Richtlijnen voor papers aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Richtlijnen voor papers aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte"

Transcriptie

1 Richtlijnen voor papers aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte Deze richtlijnen bespreken de formele aspecten van het schrijven van een academische filosofische paper of thesis. 1 Hou met deze aspecten rekening wanneer je aan het schrijven bent en controleer achteraf of je werk aan alle vormelijke eisen voldoet. 1. Structuur Zorg ervoor dat je werk logisch opgebouwd en evenwichtig gestructureerd is. Elk onderdeel en elke paragraaf moet voldoende uitgewerkt zijn en één onderwerp behandelen. Breng binnen elke paragraaf structuur aan door gebruik te maken van alinea s. Een paragraaf bestaat uit meerdere alinea s. De titels en ondertitels moeten kort en betekenisvol zijn en corresponderen met de inhoud van het onderdeel of de paragraaf. Vóór en eventueel ook achter de titels van onderdelen en paragrafen voeg je een witregel in. Gebruik bij de nummering van de titels van onderdelen en paragrafen de numerieke indeling: 1., 1.1., , , 1.2., , , 2 In de eerste zin van de tekst die volgt op een (onder)titel moet je de woorden van de (onder)titel indien nodig herhalen. Voorbeeld: goed: Descartes bewijs van het bestaan van God Descartes bewijst het bestaan van God door fout: Descartes bewijs van het bestaan van God Dit bewijs Als je indeling klaar is, dan heb je meteen ook een basis voor een korte inhoudsopgave. De inhoudsopgave plaats je bij voorkeur aan het begin van je scriptie. Bij een korte paper is het niet nodig een inhoudsopgave op te nemen. 1 Voor deze richtlijnen werden sommige delen (soms letterlijk) overgenomen uit: HIW, Richtlijnen bij de masterproef, //hiw.kuleuven.be/ned/ onderwijs/masterproef/maproefgids; HIW, Eigen-Wijs: Individuele training van wijsgerige vaardigheden, Tutorial Informatievaardigheden Faculteit Letteren KU Leuven, module 6, alle geraadpleegd in nov. 2011; University of Chicago Press, The Chicago Manual of Style, 17th ed. (Chicago: University of Chicago Press, 2017), Part 2.13: Quotations and Dialogue, Part 3.14: Documentation I: Notes and Bibliography, Part 3.15, Documentation II: Author-Date References, Karin de Boer, Advice on Writing Essays (voor het Common seminar ). 1

2 2. Opmaak 2.1. Tekst Kies voor je werk een sobere, goed leesbare opmaak. Voor de basistekst gebruik je lettertype Times New Roman, punt 12 en interlinie 1,5. Voor de voetnoten neem je hetzelfde lettertype, maar punt 10. Voeg geen witregels in tussen alinea's. Spring in bij de eerste lijn van elke alinea, behalve bij de eerste alinea. Vul je tekst uit (uitgevulde tekst is tekst die bij de linker- en rechtermarge is uitgelijnd). Cursief gebruik je enkel in de volgende gevallen: om begrippen of zinnen te benadrukken. Je onderstreept geen zinnen, zinsdelen of woorden om iets te benadrukken. Maak ook geen overdreven gebruik van het cursiveren om woorden te benadrukken. Gedreven door een oneindige metafysische behoefte, denkt en handelt de mens alsof hij eeuwige waarheden en waarden schept. voor anderstalige woorden en begrippen, behalve de in het Nederlands courant gebruikte. (De in het Nederlands courant gebruikte woorden uit andere talen vind je in de Woordenlijst Nederlandse Taal en Van Dale Online, cf. infra.) Begrippen die belangrijk zijn in het denken van een anderstalige filosoof worden vaak in de originele taal vermeld. Wetenschappelijke termen worden soms in een andere taal weergegeven, vb. in het Latijn of Engels. Soms blijven deze anderstalige termen en begrippen onvertaald, soms worden ze naar het Nederlands vertaald en staat het originele woord tussen haakjes. Voorbeeld 1: Ook wanneer de vraag naar la connaissance de soi wordt gesteld, komt Pascal gelijkaardige tegenstrijdigheden op het spoor. Nemen we als voorbeeld het bekende fragment over de eigenliefde (l amour-propre). De tegenstrijdige ervaring van een even onuitwisbaar als onstilbaar verlangen naar geluk is volgens Pascal de kern van zowel de menselijke misère als de grandeur, een begrippenpaar dat hij hanteert om la condition humaine te karakteriseren en dat hem finaal op het spoor zet van de waarheid over de mens. In de meest algemene zin verwijst misère naar de onmiskenbare ervaring niet gelukkig te zijn. Voorbeeld 2: Voor Descartes laat de menselijke ziel zich kennen via twee (kennis)modi of primitieve noties: enerzijds manifesteert zij zich als zuiver denkvermogen (cogito), anderzijds als eenheid met het lichaam (l union de l âme avec le corps). De laatste primitieve notie op basis waarvan we de ziel kunnen benaderen, l union de l âme avec le corps, is vrijgesteld van elke verdere analyse en interpretatie. bij titels van boeken en tijdschriften die je in je tekst vermeldt. Voorbeeld 1: In navolging van Stendhal die in zijn La Chartreuse de Parme de hoofdfiguur Fabrice laat ronddolen over het slagveld van Waterloo om vast te stellen dat hij er totaal niets van verstaat, staat het gewapend conflict in Oorlog en vrede daarom symbool voor de algehele onoverzichtelijkheid van de geschiedenis: de grote actoren van de napoleontische oorlog worden hier voorgesteld als 2

3 onbenullige spelers die zich, zonder kennis van zaken, begeven in een kluwen dat ze niet kunnen vatten, laat staan beheersen. Voorbeeld 2: Deze laatste uitspraak waarmee Descartes de mens lijkt te verheffen tot een goddelijk wezen vereist een nauwkeuriger inzicht in zijn concept van de vrije wil, zoals die respectievelijk aan bod komt in de Meditaties en in De passies van de ziel. in bibliografische referenties (cf. infra). Enkele aanhalingstekens gebruik je: bij begrippen die we nog niet tot de onze gemaakt hebben. Op die manier voltrekt zich de euthanasie of auto-euthanasie van de metafysica. Hij wijst het belang van emoties niet af, maar hij verzet zich tegen de idee dat die gevoelens rechtstreeks kunnen worden ingevoeld. bij termen die we de connotatie van zogenaamd willen meegeven. Voorbeeld 1: De zoektocht naar de juiste interpretatie van Augustinus leer over de zondeval vormde dan ook één van de belangrijkste filosofische en theologische discussiepunten van de 17e eeuw, niet in het minst omdat de verschillende partijen zich in de context van het hevige debat over de vrijheid en de genade wilden beroepen op de autoriteit van de kerkvader. Voorbeeld 2: Ten eerste situeer ik de plaats van Diltheys metafysicakritiek in zijn oeuvre en presenteer ik zijn oplossing voor de metafysische antinomie. om naar de term zelf te verwijzen Voorbeeld 1: Het feit dat de term objectief idealisme is ontleend aan Hegel impliceert echter niet dat Collingwood een slaafse navolger is van Hegels systeem. Voorbeeld 2: [...] wat hij de restauratiethesis noemt. in citaten binnen citaten (cf. infra) Dubbele aanhalingstekens gebruik je bij titels van artikels in tijdschriften of van hoofdstukken in boeken die je in je tekst vermeldt In Indeterminacy and Variability in Meta-Ethics (2009) beweert Michael Gill dat meta-ethici in de 20e eeuw zijn uitgegaan van een vooronderstelling: ze hebben aangenomen dat het morele uniform is. bij citaten die je in je tekst opneemt (cf. infra) en in bibliografische referenties (cf. infra) 3

4 2.2. Titels, kop- en voetteksten In korte papers typ je de ondertitels vet (geen cursief, onderlijning, sierletters of kleuren). Voor de titel van je paper kies je lettergrootte 16, vet. In een langere scriptie of thesis kun je voor titels een groter lettertype of een speciale tekstopmaak (vb. vet, cursief) gebruiken (maar geen onderlijning, sierletters of kleuren), bijvoorbeeld 1. Vet 1.1. Cursief 1.2. Cursief Romein (= gewone letter, zonder cursivering of vet) Romein 2. Vet De voettekst gebruik je voor de paginanummering. Vergeet niet om paginanummers in te voeren! 2.3. Voetnoten Voetnoten worden doorlopend genummerd (met 1, 2, 3, ) en staan onderaan de bladzijde. Elk tekstverwerkingsprogramma heeft de mogelijkheid om de noten automatisch te nummeren en om de nodige plaats ervoor te voorzien. In Word voeg je voetnoten in met Verwijzingen, Voetnoot invoegen. De voetnootnummers worden na het leesteken geplaatst (maar vóór een gedachtestreepje ). Bij een citaat volgen ze op xxx. of op xxxx. Voor voorbeelden, cf. infra, 5. Voetnoten kan je gebruiken om: te verwijzen naar je bronnen (maar niet in het auteur-jaarsysteem, cf. infra 4.3.2) een vertaling weer te geven van een citaat dat in de originele taal werd opgenomen (of omgekeerd) bijkomende citaten op te nemen als aanvulling in gesprek te gaan met bijkomende secundaire literatuur je bewering te nuanceren of verder aan te vullen, wanneer deze nuances of aanvullingen wel waardevol zijn, maar niet onmiddellijk nuttig voor het verloop van je scriptie te verwijzen naar beweringen elders in je werk. 3. Taalgebruik Besteed voldoende aandacht aan grammatica, woordkeuze, spelling en vertaling van woorden uit andere talen. Bij twijfel over een grammaticale constructie, de juiste woordkeuze, de correcte schrijfwijze of een vertaling kan je onder andere de volgende onlinebronnen raadplegen: 4

5 Nederlandse spelling: Woordenlijst Nederlandse taal ( spellingsregels: verklarend woordenboek: Dikke Van Dale online (via Limo, snelkoppeling via de website van FBIB) ook voor spelling van woorden die niet in de Woordenlijst Nederlandse taal staan vertaalwoordenboeken: Van Dale online grammatica: Algemene Nederlandse spraakkunst ( taaladvies over o.a. spelling, grammatica, woordkeuze en interpuntie, met de mogelijkheid om taalvragen in te sturen: van de VRT: VRT Taalnet ( van de Nederlandse Taalunie: Taalunieversum: Hieronder vind je enkele aandachtspunten in verband met taalgebruik bij het schrijven van filosofische papers Spelling Als je werk helemaal klaar is, controleer de spelling dan zeker met de spellingscontrole van je tekstverwerkingsprogramma, maar wees je ervan bewust dat de spellingscontrole niet alle fouten vindt of soms woorden als fout aangeeft die het niet zijn (vooral de dt-regel kent de spellingscontrole niet). Hieronder vind je een verwijzing naar (de nummers van) enkele spellingsregels, die je kan terugvinden op Deze regels verdienen bijzondere aandacht bij het schrijven van een filosofische tekst, omdat er vaak fouten tegen gemaakt worden. De voorbeelden zijn correct gespelde woorden. 6. Los, aaneen of met een koppelteken? eerstepersoonsperspectief, pseudowetenschappelijk, antimetafysisch, nonconformistisch, laatmiddeleeuws, neoplatonisme, premodern, diepmenselijk, integendeel eropna houden, ervan uitgaan 6.3. nationaalsocialistisch, sociocultureel liberaal-democratisch, politiek-filosofisch 6.5. a priori, a-priorisch 6.7. (2) ad hoc, ad-hoctheorie, déja vu, déjà-vugevoel, in memoriam, inmemoriamartikel Er zijn te veel artikels. Er is een teveel aan artikels. 7. Klinkerbotsing meta-ethiek, socio-economisch 8. Samenstelling met tussenletters e of en gedachteconstructie, gedachte-experiment, waardeoordeel 5

6 12. Engelse samenstellingen en woordgroepen aaneen of los sciencefiction, common sense, commonsenseopvatting 14. Bezitsvorm van zelfstandige naamwoorden Kants Kritik der reinen Vernunft, Pascals Pensées, Foucaults Les mots et les choses Plato s Staat, Al-Kindi s filosofie, Heytesbury s collega s, Derrida s Politiques de l amitié Humes theorie, Nietzsches gedachten Diltheys stelling, Rousseaus werken, Montesquieus invloed, Belgiës filosofen Anselmus godsbewijs, Rawls politieke filosofie, Marx werk, Bush toespraak, Marquez romans, Clarence boek 16. Hoofdletters of kleine letter? kantiaans, freudiaans, aristotelisch Angelsaksisch, protestants, westers, het Westen christendom, islam, Bijbel, Koran(vertaling), God (Hij; Zijn Geest) 3.2. Woordkeuze Anderen, meesten en beiden (met n) verwijzen naar personen. Voor zaken gebruiken we andere, meeste en beide. Het boekje biedt vijftig leefregels om toch enige gelukzaligheid te bekomen in dit leven; de meeste ervan zijn te lang om aforismen genoemd te worden. Die en dat verwijzen terug naar een persoon of zaak die al eerder genoemd is, deze en dit wijzen vooruit. Je bent verlegen. Dat heb ik je al gezegd. Dit moet ik je nog zeggen: je bent gisteren onze afspraak vergeten. De of het? Voor een wijsgerig denkbeeld gebruiken we de idee, niet het idee. De opzet van het onderzoek is (het opzet is meestal een snood plan, vb. met het opzet te doden) Anders dan in het Engels vormen we in het Nederlands de vergrotende en overtreffende trap meestal niet met meer en meest. uitgebreider, uitgebreidste; niet: meer uitgebreid, meest uitgebreide 3.3. Grammatica Als je door middel van hij/zij/het, hem/haar/het of zijn/haar verwijst naar een zelfstandig naamwoord, gebruik dan het woord met het correcte geslacht. vb. religie, filosofie, wetenschap, religie, metafysica, logica, belangstelling, theorie, encyclopedie: vrouwelijk, dus zij/haar. godsdienst, tekst: mannelijk, dus hij/hem/zijn 6

7 Daarom blijft voor Collingwood het wetenschappelijk statuut van een historische metafysica behouden, ook al heeft zij haar algemeen geldende eeuwige pretenties grotendeels opgegeven. Volgorde werkwoorden in de werkwoordelijke eindgroep: in de werkwoordelijke eindgroep moeten de hulpwerkwoorden altijd bij elkaar blijven. Het voltooid deelwoord staat ervoor of erachter. Ik ben het ermee eens dat deze gedachten nog voorgesteld moeten worden / moeten worden voorgesteld (niet: moeten voorgesteld worden). Ondoordringbaarheid van de werkwoordelijke eindgroep: in een werkwoordelijke eindgroep mogen alleen maar werkwoorden voorkomen. Andere woordsoorten moeten voor de werkwoorden geplaatst worden. Bij de brand van de bibliotheek hebben we duizenden manuscripten verloren zien gaan (niet: zien verloren gaan). Hij benadrukt dat hij de visie van de analytische filosofen uitgebreid ter sprake zal brengen (niet: zal ter sprake brengen). Het zijn stellingen waar wij dieper over willen nadenken (niet: willen over nadenken). Het woord om wordt altijd met te gecombineerd als er een infinitief volgt. Het is boeiend om te onderzoeken in welke mate Kant beïnvloed is door Hume Vertalingen Wanneer je een woord, zin of passage zelf vertaalt, besteed dan zorg aan het vinden van de juiste vertaling in de gegeven context. Zoek indien nodig in de Online Van Dale de verschillende mogelijke betekenissen op. Wees op je hoede voor valse vrienden, woorden uit verschillende talen die qua vorm en klank op elkaar lijken, maar een andere betekenis hebben. Voorbeelden van valse vrienden: Engels: since betekent niet alleen sinds, maar ook aangezien; to engage betekent niet zich engageren, maar o.a. zich bezighouden met ; to overcome is niet overkomen, maar overwinnen ; Duits: Gesellschaft betekent niet gezelschap, maar maatschappij ; de betekenis van verständlich is niet verstandelijk, maar verstaanbaar of begrijpelijk Interpunctie en spaties Gebruik leestekens op de juiste manier en let ook op het gebruik van spaties vóór en na de leestekens: geen spatie voor, wel één spatie na: punt, komma, uitroepteken, vraagteken, dubbelepunt, puntkomma, vb. xxxx. xxxxx, xxxx! xxxx? xxxx: xxxx; xxxx. één spatie voor en na gedachtestrepen. Gedachtestrepen zijn lang: (= emstreep). In Word voeg je ze in via: invoegen symbool meer symbolen speciaal em dash. 7

8 spatie vóór eerste en na laatste (behalve als er een leesteken volgt) bij: haakjes, enkele en dubbele aanhalingstekens, vb. (xxxx) of [xxxx] of <xxxx> of xxxx of xxxx. 4. Bibliografische referenties 4.1. Het belang van bibliografische referenties Bij het schrijven van een academisch werkstuk (paper, scriptie, thesis) is het belangrijk de lezer zo correct en volledig mogelijk te informeren over de gebruikte bronnen. Een verwijzing naar een bron is een bibliografische referentie. Je voegt bibliografische referenties toe in je tekst of in de voetnoten bij je tekst. Meestal neem je ook bibliografische referenties op in een bibliografie (= literatuurlijst) op het einde van je tekst. Het is van essentieel belang om voor iedere bron een volledige bibliografische referentie te geven. Een referentie moet de lezer in staat stellen de bron waarnaar verwezen wordt zo snel en zo gemakkelijk mogelijk terug te vinden. Besteed voldoende aandacht aan je bibliografie en de referenties bij je tekst, want correctoren zien er aandachtig op toe dat ze volgens de regels zijn opgesteld Gegevens voor de bibliografische referenties Het is belangrijk dat je bij het raadplegen van een bron zo veel mogelijk gegevens noteert of digitaal opslaat om te vermijden dat je op het laatste nippertje nog extra gegevens van referenties moet opzoeken (vb. uitgever, pagina's). De tabel op de volgende pagina kan je helpen de nodige gegevens te verzamelen. De doi of digital object identifier is een identificatiemiddel voor een bestand op het web. De doi verandert niet, ook niet als het internetadres verandert. De URL of uniform resource locator van een publicatie is het adres van de webpagina waarop je deze publicatie kan terugvinden. Wanneer de publicatie van de webpagina verdwijnt of van plaats verandert, leidt de URL je niet meer naar de publicatie. 8

9 Boek Hoofdstuk uit boek Tijdschriftartikel Webpagina voornaam + naam auteur(s) titel + ev. ondertitel (soms titel van werk dat uit verschillende delen bestaat) (ev.) vertaler(s) en/of redacteur (s) en/of editor(s) van editie bij heruitgave: editie (vb. 4e ed.) bij werk met delen: aantal delen (vols.) of nummer en titel van bep. boekdeel (ev.) reeks waarin het boek verschenen is + nummer in reeks plaats van publicatie + uitgever + publicatiejaar voornaam + naam auteur(s) van het hoofdstuk titel + ev. ondertitel van hoofdstuk redacteur(s) of auteur(s) van het boek bij heruitgave: editie (vb. 4e ed.) bij werk met delen: aantal delen (vols.) of nummer en titel van bep. Boekdeel (ev.) reeks waarin het boek verschenen is + nummer in reeks plaats van publicatie + uitgever + publicatiejaar voornaam + naam auteur(s) van het artikel titel + ev. ondertitel van het artikel voornaam + naam auteur(s) van de webpagina Titel of omschrijving van de webpagina / document titel van het tijdschrift Titel van de website jaargang (vol.) en nummer (issue) van het tijdschrift publicatiejaar van het tijdschrift Eigenaar of sponsor of verantwoordelijke vd website publicatiedatum of datum van de recentste bewerking datum waarop jij de webpagina bezocht hebt (indien geen doi) indien digitaal: * online: doi (of URL indien geen doi beschikbaar) * andere types: medium, vb. cd-rom, pdf e-book paginanummers van het hoofdstuk indien digitaal: doi (of URL indien geen doi beschikbaar) paginanummers van het artikel indien digitaal: doi (of URL indien geen doi beschikbaar) doi (of URL indien geen doi beschikbaar) 4.3. Chicago Style: twee systemen van bibliografisch refereren Er zijn verschillende citatiestijlen in gebruik. Een citatiestijl is een geheel van regels, opgesteld door een academische vereniging of de redactie van een academisch tijdschrift of een boekenreeks, voor het samenstellen van bibliografische verwijzingen, zowel in uitgebreide als in verkorte vorm. De meeste citatiestijlen beschikken over een officiële stijlgids. Het is belangrijk dat je consequent eenzelfde citatiestijl gebruikt door je werkstuk heen. Bij het toepassen van een citatiestijl moet je op alle details letten, zoals de volgorde van de gegevens, spaties (!!), interpunctie (punten, komma s, 9

10 dubbelepunten, puntkomma s), haakjes, enkele of dubbele aanhalingstekens, cursivering en hoofdletters. Binnen het HIW volgen we de richtlijnen van de Chicago Manual of Style, 17th edition. Via Limo kan je, als je ingelogd bent, de volledige Chicago Manual of Style Online raadplegen, die zeer uitgebreide richtlijnen bevat. Een korte handleiding (quick guide) is gratis beschikbaar: Binnen het HIW bestaat er een Handleiding voor het opstellen van bibliografische referenties aan het HIW. Ze biedt een samenvatting van de Chicago Manual of Style Online met voorbeelden uit de filosofie en aanwijzingen voor het opstellen van referenties in het Nederlandse taalgebied. Er bestaan twee systemen om bibliografische referenties op te nemen in je tekst en bibliografie: het citaat-nootsysteem en het auteur-jaarsysteem. De Chicago Manual of Style bevat richtlijnen voor beide systemen Citaat-nootsysteem In het citaat-nootsysteem gebruik je genummerde noten die corresponderen met getallen (in superscript) in de tekst. De noten kunnen (1) voetnoten of (2) eindnoten zijn. (1) Je plaats in de tekst een voetnootnummer, vermeldt in de voetnoot onderaan de bijhorende bibliografische referentie(s) en voegt op het einde van het werk een bibliografie in. (2) Een variant hierop is dat je in de tekst zelf een eindnootnummer plaatst en in de eindnoot op het einde van de tekst de bijhorende bibliografische referentie(s). Aan het HIW gebruiken we geen eindnoten, enkel voetnoten. Tekst Een diagnose in de psychiatrie heeft niet te bedoeling te bepalen wie wel of niet normaal is. Volgens psychiater Van Os is normaliteit immers een vaag en niet af te grenzen begrip. 1 Voetnoot 1 Jim Van Os, De DSM-5 voorbij! Persoonlijke diagnostiek in een nieuwe GGZ (Leusden: Diagnosis, 2014). Bibliografie Van Os, Jim. De DSM-5 voorbij! Persoonlijke diagnostiek in een nieuwe GGZ. Leusden: Diagnosis, Het citaat-nootsysteem wordt meestal gebruikt door onderzoekers in het domein van de letteren en geschiedenis. Binnen de filosofie wordt het citaat-nootsysteem meestal aangewend in de continentale traditie en in publicaties die verwijzen naar verschillende historische bronnen. Bij verwijzingen naar auteurs uit de oudheid of middeleeuwen wordt bijvoorbeeld meestal het citaat-nootsysteem toegepast, omdat het publicatiejaar van hun werken (dat bij het auteur-jaarsysteem bij de referentie in 10

11 de tekst zelf vermeld wordt) vaak niet gekend is en een verwijzing naar het publicatiejaar van een recente editie (vb. Plato 2014) vreemd is. Een voordeel van het citaat-nootsysteem is dat het flexibel is. In de voetnootverwijzing kan de onderzoeker commentaar op de geciteerde bron toevoegen, wat hem/haar een grote vrijheid biedt om zijn/haar eigen positie ten aanzien van de bron te verduidelijken. Bovendien is het gemakkelijker om in voetnoten te verwijzen naar ongewone bronnen (vb. correspondentie, weblecture, flyer). Op de website van het HIW vind je een Nederlandstalige samenvatting van de Chicago Manual of Style Online: Notes and Bibliography System met voorbeelden uit de filosofie en aanwijzingen voor het opstellen van referenties in het Nederlandse taalgebied: Voor complexe gevallen moet je via Limo de Chicago Manual of Style Online raadplegen: 14: Documentation I: Notes and Bibliography Auteur-jaarsysteem Bij het auteur-jaarsysteem vermeld je in de tekst zelf tussen haakjes de bijhorende bibliografische referentie(s) in verkorte vorm: naam van de auteur, jaartal, eventueel paginanummers. De volledige referentie geef je in de bibliografie op het einde van het werk. Tekst Een diagnose in de psychiatrie heeft niet te bedoeling te bepalen wie wel of niet normaal is. Volgens psychiater Van Os is normaliteit immers een vaag en niet af te grenzen begrip (Van Os 2014, 27). Bibliografie Van Os, Jim De DSM-5 voorbij! Persoonlijke diagnostiek in een nieuwe GGZ. Leusden: Diagnosis. Het auteur-jaarsysteem wordt meestal gebruikt door onderzoekers in de biomedische, exacte, gedrags- en sociale wetenschappen. Binnen de filosofie wordt het auteurjaarsysteem meestal aangewend in de Angelsaksische traditie. Het werkt het best wanneer de bibliografie over je onderwerp sterk gespecialiseerd en homogeen is (vb. geen literaire en exact wetenschappelijke bronnen door elkaar). Een voordeel van het auteur-jaarsysteem is dat het overzichtelijk en plaatsbesparend is en dat je bij het lezen van de tekst de publicatiedatum van het werk waarnaar verwezen wordt onmiddellijk ziet. Een nadeel is dat het niet bruikbaar is voor verwijzingen naar auteurs uit de oudheid of de middeleeuwen, omdat meestal niet bekend is in welk jaar deze auteurs hun werk schreven. Op de website van het HIW vind je een Nederlandstalige samenvatting van de Chicago Manual of Style Online: Author-Year System met voorbeelden uit de filosofie en 11

12 aanwijzingen voor het opstellen van referenties in het Nederlandse taalgebied: Voor complexe gevallen moet je via Limo de Chicago Manual of Style Online raadplegen: 15: Documentation II: Author-Date References Referenties bij de tekst Je moet in een werkstuk niet alleen een algemeen en volledig overzicht geven van alle geraadpleegde bronnen in de bibliografie, maar ook per onderdeel aanduiden welke publicaties je daar specifiek voor gebruikt hebt. Dat doe je door meerdere bronvermeldingen in je uiteenzetting op te nemen, ofwel in voetnoot (citaatnootsysteem) ofwel in de tekst zelf (auteur-jaarsysteem) Hoe maak ik een goede verwijzing? Een verwijzing in de tekst of in voetnoot is bedoeld om je lezer bij het precieze fragment van de door jou gebruikte bron te brengen. Je noteert in deze referentie dus steeds de betreffende pagina's. Voorbeeld 1: citaat-nootsysteem Wat Schreber Weltuntergang noemt, verwijst naar de bevreemdende en catastrofale ervaring dat de wereld onwezenlijk wordt. Zo percipieert Schreber mensen als haastig in elkaar gezette mannen. 1 Wat hij waarneemt is niet echt, maar een zielloze, spookachtige werkelijkheid zonder samenhang en stabiliteit. In hoofdstuk XV van zijn memoires zegt Schreber dat hij soms de indruk heeft tussen rondwandelende lijken te bewegen. 2 1 Schreber, Daniel Paul, Denkwürdigheiten eines Nervenkranken (1903), hrsg. Samuel Weber. Frankfurt: Ullstein, 1973, Ibid., 231, 204. Voorbeeld 2: Auteur-jaarsysteem Wereld staat in de existentiële fenomenologie voor een bijzondere organisatie van percepties (Kusters 2014, ). Bibliografie Kusters, Wouter Filosofie van de waanzin. Rotterdam: Lemniscaat. Bij sommige klassieke werken (vb. van Aristoteles, Plato, Augustinus, Thomas van Aquino, Descartes, Kant, Hegel, Schopenhauer, Nietzsche) is het zo dat de verwijzing naar een bepaalde passage (boeken, hoofdstukken, regels) altijd op dezelfde wijze wordt opgesteld, ongeacht de gebruikte editie of vertaling. Plato, De Staat 360e-361b. Aristoteles, De an a14-24; Met b5-8. Augustinus, De civitate Dei Immanuel Kant, KrV A 99. Friedrich Nietzsche, MA I

13 De an. = De anima (Over de ziel); Met. = Metaphysica; KrV = Kritik der reinen Vernunft (Kritiek van de zuivere rede); MA = Menschliches, Allzumenschliches Bij verwijzingen naar het werk van Plato zijn aanduidingen als 688e gebaseerd op de renaissance-editie (1578) van Henri Estienne of Stephanus. Bij referenties aan het werk van Aristoteles zijn aanduidingen als 184a16 gebaseerd op de editie van de Duitse 19e-eeuwse filoloog August Immanuel Bekker. Bij verwijzingen naar Kant refereren we aan de standaarduitgave, de Akademie-Ausgabe, een uitgave van de Königlich Preußische Akademie der Wissenschaften in Berlin, waarvan het eerste deel in 1900 verschenen is. In de eerste referentie vermeld je welke editie je gebruikt hebt en eventueel ook welke vertaling. Als je verschillende edities gebruikt, moet je bij elke verwijzing de editie (of een afkorting) vermelden. In een eerste referentie schrijf je bijvoorbeeld: Immanuel Kant, Kritiek van de zuivere rede, ten geleide, vertaling en annotaties Jabik Veenbaas en Willem Visser (Amsterdam: Boom, 2004). Oorspronkelijke tekst in: Kant, Kritik der reinen Vernunft (Hamburg: Meiner, 1998), A VII. Vanaf hier: Kant, KrV. Teksten van Nietzsche worden geciteerd naar de Kritische Studienausgabe (KSA) (Friedrich Nietzsche, Sämtliche Werke: Kritische Studienausgabe, hrsg. Giorgio Colli und Mazzino Montinari (München / Berlin: DTV / de Gruyter, 1980), steeds met het siglum van de tekst en eventueel het nummer van aforisme of aantekening, en daarna band- en paginanummer in de KSA. Waar ik een Nederlandse vertaling geef, is die van mijzelf Hoe vaak moet ik verwijzen naar mijn bronnen? Als je voor een bepaald gedeelte van je paper vaak eenzelfde academische publicatie als bron gebruikt, volstaat het niet om aan het begin slechts eenmaal te verwijzen. Anderzijds is het ook onbegonnen werk om bij quasi iedere zin een zeer gelijkaardige bronverwijzing op te nemen. Het is met andere woorden belangrijk dat je de juiste balans vindt in het aantal referenties aan deze basispublicatie. Als je bijvoorbeeld voor een hoofdstuk in je masterscriptie veel informatie hebt gebruikt uit drie publicaties verwijs je: te weinig als je maar één keer naar die drie publicaties verwijst, nl. één algemene referentie bovenaan bij de hoofdstuktitel. te veel als je bij iedere zin naar de precieze passage in de publicaties verwijst. voldoende (juiste balans) als je per alinea of logisch onderdeel naar de precieze passage in de publicaties verwijst. Je moet de pagina s vermelden waarop je de informatie gevonden hebt. Bij een artikel of hoofdstuk uit een boek verwijs je niet enkel in de bibliografie naar de paginanummers van de volledige bijdrage (vb ), maar ook in de tekst of voetnoten naar de exacte paginanummers waarop je de informatie gevonden hebt (vb ). 13

14 Wanneer moet ik verwijzen naar mijn bronnen? Idealiter verwijs je naar en treed je in discussie met de relevante literatuur doorheen heel je paper. 1. Je moet de bron aangeven van de feitelijke informatie die je verstrekt. Schreber werd in 1842 geboren als zoon van Moritz Schreber, een befaamde arts en pedagoog die onder andere bekendheid genoot vanwege zijn bijzonder strenge opvoedkundige methodes (Lothane 2003). Bibliografie Lothane, Zvi Ethical Issues in the Schreber Case. In Psychosis: Phenomenological and Psychoanalytical Approaches, edited by Jozef Corveleyn and Paul Moyaert, Leuven: Univ. Press Leuven. 2. Je moet je interpretatie van primaire teksten ondersteunen door naar primaire bronnen te verwijzen. Deze tussenpositie kunnen we ook illustreren aan de hand van Aristoteles opvattingen over de deugd van de fierheid (megalopsychia). De fiere mens weet een juiste verhouding te vinden tussen zijn eigendunk en zijn verdienste (EN 1123b5-10). Bibliografie Aristoteles. Ethica. Vertaald door Christine Pannier en Jean Verhaeghe. Groningen: Historische Uitgeverij, Je moet verwijzen naar secundaire bronnen om de visie / interpretatie van andere auteurs te gebruiken om je eigen visie / interpretatie te ondersteunen of om de visie / interpretatie van andere auteurs te bekritiseren. Als didactisch model voor het Vlaamse middelbaar onderwijs stel ik de cyclus (1) filosoferen, (2) filosofie, (3) filosoferen voor. Mijn inspiratie hiervoor vond ik in de didactiek van het Nederlandse filosofieonderwijs, zoals die verwoord werd door Dirk Oosthoek (2007, ) en bijvoorbeeld in de lesmethode Durf te denken! (onder redactie van Frank en Maarten Meester en Natascha Kienstra, 2014) gestalte krijgt. Dit model wijkt af van de visie van Schaubroeck, Defoort en Cuypers, die wel de wederzijdse relatie tussen filosofische traditie en kritische reflectie erkennen, maar tegelijk stellen dat leerlingen eerst de basiselementen (terminologie, basisproblemen, enkele sleutelteksten) moeten beheersen voor ze tot creatief en kritisch filosoferen kunnen overgaan (2007, 20). Bibliografie Meester, Frank, Maarten Meester, en Natascha Kienstra, red Durf te denken! vwo. Amsterdam: Boom. Oosthoek, Dirk H Balans van 35 jaar filosofie in het voortgezet onderwijs in Nederland. Tijdschrift voor Filosofie 69: Schaubroeck, Katrien, Filips Defoort, en Stefaan Cuypers Tussen droom en daad: De toekomst van het filosofieonderwijs in de Vlaamse middelbare scholen. Pedagogiek 27:

15 Verwijs niet naar de secundaire literatuur als de relevante inhoud in de primaire tekst aanwezig is. Fout: Volgens Faure (2017, 106) beweert Aristoteles dat de fiere mens een juiste verhouding weet te vinden tussen zijn eigendunk en zijn verdienste. [Dat staat te lezen in Aristoteles Ethica Nicomachea 1123b5-10.] Citeer niet alle relevante secundaire literatuur, maar concentreer je op enkele exemplarische gevallen. Probeer uit te zoeken welke auteur de eerste was die een bepaalde positie verdedigde. Tracht de belangrijkste spelers in het debat te identificeren terwijl je de relevante literatuur leest, maar beperk je niet tot deze auteurs. Misschien zijn er oudere publicaties of recente publicaties van eerder onbekende auteurs die relevant zijn voor je paper en het verdienen om geciteerd of bekritiseerd te worden. Verwijs alleen naar literatuur die je zelf geraadpleegd hebt en neem geen referenties op aan literatuur die je niet in je tekst vermeldt Wanneer hoef ik niet te verwijzen? Je hoeft niet te verwijzen naar een bron als je een algemeen bekend feit vermeldt, een feit dat iedereen kent zonder hiervoor informatie te moeten opzoeken. vb. algemeen bekend feit: de begin- en einddatum van de Eerste Wereldoorlog ( ); de naam van de huidige president van de Verenigde Staten van Amerika (Barack Obama); de stelling van Pythagoras; de chemische samenstelling van water. geen algemeen bekend feit: de naam van de huidige senaatsvoorzitter van Madagascar als je naar een algemeen erkende stelling verwijst. vb. Als je de zwaartekracht op aarde vermeldt, moet je niet naar Newton verwijzen. als je een spreekwoord vermeldt. vb. Jong geleerd is oud gedaan. als de informatie helemaal van jezelf afkomstig is, d.w.z. als je zelf voor het eerst bepaalde gegevens verzameld hebt, een conclusie getrokken hebt of een originele hypothese of interpretatie geformuleerd hebt. Het is mogelijk dat je op basis van bronnen een eigen denkspoor ontwikkelt. Dergelijke ideeën, stellingen of interpretaties zijn van jou en hoeven dus geen bronvermelding. Als je twijfelt of een referentie al dan niet vereist is, gebruik dan een bronvermelding. Verwijzen naar veel bronnen die je geraadpleegd hebt, is geen schande of blijk van onkunde, maar juist een bewijs dat je je goed gedocumenteerd hebt over je onderwerp Methodes om het aantal noten en hun lengte te beperken Noten zijn een onderbreking voor de lezer en moeten beperkt worden tot wat strikt noodzakelijk is. Bij het citaat-nootsysteem is de bedoeling van noten in de eerste plaats het documenteren en citeren van de bronnen die relevant zijn voor de tekst. Als je het citaat-nootsysteem gebruikt, kan je volgende tips gebruiken om het aantal noten en hun lengte te beperken: 15

16 Groepeer in één noot referenties aan verschillende bronnen die dicht bij elkaar in dezelfde alinea vermeld worden. Zeker opeenvolgende referenties aan verschillende pagina s van hetzelfde werk moet je in één noot vermelden. Eén noot mag echter niet de informatie bundelen die bij verschillende alinea s hoort! Neem in noten over het onderwerp dat je bespreekt geen aanvullende bibliografische informatie op die niet strikt vereist is voor je betoog. Die referenties vermeld je in de bibliografie. Bij een terloopse verwijzing naar een klassiek werk (van vb. Plato, Aristoteles, Thomas van Aquino, Descartes, Kant, Hegel ), moet je enkel naar de titel en specifieke passage verwijzen, niet naar de gebruikte editie. Als het werk van een klassiek auteur een belangrijke plaats inneemt in je tekst, moet je wel de gebruikte editie vermelden in de eerste noot (cf. supra). Als je in je scriptie veelvuldig verwijst naar een bepaald werk (of een reeks werken) van één auteur (of twee auteurs), mag je de verwijzingen naar dat werk/die werken in de tekst opnemen tussen haakjes (xxxx). Bij de eerste verwijzing vermeld je in een voetnoot de volledige referentie en hoe je het werk afkort (vb. Immanuel Kant, Kritik der reinen Vernunft,.: voortaan KrV), gevolgd door Verwijzingen naar dit werk staan in de tekst tussen haakjes. Als je voortdurend naar hetzelfde werk verwijst, kan je de afgekorte titel weglaten en enkel paginanummer (eventueel deel, hoofdstuk) aangeven tussen haakjes in je tekst. Toen Socrates zijn verhaal over zijn ontmoeting met Diotima had beëindigd en haar visie op Eros had vertolkt, was Aristophanes de enige uit het feestgezelschap die wou reageren (Symp. 212c). 1 [...] Socrates had zich al naast Agathon neergevleid, wat meteen de jaloezie van Alcibiades deed oplaaien. Socrates had in zijn ogen de mooiste uit het gezelschap gekozen (Symp. 213c), ofschoon hij niet bijzonder hoog opliep met het discours van Agathon en diens intellectuele en artistieke capaciteiten. [...] Want toen hij zich als diens eromenos lichamelijk ter beschikking stelde, was Socrates op zijn avances niet ingegaan (Symp. 218b-c). Ik neem mij voor om in dit essay de opmerkelijke en te weinig bekende lectuur van Lacan voor het voetlicht te brengen. In verzorgde hij een publiek seminarie Le transfert dat begint met een tweehonderd bladzijden tellend erudiet commentaar op het Symposium waarin hij de opmerkelijke stelling verdedigt dat de liefdesscène van Alcibiades een sleutelscène is. 2 [ ] Het antwoord op de eerste vraag vind je bij Freud (S VIII 51/2). [...] Hij kan zich eenvoudigweg niet voorstellen dat de vermelding van Socrates seksuele ascese de reden is om de passage in het Symposium op te nemen (S VIII 36/5-37). 1 Plato, Symposium, in Verzameld Werk, vert. Xavier De Win, bewerkt door Jef Ector e.a., dl. 2, Protagoras Cratylus Symposium Phaedo Theaetetus Parmenides (Kapellen: Pelckmans, 1999), Voortaan afgekort met Symp. 2 Jacques Lacan, Le séminaire, livre VIII, Le transfert ( ), texte établi par Jacques-Alain Miller (Paris: Seuil, 2001). Voortaan afgekort met S VIII. Het cijfer na de schuine streep verwijst naar de alinea van de betrokken pagina. Maak gebruik van afkortingen om te verwijzen naar auteurs en naar werken waaraan je vaak refereert. Soms wordt de naam van een auteur afgekort 16

17 vb. Arist. voor Aristoteles; Aug. voor Augustinus, Aver. voor Averroës., Desc. voor Descartes Titels van publicaties waarnaar je dikwijls verwijst, kan je afkorten. Voor klassieke werken bestaan er standaardafkortingen. vb. Arist., Pol. = Aristoteles, Politica S.T. = Thomas de Aquino, Summa Theologiae KrV = Immanuel Kant, Kritik der reinen Vernunft WWV = Arthur Schopenhauer, Die Welt als Wille und Vorstelling Deze afkortingen kan je op verschillende manieren introduceren: Je vermeldt de afkorting in de voetnoot waarin je voor het eerst aan die publicatie refereert. Je vermeldt de afkortingen in een lijst die bij het begin van je werk staat of aan je bibliografie achteraan voorafgaat. Bij een thesis of boek wordt voor deze methode gekozen Bibliografie Wat is een bibliografie? Een bibliografie of literatuurlijst bij een tekst is een lijst met volledige bibliografische referenties van de door jou gebruikte bronnen. Gewoonlijk bevat een paper, artikel of boek achteraan een bibliografie. Vermeld in je bibliografie enkel werken die je geraadpleegd hebt, dus geen werken die je onderwerp behandelen, maar die je niet gebruikt hebt, en geen werken die je enkel kent vanuit voetnoten in geraadpleegde publicaties. Je hoeft niet alle werken die je in handen hebt gehad te vermelden, enkel de werken die je effectief gebruikt hebt. (In tijdschriftartikels refereer je enkel aan de bronnen die je citeert of parafraseert.) De titels van reeksen of tijdschriften die vaak voorkomen in de bibliografische referenties worden soms afgekort. De lijst van gebruikte afkortingen wordt dan voor de bibliografie vermeld Het ordenen van de referenties In een bibliografie orden je de referenties alfabetisch op de familienaam van de eerste auteur of redacteur. Let op wanneer je het sorteerwerk laat doen door je pc: spaties hebben voor de pc een sorteerwaarde. Namen met De of Van (Fr. du, de la, des ; Duits von ) rangschik je onder de D en V Werken waarbij er geen auteur of redacteur vermeld of geïdentificeerd is, rangschik je op titel (waarbij je geen rekening houdt met lidwoorden) of op een sleutelwoord. Naargelang je onderwerp kan je je bibliografie al dan niet verder onderverdelen in secties. 17

18 Bij een onderwerp binnen de hedendaagse filosofie waarbij er geen duidelijk onderscheid is tussen primaire en secundaire bronnen kan je alle referenties in één lijst opnemen. Dat heeft het voordeel dat de lezer de referenties snel terugvindt en niet in verschillende secties moet zoeken. Bij een onderwerp binnen de filosofie waarbij je een duidelijk onderscheid kan maken tussen primaire en secundaire bronnen raden we je aan om je bibliografie in secties te verdelen, zodat de lezer goed het onderscheid ziet tussen werken van de auteur(s) die je bespreekt en werken over de auteur(s) die je behandelt. Een mogelijke indeling is: (1) primaire bronnen, (2) naslagwerken (eventueel opgesplitst in bibliografieën, lexica, encyclopedieën), (3) secundaire literatuur. Een andere mogelijke indeling is: (1) primaire bronnen en (2) secundaire en tertiaire bronnen. Binnen elke sectie orden je de referenties alfabetisch en je voorziet je secties van titels (vb. Primaire bronnen ). Als er meerdere publicaties van één auteur zijn: orden je de referenties volgens publicatiejaar (van ouder naar recenter) bij verschillende publicaties in hetzelfde jaar: titels op alfabetische volgorde zetten (zonder rekening te houden met lidwoorden) Een referentie met één auteur komt vóór een referentie met verschillende auteurs die met dezelfde auteur begint. Je vermeldt de naam van de auteur of redacteur maar één maal. Bij de referenties die er onmiddellijk op volgen, vervang je de naam door (= 3emstreep). 2 Als er meerdere publicaties zijn van dezelfde auteurs of redacteurs die in dezelfde volgorde vermeld worden, dan mag je die namen ook vervangen door. Het vervangen van auteursnamen door kan je het best pas doen als je bibliografie helemaal op punt staat. Let op de lay-out van de bibliografie: de tweede regel van een referentie springt naar binnen in bij het overnemen van referenties uit een databank of cataloog: pas de lay-out aan! Eventueel kan je tussen de verschillende referenties wat witruimte invoegen, niet met de entertoets, maar (in Word) via Start, Alinea, Afstand, na : 4 pt. Een voorbeeld van hoe je de namen van auteurs of redacteurs kan vervangen door. Afkortingen zoals ed. of red. vervang je niet. Adriaens, Pieter, and Andreas De Block, ed. A Hundred Years of Evolutionary Psychiatry ( ). London: Sage, 2010., ed. Maladapting Minds: Philosophy, Psychiatry, and Evolutionary Theory. Oxford: Oxford Univ. Press, The Sciences of Sexual Orientation. Chicago: Univ. of Chicago Press, Voor uitleg i.v.m. het invoeren van een Em dash, zie Misti Shaw, Insert an Em dash in Word, posted on 1 May 2012, 18

19 De Block, Andreas. Doomed by Nature: The Inevitable Failure of our Naturally Selected Functions. Philosophy, Psychiatry & Psychology 12 (2005): Freud as an Evolutionary Psychiatrist and the Foundations of a Freudian Philosophy. Philosophy, Psychiatry & Psychology 12 (2005): De Block, Andreas, and Pieter Adriaens. Darwinizing Sexual Ambivalence: A New Evolutionary Hypothesis of Male Homosexuality. Philosophical Psychology 17 (2004): Pathologizing Sexual Deviance: A History. Journal of Sex Research 50 (2013): Citeren en parafraseren 3 Bij het schrijven van een filosofische tekst maak je gewoonlijk gebruik van primaire en secundaire bronnen die je citeert of parafraseert. Bij een tekstanalyse is het aangewezen om relevante passages uit de primaire bron(nen) te citeren of parafraseren. Daarnaast kan je ook (met citaten of parafrases) verwijzen naar interpretaties van deze bron(nen) in de secundaire literatuur. Als je een eigen argumentatie opbouwt, verwijs je meestal (met citaten of parafrases) naar argumenten van andere filosofen die over hetzelfde onderwerp nagedacht hebben. Je kan het eens of oneens zijn met deze argumenten, je kan ze nuanceren, verder uitwerken, kritisch bespreken. Het is niet zo dat een verwijzing naar een belangrijke auteur je ontslaat van je plicht kritisch na te denken of dat ze de definitieve rechtvaardiging van jouw argumenten is. Wel is het zo dat een relevante verwijzing naar een gezaghebbend auteur jouw argumenten kan verduidelijken en ondersteunen Citeren Definitie en gebruik van citaten Een citaat is een letterlijke weergave of vertaling van zinnen of zinsneden uit primaire bronnen of uit secundaire literatuur. Zo kan je bijvoorbeeld enkele zinnen uit een filosofische tekst (vb. van Hegel) woordelijk opnemen om die te bespreken en te interpreteren. Je kan ook een interpretatie van deze tekst (die je vindt in een secundaire bron) citeren omdat je het met deze interpretatie eens bent of om ze te bekritiseren. Verder kan je ook een filosofische argumentatie letterlijk weergeven ter ondersteuning van je eigen argumentatie, om die zienswijze te bekritiseren of om verschillende argumentaties met elkaar te vergelijken. Het is niet de bedoeling citaten te gebruiken om je eigen argumentatie te vervangen en minder zelf te moeten schrijven. Voor je een citaat invoegt, moet je je afvragen of het noodzakelijk is te citeren. Langere citaten neem je enkel op als ze belangrijk zijn 3 De informatie over citeren is deels gebaseerd op de Chicago Manual of Style Online, 16th edition, 13, Quotation and Dialogue. De voorbeelden uit teksten over filosofie van de psychiatrie zijn door Olivier Lemeire gemaakt. 19

20 voor je argumentatie en je er ook een eigen interpretatie aan toevoegt. Een tekst die veel citaten zonder begeleidend commentaar bevat, is niet goed geschreven. Lange of veelvuldige citaten leiden de lezer af en worden vaak niet gelezen. Zorg ervoor dat de lezer de citaten kan begrijpen zonder te moeten teruggrijpen naar de tekst(en) waaraan je ze ontleent hebt. Verwerk de citaten in je paper door ze in de context te plaatsen en ze in je eigen tekst te verweven Korte citaten en blokcitaten Citaten kunnen opgenomen worden in de voetnoten, in de lopende tekst of als blokcitaten. De wijze waarop je een citaat opneemt in een tekst (in de lopende tekst of als blokcitaat) hangt af van de lengte van het citaat. Een kort citaat (minder dan ca. 40 woorden of minder dan ca. drie regels) neem je op in de lopende tekst tussen dubbele aanhalingstekens: xxxxx (niet: «xxx» of xxx ). Een citaat binnen een citaat krijgt enkele aanhalingstekens. Voorbeeld 1 Een diagnose in de psychiatrie heeft niet te bedoeling te bepalen wie wel of niet normaal is. Volgens psychiater Van Os is normaliteit immers een vaag en niet af te grenzen begrip. 1 1 Jim Van Os, De DSM-5 voorbij! Persoonlijke diagnostiek in een nieuwe GGZ (Leusden: Diagnosis, 2014), 27. Voorbeeld 2 Die tendens, schrijft Kirchin, krijgt niet de aandacht die ze verdient, maar doordringt de hele structuur van de meta-ethiek en, naar ik vermoed, ook andere delen van de filosofie. 6 [ ] Hij geeft drie redenen om het meta-ethisch pluralisme niet aan te nemen. Ten eerste vraagt hij zich af of we er vertrouwen in kunnen hebben dat we ons alledaagse moreel denken en onze morele taal gemakkelijk in gebieden kunnen opdelen. 7 [ ] Ten tweede moeten we volgens Kirchin (meta-ethische) consistentie en coherentie doorheen alle aspecten van ons morele leven nastreven. 8 6 Simon Kirchin, Metaethics (Basingstoke: Palgrave Macmillan, 2012), Ibid., Ibid. Voor langere citaten (van ca. 40 woorden of meer) gebruik je een blokcitaat, dat je afscheidt van je tekst. Je start op een nieuwe regel, voert een witregel in voor en achter het citaat, maakt je linkermarge iets breder en kiest voor lettergrootte 10. Je gebruikt dan geen aanhalingstekens. Een citaat binnen een blokcitaat krijgt dubbele aanhalingstekens. Een diagnose in de psychiatrie heeft niet de bedoeling te bepalen wie wel of niet normaal is. Psychiater Van Os verwoordt het als volgt: 20

21 Gelukkig houdt de psychiatrie zich daar nadrukkelijk niet mee bezig, want normaliteit, zoals bekend, is een vaag en niet af te grenzen begrip, en verschilt van cultuur tot cultuur, om maar iets te noemen. Bovendien is geen enkel redelijk doel gediend met een opsplitsing van de mensheid in normalen en niet-normalen. 2 Hij 2 Jim Van Os, De DSM-5 voorbij! Persoonlijke diagnostiek in een nieuwe GGZ (Leusden: Diagnosis, 2014), 27. Je kiest ook voor een blokcitaat bij teksten die een speciale lay-out vragen (vb. gedichten, brieven met een aanspreking en ondertekening, lijsten). Ook wanneer je verschillende citaten met elkaar vergelijkt, zijn blokcitaten duidelijker dan citaten in de lopende tekst Inleiding en einde van een citaat Zorg ervoor dat de zin met een citaat grammaticaal en logisch correct en vlot leesbaar is. Gebruik signaaltermen om aan te geven wie je citeert. Voorbeelden van signaaltermen zijn: Volgens X, Y schrijft dat.., Zoals Y het stelt., X merkt op, concludeert, voegt daaraan toe, argumenteert, beweert, stelt voor, schrijft, verklaart, wijst erop, toont aan, nuanceert, zegt. Er zijn drie wijzen om een citaat in je tekst in te voegen: 1. Je kan je citaat naadloos in je zin inbouwen (zonder komma s). Hij [Kirchin] geeft drie redenen om het meta-ethisch pluralisme niet aan te nemen. Ten eerste vraagt hij zich af of we er vertrouwen in kunnen hebben dat we ons alledaagse moreel denken en onze morele taal gemakkelijk in gebieden kunnen opdelen. 6 Omdat Gill nergens suggereert dat de opdeling makkelijk zou zijn, lijkt me dat geen goed argument. Ten tweede moeten we volgens Kirchin (meta-ethische) consistentie en coherentie doorheen alle aspecten van ons morele leven nastreven. 7 6 Simon Kirchin, Metaethics (Basingstoke: Palgrave Macmillan, 2012), Ibid. 2. Je kan een citaat inleiden met een volledige zin die eindigt met een dubbelepunt. Het citaat begint dan meestal met een hoofdletter. Op de tweede bladzijde van On Violence beweert Arendt het volgende: De essentie van gewelddadig handelen wordt beheerst door de categorie van het doel en het middel. 1 Verderop preciseert ze dit als volgt: Geweld is van nature instrumenteel; zoals alle middelen moet het altijd worden geleid en gerechtvaardigd door het doel dat het najaagt. 2 [ ] Dat ligt in de lijn van wat Carl Schmitt beweert in Der Begriff des Politischen uit 1932, waarin we het volgende lezen over oorlogsgeweld: De oorlog als het uiterste politieke middel openbaart de aan elke politieke gedachte ten grondslag liggende mogelijkheid van de onderscheiding tussen vriend en vijand. 3 Hoewel Arendt uiteraard beseft dat men macht gebruikt om een doel te bereiken, meent zij dat de waarde ervan niet enkel herleidbaar is tot haar functie: [ ] macht is, zoals men zegt, een doel op zichzelf. 4 1 Hannah Arendt, Over geweld, vert. Rob van Essen (Amsterdam: Atlas, 2004), Ibid., Carl Schmitt, Het begrip politiek (1932), vert. Bert Kerkhof en George Kwaad (Amsterdam: Boom / Parrèsia, 2006), Arendt, Over geweld,

RICHTLIJNEN VOOR PAPERS AAN HET HIW

RICHTLIJNEN VOOR PAPERS AAN HET HIW RICHTLIJNEN VOOR PAPERS AAN HET HIW Laatst bijgewerkt: september 2018 Deze handleiding is ook beschikbaar op de website van het HIW (https://hiw.kuleuven.be/nl/studeren/papers/index.html 1 Dit is een algemeen

Nadere informatie

Module 3. Hoe gebruik ik informatie op een correcte manier? www.thomasmore.be/bibliotheek

Module 3. Hoe gebruik ik informatie op een correcte manier? www.thomasmore.be/bibliotheek www.thomasmore.be/bibliotheek Module 3 Hoe gebruik ik informatie op een correcte manier? Gebaseerd op de tutorials informatievaardigheden van Bibliotheek Letteren - K.U.Leuven Hoe gebruik ik informatie

Nadere informatie

Bronnen en bronvermelding

Bronnen en bronvermelding Bronnen en bronvermelding Bronnen gebruiken Wie een zakelijke tekst schrijft (een essay, een boekbespreking ), zal vaak gebruik maken van bronnen: boeken, artikelen en websites waarop meer informatie te

Nadere informatie

Eisen en lay-out van het PWS

Eisen en lay-out van het PWS Eisen en lay-out van het PWS INHOUD EN OPZET VAN HET PROFIELWERKSTUK In het navolgende komen achtereenvolgens aan bod: de titelpagina, de inhoudsopgave, de inleiding, de hoofdtekst, de samenvatting, de

Nadere informatie

Academisch schrijven. Tips and tricks

Academisch schrijven. Tips and tricks Academisch schrijven Tips and tricks Overzicht ViP s ViP-1: structuur 1 ViP-2: refereren, parafraseren en citeren ViP-3: cohesie en zinsconstructies ViP-5: structuur 2 ViP-1: structuur 1 Titel en kopjes

Nadere informatie

1 Omslag/voorblad/titelblad. 2 Titelblad

1 Omslag/voorblad/titelblad. 2 Titelblad Rapporteren Om informatie te rapporteren bestaan er normen of regels. Enkele voorbeelden van rapporten: een eindwerk, een geïntegreerde proef Een rapport kan uit negen onderdelen bestaan: 1 Omslag/voorblad/titelblad

Nadere informatie

TIJDSCHRIFT VOOR FILOSOFIE HANDLEIDING VOOR HET VERZORGEN VAN TEKSTEN

TIJDSCHRIFT VOOR FILOSOFIE HANDLEIDING VOOR HET VERZORGEN VAN TEKSTEN TIJDSCHRIFT VOOR FILOSOFIE HANDLEIDING VOOR HET VERZORGEN VAN TEKSTEN ALGEMEEN Redactionele briefwisseling gebeurt langs het redactiesecretariaat via e-mail: Tijdschrift.Filosofie@hiw.kuleuven.be. Alle

Nadere informatie

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag De probleemstelling is eigenlijk het centrum waar het werkstuk om draait. Het is een precieze formulering van het onderwerp dat je onderzoekt. Omdat de probleemstelling

Nadere informatie

Als je de verwijzing tussen haakjes aan het einde van de zin zet gebruik je een & -teken. Wederom komt de punt pas na de verwijzing.

Als je de verwijzing tussen haakjes aan het einde van de zin zet gebruik je een & -teken. Wederom komt de punt pas na de verwijzing. LITERATUURVERWIJZINGEN VOLGENS DE PUBLICATION MANUAL (APA) Je moet in je opdrachten, papers en artikelen altijd aangeven waar je bepaalde informatie gevonden hebt. Zo kan iemand die het leest zien waar

Nadere informatie

Jan Bransen Het Schrijven van een Filosofisch Essay

Jan Bransen Het Schrijven van een Filosofisch Essay Jan Bransen Het Schrijven van een Filosofisch Essay Onderstaande tekst schreef ik jaren geleden om studenten wat richtlijnen te geven bij het ontwikkelen van een voor filosofen cruciale vaardigheid: het

Nadere informatie

Werkstuk of verslag. de vormvoorschriften

Werkstuk of verslag. de vormvoorschriften Werkstuk of verslag de vormvoorschriften begeleider: (naam van de docent) het vak waarvoor je het verslag maakt naam en klas van de leerling schooljaar en datum van inleveren 2 Samenvatting Elk onderzoeksverslag

Nadere informatie

WERKSTUK Taalexpert PRIMO 2015-2016

WERKSTUK Taalexpert PRIMO 2015-2016 HANDLEIDING VOOR HET SCHRIJVEN VAN EEN WERKSTUK Taalexpert PRIMO 2015-2016 VIA VINCI ACADEMY 2015-1 - In het portfolio worden per module* werkstukken opgeslagen, welke door de docent positief zijn beoordeeld.

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde

Nadere informatie

1. Probleemstelling formuleren en sleutelwoorden bepalen.

1. Probleemstelling formuleren en sleutelwoorden bepalen. 1. Probleemstelling formuleren en sleutelwoorden bepalen. Vooraleer je aan een literatuuronderzoek begint, is het belangrijk om voldoende informatie over je onderwerp te verzamelen via vakwoordenboeken,

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp

Nadere informatie

DE TECHNISCHE VERZORGING VAN WERKSTUKKEN

DE TECHNISCHE VERZORGING VAN WERKSTUKKEN DE TECHNISCHE VERZORGING VAN WERKSTUKKEN De huidige tekstverwerkingsprogramma s maken het mogelijk teksten op een professionele manier op te maken. De vele mogelijkheden brengen echter ook het risico met

Nadere informatie

Hoe maak ik een werkstuk? Dé werkstukkenwijzer voor het Scala College

Hoe maak ik een werkstuk? Dé werkstukkenwijzer voor het Scala College Hoe maak ik een werkstuk? Dé werkstukkenwijzer voor het Scala College B. van Aken A. van Dorst Scala College Juli 2016 Inhoud Inleiding... 3 Hoofdstuk 1: Opbouw van een werkstuk... 4 1.1 Titelpagina...

Nadere informatie

Tips voor schriftelijke rapportering. Laura Versteele, in samenwerking met Prof. Joris De Schutter Faculteit Ingenieurswetenschappen 20 februari 2013

Tips voor schriftelijke rapportering. Laura Versteele, in samenwerking met Prof. Joris De Schutter Faculteit Ingenieurswetenschappen 20 februari 2013 Tips voor schriftelijke rapportering Laura Versteele, in samenwerking met Prof. Joris De Schutter Faculteit Ingenieurswetenschappen 20 februari 2013 Overzicht Tips in verband met o Structuur en inhoud

Nadere informatie

Gids bij het opstellen van een masterproef Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen

Gids bij het opstellen van een masterproef Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen 1 Gids bij het opstellen van een masterproef Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen 1. Inleiding Deze gids heeft als doel richtlijnen mee te geven die als leidraad kunnen dienen voor iedereen die een masterproef

Nadere informatie

Maantjessteenweg MERKSEM. Taalhulp voor een informatieve PowerPoint op JOMA: tweede en derde graad

Maantjessteenweg MERKSEM. Taalhulp voor een informatieve PowerPoint op JOMA: tweede en derde graad Maantjessteenweg 130 2170 MERKSEM Taalhulp voor een informatieve PowerPoint op JOMA: tweede en derde graad Maantjessteenweg 130 2170 MERKSEM Taalhulp voor een informatieve PowerPoint op JOMA: tweede en

Nadere informatie

VERWIJZEN NAAR BRONNEN

VERWIJZEN NAAR BRONNEN HANDLEIDING VOOR HET VERWIJZEN NAAR BRONNEN MET BEHULP VAN WORD Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Verwijzingen maken... 4 2.1 Invoegen van een verwijzing... 4 2.2 Verwijzing naar een boek... 5 2.3 Verwijzing

Nadere informatie

Bibliografische referenties invoegen via Word

Bibliografische referenties invoegen via Word Bibliografische referenties invoegen via Word Dienst mediatheken Laatst bijgewerkt op 22/08/2016 12:52 ALGEMEEN Je kan jezelf heel wat werk besparen door je bibliografische referenties in Word bij te houden.

Nadere informatie

Auteursinstructies ANTW

Auteursinstructies ANTW Aanleveren Enkel complete en definitieve artikelen worden geaccepteerd. Een volledig manuscript bestaat uit de volgende onderdelen en in de volgende volgorde: o Titel o Ondertitel o Auteursnamen o Engelstalige

Nadere informatie

1. Enkele vormelijke aspecten van een paper of scriptie

1. Enkele vormelijke aspecten van een paper of scriptie RICHTLIJNEN VOOR PAPERS AAN HET HIW In dit hoofdstuk leer je waarom, wanneer en hoe je in je paper of scriptie op een correcte manier moet verwijzen naar de informatiebron die je gebruikt hebt. Eerst bespreken

Nadere informatie

HANDLEIDING VOOR HET SCHRIJVEN VAN OPDRACHTEN EN ESSAYS. BINNEN DE OPLEIDINGEN FILOSOFIE en FILOSOFIE VAN EEN WETENSCHAPSGEBIED

HANDLEIDING VOOR HET SCHRIJVEN VAN OPDRACHTEN EN ESSAYS. BINNEN DE OPLEIDINGEN FILOSOFIE en FILOSOFIE VAN EEN WETENSCHAPSGEBIED ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM FACULTEIT DER WIJSBEGEERTE HANDLEIDING VOOR HET SCHRIJVEN VAN OPDRACHTEN EN ESSAYS BINNEN DE OPLEIDINGEN FILOSOFIE en FILOSOFIE VAN EEN WETENSCHAPSGEBIED 1 I. Algemeen In

Nadere informatie

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen 1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen Wanneer je als student in het hoger onderwijs de opdracht krijgt om te zoeken naar wetenschappelijke informatie heb je de keuze uit verschillende informatiebronnen.

Nadere informatie

De doelgroep. Wat is eenvoudig schrijven

De doelgroep. Wat is eenvoudig schrijven Dit is een stuk over eenvoudig schrijven. Het is bedoeld om het belang van eenvoudig schrijven te laten zien en te helpen bij het schrijven van brieven of verslagen voor cliënten. Eenvoudig schrijven is

Nadere informatie

Auteursinstructies Mens en Maatschappij

Auteursinstructies Mens en Maatschappij Aanlevering Manuscripten digitaal opsturen naar het redactiesecretariaat van Mens en Maatschappij, bereikbaar via menm@aup.nl. Enkel complete en definitieve artikelen worden geaccepteerd. Een volledig

Nadere informatie

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het

Nadere informatie

REFERENTIES INVOEGEN EN BRONNENLIJST MAKEN MET MS WORD 2013 (APA)

REFERENTIES INVOEGEN EN BRONNENLIJST MAKEN MET MS WORD 2013 (APA) REFERENTIES INVOEGEN EN BRONNENLIJST MAKEN MET MS WORD 2013 (APA) BRONNEN OPNEMEN EN VERWERKEN IN WORD VOORBEELDEN: BOEK HOOFDSTUK TIJDSCHRIFTARTIKEL WEBSITE BRONNEN BEHEREN BRONNEN OPNEMEN EN VERWERKEN

Nadere informatie

HANDLEIDING: Zo maak ik een werkstuk.

HANDLEIDING: Zo maak ik een werkstuk. Dit is een plan dat voor werkstukken wordt gebruikt. Kinderen die het lastig vinden is krijgen de weken op een apart A4, dus wat ze in week 1 moeten doen op een A4 in week 2, enzovoort. HANDLEIDING: Zo

Nadere informatie

EEN E MAIL STUREN NAAR EEN DOCENT

EEN E MAIL STUREN NAAR EEN DOCENT Monitoraat op maat Academisch Nederlands 1 EEN E MAIL STUREN NAAR EEN DOCENT De communicatie tussen een student en een docent verloopt vaak per e mail. Een groot voordeel van het medium is namelijk de

Nadere informatie

Auteursrichtlijnen Tijdschrift Vooys Algemeen

Auteursrichtlijnen Tijdschrift Vooys Algemeen Auteursrichtlijnen Tijdschrift Vooys 2013 1. Algemeen a. Het publiek van Vooys bestaat uit geïnteresseerde leken en specialisten op het gebied van de geesteswetenschappen. Het is dus belangrijk om als

Nadere informatie

PeMeTRaS. Author: L.K.J. Roos. Personal Medical Tracking and recording software.

PeMeTRaS. Author: L.K.J. Roos. Personal Medical Tracking and recording software. PeMeTRaS Personal Medical Tracking and recording software. Author: L.K.J. Roos Opmerking [W1]: Raamwerk voor Word 2007: U kunt de opmerkingentekst (on)zichtbaar maken onder Controleren optie Markeringen

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3 Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3 Samenvatting door een scholier 1653 woorden 13 februari 2011 6 16 keer beoordeeld Vak Nederlands Samenvatting H1,2,3,4,5 paragraaf 1,2,(3) Schrijfdoelen

Nadere informatie

Bronvermelding: The Chicago Manual of Style

Bronvermelding: The Chicago Manual of Style Bronvermelding: The Chicago Manual of Style Versie januari 2016 / Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Tijdens de studie filosofie, theologie en religiewetenschappen moet je veel papers schrijven.

Nadere informatie

Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids?

Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids? Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids? WERKBOEK WIKIKIDS Welkom bij het werkboek van WikiKids. In dit werkboek staan opdrachten waarmee je stap voor stap leert werken met WikiKids. Er staan 15 opdrachten

Nadere informatie

Auteursinstructies tijdschriften

Auteursinstructies tijdschriften Auteursinstructies tijdschriften Belangrijk: definitieve artikelen zijn definitief. Dat betekent dat het niet mogelijk is om de inhoud nog te wijzigen als u de finale versie van uw artikel heeft toegestuurd.

Nadere informatie

Bibliografische referenties invoegen via Word 2013

Bibliografische referenties invoegen via Word 2013 Bibliografische referenties invoegen via Word 2013 Dienst mediatheken Laatst bijgewerkt op 25/09/2014 11:09 ALGEMEEN Je kan jezelf heel wat werk besparen door je bibliografische referenties in Word bij

Nadere informatie

Auteursinstructies tijdschriften

Auteursinstructies tijdschriften Aanleveren Enkel complete en definitieve artikelen worden geaccepteerd. Een volledig manuscript bestaat uit de volgende onderdelen en in de volgende volgorde: o Titel o Ondertitel o Auteursnamen o Engelstalige

Nadere informatie

HALLO WERELD WERKSTUK

HALLO WERELD WERKSTUK HALLO WERELD WERKSTUK Opdracht Maak een werkstuk over China, het onderwerp van het boek De Parel en De Draak. Beschrijf verschillende aspecten van het land en maak je werkstuk zo afwisselend mogelijk.

Nadere informatie

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen. Vaktips Frans 1. D O E L S T E L L I N G E N De Franse taal leren verstaan, lezen, spreken en schrijven. Om dit te bereiken, moet je: Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en

Nadere informatie

BRONNENONDERZOEK 2010/2011

BRONNENONDERZOEK 2010/2011 Bronnenonderzoek Namen Begeleiders Informatie verzamelen : inleiding Om informatie te verzamelen zul je verschillende bronnen moeten raadplegen. Al zoekende zul je merken dat er bronnen zijn waarvan je

Nadere informatie

De Schrijfregels. Christiaan Huygens College Rachmaninowlaan Talencluster

De Schrijfregels. Christiaan Huygens College Rachmaninowlaan Talencluster De Schrijfregels Christiaan Huygens College Rachmaninowlaan Talencluster 1 Inleiding In dit boekje De Schrijfregels worden regels gegeven voor de inhoudelijke indeling en de uiterlijke presentatie van

Nadere informatie

Voorpagina met titel

Voorpagina met titel STYLESHEET Lay-out Lay-out-checklist Voorpagina met titel Inhoudsopgave Afgedrukt op papier van A4-formaat Kantlijn van 2.5 cm aan alle kanten Lettertype Times New Roman 12 (Dubbele regelafstand) Links

Nadere informatie

Stap 4: Indeling maken

Stap 4: Indeling maken Stap 1: Het kiezen van een onderwerp Kies een onderwerp dat je aanspreekt of waar je veel van af weet of waar je graag meer over te weten wilt komen. Klaar? Kleur vakje 1 van het stappenblad. Stap 2: Materiaal

Nadere informatie

Teksverklaringen!!!!! Samenvattingen!! - Meerkeuzevragen! - Open! !!!! Nederlands! 1. Spellen! 2. Samenvatting schrijven

Teksverklaringen!!!!! Samenvattingen!! - Meerkeuzevragen! - Open! !!!! Nederlands! 1. Spellen! 2. Samenvatting schrijven NEDERLANDS Nederlands Teksverklaringen Samenvattingen 1. Hoofdgedachte 2. Meerkeuzevragen 3. Tekstverbanden 4. Open vragen 5. Argumentatie 6. Mening en doel van de schrijver 1. Spellen 2. Samenvatting

Nadere informatie

Module 1. Welke soorten informatiebronnen zijn er? www.thomasmore.be/bibliotheek

Module 1. Welke soorten informatiebronnen zijn er? www.thomasmore.be/bibliotheek www.thomasmore.be/bibliotheek Module 1 Welke soorten informatiebronnen zijn er? Gebaseerd op de tutorials informatievaardigheden van Bibliotheek Letteren - K.U.Leuven Module 1 In deze module maak je kennis

Nadere informatie

Verwijzen naar digitale bronnen

Verwijzen naar digitale bronnen Verwijzen naar digitale bronnen Aanvulling op de Leidraad voor juridische auteurs 2013 I. Bennigsen mr. dr. L.D. van Kleef-Ruigrok 2 februari 2015 1 1 Inleiding In de Leidraad voor juridische auteurs 2013

Nadere informatie

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz.

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz. Onderzoeksverslag Omslag en titelpagina Op het omslag staan in elk geval de titel van het onderzoek en de namen van de schrijvers. Op de titelpagina opnieuw de titel en de namen van de schrijvers. Nu uitgebreid

Nadere informatie

Maantjessteenweg MERKSEM. Taalhulp voor een werkstuk op JOMA tweede graad

Maantjessteenweg MERKSEM. Taalhulp voor een werkstuk op JOMA tweede graad Maantjessteenweg 130 2170 MERKSEM Taalhulp voor een werkstuk op JOMA tweede graad Maantjessteenweg 130 2170 MERKSEM Taalhulp voor een werkstuk op JOMA tweede graad Inhoudsopgave Taalhulp voor een werkstuk...

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis

Nadere informatie

HET PROFIELWERKSTUK. 5 HAVO en 6 VWO STELLA MARISCOLLEGE MEERSSEN

HET PROFIELWERKSTUK. 5 HAVO en 6 VWO STELLA MARISCOLLEGE MEERSSEN HET PROFIELWERKSTUK 5 HAVO en 6 VWO STELLA MARISCOLLEGE MEERSSEN Schooljaar 2013-2014 1 Het profielwerkstuk. Inleiding. Een van de verplichte onderdelen van het schoolexamen is het maken van een profielwerkstuk.

Nadere informatie

ABC van de APA-refereerstijl

ABC van de APA-refereerstijl ABC van de APA-refereerstijl Praktische handleiding voor wetenschappelijk refereren Initiatie in de Onderzoekspraktijk: Politieke en Sociale Wetenschappen Joeri Wielandts 2011-2012 1 TEKSTREFERENTIES ABC

Nadere informatie

TAALBESCHOUWING: BEPALINGEN

TAALBESCHOUWING: BEPALINGEN Vakonderdeel: TAALBESCHOUWING: BEPALINGEN Doelen Verdiepen van de beweeglijkheid van zinnen. Onderscheiden van nodige en bijkomende informatieve delen. Zinnen inkorten en langer maken. Materiaal Werkboek

Nadere informatie

Verwijzen naar digitale bronnen

Verwijzen naar digitale bronnen Verwijzen naar digitale bronnen Aanvulling op de Leidraad voor juridische auteurs 2013 I. Bennigsen mr. dr. L.D. van Kleef-Ruigrok 27 januari 2014 1 1 Inleiding In de Leidraad voor juridische auteurs 2013

Nadere informatie

Richtlijnen schrijven (stage-of afstudeer)verslag

Richtlijnen schrijven (stage-of afstudeer)verslag Richtlijnen schrijven (stage-of afstudeer)verslag Inhoudsopgave Structuur van een verslag... 2 Indeling van het verslag... 2 De titelpagina... 2 Voorwoord... 2 De Inhoudsopgave... 3 De Samenvatting...

Nadere informatie

De kunst van wetenschappelijk schrijven

De kunst van wetenschappelijk schrijven De kunst van wetenschappelijk schrijven In de wetenschap gaat de erkenning naar diegene die de wereld heeft overtuigd, niet naar degene die als eerste op t idee kwam. (Darwin) Overzicht De schrijfopdracht

Nadere informatie

2.5 Seminar Literatur- und Sprachwissenschaft (3. und 4. Semester) 2.5 a Werkcollege met werkstuk (en presentatie) datum:

2.5 Seminar Literatur- und Sprachwissenschaft (3. und 4. Semester) 2.5 a Werkcollege met werkstuk (en presentatie) datum: 2.5 Seminar Literatur- und Sprachwissenschaft (3. und 4. Semester) Die Arbeit mit dem Sprachtagebuch dient in den Seminaren Literatur- und Sprachwissenschaft zur Vertiefung und Erweiterung der erworbenen

Nadere informatie

Het eindwerkstuk GGCA Schooljaar 2015-2016

Het eindwerkstuk GGCA Schooljaar 2015-2016 Het eindwerkstuk GGCA Schooljaar 2015-2016 Lucas Sint, Luc van Roemburg en Monique de Hoop September 2015 Inhoudsopgave Inleiding: Wat is het eindwerkstuk?...3 Jaarplanning.4 De beoordeling van het eindwerkstuk.6

Nadere informatie

Voorwoord 7. Inleiding 9. Renaissance, humanisme, verlichting 13 Renaissance en humanisme 15 Verlichting 20

Voorwoord 7. Inleiding 9. Renaissance, humanisme, verlichting 13 Renaissance en humanisme 15 Verlichting 20 Inhoud Voorwoord 7 Inleiding 9 Renaissance, humanisme, verlichting 13 Renaissance en humanisme 15 Verlichting 20 David Hume 35 Hume en Kant 37 Het postume werk 45 Korte levensloop 49 James Boswell 59 Laatste

Nadere informatie

Literatuur: zoeken en verwijzen

Literatuur: zoeken en verwijzen Literatuur: zoeken en verwijzen Steven Wepster Departement Wiskunde Universiteit Utrecht 5 maart 2019 Soorten literatuur primair: originele werken, evt in vertaling secundair: artikelen etc over originele

Nadere informatie

Stappenplan: een spreekbeurt maken

Stappenplan: een spreekbeurt maken Stappenplan: een spreekbeurt maken 1. Dit weet ik al! Dit wil ik nog te weten komen! Maak op een kladblad een woordspin over het onderwerp. Ik noteer sleutelwoorden Schrijf onder je woordspin vragen die

Nadere informatie

INLEIDING Over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen 13

INLEIDING Over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen 13 INHOUD VOORWOORD 11 INLEIDING Over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen 13 HOOFDSTUK 1. Op zoek naar een stabiele werkelijkheid. De Oudheid (6 de eeuw v.c. 6 de eeuw n.c.) 25 1. Het ontstaan

Nadere informatie

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Vooraf De syntheseproef bestaat uit een aantal onderdelen. 1. Schriftelijke taalvaardigheid Het verslag dat je maakte van de aidsgetuigenis van Kristof

Nadere informatie

AANWIJZINGEN VOOR HET SCHRIJVEN VAN VERHALEN VOOR

AANWIJZINGEN VOOR HET SCHRIJVEN VAN VERHALEN VOOR AANWIJZINGEN VOOR HET SCHRIJVEN VAN VERHALEN VOOR WWW.ZEEUWSEANKERS.NL Denk van tevoren goed na over de inhoud van de tekst: wát wil je precies aan de lezer vertellen? Hou daarbij in het oog wat de bezoeker

Nadere informatie

Checklist Duidelijk Nederlands spreken

Checklist Duidelijk Nederlands spreken Checklist Duidelijk Nederlands spreken Spreek helder Ik maak korte en eenvoudige zinnen. Ik pas mijn tempo aan, maar ik blijf natuurlijk spreken. Ik articuleer goed en ik let op mijn intonatie. Ik ben

Nadere informatie

Auteursinstructies. Inhoudsopgave. Beste Auteur,

Auteursinstructies. Inhoudsopgave. Beste Auteur, Beste Auteur, Als besloten is uw manuscript uit te geven, wordt u gevraagd de tekst volgens onze huisstijl aan te leveren. Een uitgebreide handleiding volgt hieronder en is tevens te downloaden van onze

Nadere informatie

In LibreOffice een boek schrijven. Handleiding van Helpmij.nl. Auteur: Kate95

In LibreOffice een boek schrijven. Handleiding van Helpmij.nl. Auteur: Kate95 In LibreOffice een boek schrijven Handleiding van Helpmij.nl Auteur: Kate95 oktober 2018 Wanneer je een omvangrijke tekst schrijft, zijn er allerlei handigheden in LibreOffice die de moeite waard zijn

Nadere informatie

Eisen Nederlands, vormgeving, APA. Pagina 1 van 10. Eisen Nederlands, vormgeving en bronvermelding AMA

Eisen Nederlands, vormgeving, APA. Pagina 1 van 10. Eisen Nederlands, vormgeving en bronvermelding AMA Pagina 1 van 10 Eisen Nederlands, vormgeving en bronvermelding AMA Versie: 8 juni 2015 Pagina 2 van 10 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Eisen Nederlands 3 Eisen vormgeving 4 Eisen bronvermelding 5 Procedure

Nadere informatie

Hoe maak je een werkstuk?

Hoe maak je een werkstuk? Hoe maak je een werkstuk? Je gaat een werkstuk maken. Maar hoe zit een werkstuk nou eigenlijk in elkaar? Hoe moet je beginnen? En hoe kies je nou een onderwerp? Op deze vragen en nog vele anderen krijg

Nadere informatie

Handleiding schrijven voor Wiki

Handleiding schrijven voor Wiki Handleiding schrijven voor Wiki Durf, begin Wees niet bang om te schrijven. Begin gewoon met schrijven. Pas als je klaar bent, kijk je naar de regels en pas je de tekst aan. Perfectie bestaat niet. Als

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal

Nadere informatie

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets 11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets Opdracht 1 Wat is de Sokratische methode? Opdracht 2 Waarom werd Sokrates gedwongen de gifbeker te drinken? Opdracht 3 Waarom zijn onze zintuigen

Nadere informatie

Onderdeel: Grammatica -- RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Grammatica -- RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: PIT IG3 2017-2018 Trimester 2 Vak: Nederlands Onderdeel: Grammatica -- RKW Woordsoorten Week 13 t/m 24 Aantal lessen per week: 3 Nieuw Nederlands 5 e editie 1, 2 en 3 De leerling kent de onderstaande woordsoorten:

Nadere informatie

INTERSTENO 2011 Paris World championship professional word processing

INTERSTENO 2011 Paris World championship professional word processing GEBRUIKT BESTURINGSSYSTEEM GEBRUIKTE TEKSTVERWERKINGSSOFTWARE WEDSTRIJD-ID A-1 Instructies voor deelnemers Open het startdocument WINDENERGY.DOC en sla het onmiddellijk op onder WINDENERGYXXX.DOC of DOCX,

Nadere informatie

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Je gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in een

Nadere informatie

Hand-out. Bronvermelding 2009-2010. Auteurs: Drs. C.G.M. Piqué N. Esmeijer M.Z. Keus, MScBA Dr. H van Driel

Hand-out. Bronvermelding 2009-2010. Auteurs: Drs. C.G.M. Piqué N. Esmeijer M.Z. Keus, MScBA Dr. H van Driel Hand-out Bronvermelding 2009-2010 Auteurs: Drs. C.G.M. Piqué N. Esmeijer M.Z. Keus, MScBA Dr. H van Driel INLEIDING Deze hand-out is een korte samenvatting van de literatuur uit het B-gedeelte van de Skill

Nadere informatie

Referentienota eindwerken Óscar Romerocollege

Referentienota eindwerken Óscar Romerocollege Referentienota eindwerken Óscar Romerocollege Last update 24.05.2017 1 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE II 1 ALGEMENE AFSPRAKEN 3 2 PAGINA-INDELING 3 3 INHOUDSOPGAVE 4 4 TITELBLAD 4 5 TITELS 4 6 OPSOMMINGEN

Nadere informatie

RICHTLIJNEN BIJ HET OPLEIDINGSONDERDEEL BACHELORSCRIPTIE MET SEMINARIE

RICHTLIJNEN BIJ HET OPLEIDINGSONDERDEEL BACHELORSCRIPTIE MET SEMINARIE HOGER INSTITUUT VOOR WIJSBEGEERTE KARDINAAL MERCIERPLEIN 2 BUS 3200 3000 LEUVEN, belgië RICHTLIJNEN BIJ HET OPLEIDINGSONDERDEEL BACHELORSCRIPTIE MET SEMINARIE SEPTEMBER 2016 Deze handleiding is ook beschikbaar

Nadere informatie

Bijlage W2 groep 7 1

Bijlage W2 groep 7 1 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding: Waarom ik een werkstuk maak 2 Zo begin ik met mijn werkstuk 3 De onderdelen van het werkstuk 4 Waaraan moet mijn werkstuk voldoen? 4 Beoordelingsschema voor je werkstuk 5 Hoe

Nadere informatie

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2 Wat? Datum? Aftrek punten paraaf? Hoofdvragen & deelvragen - ½ punt Bronnen (2 verscheidene) - 1 punt 1 e versie - 2 punten Beoordeling (klasgenoot) - ½

Nadere informatie

Richtlijnen voor auteurs inzake aanleveren kopij

Richtlijnen voor auteurs inzake aanleveren kopij 1 Richtlijnen voor auteurs inzake aanleveren kopij Onderstaande richtlijnen zijn bedoeld om het werk van auteurs en redacteuren te vergemakkelijken. U wordt als auteur vriendelijk verzocht de richtlijnen

Nadere informatie

Naam: Groep: Willem Teellinckschool 15 juni 2016

Naam: Groep: Willem Teellinckschool 15 juni 2016 AMSTERDAM Naam: Groep: Willem Teellinckschool 15 juni 2016 1 Hoe maak ik in groep 8 een werkstuk? Jij gaat de komende weken op school en thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het

Nadere informatie

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010 1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan

Nadere informatie

Literatuurlijst en bronvermelding

Literatuurlijst en bronvermelding Deel @ Literatuurlijst en bronvermelding Een belangrijk onderdeel van de scriptie is de literatuurlijst. Deze bestaat uit alle bronnen die je hebt gebruikt om de scriptie te schrijven. Te denken valt aan

Nadere informatie

Beknopte handleiding Dragon NaturallySpeaking. Premium versie 13

Beknopte handleiding Dragon NaturallySpeaking. Premium versie 13 1 Beknopte handleiding Dragon NaturallySpeaking Premium versie 13 1 Eerste gebruik van Dragon: installatie en een gebruikersprofiel aanmaken De spraakherkenningssoftware Dragon is beschikbaar als vaste

Nadere informatie

Literatuurverwijzingen

Literatuurverwijzingen Literatuurverwijzingen Een literatuurlijst maken & citeren / parafraseren Waarover gaat de presentatie? I Waarom verwijzen? Enkele overwegingen vooraf! II APA - normen III Literatuurverwijzingen: de praktijk

Nadere informatie

Bronvermelding Oncologica

Bronvermelding Oncologica September 2018 Bronvermelding Oncologica Gebaseerd op de APA-richtlijn Inhoudsopgave Citeren... 2 Bronvermelding in de tekst... 3 Literatuurlijst... 5 Werkwoordstijden... 7 1 Citeren Materiaal dat wordt

Nadere informatie

Typografie. Hoe typografie toepassen

Typografie. Hoe typografie toepassen Typografie Hoe typografie toepassen Omschrijving Typografie is de keuze en het op de juiste wijze ordenen van beeldmateriaal in overeenstemming met een bepaald doel, zodanig letters rangschikken, ruimte

Nadere informatie

Help, ik moet een werkstuk maken!

Help, ik moet een werkstuk maken! Help, ik moet een werkstuk maken! Je gaat de komende tijd bezig met het maken van een werkstuk. Maar hoe zit een werkstuk nou eigenlijk in elkaar? Hoe moet je beginnen? En hoe kies je nou een onderwerp?

Nadere informatie

Ter inleiding (tot een inleiding)

Ter inleiding (tot een inleiding) Inhoud Voorwoord 3 Aanvullende lectuur 4 Ter inleiding (tot een inleiding) 1. Wijsbegeerte, haar begin(sel) en doelstelling 5 2. Waarom filosofie altijd een inleiding blijft 7 3. Waarom een historische

Nadere informatie

Grenzen verleggen. Amsterdam, februari Beste Julian Baggini,

Grenzen verleggen. Amsterdam, februari Beste Julian Baggini, Grenzen verleggen Amsterdam, februari 2017 Beste Julian Baggini, Wij zijn ons verstand verloren en met die hartenkreet val je in jouw nieuwe boek meteen met de deur in huis. Was ons rede en rationaliteit

Nadere informatie

TIJDSCHRIFT VOOR FILOSOFIE HANDLEIDING VOOR HET VERZORGEN VAN TEKSTEN

TIJDSCHRIFT VOOR FILOSOFIE HANDLEIDING VOOR HET VERZORGEN VAN TEKSTEN TIJDSCHRIFT VOOR FILOSOFIE HANDLEIDING VOOR HET VERZORGEN VAN TEKSTEN 1. ALGEMEEN Redactionele briefwisseling gebeurt langs het redactiesecretariaat via e-mail: Tijdschrift.Filosofie@kuleuven.be. Elk artikel

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Schooljaar 2015 2016 Nederlands havo vwo 1 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling H 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

Bibliografie en annotatie. Donderdag 20 oktober 2016

Bibliografie en annotatie. Donderdag 20 oktober 2016 Bibliografie en annotatie Donderdag 20 oktober 2016 V. SOEN, Geschiedenis is een werkwoord. Een inleiding tot historisch onderzoek, Leuven, 2016, p. 41. Vraagstelling Inlezen in de materie, vastleggen

Nadere informatie

Literatuurverwijzing in de tekst

Literatuurverwijzing in de tekst Verwijzen en literatuurlijst volgens de APA Voor het schrijven van teksten maak je vaak gebruik van schriftelijke bronnen. Dit kunnen boeken, tijdschriftartikelen, folders, of teksten van internet zijn.

Nadere informatie

Inhoud. EndnoteWeb januari 2015 Page 2

Inhoud. EndnoteWeb januari 2015 Page 2 EndNote Web X6 Inhoud Over Endnote Web... 3 Aanmelden... 3 Samenwerking met Word (Cite while you write)... 5 Voordat je begint met invoeren... 7 Tussenvoegsels in namen... 7 Handmatig invoeren van referenties...

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 3

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 3 Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 802 woorden 14 februari 2004 5,4 39 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Topniveau 3.5 persuasieve teksten betoog beschouwing Bevat

Nadere informatie