor 0,55. Bij 55 cm: correctiefactor 0,45. Bij 63 cm: correctiefactor 0,40. 18 Licht op zwaar werk Handleiding bij de campagne Schiet op je werk 19

6.2 Dragen Stap 3 > Bepaal de frequentie en duur van de tilarbeid (F). Met tilarbeid wordt bedoeld: de netto werktijd besteed aan tillen en dragen. Maak daarvoor de meest passende keuze voor een correctiefactor uit de volgende tabel: Tot 1 uur per dag 1-2 uur per dag 3-7 uur per dag Tot 1 x per 0,94 0,92 0,81 minuut 1-2 x per 0,91 0,84 0,75 minuut 3-4 x per 0,86 0,79 0,55 minuut Meer dan 4x 0,80 0,60 0,35 per minuut Stap 4 > Bepaal de hoek waaronder wordt getild (A). Kies de meest passende correctiefactor: 0 = rechte rug, of maximale draaiïng van 20 graden: correctiefactor 1. 1 = gedraaide rug van 20 tot 45 graden, correctiefactor 0,7. 2 = gedraaide rug meer dan 45 graden, Voorbeeld Een medewerker groenvoorziening besteedt gedurende een langere periode per werkdag gemiddeld 3 uur per dag aan het planten van jonge boompjes van 10 kilo per stuk. De minigraafmachine graaft een gat. En hij plant gemiddeld 1x per minuut een boom. Hij reikt daarbij gemiddeld 35 cm. Hij draait daarbij zijn rug 30 graden. De formule: 23 x 0,7 x 0,81 x 0,7 = indicatie maximaal toelaatbaar tilgewicht. Dat is 9,1 kilo. Oplossing Door de bestuurder van de minigraafmachine te laten afwisselen met de bomenplanter wordt net aan de NIOSH-norm voldaan. Uitgaande van samen deze werkzaamheden uitvoeren, dan verandert de frequentie 1,5 uur per dag tot 1 x per minuut (0,92). De rest blijft gelijk. Dus 23 x 0,7 x 0,92 x 0,7=10,37. Dit is nog altijd minder dan de 12 kilo. Dit is wel verlichting maar niet voldoende, er moet dus ook nog een andere oplossing komen. Laat de bomenplanter een cursus werken met de graafmachine volgen. oplossingen tillen Voorbeelden uit het Oplossingenboek: Dragen is een handeling waarbij een object met de hand(en) wordt vastgehouden en zonder mechanische hulpmiddelen in horizontale richting wordt verplaatst. In arbeidssituaties zijn de draagafstanden over het algemeen kort. Voor het beoordelen van draagsituaties bestaat ook een rekenmethode. Die methode gaat uit van een basisgewicht. Dat is het gewicht van een last dat in optimale situaties gedragen mag worden. Wat is ideaal? Dat hangt voornamelijk af van een- of tweehandig dragen, de draagafstand, de draagfrequentie en de draaghoogte. Net als bij tillen is voor dragen een snelle methode vastgesteld. Snelle methode om maximaal draaggewicht te bepalen Stap 1 > Uitgangspunt: het maximale draaggewicht is 20 kilo. Als het gewicht hoger is, is het werk te zwaar, als het gewicht lager is, ga naar stap 2 tot en met 5. Stap 3 > Bepaal de houding waarin de last gedragen moet worden: Normaal rechtop met afhangende armen: correctiefactor 1. Met opgetrokken schouders: correctiefactor 0,80. In gebogen houding (kleine ruimte): correctiefactor 0,60. Stap 4 > Bepaal de frequentie. Maximaal 1 x per minuut: correctiefactor 1. Tussen de 1 en 5 x per minuut: correctiefactor 0,8. Stap 5 > Als er met twee handen gedragen wordt: correctiefactor 1. Als er met een hand gedragen wordt: correctiefactor 0,6. Stap 6 > Plaats de uitkomsten in de volgende formule: 20 x correctiefactor afstand x correctiefactor houding x correctiefactor frequentie x correctiefactor met een/twee handen dragen = indicatie maximaal toelaatbaar draaggewicht. correctiefactor 0,5. Stap 5 > Plaats de uitkomsten in de volgende formule: 23 x correctiefactor H x correctiefactor F x correctiefactor A = indicatie maximaal toelaatbaar tilgewicht. Bomen kluitlaadbak Een hulpmiddel voor het verplaatsen van gerooide bomen of struiken met kluit. De kluit hangt in een soort vork en de stam wordt omarmd door grijparmen. Stap 2 > Bepaal de afstand waarover de last gedragen moet worden: Tot 2 meter: correctiefactor 1. Van 2 tot 4 meter: correctiefactor 0,88. Van 4 tot 8 meter: correctiefactor 0,75. Meer dan 8 meter: correctiefactor 0,50. Voorbeeld Een medewerker groenvoorziening besteedt gedurende een langere periode per werkdag gemiddeld 3 uur per dag aan het planten van jonge boompjes van 10 kilo per stuk. De minigraafmachine graaft een gat, hij plant gemiddeld 1x per minuut een boom. Hij moet daarbij gemiddeld 4 meter lopen met één boompje in elke hand. De formule: 20 x 0,75 x 1 x 1 x 0,6 = indicatie maximaal toelaatbaar draaggewicht is 9 kilo. 20 Licht op zwaar werk Handleiding bij de campagne Schiet op je werk 21

6.3 Duwen en trekken Oplossingen Door de bestuurder van de minigraafmachine te laten afwisselen met de bomenplanter wordt wel aan de NIOSH-norm voldaan. Laat de bomenplanter een cursus werken met de graafmachine volgen. Een andere en eenvoudiger oplossing: dragen van één boompje met twee handen. Er moet dan wel meer gelopen worden en het werk zal langer duren. Oplossingen dragen Voorbeelden uit het Oplossingenboek : Multifunctionele zelfrijdende machine Kleine zelfrijdende multifunctionele machine waaraan hulpstukken bevestigd kunnen worden zoals bandensteller, graafmachine, stenenklem. Bruikbaar voor het opperen van stenen, tegels, banden en kolken, klein grondverzet, banden en kolken stellen, tegels leggen, zand bezemen en sleuven frezen. Tips voor tillen en dragen Een goede til- en draagtechniek is belangrijk. Ook omdat het niet altijd mogelijk is de tilbelasting terug te dringen onder de gezondheidskundige grenswaarden. Hoe til en draag je gezond? Hou de last dicht bij het lichaam. Bij tillen is de horizontale afstand van lichaam tot last belangrijk, hou die afstand zo klein mogelijk! Til tussen heup- en ellebooghoogte. Hou je rug recht. Til niet meer dan 23 kilo. Gebruik een tilhulpmiddel. Vraag een collega om hulp als het gewicht groter is dan 23 kilo. Duwen en trekken is het uitoefenen van een kracht met de handen door een persoon op een object, waarbij de grootste component van de resultante kracht horizontaal is gericht. Bij duwen is deze kracht van het lichaam af gericht, terwijl deze bij trekken juist naar het lichaam toe is gericht. Bij het duwen of trekken van voorwerpen kan een overmatige belasting voorkomen. Of het werk echt zwaar is, hangt af van het gewicht en de afmetingen van de last, maar ook van de ondergrond en de kwaliteit van de wielen. Er zijn twee vormen van duwen en trekken: Duwen en trekken waarbij het gehele lichaam in beweging komt en meebeweegt in dezelfde richting, zoals bij het duwen of trekken van een kar. Duwen en trekken waarbij het lichaam stil blijft, zoals in een staande of zittende werkhouding. Naast het duwen of trekken met de handen kan ook gedacht worden aan het duwen met de benen en voeten. Duwen en trekken met het hele lichaam Voor het duwen en trekken waarbij lasten lopend worden verplaatst, zoals bij het verplaatsen van een kruiwagen, zijn maximaal acceptabele krachten bepaald door bij de beroepsbevolking te onderzoeken wat de te leveren duw- en trekkrachten zijn die zij een hele werkdag zouden kunnen leveren zonder klachten te ervaren. Hierbij is een onderscheid te maken tussen aanzet- en volhoudkrachten. Aanzetkrachten zijn krachten die nodig zijn voor het in gang zetten van objecten. Volhoudkrachten voor het in gang houden van objecten. Wat acceptabele aanzet- en volhoudkrachten zijn, is afhankelijk van duwen of trekken, afgelegde afstand, aangrijphoogte en frequentie en alleen toepasbaar bij tweehandig duwen of trekken. Om de richtlijnen toe te kunnen passen is het noodzakelijk dat er op de werkplek duw- en trekkrachten worden gemeten. Het is van groot belang onderscheid te maken tussen het op gang brengen en het volhouden. Vooral de mate van versnelling tijdens het op gang brengen is een bepalende factor. Bij het snel op gang brengen van de last zijn de uit te oefenen krachten groter. 22 Licht op zwaar werk Handleiding bij de campagne Schiet op je werk 23

6.4 ongunstige houdingen Oplossingen voor duwen en trekken Voorbeelden uit het Oplossingenboek : Elektrische kruiwagen of minidumper Ze bestaan zowel op rupsbanden als op wielen. Bruikbaar voor het verplaatsen van zand, grond en andere materialen. Handtransportmiddel parkeerbeheer Een verrijdbare gereedschapskoffer die gemakkelijk te verplaatsen is. Geschikt voor het transport van en naar de parkeermeters op de locatie. De koffer moet zo zijn uitgevoerd dat muntgeld veilig en makkelijk te vervoeren is. Bruikbaar voor het legen van de parkeermeters en het handmatig transporteren van muntgeld. Er is sprake van statische werkhoudingen als één of meer lichaamsdelen vier seconden of langer dezelfde houding aannemen. Veelvoorkomende statische werkhoudingen zijn langdurig staan of zitten en lang in een gebogen houding werken. Maar denk ook aan het langdurig ingedrukt houden van een knop of pedaal. Waarom is dat ongezond? Statische inspanningen belemmeren de doorbloeding van het lichaam en daarmee het transport van voedings- en afvalstoffen in het lichaam. Afbeelding X: uiterste gewrichtsstand Naast de werkhouding zelf is ook de tijdsduur van die houding een belangrijke factor in de beoordeling van de schadelijkheid. Ook de afwisseling met andere houdingen is belangrijk. Uiterste gewrichtstanden, zoals het zitten op je hielen met maximaal gebogen knieën (afbeelding X) moet je te allen tijde voorkomen. Tips voor duwen en trekken Breng de last rustig op gang. Snel op gang brengen van een last is zwaarder voor je lichaam. Liever duwen dan trekken. Leer mensen bij duwen het eigen lichaamsgewicht te gebruiken. In het algemeen is duwen gunstiger dan trekken, dus probeer wanneer mogelijk het trekken door duwen te vervangen. Zorg ook dat er tweehandig getrokken of geduwd kan worden. Werk vanuit de benen. Duw/trek niet in een te kleine ruimte. Afbeelding Y: alternatief Aanbevolen wordt niet langer dan 4 uur per dag of 1 uur aaneengesloten te staan (stilstaan). Staand werken moet zo veel mogelijk worden afgewisseld met andere werkhoudingen zoals zitten en lopen. Het werk op de juiste hoogte brengen is ook aan te bevelen. 24 Licht op zwaar werk Handleiding bij de campagne Schiet op je werk 25

6.5 Energetische belasting Oplossingen werkhoudingen Voorbeelden uit het Oplossingenboek : Zelfrijdende bestratingmachine Een zelfrijdende machine om steenpakketten te kunnen verleggen tot bestrating. Er zijn hulpstukken zodat met de machine ook geopperd kan worden. Ook kunnen sommige andere werkzaamheden van het bestraten ermee worden uitgevoerd. Machinaal straten is verplicht voor oppervlakten vanaf 1500 m². Snoeigereedschap met verlengde arm Ergonomisch snoeigereedschap zorgt voor minder krachtsinspanning tijdens knippen en snoeien van struiken en bomen. Voor hoge bomen of struiken zijn er uitvoeringen met een telescoopstok of verlengde armen. Dit voorkomt slechte werkhoudingen en werken op hoogte met ladders. Hoe weet je er of er sprake is van energetische belasting? Heel simpel: als je moe wordt in je hele lichaam. Dat gebeurt als een groot extra toenemen. Hier moet je rekening mee houden bij de interpretatie van de normen voor energetische belasting. deel van been- en rompspieren fors wordt aangesproken. Zoals bij traplopen, fietsen en klimmen. Nauwkeurig bepalen van energetische belasting is specialistenwerk. Onderstaande tabel geeft enkele eenvoudige Gezondheidsrichtlijnen voor energetische belasting houden rekening met energieverbruik, zuurstofopname en hartslagfrequentie bij arbeid. Door ongunstige omgevingsfactoren, zoals werken in hitte, kan de arbeidsbelasting handvatten om te bepalen of er mogelijk sprake is van een hoge energetische belasting. Bepaal zelf welke factoren in je situatie van toepassing zijn. Als een factor van toepassing is: tel dan de punten op. Onder in de tabel staat de uitslag. Activiteit Punten Aantal uur per dag werk < 2 uur per dag? Ja: 0 punten uitvoeren, waarvan men 2-4 uur per dag? Ja: 2 punten duidelijk merkbaar moe wordt (zwaar sjouwen, veel lopen, 4-6 uur per dag? Ja: 4 punten traplopen, fietsen) > 6 uur per dag? Ja: 7 punten Tips voor werkhoudingen Hou neus en tenen/knie in dezelfde richting. Werk niet gebogen. Werk niet buiten bereik van armen. Sta stabiel. Wissel houdingen en werkzaamheden af. Vermijd uiterste gewrichtstanden. De medewerker kan het werktempo niet zelf bepalen. Er is sprake van een opgelegd werktempo. Er is gedurende ten minste vier uur per dag veel lawaai in de arbeidsomgeving. Zodanig dat men elkaar op normale spreektoon op een meter afstand niet kan verstaan. Er wordt ten minste meer dan een uur per dag gewerkt in zeer warme omstandigheden ( > 27 graden). Gedurende meer dan twee uur per dag wordt meer dan 10 kilo getild en gedragen. Gedurende meer dan vier uur per dag wordt meer dan 10 kilo getild en gedragen. Uitkomsten Ja: 2 punten Nee: 0 punten Ja: 2 punten Nee: 0 punten Ja: 2 punten Nee: 0 punten Ja: 2 punten Nee: 0 punten Ja: 3 punten Nee: 0 punten < 5 punten: situatie is acceptabel. 6-8 punten: mogelijk knelpunt energetische belasting. > 8 punten: knelpunt energetische belasting. 26 Licht op zwaar werk Handleiding bij de campagne Schiet op je werk 27

6.6 Trillen en schokken Oplossingen energetische belasting Voorbeelden uit het Oplossingenboek : Minigraver en/of sleuventrekker Minigraver: een graafmachine voor het mechanisch graven en weer dichtgooien van een put of sleuf. Een sleuventrekker is een soort graaf- machine waarbij een kettingfrees de sleuf graaft. Bruikbaar voor het graven van een put of sleuf, het leggen van drainagebuizen, het dichtgooien met de bak of een aan de machine gemonteerde schuif of als hijsgereedschap voor het plaatsen van buizen en hulpmiddelen in de sleuf of put of het delven van een graf. Heggenschaar op aftakastrekker Hydraulische arm met heggenschaar voor op (kleine) tractor. Het ingebouwde hydraulische systeem wordt aangedreven via de aftakas van de tractor. Maaien van lange of hoge heggen. Bijvoorbeeld heggen voor wegafbakening, erfafscheiding of afscheiding van het groene gedeelte. Tip energetische belasting Hou je conditie op peil! Er zijn twee verschillende soorten trillingen, afhankelijk van de plaats waar ze het lichaam binnenkomen: hele lichaamstrillingen en hand- en armtrillingen. Hele lichaamstrillingen zijn trillingen en schokken die via een steunvlak op het gehele lichaam inwerken. Hand- en armtrillingen zijn trillingen en schokken die via de handen tijdens het werken met gereedschappen worden overgedragen. Een EU-richtlijn over toelaatbare niveaus voor hand- en arm- en lichaamstrillingen en schokken is in 2002 vastgesteld en moet sinds 2005 in alle lidstaten geïmplementeerd zijn. De richtlijn heeft ten doel werknemers te beschermen tegen gezondheidsschade door overmatige blootstelling aan trillingen en schokken. Er is speciale apparatuur nodig om trillingen en schokken te meten. Conform de Machinerichtlijn (Richtlijn 98/37/EG) zijn fabrikanten en leveranciers echter verplicht op te geven hoe groot de trilling- en schokblootstelling is bij het werken met de door hen geleverde apparatuur. Dit staat in de technische handleiding van het apparaat. Dit laatste is niet meer dan een indicatie. Bij hand-/armapparaten is de door de fabrikant opgegeven waarde alleen betrouwbaar als het apparaat correct gebruikt wordt en als er goed en periodiek onderhoud gepleegd wordt. Daarbij hoort ook het ijken of kalibreren van het apparaat. Bij machines waar mensen in zitten of staan gaat het meestal om de trillingsdemping van de stoel of de vloerplaats waar de mensen op staan. Dat geldt alleen als het gaat om een vrij vlakke ondergrond. Bekend voorbeeld is het rijden met heftrucks over terreinen met Stelcon betonplaten: door het steeds weer botsten over de randjes ontstaat een hoge tril- en schokbelasting. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij de gemeentewerf of in de milieustraat. Oplossingen trillen en schokken Voorbeelden uit het Oplossingenboek : Trillingsdempende handschoen Een werkhandschoen speciaal geschikt voor het werken met trillend gereed schap (bosmaaiers, trilplaten etc.). Geschikt voor handgereedschap waarbij de medewerker wordt blootgesteld aan hand- en armtrillingen. Tips trillen en schokken Neem regelmatig pauze. Laat het apparaat voor je werken. Werk niet met koude handen. De trillingsblootstelling staat in de handleiding van het apparaat. 28 Licht op zwaar werk Handleiding bij de campagne Schiet op je werk 29

6.7 Repeterende bewegingen AANTEKENINGEN Dezelfde bewegingen (in de ruimte) van de handen meer dan twee keer per minuut langer dan 1 uur per dag. Een goed voorbeeld van repeterende bewegingen is lopendebandwerk. Het risico op gezondheidsklachten door repeterend bewegen hangt onder andere af van de frequentie, tijdsduur, bewegingsuitslag van de ledematen en de geleverde kracht bij de handeling. RSI (Repetitive Strain Injury) is de meest gebruikte term voor klachten als gevolg van repeterende bewegingen. Sinds 2004 wordt RSI op initiatief van de beroepsorganisaties van medici, paramedici en psychologen ook wel aangeduid als CANS (Complaints of the Arm, Neck and/or Shoulder). Oplossingen repeterende bewegingen Voorbeelden uit het Oplossingenboek : Elektrische snoeischaar Een elektrische of pneumatische snoeischaar vermindert (de kans op) klachten aan armen en handen. Een elektrische schaar levert de minste krachtsinspanning en de minste schokken (zie www.groenkennisnet.nl/platformarbeid). Pneumatische snoeischaren vormen op veel punten een goed alternatief. Taakroulatie / afwisseling Om te voorkomen dat werknemers continu hetzelfde werk doen, is een oplossing om een roulatiesysteem in te voeren. Tips repeterende bewegingen Breng het werk op de juiste hoogte. Maak zo veel mogelijk gebruik van hulpmiddelen. Neem voldoende pauzes. Vermijd een slechte werkhouding. 30 Licht op zwaar werk Handleiding bij de campagne Schiet op je werk 31

Ik mik op lichter! Twee jaar gelden sloegen we met gemeente Dordrecht een nieuwe koers in. We zijn de routinematige werkzaamheden, zoals standaard onderhoud, nog meer gaan uitbesteden aan externe bedrijven. Bij het beheren van de totale openbare ruimte doen onze ploegen nu vooral nog de servicegerichte activiteiten, inspecties en calamiteiten. Door deze ontwikkeling besteden we eigenlijk ook een deel van het zware werk uit. Daardoor daalt bij ons het aantal lichamelijke klachten. Toch betekent het absoluut niet dat we er nu minder aandacht voor hebben, integendeel. We zijn erg actief in het Peter Matthieu arbocoördinator en coördinator aanleg en onderhoud speelvoorzieningen verzinnen van oplossingen die het werk lichter maken. We letten er dan vooral op dat de oplossingen, zoals hulpmiddelen, gemakkelijk in gebruik zijn. Anders gebeurt het alsnog op de oude zware manier. De mannen zijn namelijk erg gemotiveerd en willen niet voor elkaar onder doen. Dan gaan ze over hun grenzen heen en dat proberen we nou juist te voorkomen. Weinig afstand Mijn combinatiefunctie van arbocoördinator en coördinator aanleg en onderhoud speelvoorzieningen is erg handig bij het verlichten van het werk. Ik zie en spreek iedereen elke dag en heb op die manier veel feeling met het werk en de mensen. Ook ben ik op deze manier bereikbaarder dan wanneer ik op het stadskantoor zou zitten. Ik zie met eigen ogen wat er lichter kan in het buitenwerk en kan dit ook snel omzetten in een oplossing. Daarbij volgen we niet altijd de gebaande paden. Zo hebben we bij de aanschaf van nieuwe afvalbakken nu een oplossing waar we stad en land voor hebben afgezocht. We wilden de zware betonnen voet van de afvalbakken vervangen door een veel lichtere schetsplaat. Uiteindelijk hebben we dit na veel getouwtrek toch bij een lokale leverancier voor elkaar gekregen. Agendapunt Toch moet je bij het verlichten van het werk niet alleen kijken naar andere materialen en hulpmiddelen. Ook training is belangrijk, juist omdat de meeste buitendienstmedewerkers echte doeners zijn. Ze gaan ervoor en zijn gewend op een bepaalde soms belastende manier te werken. Ze realiseren zich vaak pas laat, dus op het moment dat er echt klachten ontstaan, hoe zwaar ze hun lichaam eigenlijk hebben belast. Op dit moment hebben we daar geen standaard training voor, maar dit is wel een actiepunt voor de komende periode. Ook in de werkbesprekingen geven we er aandacht aan en is arbo een vast agendapunt. Zo hopen we iedereen nog bewuster aan het werk te krijgen. 32 Licht op zwaar werk 33 licht op zwaar werk! Handleiding bij de campagne Schiet op je werk 33

7. Schiet op je werk Schiet op je werk is een methode waarmee gemeenten lichamelijke belasting bij buitendienstmedewerkers kunnen verminderen. De methode bestaat uit een pakket van hulpmiddelen waarmee gemeenten hun eigen campagne lichamelijke belasting kunnen uitvoeren. Met de middelen kunnen gemeenten gestructureerd werken aan terugdringing van fysieke belasting bij buitendienstmedewerkers. De nadruk van de aanpak ligt op draagvlak scheppen, het thema op de agenda krijgen en met elkaar in gesprek komen en blijven over knelpunten en oplossingen. Het zijn geen losse middelen maar het is een integraal pakket. Dat wil zeggen dat het effect optimaal is als de middelen in samenhang worden gebruikt. Waarom en waarop schieten? Het idee achter Schiet op je werk is simpel: elk team van de buitendienst maakt foto s van werksituaties die ze te zwaar vinden. Ze geven ook aan hoe het lichter kan. In toolboxmeetings worden de inzendingen besproken. Dit betrekt medewerkers en leidinggevenden op een laagdrempelige, luchtige en actieve manier bij het thema. Het doel van deze aanpak is allereerst betrokkenheid genereren van leidinggevenden en buitendienstmedewerkers. Dus het mobiliseren van aandacht en het samenbrengen van mensen. Buitendienstmedewerkers zijn letterlijk en figuurlijk vaak onzichtbaar en onbereikbaar. Schiet op je werk biedt een methodiek om daar wat aan te doen. Het zet een dialoog en aanpak in gang over gezond werken. Hoe ontstaat gedragsverandering? Doel van de campagne Schiet op je werk is om minder belastend te werken door zware handelingen te voorkomen. Dat betekent: bereiken van (gezond en veilig) gedrag van zowel medewerkers als leiding. Dat gaat een stapje verder dan bewustwording. Wat komt er kijken bij gedragsverandering? Het blijkt dat mensen, en dus organisaties, een aantal fases doorlopen om kennis tot zich te nemen en attitudes en gedrag te veranderen. Dat geldt voor het management dat afweegt of ze maatregelen tegen lichamelijke belasting gaat inzetten. En het geldt ook voor medewerkers die afwegen of ze meewerken aan die maatregelen. Draagvlak en enthousiasme verwerven voor terugdringing van lichamelijke belasting is niet te bereiken door alleen informatie (over risico s en mogelijke maatregelen) te verstrekken. De kern van een succesvolle aanpak is stapsgewijs communiceren. Het meest effectief is om dat op de volgende wijze te doen: mensen eerst interesseren voordat ze kennis tot zich nemen (bewustworden en overwegen) en voordat ze vervolgens anders (= minder belastend) gaan werken (toepassen van het gewenste gedrag). Vergelijk het met de aanschaf van een auto. Dat doe je ook niet door een folder te lezen. Je raakt geprikkeld door reclame, je verdiept je eens in een brochure of kijkt op internet, gaat naar de showroom, laat je informeren door de verkoper, denkt er nog eens over, praat erover met vrienden en hakt dan de knoop door. Zo gaat dat dikwijls. En niet alleen bij de aanschaf van een auto. Dit gefaseerde adoptieproces is ook te gebruiken in de communicatie over terugdringing van lichamelijke belasting. Stapsgewijs schieten op je werk Voor elke stap bevat Schiet op je werk middelen. Wanneer je deze middelen achtereenvolgens inzet, rol je op systematische wijze een verbeteringstraject uit. Stap 0 Stap Stap 0: Voorbereiden Stap 1: Introduceren Stap 2: Bespreken Stap 3: Schieten & oogsten Stap 4: Verlichten Voorbereiden Gedragsverandering in stappen Doel van deze stap: je inhoudelijk verdiepen in en voorbereiden op de campagne. En vooral: steun genereren van beslissers (management, P&O en OR). Hun steun en instemming is noodzakelijk om Schiet op je werk te introduceren en tot een succes te maken. Draagvlak Hoe krijg je steun (en middelen) om de campagne te starten en tot een goed eind te brengen? In het kort komt het neer op: communiceer face to face met beslissers. Beleg een of meer bijeenkomsten waarin je de feitelijke Doel Draagvlak scheppen Interesse wekken Bewustwording kweken Overweging voeden Licht werkgedrag stimuleren en borgen opzet en inhoud, maar vooral ook de mogelijke opbrengsten (minder lichamelijke klachten, blessures en dus minder verzuim) van Schiet op je werk communiceert. Op de website www.aeno.nl vind je een powerpointpresentatie waarmee je het project kunt uitleggen en toelichten. Workshop Wil je je goed voorbereiden op de campagne? Dan kun je de workshop Scherpschutters volgen. Die is bestemd voor de campagnetrekkers. Dus voor jou als preventiemedewerker, arbocoördinator, HRM er of P&O er. De workshop wordt je aangeboden door het A+O fonds. Op de site (www.aeno.nl) zie je wanneer en waar de workshop wordt georganiseerd. Je leert hoe de campagne in elkaar steekt, hoe je lichamelijke belasting beoordeelt, hoe je bij beslissers steun kunt genereren voor opzet en uitvoer van de campagne. En hoe je teamchefs en buitendienstmedewerkers activeert tot lichter werken. 34 Licht op zwaar werk Handleiding bij de campagne Schiet op je werk 35