Workshop 3. Digitale inclusie. E-inclusion. Rondetafel De Digitale Agenda voor Europa. Brussel,

Transcriptie

1 Workshop 3 Digitale inclusie Rondetafel De Digitale Agenda voor Europa Brussel, E-inclusion e-inclusie (of digitale inclusie) verwijst naar alle beleidslijneninitiatieven die een inclusieve en niet exclusieve Informatiemaatschappij beogen. e-inclusie staat dus voor de methodes die de digitale kloof bestrijden. (fr.wikipedia.org) e-inclusion means both inclusive ICT and the use of ICT to achieve wider inclusion objectives. It focuses on participation of all individuals and communities in all aspects of the information society. e-inclusion policy, therefore, aims at reducing gaps in ICT usage and promoting the use of ICT to overcome exclusion, and improve economic performance, employment opportunities, quality of life, social participation and cohesion. (

2 3 Digitale kloof 1 e graad : materiële dimensie Verwijst naar een gebrek aan uitrusting en toegang. 2 e graad : intellectuele en sociale dimensie Verwijst naar een gebrek aan kennisbeheersing en fundamentele competenties voor het gebruik van ICT en exploitatie van de inhoud, evenals naar een tekort aan sociale bronnen om een gebruik te ontwikkelen dat een valoriserende sociale status mogelijk maakt. (Voorbereiding van de tweede fase van het Nationaal Actieplan tegen de digitale kloof.) 4 E-skills : digitale competenties E-Skills should encompass a broad set of skills necessary in the modern workplace. Successful innovation in ICT services requires cross-disciplinary, cognitive and problem-solving skills as well as an understanding of the fundamentals of business and communication skills, including competence in foreign languages. They should also be seen in the wider context of a core set of competences equipping all European citizens for the knowledgebased economy and society. These key competences should be provided in a lifelong learning context. Mededeling betreffende Digitale vaardigheden voor de 21e eeuw: een stimulans voor concurrentievermogen, groei en werkgelegenheid, 2007.

3 5 Digitale inclusie Europese doelstellingen Personen die ten minste eenmaal per week internet gebruiken 65 % 75 % Minderbedeelde personen die ten minste eenmaal per week internet gebruiken Personen die nooit internet hebben gebruikt (EU-daling met 50% vergeleken met 2009) 48 % 60 % 26 % 15 % Positie van België Personen die ten minste eenmaal per week internet gebruiken 74,5 % 75 % Minderbedeelde personen die ten minste eenmaal per week internet gebruiken 60,1 % 60 % Personen die nooit internet hebben gebruikt 17,6 % 15 % Bronnen: Europese Commissie, COM(2010) 245 definitief /2. Digital Agenda Scoreboard 2011 (*). (*) 6 Digitale kloof Personen die internet nooit hebben gebruikt, EU27 BE 45% 35% 43,2% 38,7% 42,5% 33,7% 37,0% 28,5% 32,8% 26,5% 30,1% 26,3% 25% 20,3% 17,6% 15% 5% Bron: Eurostat.

4 7 Digitale kloof Drie categorieën van de Belgische bevolking die internet nooit hebben gebruikt, % 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 59% 36% 35% Senioren Laaggeschoolden Mensen met een laag inkomen Bron: Eurostat. 8 Werkgelegenheid in de ICT-sector Aantal tewerkgestelden, 2010 (a) (b) Vrouwen Mannen (c) (a) (b) (c) Informaticadiensten Telecommunicatie Vervaardiging van informatica en elektronisch materiaal Bron: RSZ.

5 9 Acties in het kader van de Digitale Agenda voor Europa De lidstaten zouden: 1. Tegen 2011 een langetermijnbeleid inzake digitale competentie en cultuur moeten verwezenlijken en relevante aansporingen voor KMO s en benadeelde klassen bevorderen. 2. Tegen 2011 de maatregelen betreffende de gebreken van het reglementair kader over de telecommunicatie en van de richtlijn audiovisuele mediadiensten moeten treffen. 3. Het online leerproces moeten opnemen in het nationaal beleidsplan voor de modernisering van onderwijs en opleidingen, onder meer in de leerprogramma s, in de evaluatie van de verworven kennis en in de professionele ontwikkeling van leraars en opleiders. 10 Vijf aangevoerde strategische doelstellingen voor het toekomstig Actieplan tegen de digitale kloof (tweede fase ) 1. De inclusieve digitale technologieën en diensten bevorderen door de toegankelijkheid en de gebruiksvriendelijkheid ervan te versterken. 2. De digitale technologieën ten dienste van de sociale banden stellen door projecten te bevorderen die aan de hand van digitale technologieën naar sociale cohesie streven. 3. De toe-eigening van de digitale cultuur democratiseren om een zo groot mogelijk aantal burgers in staat te stellen deel te nemen aan de nieuwe vormen van digitale communicatie, uitdrukking en productie. 4. De ontplooiing van digitale technologieën bevorderen in het licht van duurzame ontwikkeling. 5. Inspelen op de technologische evolutie evenals op het verschijnen van nieuwe factoren van kwetsbaarheid of uitsluiting.

6 11 Vragen? 1. Zijn we gevorderd? Gaan we de goede richting uit? 2. Wat zijn de uitdagingen om de doelstellingen van de Digitale Agenda te halen? 3. Welke acties moeten ondernomen worden in België?