Van welvaart naar welzijn. Aangeboden door Rabobank Kromme Rijnstreek. Samen sterker. Duurzaamheid van 40 Nederlandse regio's.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Van welvaart naar welzijn. Aangeboden door Rabobank Kromme Rijnstreek. www.rabobank.nl/krs. Samen sterker. Duurzaamheid van 40 Nederlandse regio's."

Transcriptie

1 Van welvaart naar welzijn. Duurzaamheid van 40 Nederlandse regio's. Samen sterker. Aangeboden door Rabobank Kromme Rijnstreek.

2

3 Van welvaart naar welzijn Duurzaamheid van veertig Nederlandse regio s in kaart augustus 2013 Kennis en Economisch Onderzoek

4 Inhoudsopgave Inleiding 3 Van welvaart naar welzijn Duurzaamheidsdimensies 5 Duurzaamheidsdimensies 6 Duurzaamheid in kaart 7 Topscoorders en hekkensluiters Kwaliteit van leven nu 13 Regionale verschillen Kwaliteit van leven later 22 Regionale verschillen En nu? 28 De stuurbaarheid van regionale duurzaamheid Literatuurlijst 33 Colofon 35 Kennis en Economisch Onderzoek staat ook op internet. Het adres is Afsluitdatum: 13 augustus 2013 Auteur: Cynthia Briesen augustus 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 2

5 Inleiding Van welvaart naar welzijn Economische groei is niet waar het alleen om moet gaan in de samenleving. In een tijd dat de economie nauwelijks groeit, is dit ook geen gedachte om ons aan vast te houden. Vooruitgang is weliswaar belangrijk, maar dan gaat om veel meer dan alleen een stijgend inkomen en toenemende materiële welvaart. Bij deze constatering past de overstap naar een duurzamer groeimodel. De ontwikkeling van een duurzame samenleving is een van de grootste uitdagingen van de 21ste eeuw. Op internationaal en nationaal niveau wordt al veel onderzoek naar duurzaamheid gedaan. Deze studie richt zich op de duurzaamheid van Nederlandse regio's en laat zien op welke punten regio's vanuit duurzaamheidsoptiek goed scoren en waar zorgen over bestaan. 1 Veel mensen denken dat een duurzame ontwikkeling alleen over het milieu gaat, maar het begrip is breder. Naast ecologische ontwikkelingen zijn economische en sociale ontwikkelingen van belang voor een duurzame samenleving. Bovendien gaat het niet alleen over de impact van ons gedrag op het hier en nu, maar ook over de impact op mensen die elders of later leven. Een ontwikkeling kan alleen duurzaam zijn als wij onze kwaliteit van leven op een zodanige manier vormgeven, zodat het welzijn van anderen niet wordt aangetast. De ontwikkeling van een duurzame samenleving, wat houdt dat eigenlijk in? Bhutan, een klein land hoog in de Himalaya, ging de Westerse wereld hierin voor. In plaats van de welvaart (het Bruto Nationaal Product) introduceerde de koning het Bruto Nationaal Geluk als maatstaf voor de ontwikkeling van zijn land en inwoners. In zijn ogen leidt de eenzijdige nadruk op materiële welvaart niet per definitie tot een groter welzijn van de bevolking. Daarom dient niet het inkomen, maar het geluk van de bevolking de leidraad in het overheidsbeleid te zijn. Het beleid van de koning stelt unaniem dat de ontwikkelingen in het land niet ten koste mogen gaan van cultuur, natuur en milieu en gezondheid. Het is de vraag of dit ook voor Nederland de juiste weg is. Maar een breder welvaartsbegrip dan economische groei is een weg die we zeker moeten gaan (Van de Belt, 2012). Maar hoe weten we hoe duurzaam onze samenleving is? Steeds vaker wordt de duurzame ontwikkeling op nationaal niveau in kaart gebracht (zie bijvoorbeeld CBS et al, 2013). Over de duurzaamheid van regio s binnen onze landgrenzen is echter weinig bekend, terwijl de regionale omgeving de directe leef- en acteeromgeving van de bevolking omvat en daarmee rechtstreeks van invloed is op het welzijn. Om deze reden ontwikkelde Rabobank een duurzaamheidsmonitor voor Nederlandse COROP-regio s 2 en gemeenten. 1 Voor een uitgebreide beschrijving en verantwoording van de methodologie, zie de Special 2013/10 Van welvaart naar welzijn Conceptueel kader en methodologie. 2 Nederland kent veertig COROP-regio s (zie figuur in bijlage 1). Elk COROP-regio heeft een centrale kern met een omliggend verzorgingsgebied en blijft binnen de provincie grenzen. 3

6 Inleiding In deze Special worden de veertig COROP-gebieden als regio aangeduid. Elk COROP-gebied heeft een centrale kern met een omliggend verzorgingsgebied en blijft binnen de provinciegrenzen (kaart 1). Met deze duurzaamheidsmonitor wordt voor iedere regio zichtbaar wat de aandachtspunten zijn voor een duurzame samen- Kaart 1: Veertig Nederlandse regio s leving, maar ook wat de sterke kwaliteiten zijn. Hiermee draagt de monitor bij aan de discussie met de overheid, het bedrijfsleven en burgers over een duurzame ontwikkeling van Nederlandse regio s op de lange termijn. De uitkomsten kunnen dienen als input voor de juiste keuzes over onderwerpen die regionaal beleid vereisen, zoals de arbeidsmarkt en de woningmarkt. Tevens kan de duurzaamheidsmonitor worden ingezet om het regionale beleid te evalueren en wellicht opnieuw vorm te geven, zodat de kwaliteit van leven van de huidige en toekomstige generatie kan worden verbeterd. De keuze zal per regio verschillen. Bron: CBS 4

7 Duurzaamheidsdimensies Conceptueel kader en methodologie Ter bepaling van de regionale duurzaamheid heeft Rabobank een model ontwikkeld. Een uitgebreide beschrijving en verantwoording van de methodologie kan worden teruggevonden in de Special 2013/10 Van welvaart naar welzijn Conceptueel kader en methodologie. In dit Figuur 1: Conceptueel raamwerk hoofdstuk zullen we een korte samenvatting geven. Bron: Rabobank De duurzaamheidsmonitor meet de kwaliteit van leven in een regio op sociaal, cultureel, ecologisch en economisch gebied (figuur 1). De kwaliteit van leven hier en nu geeft een indicatie van het welzijn van de mensen die op dit moment in Nederland leven. De negen kerndimensies die de kwaliteit van leven van de huidige generatie weergeven zijn 1) de materiële levensstandaard, 2) gezondheid, 3) scholing, 4) persoonlijke activiteiten inclusief werk, 5) politieke stem en goed bestuur, 6) sociale verbanden en relaties, 7) milieu en de leefomgeving, 8) persoonlijke onzekerheid en 9) economische onzekerheid. Omdat de dimensie politieke stem en goed bestuur veelal op nationaal niveau is geregeld, hebben we deze kerndimensie buiten beschouwing gelaten bij de regionale doorvertaling. Overigens is het belangrijk om op te merken dat deze kerndimensies onderling afhankelijk zijn. Ze zijn niet alleen direct van invloed op de kwaliteit van leven, maar soms ook indirect via andere kerndimensies. De kwaliteit van leven later heeft betrekking op het welzijn van toekomstige generaties die hier leven. De kwaliteit van leven van toekomstige generaties is afhankelijk van de beschikbaarheid van hulpbronnen. De hoeveelheid hulpbronnen die een samenleving tot haar beschikking heeft, kan worden gemeten aan de hand van de totale kapitaalvoorraad. Daarbij gaat het om het economische, het menselijke, het natuurlijke en het culturele kapitaal. De duurzaamheidsscores voor de regio s zijn berekend aan de hand van 45 variabelen waaruit de dimensies bestaan. Hoewel in de praktijk iedereen een regio op een eigen manier beleeft en op zijn of haar manier waarde toekent aan de eigenschappen van een regio, is in de duurzaamheidsmonitor een keuze gemaakt voor kenmerken waaraan op basis van een objectief gemiddelde een afweging kan worden gemaakt of ze positief dan wel negatief bijdragen aan de betreffende dimensie van duurzaamheid. De gekozen variabelen geven slechts een grof beeld van de status van duurzaamheid van regio s. Het ontbreken van gegevens over verschillende aspecten die we wel graag zouden meten, maakt het lastig om tot een universele en theoretisch tot in de puntjes verantwoorde maatstaf voor duurzaamheid te komen. Dit is een probleem waar nagenoeg eenieder 5

8 Duurzaamheidsdimensies die duurzaamheid wil meten mee te maken heeft. De hier gevolgde aanpak geeft per definitie wel een beter beeld van de duurzame ontwikkeling van regio s dan alleen kijken naar de hoogte van het BBP. 3 3 Zie de Special 2013/10 Van welvaart naar welzijn Conceptueel kader en methodologie. 6

9 Duurzaamheid in kaart Topscoorders en hekkensluiters Nederland scoort in internationaal perspectief goed met betrekking tot de huidige kwaliteit van leven, maar niet met betrekking tot de kwaliteit van leven ten opzichte van toekomstige generaties en mensen elders in de wereld. Binnen Nederland bestaan grote regionale verschillen. Dit hoofdstuk gaat in op deze verschillen en beschrijft de duurzaamheid van de veertig Nederlandse regio s. Figuur 2: Nederland: een relatief duurzaam land indicator CH AU SE NL DK US CA IS NZ BE AT NO FI UK LU IE DE JP FR ES SI IL KR BR CL IT MX PL CZ SK GR PT EE HU TR RU Bron: OECD, 2013 indicator Wonen Inkomen Banen Onderwijs Milieu Sociale participatie Gezondheid Tevredenheid Veiligheid Balans werk-prive Totaal Duurzaamheid op het niveau van Nederland Voor een klein land als Nederland kan de duurzaamheid op regionaal niveau niet los worden gezien van de duurzaamheid op nationaal en internationaal niveau. Veel dimensies van duurzaamheid, zoals bijvoorbeeld de kwaliteit van het bestuur, het milieu en de kaders voor onderwijs- en gezondheidszorgbeleid, worden op nationaal en vaak zelfs op internationaal niveau geregeld of beïnvloed. Alle regionale verschillen die hierna worden geanalyseerd moeten dan ook gerelateerd worden aan het duurzaamheidsniveau van Nederland als geheel. Volgens de OECD better life index 4 is Nederland (bij gelijke gewichten voor alle meegenomen dimensies) het op drie na meest duurzame land van de landen die zijn meegenomen in de vergelijking (zie figuur 2). Deze vergelijking is gebaseerd op aanzienlijk minder variabelen dan de Monitor Duurzaam Nederland van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS, 2011). Ook wordt in deze duurzaamheidsdefinitie niet of nauwelijks rekening gehouden met de houdbaarheid van de duurzaamheid voor toekomstige generaties en ten opzichte van andere landen. De CBS-monitor laat zien op welke terreinen het vanuit duurzaamheidsoptiek goed gaat en waar zorgen bestaan waarbij wel een integrale definitie wordt gehanteerd (dus nu, later en elders). Ook hieruit blijkt dat de huidige kwaliteit van leven in Nederland naar Europese maatstaven hoog is. Halverwege 2013 staat Nederland er economisch gezien nog altijd redelijk voor in vergelijking met andere Europese landen. Hoewel de Nederlandse werkloosheid al enkele jaren oploopt, is deze in veel andere Europese landen nog veel hoger. Door de economische crisis is wel de overheidsschuld aanzienlijk toegenomen, zijn de investeringen gedaald en zien Nederlanders hun financiële situatie somberder in. Ook hier geldt echter dat veel andere Europese landen nog zwaarder zijn getroffen (CBS, 2013a). Het niveau van welzijn, gemeten in termen van algemene tevredenheid van mensen alsook op basis van objectieve metingen, is in Nederland naar internationale maatstaven hoog en de afgelopen tien jaar in grote lijnen 4 Zie voor een uitgebreide toelichting, methodologie en achterliggende variabelen: 7

10 Duurzaamheid in kaart constant. Nederlanders schatten hun kwaliteit van leven nu op veel terreinen zelfs hoger in dan op basis van objectieve criteria mag worden verwacht. Er zijn echter wel indicaties dat het voor toekomstige generaties moeilijker wordt omhetzelfde welvaartsniveau vast te houden. De huidige kwaliteit van leven is hoog, maar er bestaan zorgen over de dreigende uitputting van ons natuurlijk en menselijk kapitaal. De belangrijkste bedreigingen: Afname van de biodiversiteit. Dit is een grensoverstijgende bedreiging die alleen door internationaal gecoördineerd beleid kan worden aangepakt. De Nederlandse overheidsschuld en toenemende kosten voor zorg en sociale zekerheid. Het is onzeker of toekomstige generaties eenzelfde beroep kunnen doen op de gezondheidszorg, pensioenvoorzieningen en andere sociale verworvenheden als de huidige. Dit is vaak de kern van de politieke discussie over de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Ondanks de oplopende schuld en het nog steeds grote tekort zijn de afgelopen jaren wel stappen gezet naar een betere houdbaarheid van de overheidsfinanciën (CPB, 2012). De investeringen in onderzoek en ontwikkeling (R&D) blijven al jaren op 1,8 procent van het bruto binnenlands product (bbp) steken en Nederland kent een in Europees opzicht matig opleidingsniveau van de jongere generatie. Beide zaken zijn voor een deel in handen van de overheid. R&D-uitgaven van de Nederlandse overheid zijn in internationaal perspectief laag, onderwijsuitgaven liggen ongeveer op het gemiddelde van de ontwikkelde landen (OECD, 2013; CBS, 2013c). Veel niet-westerse allochtonen in Nederland hebben op diverse terreinen te maken met achterstand. Zo is de werkloosheid verhoudingsgewijs hoog en worden de inkomensverschillen met autochtonen groter. Onze manier van leven en onze welvaart hebben ook impact op andere landen in de wereld. In vergelijking met de overige EU-landen legt Nederland een relatief grote druk op de natuurlijke hulpbronnen elders in de wereld, met name in ontwikkelingslanden. Deze druk is het afgelopen decennium toegenomen. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld de toegenomen invoer van biomassa en grondstoffen om in de materiële behoeften van Nederlanders te voorzien. Dit gaat gepaard met een verlies aan biodiversiteit in de betrokken (ontwikkelings-)landen en een toename van de uitstoot van broeikasgassen (CBS, 2011). Duurzaamheid op het niveau van de regio s Regionaal zijn er verschillen in duurzaamheid. De regio s vervullen namelijk ieder hun eigen functie binnen Nederland. Zo kunnen we spreken over typische woon- en werkregio s. De bevolking en de werkgelegenheid is namelijk niet gelijkmatig over het land gespreid. De Randstad kent veruit de hoogste bevolkingsdichtheid en werkgelegenheidsdichtheid, op afstand gevolgd door Noord-Brabant en Gelderland. 8

11 Duurzaamheid in kaart In Zeeland en in de noordelijke regio s van het land is dit aanzienlijk lager. Deze regio s beschikken over meer rust en ruimte. Wat dat betreft vertonen de werkgelegenheid en de bevolking in Nederland praktisch hetzelfde ruimtelijke patroon. Bovendien hangen de ontwikkeling van de bevolkingsomvang en de werkgelegenheid in grote mate samen (Oevering, 2010). Als gevolg hiervan kunnen we de regio s indelen in het dichtbevolkte en sterkst verstedelijkte gebied van de Randstad, het relatief dunner bevolkte, maar snel verstedelijkende gebied daaromheen (van Amersfoort tot Zwolle) en het relatief landelijke gebied van de rest van Nederland. Natuurlijk is bovengenoemde niet de enige oorzaak voor de regionale verschillen. Regio s bestaan uit meerdere gemeenten die verschillend kunnen scoren op de onderliggende dimensies, maar gezamenlijk de duurzaamheid van de regio bepalen. Bij veel dimensies is sprake van een regionaal patroon, doordat meerdere regio s gemeenten huisvesten met een vergelijkbare samenstelling (bijvoorbeeld in termen van bevolking of werkgelegenheid). Veranderingen in de structuur van regio s gaan doorgaans langzaam. De door ons gebruikte dimensies zullen daarmee samenhangend dus ook slechts zeer geleidelijk van waarde veranderen, waardoor de uitspraken die wij hier doen over de duurzaamheid van een regio voor de komende jaren geldig zijn. 9

12 Duurzaamheid in kaart Meest duurzame regio s liggen in de Randstad Onderstaande kaart toont de duurzaamheidsscores van de veertig regio s. De kaart toont duidelijke verschillen, met de meest duurzame regio s in de Randstad en de minst duurzame regio s aan de grenzen van Nederland. Wanneer we de balans opmaken tussen de kwaliteit van leven nu en later op basis van de sociale, culturele, ecologische en economische scores, dan blijkt agglomeratie Haarlem het meest duurzaam, gevolgd door Het Gooi en Vechtstreek en agglomeratie Leiden en Bollenstreek. Kaart 2: Duurzaamheid van de veertig regio s Bron: Rabobank 10

13 Duurzaamheid in kaart Figuur 3 toont de regionale prestaties met betrekking tot duurzaamheid. Het geeft de duurzaamheidsscore van de veertig regio s weer (in aflopende volgorde), alsook de bijdragen aan de kwaliteit van leven nu en later. Figuur 3: Ranglijst duurzaamheid Nederlandse regio s 1,0 1,0 0,5 0,5 0,0 0,0-0,5-0,5-1,0 Aggl. Haarlem Het Gooi en Vechtstreek Aggl. Leiden en Bollenstreek Utrecht Oost-Zuid-Holland Veluwe Noord-Overijssel Zuidwest-Gelderland Noord-Drenthe Zuidoost-Zuid-Holland Alkmaar en omgeving Noordoost-Noord-Brabant Zuidwest-Friesland Zuidwest-Overijssel IJmond Achterhoek Overig Zeeland Delft en Westland Noord-Limburg Zuidoost-Noord-Brabant Aggl. ' s-gravenhage Arnhem/Nijmegen Kop van Noord-Holland Zuidwest-Drenthe Flevoland Zaanstreek Midden-Noord-Brabant Noord-Friesland Twente Groot-Amsterdam West-Noord-Brabant Zuidoost-Friesland Midden-Limburg Overig Groningen Delfzijl en omgeving Zuid-Limburg Zuidoost-Drenthe Groot-Rijnmond Zeeuws-Vlaanderen Oost-Groningen Kwaliteit van leven nu Kwaliteit van leven later Duurzaamheidsscore -1,0 Bron: Rabobank Agglomeratie Haarlem, Het Gooi en Vechtstreek en agglomeratie Leiden en Bollenstreek hebben hun koppositie niet te danken aan hun werkgelegenheidsfunctie of bijdrage aan de nationale economie. Integendeel zelfs. Zij scoren op alle dimensies van duurzaamheid goed. Er is daarbij vaak sprake van een duidelijke samenhang tussen de verschillende variabelen van duurzaamheid. Een hoog inkomen, hoog opleidingsniveau, hoge arbeidsparticipatie, hoge maatschappelijke participatie, beperkte economische onzekerheid en een goede milieu- en leefomgeving kenmerken de drie Randstedelijke regio s. Zij worden omgeven door veel groen waar men kan recreëren, zoals in het Groene Hart en Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Ook zijn het cultuurrijke regio s, met een groot aanbod van monumenten, cultuurhistorische elementen en beschermde stadsgezichten. Deze regio s liggen tegen en tussen de grootstedelijke regio s en vervullen daarom een belangrijke woon- en overloopfunctie voor mensen die wel dichtbij hun werk willen wonen, maar niet van de drukte van grote steden houden. De kwaliteit van leven in deze drie regio s is bovengemiddeld, omdat zij door hun investering in de huidige kwaliteit van leven, ook voldoende voorraad hebben opgebouwd voor toekomstige generaties in deze regio s. Kortom: Agglomeratie Haarlem, Het Gooi en Vechtstreek en agglomeratie Leiden en Bollenstreek 11

14 Duurzaamheid in kaart hebben een hoog economisch, menselijk, natuurlijk en cultureel kapitaal, waardoor de verwachting is dat de huidige hoge kwaliteit van leven ook in de toekomst kan worden voortgezet. Een groot deel van deze eigenschappen zien we ook terug op de Veluwe en in Noord-Overijssel en Zuidwest-Gelderland. Zuidwest-Gelderland vormt de overloopregio voor mensen die in een prettige en rustige leefomgeving willen wonen, maar ook op korte afstand van werkgelegenheid in Noord-Brabant, Utrecht en Arnhem/Nijmegen. Opvallend zijn de perifeer gelegen regio s Noord- Drenthe, Zuidwest-Friesland, Overig Zeeland en de Achterhoek. Zij leveren weliswaar een relatief kleinere bijdrage aan de economie dan de stedelijke regio s in de Randstad en Noord-Brabant, maar de kwaliteit van leven is hier wel hoger dan gemiddeld. Dit betekent dat deze regio s over sociaal-economische en ecologische eigenschappen beschikken die de kwaliteit van leven nu aantrekkelijk maakt en ook de duurzaamheid ervan voor toekomstige generaties waarborgen. Er blijkt in de meeste regio s een sterk verband te bestaan tussen de kwaliteit van leven nu en later. Regio s die hoog scoren op de kwaliteit van leven nu hebben blijkbaar in het verleden voldoende geïnvesteerd om ook de kwaliteit van leven later op een duurzame manier vorm te geven. Omgekeerd zien we hetzelfde patroon: regio s die benedengemiddeld scoren op de kwaliteit van leven nu, hebben onvoldoende voorraden ter beschikking om de kwaliteit van leven later op een duurzame manier vorm te geven. De drie hekkensluiters vormen hier een duidelijk voorbeeld van: Oost-Groningen, Zeeuws-Vlaanderen en Groot-Rijnmond. In deze regio s is de duurzame ontwikkeling een belangrijk aandachtspunt, voor nu en in de toekomst. Een opvallende uitschieter is Delft en Westland. De huidige kwaliteit van leven in deze regio bevindt zich op een hoog niveau, maar de kwaliteit van leven later is een aandachtspunt. Dit komt door de benedengemiddelde score op menselijk kapitaal (het aandeel jongeren en het opleidingsniveau van deze generatie), economisch en natuurlijk kapitaal. Wij zullen in dit hoofdstuk niet alle 12 dimensies en 45 bijbehorende variabelen bespreken die bijdragen aan de duurzaamheid van een regio 5, maar alleen die de belangrijkste verschillen in duurzaamheid tussen regio s verklaren. De scores van de regio s op de overige dimensies en variabelen verschillen weliswaar, maar verklaren in veel mindere mate de regionale verschillen in de totale duurzaamheidsscore. Bovendien zien we dat de variabelen binnen een dimensie redelijk tot sterk met elkaar samenhangen, wat het belang van deze variabelen voor de betreffende dimensie van duurzaamheid aangeeft. 5 Zie voor de definities van de variabelen de bijlagen in de Special Van Welvaart naar welzijn Conceptueel kader en methodologie. 12

15 Kwaliteit van leven nu Regionale verschillen In welke mate dragen de acht duurzaamheidsdimensies bij aan de huidige kwaliteit van leven in de veertig regio s? En welke geografische verschillen kunnen we waarnemen? In figuur 4 is de overall duurzaamheidsscore op de kwaliteit van leven nu van de veertig regio s in Nederland weergegeven. De ranglijst toont wederom duidelijke geografische verschillen en wordt aangevoerd door Randstedelijke regio s. Agglomeratie Haarlem, Utrecht en Agglomeratie Leiden en Bollenstreek vormen de Top 3 van meest duurzame regio s van nu. Op alle acht dimensies scoren zij bovengemiddeld.opmerkelijk is wel het gat tussen de eerste vier regio s en de rest en ook dat de eerste zes plekken door regio s in de Randstad worden bezet. Oost-Groningen, Delfzijl en omgeving en Zuidoost-Drenthe zijn de hekkensluiters. Figuur 4: Overall score kwaliteit van leven nu Bron: Rabobank 13

16 Kwaliteit van leven nu Figuur 5: Ranglijst kwaliteit van leven nu Nederlandse regio s Bron: Rabobank Figuur 5 laat de scores op de onderliggende dimensies zien die tot dit resultaat leiden. 6 Zoals gezegd dragen niet alle bovenstaande acht dimensies op dezelfde wijze en/of even veel bij aan de regionale verschillen in duurzaamheid. Voor de kwaliteit van leven nu zijn het vooral de materiële levensstandaard, scholing en persoonlijke activiteiten inclusief werk die sterk samenhangen met de kwaliteit van leven. Op het niveau van de variabelen zijn dat sterfte (gezondheid), politieke betrokkenheid op landelijk niveau (sociale verbanden en relaties) en de mediane woningprijs (economische onzekerheid). De overige dimensies en variabelen voegen minder toe aan de verklaring van regionale verschillen en laten we daarom buiten beschouwing. Concentratie van hoogopgeleiden Nederland behoort qua opleidingsniveau tot de middenmoot van de EU, maar laat wel een stijgende trend zien (CBS, 2011). Momenteel is circa 26 procent van de potentiële beroepsbevolking hoogopgeleid. Vooral regio s met een universiteit of met een hoog inkomen huisvesten relatief veel mensen met een hoog opleidingsniveau. Bovendien is het aantal mensen met een baan onder hoogopgeleiden relatief hoger dan onder laagopgeleiden. Na afronding van de studie blijven veel hoogopgeleiden in de regio hangen vanwege de beschikbaarheid van hooggeschoolde werkgelegenheid. Dat geldt echter in mindere mate in bijvoorbeeld Zuid-Limburg en Groningen. 6 Zie voor berekeningswijze ook onze special Special Van Welvaart naar welzijn Conceptueel kader en methodologie. 14

17 Kwaliteit van leven nu We zien een sterk verband tussen het aandeel hoogopgeleiden en het aandeel banen in R&D in regio s. Hieruit blijkt dat kennis in Nederland voornamelijk in de universiteitsregio s is geconcentreerd en in gebieden waar enkele grote bedrijven met een onderzoeksafdeling zijn gevestigd. Regio s op grote afstand van de centra van werkgelegenheid zien daarom per saldo inwoners vertrekken (Oost- Groningen, Delfzijl en omgeving, Zuid-Limburg en Zeeland). Dit zijn ook regio s met een lager opleidingsniveau. Mobiliteit hangt sterk samen met opleidingsniveau, wat betekent dat hoogopgeleiden gemakkelijker dan laagopgeleiden elders een baan vinden als dat in hun eigen regio niet lukt (CPB, 2013). Als gevolg hiervan zijn het dan ook met name de laagopgeleiden die achterblijven in de genoemde gebieden. leidt tot hoge arbeidsparticipatie In Nederland heeft circa 70 procent van de 18 tot 65 jarigen een betaalde baan van 12 uur of meer per week. De arbeidsparticipatie in Nederland is relatief hoog, maar het aantal gewerkte uren per persoon is naar Europese maatstaven laag. Belangrijke reden hiervoor is het hoge aandeel van deeltijdarbeid. In geen enkel land wordt zoveel in deeltijd gewerkt als in Nederland. Hierdoor beschikt de gemiddelde Nederlander over relatief veel vrije tijd (CBS, 2011), een vorm van welzijn. De bevolkingssamenstelling en de mogelijkheden op de arbeidsmarkt bepalen in grote mate de arbeidsparticipatie. Ouderen participeren (vooralsnog) minder op de arbeidsmarkt en bewegen over het algemeen ook minder actief dan jongeren. Dit zien we terug in perifere regio s die relatief veel ouderen huisvesten. In de Randstad en de HBO-/universiteitsregio s is sprake van een relatief jonge bevolking die in hoge mate op de arbeidsmarkt participeert (kaart 3). Over het algemeen geldt dat een afgeronde HBO- of universitaire opleiding meer kansen biedt op de arbeidsmarkt dan alleen basisonderwijs of een vmbo-diploma. Ook zien we een sterk verband tussen de arbeidsparticipatie en het welvaartsniveau in regio s. In Groningen en Friesland is bijvoorbeeld zowel het welvaartsniveau als de arbeidsparticipatie benedengemiddeld. Dit geldt tevens voor Twente, Zeeland en Midden- en Zuid-Limburg. In de regio s Haarlem en Oost-Zuid- Holland liggen het welvaartsniveau en de arbeidsparticipatie juist relatief hoog. 15

18 Kwaliteit van leven nu Kaart 3: Arbeidsparticipatie werkzame beroepsbevolking (15-65 jaar) Bron: CBS, Rabobank en regionale verschillen in inkomen Er bestaan hoewel relatief klein in internationaal perspectief substantiële inkomensverschillen tussen Nederlandse regio s. Perifeer gelegen regio s als de noordelijke provincies, Overijssel, Twente, Limburg en Zeeland hebben een benedengemiddeld huishoudinkomen. Ook grootstedelijke regio s in het westen van het land (Rijnmond, s-gravenhage en Amsterdam) hebben een relatief laag welvaartspeil. Oorzaak voor het lagere inkomenspeil in de grote steden is dat hier relatief veel laaggeschoolde mensen en ouderen wonen. Ook het aandeel eenoudergezinnen, alleenstaanden en studenten is er hoger. Tevens zorgt een grotere afhankelijkheid van uitkeringen in de grote steden voor een lager gemiddeld inkomensniveau. Uit kaart 4 blijkt dat regio s met een laag inkomen ook veelal een hoog aandeel bijstandsgerechtigden huisvesten en andersom. Het aantal bereikbare arbeidsplaatsen is aan de grenzen van Nederland veel lager dan in het westen van het land. Daarnaast trekken grootstedelijke regio s (naast hoogopgeleiden) ook veel laagopgeleiden aan voor wie niet altijd passend werk te vinden is. 16

19 Kwaliteit van leven nu Kaart 4: Aandeel huishoudens met bijstandsuitkering Bron: CBS, Rabobank Aan de andere kant staan de rijke regio s Haarlem, Het Gooi en Vechtstreek en Utrecht. Het lagere welvaartspeil van de stad Utrecht wordt gecompenseerd door de rijkdom in Eemland en de Utrechtse Heuvelrug. Deze regio s huisvesten gemeenten met een gemiddeld zeer welvarende bevolking. Onder de toppers bevinden zich ook een paar opvallende regio s: Oost-Zuid-Holland en Zuidwest- Gelderland. Dit zijn regio s waar een groot deel van de middenklasse uit de Randstad is neergestreken voor het betere wonen. De gevolgen hiervan zijn een hoog inkomen en weinig uitkeringsgerechtigden. Verder hebben deze regio s geprofiteerd van verplaatsing van bedrijvigheid en werkgelegenheid vanuit de grootstedelijke regio s in hun richting. Hierdoor werkt ruim 60 procent van de inwoners in de eigen regio. Regionale verschillen in inkomen hangen samen met gezondheid De meeste Nederlanders zijn positief over hun gezondheid. In 2010/2011 beoordeelde ongeveer 80 procent zijn of haar gezondheid als goed of zeer goed. Nederlanders leven ook steeds langer. Binnen Europa heeft Nederland het op één na laagste sterftecijfer. Dit houdt verband met het feit dat onze gezondheidszorg van hoog niveau is. Desondanks zien we regionale verschillen die kunnen worden gerelateerd aan de sociaal-economische status van mensen. Binnen Nederland zien we dat in regio s waar het sterftecijfer hoger ligt dan gemiddeld, het inkomen relatief laag ligt, zoals in de perifere regio s het geval is. Het RIVM heeft uitgerekend dat universitair geschoolde mensen in Nederland zeven jaar langer leven dan laag opgeleide mensen. Deze verschillen worden alleen maar groter (OneWorld, 2012). 17

20 Kwaliteit van leven nu Ondanks dat Nederlanders steeds langer in gezondheid leven, hadden ruim 1,5 miljoen mensen in Nederland in 2012 depressieve klachten. Mensen met een slechtere geestelijke gezondheid hebben ook vaker langdurige aandoeningen en lichamelijke beperkingen en een ongezondere leefstijl dan gemiddeld. Het toenemende aantal mensen met overgewicht is een serieus probleem (CBS, 2012). Overgewicht en een slechtere gezondheid komen meer voor onder mensen met een lage opleiding en een laag inkomen dan onder mensen met een hoge sociaal-economische status. Dit beeld wordt bevestigd door de regio s in de kop en de staart van de ranglijst. Kortom: mensen met een lage sociaal-economische status leven vaak ongezonder dan mensen met een hoge status. Hierbij spelen vooral roken, verkeerd eten en alcohol een grote rol. Oost-Groningen en Zuid-Limburg zijn de regio s die als slechtst uit de bus komen wat betreft de gezondheid van hun bevolking. Dit heeft voor een deel te maken met de gemiddelde leeftijd van de bevolking, waardoor het aantal chronische aandoeningen relatief hoger ligt dan in andere regio s. In het zuiden van Limburg speelt de (vroegere) industriële vervuiling de bewoners parten. Veel voormalige werknemers uit de mijnbouw kampen met gezondheidsproblemen (Rutten, 2012). Tevens heeft de regio veel last van industriële (lucht-)vervuiling vanuit het gebied zelf, maar ook vanuit de grensgebieden. De belangrijkste oorzaken voor Oost-Groningen lijken te liggen in de samenhang tussen een vergrijsde bevolking en de sociaal-economische achterstand (Zorg Innovatie Forum, 2009). en woningprijs De prijs op de markt voor koopwoningen is het gevolg van de verhouding tussen vraag en aanbod. Hierbij speelt niet alleen het aantal woningen en het aantal huishoudens een rol, maar is ook de kwaliteit van de woning, de woonomgeving, het besteedbaar huishoudinkomen en de financieringsmogelijkheden van de woningzoekende van belang. Van al deze factoren is het besteedbaar inkomen per huishouden veruit de belangrijkste (Rabobank, 2013). De mediane woningprijs en het inkomen hangen sterk met elkaar samen. Een hoog inkomen heeft een relatief hoge mediane woningprijs tot gevolg, vooral in gebieden die worden gekenmerkt door een aantrekkelijke woonomgeving. De Randstad en Noordoost-/Zuidoost-Noord-Brabant zijn voorbeelden van dergelijke regio s. In het midden van het land is de woningwaarde hoger dan gemiddeld, vooral in Het Gooi- en Vechtstreek. In het noordoosten, het zuidwesten, in Limburg en in de meeste grote gemeenten is de woningwaarde juist relatief laag. Grote gemeenten hebben naar verhouding ook een groter aandeel sociale huurwoningen ten opzichte van koopwoningen, wat huishoudens met een lager inkomen aantrekt. 18

21 Kwaliteit van leven nu Politieke participatie van belang voor welzijn in de regio s Over het algemeen is de betrokkenheid van burgers bij landelijke verkiezingen groter dan bij lokale verkiezingen. Bij de landelijke verkiezingen in 2010 bracht circa 75 procent van de kiesgerechtigden zijn stem uit, tegenover 54 procent bij de gemeenteraadsverkiezingen in datzelfde jaar (kaart 5). Opvallend is dat de keuze voor politieke partijen landelijk en lokaal gezien nogal van elkaar afwijkt. Bijna een kwart van de stemmen tijdens gemeenteraadsverkiezingen ging naar lokale partijen, terwijl men op landelijk niveau vooral op de grotere partijen stemt. Blijkbaar zijn mensen van mening dat lokale partijen de inhoud van lokaal en regionaal beleid beter kunnen afstemmen op de behoeften van de regio. Opvallend is ook dat in de grootstedelijke agglomeraties van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag de verkiezingsopkomst bij zowel de landelijke als de gemeenteraadsverkiezingen lager is dan gemiddeld. Een verklaring hiervoor is het opleidingsniveau van de bevolking. Laagopgeleiden zijn namelijk gemiddeld minder politiek betrokken dan hoogopgeleiden. Ook hebben zij minder vertrouwen in de politiek (CBS, 2012). De politieke participatie is over het algemeen het hoogst in regio s die diagonaal over het land liggen, van Zeeland tot aan Groningen (met daarbinnen een groot deel zogenoemde biblebelt regio s). De kerk speelt een grote rol in het sociaal normerende gedrag, waarbij de onderlinge verbondenheid en die met de samenleving worden gestimuleerd. Kaart 5: Opkomst Tweede Kamerverkiezingen Bron: Kiesraad, Rabobank 19

22 Kwaliteit van leven nu Grootstedelijke regio s hebben gemeenschappelijke aandachtspunten Naast verschillen tussen de topscoorders en hekkensluiters in de ranglijst, zien we ook duidelijke verschillen binnen de Randstad. Uit figuur 5 blijkt dat grootstedelijke regio s als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag belangrijke aandachtspunten hebben om de kwaliteit van leven nu te verbeteren. Deze aandachtspunten richten zich voornamelijk op de materiële levensstandaard, sociale verbanden en relaties en persoonlijke onzekerheid. Oorzaak hiervoor is dat de sociaal-economische verschillen in sterk verstedelijkte gebieden groter zijn dan in de landelijke gebieden. De grote inkomensverschillen en de concentratie van lagere inkomens in de grote steden uiten zich onder andere in het aantal misdrijven. Vooral in de Randstad zijn gevoelens van onveiligheid sterker en is er meer criminaliteit (CBS, 2012). De spanning tussen bevolkingsgroepen kan een gevolg zijn van de ervaren criminaliteit. De vier grootstedelijke regio s huisvesten relatief veel niet-westerse allochtonen (kaart 6). In Rotterdam, Den Haag en Amsterdam is ruim een derde van de bevolking niet-westers allochtoon, in Utrecht een vijfde. Bovengenoemde factoren leiden daarom ook tot een mindere sociale samenhang in grootstedelijke regio s. Regionaal gezien is de criminaliteit vooral laag in de noordelijke provincies, Overijssel en Zeeland. Dit komt, naast de kleinere sociaal-economische verschillen, doordat de sociale controle in landelijke gebieden over het algemeen groter is. Kaart 6: Aandeel niet-westerse allochtonen Bron: CBS, Rabobank 20

23 Kwaliteit van leven nu Ook staan de inwoners van de Randstad (en vooral de vier grootstedelijke regio s) over het algemeen bekend om hun sterke mate van individualisering, terwijl de bewoners in het zuiden en oosten van ons land meer waarde hechten aan activiteiten binnen sociale structuren. Landelijke en weinig verstedelijkte gebieden buiten het westen staan daarom bekend om de sterkere sociale binding. In de regio s rondom Rotterdam en Den Haag is daarnaast de economische onzekerheid een aandachtspunt. De economische structuur van de regio Rotterdam is vooral op de conjunctuurgevoelige haven en aanverwante sectoren gericht. Als gevolg van de economische crisis zijn vooral banen in deze sectoren verloren gegaan. De regio Den Haag heeft veel dienstverleners en een groot ambtenarenapparaat. De afgelopen jaren is als gevolg van de overheidsbezuinigingen ook in de collectieve sector het aantal banen fors verminderd. Het gevolg is dat deze regio s momenteel worden gekenmerkt door een (zeer) ruime arbeidsmarkt. De afname van het aantal vacatures en de toename van het aantal geregistreerde werkzoekenden is hiervan de oorzaak (UWV, 2012). Conclusie De materiële levensstandaard, gezondheid, scholing en persoonlijke activiteiten inclusief werk zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en hebben een sterke invloed op de kwaliteit van leven. Hoe hoger het opleidingsniveau, hoe hoger de arbeidsparticipatie en sociaal-economische status en hoe beter de gezondheid. We zien hierbij grote regionale verschillen. Vooral de universiteitsregio s en de regio s rondom de grootstedelijke gebieden scoren hoog op deze dimensies. Grootstedelijke regio s hebben vooral te kampen met sociaal-economische problematiek: de criminaliteit en het aantal bijstandsgerechtigden is er relatief hoog en er is sprake van een beperkte sociale samenhang. In de regio s rondom Rotterdam en Den Haag gaat het daarnaast ook om een relatief hoge werkloosheid. Kenmerkend voor de perifere regio s in Nederland is dat zij laag scoren op bovengenoemde dimensies, maar juist goed scoren op andere dimensies van duurzaamheid. De sociale samenhang (sociale verbanden en relaties) is in perifere regio s bijvoorbeeld groter dan in de Randstad en de persoonlijke onzekerheid is lager. Dit uit zich bijvoorbeeld in een hoge maatschappelijke participatie in de vorm van vrijwilligerswerk, maar ook een lagere criminaliteit als gevolg van een sterkere sociale controle. 21

24 Kwaliteit van leven later Regionale verschillen In welke mate dragen de vier duurzaamheidsdimensies bij aan de toekomstige kwaliteit van leven in de veertig regio s? En welke geografische verschillen kunnen we waarnemen? In figuur 6 is de overall duurzaamheidsscore op de kwaliteit van leven later van de veertig regio s in Nederland weergegeven. Hierbij zien we dat Agglomeratie Haarlem, Het Gooi en Vechtstreek en Zuidoost-Zuid-Holland de Top 3 van meest duurzame regio s later vormen. Zij beschikken over een groot economisch, menselijk en cultureel kapitaal. Zeeuws-Vlaanderen, Overig-Groningen en Oost- Groningen zijn de hekkensluiters. Het menselijk en natuurlijk kapitaal staat hier onder druk. De scores op de onderliggende dimensies die tot dit resultaat hebben geleid, zijn zichtbaar in figuur 7. Figuur 6: Overall score kwaliteit van leven later Bron: Rabobank 22

25 Kwaliteit van leven later Figuur 7: Ranglijst kwaliteit van leven later Nederlandse regio s 1,0 Kwaliteit van leven later 1,0 0,5 0,5 0,0 0,0-0,5-0,5-1,0 Aggl. Haarlem Het Gooi en Vechtstreek Zuidoost-Zuid-Holland Aggl. Leiden en Bollenstreek Zuidwest-Friesland Oost-Zuid-Holland Veluwe Zuidwest-Gelderland Utrecht Noord-Drenthe Noord-Overijssel Noord-Friesland Alkmaar en omgeving Aggl. ' s-gravenhage Overig Zeeland Flevoland Delfzijl en omgeving Achterhoek Noord-Limburg Zuidwest-Overijssel Kop van Noord-Holland Zuidwest-Drenthe Arnhem/Nijmegen Zuid-Limburg Twente Noordoost-Noord-Brabant IJmond West-Noord-Brabant Zuidoost-Noord-Brabant Zuidoost-Friesland Zaanstreek Groot-Amsterdam Midden-Noord-Brabant Zuidoost-Drenthe Delft en Westland Groot-Rijnmond Midden-Limburg Oost-Groningen Overig Groningen Zeeuws-Vlaanderen -1,0 Economisch kapitaal Menselijk kapitaal Natuurlijk kapitaal Cultureel kapitaal Kwaliteit van leven later Bron: Rabobank Het menselijk kapitaal vertoont een sterke samenhang met de kwaliteit van leven later en bepaalt daardoor het meest de regionale verschillen in duurzaamheid. De overige drie dimensies een minder duidelijk beeld. Van de vier kapitaalvormen staat het behoud van natuurlijk kapitaal in Nederland er volgens het CBS (2011) het slechtst voor. Daarom besteden we wel aandacht aan een variabele van het natuurlijk kapitaal, namelijk de CO-uitstoot. Toenemende druk op de leefomgeving Nederland is één van de dichtstbevolkte en meest welvarende landen ter wereld. Veel land is door ons in gebruik genomen voor landbouw, wonen, werken en infrastructuur en daardoor is door de jaren heen al flink ingeteerd op de natuurlijke hulpbronnen. Vooral door deze ruimtelijke druk staan de hoeveelheid natuur en de biodiversiteit in Nederland onder druk. Door de groei van de bevolking en in iets mindere mate de economie neemt de behoefte aan ruimte ook nog steeds toe (CBS, 2011). Bovendien hebben het gedrag van de bevolking en het bedrijfsleven invloed op de uitstoot van CO2 en dus op de kwaliteit van natuur en biodiversiteit. 23

26 Kwaliteit van leven later De CO2-uitstoot per inwoner is vooral hoog in het noorden (Groningen, Friesland en Drenthe) en zuiden (Zeeland, Noord-Brabant en Limburg) van Nederland. Een verklaring hiervoor is dat de afstanden tussen wonen en werken en tussen wonen en voorzieningen hier groter zijn dan in de Randstad. Mensen verplaatsen zich daardoor meer met de auto, ook omdat het openbaar vervoer in de landelijke gebieden (als gevolg van een lagere bevolkingsdichtheid) minder frequent rijdt. De CO2-uitstoot van het bedrijfsleven heeft tevens een herkenbaar patroon. In Nederland hebben we enkele geconcentreerde industrieregio s, zoals in Groot-Rijnmond, Zeeuws-Vlaanderen (Dow Chemicals), IJmond (waar de hoogovens zijn gevestigd) en Delfzijl en omgeving (de Eemshaven en de grote concentratie van chemiebedrijvigheid). Als gevolg hiervan stijgt in deze regio s de CO2-uitstoot boven het landelijke gemiddelde uit. De CO2-uitstoot als gevolg van verkeer (congestie) is vooral hoog in de vier grootstedelijke regio s van Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Amsterdam. Dit zijn immers de werkgelegenheidscentra van Nederland. De belasting van de natuurlijke omgeving en de infrastructuur kan de draagkracht van grootstedelijke regio s te boven gaan. Er is veel congestie op de wegen en de omgeving wordt gekenmerkt door geluidshinder en horizonvervuiling. Omdat steeds meer mensen wonen, werken en recreëren in en rondom steden, is het voor stedelijke regio s essentieel om een goede balans te behouden tussen economische groei, milieu en het welzijn van mensen (USI, 2013). 24

27 Kwaliteit van leven later Box 1: Pendeldruk Nederlanders zijn van alle Europeanen de meeste tijd kwijt met het reizen tussen werk en huis (CBS, 2011). Dagelijks reizen bijna 4,5 miljoen werknemers van hun woonplaats in de ene gemeente naar hun werk in een andere gemeente. Eind 2011 werkte bijna 56 procent van de werknemers in een andere gemeente dan waar zij woonden (CBS, 2013b). Nederland kent typische woon- en werk-regio s, met grote regionale verschillen in woon-werkbalans als gevolg. Slechts een kwart van de veertig regio s heeft een positief pendelsaldo. Dit zijn regio s verspreid over het land met een belangrijke werkgelegenheidsfunctie voor de omgeving. In het noorden zijn dit bijvoorbeeld Groningen, Meppel en Zwolle, in het midden Apeldoorn en Utrecht, in het westen Amsterdam, Den Haag, Delft en Rotterdam en in het zuiden Den Bosch en Eindhoven. Vooral de hoge werkgelegenheidsfunctie van Groot-Amsterdam zorgt voor een grote forenzenstroom vanuit omliggende regio s. De zes regio s van Noord-Holland en Flevoland hebben allemaal een negatief pendelsaldo, dat voornamelijk op Groot-Amsterdam is gericht. De forenzenstromen die hiermee gepaard gaan, leiden tot drukte in het openbaar vervoer, files op de snelwegen, milieubelasting en niet in de laatste plaats tot minder vrije tijd. Om de negatieve gevolgen van de pendeldruk op het natuurlijk kapitaal te verminderen, is het wenselijk om het woon-werkverkeer zo veel mogelijk te beperken. Enerzijds kan dit worden bereikt door als bedrijfsleven het Nieuwe Werken zoveel mogelijk te stimuleren. Anderzijds door werkgelegenheid te behouden, maar dit hangt ook af van de conjunctuur en het beschikbare arbeidsaanbod in de regio. Kortom: hoe meer inwoners in de eigen regio aan de slag kunnen hoe beter dit is voor de regio, zowel sociaal, economisch als ecologisch gezien. 25

28 Kwaliteit van leven later Toekomstig regionaal arbeidspotentieel In het hoofdstuk kwaliteit van leven nu werd gerefereerd naar het belang van het opleidingsniveau voor onder andere het inkomen en de gezondheid van mensen. Het opleidingsniveau van de huidige tieners is dan ook van cruciaal belang voor ons toekomstig menselijk kapitaal. Nederlandse jongeren nemen tegenwoordig langer deel aan het voltijdonderwijs, maar per onderwijssoort zijn er grote verschillen. De deelname van 15- tot 18- jarigen aan het vmbo is de afgelopen tien jaar fors minder geworden, de deelname aan havo/vwo juist sterk gegroeid (CBS, 2012). Regionaal zien we grote verschillen in de deelname van jongeren aan het havo/vwo onderwijs. Grootstedelijke regio s als Rotterdam, Amsterdam en Den Haag, maar ook de regio s aan de randen van ons land, scoren relatief laag op menselijk kapitaal. Een verklaring hiervoor is de sociaal-economische status van de ouders van scholieren (sociale stratificatie). We zien namelijk een sterk verband tussen de materiële levensstandaard en het menselijk kapitaal. Daarnaast valt specifiek de provincie Groningen op door het hoge percentage zeer zwakke middelbare scholen (Inspectie van het Onderwijs, 2010). Groningen wordt ook gekenmerkt door een relatief oudere en een deels krimpende bevolking. Dit geldt ook voor Arnhem/Nijmegen, delen van Limburg en Zeeuws-Vlaanderen. Opvallend is dat ook een groot deel van de Randstad relatief weinig jongeren in de leeftijdscategorie tot 20 jaar kent (kaart 7), in tegenstelling tot de noordoostelijke regio s van ons land. Pas na de middelbare school vertrekken deze jongeren naar de Randstad voor studie en/of werk. Indien een belangrijk deel van de economische basis afbreekt, kan een einde komen aan de groei in een regio. De regio verliest haar aantrekkingskracht en dat kan er toe leiden dat bedrijven en inwoners wegtrekken. Groei slaat dan om in krimp en dit heeft consequenties voor het menselijk kapitaal van een regio. De kans hierop is vooral aanwezig in regio s waar de economische basis beperkt blijft tot één sector, zoals in Zuid-Limburg en Twente het geval was, en veel minder in regio s met een gevarieerde economische structuur (Oevering, 2010). In Groningen en Limburg is de overheid samen met het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen al tientallen jaren bezig om de economische structuur te verstevigen en te diversificeren. Dit doen zij door te investeren in sectoren die passen bij het gebied, zoals een biobased economy in Groningen en chemie en lifescience in Limburg. Dit zijn zeer lastige en langdurige trajecten, die ook niet altijd even succesvol zijn. De effecten hiervan zullen we pas op de lange termijn kunnen meten. 26

29 Kwaliteit van leven later Kaart 7: Groene druk: aandeel jongeren < 20 jaar t.o.v jaar Bron: ABF Conclusie De grootstedelijke regio s in de Randstad zijn weliswaar de spil in de Nederlandse economie voor wat betreft productie en werkgelegenheid, maar ze kunnen niet tot de meest duurzame regio s worden gerekend. Als gevolg van de concentratie van economische bedrijvigheid wordt de natuurlijke omgeving belast met een hoge CO2-uitstoot. Het natuurlijk kapitaal is van invloed op de productieprocessen van zowel het agrarische als het overige bedrijfsleven, maar ook op onze gezondheid. Zowel het bedrijfsleven als de bevolking oefenen druk uit op het milieu. De CO2-uitstoot per inwoner is vooral hoog in het noorden en zuiden van Nederland, wat het gevolg is van de langere afstand tot werk en voorzieningen. Dit geldt ook voor de uitstoot van het bedrijfsleven in de zogenoemde agrarische en industrieregio s. Het menselijk kapitaal is niet alleen van belang voor verhoging van het inkomen en de arbeidsproductiviteit, maar ook voor het welzijn van een regio in termen van het in stand houden van voorzieningen en het bedenken van oplossingen voor maatschappelijke problemen. Het opleidingsniveau van de huidige generatie schoolverlaters is hierin van belang. Zij zijn immers de toekomstige verdiencapaciteit van de regio. Vooral in de noordelijke, oostelijke en de zuidelijke delen van ons land zien we dat het menselijk kapitaal een aandachtspunt is voor de toekomst. Uitzonderingen daarop vormen Overig Groningen ( studentenstad Groningen) en Zuidoost-Noord-Brabant (Eindhoven). 27

30 En nu? De stuurbaarheid van regionale duurzaamheid In deze duurzaamheidsspecial is de duurzaamheid van de veertig Nederlandse regio s in kaart gebracht. Hierbij is per regio inzichtelijk gemaakt wat de bijdrage is van de verschillende dimensies op de kwaliteit van leven nu en later. Het constateren van verschillen in duurzaamheid is een begin. Het vervolg is lastiger. Want hoe kunnen we werken aan verbetering van duurzaamheid? Een groot deel van duurzaamheid wordt op nationaal niveau bepaald In internationaal perspectief scoort Nederland relatief goed op de huidige kwaliteit van leven. Dat geldt eigenlijk voor bijna alle dimensies van duurzaamheid nu, maar in mindere mate voor later en elders. Onze materiële levensstandaard is zo hoog dat we veel meer natuurlijke hulpbronnen gebruiken dan houdbaar is voor later en ten opzichte van andere landen in de wereld. Naast de zorgen om het natuurlijke kapitaal bestaan er ook zorgen over ons menselijk kapitaal. In Europees opzicht kent de jongere generatie in Nederland een matig opleidingsniveau. Tegen deze achtergrond moeten de verschillen tussen regio s binnen Nederland worden geïnterpreteerd. Een in Nederland relatief minder duurzame regio kan in vergelijking met veel andere landen over het algemeen nog best goed scoren. Daarnaast speelt een grote rol dat behoorlijk wat duurzaamheidsdimensies vooral op nationaal niveau worden bepaald. Denk daarbij aan de kwaliteit van instituties, maar bijvoorbeeld ook het beleid op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg. Andere dimensies, zoals biodiversiteit, zijn zelfs niet of nauwelijks op nationaal niveau te beïnvloeden. Regionale duurzaamheid is dus voor een groot deel de uitkomst van ontwikkelingen die zich op een bovenregionaal niveau afspelen. Daardoor is de maakbaarheid van de duurzaamheid in de regio beperkter dan die op een hoger beleidsniveau. Geografische spreiding van duurzame regio s Bij de regionale verschillen binnen Nederland hebben we de duurzaamheid elders buiten beschouwing gelaten. Dit omdat dat binnen Nederland lastig te operationaliseren is en omdat de belangrijkste verschillen op deze dimensie ook internationaal zijn. De Randstad huisvest de meest duurzame regio s van Nederland. In de regio s rondom de grootstedelijke gebieden, de overloopregio s, is het goed vertoeven: wonen in de buurt van werkgelegenheidscentra en tegelijkertijd kunnen profiteren van het gunstige leefklimaat in de eigen regio. Maar niet alle duurzame regio s zijn in de economisch krachtige Randstad gelegen. Ook sommige regio s daarbuiten scoren relatief hoog. Daarbij zijn het niet zozeer de economische variabelen waarop deze regio s goed scoren, maar bijvoorbeeld leefomgeving en sociale cohesie. 28

Krimp in Woerden? Gemeenteraad Woerden 11 april 2013. Frits Oevering. Kennis & Economisch Onderzoek

Krimp in Woerden? Gemeenteraad Woerden 11 april 2013. Frits Oevering. Kennis & Economisch Onderzoek Krimp in Woerden? Gemeenteraad Woerden 11 april 2013 Frits Oevering Prangende vragen? Krimp in Woerden? Vergrijzing en krimp Verhuispatroon Krimp in Woerden? Disclaimers diverse databronnen (ABF, CBS,

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II Politiek en Ruimte bron 10 Aandeel van de lidstaten in de handel van de Europese Unie in procenten, 1998 30 % 25 20 22 25 Legenda: invoer uitvoer 15 10 8 8 15 15 10 11 9 9 15 12 5 0 6 5 2 2 1 0 België

Nadere informatie

De Regio Top 40. Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven

De Regio Top 40. Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven September 2008 Een nieuwe naam, een nieuw model Ook dit jaar kent onze Regio Top 40 weer enkele verrassende uitkomsten. Lees in deze uitgave hoe winnaars

Nadere informatie

Regionale bedrijvendynamiek

Regionale bedrijvendynamiek M201224 Regionale bedrijvendynamiek Oprichtingen en opheffingen van bedrijven in de Nederlandse regio s in de periode 1988-2010 A. Bruins J.A.C. Vollebregt Zoetermeer, juli 2012 Regionale bedrijvendynamiek

Nadere informatie

We kunnen de vergrijzing betalen. Dick Scherjon, bestuursadviseur

We kunnen de vergrijzing betalen. Dick Scherjon, bestuursadviseur We kunnen de vergrijzing betalen Dick Scherjon, bestuursadviseur Duurzaamheidsscore Oost-Groningen Zeeuws-Vlaanderen Groot-Rijnmond Zuidoost-Drenthe Zuid-Limburg Delfzijl en omgeving Overig Groningen Midden-Limburg

Nadere informatie

Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven in 2010

Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven in 2010 De Regio Top 40 Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven in 2010 And the winner is In onze editie van vorig jaar kondigden we het al aan. De Regio Top 40 van 2010 zou in het teken staan van

Nadere informatie

De ruimtelijke structuur van de clusters van nationaal belang. Otto Raspe en Martijn van den Berge

De ruimtelijke structuur van de clusters van nationaal belang. Otto Raspe en Martijn van den Berge De ruimtelijke structuur van de clusters van nationaal belang Otto Raspe en Martijn van den Berge Samenvatting Het ministerie van Economische Zaken werkt aan de herijking van zijn economische stimuleringsprogramma

Nadere informatie

perspectief Delft en Westland Utrecht Agglomeratie Haarlem

perspectief Delft en Westland Utrecht Agglomeratie Haarlem Agglomeratie s-gravenhage Groot-Amsterdam Flevoland Regio s Zaanstreek in economisch Arnh Delft en Westland Utrecht Agglomeratie Haarlem Noord-Overijssel perspectief Kop van 2013 Noord-Holland Veluwe Groot-Rijnmond

Nadere informatie

Het belang van het MKB

Het belang van het MKB MKB Regio Top 40 Themabericht Rogier Aalders De nieuwe MKB Regio Top 40 is uit. Zoals u van ons gewend bent, rangschikken we daarin de veertig Nederlandse regio s op basis van de prestaties van het MKB

Nadere informatie

Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven

Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven 3 De Regio Top 40 Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven And the winner is... Groei en kracht in de regio s Nu de kredietcrisis ook onze reële economie op alle fronten raakt, kijken economen

Nadere informatie

Woningmarktontwikkelingen landelijk en regionaal

Woningmarktontwikkelingen landelijk en regionaal Woningmarktontwikkelingen landelijk en regionaal Bouw en woonweken in Drenthe Platform Wonen Assen Paul de Vries Senior Woningmarkteconoom Rabobank Kennis en Economisch onderzoek 11 juni 2015 Agenda Actuele

Nadere informatie

Stagnatie zet door op startersmarkt Randstad trekt extra startende ondernemers

Stagnatie zet door op startersmarkt Randstad trekt extra startende ondernemers Starters ING Economisch Bureau Stagnatie zet door op startersmarkt Randstad trekt extra startende ondernemers In het eerste kwartaal van 2012 zijn er circa 39.000 mensen een onderneming gestart, ruim 4%

Nadere informatie

Themabericht 2010/19. De Triple P Monitor: Nederland vanuit een duurzaam perspectief

Themabericht 2010/19. De Triple P Monitor: Nederland vanuit een duurzaam perspectief Themabericht 2010/19 De Triple P Monitor: Nederland vanuit een duurzaam perspectief Duurzaamheid heeft gaandeweg een bredere strekking gekregen dan de oorspronkelijke, puur ecologische betekenis. Naast

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktprognose

Regionale arbeidsmarktprognose Provincie Zeeland Afdeling Economie Regionale arbeidsmarktprognose 2011-2012 Inleiding Begin juni 2011 verscheen de rapportage UWV WERKbedrijf Arbeidsmarktprognose 2011-2012 Met een doorkijk naar 2016".

Nadere informatie

Grensoverschrijdende stedelijke netwerken. Gerard Marlet Abdella Oumer Roderik Ponds Clemens van Woerkens Sittard - 14 april 2014

Grensoverschrijdende stedelijke netwerken. Gerard Marlet Abdella Oumer Roderik Ponds Clemens van Woerkens Sittard - 14 april 2014 Grensoverschrijdende stedelijke netwerken Gerard Marlet Abdella Oumer Roderik Ponds Clemens van Woerkens Sittard - 14 april 2014 Grensregio s Ontwikkeling aantal inwoners tussen 2005 en 2010 als percentage

Nadere informatie

Economie van de Woningmarkt: universele en regionale marktmechanismen

Economie van de Woningmarkt: universele en regionale marktmechanismen Economie van de Woningmarkt: universele en regionale marktmechanismen Steunpunt Wonen Vlaanderen: Universiteiten Leuven, Hasselt, Antwerpen en Delft 17 mei 2016 Dr. Paul de Vries Woningmarkteconoom Kennis

Nadere informatie

Dordrecht in de Atlas 2013

Dordrecht in de Atlas 2013 in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is

Nadere informatie

Bijlagen hoofdstuk 13 De leefsituatie-index Jeroen Boelhouwer

Bijlagen hoofdstuk 13 De leefsituatie-index Jeroen Boelhouwer Thuis op het platteland. De leefsituatie van platteland en stad vergeleken. Anja Steenbekkers, Carola Simon, Vic Veldheer (red.). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, januari 2006 Bijlagen hoofdstuk

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-049 8 juli 2008 9.30 uur In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad Sterkste groei aan noordoostzijde Randstad Ook meer huishoudens in Noord-Brabant

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 9 mei 015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 86 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014 in Houten Burgerpeiling 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Houten Projectnummer 598 / 2015 Samenvatting Goede score voor Sociale Kracht in Houten Houten scoort over het algemeen goed als

Nadere informatie

Het midden- en kleinbedrijf naar regio

Het midden- en kleinbedrijf naar regio Het midden- en kleinbedrijf naar regio 11 0 Gusta van Gessel-Dabekaussen Publicatiedatum CBS-website: 30 juni Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader

Nadere informatie

Verhuizingen en huishoudensveranderingen in Nederland: verschillen tussen COROP-regio s

Verhuizingen en huishoudensveranderingen in Nederland: verschillen tussen COROP-regio s Verhuizingen en huishoudensveranderingen in Nederland: verschillen tussen COROP-regio s Peter Ekamper 1) en Mila van Huis 2) In 2002 hing ruim de helft van het aantal verhuizingen samen met een huishoudensverandering.

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Regiobericht 1.0 Noord

Regiobericht 1.0 Noord Economie, innovatie, werk en inkomen 1 Kenmerken van het landsdeel Het landsdeel Noord bestaat uit de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. De provincies werken samen in het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 43757 2 december 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 november 2015, 2015-0000289457,

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht een notitie van Onderzoek 6 juni 2014 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek. Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht notitie van Onderzoek www.onderzoek.utrecht.nl mei 2013 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Persbericht PB13 062 1 oktober 2013 9:30 uur Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Tussen 2012 en 2025 groeit de bevolking van Nederland met rond 650 duizend tot 17,4 miljoen

Nadere informatie

Migratie en pendel Twente. Special bij de Twente Index 2015

Migratie en pendel Twente. Special bij de Twente Index 2015 Migratie en pendel Twente Special bij de Twente Index 2015 Inhoudsopgave Theorieën over wonen, verhuizen 3 Kenmerken Twente: Urbanisatiegraad en aantal inwoners 4 Bevolkingsgroei grensregio s, een vergelijking

Nadere informatie

Graag meer windenergie, maar liever niet in de buurt

Graag meer windenergie, maar liever niet in de buurt Graag meer windenergie, maar liever niet in de buurt 4 september 2014 Er is veel draagvlak voor windenergie in het algemeen onder de Nederlandse bevolking. Voor de aanleg van windturbines op betrekkelijk

Nadere informatie

Bedrijven en bevolking in beweging

Bedrijven en bevolking in beweging M201110 Bedrijven en bevolking in beweging Regionale bedrijvendynamiek en -migratie in relatie tot verstedelijking, periode 1988-2009 drs. R. Braaksma drs. W.V.M. van Rijt-Veltman Zoetermeer, 20 juni 2011

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 18 mei 2017 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Hoge groei ten noordoosten van de Randstad in 2017

Hoge groei ten noordoosten van de Randstad in 2017 januari Hoge groei ten noordoosten van de Randstad in Themabericht RaboResearch Nederland economie.rabobank.com Rogier Aalders Senior onderzoeker -9 Samenvatting Amsterdam en Utrecht en hun omgeving hebben

Nadere informatie

Regionale economische prognoses 2016

Regionale economische prognoses 2016 Regionale economische prognoses 2016 Themabericht Rogier Aalders De breed gedragen economische groei in 2016 leidt tot productiegroei in alle sectoren en in alle regio s De Randstad, en daarbinnen vooral

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2012:

Atlas voor gemeenten 2012: BestuursBestuurs- en Concerndienst Atlas voor gemeenten 2012: de positie van Utrecht notitie van Bestuursinformatie www.onderzoek.utrecht.nl Mei 2012 Colofon uitgave Afdeling Bestuursinformatie Bestuurs-

Nadere informatie

Rapport Huizenprijsontwikkelingen regio's in Nederland

Rapport Huizenprijsontwikkelingen regio's in Nederland Rapport Huizenprijsontwikkelingen regio's in Nederland Prijsindex Bestaande Koopwoningen naar COROP-gebieden en 25 grootste gemeenten CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490

Nadere informatie

Rekentool bijstandsbudgetten 2015

Rekentool bijstandsbudgetten 2015 Rekentool bijstandsbudgetten 2015 Handleiding Deze handleiding bevat een beknopte toelichting op het gebruik van de rekentool. Een nadere toelichting op de werking van het verdeelmodel vindt u in het document

Nadere informatie

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 - Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 Factsheet maart 2017 Het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in Amsterdam nam het afgelopen jaar toe met bijna 14.000 tot bijna 524.000 banen, een groei van bijna

Nadere informatie

Reacties op bevolkingsdaling

Reacties op bevolkingsdaling Reacties op bevolkingsdaling Wim Derks Kenniscentrum voor Bevolkingsdaling en Beleid, Universiteit Maastricht en Etil www.bevolkingsdaling.nl w.derks@beoz.unimaas.nl 1 Inhoud 1996-2006 Structurele bevolkingsdaling

Nadere informatie

Overzichtsrapport SER Gelderland

Overzichtsrapport SER Gelderland Overzichtsrapport SER Gelderland Bevolking en participatie In opdracht van SER Gelderland September 2008 Drs. J.D. Gardenier L.T. Schudde CAB Martinikerkhof 30 9712 JH Groningen 050-3115113 cab@cabgroningen.nl

Nadere informatie

Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren,

Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren, Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren, 2012-2014 Indicator 7 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Samenvatting WijkWijzer 2017

Samenvatting WijkWijzer 2017 Samenvatting WijkWijzer 2017 Bevolking & wonen Inwoners Op 1 januari 2017 telt Utrecht 343.134 inwoners. Met 47.801 inwoners is Vleuten-De Meern de grootste wijk van Utrecht, gevolgd door de wijk Noordwest.

Nadere informatie

DE WOX 4E KWARTAAL 2007

DE WOX 4E KWARTAAL 2007 DE WOX 4E KWARTAAL 2007 Regio Den Haag en Rotterdam blijven achter bij landelijke prijsontwikkeling Delft, 29 januari In het afgelopen kwartaal is de gemiddelde woningprijs met 4,3% gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 29 juni 2016 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200

Nadere informatie

Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven in 2009

Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven in 2009 3 De Regio Top 40 Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven in 2009 And the winner is In onze editie van vorig jaar kondigden we het al aan. De Regio Top 40 van 2009 zou in het teken staan van

Nadere informatie

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018 Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018 Thema cultuur - De positie van Utrecht uitgelicht Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl @onderzoek030

Nadere informatie

Cijfers rond structurele bevolkingsdaling in chronologisch perspectief

Cijfers rond structurele bevolkingsdaling in chronologisch perspectief Cijfers rond structurele bevolkingsdaling in chronologisch perspectief Mei 2013 Als gevolg van de omvangrijke publiciteit rond het rapport Structurele bevolkingsdaling, Een urgente nieuwe invalshoek voor

Nadere informatie

Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen

Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen Groningen, 1 maart 2011 Persbericht nr. 34 Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen SPECIALE AANDACHT VOOR KRIMPGEBIEDEN EN VOOR JEUGD De Groninger bevolking groeit nog door tot 2020, en

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019 Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019 Thema groei en krimp - De positie van Utrecht uitgelicht Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Rotterdamse schoolverlaters op achterstand

Rotterdamse schoolverlaters op achterstand Relatief zwakke perspectieven voor lager opgeleiden Rotterdamse schoolverlaters op achterstand Arjen Edzes, Marten Middeldorp en Jouke van Dijk - Rijksuniversiteit Groningen. Schoolverlaters in Rotterdam

Nadere informatie

Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland

Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland Nederland scoort relatief hoog op economische groei en het aanpakken van ongelijkheid, maar de ongelijkheid

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012 Nieuwsflits Arbeidsmarkt December 2012 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende

Nadere informatie

Brede welvaart pas na tien jaar boven niveau van voor de economische crisis

Brede welvaart pas na tien jaar boven niveau van voor de economische crisis Brede welvaart pas na tien jaar boven niveau van voor de economische crisis Auteurs: drs. Rogier Aalders (RaboResearch, Rabobank), Prof. dr. Bas van Bavel (Universiteit Utrecht), dr. Sjoerd Hardeman (RaboResearch,

Nadere informatie

Monitor Economie 2018

Monitor Economie 2018 Monitor Economie 2018 Economische kerncijfers van de MVSgemeenten Augustus 2018 Inhoudsopgave Economische ontwikkeling 3 Werkgelegenheid 5 Arbeidsparticipatie 10 Inkomen en uitkeringen 13 Armoede en schuldhulpverlening

Nadere informatie

Regio s in economisch perspectief 2013

Regio s in economisch perspectief 2013 Regio s in economisch perspectief 213 Colofon Auteurs Stef Bais Henk van den Brink Thijs Geijer Rico Luman Ferdinand Nijboer Robbert-Jan Visser Redactie Ferdinand Nijboer Marcel Peek Disclaimer De informatie

Nadere informatie

Zorg in de regio s. september 2013. Kennis en Economisch Onderzoek

Zorg in de regio s. september 2013. Kennis en Economisch Onderzoek Zorg in de regio s september 2013 Kennis en Economisch Onderzoek Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1: Economisch belang van de zorgsector 4 Hoofdstuk 2: Zorgvraag 8 Hoofdstuk 3: Uitgaven in de zorg 15

Nadere informatie

MKB Regionaal Bekeken

MKB Regionaal Bekeken M201214 MKB Regionaal Bekeken Economische specialisatie van het MKB H.S. van der Kroon Zoetermeer, 8 oktober 2012 MKB draagt substantieel bij aan economische specialisaties van regio's Economische specialisatie

Nadere informatie

Minder startende ondernemers

Minder startende ondernemers Starters ING Economisch Bureau Minder startende ondernemers in 2012 Aantal starters loopt in alle provincies terug Dit jaar zijn er tot en met september circa 95.000 mensen een onderneming gestart, ruim

Nadere informatie

Dynamiek in de steden, stilte aan de randen van het land

Dynamiek in de steden, stilte aan de randen van het land Dynamiek in de steden, stilte aan de randen van het land Eigen huis verliest gouden glans De regionale huizenmarkten tot 2025 Visie op de Nederlandse huizenmarkt 2015-2025 ING Economisch Bureau ING April

Nadere informatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie De Staat van de Stad Amsterdam V Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie Kernpunten 10 jaar Staat van de Stad Gemiddelde leefsituatiescore naar herkomstgroepen, 2000, 2002, 2004, 2006 en 2008 108

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Januari 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende

Nadere informatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.

Nadere informatie

TROUW!SCHOOLPRESTATIES!2011

TROUW!SCHOOLPRESTATIES!2011 Stan van Alphen Jaap Dronkers TROUWSCHOOLPRESTATIES2011 Eenminimumstandaardinhetonderwijs Inhetonderwijswordenminimumeisenaandeprestatiesvanleerlingengesteldendieworden middels tests en examens gemeten.

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Maart 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen

Nadere informatie

Huurbeleid en. verhuurderheffing

Huurbeleid en. verhuurderheffing Huurbeleid en verhuurderheffing Huurbeleid en verhuurderheffing Uitgevoerd in opdracht van Ministerie van BZK / DG WBI ir. C. Poulus, dr. Ir. B. Marchal Februari 2013 r2013-0011cp 11212-WON ABF Research

Nadere informatie

Gemiddeld kindertal per vrouw,

Gemiddeld kindertal per vrouw, Indicator 11 maart 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2013 bedroeg het gemiddeld

Nadere informatie

Regionale verschillen in arbeidsaanbod

Regionale verschillen in arbeidsaanbod Regionale verschillen in arbeidsaanbod Hendrika Lautenbach Tussen de regio s in Nederland bestaan significante verschillen in de mate waarin de bevolking van 15 64 jaar participeert op de arbeidsmarkt.

Nadere informatie

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) - 471.100 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - Daling jonge werkzoekenden - Vooral daling agrarische beroepen en technische/industriële

Nadere informatie

De Brabantse woningmarkt

De Brabantse woningmarkt De Brabantse woningmarkt Futura 31 oktober 2011 Frits Oevering De Brabantse woningmarkt Agenda Vraag naar woningen Regionale variatie in Nederland Omvang vraag Koopkracht Macro Verstrekkingsvoorwaarden

Nadere informatie

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Rosmalen noord Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie

Triple P Alblasserwaard- Vijfheerenlanden. Piet Hoogendoorn, directievoorzitter Rabobank Alblasserwaard Noord en Oost

Triple P Alblasserwaard- Vijfheerenlanden. Piet Hoogendoorn, directievoorzitter Rabobank Alblasserwaard Noord en Oost Triple P Alblasserwaard- Vijfheerenlanden Piet Hoogendoorn, directievoorzitter Rabobank Alblasserwaard Noord en Oost Doel van het onderzoek Inzicht bieden in de sociale, economische en ecologische sterkten

Nadere informatie

REGIONALE VERSCHILLEN IN HET CARRIÈREVERLOOP VAN SCHOOLVERLATERS

REGIONALE VERSCHILLEN IN HET CARRIÈREVERLOOP VAN SCHOOLVERLATERS REGIONALE VERSCHILLEN IN HET CARRIÈREVERLOOP VAN SCHOOLVERLATERS Notitie Anet Weterings (PBL), Marten Middeldorp (RUG) en Martijn van den Berge (PBL) 15 oktober 2018 Regionale verschillen in het carrièreverloop

Nadere informatie

Profiel brede welvaart Goeree Overflakkee

Profiel brede welvaart Goeree Overflakkee Profiel brede welvaart Goeree Overflakkee Rapportcijfer Positie* Totaal 111 Thema's Welvaart 166 Gezondheid 247 Milieu 59 Saamhorigheid bevolking 163 Woongenot 205 Kansen op w erk 20 Veiligheid en w einig

Nadere informatie

Cijfers rond structurele bevolkingsdaling in chronologisch perspectief

Cijfers rond structurele bevolkingsdaling in chronologisch perspectief Cijfers rond structurele bevolkingsdaling in chronologisch perspectief April 2012 Derks, Hovens, Klinkers) is het onderwerp bevolkingsdaling op de agenda gekomen. Er zijn inmiddels veel publicaties verschenen

Nadere informatie

Oktober 2012 WW-uitkeringen vooral toegenomen in seizoensgevoelige sectoren Meer dan een half miljoen niet-werkende werkzoekenden (NWW)

Oktober 2012 WW-uitkeringen vooral toegenomen in seizoensgevoelige sectoren Meer dan een half miljoen niet-werkende werkzoekenden (NWW) Oktober 2012 WW-uitkeringen vooral toegenomen in seizoensgevoelige sectoren - 309.900 lopende WW-uitkeringen, 1,8 procent meer dan in tember - Bovengemiddelde stijging lopende WW-uitkeringen horeca (+6,3%)

Nadere informatie

Arbeidsmarktprognoses Noord-Holland 2012

Arbeidsmarktprognoses Noord-Holland 2012 Arbeidsmarktprognoses Noord-Holland 2012 t.b.v. Monitor Arbeidsmarkt en Onderwijs Provincie Noord-Holland IJmuiden, 23 november 2012 Arjan Heyma www.seo.nl - secretariaat@seo.nl - +31 20 525 1630 Belangrijkste

Nadere informatie

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Dick van der Wouw Nadet Somers SCOOP Zeeuws instituut voor sociale en culturele ontwikkeling

Nadere informatie

Welkom bij Visie op Rabobank Noord- en Oost-Achterhoek

Welkom bij Visie op Rabobank Noord- en Oost-Achterhoek Welkom bij Visie op 216 Rabobank Noord- en Oost-Achterhoek Visie op 216 Stabiele groeivooruitzichten omgeven door onzekere wereldeconomie Tim Legierse 28 januari 216 Agenda Wereldeconomie Nederland Achterhoek

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Werkloosheid 50-plussers

Werkloosheid 50-plussers Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktprognose

Regionale arbeidsmarktprognose Provincie Zeeland Afdeling Economie Regionale arbeidsmarktprognose 2012-2013 Inleiding Begin juni 2012 verscheen de rapportage UWV Arbeidsmarktprognose 2012-2013 Met een doorkijk naar 2017". Hierin worden

Nadere informatie

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen Inwoners van Leiden Het aantal inwoners blijft vrijwel stabiel. Relatief jonge en hoogopgeleide bevolking. Tweeverdieners met kleine kinderen en een gemiddeld inkomen verlaten de stad. Meer Leidenaren

Nadere informatie

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Verhuisplannen en woonvoorkeuren Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Kernboodschappen Gezondheid Almelo Kernboodschappen Gezondheid Almelo De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Almelo epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Almelo en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Februari 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gestegen Meer WW-uitkeringen

Februari 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gestegen Meer WW-uitkeringen Februari 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gestegen - 483.000 werkzoekenden ingeschreven bij UWV WERKbedrijf - Vooral meer jonge werkzoekenden - Sterke toename werkzoekenden met transport beroep maar

Nadere informatie

Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid

Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid Bijlage 1 Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid Landelijk beeld Algemeen beeld: Daling jeugdwerkloosheid zet door Vanaf het 1 e kwartaal 2010 is de jeugdwerkloosheid 15-26 jaar aan het

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers. WijkWijzer 2011 De tien Utrechtse wijken in cijfers www.onderzoek.utrecht.nl Inleiding Voor u ligt de WijkWijzer 2011; een bron aan informatie over de tien Utrechtse wijken. Aan de hand van vijf belangrijke

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel Vinkel grenst in het noorden aan de rijksweg A59 tussen s-hertogenbosch en Oss. Na een herindeling in 1993 viel het grootste gedeelte onder de gemeente Maasdonk. Begin

Nadere informatie

Werkloosheid nauwelijks veranderd

Werkloosheid nauwelijks veranderd Persbericht Pb14-084 18-12-2014 09.30 uur Werkloosheid nauwelijks veranderd - Werkloosheid blijft 8 procent - Meer mensen aan het werk in de afgelopen drie maanden - Aantal WW-uitkeringen met 6 duizend

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen April 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen blijven stijgen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen In het oostelijk deel van s-hertogenbosch ligt de Groote Wielen. Een nieuwe woonwijk, midden in de polder. In totaal komen er ongeveer 4.400 woningen, daarvan

Nadere informatie