Optimale zorg door nieuwe organisatievorm

Vergelijkbare documenten
Hoe bevalt het met de Martini Geboorte Groep?

Samen werken aan betere geboortezorg voor moeder en kind!

Beleidsplan VSV Kracht

Visie Preall Auteur: Kerngroep/MR januari 2016 Definitief 1.0

Participatie van cliënten laat nog te wensen over. Dit geldt ook voor de eenduidige voorlichting aan (aanstaande) zwangeren en hun partners.

Concept checklist voor afspraken in de regio (VSV) versie 0.1

Thema: Cliënt centraal

Integrale Geboortezorg in de praktijk

De weg naar Integrale Geboortezorg. Frans Annot Directeur STBN

De geboortezorgorganisatie. Organisatiemodellen integrale geboortezorg

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over concentratie van verloskundige zorg (2012Z01806).

Integrale Geboortezorg Breda e.o. Monique Klerkx 15 februari 2018 Mariska Shekary-Moonen

Implementatie Zorgstandaard Integrale Geboortezorg

Geboortezorg in beweging: DVP Rijnmond, Regionale Regie

Ondersteuning huisartsen bij opzet/implementatie Zorgvernieuwingsproject PROCESBESCHRIJVING

VSV-beleid Coördinerend Zorgverlener juli 2018 VSV. Werkgroep Coördinerend Zorgverlener. Opdracht

Miranda Kila, Voorzitter

PLAN VAN AANPAK. Naar een optimale structuur en functioneren van het Verloskundig Samenwerkingsverband (VSV) Leeuwarden e.o.

Definitie integrale zorg

Betreft: Samenwerking in de geboortezorg: positieve ontwikkelingen, knelpunten en oplossingen

Nieuwsbrief Consortium Zwangerschap en Geboorte Noord-Nederland

3. Vertegenwoordiging a) De samenstelling van het stedelijk overleg keten geboortezorg is gebaseerd op de regio Amsterdam.

Uitkomsten zorgverlenersvragenlijst 2015

INTEGRALE GEBOORTEZORG LEIDEN

Projectidee. Algemene gegevens. Inhoud. Projecttitel: Geplande startdatum: Geplande duur: Datum indiener: Aanvrager: Samenwerking met: Samenvatting:

Kennis hebben en kennis delen: Leren van elkaar

Plan van aanpak & evaluatie

Consortium Zwangerschap en Geboorte Noord Nederland (ZeGNN) Herijking projectorganisatie, maart 2014

NOTA ORGANISATIE 2E EN 3E LIJNS VERLOSKUNDIGE ZORG. Versie 1.0

Beleidsbrief Integrale geboortezorg 28 oktober 2015

Samenvatting. Keuze voor à terme sterfte. Hoe werkt perinatale audit in de praktijk?

Inleiding. Eerstelijns verloskundigen en praktijkhouders Regio Leeuwarden, -juni 2017-

Voorlichtingsbijeenkomst Drachten, 21 juni 2012

PLAN VAN AANPAK IMPLEMENTATIE VAN KOM VERDER

Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Kamervragen 19 februari 2008

Nieuwe balans in verloskundige zorg KNOV kiest voor een integraal zorgmodel op basis van gelijkwaardigheid

Titel Projectplan Versie: 0.0

Voorbeeld Perinatale Audit 1

Projectinformatie Code Z. Continuïteit van zorg bij Ongeplande opname van mensen met Dementie in het Ziekenhuis

Module integrale geboortezorg

Cliëntenparticipatie bij het ontwikkelen van kwaliteitsinstrumenten in de zorg

INTEGRALE GEBOORTEZORG LEIDEN

Bijlage 10B Cliëntparticipatie

Projectplan geboortezorg Hoogeveen 2015 Pag 1 van 6 Bij een goede start hoort een goed begin: Doorbreken van het generatie op generatie effect

Regionaal Consortium Zwangerschap & Geboorte Zuidwest Nederland

"COMING TOGETHER IS A BEGINNING KEEPING TOGETHER IS PROGRESS WORKING TOGETHER IS SUCCESS" HENRY FORD

Thema Wat is aangepast? Waar te vinden?

Nieuwsbrief Consortium Zwangerschap en Geboorte Noord-Nederland MAART 2015

CLIËNTENRAAD. Beleidsplan. Cliëntenraad Martini Ziekenhuis Periode De cliënt als partner

Aanvraagformulier projecten

Handreiking. Huisbezoek

Eenheid van Taal in de Perinatale Keten: zorg, screening en registratie. Ger de Winter, Stichting PRN

Bijlage C. Communicatieplan. Passenderwijs

Kraamzorg: krachtige verbinder in de geboortezorg. Visie ActiZ op geboortezorg

Format aanvraag Zorginkoop Integrale geboortezorg 2018 CZ groep

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Projectmatig Creëren (PMC) en de rol van de Project Start Up (PSU) Waterkracht 28 januari 2016

Dossier kandidaatstelling projectvoorstel rond bevallen met verkort ziekenhuisverblijf

Financiering integrale geboortezorg

Voorbeeld projectplan

Noordwest Nederland Op één Lijn. Gezonde geboortezorg met de dynamische leeragenda

Bijlage bij brief: CZ/EKZ WERKPLAN externe Stuurgroep zwangerschap en geboorte

Doel: In samenwerking met maatschappelijke partners organiseren van een proces dat leidt tot een herijkte visie op Borne in 2030

Carola Groenen, verloskundige n.p.

Inleiding. Formuleren van visie. Oriënteren: SWOT-analyse. Formuleren doelstellingen. Actieplannen

Integrale Geboortezorg Zeggenschap en autonomie Regiodag ZonMw Consortium Verloskunde Zuid-Oost Brabant

Vroegtijdige Inzet Partusassistentie (VIP)

Nadat je projectvoorstel goedgekeurd is, kun je je projectvoorstel uitwerken in een projectplan.

HET GEBOORTECENTRUM. Een prima plek voor vrouwen die kiezen om niet thuis te bevallen

V&VN Geriatrie. Jaarplan Inleiding. Missie

Projectvoorstel Integrale visie medische zorg aan jeugdigen

Plan van aanpak implementatie WMO-dienstverlening gemeente Drimmelen

Inkoopbeleid Max-max tarief voor zorginhoudelijke innovaties verloskunde/echoscopie

De zwangere wenst andere zorg dan de zorgverlener adviseert. Hoe gaan we binnen het geboortecentrum IJsselland hiermee om?

Samenvatting. Samenvatting

Projectvoorstellen maken

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem

Geraadpleegd

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Bijlage C. Communicatieplan. Passenderwijs

1 Inleiding. Datum 16 februari Pagina 1 van 10

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Toekomstbestendige zorg in. Twente. Conferentie van Zenderen 2.0. Inhoud. Toekomstbestendige zorg in Twente

Triadekaart GGZ Haagstreek

Zorg voor ouderen en welzijn Netwerk West Achterhoek

Achmea & Geboortezorg. ketensamenwerking. 13 april Consortium Geboortezorg NW Anna Krüger

CONVENANT NETWERK PALLIATIEVE ZORG MEPPEL STEENWIJKERLAND

Inkoopbeleid Geboortezorg 2018

Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg

Factsheet organisatiemodellen integrale zorg. oktober Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen

Zorginkoopbeleid. 2017Geboortezorg. Eno Zorgverzekeraar

Beoordelingsformulier projectvoorstellen KFZ

Palliatieve zorg tot en met 2016 en dan nu verder..

Plan van Aanpak. Definiëring zorgprofielen wijkverpleging

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Anderhalvelijns zorg Hoe maak je het succesvol?

Functieprofiel: Projectleider Functiecode: 0302

Digitaal spreekuur. Werken met een kwaliteitscyclus binnen het VSV 15 januari 2018 om uur. Presentator: Ellen Maussen, Rode Kruis Ziekenhuis

Routekaart eerste fase schoolbestuurlijk onderzoek Scholen voor Morgen en gemeentelijke onderzoek juni 2017 tot en met december 2017.

van vernieuwingen in de zorg

Transcriptie:

Optimale zorg door nieuwe organisatievorm Projectplan Groningen Geboortezorg Augustus 2011 10 jaar! Een heldere kijk op verloskunde

Projectnaam Groningen Geboortezorg Opdrachtgever Jan Megens, contractmanager 2, account PGE/o, Menzis Gedelegeerd opdrachtgever Hans van den Berg, contractmanager 1, account PGE/o, Menzis Projectteam Meta Berrelkamp (neemt het over van Carien Baas), Roelinda Bos, Lindy van Breda Vriesman, Ellen Vreugdenhil, Aren van Loon, Welmoed Rijpkema (deels waargenomen door Fred Kremer), Rebecca Vos (tijdelijk vervangen door Marian Karssen) Projectleider Projectsecretariaat Jolande IJsseldijk Angela Haveman Datum 8 augustus 2011 STBN augustus 2011 Jolande IJsseldijk Postbus 8124 3503 RC Utrecht (030) 282 31 50 STBN Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. 2

Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Het projectplan in een notendop...5 3. Projectdefinitie...7 3.1 Uitdaging: waar gaan we voor?... 7 3.2 Aanleiding: waarom nu?... 7 3.3 Doel: wat willen we bereiken?... 7 3.4 Resultaat: wat leveren we met het project op?... 8 3.5 Afbakening: wat doen we wel en niet?...8 3.6 Effecten: wat zijn de consequenties van het project?...9 3.7 Betrokkenen: wie ondervinden gevolgen van het project?...10 3.8 Randvoorwaarden: wat is nodig om het project te laten slagen?...10 3.9 Omgeving: wat gebeurt er nog meer in de regio?... 11 4. Uitvoering... 12 4.1 Fasering... 12 4.2 Activiteitenplan... 12 5. Projectorganisatie...13 6. Kwaliteit... 15 7. Risicobeheersing... 16 8. Planning...18 9. Financiën... 19 10. Evaluatie... 20 Bijlage 1 Projectopdracht... 23 Bijlage 2 Opdracht werkgroepen... 26 Bijlage 3 Taken en verantwoordelijkheden... 29 3

1. Inleiding Hoe komen we in Groningen tot geboortezorg die op alle niveaus optimale en veilige zorg garandeert voor moeder en kind? Met het project Groningen Geboortezorg willen we deze vraag beantwoorden. Dit projectplan is een uitwerking van de projectopdracht die Menzis in april 2011 gaf, onder de titel Samenwerking, Kwaliteit en Toegankelijkheid Verloskunde Groningen. De aanleiding voor deze opdracht: in november 2010 staken vertegenwoordigers van STBN, Verloskundig Centrum Vita, Kring Groningen en KNOV de koppen bijeen. Onderwerp van gesprek waren diverse regionale ontwikkelingen. Er bleek behoefte aan een betere samenwerking en kwaliteit, en het waarborgen van de toegankelijkheid van de verloskundige zorg in Groningen. Dit projectplan is als eerste bedoeld voor de partijen die het project gaan uitvoeren. Daarnaast informeert het plan de achterban van deze partijen, waaronder verloskundigen, gynaecologen, leidinggevenden in de kraamzorg en andere betrokken organisaties. Leeswijzer Wie geïnteresseerd is in de hoofdlijnen van het projectplan Groningen Geboortezorg, kan volstaan met het lezen van hoofdstuk 2. Hoofdstuk 3 geeft een beschrijving van de projectdefinitie zoals die de afgelopen maanden tot stand is gekomen. Vervolgens beschrijven we de uitvoering en de projectorganisatie. Informatie over de kwaliteit en risicobeheersing leest u in hoofdstuk 6 en 7. De hoofdstukken 8 en 9 gaan over planning en financiën. Tot slot is er een hoofdstuk over de evaluatie van het project. De bijlagen zijn er voor lezers die behoefte hebben aan een detailuitwerking van de projectinhoud. 4

2. Het projectplan in een notendop Een organisatievorm rondom geboortezorg in de provincie Groningen die op alle niveaus optimale en veilige zorg garandeert voor moeder en kind. Cliënten die keuzevrijheid ervaren en tevreden terugkijken op de geboortezorg die ze hebben ontvangen. Dit ideaal staat ons voor ogen bij het project. Waarom het project Groningen Geboortezorg? De Groningse geboortezorg heeft de laatste jaren met veel veranderingen te maken. Bijvoorbeeld bevolkingskrimp, het wegvallen van de mogelijkheid om poliklinisch te bevallen (Delfzijl), centralisering van ziekenhuizen, concurrentie, visieverschillen en verschillende losse initiatieven door professionals. De tijd is rijp om te werken aan een gezamenlijk samenwerkingsverband. Alleen op die manier kunnen we gehoor geven aan de oproep van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte om te bouwen aan een eigentijdse en betrouwbare zorg rond geboorte. Wat willen we bereiken? Vijf resultaten: 1. Een optimale geboortezorg vanuit de behoeften van de cliënt, met de best haalbare uitkomst voor moeder en kind. 2. Zorg die zo dicht mogelijk bij het huis van de cliënt is georganiseerd, met een onderscheid tussen planbare en acute zorg. 3. Keuzemogelijkheid voor poliklinische-, geboortecentra- of thuisbevalling. 4. Een goede samenwerking en communicatie tussen de verschillende zorgaanbieders rond geboorte, op basis van regionale afspraken. 5. Een eenduidige informatievoorziening, waardoor iedere zwangere weet bij wie zij voor welke zorg terecht kan. Wat zijn andere effecten van het project? Wanneer je regionaal geboortezorg aanbiedt vanuit eenzelfde visie, heeft dat verschillende effecten. Inspanningen van diverse zorgverleners voor dezelfde cliënt zullen beter op elkaar aansluiten. Met heldere afspraken zal onderlinge samenwerking en overdracht van zorg gemakkelijker verlopen. Met dit alles neemt ook het werkplezier van zorgverleners toe. Voordeel voor de zorgverleners is ook dat ze zelf invloed kunnen uitoefenen op de uiteindelijke organisatievorm van de geboortezorg. Zo houden ze regie op hun werk, dat in verandering is door landelijke en regionale ontwikkelingen. Een ander positief effect is dat de researchmogelijkheden toenemen doordat gegevens over de echelongrenzen heen beschikbaar zijn. Wie ondervindt gevolgen van het project? Een nieuwe organisatievorm voor geboortezorg in Groningen heeft gevolgen voor cliënten en hun omgeving, maar natuurlijk ook voor professionals en zorgorganisaties. Daarnaast zijn er beroepsorganisaties, verzekeraars en gemeenten voor wie zaken veranderen. Hoe ziet het project Groningen Geboortezorg eruit? Het project bestaat uit zeven clusters van activiteiten. Voor elke cluster is er een werkgroep met een eigen onderzoeks-, ontwerp- en/of adviesopdracht. 5

De clusters: 1. Cliëntperspectief 2. Organisatievorm Geboortezorg 3. Juridisch/financieel 4. Communicatie 5. Kwaliteit (zorginhoud) 6. Elektronisch Patienten Dossier (EPD) 7. Projectorganisatie Hoe beperken we de risico s voor het slagen van het project? 1. We dragen bij aan het commitment bij de achterban. Onder meer door de werkgroepen samen te stellen uit vertegenwoordigers van de betrokken organisaties. 2. We geven de werkgroepen een eigen verantwoordelijkheid. Ze hebben de opdracht om met een klankbordgroep te werken, waar dit toegevoegde waarde heeft. 3. We doen er alles aan om het project hoog op de agenda van de betrokken organisaties en achterban te krijgen. Daarnaast maken we afspraken over de tijdsinvestering van betrokkenen die bijdragen aan het project. 4. We hebben aandacht voor de zorg van professionals over het gevolg van het project voor hun professionele autonomie. 6

3. Projectdefinitie Wat willen we waarom en op welke manier met het project bereiken? Heldere afspraken hierover zijn een voorwaarde voor een geslaagde uitvoering. Discussies binnen het Projectteam en de Supportgroep en met leden van de achterban hebben geleid tot de vaststelling van de hier volgende projectdefinitie. 3.1 Uitdaging: waar gaan we voor? Een organisatievorm die op alle niveaus optimale en veilige zorg garandeert voor moeder en kind in de provincie Groningen. Een cliënt die keuzevrijheid ervaart en positief terugkijkt op de geboortezorg die zij heeft ontvangen. Dit ideaal staat ons voor ogen bij het project. Wij gaan voor: Een gemeenschappelijke visie van alle partijen die betrokken zijn bij de directe geboortezorg, waarin de cliënt centraal staat. Commitment van alle partijen. Een provinciale/regionale organisatievorm voor de provincie Groningen met voldoende capaciteit om kwaliteit van zorg te bieden. Een goede samenwerking en gemeenschappelijke afspraken tussen alle ketenpartners, tussen de diverse beroepsgroepen binnen één organisatievorm en binnen de beroepsgroepen zelf. Keuzevrijheid voor de laagrisico-zwangere als het gaat om de plaats van de bevalling. Keuzevrijheid binnen de provincie voor elke zwangere als het gaat om zorgverleners. 3.2 Aanleiding: waarom nu? Er zijn verschillende redenen waarom het nu belangrijk is om in Groningen samen aan de slag te gaan met de geboortezorg. Ze hebben te maken met zowel landelijke als regionale - Groningse - omstandigheden. Groningen heeft te maken met een bevolkingskrimp in een deel van de provincie. Dat gaat gepaard met een verminderde beschikbaarheid van verloskundige zorgverleners. Concurrentie, visieverschillen tussen verloskundige praktijken en losse initiatieven brengen spanningen en onrust met zich mee. Daarnaast zien we dat cliënten steeds meer gebruik maken van ziekenhuisfaciliteiten. De landelijke perinatale sterftecijfers zijn hoger dan in de rest van Europa. De Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte doet in het rapport Een goed begin daarom een oproep om te bouwen aan een eigentijdse en betrouwbare zorg rond zwangerschap en geboorte. Dit moet leiden tot een daling van de mortaliteit en morbiditeit als gevolg van substandaardfactoren in de zorg. De berichtgeving in de media, zoals over het onderzoek vanuit het UMCU, draagt bij aan de onrust bij cliënten en de zorg bij zorgverleners over de toekomstige invulling van de verloskundige zorg. 3.3 Doel: wat willen we bereiken? Het project heeft twee doelen. Ten eerste willen we dat zorg rondom de zwangere en haar kind in Groningen straks zo georganiseerd is, dat de condities om de start voor een gezond leven mogelijk te maken optimaal zijn. Datzelfde geldt voor de condities om het behoud van gezondheid van de zwangere, barende en kraamvrouw te waarborgen. Ten tweede willen we vraaggerichte zorg bieden, waardoor we bijdragen aan het welbevinden van vrouwen met zwangerschap, bevalling en kraambed en hun positieve ervaringen hiermee. 7

Met de genoemde doelen willen we het volgende bereiken: Een optimale, efficiënte en cliëntgerichte geboortezorg met de best haalbare uitkomst. Een betrouwbaar samenwerkingsverband met basisafspraken, waarbij er vertrouwen is in en respect voor elkaars expertise, professionaliteit en positie. Een goed georganiseerde en naadloze overdracht tussen zorgverleners. Positieve ervaringen en welbevinden van cliënt en zorgverlener. 3.4 Resultaat: wat leveren we met het project op? Op de einddatum van het project heeft de provincie Groningen een integrale, provinciale/regionale organisatievorm rondom geboortezorg waaraan alle betrokken zorgverleners en instellingen deelnemen. Geboortezorg houdt in dat de cliënt samenhangende zorg krijgt. Een voorwaarde daarvoor is dat de verschillende zorgverleners samenwerken en communiceren volgens regionale afspraken. Resultaat van het project is een Regionaal obstetrisch werkboek (ROW) dat beschrijft hoe: 1. de zorgverleners met elkaar samenwerken en communiceren volgens regionale afspraken; 2. de zorgaanbieder inspeelt op de verwachtingen van de cliënt; 3. de zorg zo dicht mogelijk voor de cliënt bij huis is georganiseerd, met onderscheid tussen planbare en acute zorg; 4. voor iedere zwangere duidelijk is bij wie zij terecht kan voor welke geboortezorg; 5. de keuzemogelijkheid voor poliklinische-, geboortecentra- of thuisbevalling is gerealiseerd; 6. een eenduidige informatievoorziening voor de zwangere is gerealiseerd. De werkwijze in dit ROW is bindend voor de deelnemende partijen. 3.5 Afbakening: wat doen we wel en niet? Deze paragraaf maakt duidelijk hoe het project is afgebakend. Wat doen we wel? Het project omvat de organisatie van de geboortezorg in de provincie Groningen voor elke zwangere. De geboortezorg die valt binnen de reikwijdte van dit project, start bij het ontstaan van de zwangerschapswens (preconceptie). Op die manier kunnen we bijdragen aan gezondheidspreventie. De zorg eindigt voor de vrouw bij het evaluatiemoment (ongeveer 6 weken postpartum). Voor het kind eindigt deze na de uniforme overdracht naar de GGD. Geografisch omvat het project de Verloskundige SamenwerkingsVerbanden (VSV s) van de gehele provincie Groningen. Wat doen we niet? De volgende zaken vallen buiten het project: De bijdrage van de huisarts, de kinderarts en de GGD in de geboortezorg. Zorg voor specifieke doelgroepen, zoals zwangeren in achterstandssituaties, tieneropvang en begeleid-wonenprojecten. Zorg met speciale doelstellingen, zoals vroegsignalering. Afstemming tussen de geboortezorg en de zorg door paramedici (bijvoorbeeld diëtist en fysiotherapeut). Deze zaken moeten na afloop van het project aangepakt worden. 8

3.6 Effecten: wat zijn de consequenties van het project? In deze paragraaf leest u over de positieve en negatieve effecten van het project. We maken daarbij onderscheid tussen de bedoelde en onbedoelde effecten. Bedoelde positieve effecten De perinatale en maternale morbiditeit en mortaliteit daalt. De cliëntervaring is geoptimaliseerd. Er is een transparante organisatie voor cliënt en professional. De financiering is transparant en procesgebonden. Er is planbare zorg dichtbij de cliënt. De acute zorg is efficiënter. Er is sprake van een eenduidige zorg (op basis van één dossier). De inzet van het personeel is geoptimaliseerd. Er is rust en laagdrempeligheid gecreëerd voor de cliënt (wie, wat, waar is duidelijk). Er is een eenduidige informatievoorziening naar de cliënt. Vanuit verloskundig en medisch perspectief wordt de zorg verleend door de juiste persoon, op het juiste moment en op de juiste plaats. Er bestaat een gezamenlijk gevoel van verantwoordelijkheid om knelpunten op te lossen. Onbedoelde positieve effecten Er is meer tevredenheid bij zorgverleners. Mogelijk wordt de zorg goedkoper. Researchmogelijkheden nemen toe doordat gegevens over de echelongrenzen heen beschikbaar zijn. Het aantal shoppende cliënten is verminderd. Transparantie van de organisatie voor geboortezorg vereenvoudigt de samenwerking met overige zorgverleners. Instellingen en praktijken (die dreigen om te vallen) worden in stand gehouden. Onbedoelde negatieve effecten Mogelijk wordt de zorg duurder. Professionals haken af door professionele onvrede. Individuele cliënten zijn ontevreden. De bureaucratie bij zorgorganisaties neemt mogelijk toe. De keuzemogelijkheid voor de cliënt neemt af. Er is minder onderscheidend vermogen tussen praktijken. Meer mensen onttrekken zich aan geboortezorg. Organisaties komen in financiële problemen. Instellingen en praktijken (die dreigen om te vallen) worden in stand gehouden. De veranderingen leiden tot onrust en verzet bij zorgverleners. 9

3.7 Betrokkenen: wie ondervindt gevolgen van het project? Het project heeft gevolgen voor vier groepen: 1. Cliënten, eventuele partners en hun (sociale) omgeving. Zorgbelang 2. Professionals: Kraamverzorgenden Verloskundigen (Verloskundig actieve) Huisartsen Kinderartsen Gynaecologen Verpleegkundigen Anesthesiologen Personeel van operatiekamers 3. Zorgorganisaties: Verloskundige praktijken Gynaecologische maatschappen Ziekenhuizen Ambulancezorg Kraamzorgorganisaties GGD 4. Beroeps- en andere organisaties: KNOV NVOG ActiZ College Perinatale Zorg (CPZ) Verzekeraars IGZ Gemeenten en regionale overheden 3.8 Randvoorwaarden: wat is nodig om het project te laten slagen? De randvoorwaarden voor het project hebben te maken met drie factoren: tijd, geld en kwaliteit. Tijd Leden van het Projectteam en leden van de werkgroepen moeten over voldoende tijd beschikken voor hun taak. De hiervoor genoemde partijen moeten duidelijkheid hebben over de benodigde tijd in relatie tot de beschikbare tijd. Geld Er is budget voor: de inzet van de projectleider en het projectsecretariaat; een vacatievergoeding voor de projectteamleden; een vergoeding in natura of een vacatievergoeding voor de leden van de werkgroepen; inzet van externe deskundigheid op het gebied van organisatieontwikkeling, gegevensverzameling en dataverwerking. 10

inzet van externe juridische deskundigheid waar de betrokken organisaties hier zelf niet in kunnen voorzien; aanvullende scholing die nodig is voor de nieuwe taakstelling; overige kosten van het project. Kwaliteit Er is: wederzijds vertrouwen tussen het Projectteam, de opdrachtgever, de Supportgroep en werkgroepleden; duidelijkheid over taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het Projectteam, de Supportgroep, werkgroepleden en andere betrokkenen; commitment van alle betrokken partijen bij het project; inzicht in verwachtingen, behoeften en ervaringen van zwangeren, en structurele participatie via organisaties van zwangeren; een gemeenschappelijke visie op geboortezorg van de professionals (kraamzorg en verloskunde in brede zin); erkenning van ieders positie, taak en verantwoordelijkheid in de keten; bereidheid om buiten de kaders met elkaar mee te denken. 3.9 Omgeving: wat gebeurt er nog meer in de regio? In de provincie Groningen zijn er op dit moment ook andere projecten en initiatieven die te maken hebben met geboortezorg. Projectteamleden zijn bij deze initiatieven betrokken en/of leggen hiermee contact om activiteiten zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Een overzicht van de genoemde initiatieven: Werkgroep Acute Verloskunde Groningen, Friesland en Drenthe. Verkenning centralisatie acute zorg (Raad van Bestuur MartiniZiekenhuis & UMCG). Het project Gezond Zwanger in achterstandswijken (GGD - UMCG). De oprichting van Geboortecentra vanuit Vita, verloskundig centrum Groningen. Samenwerking perifere ziekenhuizen in Oost-Groningen (met als achtergrondinformatie het rapport Zorgvraag Oost-Groningen van de Boston Consultancy Group). Provinciaal ketenoverleg Groningen - 9 maanden tot 4 jaar (Werkgroep transmurale zorg). Werkgroep verloskunde in Groningen geïnitieerd door Zorgbelang (voorlopig opgeschort). Vervroegde inzet kraamzorg. 11

4. Uitvoering Hoe ziet de uitvoering van het project Groningen Geboortezorg eruit? In dit hoofdstuk beschrijven we de fasering en het activiteitenplan. 4.1 Fasering De uitvoering van het project verloopt in vier fasen. Deze fasering wijkt af van de beschrijving in de Projectopdracht (bijlage 1). Fase 1: Samenstellen werkgroepen De projectuitvoering start officieel na de ondertekening op 7 juli 2011. Op 6 september 2011 is er een kick-off bijeenkomst waarin het Projectteam aan de achterban de zeven werkgroepen presenteert. Elke werkgroep werkt aan een eigen activiteit. Een overzicht van de clusters van activiteiten vindt u in paragraaf 3.2. Fase 2: Ontwerp organisatievorm De werkgroepen gaan aan de slag in samenwerking met het Projectteam. Daarbij doen ze een beroep op de expertise en creativiteit van zowel zorgprofessionals als ondersteunend personeel vanuit de gehele achterban. Op die manier ontstaat een beeld van de gewenste toekomstige organisatievorm voor de geboortezorg in Groningen. Resultaat van deze fase: het Projectteam presenteert in mei 2012 een of enkele scenario s voor de nieuwe organisatievorm aan Menzis en aan de Supportgroep. Hierop volgt een go of no go voor één van de scenario s. Op het genoemde moment vindt ook een tussenevaluatie van het project plaats. Fase 3: Uitwerking en implementatie van de gekozen organisatievorm De invulling van deze fase hangt af van het resultaat van fase 2. Fase 4: Afronding In de laatste fase levert het Projectteam het projectresultaat op aan Menzis en de Supportgroep. Na een maand volgt een evaluatie van het project binnen het Projectteam en tussen de projectleider, de opdrachtgever en de Supportgroep. 4.2 Activiteitenplan Het project bestaat uit zeven clusters van activiteiten. Voor elke cluster ligt een onderzoeks-, ontwerp- en/of adviesopdracht. Elke werkgroep is verantwoordelijk voor één cluster. De clusters: 1. Cliëntperspectief; 2. Organisatievorm Geboortezorg; 3. Juridisch/financieel; 4. Communicatie; 5. Kwaliteit (zorginhoud); 6. EPD; 7. Projectorganisatie. Bijlage 2 geeft een beschrijving van de opdrachten die de werkgroepen hebben gekregen. 12

5. Projectorganisatie Het volgende organogram brengt de projectorganisatie in beeld. Opdrachtgever (OG) Gedelegeerd opdrachtgever (GOG) Supportgroep (SG) Projectleider (PL) Projectsecretariaat (PS) Projectteam (PT) Projectteamlid 1 Projectteamlid 2 Projectteamlid 3 Projectteamlid 4 Projectteamlid 5 Projectteamlid 6 Projectteamlid 7 Werkgroep Cliëntperspectief Werkgroep Organisatie Werkgroep Juridisch en financieel Werkgroep Communicatie Werkgroep Kwaliteit Werkgroep EPD 13

Uit welke personen bestaat de projectorganisatie? Een overzicht: Invulling projectorganisatie Opdrachtgever (OG) Gedelegeerd opdrachtgever (GOG) Supportgroep (SG) Projectleider (PL) Projectsecretariaat (PS) Projectteamleden (PT) Werkgroepen diverse clusters Menzis, vertegenwoordigd door Jan Megens Hans van den Berg Hans van den Berg (voorzitter), Paul van den Berg, Guus Bruins, Ingrid Heidema, Marian Karssen, Edwin Klok, Rebekka Visser, Jolande IJsseldijk (secretaris, geen lid) Jolande IJsseldijk Angela Haveman Meta Berrelkamp (Carien Baas), Lindy van Breda Vriesman, Roelinda Bos, Ellen Vreugdenhil, Aren van Loon, Welmoed Rijpkema (Fred Kremer), Rebecca Vos (Marian Karssen) De invulling wordt bepaald in fase 1 van de uitvoering. 14

6. Kwaliteit De werkgroep van het cluster Organisatievorm geboortezorg stelt voor 1 februari 2012 criteria op voor de nieuwe organisatievorm rondom geboortezorg in Groningen. Deze criteria worden gebaseerd op de projectdefinitie en de gezamenlijke visie op geboortezorg. Een belangrijk uitgangspunt bij dit alles is het rapport Een goed begin van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte. Andere uitgangspunten voor de criteria zijn de volgende: 1. Zorg voor de cliënt. De zorg wordt georganiseerd vanuit de behoefte van de zwangere, met een eenduidige voorlichting, en is voor alle cliënten bereikbaar. 2. Een goed geïnformeerde zorgverlener. De zorgverlener beschikt over de benodigde gegevens via een cliëntvolgend en uniform elektronisch dossier (Perinataal Dossier), waartoe de cliënt toegang heeft. 3. Kwaliteit van zorg (zorginhoud). Zorg wordt verleend op basis van Evidence Based Practice (EBP) en/of Best Practice (BP). De richtlijnen beschrijven een minimum van zorg, te verlenen door een zorgverlener in gemiddelde omstandigheden. Als daar goede redenen voor zijn, kan de professional desgewenst altijd afwijken van een richtlijn. Er is een werkwijze voor de ontwikkeling van protocollen en voor continue kwaliteitsbewaking en -verbetering afgesproken. Elke professional neemt deel aan de Perinatale Registratie Nederland (PRN). 4. Organisatie en kwaliteit. De zorg voldoet aan de huidige norm die geldt voor ambulancevervoer, zowel voor de laag- als de hoogrisicozwangere. De zorg is zodanig georganiseerd dat er altijd voldoende gekwalificeerd en geautoriseerd medisch personeel op de werkvloer aanwezig is (zie Nota Praktijknormen Klinische Verloskunde, NVOG sept. 2009 en het stuurgroeprapport Een goed begin, voor de normen voor begeleiding en medische bewaking, pag. 64.) De aanwezigheid van andere zorgverleners die bij acute verloskundige hulp betrokken kunnen zijn, is eveneens gerealiseerd. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om kinderartsen, anesthesisten, operatieassistenten en anesthesieassistenten met de bijbehorende faciliteiten. 5. Organisatie en financiering. De organisatie heeft een duidelijke structuur en wordt gefaciliteerd in haar organisatorische werkzaamheden. De financiering van geboortezorg is transparant en procesgebonden. Een nulmeting en effectmeting maken geen deel uit van het project. Een initiatief om deze te realiseren vanuit het UMCG wordt van harte toegejuicht en waar mogelijk ondersteund. 15

7. Risicobeheersing We zien vier belangrijke risico s voor het welslagen van het project Groningen Geboortezorg. Namelijk: 1. Er is onvoldoende commitment bij de achterban. Niet iedereen ziet de noodzaak tot een nieuwe organisatievorm even sterk. De projectdefinitie is volgens sommigen onvoldoende scherp beschreven. De belangen van de brede achterban zijn divers. 2. Het aanhaken van de werkgroepen leidt tot vertraging. 3. De gevraagde tijdsinvestering van de betrokken partijen komt niet overeen met de beschikbare tijd. Er is mogelijk onduidelijkheid over de prioriteit van het project in relatie tot andere projecten. 4. De betrokkenen zijn bang dat het project ten koste gaat van hun professionele autonomie en inkomen. Binnen het Projectteam en de Supportgroep zijn nog enkele andere mogelijke risico s besproken. Namelijk: de huidige concurrentie in de achterban en het risico op onvoldoende politieke steun, regionaal en/of landelijk. Daarnaast is er de vraag of Menzis steun blijft geven als blijkt dat de kosten van de nieuwe organisatievorm stijgen. De kans dat deze risico s zich voordoen en/of het effect dat deze hebben op het project, worden als relatief klein ingeschat. Daarom worden hier nu geen maatregelen voor ingezet. Maatregelen Om de belangrijkste genoemde risico s te beperken, zetten we de volgende maatregelen in. Commitment waarborgen We schakelen een professionele tekstschrijver in om een helder en overtuigend projectplan te kunnen presenteren dat aansluit bij de informatiebehoefte van de professionals en overige betrokkenen. We stellen de werkgroepen samen uit zowel professionals als medewerkers van ondersteunende diensten. Het Projectteam, de Supportgroep en de diverse werkgroepen hebben vertegenwoordigers van alle betrokken organisaties, waarbij de Kringen van Verloskundigen als hun organisatie worden gezien. Aanhaken van de werkgroepen De werkgroepen bepalen hun eigen plan van aanpak en dragen hiervoor zelf de verantwoordelijkheid. Uiteraard gebeurt dit aan de hand van hun opdracht en activiteitenplan en binnen de kaders van de planning en het budget. De werkgroepen kunnen vanuit hun eigen expertise een voorstel doen aan het Projectteam tot aanpassing van de opdracht, samenstelling van de werkgroep of inzet van de partijen. De werkgroepen maken gebruik van een klankbordgroep, waar dit toegevoegde waarde heeft. Op die manier houden we rekening met de omvang en de diversiteit van de achterban. Tijdsinvestering en prioritering De Supportgroep zet zich in om het project hoog op de agenda van de eigen achterban te krijgen. Menzis maakt betrokkenen duidelijk welke prioriteit zij toekent aan het project Groningen Geboortezorg in relatie tot andere initiatieven in de regio. De Kringen Verloskundigen Groningen en Oost-Groningen maken afspraken over hoe zij kringleden faciliteren in hun bijdrage aan het project. Waar mogelijk vragen we inzet van andere projecten en initiatieven in de regio (zie paragraaf 3.9.) 16

Aandacht voor autonomie en inkomen In de communicatie met zorgprofessionals besteden we aandacht aan hun angst voor verlies van autonomie. Bij het begrip autonomie maken we onderscheid tussen professionele autonomie en organisatorische autonomie. We kunnen garanderen dat de professionele autonomie in elk geval behouden blijft. De financiële en juridische consequenties van het project voor zorgverleners worden in kaart gebracht. 17

8. Planning De startdatum van het project is 7 juli 2011. Hier volgt een overzicht van de belangrijkste oplevermomenten tot en met fase 2. Oplevermomenten 7 juli 2011 Ondertekening projectplan (leden SG, Menzis (OG), leden PT en PL) 6 september 2011 Kick-off bijeenkomst voor werkgroepen en achterban 30 september 2011 Beschrijving huidige organisatie 30 september 2011 Communicatieplan 14 oktober 2011 SWOT-analyse organisatie 4 november 2011 Document cliëntvisie 27 januari 2012 Gezamenlijke visie op geboortezorg Groningen 20 april 2012 Voorstel scenario( s) 1 mei 2012 Bespreking scenario( s) met SG/OG 15 mei 2012 Keuze scenario en besluit (go/no go) 15 mei 2012 Tussenevaluatie fase 2 Na afronding van fase 2 plannen we de mijlpalen van fase 3. Bijeenkomsten Supportgroep en Menzis (OG en GOG) De Supportgroep onderneemt actie en vergadert op eigen initiatief, op verzoek van het Projectteam of de eigen achterban. Op die manier vult de Supportgroep haar taken binnen de planning in: informeren, oplossen, faciliteren en adviseren (zie bijlage 3.) Bijeenkomsten Projectteam Het Projectteam komt driewekelijks bijeen tot 1 januari 2012. De activiteiten per cluster en de planning daarvan bepalen de agenda. Alle betrokkenen zijn voor zover nodig op de hoogte van elkaars geplande activiteiten en eventuele afwijkingen hierin. Voor de periode 1 januari tot 1 juni 2012 worden nieuwe afspraken gemaakt over de frequentie van het projectteamoverleg. Bijeenkomsten werkgroepen De hoeveelheid bijeenkomsten van de werkgroepen is gebaseerd op de planning per cluster. Verantwoordelijkheid planning De projectleider is eindverantwoordelijk voor de planning. De voorzitter van een cluster is verantwoordelijk voor de planning van deze cluster. De projectsecretaris heeft een ondersteunende rol in de planning. 18

9. Financiën De projectbegroting is gebaseerd op de activiteitenplanning. Op basis van deze activiteitenplanning geeft het Projectteam opdrachten aan de diverse werkgroepen. Per cluster is bepaald welke bijdrage de betrokken organisaties in natura leveren en welke kosten Menzis voor haar rekening neemt. De projectleider is budgetverantwoordelijk voor de financiële bijdrage door Menzis en ziet erop toe dat de teamleden volgens het budget werken. De projectsecretaris vervult hierin een ondersteunende rol. Op basis van de activiteitenplanning maken de betrokken organisaties afspraken met de deelnemers in de verschillende werkgroepen. De vertegenwoordigers in de Supportgroep zijn elk namens hun eigen organisatie eindverantwoordelijk voor het resultaat van hun opdracht. De organisatie garandeert de inspanningsverplichting. 19

10. Evaluatie De projectleider levert het afgesproken projectresultaat op de einddatum, die in mei 2012 wordt bepaald, aan Menzis op. Binnen een maand na deze datum wordt het project geëvalueerd binnen het Projectteam en tussen de projectleider en de opdrachtgever. Er is ook een evaluatie tussen de opdrachtgever en de Supportgroep. De evaluatie gebeurt aan de hand van de volgende vragen: Is het projectresultaat gerealiseerd? Voldoet het projectresultaat aan de vooraf gestelde kwaliteitseisen? Heeft het Projectteam zich gehouden aan de planning en het budget? Hoe is dat voor het project als geheel, per cluster en per fase? Door welke oorzaken is het project wel en niet volgens plan verlopen? Hoe was de samenwerking, de communicatie en het contact met de betrokkenen? Wat droeg wel en niet bij aan het gewenste resultaat? Hoe heeft iedere partij de eigen rol, inzet en invloed in het project ervaren? Voor akkoord, Groningen, 8 augustus 2011 Namens Menzis Hans van den Berg Frans Annot, namens STBN Jolande IJsseldijk Projectleider Alle leden van de Supportgroep (namens hun achterban): Namens het Martini Ziekenhuis en het UMCG Paul van den Berg Namens Kring Oost-Groningen Marian Karssen Namens De Ommelander Ziekenhuis Groep en het Refaja Ziekenhuis Guus Bruins Namens Kring Groningen Rebekka Visser Namens Kraamzorg het Groene Kruis, Isis en de Kraamvogel Ingrid Heidema Namens Zorgbelang Edwin Klok 20

Alle leden van het Projectteam: Meta Berrelkamp Aren van Loon Lindy van Breda Vriesman Welmoed Rijpkema Roelinda Bos Rebecca Vos Ellen Vreugdenhil 21

Bijlagen 22

Bijlage 1 Projectopdracht (april 2011) Projectnaam De voorlopige werknaam voor het project is Samenwerking, Kwaliteit en Toegankelijkheid Verloskunde Groningen. Aan het Projectteam de vraag zelf een definitieve werknaam te bedenken. Korte omschrijving van het project Achtergronden - Provincie Groningen In november zijn op initiatief van STBN 5 personen bijeen gekomen met als doel op hoofdlijnen een plan te ontwikkelen om te komen tot significant meer kwaliteit en samenwerking en toegankelijkheid/bereikbaarheid van zorg in de verloskunde. Vertegenwoordigd waren: STBN, bestuur Verloskundig Centrum Vita (waar 16 verloskundige praktijken en Martini bij betrokken zijn) Kring Groningen en KNOV. De aanleiding tot deze bijeenkomst: Versnippering in de eerstelijns verloskunde; er ontstaan veel nieuwe kleine praktijken Spanningen en visieverschillen tussen verloskundige praktijken Publiciteit Utrechts onderzoek Dunbevolktheid, leegloop platteland, afstanden tot het ziekenhuis; in relatie tot de beschikbaarheid en kwaliteit van verloskundige zorg (en dus ook de bereikbaarheid en toegankelijkheid) Ontwikkelingen rond centralisatie binnen de verloskunde: fusieplannen 3 Oostelijke ziekenhuizen en mogelijke samenvoeging acute verloskunde, en verkenning tot samenvoeging acute verloskunde in de stad Groningen Concrete plannen vanuit Vita tot de opzet van eerstelijnsgeboortecentra De jaarlijkse vaststelling binnen Vita van nieuwe doelen t.a.v. versterking van de verloskunde Problematiek in de regio Delfzijl (vertrek gynaecologie) Gesprek met de accountmanager Menzis waarin bovenstaande problematiek is besproken De initiatiefgroep is bereid zich eventueel in een aangepaste samenstelling - in te zetten tot bovenstaande initiatief van start gaat, en zal daarna de verantwoordelijkheid overdragen aan het op te richten Projectteam en zich vervolgens opheffen. Vertegenwoordigers vanuit de VSP, de afdelingen O&G van UMCG, Martiniziekenhuis, Refaja en Ommelanden zijn eveneens bereid te participeren in een initiatief om de kwaliteit van verloskundige zorg in Noord Nederland gezamenlijk te verbeteren. Daarnaast zal kraamzorg worden benaderd met de vraag te participeren, en is het belangrijk dat de cliënt vertegenwoordigd zal zijn. - In algemene zin Verloskundige zorg wordt verleend door diverse zorgverleners in het eerste, tweede en derde echelon De ongunstige cijfers perinatale sterfte worden door de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte onder andere toegeschreven aan de kwaliteit van de organisatie van de verloskundige zorg (met name de overdrachtsmomenten). Het Advies, Een goed begin, van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, geeft voldoende handvatten voor Menzis om het als uitgangspunt van beleid te maken waar mogelijk. Overdrachtsmomenten zijn zwakke schakels in de perinatale zorg. Uit een grootschalig onderzoek van TNO blijkt tevens dat de Nederlandse thuisbevalling geen rol speelt in het relatief hoge percentage perinatale sterfte (2). Tegelijkertijd is er een maatschappelijke discussie gaande ten aanzien van de veiligheid van de thuisbevalling. 23

Projectdoel Het projectdoel is het realiseren van verbeteringen binnen de geboortezorg in de provincie Groningen waarbij de juiste zorg, door de juiste persoon op de juiste plaats wordt aangeboden. En op zoek te gaan naar toekomstbestendige alternatieven die de toegankelijkheid en bereikbaarheid van zorg garanderen. Bij dit alles is de cliënt (moeder en kind) het uitgangspunt. Toelichting: met samenwerking tussen de verloskundig zorgverleners in het hele speelveld ten dienste van samenhangende verloskundige zorg aan de zwangere, is te verwachten dat de kwaliteit van zorg stijgt, uitkomsten verbeteren, cliënttevredenheid toeneemt, doelmatigere/ efficiëntere zorg gerealiseerd wordt en kostenbesparing bewerkstelligd kan worden. Verwacht resultaat Er is een structureel samenwerkingsverband (of verbanden) opgezet dat afstemming tussen alle relevante actoren binnen de verloskunde realiseert ten bate van een samenhangend aanbod rond de cliënt, en in staat is knelpunten op te lossen. Randvoorwaarden In het projectplan is beschreven hoe commitment van alle relevante partijen wordt gewaarborgd. Verloskundige zorg is voor iedere zwangere beschikbaar. Organisatie en regie van de zorg geschiedt vanuit de behoefte van de cliënt (moeder en kind), waarbij diverse professionals hun activiteiten zo afstemmen dat er een samenhangend aanbod voor de cliënt is. Er is sprake van integrale zorgverlening. Dat wil zeggen dat er sprake is van verloskunde waarbij alle partijen van elkaar weten wat zij doen en gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de uitkomsten. Er zijn geformaliseerde afspraken waaraan zorgverleners zich committeren, er zijn goed functionerende mandateringsafspraken. Voor iedere zwangere is duidelijk wie haar aanspreekpunt is. Haar aanspreekpunt is verantwoordelijk voor de coördinatie van de benodigde zorg. Handvaten uit het rapport van de Stuurgroep zwangerschap en geboorte (1) worden waar mogelijk ingezet. Er is een gemeenschappelijk standpunt over de wijze waarop de keuze van plaats van de bevalling door de cliënt zo goed mogelijk kan worden gewaarborgd. Er is duidelijkheid over de inzet van geboortecentra binnen de verloskundige zorg in de provincie. Ten aanzien van de overstijgende, algemene hoofddoelen zijn op 1 maart 2012 de eerste uitkomsten zichtbaar, actuele problematiek wordt eerder opgepakt (actueel is bijvoorbeeld omvallende praktijk Delfzijl, opening geboortecentra rond zomer gepland). Op 17 mei 2011 is het Projectplan gereed en ter goedkeuring voorgelegd aan Menzis. Uiterlijk op 1 juni 2011 heeft opdrachtgever besloten of Fase II aansluitend van start kan gaan. Beoogde effecten 1. Kwaliteitswinst i. Uitbreiding van gezamenlijke verantwoordelijkheid rond cliënt ii. Afstemming en protocollering rond overdracht en interventies iii. Fysiologie neemt toe door optimale zorg, preventie vindt plaats door o.a. betere uitgangssituatie bij volgende baring (tevens doelmatigheidswinst) 2. Klanttevredenheid neemt toe i. Door één bekend aanspreekpunt (casemanager) en empowerment (mobiliseren eigen kracht) ii. Begeleiding op maat iii. Vervroegd inzetten van partusassistentie iv. Uit een cliënt-tevredenheidsonderzoek worden vervolgconclusies getrokken 24

3. Infrastructuur i. een samenwerkingsverband verloskunde- en provinciebreed dat in staat is nieuwe ontwikkelingen te implementeren en knelpunten in gezamenlijkheid (verloskunde-breed) op te lossen ii. organisatorische verbetering werksetting verloskundige zorgverleners; leidt tot meer stabiliteit verloskunde en vergroting werkplezier. Korte opzet van het project Fase I: definitiefase In de periode tot 17 mei 2011 wordt een voorlopig Projectteam samengesteld dat het projectplan formuleert. Het Projectteam is samengesteld met vertegenwoordigers van de belangrijkste echelons (eerstelijns verloskunde, gynaecologie, evt. kraamzorg en clientvertegenwoordiging) Het Projectteam definieert het project; formuleert op basis van deze opdracht helder de uitdaging, doelstellingen en het op te leveren resultaat (smart geformuleerd). In het projectplan is opgenomen een fasering, activiteitenplan en communicatieplan, een beheersplan met als belangrijkste factoren kwaliteit, tijd en geld. Middels een risico-analyse wordt vooraf inzicht gegeven in het krachtenveld rondom het project. De werkwijze in deze fase waarborgt een geformuleerd projectplan dat kan rekenen op maximale steun van alle partijen. In fase I wordt ook een voorstel gedaan m.b.t. het projectleiderschap. Fase II gaat van start als fase I positief is geëvalueerd. Fase II: uitvoeringsfase tot oplevering resultaat In deze fase wordt uitvoering gegeven aan de in het projectplan geformuleerde activiteiten onder leiding van het definitieve Projectteam. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen actuele items en overstijgende, algemene, bredere verbeteringen verloskunde. De looptijd van deze fase is duidelijk na afloop van fase I. Op 1 maart 2012 vindt een tussenevaluatie plaats van de eerste afgesproken uitkomsten. Fase III: afrondingsfase In deze fase wordt zorg gedragen voor overdracht van het resultaat aan de gebruikers en wordt het project geëvalueerd. Met vriendelijke groet, Hans van de Berg, gedelegeerd opdrachtgever, Contractmanager eerstelijn Menzis Bibliografie 1. geboorte, Stuurgroep zwangerschap en. Een goed begin. december 2009. 2. De Jonge A, Goes van der BY, Ravelli AC, Amelink-Verburg MP, Mol BW, Nijhuis JG, et al. Perinatal mortality and morbidity in a nationwide cohort of 529 688 low-risk planned home- and hospitalbirths, april 2009 Het Utrechtse onderzoek in British Medical Journal, met brieven: A. Evers et al. Perinatal mortality and severe morbidity in low and high risk term pregnancies in the Netherlands: prospective cohort study. BMJ 2010; 341:c5639. http://www.bmj.com/content/341/bmj.c5639.full?sid=2c41931c-314e-4e1f-bb12-dbda128abed4 - Het onderzoek van TNO in BJOG: A de Jonge et al. Perinatal mortality and morbidity in a nationwide cohort of 529 688 low-risk planned home and hospital births. BJOG 2009; doi: 10.1111/j.1471-0528.2009.02175 http://www.internationalmidwives.org/portals/5/home%20birth%20-%20netherlands%20-%202009%20bjog.pdf (al, 2010) 25

Bijlage 2 Opdracht werkgroepen Werkgroep cluster 1. Cliëntperspectief Voorzitter: Meta Berrelkamp Opdracht: 1. Onderzoek de visie van de cliënt op geboortezorg op basis van de beschikbare informatie en literatuur. Breng de visie van de cliënt op geboortezorg in beeld, op basis waarvan de organisatie van zorg kan worden vormgegeven of aangepast. Deze cliëntvisie moet in week 44 beschikbaar zijn om als uitgangspunt te dienen voor diverse activiteiten van de andere werkgroepen. 2. Beschrijf de gedragscode voor cliëntgerichte zorg. Deze beschrijft zowel het gewenste gedrag van de zorgprofessional in contact met de cliënt als in contact met de collega zorgprofessional in het kader van cliëntgerichte zorg. 3. Ontwikkel en implementeer een instrument voor continue terugkoppeling van de cliëntervaring met de geboortezorg. 4. Organiseer een vorm van cliëntenconsultatie om de cliënt ook proactief te kunnen bevragen en te laten meedenken over de organisatie van het zorgproces. Dit kan een aanvulling zijn op het retrospectief instrument voor continue meting. Onderdeel 3 en 4 van de opdracht worden eerst globaal uitgevoerd voor het scenario of de scenario s. Zodra er een keuze is gemaakt voor een scenario, werkt de werkgroep de genoemde onderdelen verder uit in fase 3. Opdracht 2 is onderdeel van fase 2. Werkgroep cluster 2. Organisatievorm geboortezorg Voorzitter: Roelinda Bos De werkgroep brengt eerst in beeld hoe de huidige zorg is georganiseerd. Op die manier kunnen de deelnemers vanuit een gezamenlijk beeld toewerken naar een nieuwe gezamenlijke organisatievorm. Opdracht: 1. Definieer de cliënt voor de nieuwe organisatievorm. Vertaal de cliëntvisie, die opgeleverd is door werkgroep cluster 1, naar wensen voor de nieuwe organisatievorm. 2. Beschrijf de huidige structuur van de verloskundige keten. Schets een beeld van de visie, doelstellingen en taken van de huidige organisaties. Breng vervolgens de communicatiestructuur en huidige ontwikkelingen in beeld. 3. Maak een SWOT-analyse van de huidige structuur van de verloskundige keten. Hierin zijn de knelpunten en succesfactoren van de huidige organisatie in beeld gebracht. 4. Schrijf een gezamenlijke visie op geboortezorg in de provincie Groningen. Neem hierin de cliëntvisie, de SWOT-analyse en het zorgverlenerperspectief mee, voor zover dit in het belang van de cliënt is. Maak daarnaast gebruik van bestaande visies zoals bijvoorbeeld de visies van de beroepsorganisaties. 5. Ontwikkel 1 tot maximaal 3 scenario s waarin de gewenste organisatievorm voor geboortezorg wordt beschreven. Neem in de scenario( s) een beschrijving op van: de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de diverse zorgprofessionals; de gewenste verdeling van menskracht om te komen tot een goede geografische verdeling; de zorgpaden voor de vrouw die zwanger wil worden en de vrouw die zwanger is; de gewenste communicatiestructuur. Deze laatste beschrijvingen worden aangeleverd door de werkgroep van cluster 5 (Kwaliteit). Zorg ervoor dat het scenario of de scenario s voldoende concreet zijn voor het Projectteam, Menzis en de Supportgroep om een eventuele keuze te kunnen maken en een go/no go te kunnen geven! 26

6. Maak voor het/elk scenario een risico-analyse op basis van tijd, geld en kwaliteit ter voorbereiding van de besluitvorming. Gebruik hierbij de informatie die is aangeleverd door de werkgroepen van cluster 3 (Financieel, juridisch) en 5 (Kwaliteit). Werkgroep cluster 3. Juridisch en financieel Voorzitter: Welmoed Rijpkema Opdracht: Financiën 1. Beschrijf de financiële structuur van de huidige organisatie voor geboortezorg. 2. Breng de kosten in beeld van de uitwerking van 24/7-beschikbaarheid en -bereikbaarheid van alle benodigde zorg, overeenkomstig het Stuurgroeprapport Een goed begin (zie hoofdstuk 6). 3. Ontwerp een financiële structuur die aansluit bij de scenario( s) voor de organisatievorm voor geboortezorg in de provincie Groningen. Neem hierin een uitwerking van integrale bekostiging als optie mee, maak zo nodig onderscheid in acute en planbare zorg, en zorg voor afstemming met de werkgroep van cluster 2 (Organisatievorm geboortezorg). Voor wat betreft integrale bekostiging: a. Benoem de knelpunten/dilemma s van een integrale tariefstructuur voor geboortezorg. b. Formuleer mogelijke oplossingsrichtingen voor een integrale tariefstructuur. Vraag Menzis een voorstel met oplossingsrichtingen te doen hoe de scenario( s) voorzien kunnen worden van een financieringsstructuur, rekening houdend met de vastgestelde dilemma s. c. Bepaal de haalbaarheid van de oplossingsrichtingen die geformuleerd zijn voor een integraal tarief voor wat betreft VWS en de NZa. 4. Breng per scenario de consequenties voor de diverse betrokken zorgverleners en organisaties in beeld. 5. Maak voor de scenario( s) een financiële risico-analyse ter voorbereiding van de besluitvorming en lever deze aan bij de werkgroep van cluster 2. 6. Werk de financiële structuur uit voor het gekozen scenario (fase 3). 7. Geef de andere werkgroepen gevraagd en ongevraagd advies over financiële zaken. Juridische aspecten 1. Beschrijf de juridische structuur van de huidige organisatie voor geboortezorg. 2. Werk de juridische structuur uit voor de scenario( s) die voorgelegd worden ter besluitvorming (fase 2). 3. Breng per scenario de consequenties voor de diverse betrokken zorgverleners en organisaties in beeld. 4. Inventariseer de mogelijke juridische consequenties van de uitgewerkte opdrachten van de andere werkgroepen. 5. Werk de juridische structuur uit voor het gekozen scenario (fase 3). 6. Geef de andere werkgroepen gevraagd en ongevraagd advies over juridische zaken. Werkgroep cluster 4. Communicatie Voorzitter: Lindy van Breda Vriesman Het communicatieplan speelt al meteen een belangrijke rol. Om die reden begint deze werkgroep al bij de start van het project, in juli 2011. Opdracht: 1. Schrijf een communicatieplan met een bijbehorende planning en begroting voor fase 1 en 2 van het project. Doel van de communicatie: Regelmatig informeren van alle direct en indirect betrokken partijen over het verloop van het project. Betrekken van de achterban bij de plannen, gebruik maken van hun expertise en draagvlak creëren voor de nieuwe organisatievorm. 27

Werk het communicatieplan na de go voor een scenario verder uit voor fase 3 en 4. 2. Bespreek het communicatieplan met het Projectteam, de Supportgroep en de opdrachtgever ter goedkeuring. Voer het communicatieplan in overleg met de projectleider en het Projectteam uit. 3. Ontwikkel een procedure om binnen de nieuwe organisatievorm voorlichtingsmateriaal voor de cliënt te ontwikkelen (fase 3). 4. Ontwikkel helder en eenduidig voorlichtingsmateriaal dat nodig is om met de nieuwe organisatievorm te kunnen starten (fase 3). 5. Realiseer een website/portal Groningen Geboortezorg. De planning en begroting van het communicatieplan (inclusief de bijeenkomsten van deze werkgroep) zijn niet opgenomen in dit projectplan. Menzis en de Supportgroep krijgen deze planning en begroting in week 39 apart ter goedkeuring voorgelegd. Met deze goedkeuring komt aanvullende financiering en inzet beschikbaar. Werkgroep cluster 5. Kwaliteit (zorginhoudelijk) Voorzitter: Ellen Vreugdenhil en Rebecca Vos Onder kwaliteitszorg verstaan we hier: het doen van de juiste handeling, op de juiste tijd, op de juiste wijze, door de juiste persoon, met het best mogelijke resultaat. Uitgangspunt hierbij is dat de cliënt in de zorg centraal staat. Opdracht: Aan de hand van de hier volgende opdrachten formuleert de werkgroep een kwaliteitsplan. Doel: het borgen van de veiligheid en kwaliteit van zorg voor de cliënt. 1. Formuleer een structuur voor de onderlinge communicatie en samenwerking op basis van de inventarisatie en analyse van de huidige samenwerkingsverbanden. De werkgroep Organisatievorm geboortezorg (cluster 2) neemt deze structuur mee in de beschrijving van de scenario( s). 2. Analyseer de huidige werkwijze voor ontwikkeling van zorginhoudelijke protocollen. Werk op basis van de hiervoor genoemde analyse en inventarisatie de gewenste werkwijze uit (fase 3). 3. Ontwerp binnen de voorgestelde scenario( s) de zorgpaden voor de vrouw die zwanger wil worden en de vrouw die zwanger is. Werk de implementatie van deze zorgpaden na de besluitvorming over het gekozen scenario verder uit. 4. Ontwikkel een werkwijze voor continue kwaliteitsbewaking en -verbetering op basis van bestaande systemen. Werk deze werkwijze zodanig uit, dat hiermee gestart kan worden zodra de nieuwe organisatievorm is geïmplementeerd. De nieuwe werkwijze zal gaandeweg verder worden ontwikkeld. Beschrijf hoe aansluiting kan worden gezocht bij de huidige kwaliteitssystemen. Werkgroep cluster 6. Electronisch Patienten Dossier (EPD) Voorzitter: Aren van Loon Opdracht: 1. Stel een programma van eisen op voor het EPD van Groningen Geboortezorg. Breng de inhoudelijke consequenties en kosten in kaart van de volgende twee opties voor een gezamenlijk digitaal dossier: een digitaal dossier op basis van koppeling van bestaande systemen; een volledig nieuw te ontwikkelen digitaal dossier. 2. Maak een adviesdocument op basis van het voorafgaande, waarmee het Projectteam de opdrachtgever en de Supportgroep kan adviseren over het te ontwikkelen EPD in een vervolgproject. 28