Leerplanstudie leerplan c

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Leerplanstudie leerplan c"

Transcriptie

1 Marialand 31, Gent Leerplanstudie leerplan c derde graad aso Samengesteld en gegeven door Guy Reyntjens en Luc De Wilde Pedagogisch begeleiders wiskunde DPB Gent Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina 1

2 Inhoudstafel 1. Wiskunde onderwijzen 1.1 Wat is wiskunde? 1. Wiskundige competenties 1.3 Wiskundevorming 1.4 Welke manieren zijn er om wiskunde te onderwijzen?. Leerplan c - derde graad aso.1 Overzicht. Pedagogisch-didactische wenken. Motivatie 3. Evalueren 3.1 Waarom meer aandacht voor procesevaluatie? 3. Kijkwijzer procesevaluatie 3.3 Productevaluatie 3.4 Kijkwijzer productevaluatie 4. Overzicht leerplandoelstellingen met bijzondere aandacht voor enkele pedagogische wenken - bespreking examenvragen deelnemers per leerstofonderdeel (zie bijlage) 5 Formulegevoeligheid 6 Bespreking examen: zie bijlage 7 Wat na het secundair? Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina

3 1 Wiskunde onderwijzen 1.1 Wat is wiskunde? In de wiskunde creëren we modellen om de werkelijkheid rondom ons te beschrijven. Met de werkelijkheid bedoelen we hier o.a. natuurverschijnselen (ruimte, beweging, kracht,...), technische realisaties (elektronica, informatietechnologie, ) of menselijke relaties (economie, sociologie, ). De modellen zelf kunnen bijv. de vorm aannemen van een evenredigheid, een formule, een vergelijking, een functioneel verband, een meetkundig verband. Bovendien ordent de wiskunde die modellen in samenhangende systemen en schema s, waarbij ook de toepasbaarheid en de beperkingen van die systemen kunnen beschreven worden. 1. Wiskundige competenties Wiskundig competent zijn betekent: beschikken over wiskundige kennis, vaardigheden, houdingen en opvattingen, zo dat die optimaal kunnen gebruikt worden bij het aanpakken en oplossen van problemen binnen en buiten de wiskunde of waarbij wiskunde een rol speelt. (Bron: OECD PISA) Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina 3

4 1.3 Wiskundevorming Wiskundevorming heeft een dubbele rol: - het ontwikkelen van een wiskundig instrumentarium, nodig om goed te kunnen functioneren in de maatschappij, - het aanbieden van een fundamentele denk- en attitudevorming. Denkactiviteiten - modelleren en algebraïseren - ordenen en structureren - analytisch denken en probleemoplossen - formules manipuleren - abstraheren - logisch redeneren en bewijzen Attitudes - zelfvertrouwen en zelfstandigheid - doorzettingsvermogen - kritische zin - zin voor samenwerking - zin voor nauwkeurigheid en orde - zin voor helderheid, bondigheid en eenvoud van taalgebruik - zin voor kwaliteit van de presentatie - waardering voor wiskunde Wiskundevorming geven is het nastreven van kennisdoelen, vaardigheidsdoelen én attitudedoelen. Vaardigheden die leerlingen (verder) ontwikkelen doorheen het secundair onderwijs zijn rekenvaardigheden, meet- en tekenvaardigheden, wiskundige taalvaardigheden, denk- en redeneervaardigheden, probleemoplossende vaardigheden, leervaardigheden, onderzoekvaardigheden. Voorafgaand aan de inhoudelijke leerplandoelstellingen vindt men in elk leerplan de doelstellingen i.v.m. vaardigheden en attitudes aangevuld met pedagogisch-didactische wenken. 1.4 Welke manieren zijn er om wiskunde te onderwijzen? Bij het wiskundeonderwijs dienen we rekening te houden met de twee dimensies van de wiskunde de horizontale dimensie: het mathematiseren en oplossen van problemen die verband houden met de werkelijkheid (het maken van modellen om de werkelijkheid te beschrijven) de verticale dimensie: de deductieve opbouw van de wiskunde (het ordenen van modellen) Naargelang het belang dat men hecht aan die dimensies ontstaan er vier soorten van wiskundedidactiek. horizontale dimensie verticale dimensie receptenwiskunde - - empirische wiskunde + - structuralistische wiskunde - + betekenisvolle wiskunde + + Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina 4

5 In de receptenwiskunde worden zowel de horizontale als de verticale dimensie verwaarloosd. De leerlingen houden zich vooral bezig met het uitvoeren van routineopdrachten volgens opgelegde regels, zonder dat ze de samenhang van die regels begrijpen (verticale dimensie) of dat ze weten welke reële problemen ze vertegenwoordigen (horizontale dimensie). Men zegt wel eens dat de wiskunde hier wordt herleid tot zijn betekenisloosheid. In de empirische wiskunde zijn de leerlingen wel bezig met het oplossen van reële problemen, maar zonder dat ze de samenhang tussen hun bevindingen kunnen begrijpen of aantonen. In de structuralistische wiskunde overheerst volledig de verticale dimensie. De wiskunde wordt opgebouwd vanuit zijn grondvesten (axioma s) als een monumentaal rationeel gebouw. Het gevolg is echter dat de concepten worden ingevoerd op het moment dat ze passen in het deductief systeem, en niet op het moment dat ze belangrijk zijn om bepaalde problemen op te lossen. Een klassiek voorbeeld van structuralistische wiskunde was het meetkundeonderwijs, geïnspireerd op de boeken van Euclides. Een meer recente vorm was de zgn. moderne wiskunde, die als doel had de hele wiskunde op te bouwen vanuit de verzamelingenleer. In de betekenisvolle wiskunde ten slotte vertrekt men van reële problemen, die geworteld zijn in diverse contexten: het dagelijkse leven, een ander schoolvak of de wiskunde zelf. Vanuit deze problemen worden eenvoudige mathematische modellen opgebouwd. Deze modellen wordt in de loop van de jaren d.m.v. nieuwe contexten veralgemeend, uitgebreid en geabstraheerd. Ook de manier van redeneren ondergaat een hele evolutie: van eenvoudige afleidingen naar bewijzen (koppelen van afleidingen), verder naar deductieve eilanden (koppelen van bewijzen) en ten slotte naar wiskundige theorieën. Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina 5

6 Leerplan c derde graad aso.1 Overzicht Het leerplan bestaat uit de volgende onderdelen. Het aantal voorziene lestijden is een aanbeveling. 1 Vaardigheden en attitudes (5.1) wordt geïntegreerd in de verwerking van de leerinhoudelijke doelstellingen. Verplichte leerinhoudelijke doelstellingen ca. 105 Functieleer (5..1) 83 Grafisch onderzoek 8 Veeltermfuncties Inleiding 5 Afgeleiden 5 Integralen 15 Exponentiële en logaritmische functies 15 Goniometrische functies 15 Statistiek (5..) 0 3 Keuzeonderwerpen ca. 45 Matrices en stelsels (5.3.1) 15 Financiële algebra (5.3.) 5 Ruimtemeetkunde (5.3.3) 15 Lineaire regressie en correlatie (5.3.4) 15 Betrouwbaarheidsintervallen (5.3.5) 10 Toetsen van hypothesen (5.3.6) 7 Telproblemen (5.3.7) 10 Kansrekenen (5.3.8) 15 Mathematiseren en oplossen van problemen 15 De leraar werkt een eigen keuzeonderwerp uit max. 15 Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina 6

7 . Pedagogisch-didactische wenken KENNIS EN INZICHT Begripsvorming: onderbouwen met voorbeelden en tegenvoorbeelden Inzicht in de aangeleerde begrippen en eigenschappen impliceert dat de verworven kennis kan toegepast worden VAARDIGHEDEN ICT efficiënt gebruiken Grotere verantwoordelijkheid ten aanzien van het eigen leren ATTITUDEN EN OPVATTINGEN Leerattitudes verwerven: orde, nauwkeurigheid, doorzettingsvermogen en zelfvertrouwen Onderzoeksgerichte en kritische houding (vergelijken van mekaars oplossing) Realiteitsbetrokken situaties ACTIEVE WERKVORMEN Een radicale keuze voor actieve werkvormen ligt voor de hand Zelfstandig leren en werken WISKUNDE EN ICT Didactisch gebruik van ICT Hulp bij de behandeling van realiteitsgebonden problemen Routinerekenwerk niet manueel ANDERE HULPMIDDELEN, VADEMECUM Gebruiken en interpreteren belangrijker dan het van buiten kennen van veel formules Valkuilen? Gerichte opgaven via opdrachten in klas, taken en formatieve toetsen Keuze van de opgaven, visueel werken GRM en computer: visualiseren, oplossing met ICT, controle Leraar als coach bij oefenmomenten Voorbeeldfunctie van de leerkracht, stellen van een typevraag Oefenmomenten in de klas Keuze van de opgaven (diverse handboeken, kranten, ) Actief leerproces : doceren vermijden Lesstructuur leerlingen ideeën en oplossingswijze laten verwoorden plaats voor actieve vraagstelling Visualiseren, controlemiddel, hulp bij zelfstandig werken en leren Problemen met realistische waarden Onderhouden van manuele technieken Een toepassing meer WISKUNDE VOOR ELKE LEERLING Differentiatie Basisopgaven op examens, via formatieve toetsen en jaarwerk een juist beeld van de mogelijkheden van elke leerling vormen RELATIE MET HET OPVOEDINGSPROJECT VAN DE SCHOOL Leerlingen persoonlijk kennen Advies voor studiekeuze Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina 7

8 Leerpiramide van Glasser Luisteren 5-8% Lezen 11% Zien / horen % Er over praten 56% Toepassen / doen 75% Uitleggen aan anderen 8% Hoe leren leerlingen? De piramide van Glasser toont aan dat coöperatieve vormen van leren veel effectiever zijn dan traditionele werkvormen zoals doceren. Leerstijlen van leerlingen (leercirkel van Kolb) Jongeren kunnen over vier verschillende leerstijlen beschikken: de dromer leert door inleving, de doener leert door te doen, de denker leert door onderzoek en de beslisser leert via informatie. De aandacht voor de verschillende leerstijlen bepaalt het leerproces waarin de jongere liefst instapt. Deze theorie is aan kritiek onderhevig maar niemand twijfelt aan het gegeven dat leerlingen verschillende leervoorkeuren hebben. Kwadrant 1: dromer-observeerder, Kwadrant : doener-ondernemer Kwadrant 3: toepasser-beslisser, Kwadrant 4: denker-theoreticus, Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina 8

9 Leerstijl Omschrijving Tips voor de leraar De leerling leert het best door dingen zelf te doen. Hij houdt van experimenteren, nieuwe ervaringen opdoen en iets uit te proberen. Hij kan zich snel aan een nieuwe situatie aanpassen. Hij wil snel resultaat zien en loopt daardoor soms te hard van stapel. Denker-theoreticus De leerling heeft een groot voorstellingsvermogen. Hij voelt zich thuis in situaties waarbij nieuwe dingen moeten worden bedacht. Hij denkt eerst goed na voor hij iets doet en heeft voldoende tijd nodig om tot uitvoering te komen. Soms komt hij moeilijk tot besluiten. De leerling is goed in het bedenken van theoretische modellen. Hij wil intellectueel uitgedaagd worden. Hij is goed in logisch denken en analyseren en leert graag uit boeken. Hij stelt veel vragen. Laat de leerling vooral ervaringen opdoen, concrete problemen oplossen en uitdagende opdrachten uitvoeren. Geef de leerling veel kansen om samen te werken met anderen, want contact is belangrijk voor hem. Let erop dat hij leert uit zijn fouten en niet te snel tot actie overgaat. Geef hem advies en help hem bij het onderscheiden van hoofd- en bijzaken. Geef je leerling voldoende tijd. Zorg dat er niet teveel druk zit op het uitvoeren van opdrachten en het nemen van beslissingen. Moedig hem veel aan en zorg ervoor dat hij niet blijft steken in zijn twijfels maar ook echt tot uitvoering komt. Vraag hem om hardop te denken zodat je hem kan helpen om knopen door te hakken. Geef je leerling gestructureerde opdrachten met duidelijke doelen. Geef hem uitdagende opdrachten met veel gelegenheid om vragen te stellen. Zorg dat je leerling kan beschikken van kennis op papier en geef hem een heldere korte uitleg. Zorg dat je leerling de praktijk niet vergeet. Zorg ervoor dat je leerling ook regelmatig met anderen samenwerkt hoewel hij het liefst in zijn eentje werkt. Doenerondernemer Dromerobserveerder Toepasserbeslisser De leerling zoekt naar verbanden tussen leerstof en werk. Hij scoort hoog op abstract denken en op actief experimenteren. Hij werkt het liefst doelgericht en planmatig. Zorg ervoor dat je leerling kan leren van opdrachten waarin theorie en praktijk verweven zijn. Geef hem concrete en praktische taken. Laat hem dingen uitproberen en oefenen. Zorg ervoor dat hij niet alleen met het resultaat bezig is, maar ook voldoende aandacht heeft voor zijn groepsgenoten. Laat hem samenwerken met een ervaren collega die de rode draad bewaakt. Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina 9

10 .3 Motivatie Praktijkprincipes die werken om de leerbereidheid van leerlingen aan te wakkeren (uit de literatuurstudie: Leerbereidheid van leerlingen aanwakkeren). 1. Blijf werken aan een positieve relatie met je leerlingen.. Zorg voor een veilig leerklimaat door het bieden van duidelijke grenzen en het werken aan een hechte klasgroep. 3. Kies onderwerpen, methodes en activiteiten die zoveel mogelijk de interesse van je leerlingen prikkelen. 4. Help leerlingen zich te verbinden met (het belang van) onderwerpen en taken, zeker ook als die niet spontaan de interesse van leerlingen prikkelen. 5. Luister (bij het aanbrengen van leerinhouden) oprecht en erkennend naar weerstand bij leerlingen en naar uitingen van negatieve gevoelens. 6. Verkies autonomie ondersteunend boven controlerend taalgebruik. 7. Bied structuur aan in de richting van het leerdoel. 8. Bied gepaste en haalbare uitdagingen: leg de lat net hoog genoeg, niet te hoog en niet te laag. 9. Geef feedback die een verbinding maakt tussen wat leerlingen doen (of niet doen) en het bereiken van het beoogde doel. 10. Houd voeling met je eigen behoeftes, je eigen interesses, je eigen motivatie en zorg voor structurele ondersteuning en inspiratie voor jezelf als leraar. Waarom doet hij zijn best niet (Maarten Vansteenkiste)? In elke klas zitten onderpresteerders, moet-ivatie werkt niet, goesting wel 1. Ik gebruik uitnodigende taal: Ik stel voor dat jullie eerst deze oefening maken i.p.v. het dwingende Ik verwacht dat jullie eerst deze oefening maken.. Ik moedig inspraak en participatie aan, laat keuzes toe. 3. Ik probeer mee te denken en te voelen vanuit het standpunt van de leerlingen. 4. Ik geef uitleg waarom ik iets van leerlingen verlang, zodat de zin en betekenis van de opdracht duidelijk is. 5. Ik presenteer het schoolwerk als groeikans en uitdaging. 6. Ik maak duidelijk wat ik precies verlang van mijn leerlingen. 7. Ik laat de leerlingen voelen dat ik hen geloof, dat ik ze vertrouw. 8. Ik bied hulp waar nodig. 9. Ik bekijk fouten als kansen om te leren en niet om af te straffen. 10. Ik moedig ze aan. Ik geef positieve feedback en schouderklopjes. Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina 10

11 3 Evalueren Evalueren is een proces waarbij men op systematische wijze informatie verzamelt over leergedragingen en leerresultaten van leerlingen, daaraan een bepaalde waarde toekent en op basis daarvan beslissingen neemt. Deze beslissingen hebben betrekking op de leerling: - ze kunnen van didactische aard zijn en als bedoeling hebben het leerproces van de leerlingen te bevestigen of bij te sturen in de gewenste richting; - ze kunnen ook betrekking hebben op de sanctionering van de studies en als bedoeling hebben de leerling te oriënteren, een advies te formuleren, een attest toe te kennen. Evaluatiegegevens van leerlingen leiden ook tot beslissingen over het eigen onderwijsgedrag zoals het verloop van het didactisch proces, de keuze van opdrachten, de gehanteerde werkvormen, de opvolging van het leerproces van leerlingen, het gebruik van leermiddelen. De kwaliteit van de beslissingen hangt uiteraard nauw samen met de kwaliteit van de verzamelde evaluatiegegevens, de manier waarop deze geïnterpreteerd en beoordeeld worden en de wijze van rapportering. Het is uiteraard de bedoeling dat bij de evaluatie alle aspecten van de wiskundevorming betrokken worden. Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina 11

12 3.1 Waarom meer aandacht voor procesevaluatie? Het leerplan is het uitgangspunt voor het werk van de leraar en de vakgroep. Elk leerplan omvat naast de inhoudelijke doelstellingen ook doelstellingen in verband met vaardigheden en attitudes. Ook het verwerven van deze doelstellingen maakt deel uit van de wiskundevorming. Dit betekent dat ook deze doelstellingen geëvalueerd worden. Voor bepaalde vaardigheden en attitudes bieden vormen van procesevaluatie hiertoe mogelijkheden. Procesevaluatie is een thema dat heel wat raakvlakken heeft met andere actuele onderwijsthema s zoals differentiatie, oriëntatie, welbevinden van leerlingen, motivatie, Procesevaluatie is ook onlosmakelijk verbonden met het leerproces van leerlingen en het pedagogischdidactisch handelen van de leerkracht en dit met expliciete aandacht voor alle aspecten van de wiskundevorming, in het bijzonder de leervaardigheden en de vakgebonden attitudes. Ook in inspectieverslagen wordt verwezen naar het belang van procesevaluatie en wordt procesevaluatie vaak als een aandachtspunt weerhouden. In recente inspectieverslagen vind je op onder andere het volgende terug: (zie: - Men hanteert overwegend een testcultuur en integreert zelden elementen van een evaluatiecultuur, hoewel de eindtermen en de leerplannen naast kennis en vaardigheden ook vakgebonden attitudes benadrukken. De studiemotivatie en het doorzettingsvermogen worden hierdoor onvoldoende geprikkeld. - Rapportcommentaren geven bij zwakkere resultaten meestal wel aan voor welke componenten (meetkunde, getallenleer, functies, statistiek) te zwak gepresteerd is, maar ze geven onvoldoende aan hoe hiervoor geremedieerd kan worden. - De leerlingen (en ouders) krijgen productfeedback (cijfers, vakrapport), maar weinig of geen procesfeedback. Positief is wel dat de leerlingen uitgenodigd worden tot een zelfbeoordeling van de eigen inzet. - Echte leerlijnen (zowel binnen de graad als over de graden heen) zijn nog niet uitgewerkt. Er zijn geen sporen van een reflectie over de gehanteerde evaluatie met het oog op het bijsturen van het onderwijsproces. - De vakgroep is nog op zoek naar een doeltreffende manier om attitudes in de evaluatie op te nemen. De leerlingen en ouders krijgen voornamelijk productfeedback. Het geven van procesfeedback op basis van grondige toetsanalyses en individueel gerichte remediëringsinitiatieven is leraargebonden. Bovendien is evaluatiebeleid één van de prioriteiten in meerdere scholen en zijn er ook vakgroepen zoekende naar vormen van evaluatie die meer omvatten dan de traditionele toetsen en examens. Evaluatie is niet alleen iets wat op het einde van een lessenreeks een plaats krijgt. Het doel van procesevaluatie (= formatieve evaluatie) is zoveel mogelijk leerlingen tot beheersingsleren te brengen zonder de sterkere leerlingen daarbij af te remmen, maar deze leerlingen ook verder uit te dagen. Het gaat doorgaans over evaluatiegegevens die gebruikt worden voor didactische beslissingen. Voor de leraar kan dit betekenen dat sommige aspecten van het onderwijsproces of het didactisch proces bijgestuurd worden. Dit kan zowel ten opzichte van individuele leerlingen als ten opzichte van de klasgroep als geheel. Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina 1

13 Hoe gaat de leerling te werk om tot bepaalde prestaties te komen? Wat is zijn leerstijl? Welke leeractiviteiten ontwikkelt hij? Welke methoden gebruikt hij? Hoeveel tijd heeft hij nodig? Hoe gaat hij om met zijn leermateriaal? Maken de diverse aspecten van het onderwijsleerproces het mogelijk dat elke leerling op een efficiënte manier kan leren? Is er voldoende rekening gehouden met de beginsituatie? Is de keuze en ordening van de leerinhouden voldoende doordacht? Voldoen de gehanteerde werkvormen? Is er voldoende oefentijd? Zijn de leermiddelen geschikt? Krijgen sterkere leerlingen voldoende uitdaging? Biedt de voorgestelde remediëring effectief de nodige bijkomende leerkansen voor elke leerling?. Sommige leerlingen moeten de kans krijgen tot een inhaalmaneuver (hernemen, fouten verbeteren, bijkomende uitleg krijgen, meer tijd investeren), terwijl anderen kunnen werken aan verdiepende opdrachten. Procesevaluatie hangt dus samen met een vorm van interne differentiatie. Omdat men uit de procesevaluatie nieuwe leerkansen wil creëren, is ze doorgaans sanctievrij. Dit betekent niet dat er geen punten kunnen toegekend worden. Bij procesgerichte evaluatie gaat men ervan uit dat frequente evaluatiemomenten tijdens de normale lestijden gevolgd door een goede analyse en snelle feedback, het leerproces versterken. Procesevaluatie is een geïntegreerd deel van het lesgebeuren en doorbreekt het leerproces niet. Deze formatieve evaluatie is ook de aangewezen weg om leerlingen bewust te maken van hun eigen mogelijkheden. Deze vorm van evaluatie wordt ook wel de zachte evaluatie genoemd: evaluatie om te leren. Met harde evaluatie wordt dan de productevaluatie bedoeld: evaluatie om te meten. Beide vormen kunnen ook samen aan bod komen, bv. een proefwerk (summatieve toets) is een vorm van productevaluatie, maar de feedback op het proefwerk aan de leerling is een vorm van procesevaluatie (toekomstgericht). De leraar kan op basis van het leerlingenwerk dat hij onder ogen krijgt, mogelijk zijn didactische aanpak in de toekomst aanpassen, wat weer een vorm van procesevaluatie is. De evaluatiecultuur is tevens een belangrijke hefboom voor het verhogen van de motivatie bij leerlingen vanuit succeservaringen en het opbouwen van zelfvertrouwen bij de leerlingen. Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina 13

14 De volgende elementen kunnen een positieve bijdrage leveren in het geheel van de procesevaluatie. Een diagnostische toets of instaptoets. Een korte toets bij het begin van een lessenreeks kan zicht geven op de verworven kennis. Op basis hiervan kan je klassikaal of individueel remediëren. Het persoonlijk werk van de leerling. Over de zin van het persoonlijk werk en de mogelijke vormen lees je meer in APR1 (Algemene Pedagogische Reglementering, te downloaden via en kies dan Pedagogisch Didactisch, APR s). De klassieke huistaak biedt heel wat mogelijkheden om te werken aan attitudes. Kleine huistaken of opdrachten, die de leerlingen thuis moeten afwerken, geven de leerling een duidelijk zicht op het feit of de leerstof al voldoende beheerst wordt. Naast de klassieke oefeningen die aansluiten bij de behandelde leerstof, zal de leraar ook voldoende uitdagende opgaven meegeven. Het is aangewezen in het jaarplan buffermomenten te voorzien, waarin je eerder geziene leerstof terug kunt inoefenen. Feedback geven. Als leraar zijn we soms geneigd leerlingen zo snel mogelijk op het juiste pad te zetten, hen op voorhand te waarschuwen voor mogelijke valkuilen, hen te corrigeren door de juiste oplossing te geven. Op die manier willen we het leerproces van de leerlingen versnellen en de kostbare tijd in de klas ten volle benutten. Ongewild nemen we zo echter uitgelezen leerkansen weg. We geven leerlingen soms te weinig kans om zelf na te denken, het probleem zelf te ontdekken, zichzelf de vraag te stellen waarom een opgave verkeerd werd opgelost. Zelfevaluatie door de leerlingen. Laat de leerlingen af en toe eens werken met correctiesleutels. Laat ze zelf een foutenanalyse maken. Leg hen af en toe een paar vragen voor over de eigen studiehouding, de inzet, de manier van studeren. Laat hen zelf enkele werkpuntjes formuleren. Remediëring en differentiatie. Het zou in feite ideaal zijn als we bij elke leerling via aangepaste opdrachten het leerproces konden sturen. We stellen vast dat heel veel collega s hiervoor ernstige inspanningen leveren, die vaak erg gewaardeerd worden. Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina 14

15 3. Kijkwijzer procesevaluatie Het leerproces van leerlingen 1 Hoe peil je bij jouw leerlingen naar de evolutie van het leerproces bij het begin, tijdens en op het einde van een lessenreeks? Hoe wordt de parate kennis onderhouden? 3 Hebben de leerlingen zicht op hun eigen leerproces? Hoe doe je dit? (feedback, foutenanalyse, correctiemodel, ) 4 Heb je aandacht voor binnenklasdifferentiatie? Hoe doe je dit? Persoonlijk werk van de leerling 1 Hoe verdeel je de te maken opdrachten tijdens de les? En taken buiten de les? Hoe laat je de leerlingen werken aan problemen die slaan op een gehele leereenheid? 3 Sluiten taken steeds aan bij het te behandelen onderwerp? 4 Welke voordelen biedt het werken met een portfolio? Vaardigheden en attitudes 1 Op welke momenten besteed je gericht aandacht aan het evalueren van vaardigheden en attitudes? Heb je ervaring met zelfevaluatie door de leerlingen na een toets, na een examen? Zo ja, hoe verloopt dit concreet? Hoe volg je dit verder op? 3 Hoe tracht je leerlingen te motiveren voor wiskunde? Wat zijn mogelijke redenen waarom een leerling gemotiveerd is? Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina 15

16 3.3 Productevaluatie Tot de productevaluatie (summatieve evaluatie) behoren examens (of toetsen over een groter geheel) die vooral worden gebruikt om een oordeel te vellen over de mate waarin een leerling de leerplandoelstellingen beheerst. 1. Voorwaarden en kenmerken voor een kwaliteitsvolle en evenwichtige evaluatie - Validiteit Validiteit is de mate waarin de toets meet wat hij beoogt te meten. Zijn de vragen representatief en relevant m.b.t. de behandelde leerstof? Zijn de vragen representatief en relevant m.b.t. de voorgeschreven leerplandoelstellingen? Is de kans om via raden het juiste antwoord te geven tot een minimum herleid (uitgesloten)? Is er niet te veel ruis bij de vraagstelling zelf? Zijn de vragen voldoende realistisch (authentiek) en betekenisvol? - Betrouwbaarheid Een toets is betrouwbaar als het behaalde resultaat werkelijk weergeeft in welke mate de leerlingen de doelstellingen bereikt hebben. M.a.w. het resultaat mag niet vertekend zijn door factoren, die niets te maken hebben met de te meten prestatie. We onderscheiden twee factoren: externe factoren zijn factoren die niets met de inhoud of de formulering van de vragen te maken hebben zoals té veel vragen, oppervlakkig toezicht waardoor spieken mogelijk wordt, stress, interne factoren zijn factoren die met de inhoud of de formulering te maken hebben zoals bv. onduidelijke vraagstelling, ongewone vraagvormen, eenzijdigheid in de vraagvorm, té veel moeilijke vragen of strikvragen, afhankelijke vragen, - Objectiviteit bij het verbeteren Een toets is objectief verbeterd als verschillende beoordelaars, onafhankelijk van elkaar, tot dezelfde oordelen (scores) komen en als een leraar de toets voor alle leerlingen steeds volgens dezelfde criteria beoordeelt. - Criteriumgerichtheid bij het verbeteren Aan welke criteria moet het antwoord van een vraag voldoen om het maximum te halen? Hoe zwaar worden fouten/onvolledigheden aangerekend? Is de puntenverdeling over de ganse toets in overeenstemming met het belang van de doelstellingen? Waar ligt de cesuur, d.w.z. de grens tussen geslaagd en niet geslaagd? Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina 16

17 . Leidraad voor een vakgroep Voorbereiding op een examen (of toets over een groter geheel) - Laat de leerlingen een structuur maken van de geziene leerstof. - Geef de leerlingen vóór het examen een overzicht van de leerinhouden (kennis, vaardigheden, verwijzingen naar representatieve oefeningen). - Aanvullend bij het oefenen op grotere gehelen in de loop van het schooljaar, zijn vóór het examen herhalingslessen aangewezen. Rangschikking van de vragen Het is aangewezen om de vragen van het examen op te stellen in volgorde van moeilijkheidsgraad i.p.v. in "chronologische" volgorde. Differentiatie Een goed middel om te differentiëren in de vragen is het volgende. Bij één of meer vragen krijgen de leerlingen de keuze tussen een gemakkelijker vraag en een moeilijker vraag. Bij deze laatste zijn meer punten te verdienen. Een andere manier is bij één of meer vragen verschillende keuzes over een bepaalde leerinhoud aan te bieden op hetzelfde aantal punten. Keuze en selectie van de vragen Het is best dat de vragen zoveel mogelijk onafhankelijk zijn. Stapelvragen, d.w.z. vragen waarbij vroegere resultaten gebruikt moeten worden om nieuwe vragen op te lossen, hebben immers als nadeel dat leerlingen vastraken als ze een bepaald onderdeel van de vraag niet kunnen oplossen of fout oplossen. We kunnen dit vermijden door tussenresultaten te geven (bijvoorbeeld toon aan dat... gelijk is aan... i.p.v. bereken...), of één vraag op te delen in twee onafhankelijke deelvragen. Vraagvormen: in een evenwichtige evaluatie treden zowel gesloten als open vragen op Open vragen: de leerling moet zelf het antwoord formuleren, meestal aangevuld met een berekening, uitleg, bewijs of redenering. Open vragen kunnen meer begrensd worden bijvoorbeeld door bijkomende instructies, een tekening, het aangeven van hulpmiddelen, het geven van een tip, e.d. Dit vergemakkelijkt de opdracht en is soms ook een hulp voor de correctie. Soms wordt een toepassingsvraag door deze begrenzing een inzichtvraag. Gesloten vragen: de leerling krijgt vooraf geformuleerde antwoorden die hij moet beoordelen op hun juistheid of die hij moet rangschikken of waaruit hij het juiste antwoord moet kiezen. - Meerkeuzevragen: vraag, indien zinvol, ook naar een (beknopte) verklaring! - Waar-niet waar / juist niet juist / : vraag altijd een verklaring! - Koppel- of sorteervragen Een examen (of toets over een groter geheel) moet representatief zijn op het inhoudelijke vlak, d.w.z. dat de verschillende leerplandoelstellingen op een evenwichtige wijze in de vragen verwerkt moeten zijn. Dit betekent ook dat alle vragen verband moeten hebben met minstens één leerplandoelstelling. De leerinhouden die in een toets (examen) aan bod komen kunnen vermeld worden op het examen (of toets over een groter geheel). Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina 17

18 Een examen (of toets over een groter geheel) moet representatief zijn op het gebied van de vaardigheden, d.w.z. dat de verschillende vaardigheden (rekenvaardigheid, meet- en tekenvaardigheid, wiskundige taalvaardigheid, denk- en redeneervaardigheden, probleemoplossende vaardigheden) in de vragen aan bod moeten komen. Om denk- en redeneervaardigheden en wiskundige taalvaardigheid van de leerlingen te evalueren kunnen de vragen niet beperkt worden tot bereken of werk uit of vul in. Ook een waarom-vraag of verklaar of andere vraagvormen die leerlingen aanzetten tot argumenteren en redeneren en waarbij ze hun gedachten en inzichten onder woorden brengen, moeten in een examen aan bod komen. Om probleemoplossende vaardigheden van leerlingen te evalueren zal het toevoegen van tips, oplossingsschema s, in sommige vragen achterwege moeten blijven. Leerlingen moeten er bv. zelf toe komen dat een tekening of tabel een hulp kan zijn om tot een oplossing te komen, dat het invoeren van onbekenden of notaties noodzakelijk is om te mathematiseren... Een examen (of toets over een groter geheel) moet representatief zijn op het gebied van de verschillende kennisniveaus. Kennis: het zuiver reproduceren van theorie Vb: formuleer de stelling van Pythagoras in woorden (met figuur) Inzicht: het herkennen en begrijpen Vb: Romeo wil met een ladder tot bij het venster van Julia komen. De ladder is 5 meter lang en de onderkant van het venster bevindt zich op een hoogte van 4,54 m. Hoe ver moet hij de ladder van de muur plaatsen? Toepassing In een herkenbare (analoge) situatie: herkennen én begrijpen én bewerken/toepassen In een nieuwe situatie: herkennen én begrijpen én elementen toevoegen door strategieën toe te passen, door onderdelen met elkaar in verband te brengen, door creatief denken Vb: De zijde van het grondvlak van een regelmatige vierzijdige piramide is 6 cm. De hoogte is 8 cm. Bereken de totale oppervlakte. Correctie en analyse van de resultaten - Het is best om de weging van elke vraag op voorhand aan de leerlingen mee te delen. - Het is best om vooraf correctievoorschriften vast te leggen. Door de vragen eerst zelf op te lossen en mogelijke uitwerkingen te noteren kan je eventueel onduidelijkheden in de vraagstelling opsporen en het zelf uitschrijven van de antwoorden geeft ook al een indicatie voor de tijd die leerlingen zullen nodig hebben. - Het is aangewezen om een foutenanalyse te maken. Welk soort fouten worden doorgaans gemaakt bij een bepaalde vraag: rekenfouten? Weetfouten? Denkfouten? Op basis hiervan kan dan een bespreking van de toets of examen met de leerlingen worden uitgewerkt. - Het is ook interessant om de resultaten van de leerlingen op te volgen over de verschillende jaren. Hoe evolueren de uitslagen van de leerlingen bij overgang van naar? - Het is interessant om na te gaan hoe de gemiddelde resultaten van wiskunde zich t.o.v. het algemeen gemiddelde verhouden. Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina 18

19 Feedback - Snelle feedback is belangrijk voor de leraar. Het is bijvoorbeeld belangrijk om na een examen de totaaluitslagen te analyseren (gemiddelde, aantal tekorten, ) en ze te vergelijken met de uitslagen in parallelklassen of met uitslagen van dezelfde leerlingen vorig jaar. - Snelle feedback is belangrijk voor de leerling. Om het leerproces van een leerling effectief te begeleiden is het noodzakelijk dat we leerlingen kansen geven om te leren uit hun fouten. - Het ter beschikking stellen van een correctiesleutel werkt tijdsbesparend maar het is niet altijd voldoende voor een gemiddelde leerling om te achterhalen wat er precies fout was bij zijn aanpak en hoe dit kan voorkomen worden. - Tijdens feedbackmomenten kan de leerkracht de leerlingen laten ervaren dat een wiskundige activiteit voor iedereen een zoekproces is, met volgende componenten: een situatie analyseren, er een wiskundig model voor kiezen en technieken (algoritmen) toepassen, en dan nagaan of je het probleem zo kunt oplossen. Daarom is het best om vragen die kenmerkend zijn voor een onderdeel van het leerproces of vragen waarbij veel dezelfde fouten voorkomen klassikaal te verbeteren. - Bepaalde antwoorden op vragen van toetsen of examens kunnen als leermateriaal in een les worden ingeschakeld (dit hoeft niet in de klas waar de toets werd afgenomen). Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina 19

20 3.4 Kijkwijzer productevaluatie 1. Opstellen van een examen Is er samenwerking bij het opstellen van examens? (gelijkwaardigheid) Hebben leerlingen voldoende tijd? (Aantal vragen? Haalbaarheid?) Zijn de vragen gerangschikt van gemakkelijk naar moeilijk? (Succeservaring) Vermijd stapelvragen. Zijn de aanwezige stapelvragen verantwoord? Voorzie je differentiatie? Worden de leerinhouden vermeld op het examen? Zijn de behandelde leerinhouden en de tijdsbesteding conform het leerplan? Is de puntenverhouding evenredig met de tijdsbesteding conform het leerplan? Staat de weging (puntentotaal) bij de vragen vermeld?. Gebruik van hulpmiddelen Vademecum, formuleblad? Wat wel? Wat niet? (gelijkwaardigheid) Deel zonder ICT? (gelijkwaardigheid) 3. Aandacht voor taalgebruik Zijn de vragen duidelijk? (ondubbelzinnig, gebruikte worden, laat het examen nalezen) Is er voldoende variatie in de vraagstelling? (open en gesloten vragen, ) 4. Is het examen representatief voor de leerstof? Sluiten alle vragen aan bij leerplandoelstellingen? (inhoudelijk) Stel je vragen op verschillende kennisniveaus? (kennis-inzicht-toepassing) Stel je vragen op verschillende beheersingsniveaus? (moeilijkheidsgraad of in de eerste graad E-B-V) Is er een evenwichtige spreiding over de verschillende vaardigheden? 5. Correctie en analyse van de resultaten Leg je vooraf correctievoorschriften vast? Maak je een foutenanalyse van het examen? Op welke manier gebeurt de feedback? Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina 0

21 4 Overzicht leerplandoelstellingen met bijzondere aandacht voor enkele pedagogische wenken - bespreking examenvragen deelnemers per leerstofonderdeel (zie bijlage) A. Functieleer (Richtlijn: 83 lestijden) Klemtonen: vooral op een brede betekenisgeving, de ontwikkeling van wiskundig denken en het oplossen van problemen; minder op het memoriseren van allerlei regels of op het verwerven van (extreme) automatismen in het (manueel) uitvoeren van rekentechnieken. Impact van de grafische rekenmachines en software voor functies: meer mogelijkheden om bepaalde concepten zoals asymptoot, afgeleide, integraal inzichtelijk te verwerken (bijv. meer de voorbeeldmogelijkheden, realistische toepassingen, ) Intensief investeren in het verwerven van het manueel manipuleren van ingewikkelde uitdrukkingen is niet meer zinvol. De zo nagestreefde automatismen zullen in de praktijk maar zelden effectief gebruikt worden. een aantal voorbeelden en situaties manueel verwerken, zodat het inzicht in het verloop van het proces gevrijwaard wordt. Vermits niet de ingewikkelde techniciteit maar het inzicht hier dan prioritair zijn, kan de rekentechnische complexiteit van deze situaties beperkt gehouden worden. problemen met complexere functievoorschriften: gebruik van ICT. 1 GRAFISCH ONDERZOEK (RICHTLIJN: 8 LESTIJDEN) F1 B Met behulp van een grafisch onderzoek vragen beantwoorden i.v.m. probleemsituaties waarvan het functioneel verband gegeven is of de functionele verbanden gegeven zijn. F B Van de grafiek van een functie een nulpunt, het tekenverloop, de symmetrie, het stijgen, dalen of constant blijven binnen een interval, een extremum aflezen (als ze voorkomen). F3 U Met behulp van de grafiek het asymptotisch gedrag van een functie onderzoeken en dat illustreren met een tabel van functiewaarden. F4 B 3 Het verband bespreken tussen de functies f(x) = x en g(x) x, f(x) = x en 3 3 n n g(x) = x en naar analogie tussen de functies f(x) = x en g(x) x. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN een visuele benadering van functies vanuit grafieken is aangewezen. Een functievoorschrift dat voortvloeit uit vraagstukken, contexten of probleemsituaties wordt in deze fase gegeven en nog niet door de leerlingen opgesteld. Het gegeven functievoorschrift wordt omgezet in een grafiek d.m.v. ICT. Met behulp van de grafiek (al of niet met ondersteuning van ICT) worden vragen i.v.m. de gegeven situatie beantwoord. (aandacht voor kijkvenster, concrete begrenzing, ) Aandacht voor het vergelijken van grafieken, m.n. het opzoeken van gemeenschappelijke punten en de onderlinge ligging (cf. verband met gelijkheden, stelsels, ongelijkheden). Het vergelijken van de ligging van grafieken kan leiden tot het onderzoeken van symmetrisch liggende grafieken of delen ervan. (ook: link met begrip inverse functie). Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina

22 VEELTERMFUNCTIES (RICHTLIJN: 45 LESTIJDEN) INLEIDING (ca. 5 lestijden) F5 B Eenvoudige concrete situaties omzetten in een voorschrift. F6 B In concrete situaties - de nulpunten van een veeltermfunctie bepalen; - de snijpunten van de grafiek van twee veeltermfuncties bepalen; - ongelijkheden oplossen PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN aandacht voor een aantal basistechnieken (o.a. reststelling, euclidische deling, ) om algebraïsche (reken-)problemen op te lossen. Het gebruik van ICT is aan te bevelen als het algebraïsch rekenen niet tot een snelle oplossing leidt. AFGELEIDEN (ca. 5 lestijden) F7 B Gemiddelde veranderingen over een interval beschrijven en vergelijken met behulp van differentiequotiënten. F8 B Met behulp van een intuïtief begrip van limiet het verband leggen tussen het begrip afgeleide, het begrip differentiequotiënt en de richting van de raaklijn aan de grafiek. F9 B De afgeleide herkennen in situaties binnen en buiten de wiskunde, o.m. de afgeleide in een punt gebruiken als maat voor een ogenblikkelijke verandering. F10 B De afgeleide berekenen van de functies f(x) = x, uitdrukking veralgemenen naar functies f(x) = x, 3 f(x) = x en de bekomen n f(x) = x, waarbij n een natuurlijk getal is. F11 B De som- en veelvoudregel toepassen om de afgeleide functie te bepalen van een veeltermfunctie. F1 U De afgeleide van een product van veeltermfuncties berekenen. F13 U De afgeleide van een macht van een veeltermfunctie berekenen. F14 B De raaklijn construeren aan de grafiek van een functie in een punt van die kromme. F15 B De betekenis van de afgeleide functie gebruiken om te bepalen - in welke intervallen een functie stijgt of daalt; - voor welke waarde(n) een functie een extremum bereikt. F16 B Problemen oplossen waarbij het begrip afgeleide gebruikt wordt. 0 F17 U De betekenis van de tweede afgeleide functie gebruiken om te bepalen - in welke intervallen de grafiek van een functie hol of bol is; - voor welke waarde(n) de grafiek van een functie een buigpunt heeft. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN De voornaamste doelstellingen bij de studie van het begrip afgeleide bij veeltermfuncties zijn - een betekenisvolle ontwikkeling van het begrip nastreven; - dit begrip gebruiken bij de studie van het verloop van de functie en in het bijzonder van de grafiek; - en het toepassen om in een probleemstelling bijzondere waarden en veranderingen te onderzoeken Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina

23 De leerlingen moeten de afgeleide functie van een veeltermfunctie manueel kunnen berekenen door de hierboven genoemde regels te gebruiken. Het berekenen van de afgeleide functie van een veeltermfunctie is zo eenvoudig dat het gebruik van ICT hierbij overbodig is. Bij het onderzoeken van het verloop van functies kan ook aandacht besteed worden aan alternatieve vraagstellingen, zoals - het selecteren uit een aantal gegeven grafieken van deze die passend is bij een gegeven afgeleide functie; - de grafiek schetsen van de afgeleide functie bij een gegeven grafiek; - de grafiek van een functie (of mogelijkheden daarbij) schetsen bij de gegeven grafiek van de afgeleide functie; - het bepalen van het tekenverloop van de eerste afgeleide functie als de grafiek van de functie gegeven is. INTEGRALEN (ca. 15 lestijden) F18 B Een primitieve functie bepalen van een veeltermfunctie. F19 U De integraal van functies van de vorm n f(x) = (ax + b) berekenen. F0 B Het verband uitleggen tussen het begrip bepaalde integraal van een functie en oppervlakten van gebieden bepaald door die functie en de horizontale as. F1 B Het verband illustreren tussen het berekenen van een bepaalde integraal van een functie en de primitieve functie van de gegeven functie. F B Vraagstukken oplossen waarbij het bepalen van de oppervlakte van een gebied kan herleid worden tot het begrip integraal. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN De voornaamste doelstellingen bij de studie van het integraalbegrip bij veeltermfuncties zijn - een betekenisvolle ontwikkeling van de begrippen bepaalde en onbepaalde integraal, - een begrijpen van het verband tussen beide begrippen; - en het toepassen van de begrippen in vraagstukken. Voor de aanbreng van het integraalbegrip kan men uitgaan van twee mogelijke vragen: - hoe ziet een functie eruit waarvan we de afgeleide functie kennen, - of bereken de oppervlakte van een bepaald gebied afgebakend door (een) functie(s). Om het begrip bepaalde integraal van een functie te ontwikkelen moet men alleszins het verband leggen met oppervlakten bepaald door de functie. Men kan bepaalde integralen van bij de aanvang laten berekenen door het gebruik van de rekenmachine of software. Het biedt het voordeel om snel aan toepassingen te kunnen werken, waarbij het integraalbegrip in zijn volle betekenis aan bod komt. Men kan in enkele concrete voorbeelden de oppervlakte van een dergelijk gebied effectief berekenen. Daarbij kan men zich beperken tot een gebied onder de grafiek van een positieve gedeelte van een veeltermfunctie. De oppervlakte wordt benaderd door de som van de oppervlakten van een aantal rechthoekjes. Deze oppervlakte kan onbeperkt dicht benaderd worden door het aantal rechthoekjes te verhogen. (Gebruikmaken van software!) Alleszins moet men beseffen dat dergelijke berekeningswijze door de leerlingen zelf niet moet kunnen uitgevoerd worden. Het gaat hem dus om het begrijpen van het concept of werkwijze en het plausibel maken ervan. Oppervlakte tussen een kromme en de x-as: aandacht voor nulpunten binnen het integratie-interval. Oppervlakte tussen twee krommen: aandacht voor snijpunten binnen het integratie-interval. Mogelijke toepassing: berekenen van inhouden van omwentelingslichamen. Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina 3

24 3 EXPONENTIELE EN LOGARITMISCHE FUNCTIES (RICHTLIJN: 15 LESTIJDEN) F3 B De uitdrukking a b, met a > 0 en b rationaal definiëren. 1 F4 B Exponentiële groeiprocessen onderzoeken door middel van grafieken en tabellen. 4 5 F5 B De vergelijking uitleggen tussen een lineair groeiproces en een exponentieel groeiproces. F6 B De grafiek van de functie f(x) = p.a x tekenen en domein, bereik, bijzondere waarden, stijgen en dalen en asymptotisch gedrag aflezen. F7 B Het begrip a logb definiëren F8 B Basiseigenschappen van bewerkingen met logaritmen formuleren. F9 B Concrete problemen in verband met exponentiële groei oplossen met betrekking tot beginwaarde, groeifactor en groeipercentage. F30 B Het verband onderzoeken tussen de functies van grafieken en tabellen. x f(x) = a en a f(x) = logx door middel F31 B a De grafiek van de functie f(x) = logx tekenen en domein, bereik, bijzondere waarden, stijgen en dalen en asymptotisch gedrag aflezen PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN De voornaamste doelstellingen bij de studie van exponentiële functies zijn - een betekenisvolle ontwikkeling nastreven van begrippen zoals exponentiële groei, macht, logaritme; - de exponentiële functies gebruiken als model voor de beschrijving van groeiprocessen; - en het toepassen van de verkregen kennis bij problemen in verband met groeiprocessen. Het machtsbegrip wordt uitgebreid: zo bondig mogelijk en functioneel zonder uitgebreide behandeling van n-de machtswortels. Rekenregels voor machten met gehele exponenten kunnen aanvaard worden voor machten met rationale exponenten. Het aantal oefeningen i.v.m. deze regels wordt beperkt gehouden. f(x) Het begrip logaritme wordt ingevoerd voor het oplossen de vergelijking a = b. Men zal echter niet nalaten te tonen dat sommige van deze vergelijkingen op te lossen zijn door te steunen op het begrip exponent zelf. Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina 4

25 4 GONIOMETRISCHE FUNCTIES (RICHTLIJN: 15 LESTIJDEN) F3 B Het maatgetal van een hoek omzetten van zestigdelige graden in radialen en omgekeerd. F33 B De verbanden tussen de goniometrische getallen van verwante hoeken formuleren en verklaren. F34 U Som- en verschilformules en de formules van Simpson hanteren met een formularium. F35 B De grafiek tekenen van de functie f(x) = sinx op basis van de goniometrische cirkel. 7 F36 B Voor de functie f(x) = sinx domein, bereik, periodiciteit, extrema en stijgen en dalen aflezen van de grafiek. F37 B Vergelijkingen oplossen van de vorm sinx = k met behulp van de grafiek van de functie en van de goniometrische cirkel. F38 B Uitgaande van de grafiek van f(x) = sinx de grafiek van de functies met voorschrift k.sinx, sin(k.x), sin(x+k) en sinx + k opbouwen en de coëfficiënt interpreteren. F39 B Bij een grafiek van een sinusfunctie het voorschrift bepalen. F40 B Indien mogelijk een goniometrische functie gebruiken als model voor een periodieke verschijnsel. F41 B Vergelijkingen van de vorm sin(ax + b) = c oplossen en grafisch interpreteren. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN De voornaamste doelstellingen bij de studie van goniometrische functies zijn - een betekenisvolle ontwikkeling nastreven van begrippen zoals goniometrisch getal (sinus, cosinus), periodiciteit, amplitude, periode, faseverschuiving; - de goniometrische functies gebruiken als model voor de beschrijving van periodieke verschijnselen; - en het toepassen van de verkregen kennis bij problemen. Het is aan te raden de grafiek van f(x) = sinx ook manueel te tekenen. De leerlingen ervaren hierdoor dat men voldoende punten moet plaatsen om een zo nauwkeurig mogelijke grafiek te bekomen. Controle kan gebeuren d.m.v. ICT. Het oplossen van goniometrische vergelijkingen wordt beperkt tot het oplossen van basisvormen zoals sinx = c, sinx = sina, sin(ax+b) = sina. Het is aangewezen de vergelijkingen eerst op te lossen in een bepaalde periode. Daarna kan de oplossing ruimer geïnterpreteerd worden. De grafieken van de bijbehorende functies kunnen als hulpmiddel dienst doen. De grafische oplossing zal de interpretatie van een berekend resultaat merkelijk vereenvoudigen. Het gebruik van ICT is hierbij aanbevolen. UITBREIDING Voor het gebruik van de formules in toepassingen kunnen de leerlingen best gebruik maken van een formularium (zie algemene doelstellingen over vaardigheden, o.m. leervaardigheden). Van een beperkt aantal formules kan afgesproken worden dat ze gememoriseerd worden. Gezien de verschuiving van klemtonen naar een meer toepassingsgerichte opvatting van goniometrische functies zal minder aandacht besteed worden aan het aantonen van goniometrische identiteiten Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina 5

26 B. Statistiek (Richtlijn: 0 lestijden) BEGINSITUATIE De volgende leerinhouden in verband met (beschrijvende) statistiek werden behandeld in de tweede graad. - Het verwerken, voorstellen en interpreteren van statistische gegevens. - Centrum- en spreidingsmaten als parameters om gegevens samen te vatten. S1 B Statistische gegevens, centrum- en spreidingsmaten en grafische voorstellingen van statistische gegevens interpreteren. S B Aan de hand van concrete voorbeelden aangeven dat men enkel op basis van aselecte steekproeven uitspraken kan doen over de ganse populatie en dat bij elk statistisch experiment toeval een rol speelt. S3 B In betekenisvolle situaties gebruik maken van een normale verdeling als continu model bij data met een klokvormige frequentieverdeling en het gemiddelde en de standaardafwijking van de gegeven data gebruiken als schatting voor het gemiddelde en de standaardafwijking van deze normale verdeling. S4 B Het gemiddelde en de standaardafwijking van een normale verdeling grafisch interpreteren en grafisch het verband leggen tussen een normale verdeling en de standaardnormale verdeling. S5 B Bij een normale verdeling de relatieve frequentie interpreteren van een verzameling gegevens met waarden - tussen twee gegeven grenzen, - groter dan een gegeven grens, - of kleiner dan een gegeven grens, als de oppervlakte van een gepast gebied. S6 U Bij de normale verdeling de oppervlakte onder de kromme over een bepaald interval interpreteren als kans dat die gegevenswaarden zich zullen voordoen PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN De voornaamste doelstellingen bij de studie van dit onderdeel statistiek is dat - de leerlingen statistische voorstellingen en gegevens kritisch leren lezen en interpreteren - de leerlingen kennismaken met het samenvatten (modelleren) van statistische gegevens in een functie aan de hand van de normale verdeling - en bij normaal-verdeelde gegevens met de grafiek van de normale verdeling kunnen werken om statistische problemen op te lossen. Leerinhouden van tweede graad worden verder uitgediept (zie beginsituatie): aandacht voor het belang van de vorm van een grafische voorstelling (symmetrisch, niet-symmetrisch, ) en voor eventuele extreme meetwaarden, die een grote invloed kunnen hebben op het gemiddelde en de standaardafwijking. Aandacht voor representativiteit van een steekproef en voor steekproefvariabiliteit. De overgang van een histogram naar een dichtheidsfunctie kan intuïtief gebeuren door over te gaan op relatieve frequenties per eenheid (de relatieve frequentie gedeeld door de breedte van elk interval) en een vloeiende kromme te tekenen door het histogram. Zo kan de normale verdeling ingevoerd worden als model voor de klokvormige frequentieverdeling. De precieze kennis van het functievoorschrift van een algemene normaalverdeling is hier niet nodig. Leerplanstudie leerplan c derde graad aso februari 015 Pagina 6

Pagina 1 van 5 EVALUEREN. 1 Procesevaluatie versus productevaluatie

Pagina 1 van 5 EVALUEREN. 1 Procesevaluatie versus productevaluatie Pagina 1 van 5 1 Procesevaluatie versus productevaluatie Procesevaluatie: richt zich op de kwaliteit van het leerproces en probeert dus het leerproces van de leerlingen en het onderwijsproces (het didactisch

Nadere informatie

LEERPLANSTUDIE Tweede graad TSO/KSO leerplan d

LEERPLANSTUDIE Tweede graad TSO/KSO leerplan d LEERPLANSTUDIE Tweede graad TSO/KSO leerplan d 1 Leerplannen Eerste graad A-stroom (D/2009/7841/003) In voege sinds 1 september 2009 Tweede graad KSO/TSO (D/2002/0279/048) In voege sinds 1 september 2002

Nadere informatie

Domein A: Vaardigheden

Domein A: Vaardigheden Examenprogramma Wiskunde A havo Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Algebra en tellen

Nadere informatie

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN WISKUNDIGE TLVRDIGHEDEN Derde graad 1 Het begrijpen van wiskundige uitdrukkingen in eenvoudige situaties (zowel mondeling als 1V4 2V3 3V3 (a-b-c) schriftelijk) 2 het begrijpen van figuren, tekeningen,

Nadere informatie

Didactische wenken bij het onderdeel analyse

Didactische wenken bij het onderdeel analyse Didactische wenken bij het onderdeel analyse Didactische wenken bij het onderdeel analyse 1/21 1. Eindtermen analyse Eindtermen ASO tweede graad ET 22 3 (4) aspecten van een functie ET 23 Standaardfuncties

Nadere informatie

WISKUNDE D HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

WISKUNDE D HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 WISKUNDE D HAVO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de

Nadere informatie

REËLE FUNCTIES BESPREKEN

REËLE FUNCTIES BESPREKEN INLEIDING FUNCTIES 1. DEFINITIE...3 2. ARGUMENT EN BEELD...4 3. HET FUNCTIEVOORSCHRIFT...5 4. DE FUNCTIEWAARDETABEL...7 5. DE GRAFIEK...9 6. FUNCTIES HERKENNEN...12 7. OEFENINGEN...14 8. OPLOSSINGEN...18

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7228 14 maart 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 februari 2014, nr. VO/599178,

Nadere informatie

HANDBOEK Pienter 5/6 TSO 2/3/4u Exponentiële en logaritmische functies Pienter 6 TSO 2/3/4u Integralen STUDIERICHTING

HANDBOEK Pienter 5/6 TSO 2/3/4u Exponentiële en logaritmische functies Pienter 6 TSO 2/3/4u Integralen STUDIERICHTING JAARPLANNING GRAAD 3 VAK Wiskunde LEERJAAR 2 U/W 3+1 SCHOOLJAAR 2011-2012 HANDBOEK Pienter 5/6 TSO 2/3/4u Exponentiële en logaritmische functies Pienter 6 TSO 2/3/4u Integralen STUDIERICHTING 6BV LP NR

Nadere informatie

BINNENKLASDIFFERENTIATIE IN WISKUNDELESSEN

BINNENKLASDIFFERENTIATIE IN WISKUNDELESSEN BINNENKLASDIFFERENTIATIE IN WISKUNDELESSEN - Situering - Lkr over binnenklasdifferentiatie - Binnenklasdifferentiatie? - Leerplannen - Binnenklasdifferentiatie in wiskunde Hilde De Maesschalck 8 oktober

Nadere informatie

Examenprogramma wiskunde D havo

Examenprogramma wiskunde D havo Examenprogramma wiskunde D havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Kansrekening en statistiek

Nadere informatie

VOET EN WISKUNDE. 1 Inleiding: Wiskundevorming

VOET EN WISKUNDE. 1 Inleiding: Wiskundevorming Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat, 00 Brussel VOET EN WISKUNDE Inleiding: vorming Een actuele denkwijze over wiskundevorming gaat uit van competenties. Het gaat om een

Nadere informatie

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen Referentieniveaus uitgelegd De beschrijvingen zijn gebaseerd op het Referentiekader taal en rekenen'. In 'Referentieniveaus uitgelegd' zijn de niveaus voor de verschillende sectoren goed zichtbaar. Door

Nadere informatie

Examenprogramma wiskunde A vwo

Examenprogramma wiskunde A vwo Examenprogramma wiskunde A vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein Bg Functies

Nadere informatie

Leerstof voortentamen wiskunde B. 1. Het voortentamen wiskunde B

Leerstof voortentamen wiskunde B. 1. Het voortentamen wiskunde B Leerstof voortentamen wiskunde B In dit document wordt de leerstof beschreven van het programma van het voortentamen wiskunde B op havo niveau te beginnen met het voortentamen van december 2017. Deze specificatie

Nadere informatie

INLEIDING FUNCTIES 1. COÖRDINATEN

INLEIDING FUNCTIES 1. COÖRDINATEN INLEIDING FUNCTIES 1. COÖRDINATEN...1 2. FUNCTIES...2 3. ARGUMENT EN BEELD...3 4. HET FUNCTIEVOORSCHRIFT...4 5. DE FUNCTIEWAARDETABEL...5 6. DE GRAFIEK...6 7. FUNCTIES HERKENNEN...7 8. OPLOSSINGEN...9

Nadere informatie

Schoolagenda 5e jaar, 8 wekelijkse lestijden

Schoolagenda 5e jaar, 8 wekelijkse lestijden Leerkracht: Koen De Naeghel Schooljaar: 2012-2013 Klas: 5aLWi8, 5aWWi8 Aantal taken: 19 Aantal repetities: 14 Schoolagenda 5e jaar, 8 wekelijkse lestijden Taken Eerste trimester: 11 taken indienen op taak

Nadere informatie

Leerplandoelstelling Delta Nova 4 hoofdstukken en paragrafen. I Meetkunde. M1 B Bewijzen dat door drie niet-collineaire punten juist één cirkel gaat.

Leerplandoelstelling Delta Nova 4 hoofdstukken en paragrafen. I Meetkunde. M1 B Bewijzen dat door drie niet-collineaire punten juist één cirkel gaat. Het gevolgde leerplan is D/2002/0279/047. In de onderstaande tabel vind je een overzicht van de doelstellingen en waar ze in Delta Nova 4a en 4b (leerweg 5) terug te vinden zijn. B = basisdoelstelling

Nadere informatie

Leerstof voortentamen wiskunde A. 1. Het voortentamen wiskunde A

Leerstof voortentamen wiskunde A. 1. Het voortentamen wiskunde A Leerstof voortentamen wiskunde A In dit document wordt de leerstof beschreven van het programma van het voortentamen wiskunde A op havo niveau te beginnen met het voortentamen van juli 2016. Deze specificatie

Nadere informatie

WISKUNDE D VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

WISKUNDE D VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 WISKUNDE D VWO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de

Nadere informatie

Het examenprogramma wiskunde A havo

Het examenprogramma wiskunde A havo Het examenprogramma wiskunde A havo Conferentie Hallo HBO, hier HAVO, 28 september 2016 Eindrapport van de vernieuwingscommissie ctwo: Wiskunde A op havo bereidt voor op hbo-opleidingen in met name de

Nadere informatie

WISKUNDE A HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

WISKUNDE A HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 WISKUNDE A HAVO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de

Nadere informatie

DAG VAN DE WISKUNDE. 20 november 2010 DE ACTUALITEIT VAN ONS WISKUNDEONDERWIJS GEVARIEERD AANBOD WISKUNDE-IMPULSDAG

DAG VAN DE WISKUNDE. 20 november 2010 DE ACTUALITEIT VAN ONS WISKUNDEONDERWIJS GEVARIEERD AANBOD WISKUNDE-IMPULSDAG DAG VAN DE WISKUNDE 20 november 2010 DE ACTUALITEIT VAN ONS WISKUNDEONDERWIJS 1 GEVARIEERD AANBOD 1. Hoogbegaafdheid: achtergronden - aanpak 2. Digitaal bord: didactisch gebruik 3. Statistiek met GeoGebra

Nadere informatie

1. Reële functies en algebra

1. Reële functies en algebra Pagina 1 van 6 Bijlage 6 OPMERKINGEN BIJ DE BESPROKEN PROEFWERKEN 1. Reële functies en algebra 1) Deze vraag peilt naar leerplandoelstelling F15. - Om eventueel gokken of elimineren bij de leerlingen te

Nadere informatie

begin van document Eindtermen vwo wiskunde B (CE) gekoppeld aan delen en hoofdstukken uit Moderne wiskunde 9e editie

begin van document Eindtermen vwo wiskunde B (CE) gekoppeld aan delen en hoofdstukken uit Moderne wiskunde 9e editie begin van document Eindtermen vwo wiskunde (CE) gekoppeld aan delen en hoofdstukken uit Moderne wiskunde 9e editie Domein Subdomein in CE moet in SE Vaardigheden 1: Informatievaardigheden X X : Onderzoeksvaardigheden

Nadere informatie

Leerstof voortentamen wiskunde B. 1. Het voortentamen wiskunde B

Leerstof voortentamen wiskunde B. 1. Het voortentamen wiskunde B Leerstof voortentamen wiskunde B In dit document wordt de leerstof beschreven van het programma van het voortentamen wiskunde B op havo niveau te beginnen met het voortentamen van juli 2016. Deze specificatie

Nadere informatie

Examenprogramma wiskunde D vwo

Examenprogramma wiskunde D vwo Examenprogramma wiskunde D vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Kansrekening en statistiek

Nadere informatie

LANDSEXAMEN VWO Het examenprogramma Het examenprogramma voor het commissie-examen Wiskunde D bestaat uit de volgende (sub)domeinen:

LANDSEXAMEN VWO Het examenprogramma Het examenprogramma voor het commissie-examen Wiskunde D bestaat uit de volgende (sub)domeinen: LANDSEXAMEN VWO 2017-2018 Examenprogramma WISKUNDE D (V.W.O. ) (nieuw programma) 1 Het eindexamen Wiskunde D kent slechts het commissie-examen. Er is voor wiskunde D dus geen centraal schriftelijk examen.

Nadere informatie

Voorkennis wiskunde voor Biologie, Chemie, Geografie

Voorkennis wiskunde voor Biologie, Chemie, Geografie Onderstaand overzicht volgt de structuur van het boek Wiskundige basisvaardigheden met bijhorende website. Per hoofdstuk wordt de strikt noodzakelijke voorkennis opgelijst: dit is leerstof die gekend wordt

Nadere informatie

PEILPROEVEN WISKUNDE TWEEDE GRAAD ASO. 1 De resultaten

PEILPROEVEN WISKUNDE TWEEDE GRAAD ASO. 1 De resultaten PEILPROEVEN WISKUNDE TWEEDE GRAAD ASO 1 De resultaten Op 9 mei 2012 werden door de overheid de resultaten meegedeeld van de peilproeven over (een deel van) de eindtermen wiskunde van de tweede graad aso

Nadere informatie

Actualisering leerplan eerste graad - Deel getallenleer: vraagstukken Bijlage p. 1. Bijlagen

Actualisering leerplan eerste graad - Deel getallenleer: vraagstukken Bijlage p. 1. Bijlagen Bijlage p. 1 Bijlagen Bijlage p. 2 Bijlage 1 Domeinoverschrijdende doelen - Leerplan BaO (p. 83-85) 5.2 Doelen en leerinhouden 5.2.1 Wiskundige problemen leren oplossen DO1 Een algemene strategie voor

Nadere informatie

PTA VWO wiskunde B 1518

PTA VWO wiskunde B 1518 PTA VWO wiskunde B 1518 Inleiding Bij het vak wiskunde B leren leerlingen parate kennis en vaardigheden aan om daarmee wiskundige denkactiviteiten te ontplooien en te ontwikkelen. Met dit wiskundig denkvermogen

Nadere informatie

ICT-LEERLIJN (met GeoGebra) Luc Gheysens WISKUNDIGE COMPETENTIES

ICT-LEERLIJN (met GeoGebra) Luc Gheysens  WISKUNDIGE COMPETENTIES ICT-LEERLIJN (met GeoGebra) Luc Gheysens www.gnomon.bloggen.be WISKUNDIGE COMPETENTIES 1 Wiskundig denken 2 Wiskundige problemen aanpakken en oplossen 3 Wiskundig modelleren 4 Wiskundig argumenteren 5

Nadere informatie

Pedagogische begeleiding wiskunde oktober 2016 Pagina 1

Pedagogische begeleiding wiskunde oktober 2016 Pagina 1 Pedagogische begeleiding SO Vakbegeleiding wiskunde ONDERZOEKSCOMPETENTIES WISKUNDE DERDE GRAAD AS0 Specifieke eindtermen i.v.m. onderzoekscompetenties (SETOC) Wat? Leerplan a derde graad aso VVKSO De

Nadere informatie

Economie en maatschappij(a/b)

Economie en maatschappij(a/b) Natuur en gezondheid(a/b) Economie en maatschappij(a/b) Cultuur en maatschappij(a/c) http://profielkeuze.qompas.nl/ Economische studies Talen Recht Gedrag en maatschappij http://www.connectcollege.nl/download/decanaat/vwo%20doorstroomeisen%20universiteit.pdf

Nadere informatie

Bijlage bij Eindverslag van de Nomenclatuurcommissie Wiskunde september 2007

Bijlage bij Eindverslag van de Nomenclatuurcommissie Wiskunde september 2007 Bijlage bij Eindverslag van de Nomenclatuurcommissie Wiskunde september 2007 zie havo vwo aantonen 1 aanzicht absolute waarde afgeleide (functie) notatie met accent: bijvoorbeeld f'(x), f' notatie met

Nadere informatie

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN. De leerlingen ontwikkelen (binnen het gekende wiskundig instrumentarium) Derde graad kso/tso. Tweede graad kso/tso

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN. De leerlingen ontwikkelen (binnen het gekende wiskundig instrumentarium) Derde graad kso/tso. Tweede graad kso/tso WISKUNDIGE TLVRDIGHEDEN 1 Het begrijpen van wiskundige uitdrukkingen in eenvoudige situaties (zowel mondeling als 1V4 2V3 3V3(a-bschriftelijk) eenvoudige 2 het begrijpen (lezen) van figuren, tekeningen,

Nadere informatie

Onderwijsbehoeften: - Korte instructie - Afhankelijk van de resultaten Test jezelf toevoegen Toepassing en Verdieping

Onderwijsbehoeften: - Korte instructie - Afhankelijk van de resultaten Test jezelf toevoegen Toepassing en Verdieping Verdiepend Basisarrange ment Naam leerlingen Groep BBL 1 Wiskunde Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. - 5 keer per week 45 minuten basisdoelen toepassen in verdiepende contexten.

Nadere informatie

Economie en Maatschappij(A/B)

Economie en Maatschappij(A/B) Natuur en Techniek(B) Natuur en gezondheid(a/b) Economie en Maatschappij(A/B) Site over profielkeuze qompas Economie Gezondheidszorg Gedrag en maatschappij Landbouw Onderwijs Techniek http://www.connectcollege.nl/download/decanaat/havo%20doorstroomeisen%20hbo.pdf

Nadere informatie

Naam:... ZELFEVALUATIE WISKUNDE A-STROOM (het 60-puntenplan) WAT KAN IK AL? / WAT MOET IK NOG HERHALEN? / WAT MOET IK NOG INOEFENEN?

Naam:... ZELFEVALUATIE WISKUNDE A-STROOM (het 60-puntenplan) WAT KAN IK AL? / WAT MOET IK NOG HERHALEN? / WAT MOET IK NOG INOEFENEN? ZELFEVALUATIE WISKUNDE A-STROOM (het 60-puntenplan) WAT KAN IK AL? / WAT MOET IK NOG HERHALEN? / WAT MOET IK NOG INOEFENEN? Voor de GETALLENLEER worden concreet volgende doelstellingen nagestreefd: Begripsvorming

Nadere informatie

vwo A deel 4 13 Mathematische statistiek 14 Algebraïsche vaardigheden 15 Toetsen van hypothesen 16 Toepassingen van de differentiaalrekening

vwo A deel 4 13 Mathematische statistiek 14 Algebraïsche vaardigheden 15 Toetsen van hypothesen 16 Toepassingen van de differentiaalrekening vwo A deel 4 13 Mathematische statistiek 13.1 Kansberekeningen 13.2 Kansmodellen 13.3 De normale verdeling 13.4 De n -wet 13.5 Discrete en continue verdelingen 13.6 Diagnostische toets 14 Algebraïsche

Nadere informatie

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET LEREN LEREN EN GOK Voet@2010 leren leren en thema s gelijke onderwijskansen Socio-emotionele ontwikkeling (1ste graad)

Nadere informatie

Deel 3 havo. Docentenhandleiding havo deel 3 CB

Deel 3 havo. Docentenhandleiding havo deel 3 CB Deel 3 havo De hoeveelheid leerstof is gebaseerd op drie lesuren per week. Met drie lesuren is het in ieder geval mogelijk om de basisstof van tien hoofdstukken door te werken, eventueel met de verkorte

Nadere informatie

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe. HOUT EN BOUW Activerende werkvormen? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat we na 14 dagen gemiddeld slechts 10 % hebben onthouden van datgene wat we gelezen hebben en 20 % van wat we hebben gehoord.

Nadere informatie

Zinvol realiseren van competenties in de derde graad Visie en werkvormen

Zinvol realiseren van competenties in de derde graad Visie en werkvormen Zinvol realiseren van competenties in de derde graad Visie en werkvormen T 3 Symposium, Oostende Onze-Lieve-Vrouwecollege Brugge dinsdag 19 augustus 2014 Voorwoord What is teaching? http:/vimeo.com/48768091

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 30735 6 november 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 oktober 2013, nr. VO/541608,

Nadere informatie

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren Welke afspraken worden gemaakt om geschiedenis te studeren? Wordt dit opgevolgd per graad en van graad tot graad? Leren leren blijft

Nadere informatie

LANDSEXAMEN MAVO

LANDSEXAMEN MAVO Examenprogramma WISKUNDE M.A.V.O. LANDSEXAMEN MAVO 2018-2019 1 Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het commissie-examen. Het centraal examen wordt afgenomen in één zitting

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep economie en handelsvakken

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep economie en handelsvakken Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep economie en handelsvakken In kolom 1 vind je 70 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep economie en handelsvakken. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën.

Nadere informatie

De 10 e editie havo-vwo OB

De 10 e editie havo-vwo OB De 10 e editie havo-vwo OB Presentatie havo/vwo onderbouw 10 e editie 1 HAVO/VWO 1 VWO 2 HAVO 2 HAVO/VWO 2 VWO De delen 10 e editie onderbouw 3 HAVO deel 1 3 HAVO deel 2 3 VWO deel 1 3 VWO deel 2 Presentatie

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands In kolom 1 vind je 66 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep Nederlands. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën. Duid in kolom 2 aan met

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

LANDSEXAMEN HAVO Het examenprogramma Het examenprogramma voor het commissie-examen Wiskunde D bestaat uit de volgende (sub)domeinen:

LANDSEXAMEN HAVO Het examenprogramma Het examenprogramma voor het commissie-examen Wiskunde D bestaat uit de volgende (sub)domeinen: Eamenprogramma WISKUNDE D H.A.V.O. LANDSEXAMEN HAVO 2018-2019 1 Het eindeamen Wiskunde D kent slechts het commissie-eamen. Er is voor wiskunde D dus geen centraal eamen. Het commissie-eamen wordt schriftelijk

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Opbrengstgericht werken bij andere vakken Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Doel Leerkrachten kunnen een les tekenen of geschiedenis ontwerpen volgens de uitgangspunten van OGW die ze direct

Nadere informatie

Portfolio wiskunde. zelfstandig en gedifferentieerd maken van oefeningen

Portfolio wiskunde. zelfstandig en gedifferentieerd maken van oefeningen Het portfolio wiskunde: zelfstandig en gedifferentieerd maken van oefeningen Dag van de wiskunde - Werkwinkel 8 Onze-Lieve-Vrouwecollege Brugge zaterdag 14 november 2015 Deze werkwinkel... gaat over didactiek

Nadere informatie

Leerplanstudie leerplan b en c. tweede graad kso-tso

Leerplanstudie leerplan b en c. tweede graad kso-tso Marialand 31, Gent Leerplanstudie leerplan b en c tweede graad kso-tso Samengesteld en gegeven door Guy Reyntjens en Luc De Wilde Pedagogisch begeleiders wiskunde DPB Gent Inhoud 1 Aansluiting op het leerplan

Nadere informatie

WISKUNDE B VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

WISKUNDE B VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V WISKUNDE B VWO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2018 V17.03.2 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de

Nadere informatie

voorkennis wiskunde voor Farmaceutische wetenschappen en Biomedische wetenschappen

voorkennis wiskunde voor Farmaceutische wetenschappen en Biomedische wetenschappen Onderstaand overzicht volgt de structuur van het boek Wiskundige basisvaardigheden met bijhorende website. Per hoofdstuk wordt de strikt noodzakelijke voorkennis opgelijst: dit is leerstof die gekend wordt

Nadere informatie

Samen slaan we de brug naar het onderwijs van morgen.

Samen slaan we de brug naar het onderwijs van morgen. Samen slaan we de brug naar het onderwijs van morgen. Pienter 3DE GRAAD TSO 2017-2018 en 2018-2019 Vernieuwing Pienter 2 de graad tso 2019-2020 Vernieuwing Pienter 3 de graad tso (deel 1) Wat houdt de

Nadere informatie

PROCESEVALUATIE 6/11/2012 ILLUSTRATIE UIT 1874

PROCESEVALUATIE 6/11/2012 ILLUSTRATIE UIT 1874 PROCESEVALUATIE 2012-11-17 Maggy Van Hoof DPB Hasselt ILLUSTRATIE UIT 1874 Als een leerling een onjuist antwoord geeft dan moet de onderwijzer nagaan of hij den oorsprong der fout kan vinden, en hij moet

Nadere informatie

De 2015 programma s wiskunde B van havo en vwo. 9 november 2013 Ruud Stolwijk Cito, Arnhem Alma Taal

De 2015 programma s wiskunde B van havo en vwo. 9 november 2013 Ruud Stolwijk Cito, Arnhem Alma Taal De 2015 programma s wiskunde B van havo en vwo 9 november 2013 Ruud Stolwijk Cito, Arnhem Alma Taal 1 Inhoud - programma Even voorstellen Aanleiding vernieuwing wiskundeprogramma s Inhoud nieuwe programma

Nadere informatie

Quickies. Meetkundeleerstof van de tweede graad kort, snel en leuk inoefenen en herhalen. 22 november 2014 Heleen Van Maldeghem Kortrijk

Quickies. Meetkundeleerstof van de tweede graad kort, snel en leuk inoefenen en herhalen. 22 november 2014 Heleen Van Maldeghem Kortrijk Quickies Meetkundeleerstof van de tweede graad kort, snel en leuk inoefenen en herhalen. Dag van de wiskunde Dominque La Grange 22 november 2014 Heleen Van Maldeghem Kortrijk Inleiding Sommige leerlingen

Nadere informatie

Delta Nova 5. Didactische wenken. Analyse deel lesuren. N. Deloddere N. De Wilde R. Op de Beeck Y. Paduwat P. Tytgat

Delta Nova 5. Didactische wenken. Analyse deel lesuren. N. Deloddere N. De Wilde R. Op de Beeck Y. Paduwat P. Tytgat Delta Nova 5 Analyse deel 2 6-8 lesuren Didactische wenken N. Deloddere N. De Wilde R. Op de Beeck Y. Paduwat P. Tytgat Algemeen De structuur van de hoofdstukken biedt kansen om leerlingen actiever bij

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008 Katholieke Universiteit Leuven September 2008 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie juli 2008) Rationale functies. Inleiding Functies als f : 5 5, f 2 : 2 3 + 2 f 3 : 32 + 7 4 en f 4 :

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Zelfstandig werken Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Visie Leerlinggericht: gericht op de mogelijkheden van

Nadere informatie

VAKOVERLEG LERAREN EERSTE GRAAD A PROCESEVALUATIE

VAKOVERLEG LERAREN EERSTE GRAAD A PROCESEVALUATIE Secundair Onderwijs WISKUNDE VAKOVERLEG LERAREN EERSTE GRAAD A PROCESEVALUATIE Samenstelling syllabus en leiding Regionale sessies L. DE WILDE 28 en 30 april 2014 G. REYNTJENS Diocesane begeleiders wiskunde

Nadere informatie

Positieve houding. Hoge verwachtingen. Flexibele planning

Positieve houding. Hoge verwachtingen. Flexibele planning Visie Aanpassingen in de gedragingen van de leerkracht Het vertalen van een politiek besluit zoals het M- decreet in de dagelijkse praktijk is geen gemakkelijke opgave. Als leerlingen met een beperking

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011)

Zomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011) Katholieke Universiteit Leuven September 20 Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 20) Inhoudsopgave Rationale functies. Inleiding....................................2

Nadere informatie

Kwaliteitsvol evalueren

Kwaliteitsvol evalueren Kwaliteitsvol evalueren Studiedag peer review van het toetsgebeuren, 31/5/2013 Dirk Van Landeghem Inleiding Kwaliteitsvol onderwijs vereist kwaliteitsvol evalueren Evaluatie = multidimensioneel en complex

Nadere informatie

Sint-Jan Berchmanscollege

Sint-Jan Berchmanscollege Sint-Jan Berchmanscollege Infobrochure Wiskunde (3de graad ASO) Leerlingprofiel Ben je een leerling die: goed is in het rekenen en redeneren met getallen? gemotiveerd is om elke dag voor wiskunde te studeren?

Nadere informatie

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen.

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen. Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen. Leerstijlentest van David Kolb Mensen, scholieren dus ook, verschillen nogal in de wijze waarop ze leren. Voor

Nadere informatie

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Omschrijving Verwijzing naar Doelgroep Opsteller Intern document die uitleg geeft over het activerende directe instructiemodel. Vaardigheidsmeter Betrokken

Nadere informatie

Eerste graad A-stroom

Eerste graad A-stroom EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Vijverbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde Het natuurlijk milieu Reliëf 16* De leerlingen leren respect opbrengen voor de waarde van

Nadere informatie

Voorbereiding HBO Wiskunde voor de techniek

Voorbereiding HBO Wiskunde voor de techniek Keuzedeel mbo Voorbereiding HBO Wiskunde voor de techniek behorend bij één of meerdere kwalificaties mbo Op dit moment is een wijziging van de WEB in voorbereiding waarmee de positie van keuzedelen in

Nadere informatie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie EINDTERMEN Bosbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde De mens en het landschap Het landelijk landschap 22 milieueffecten opnoemen die in verband kunnen gebracht worden

Nadere informatie

WISKUNDE LEERPLAN B DERDE GRAAD KSO/TSO STUDIERICHTINGEN MET 3 (+1) UUR PER WEEK LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

WISKUNDE LEERPLAN B DERDE GRAAD KSO/TSO STUDIERICHTINGEN MET 3 (+1) UUR PER WEEK LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS WISKUNDE LEERPLAN B DERDE GRAAD KSO/TSO STUDIERICHTINGEN MET 3 (+1) UUR PER WEEK LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS September 2004 LICAP BRUSSEL WISKUNDE LEERPLAN B DERDE GRAAD KSO/TSO STUDIERICHTINGEN MET

Nadere informatie

PTA wiskunde TL en GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Statenkwartier cohort

PTA wiskunde TL en GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Statenkwartier cohort Schoolexamen leerjaar 3, schooljaar 2015-2016 code eenheid vorm duur kansen Moderne wiskunde 9e editie deel 3 GT 90 1 SE 1 De volgende onderdelen worden getoetst: PCS Schriftelijk min ja 2,0 Hoofdstuk

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld.

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld. Wiskunde juli 2009 Laatste aanpassing: 29 juli 2009. Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld. Vraag 1 Wat is de top van deze parabool 2 2. Vraag

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep mode

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep mode Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep mode In kolom 1 vind je 68 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep mode. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën. Duid in kolom 2 aan welke items je reeds

Nadere informatie

~ 1 ~ selecteren. (LPD 1,8,27) (LPD 13,22,23,27)

~ 1 ~ selecteren. (LPD 1,8,27) (LPD 13,22,23,27) ~ 1 ~ Functionele taalvaardigheid/ tekstgeletterdheid Eindtermen (P)AV voor 2 de graad SO 3 de graad SO 3 de jaar 3 de graad SO DBSO niveau 2 de graad DBSO niveau 3 de graad DBSO niveau 3 de jaar 3 de

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Sint-Jan Berchmanscollege

Sint-Jan Berchmanscollege Sint-Jan Berchmanscollege Infobrochure Wiskunde (3de graad ASO) Leerlingprofiel Ben je een leerling die goed is in het rekenen en redeneren met getallen? die gemotiveerd is om elke dag voor wiskunde te

Nadere informatie

Leerstof voortentamen wiskunde A. 1. Het voortentamen wiskunde A

Leerstof voortentamen wiskunde A. 1. Het voortentamen wiskunde A Leerstof voortentamen wiskunde A In dit document wordt de leerstof beschreven van het programma van het voortentamen wiskunde A op havo niveau te beginnen met het voortentamen van december 2017. Deze specificatie

Nadere informatie

20 De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen

20 De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen Onderwerp Lineaire verbanden H1 20 De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen 26 De leerling leert te

Nadere informatie

Bijlage 11 - Toetsenmateriaal

Bijlage 11 - Toetsenmateriaal Bijlage - Toetsenmateriaal Toets Module In de eerste module worden de getallen behandeld: - Natuurlijke getallen en talstelsels - Gemiddelde - mediaan - Getallenas en assenstelsel - Gehele getallen met

Nadere informatie

ILS-K 1 12/1/2016 INSTRUMENT LEER STIJL - K PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN. Marc van Dongen

ILS-K 1 12/1/2016 INSTRUMENT LEER STIJL - K PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN. Marc van Dongen ILS-K 1 12/1/2016 INSTRUMENT LEER STIJL - K PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN Marc van Dongen ILS-K 2 12/1/2016 Gegevens deelnemer School: Naam leerling: Marc van Dongen Afnamedatum: 29 november 2016 10:33:00

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep informatica

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep informatica Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep informatica In kolom 1 vind je 66 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep informatica. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën. Duid in kolom 2 aan welke

Nadere informatie

Wiskunde: vakspecifieke toelichting en tips

Wiskunde: vakspecifieke toelichting en tips Wiskunde: vakspecifieke toelichting en tips Met deze voorbeelden van taken voor de wiskundelessen willen wij verschillende ideeën illustreren. Ten eerste geven zij een idee wat bedoeld wordt met hele-taakeerst

Nadere informatie

Per nieuwe hoofdvraag een nieuwe bladzijde gebruiken. De vragen hoeven niet in de juiste volgorde te worden opgelost.

Per nieuwe hoofdvraag een nieuwe bladzijde gebruiken. De vragen hoeven niet in de juiste volgorde te worden opgelost. SBC AMDG Ma 13/12/04 klas : 5WEWI8 5GRWI8 Van Hijfte D. toegelaten : grafisch rekentoestel Examen Wiskunde deel I (90p) Per nieuwe hoofdvraag een nieuwe bladzijde gebruiken. De vragen hoeven niet in de

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica In kolom 1 vind je 69 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep geschiedenis/esthetica. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën.

Nadere informatie

Thema 1: Getallen. 1. Leerplandoelen die in dit thema aanbod komen:

Thema 1: Getallen. 1. Leerplandoelen die in dit thema aanbod komen: Naam: Klas: 1A Klas: Datum: Permanente - / Procesevaluatie bundel Vak: Wiskunde Thema 1: Getallen 1. Leerplandoelen die in dit thema aanbod komen: Opdracht: Zelfevaluatie - Kruis de gepaste smiley aan.

Nadere informatie

11 e editie. Inhoudsopgaven VWO 5

11 e editie. Inhoudsopgaven VWO 5 11 e editie Inhoudsopgaven VWO 5 Inhoudsopgave 5 vwo A 1 Formules herleiden 1-1 Lineaire formules 1-2 Gebroken formules 1-3 Wortelformules 1-4 Machtsformules 1-5 Gemengde opdrachten 2 Statistiek (op computer)

Nadere informatie

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)? Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET EN STUDIEGEBIED ASO STUDIERICHTING : ECONOMIE Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept

Nadere informatie

Annelies Droessaert en Etienne Goemaere

Annelies Droessaert en Etienne Goemaere De meerwaarde van TI-Nspire in de 2 de graad Annelies Droessaert en Etienne Goemaere 1. INLEIDING De meeste scholen kiezen er momenteel voor om een grafisch rekentoestel in te voeren vanaf de 2 de graad.

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding.

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding. Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding. In kolom 1 vind je 61 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep TO. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën. Duid in kolom 2 aan

Nadere informatie

Leidraad Begeleid zelfstandig leren

Leidraad Begeleid zelfstandig leren Leidraad Begeleid zelfstandig leren Materiaal Handboek: Delta 5/6, Statistiek (6/8 lesuren) Werktekst ivm normale verdelingen. Grafisch rekentoestel en verbindingskabeltje. Handleiding grafisch rekentoestel

Nadere informatie

NIEUWE WISKUNDE-IMPULSEN VANAF HET SCHOOLJAAR 2012-2013

NIEUWE WISKUNDE-IMPULSEN VANAF HET SCHOOLJAAR 2012-2013 WISKUNDE NIEUWE WISKUNDE-IMPULSEN VANAF HET SCHOOLJAAR 2012-2013 Tijdens de voorbije twee schooljaren hebben we vanuit de vakbegeleiding wiskunde per scholengemeenschap een Impulsdag wiskunde georganiseerd.

Nadere informatie

Appendix A Checklist voor visible learning inside *

Appendix A Checklist voor visible learning inside * Appendix A Checklist voor visible learning inside * * Op www.bazalt.nl/lerenzichtbaarmaken kunt u dit formulier downloaden en vervolgens printen. Het is belangrijk dat de medewerkers van de school deze

Nadere informatie