Fiscaal recht 2014-2015 FISCAAL RECHT N. DALMIJN 1



Vergelijkbare documenten
Inkomstenbelasting. Academiejaar samenvatting syllabus - Jeroen De Mets 1

Deel 1 Basisbeginselen

Vak III. inkomsten van onroerende goederen. uitgangspunt bij de belastbare grondslag. België. Kadastraal Inkomen. Brutohuur. Buitenland.

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt

Planning the Year End

FAQ Onroerende inkomsten Nieuwe versie

Vak III: onroerende inkomsten

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )

Hof van Cassatie van België

Human Resources Sixco Policy

Relatie Vennootschap Bedrijfsleider Recente fiscale ontwikkelingen. Luc Maes 24/11/2016

Fiscaal Recht. Sebastiaan Van Severen

HET RECHT VAN ERFPACHT HEEFT DRIE ESSENTIELE KENMERKEN:

SPECIMEN. Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2016 (Inkomsten van het jaar 2015) BIJKOMENDE INFORMATIE

DE OORZAAK VAN EISBAARHEID VAN DE SUCCESSIERECHTEN...

Artikel 140/1 tot 140/6 van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten

Omzendbrief 2014/2 ///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Het wel en wee van de vzw Deel 4 De vzw en de fiscus

Auteur. Onderwerp. Datum

Fiscaal recht ( ) Emine Özen

Niet verhuurde onroerende goederen die in het buitenland zijn gelegen Begrip huurwaarde.

Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten

Auteur. Onderwerp. Datum

Btw-optimalisering en onroerende verhuur. Bart Buelens

Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting

VR DOC.0453/2BIS

Deel 1. Btw-analyse van het zakelijk recht in de drie fazen 11. Hoofdstuk 1. Waarom een analyse van de drie fazen? 13

De inkomsten uit de deeleconomie

De aangifte in de personenbelasting inkomsten 2008

Rolnummer Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T

SPECIMEN. Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2015 (Inkomsten van het jaar 2014) BIJKOMENDE INFORMATIE

BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE

Recht van erfpacht Opstal Natrekking

Personenbelasting - Optimale aangifte woonleningen. Forum for the Future - November Maurice De Mey

Hof van Cassatie van België

Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting.

GRONDREGELS VAN HET BELGISCH FISCAAL RECHT


Rolnummer Arrest nr. 84/2007 van 7 juni 2007 A R R E S T

Contactcenter van de Federale Overheidsdienst Financiën: tel (normaal tarief) AFSCHRIFT. te bewaren door de belastingplichtige

De keuzemogelijkheid wordt beperkt tot de activa die tijdens het beschouwde boekjaar zijn verkregen of tot stand gebracht. De keuze mag dus geen

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ;

Fiscale aspecten van woningkredieten na de zesde staatshervorming. Luc De Greef

Non bis in idem bij belasting op verkrotting. tussen het Vlaamse Gewest en de gemeenten

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?

Rolnummer Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T


FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand

nr. 360 van BART SOMERS datum: 16 juli 2015 aan ANNEMIE TURTELBOOM Overdracht familiebedrijf - Schenkingsrechten

Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2019 (Inkomsten van het jaar 2018) BIJKOMENDE INFORMATIE

Kosten eigen aan de werkgever

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

Belasting op onbebouwde percelen

Circulaire 2019/C/22 betreffende werken uitgevoerd door een Btw-belastingplichtige in een gebouw dat hij huurt

Datum van inontvangstneming : 28/05/2015

TERBESCHIKKINGSTELLING VAN ONROERENDE GOEDEREN. GRONDIGE ANALYSE VAN ENKELE RECHTSFIGUREN

PROTOCOL (Nr. 7) BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE

Bespreking onroerende leasing in combinatie met een patrimoniumvennootschap

Reglement. Gemeentebelasting op de vestiging van nietcommerciële. Vastgesteld door de gemeenteraad op 22 oktober 2015

Vruchtgebruik in vennootschap

Een goed plan draagt inzicht en perspectief

ARREST VAN HET HOF 24 februari 1988 *

Deel II. Grondlijnen van het Belgisch belastingstelsel met betrekking tot de onroerende goederen... 7

De Managementvennootschap. Yves Van Weehaeghe, Erkend boekhouder fiscalist BIBF,

Fiscale topics terbeschikkingstelling sportinfrastructuur

BETREFT : Gebruik van het fiscaal identificatienummer in de betrekkingen met de buitenlandse fiscale administraties.

Belasting op huurinkomsten: 'De Belgische wetgever staat voor een moeilijke opdracht'

16 februari Deze omzendbrief vervangt vanaf 1 januari 2015 de omzendbrief 2014/2. Inhoudstabel

diverse inkomsten BBB info ajr onderhoudsuitkeringen: algemeen: andere soorten diverse inkomsten voorwaarden van aftrekbaarheid

Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT

Zaak C-446/04. Test Claimants in the FII Group Litigation tegen

DE VERPLICHTING TOT REGISTRATIE...

Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst

Antimisbruikbepaling - Fiscaal misbruik - Toepassingsgevallen - Registratie- en successierecht

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. minfin.fgov.be. Onderwerp

Bekendmaking volgens art. 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur.

BTW. Academiejaar samenvatting - Jeroen De Mets 1

Instelling. Onderwerp. Datum

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Deel 1 - Waarom zou een vennootschap hiervoor interessant kunnen zijn?

Met huidig bericht wordt enkel ingegaan op een aantal praktische vragen die voor dergelijke, in 2014 gesloten leningen, worden gesteld.

Inbrengrecht onroerend goed : 0,5 % of 10% Inbreng in natura gebeurt bij oprichting van een vennootschap of bij kapitaalverhoging.

2. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: a) een aangetekend schrijven; b) een afgifte tegen ontvangstbewijs.

dienst financiën: Gemeentelijk belastingsreglement inzake de activeringsheffing op onbebouwde percelen en kavels ( )

INHOUD. Huwelijk en fiscus

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING

2. Wat is de duur van een handelshuurovereenkomst?

Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari Eerste commentaar.

VERTALING. Artikel 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende :

Home > Zoekresultaten > Circulaire AAFisc Nr. 27/2014 (nr. Ci.RH.331/ ) dd

Aftrek voor risicokapitaal

Goedkeuring reglement heffing op leegstand van woningen en gebouwen voor het aanslagjaar 2017

DOSSIER : VRAGENLIJST INZAKE EVENTUELE VERMINDERINGEN VAN REGISTRATIERECHTEN. GELIEVE STEEDS MET JA of NEEN TE ANTWOORDEN

7. MANAGEMENTVENNOOTSCHAP NA DI RUPO

Circulaire 2018/C/121 over het wijk-werken

Zaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue

AANVRAAGFORMULIER VOOR HET ATTEST VRIJSTELLING SCHENKINGSRECHTEN ARTIKEL 140/6, 1, WETBOEK DER REGISTRATIE-, HYPOTHEEK- EN GRIFFIERECHTEN

Inhoudstafel. Vo o r wo o r d... 1

Bart VAN HYFTE Gauthier ERVYN Laurent DELMOTTE Johan VANDEN EYNDE

Transcriptie:

Fiscaal recht 2014-2015 FISCAAL RECHT N. DALMIJN 1

Algemeen deel Bevoegdheid om belasting te heffen Fiscale rechtsmacht van een staat Alle personen en goederen die zich op haar grondgebied bevinden Eigen staatsonderdanen ongeacht waar zij zich ook mogen begeven (nationaliteitsbeginsel) Nationaliteit is een element waarmee slechts in enkele landen rekening wordt gehouden Kritiek: belastingen financieren publieke diensten Territorialiteitsbeginsel Personen belasten die op haar grondgebied wonen of gevestigd zijn, alsook de personen die zakelijke of economische betrekkingen hebben met het grondgebied van die staat België: onderscheid tussen domiciliebeginsel en liggingsbeginsel Domiciliebeginsel: laat de staat toe belasting te heffen op alle personen die op het Belgische grondgebied wonen of gevestigd zijn Liggingsbeginsel: laat toe belasting te heffen wanneer een goed, inkomen of handeling op het Belgisch grondgebied is gelokaliseerd (bronstaatbeginsel) Indeling van de belastingen Belastingheffende overheid Belastingheffende overheid: Rijksbelastingen Regionale belastingen Lokale belastingen Gemeenschappen en gewesten Eigenlijke fiscale bevoegdheden: art. 170, 2 Gw. Oneigenlijke fiscale bevoegdheden Uitoefening van de fiscale autonomie inzake de personenbelasting Wijze van heffing Vaste belastingen Evenredige belastingen Progressieve belastingen Grondslag Zakelijke belastingen: objectieve maatstaven zonder rekening te houden met de persoon Persoonlijke belastingen: rekening houden met de persoonlijke toestand van de belastingplichtige Directe en indirecte belastingen Omschrijving FISCAAL RECHT N. DALMIJN 2

Direct: wanneer ze een voortdurende of permanente toestand treft en periodiek wordt geïnd Indirecte: belastingen op handelingen of feiten van toevallige of voorbijgaande aard Punctueel opeisbaar, telkens een belastbare handeling wordt gesteld Andere minder gebruikelijke twee-indeling, vanuit economisch standpunt Direct: wanneer zij moet worden gedragen door hem die ze betaalt Indirect: wanneer bestemd om door hem die ze betaalt, te worden afgewenteld op een derde Opdeling van de directe belastingen Resultaatsbelastingen: directe belastingen die een reeks van verrichtingen treffen, in hun geheel en over een zeker tijdperk beschouwd Directe belastingen op een uit hun aard duurzame toestand Belastingen die worden geheven op toestanden die worden geacht uit hun aard duurzaam te zijn Belastbaar feit voltrekt zich zodra de belastbare toestand kan worden vastgesteld Fiscale wetboeken Wetboek van de inkomstenbelastingen (WIB) Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde Wetboek registratie-, hypotheek- en griffierechten Wetboek van successierechten en van overgang bij overlijden Wetboek van diverse rechten en taksen Misleidende benaming gewestelijke belastingen : Aan gewesten m.b.t. bepaalde van deze belastingen de bevoegdheid toegekend de aanslagvoet, de heffingsgrondslag en de vrijstellingen te wijzigingen Vlaamse Codex Fiscaliteit Beginselen in het fiscaal recht Opdeling formele rechtsbescherming en materiële rechtsbescherming Formele: mogelijkheid zich te wenden tot de rechter wanneer men zich onrechtmatig getroffen acht door een belasting Materiële: situeert zich bij de totstandkoming van de materiële belastingregels Algemene rechtsbeginselen Autonome bron van recht Algemene rechtsbeginselen Ongeschreven regels die in een bepaalde maatschappij aanvaard worden door het gemeenschappelijk bewustzijn op het zelfde niveau als geschreven rechtsregels Algemeen en abstract en onderhevig aan maatschappelijke evolutie Erkend als vernietigingsgronden Onderscheid tussen ARB s met grondwettelijke waarde en ARB s met wettelijke waarde Grondwettelijke waarde: betreffen de essentie van de democratie en moeten ook door de wetgevende macht worden gerespecteerd Wettelijke waarde: kunnen leemtes in de wet opvullen FISCAAL RECHT N. DALMIJN 3

Algemene beginselen van behoorlijk bestuur: een explicitering van algemene rechtsbeginselen t.a.v. het bestuur Legaliteitsbeginsel Art. 170 van de Grondwet Een belasting kan slechts worden ingevoerd DOOR een wet, een decreet, ordonnantie of beslissing van de raad (niet krachtens gebruikt!!!) Bevoegdheidsdelegaties naar de uitvoerende macht zijn dus verboden! Rol van het legaliteitsbeginsel Biedt burgers de zekerheid dat belastingen enkel worden ingevoerd met de toestemming van de democratisch verkozen vertegenwoordigers van het volk Bijdragen tot een meer rechtvaardig belastingstelsel Belastingen vormen een inbreuk op individuele eigendomsrecht van art. 16 Gw.: legaliteitsbeginsel waarborgt dat deze inbreuk niet willekeurig gebeurt Betekenis van art. 172, tweede lid van de Grondwet Vrijstellingen of verminderingen van belastingen kunnen slechts ingevoerd worden door een wet Moet bijdragen tot een rechtvaardig belastingstelsel Geen inbreuk op het individuele eigendomsrecht Verbiedt dus bevoegdheidsdelegaties naar de uitvoerende macht Vooral gezien als een bescherming van het gelijkheidsbeginsel Geen voorrechten invoeren! Het legaliteitsbeginsel geldt voor belastingen Belastingen HvC: een op grond van hun gezag door de staat, gemeenten en provincies, verrichte heffing, op de geldmiddelen van de personen die hun grondgebied bewonen, of aldaar belangen bezitten, om te worden aangewend voor de diensten van openbaar nut Kenmerkt zich door de afwezigheid van een rechtstreekse en individuele tegenprestatie (anders een vergoedingsretributie) Vergoedingsretributie HvC: de vergoeding die de overheid van bepaalde belastingplichtigen eist als tegenprestatie voor een bijzondere dienst die zij in hun persoonlijk belang heeft geleverd of voor een rechtstreeks en bijzonder voordeel dat zij hun heeft toegestaan Bedrag van een retributie: moet in redelijke verhouding staan tot het belang van de verleende dienst Art. 173 Gw. maakt verwarrend gebruik van term retributie Kan twee betekenissen hebben: vergoedingsretributie en belastingretributie Sociale zekerheidsbijdrage Art. 170 en 172 Gw. zijn niet van toepassing op sociale zekerheidsbijdragen FISCAAL RECHT N. DALMIJN 4

Bij uitsluiting bestemd voor de financiering van stelsels van tegemoetkomingen ter vervanging of aanvulling van het inkomen (belastingen: algemene uitgaven van openbaar nut dekken) Feit dat een bedrag dient tot financiering van het stelsel van sociale zekerheid is op zich niet voldoende om de kwalificatie als belasting uit te sluiten Delegatie van essentiële bestanddelen Uitgangspunt: geen delegatie van essentiële bestanddelen Elke delegatie die betrekking heeft op het bepalen van één van de essentiële elementen van de belasting is in beginsel ongrondwettig Bovendien een schending van art. 10, 11 en 72 Gw. GwH is bevoegd om wetten, decreten en ordonnanties onmiddellijk te toetsen aan art. 170 en 172 Gw. Minder belangrijke elementen mogen worden geregeld door een uitvoeringsbesluit Machtiging moet voldoende nauwkeurig omschreven en zijn en betrekking hebben op de tenuitvoerlegging van maatregelen waarvan de essentiële elementen voorafgaandelijk door de wetgever zijn vastgesteld Nuancering: toch delegatie van essentiële bestanddelen Mogen slechts uitwerking hebben vanaf de bekrachtiging bij wet GwH: bevoegdheidsdelegatie van essentiële elementen mogelijk onder volgende voorwaarden: Wetgever bevindt zich in de onmogelijkheid om zelf alle essentiële elementen van een belasting vast te stellen De machtiging is uitdrukkelijk en ondubbelzinnig De genomen maatregelen moeten door de wetgevende macht worden onderzocht binnen een relatief korte termijn, vastgesteld in de machtigingswet (bekrachtiging!) Een niet-bekrachtig besluit heeft geen uitwerking Delegatie aan de minister van financiën of fiscale ambtenaren Koning kan de minister van financiën belasten met het nemen van maatregelen van bijkomende aard RvS: uitvoeringsbevoegdheden worden door de wetgever rechtstreeks overgedragen aan een minister wanneer objectieve redenen voorhanden zijn die een dringend optreden van de uitvoerende macht noodzakelijk maken of wanneer het gaat om detailkwesties Wetstoepassing De fiscale schuld ontstaat niet uit een overeenkomst (ontstaat uit de wet) Overeenkomst met de fiscale administratie Vroeger: fiscale aangifte was een aanbod dat door de fiscus kan worden aanvaard en voor de belastingplichtige bindend is Fiscale administratie is gehouden de fiscale wetten toe te passen zoals zij zijn Geen overeenkomsten! Over feitelijke elementen kunnen wel overeenkomsten worden gesloten Overeenkomst tussen belastingplichtigen Fiscale wetten zijn van openbare orde FISCAAL RECHT N. DALMIJN 5

Partijen kunnen wel overeenkomen wie de belasting uiteindelijk zal dragen, maar deze overeenkomst kan niet aan de fiscus worden tegengeworpen De fiscale administratie mag niet afwijken van de fiscale wet Gebonden bevoegdheid: invorderingsplicht Administratieve commentaren en circulaires Indicatieve circulaire: ambtenaren inlichten over nieuwe wetgeving of rechtspraak Interpretatieve circulaire: duidelijkheid verschudden over dubbelzinnige wettelijke bepalingen Verordenende circulaire: voegt iets toe aan de wet, vult wettelijke lacunes op, versoepelt de toepassingsmodaliteiten van de wet, Fiscale administratie moet de fiscale wetten toepassen zoals zij zijn Ook via interpretatie mag de fiscale administratie geen essentiële elementen van de belasting vaststellen Fiscale administratie mag evenmin afwijken van de fiscale wet bij het geven van rulings Strikte interpretatie Alles is vrij van belasting, tenzij de wet anders bepaalt Gebruik van onbepaald of open normen vormen een aantasting van de bescherming die de burger geniet op basis van het legaliteitsbeginsel Wanneer dit de werkelijke bedoeling van de wetgever is, mag aan de fiscale wet een ruime betekenis worden gegeven Verbod van analogische interpretatie Men past de fiscale wet toe op rechtshandelingen of rechtsfeiten die niet door de fiscale wet worden geviseerd maar veel gelijkenissen vertonen met rechtshandelingen of rechtsfeiten waarop de fiscale wet van toepassing is In het gemeen recht wordt analogische interpretatie van de wet wel aanvaard (immers rechtsweigering wanneer geen uitspraak na onvolledige wet) In fiscale zaken kan de rechter zich niet schuldig maken aan rechtsweigering In dubio contra fiscum Nadat de rechter alle interpretatiemethoden en -middelen heeft uitgeput, moet de wet worden uitgelegd in de voor de belastingplichtige meest voordelige zin In dubio pro fisco Bij interpretatie van vrijstellingen of verminderingen kan een onduidelijkheid ook niet ruim worden geïnterpreteerd Er moet ook hier rekening worden gehouden met de bedoeling van de wetgever en niet alleen met de tekst van de wet Van belastingontduiking tot wetsontduiking Keuze van de minst belaste weg Enkel de juridische werkelijkheid is van belang en niet de bedoeling van de belastingplichtigen Voorwaarde: alle gevolgen van de gestelde rechtshandelingen worden aanvaard HvC: er bestaat geen simulatie en derhalve geen belastingontduiking wanneer partijen, om onder de toepassing te vallen van een gunstiger fiscaal stelsel, gebruik maken van hun contractvrijheid en, zonder evenwel enige wettelijke verplichting te schenden, akten opstellen warvan zij alle fiscaal- en civielrechtelijke gevolgen aanvaarden, ook indien de vorm die zij aan die akten geven niet de meest normale is = BREPOLSLEER Belastingontduiking Veronderstel een inbreuk op de fiscale wet Dissimulatie wanneer de belastingplichtige de belastbare materie verbergt FISCAAL RECHT N. DALMIJN 6

Simulatie Opzettelijke discrepantie tussen de werkelijke en de verklaarde wil Simulatie telkens een belastingplichtige met ontduikingsopzet een inbreuk pleegt op de fiscale wet door de veruitwendig van een juridische akte die niet overeenstemt met de overeenkomst neergelegd in de tegenbrief Beoordeling van simulatie: moet worden nagegaan wat de belastingplichtige juridisch wil Geen algemeen rechtsbeginsel krachtens hetwelk rekening moet worden gehouden met een bedrijfseconomische werkelijkheid die anders zou zijn dan de werkelijkheid van wat tussen partijen zonder veinzing is overeengekomen en waarvan zij alle gevolgen zou hebben aanvaard Art. 344, 1 WIB zoals ingevoerd door de Wet van 22 juli 1993 Niet-tegenstelbaarheid: beperkte zich tot de aan de rechtshandeling gegeven kwalificatie en strekte zich niet uit tot de rechtshandeling zelf Mogelijk de juridische kwalificatie die door de partijen aan de rechtshandeling werd gegeven, te vervangen door een andere juridische kwalificatie Bij herkwalificatie komen tot soortgelijke rechtsgevolgen en niet raken aan de essentiële elementen van de rechtshandeling Herkwalificatie: mogelijk wanneer voor de gestelde rechtshandeling verschillende kwalificaties konden bestaan die allemaal correct waren HvC: toepassing van dit artikel grotendeels herleid tot een toepassing van de oude simulatieleer Verruiming: de geherkwalificeerde akte moest niet noodzakelijk identieke rechtsgevolgen hebben, maar soortgelijke rechtsgevolgen volstonden Juridische herkwalificatie kan worden afgewend wanneer de belastingplichtige kon aantonen dat de keuze voor bepaalde akten beantwoordde aan rechtmatige financiële of economische behoeften Art. 344, 1 WIB zoals vervangen door de Programmawet van 29 maart 2012 Theorie van wetsontduiking Theorie van wetsontduiking of fraus legis in het Belgisch fiscaal recht ingevoerd Wetsontduiking: wanneer een voorschrift van dwingend recht een bepaald resultaat heeft willen verbieden of reglementeren en iemand zich met ontduikingsopzet, d.m.v. op zichzelf geoorloofde handelingen, in een toestand plaatst, die de verboden of gereglementeerde toestand zeer dicht benadert Dit artikel als ultiem wapen: moet enkel worden toegepast als de gewone interpretatiemethode, de technische bepalingen van het Wetboek, de speciale antiontwijkingsbepalingen en de simulatieleer geen hulp bieden Analyse van het nieuwe art. 344, 1 WIB Niet-tegenwerpelijkheid heeft betrekking op een rechtshandeling of een geheel van rechtshandelingen die eenzelfde verrichting tot stand brengt Objectief element van fiscaal misbruik: belastingplichtige kiest een rechtshandeling of een geheel van rechtshandelingen die hem toestaan zich in een toestand te plaatsen die strijdig is met de doelstellingen van een bepaling van het WIB of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten Stelt zich buiten toepassingsgebied van een belastingvermeerderende bepaling Stelt zich binnen toepassingsgebied van een belastingverminderinde bepaling Subjectieve element: rechtshandeling gekozen met als doel het verkrijgen van een belastingvoordeel, voor zijn keuze bestaat geen andere wezenlijke verklaring dan belastingbesparing Fiscale administratie moet eerst het bewijs leveren van het objectief element Legaliteitsbeginsel GwH: bewijsmiddel van de administratie en het gaat dus om een systeem van bewijs en tegenbewijs FISCAAL RECHT N. DALMIJN 7

Geen algemene machtigingsbepaling die de administratie toestaat zelf de belastbare materie vast te stellen Eenjarigheidsbeginsel Fiscaal eenjarigheidsbeginsel Art. 171 Gw.: jaarlijks gestemd over belastingen Essentieel onderdeel van het fiscaal legaliteitsbeginsel Wetgever moet jaarlijks de bevoegdheid van de uitvoerende macht om de belastingen in te vorderen bevestigen Invordering van de belasting moet plaatsvinden binnen het jaar waarvoor de belasting werd ingesteld, tenzij de wetgever hiervoor een bijkomende termijn heeft toegekend Machtiging aan de uitvoerende macht om tot de invordering over te gaan wordt gegeven in de begrotingswet of een specifieke financiewet Fiscaal eenjarigheidsbeginsel geldt niet voor vergoedingsretributies Vergoedingsretributies blijven van toepassing voor de ganse duur waarvoor zij werden ingesteld, zonder dat hiervoor een wettelijke verlenging nodig is Begrotingstechnisch eenjarigheidsbeginsel Wetgever is verplicht om jaarlijks een begroting goed te keuren Bevat alle staatsontvangsten en -uitgaven Gewoonte aangekomen om gelijktijdig d.m.v. eenzelfde bepaling zowel aan het fiscaal als aan het begrotingstechnisch eenjarigheidsbeginsel te voldoen Gemeente- en provinciebelastingen: enkel een begrotingstechnisch eenjarigheidsbeginsel Gelijkheidsbeginsel Beperking van de fiscale autonomie van de wetgever Bevoegdheid om belastingen in te voeren of vrijstellingen en verminderingen te verlenen is de exclusieve bevoegdheid van de wetgever Gehouden het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel of niet-discriminatiebeginsel na te leven Grondwettelijk gelijkheidsbeginsel: art. 10 en 11 Gw. Art. 172 Gw.: bijzondere toepassing van het in art. 10 geformuleerde gelijkheidsbeginsel Inzake belastingen mogen geen voorrechten worden ingevoerd Vrijstellingen of verminderingen mogen door de wetgever worden ingevoerd, maar zij moeten worden verantwoord Inhoud van het gelijkheidsbeginsel RS en RL hebben de betekenis van het gelijkheidsbeginsel in fiscale zaken aangegeven Gelijkheidsbeginsel werd beperkt tot een gelijke toepassing van de gekozen criteria zonder dat werd onderzocht of in de keuze van de criteria geen ongelijkheid schuilging Was voldoende dat de fiscale wet een algemeen karakter had Gelijkheid FISCAAL RECHT N. DALMIJN 8

Geen ongerechtvaardigd onderscheid maken, noch in de norm zelf, noch in de toepassing van de norm Toetsing van de criteria van de norm is een uitbreiding van het traditionele gelijkheidsbeginsel Verschil kan voor zover voor het criterium van onderscheid een objectieve en redelijke verantwoording bestaat Beoordeeld met inachtneming van het doel en de gevolgen van de bestreden maatregel Gelijkheid is ook de ongelijke behandeling van ongelijke toestanden Alle burgers staan een bijdrage af evenredig met hun fiscaal draagvermogen Progressieve belastingtarieven gerechtvaardigd, evenals bepaalde gunsttarieven en vrijstellingen Toetsing van het gelijkheidsbeginsel Fiscale reglementen van provincies en gemeenten Kan door de rechter worden getoetst aan de wet en de Grondwet Vernietigingsberoep kan worden ingesteld door een belanghebbende bij RvS Rechterlijke toetsing is beperkt tot een marginale toetsing Fiscale wetten, decreten en ordonnanties GwH kan decreten en ordonnanties toetsen aan het gelijkheidsbeginsel (art. 10 en 11) 2003: GwH kan ook toetsen aan art. 172 Gw. Toetsing: beroep tot vernietiging bij GwH of prejudiciële vraag Marginale toetsing: niet uitspreken over opportuniteit of wenselijkheid van een belastingregel Schending van het gelijkheidsbeginsel bij de toepassing van de belastingwet Grondwettelijk gelijkheidsbeginsel is een ARB met grondwettelijke waarde Diegene die zich in dezelfde feitelijke toestand bevinden, moeten op dezelfde wijze worden belast SYMOENS: schending van het gelijkheidsbeginsel kan ongedaan worden gemaakt door de vrijstelling contra legem uit te breiden tot iedereen die zich in dezelfde omstandigheden bevindt Niet-retroactiviteitsbeginsel Beperking van de fiscale autonomie Bij uitoefenen fiscale bevoegdheid moet de wetgever het niet-retroactiviteitsbeginsel respecteren Art. 2 BW Niet-retroactiviteitsbeginsel werd algemeen erkend als een in de wet veruiterlijkt ARB dat ook van toepassing is op wetten en reglementen die de openbare orde aanbelangen Gekoppeld aan het rechtszekerheidsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel Niet-retroactiviteitsbeginsel vormt een toepassing van het rechtszekerheidsbeginsel HvC: niet-retroactiviteitsbeginsel is geen ARB met grondwettelijke waarde Onmiddellijke inwerkingtreding en juridische retroactiviteit FISCAAL RECHT N. DALMIJN 9

Mogelijk om zonder het niet-retroactiviteitsbeginsel te schenden wijzigingen aan te brengen in de wetgeving tot op het ogenblik van de voltrekking van dit latere gevolg Onderscheid Belastbare feiten met onduidelijke voltrekkingen Belastbaar feit dat slechts na verloop van een bepaalde referentieperiode voltrokken is (resultaatsbelastingen) Resultaatsbelastingen Materiële belastingschuld wordt bepaald a.d.h.v. de fiscale wetgeving zoals die bestaat op het ogenblik dat de referentieperiode wordt afgesloten GwH: slechts retroactiviteit wanneer de wetswijziging zich voordoet nadat het belastbaar tijdperk is afgesloten Publicatie is een constitutief element Retroactiviteitsverbod heeft alleen betrekking op het belastbaar feit en niet op de berekeningsbasis Aanvullende gemeentebelastingen HvC: belastingschuld i.v.m. een aanvullende belasting op de personenbelasting ontstaat definitief op het tijdstip waarop het belastbaar tijdperk m.b.t. de personenbelasting wordt afgesloten Art. 468, vierde lid WIB Non bis in idem beginsel Geen fiscaal algemeen rechtsbeginsel Verbod van dubbele belasting wanneer de constitutieve elementen van het beginsel zijn verenigd Geen ARB Verbod om sancties van strafrechtelijke aard te cumuleren, werkt ook door in het fiscaal recht Een voornamelijk door billijkheid ingeschreven richtsnoer voor de wetgever Principe van vermijding van dubbele belasting Constitutieve elementen Dezelfde belastbare materie Belasting mag geen betrekking hebben op dezelfde belastbare materie Geen schending bij opeenvolgende belastbare feiten Dezelfde persoon Hetzelfde jaar Enkel van belang in het kader van directe belastingen Directe belastingen: belastingen die op een voortdurende toestand drukken Dezelfde overheid HvC: in de regel niet verboden dat eenzelfde belastingplichtige voor eenzelfde feit door verschillende overheden wordt belast Dezelfde belasting Niet tegen het samen bestaan van vergelijkbare belastingen FISCAAL RECHT N. DALMIJN 10

Fiscaal doel van de belasting moet daartoe worden onderzocht Rechtszekerheidsbeginsel Inhoud van het rechtszekerheidsbeginsel Recht moet voorzienbaar en toegankelijk zijn Inhoud moet voorzienbaar en toegankelijk zijn Belastingplichtige moet kunnen voorzien wat de fiscale gevolgen van zijn handelingen zijn Formeel of objectief rechtszekerheidsbeginsel: beginsel van behoorlijke regelgeving Rechtssubjecten moeten kunnen vertrouwen op een zekere standvastigheid bij het bestuur Eerbiediging van de verkregen rechten Beginsel van behoorlijk bestuur Apart beginsel van behoorlijk bestuur gegroeid: vertrouwensbeginsel De door de overheid opgewerkte gerechtvaardigde verwachtingen contra legem moeten worden gehonoreerd, terwijl op basis van het rechtszekerheidsbeginsel de wettelijke regel moet worden toegepast Formeel of objectief rechtszekerheidsbeginsel GwH: erkent de werking van het rechtszekerheidsbeginsel contra legem Formeel rechtszekerheidsbeginsel heeft een grondwettelijke waarde Belastingplichtige moet met een minimale voorzienbaarheid de gevolgen van zijn handelingen kunnen voorzien Belastingplichtige moet nauwgezet tewerk gaan en contractueel de nodige voorwaarden opnemen en de nodige controle uitoefenen op de handelingen van de derde Vernietigingsberoep: GwH kan de werking in de tijd van het arrest regelen HvC kent aan de rechter de bevoegdheid toe om de werking in de tijd van prejudiciële arresten te bepalen Vertrouwensbeginsel Omschrijving 3 voorwaarden: Vaste gedragslijn van de fiscale administratie Belastingplichtige moet zich gedragen hebben overeenkomstig deze gedragslijn van de fiscale administratie Later blijkt dat de gedragslijn van de fiscus niet in overeenstemming is met de correcte toepassing van de fiscale wet Rechtspraak van het Hof van Cassatie HvC: correcte toepassing van de fiscale wet moet wijken voor de toepassing van het vertrouwensbeginsel Vertrouwensbeginsel dus erkend als een ARB met grondwettelijke waarde! Latere arresten: Hof verwerpt de toepassing van het vertrouwensbeginsel contra legem FISCAAL RECHT N. DALMIJN 11

Toepassing van het vertrouwensbeginsel in contra legem situaties ofwel getemperd ofwel onmogelijk gemaakt ARB met wettelijke waarde Enkel wanneer gewekte verwachtingen rechtmatig, gewettigd of gerechtvaardigd zijn Omwille van het legaliteitsbeginsel heeft de fiscus een gebonden bevoegdheid: ze moet de belasting die op basis van de wet verschuldigd is, vaststellen en invorderen Rechtspraak van het Hof van Justitie Nationale instanties moeten het vertrouwensbeginsel jegens de marktdeelnemers in acht nemen Eerst uitmaken of de handelingen van de administratieve instanties bij de voorzichtige en bezonnen marktdeelnemer een redelijke vertrouwen hebben gewekt Vervolgens nagaan of dit vertrouwen gewettigd is HvJ: nationale rechter moet beoordelen of de belastingplichtige redelijkerwijze kon aannemen dat de beslissing door een bevoegde instantie was gegeven Vertrouwensbeginsel kan dus ook contra legem werken Vertrouwensbeginsel maakt dus deel uit van het supranationaal recht Er zou moeten worden onderzocht of er een redelijk vertrouwen is opgewekt bij de belastingplichtige en of dit individueel belang opweegt tegen het algemeen belang van de correcte toepassing van de fiscale wet Verhouding met andere rechtstakken Begrip niet door de fiscale wet omschreven: gemeenrechtelijke betekenis en anders gebruikelijke betekenis Invulling van het begrip inkomen Verwezen naar burgerrechtelijk inkomensbegrip Inkomen is alles wat een zaak periodiek aan vruchten voortbrengt, zonder haar wezen te veranderen of haar substantie aan te tasten Belastbare winst Vastgesteld volgens regels van boekhoudrecht (primauteit van het boekhoudrecht) Principes van het gemeen recht van toepassing, tenzij het fiscaal recht hiervan uitdrukkelijk afwijkt FISCAAL RECHT N. DALMIJN 12

Personenbelasting Toepassingsgebied van de personenbelasting Persoon moet vanuit fiscaal oogpunt in België gevestigd zijn Rijksinwoners: natuurlijke personen die hun woonplaats in België hebben gevestigd en wanneer ze geen woonplaats hebben in België de zetel van hun fortuin hebben gevestigd Criterium van zetel van fortuin slechts ingeroepen wanneer de belastingplichtige geen woonplaats in België heeft Woonplaats Woonplaats: plaats waar de belastingplichtige werkelijk woont en die gekenmerkt wordt door een zekere bestendigheid of continuïteit Fiscale woonplaats: bijzondere en feitelijke woonplaats die tot stand komt, wordt bevestigd en zich consolideert door een geheel van feiten en omstandigheden Plaats waar een persoon effectief en duurzaam verblijft, waar zijn gezin gehuisvest is en waar hij zijn wezenlijke contacten met zijn medemensen onderhoudt Om in België als een niet-rijksinwoner te worden beschouwd is het noodzakelijk dat het verblijf in het buitenland gekenmerkt wordt door een zekere bestendigheid of continuïteit Zetel van fortuin Zetel van fortuin: plaats van waaruit een persoon zijn fortuin beheert of van waaruit hij toezicht houdt op het beheer van zijn fortuin Begrippen woonplaats en zetel van fortuin zijn zelfstandige criteria Wanneer op grond van de feitelijke gegevens wordt getwijfeld in welk land een persoon zijn fiscale woonplaats heeft, moet voorrang worden gegeven aan de plaats waar het gezin te lokaliseren is, eerder dan aan de zetel van het fortuin Bewijslast Fiscale administratie moet het bewijs leveren Weerlegbaar vermoeden ingevoerd: behoudens tegenbewijs worden de natuurlijke personen die in het Rijksregister van de natuurlijke personen zijn ingeschreven, geacht hun woonplaats in België te hebben gevestigd Onweerlegbaar vermoeden van art. 2, 1, 1º, derde lid WIB: voor gehuwden (+ WS) wordt de fiscale woonplaats bepaald door de plaats waar het gezin is gevestigd Overleden rijksinwoner Voorwaarden om de personenbelasting te heffen blijven ook na het overlijden van de rijksinwoner bestaan Na het overlijden wordt de aanslag gevestigd op naam van de overleden belastingplichtige maar voorafgegaan door het woord Nalatenschap en eventueel gevolgd door de aanduiding van de persoon of de personen die zich bij de fiscale administratie hebben bekendgemaakt als erfgenaam, legetaris, begiftigde of bijzondere lasthebber Bijzondere gevallen FISCAAL RECHT N. DALMIJN 13

Op grond van het WIB Worden geacht Belgisch rijksinwoner te zijn: In het buitenland geaccrediteerde Belgische diplomatieke en consulaire beroepsambtenaren (+ gezinsleden) Andere leden van Belgische diplomatieke zendingen en consulaire posten in het buitenland (+ gezinsleden) Alle andere ambtenaren, vertegenwoordigers en afgevaardigden Belgische nationaliteit bezitten + Werkzaamheden buitenlands uitoefenen (geen duurzaam verblijf ter plaatse) Worden in België niet aangemerkt als rijksinwoners In België geaccrediteerde buitenlandse diplomatieke en consulaire beroepsambtenaren (+ gezinsleden) Andere leden van buitenlandse diplomatieke zendingen en consulaire posten in België (+ gezinsleden) Voorwaarde van wederkerigheid (die staat hanteert eenzelfde behandeling) Betrokkenen Belgische nationaliteit niet bezitten of niet duurzaam verblijf houden in België Ambtenaren, vertegenwoordigers of afgevaardigden Voorwaarde van wederkerigheid Belgische nationaliteit niet bezitten en geen duurzaam verblijf in België Betrokkenen hun diensten niet verstrekking in het kader van enig handels- of nijverheidsbedrijf Op grond van internationale verdragen Exceptie van fiscale woonplaats: ambtenaar moet voor zijn indiensttreding bij de internationale organisatie zijn fiscale woonplaats in het buitenland hebben gehad Exceptie van fiscale woonplaats moet worden onderscheiden van de gewone belastingvrijstelling die sommige ambtenaren van internationale organisaties genieten Vrijstelling van personenbelasting op hun beroepsinkomen als EU-ambtenaar Grondslag van de personenbelasting Soorten inkomsten Onroerende inkomsten: inkomsten uit in België of in het buitenland gelegen onroerende goederen Roerende inkomsten: alle inkomsten van roerende goederen en kapitalen Beroepsinkomsten: winsten, baten, winsten en baten van een vorige beroepswerkzaamheid, bezoldigingen en pensioenen Diverse inkomsten Totaal netto-inkomen en belastbaar inkomen Belasting wordt geheven op het totaal inkomen van de belastingplichtige Inkomsten worden m.a.w. geglobaliseerd Berekeningswijze: art. 6 WIB Na globalisatie van de verschillende inkomenscategorieën bekomt men het totale netto-inkomen FISCAAL RECHT N. DALMIJN 14

Aftrekbare bestedingen van art. 104 WIB in aftrek gebracht Wereldwijd inkomen Personenbelasting wordt geheven op het totaal inkomen van de rijksinwoner Ongeacht de plaats waar de inkomsten genoten of verkregen worden Er moet rekening worden gehouden met de verdragen ter voorkoming van dubbele belasting die België heeft afgesloten Onroerende inkomsten Belastbare personen De eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker van onroerende goederen Eigenaar : persoon bedoeld die het goed in volle eigendom bezit Bezitter : persoon die houder is van het goed en die, te goeder of te kwader trouw, de opbrengst ervan geniet, alsmede diegene die een zakelijk recht van bewoning uitoefent Moet volgens het gemeen recht worden uitgelegd Erfpachter: verplicht alle belastingen i.v.m. het onroerend goed te betalen Opstalhouder: opstalgever verzaakt door het toekennen van het recht van opstal aan het recht van natrekking Vruchtgebruiker: op grond van art. 608 BW Goederen die onroerend inkomen opleveren Ongebouwde en gebouwde onroerende goederen, alsook materieel en outillage die onroerend zijn uit hun aard of door bestemming Materieel en outillage : met uitsluiting van de lokalen, afdaken en hun onmisbaar toebehoren, alle toestellen, machines en andere installaties die dienstig zijn voor een nijverheids-, handels- of ambachtsbedrijf en die ofwel onroerend uit hun aard zijn, ofwel onroerend door bestemming Onroerend uit hun aard Gebouwen en gronden Materieel en outillage dat duurzaam en gewoonlijk met de grond of het gebouw is verbonden of erin vastzitten Volstaat dat de bestanddelen fysiek aan de grond of aan het gebouw zijn vastgemaakt RS: eveneens worden beschouwd als onroerend uit hun aard goederen die steun vinden in, aan of op de grond t.b.v. de stabiliteit, en die bedoeld zijn om gedurende een zekere periode ter plaatse te blijven staan Materiaal en outillage dat onroerend is uit zijn aard: steeds een kadastraal inkomen toegekend, ongeacht wie de eigenaar ervan is Onroerend door bestemming Roerende voorwerpen die de eigenaar van een erf voor de dienst en de exploitatie van dat erf daarop geplaatst heeft, zijn onroerend door bestemming FISCAAL RECHT N. DALMIJN 15

Materieel en outillage kan maar onroerend worden door bestemming indien de eigenaar van het roerend goed ook eigenaar is van het onroerend goed Wanneer een ondernemer een onroerend goed huurt, kn het materieel en de outillage dat hij eraan verbindt nooit aanleiding geven tot onroerende inkomsten Opbrengsten uit te sluiten als onroerend inkomen Meerwaarden Nooit de opbrengst van de verkoop van een onroerend goed Meerwaarde bij verkoop van onroerend goed dat voor privédoeleinden werd gebruikt, is onder bepaalde voorwaarden wel belastbaar als een divers inkomen Verkoop van een beroepsmatig aangewend onroerend goed kan een belastbaar beroepsinkomen opleveren Onroerende inkomsten met beroepskarakter Als beroepsinkomsten belast wanneer de activa welke deze inkomsten voortbrengen voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt Ontvangen huurgelden vormen een beroepsinkomen Onroerend goed geheel of gedeeltelijk gebruikt om er zelf zijn beroepsactiviteit in uit te oefenen Beroepsmatig gebruikt gedeelte geeft geen aanleiding tot een onroerend inkomen Het wordt geacht in de beroepsinkomsten te zijn begrepen onder de vorm van uitgespaarde huur Kadastraal inkomen Vaststelling van het kadastraal inkomen Forfaitair vastgesteld onroerend inkomen Dit is het kadastraal inkomen Het vertegenwoordigt het geschatte gemiddelde normale netto-inkomen gedurende een jaar van een in België gelegen kadastraal perceel en van het materieel en de outillage die zich daar bevinden en onroerend zijn KI wordt vastgesteld per kadastraal perceel KI vertegenwoordigt een netto-inkomen Bruto-inkomen verminderd met de op het goed drukkende kosten voor onderhoud en herstelling Kosten voor onderhoud en herstelling: forfaitair vastgesteld op 40% voor gebouwde onroerende goederen en op 10% voor ongebouwde onroerende goederen KI wordt bepaald door de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie Belastingplichtige heeft het recht om tegen het hem betekend KI bezwaar in te dienen Bezwaar is beperkt tot betwistingen m.b.t. het bedrag van het KI In principe gelden de KI s voor een periode van 10j Na die periode een algemene perequatie Ten gevolge van het steeds verder uitstellen van de algemene perequatie werd besloten om vanaf 1 januari 1991 de KI s jaarlijks te indexeren FISCAAL RECHT N. DALMIJN 16

Schatting, herschatting en herziening Schatting en herschatting Schatting van het KI van nieuw opgerichte gebouwen en van het in gebruik genomen materieel of outillage Herschatting van het KI van vergrote, herbouwde of aanzienlijk gewijzigde onroerende goederen Aanzienlijke wijzigingen: die welke aanleiding kunnen geven tot een vermeerdering of tot een vermindering van het toegekende kadastraal inkomen met een bedrag van 50 of meer of tenminste met een bedrag van 15% van het bestaande inkomen Art. 473 WIB: eigenaar is ertoe gehouden (binnen dertig dagen) aangifte te doen hiervan Buitengewone en speciale herziening Indien er zich in een gemeente of een kadastrale afdeling van een gemeente belangrijke schommelingen voordoen in de huurwaarde van gebouwde en/of ongebouwde onroerende goederen, kan er worden overgegaan tot een buitengewone herziening Speciale herziening: mogelijk wanneer ten gevolge van blijvende omstandigheden onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige en buiten elke wijziging van het goed om, de nettohuurwaarde van een gebouwd onroerend goed een verhoging of een verlaging van ten minste 15% ondergaat Bruto-onroerend inkomen Is afhankelijk van de bestemming die aan het onroerend goed wordt gegeven Niet-verhuurd Onroerende goederen gelegen in België Ongebouwde: geïndexeerde KI Eigen woning: geïndexeerde KI Andere gebouwde onroerende goederen: geïndexeerde KI, verhoogd met 40% Onroerende goederen gelegen in het buitenland Bruto-onroerend inkomen: bestaat uit de huurwaarde ervan De huurwaarde stemt overeen met de geschatte huuropbrengst Geschat bedrag hoger dan inkomsten van een in het binnenland gelegen dergelijk onroerend goed: schending van vrij verkeer van kapitaal! Vanaf aanslagjaar 2008: woning die gelegen is in de EER kwam in aanmerking voor de vrijstelling Verhuurd Onroerende goederen gelegen in België Verhuurd aan een natuurlijke persoon voor privégebruik Onroerend goed wordt verhuurd aan een natuurlijke persoon die het gehuurde goed noch geheel, noch gedeeltelijk gebruikt voor de uitoefening van zijn beroepsactiviteit: brutoonroerend inkomen bestaat uit: Ongebouwde onroerende goederen: geïndexeerde KI Gebouwde onroerende goederen: geïndexeerde KI verhoogd met 40% Verhuurd overeenkomstig de pachtwetgeving voor land- of tuinbouw Bruto-onroerend inkomen: geïndexeerde KI FISCAAL RECHT N. DALMIJN 17

Geldt ook voor de woonvertrekken die bij een hoeve horen Ook de wet tot beperking van de pachtprijzen moet worden nageleefd Verhuurd aan een rechtspersoon voor bewoning: met het oog op ter beschikking stellen aan: Natuurlijke persoon om uitsluitend als woning te worden gebruikt Meerdere natuurlijke personen die ze uitsluitend gezamenlijk als woning gebruiken Personenbelasting wordt berekend op het geïndexeerde KI verhoogd met 40% Verhuurd in andere omstandigheden Bedoelde huurders Natuurlijke persoon: voor uitoefenen beroepswerkzaamheid Rechtspersoon naar Belgisch of buitenlands publiek- of privaatrecht Vennootschap, vereniging of groepering zonder rechtspersoonlijkheid Bruto-onroerend inkomen wordt dan gevormd door de werkelijke huurprijs en huurvoordelen Natuurlijk persoon: werkelijk gebruik van het goed voor de beroepsactiviteit van de huurder bepalend en niet het feit of de huurder de huurprijs als een beroepskost in aftrek brengt Onroerend inkomen moet eveneens worden berekend op basis van de werkelijke huurinkomsten wanneer de huurder (thuiswerker) van zijn werkgever een kostenvergoeding (kost eigen aan de werkgever) ontvangt als tussenkomst in de huur die de werknemer moet betalen Werkelijke huurprijs en huurvoordelen Minimale grondslag: belastbaar inkomen mag niet lager zijn dan: Ongebouwd onroerend goed: geïndexeerde KI Gebouwd onroerend goed: geïndexeerde KI verhoogd met 40% Tegenprestatie voor het genot van de huurder: geen belastbaar huurinkomen: Vergoeding voor huurschade Vergoeding wegens huurderving ten gevolge van een schadegeval veroorzaakt aan het onroerend goed Huurvoordeel Beschikbaar en in geld waardeerbaar inkomen dat de tegenprestatie vormt voor het genot dat de huurder heeft Wanneer huurvoordeel bestaat uit een eenmalig gedane uitgave, wordt het bedrag ervan verdeeld over de ganse duur van het huurcontract (onbepaalde duur: gespreid over 3j) Belastbaar bij betaling: enkel de huurgelden die gedurende het belastbare tijdperk werkelijk door de huurder werden betaald, komen in aanmerking om het brutoonroerend inkomen vast te stellen Combinatie van privé- en beroepsmatig gebruik door de huurder-natuurlijke persoon Beroepsgebruik: bruto-onroerend inkomen bestaat uit de werkelijke huurprijs en de huurvoordelen Bruto-onroerend inkomen kan afzonderlijk worden vastgesteld enerzijds voor het gedeelte van het onroerend goed dat door de huurder voor privédoeleinden wordt gebruikt en anderzijds voor het gedeelte dat de huurder beroepsmatig gebruikt; voorwaarden: Huurprijs en huurlasten betreffende ieder gedeelte afzonderlijk worden opgegeven in een geschreven huurcontract EN Het huurcontract werd geregistreerd Verhuur en onderverhuur Om te bepalen op welke wijze het bruto-onroerend inkomen wordt vastgesteld, wordt er in principe gekeken naar de huurder en niet naar de onderhuurder FISCAAL RECHT N. DALMIJN 18

Wanneer blijkt dat de betrokken partijen niet alle gevolgen van de verhuur en onderverhuur aanvaarden, kan simulatie worden ingeroepen Komt aan de belastingplichtige toe te bewijzen dat de keuze voor zijn rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen door andere motieven verantwoord is dan het ontwijken van inkomstenbelastingen Rulingcommissie kan zich uitspreken over de vraag of de keuze voor de voorgenomen rechtshandeling, of het geheel van rechtshandelingen die eenzelfde verrichting tot stand brengen, door andere motieven is verantwoord dan het ontwijken van belastingen Herkwalificatie in bezoldigingen van bedrijfsleiders Wanneer een bestuurder, zaakvoerder of vereffenaar een gebouwd onroerend goed verhuurt aan de vennootschap waarin hij zijn functie uitoefent, dan worden de huurprijs en huurvoordelen slechts als onroerend inkomen aangemerkt in zoverre ze niet meer bedragen dan 5/3 van het (ongeïndexeerde) KI gerevaloriseerd met een door de koning bepaalde coëfficiënt Gedeelte dat deze grens overschrijdt: geherkwalificeerd als een beroepsinkomen Herkwalificatie slechts van toepassing voor de periode waarin de voorwaarden hiertoe zijn vervuld Om het te herkwalificeren bedrag vast te stellen, wordt uitgegaan van de inkomsten en het KI dat de bedrijfsleider in zijn hoofde moet aangeven Voor elk onroerend goed moet afzonderlijk worden nagegaan of een gedeelte van het onroerend inkomen moet worden geherkwalificeerd Herkwalificatie is niet van toepassing wanneer een grond wordt verhuurd Onroerende goederen gelegen in het buitenland Bruto-onroerend inkomen: huurprijs en huurvoordelen Combinatie van onroerende en roerende verhuur Globale huurprijs wordt geacht voor 60% betrekking te hebben op de verhuur van het onroerend goed en voor 40% op de verhuur van de roerende goederen die zich in het gebouw bevinden Vestiging of overdracht van erfpacht, opstal of gelijkaardige onroerende rechten Toepassingsgebied Bedragen die de belastingplichtige verkrijgt wanneer hij bepaalde zakelijke rechten op een onroerend goed verleent of overdraagt Uitdrukkelijke bepaling in het WIB ingevoerd waarbij deze bedragen vanuit fiscaal oogpunt gekwalificeerd worden als een onroerend inkomen Gelijkaardige onroerende rechten : gebruiksrechten op lange termijn op onroerende goederen (= onroerende leasing) Inkomsten uit een onroerende leasing die voldoen aan de voorwaarden geven geen aanleiding tot een onroerend inkomen De gebruiksrechten worden verleend ter uitvoering van een niet-opzegbare overeenkomst van erfpacht of van opstal of van een gelijkaardig onroerend recht Overeengekomen vergoedingen maken het de eigenaar mogelijk om het in het gebouw belegde kapitaal of de verkoopwaarde ervan weer samen te stellen, alsmede de rentelast en de andere kosten van de verrichting te dekken Eigendom van het gebouw gaat bij het einde van de overeenkomst van rechtswege over op de gebruiker of de overeenkomst bevat voor hem een aankoopoptie FISCAAL RECHT N. DALMIJN 19

Voorwaarden vervuld: onroerende leasing vormt een financieringsovereenkomst die enkel aanleiding kan geven tot een roerend inkomen Aanvankelijk rekende de fiscale administratie het vruchtgebruik tot de gelijkaardige onroerende rechten Later hierop teruggekomen Bedragen verkregen uit hoofde van de vestiging of overdracht van een recht van vruchtgebruik m.b.t. in België of in het buitenland gelegen onroerende goederen vormen geen inkomsten uit onroerend goederen Onder bepaalde voorwaarden kan er sprake zijn van een divers inkomen Vergoedingen en voordelen Bruto-onroerend inkomen: erfpacht- of opstalvergoedingen en alle andere voordelen die de overdrager bij de vestiging of overdracht van het recht worden betaald of toegekend De voordelen hebben dezelfde waarde als die welke werd weerhouden voor de heffing van de registratierechten Bijzonderheden bij het vaststellen van het bruto onroerend inkomen Vaststelling of wijziging van het KI tijdens het belastbare tijdperk Een nieuw of gewijzigd KI bestaat vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de gebeurtenis die de belastingplichtige moet aangeven Onroerende voorheffing: geheven op basis van het KI zoals dit op 1 januari van het aanslagjaar bestaat Wijzigingen van het KI gedurende het jaar hebben geen invloed Wijziging van belastingplichtige tijdens het belastbare tijdperk Vastgesteld in verhouding tot het aantal dagen dat zij eigenaar waren In de verkoopcompromis kan worden bedongen dat de eigendomsoverdracht pas plaatsvindt bij het verlijden van de authentieke akte Wijziging van de bestemming tijdens het belastbare tijdperk Vastgesteld op basis van de regels die voor deze verschillende bestemmingen gelden Vanaf aanslagjaar 2015: rekening gehouden met de werkelijke duur van de verschillende bestemmingen uitgedrukt in dagen Goederen in onverdeeldheid Belastbare onroerende inkomsten worden verdeeld over de verschillende eigenaars in verhouding tot hun aandeel in de eigendom Vrijstellingen en verminderingen Eigen woning Toepassingsgebied Inkomen van de eigen woning wordt vrijgesteld Vrijstelling heeft geen betrekking op de onroerende voorheffing Eigen woning is de woning Waarvan de belastingplichtige eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker is EN Die de belastingplichtige tijdens het belastbare tijdperk ofwel zelf betrekt ofwel niet zelf betrekt omwille van één van de volgende redenen Beroepsredenen Redenen van sociale aard FISCAAL RECHT N. DALMIJN 20

Wettelijke of contractuele belemmeringen die het de belastingplichtige onmogelijk maken om de woning zelf te betrekken Stand van bouwwerkzaamheden of van verbouwingswerkzaamheden die het de belastingplichtige niet toelaten de woning daadwerkelijk te betrekken Vrij te stellen onroerend inkomen Geïndexeerde KI Huurwaarde van de woning wanneer die in het buitenland is gelegen Betrokken door personen die geen deel uitmaken van zijn gezin Wanneer de belastingplichtige zijn woning slechts gedeeltelijk zelf betrekt, kan slechts dit gedeelte worden vrijgesteld Geldt niet voor het geval dat de belastingplichtige zijn woning onmogelijk zelf kan betrekken omwille van wettelijke of contractuele belemmeringen Geldt wel wanneer de belastingplichtige zijn woning niet zelf betrekt omwille van beroepsredenen of redenen van sociale aard Gebruikt voor beroepsactiviteit Vrijstelling geldt niet voor het deel van de woning dat wordt gebruikt voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid van de belastingplichtige of van een van zijn gezinsleden Verhuis tijdens het belastbaar tijdperk: of een woning een eigen woning is, wordt van dag tot dag beoordeeld Meerdere woningen Woning waar zijn fiscale woonplaats is gevestigd, wordt als de eigen woning beschouwd Bezit enkele woningen die hij niet zelf betrekt omwille van de aangehaalde redenen, dan wijst hij de woning aan die hij als de eigen woning beschouwt Voor gehuwde belastingplichtigen of wettelijk samenwonenden kan slechts één woning als de eigen woning worden beschouwd Onroerende goederen bestemd voor bepaalde doeleinden Inkomsten die de belastingplichtige of een bewoner, zonder winst na te streven, heeft bestemd voor: Het openbaar uitoefenen van een eredienst of van de vrijzinnige morele dienstverlening Onderwijs Vestiging van hospitalen, klinieken, dispensaria, rusthuizen, vakantiehuizen voor kinderen of gepensioneerden, of van soortgelijke weldadigheidsinstellingen Vrijstelling geldt eveneens voor de onroerende voorheffing Afwezigheid van winstbejag Bij de bestemming van het onroerend goed geen winst nastreven Uit het loutere feit dat de belastingplichtige of de bewoner uit het onroerend goed dat wordt bestemd voor één van de opgesomde doeleinden, een voordeel behaalt, kan niet zonder meer worden afgeleid dat hij winst nastreeft Afwezigheid van winstoogmerk moet bestaan in de besteding of de bestemming van het onroerend goed en niet in de hoedanigheid van de belastingplichtige of de bewoner Rechtstreeks of onrechtstreeks gebruik KI wordt vrijgesteld wanneer ze rechtstreeks worden gebruikt voor de verwezenlijking van de genoemde doelstellingen Ook voor de onroerende goederen die onrechtstreeks bijdragen tot de realisatie van deze doelstellingen Soortgelijke weldadigheidsinstellingen Instellingen waarvan de activiteiten gelijkaardig zijn aan de in het WIB opgesomde weldadigheidswerken HvC: instellingen bedoeld die op om het even welke wijze fysieke of geestelijke zorg verstrekken FISCAAL RECHT N. DALMIJN 21

Verhuur onder loopbaanpacht De in België gelegen onroerende goederen blijven wel onderworpen aan de onroerende voorheffing Vaste duur = het verschil tussen het ogenblik waarop de pachter 65j zal zijn en de huidige leeftijd van de kandidaat-pachter Ten minste 27j Vaste duur wordt berekend volgens de leeftijd van de jongste medepachter Dezelfde vrijstelling geldt voor de inkomsten van onroerende goederen gelegen in een lidstaat van de EER die bij pachtovereenkomst van gronden of een gelijkaardige overeenkomst in een andere lidstaat van de EER worden verhuurd en die voorzien in een eerste gebruiksperiode van minimaal 18j Onproductieve en vernielde onroerende goederen KI wordt proportioneel verminderd overeenkomstig de duur en de grootte van de onproductiviteit of van het ontbreken of het verlies van inkomsten in de volgende gevallen Wanneer een niet-gemeubileerd gebouwd onroerend goed in de loop van het jaar gedurende ten minste 90 dagen volstrekt niet in gebruik is genomen en volstrekt geen inkomsten heeft opgeleverd Wanneer een onroerend goed geheel of voor een gedeelte dat ten minste 25% van het KI ervan vertegenwoordigt, is vernield Geen vermindering kan worden toegekend voor buitenlandse onroerende goederen Ook in de onroerende voorheffing wordt een kwijtschelding of proportionele vermindering van de onroerende voorheffing verleend Niet-gemeubileerd gebouw Moet ten minste 90 dagen volstrekt niet in gebruik zijn genomen en volstrekt geen inkomsten hebben opgeleverd Onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige Belastingplichtige moet aantonen dat de toestand is te wijten aan materiële of juridische omstandigheden, onafhankelijk van zijn wil en dat hij de nodige stappen heeft gezet om de toestand te vermijden of te doen ophouden Te koop zonder Te huur Geen vermindering van KI toegestaan RS is echter meer genuanceerd Afbraak- of verbouwingswerken Vermindering van KI niet toegestaan Verminderd op voorwaarde dat de werken noodzakelijk zijn voor de instandhouding van het gebouw Volstrekt niet in gebruik zijn genomen (gedurende minstens 90 dagen) Volstrekt geen inkomsten opleveren (gedurende minstens 90 dagen) 90 dagen: dagen van niet-ingebruikneming en onproductiviteit moeten niet op elkaar volgen Vernielde onroerende goederen Alle onroerende goederen ongeacht hun aard Ongebouwd onroerend goed is slechts vernield indien de bodem is aangetast Vernieling moet veroorzaakt zijn door een buitengewone gebeurtenis, onafhankelijk van de wil van de eigenaar Van het bruto-onroerend inkomen aftrekbare kosten FISCAAL RECHT N. DALMIJN 22