This item is the archived peer-reviewed author-version of:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "This item is the archived peer-reviewed author-version of:"

Transcriptie

1 This item is the archived peer-reviewed author-version of: Corpuslinguïstiek: grammaticalisatie : inleiding tot het studiegebied en een case study Reference: Mortelmans Tanja, Petré Peter.- Corpuslinguïstiek: grammaticalisatie : inleiding tot het studiegebied en een case study Wetenschappelijk onderzoek in de taal- en letterkunde / Van Hulle, Dirk [edit.] - ISBN Borgerhout, Letterwerk, 2017, p Institutional repository IRUA

2 Onderstaand hoofdstuk is verschenen in Dirk Van Hulle (ed.), Wetenschappelijk onderzoek in de Taal- en Letterkunde, Borgerhout: Letterwerk. Gelieve bij verwijzing de gepubliceerde versie te citeren. 12. Corpuslinguïstiek: grammaticalisatie Inleiding tot het studiegebied en een case study Tanja Mortelmans en Peter Petré 1. Inleiding Het begrip grammaticalisatie wordt door Hopper & Traugott in hun standaardwerk Grammaticalization als volgt gedefinieerd: [ ] grammaticalization refers to that part of the study of language that is concerned with such questions as to how lexical items and constructions come in certain linguistic contexts to serve grammatical functions or how grammatical items develop new grammatical functions. 1 Volgens deze definitie betreft grammaticalisatie processen van TAALVERANDERING waarbij oorspronkelijk LEXICALE elementen en constructies GRAMMATICALE functies krijgen en waarbij GRAMMATICALE elementen NIEUWE grammaticale functies ontwikkelen. Cruciaal is hierbij de notie grammatica, die tegenover lexicon wordt geplaatst. Als taalsysteem is grammatica dat onderdeel van de taal waarin de spreker weinig keuzemogelijkheden heeft en aan bepaalde regels onderworpen is, terwijl het lexicon de talige keuzes van de spreker minder beperkt. Een voorbeeld: in de volgende zin zijn vele bewegingswerkwoorden mogelijk: wandelen, rijden, dansen, lopen, kruipen, trippelen, gaan, rennen, rollen, vliegen, duikelen,. De spreker heeft een grote keuzevrijheid om uit haar mentale lexicon dat werkwoord te kiezen dat met haar communicatieve intenties overeenstemt. (1) De student de straat in. 1 Hopper & Traugott, Grammaticalization (2003), 1.

3 Wat de vorm van het gekozen werkwoord betreft, zijn de keuzemogelijkheden van de spreker echter veel beperkter. Het werkwoord moet vervoegd worden en daarbij heeft de spreker in het Nederlands de keuze tussen een beperkt aantal tijden (presens, imperfectum, eventueel (plusquam)perfectum en futurum) en een relatief beperkt aantal vormen per tijd (het werkwoord moet in getal en persoon met het onderwerp van de zin overeenkomen). De volgende zinnen zijn daarom om verschillende reden grammaticaal niet correct. In (2) correspondeert het getal van het werkwoord niet met dat van het onderwerp, in (3) wordt het verkeerde hulpwerkwoord gebruikt. (2) * De student wandelen de straat in. (3) * De student heeft de straat in gewandeld. Overigens moeten grammaticale keuzes in deze voorbeelden niet alleen gemaakt worden met betrekking tot het werkwoord, ook in de NP (noun phrase; nominale constituent) komt de beperkte keuzevrijheid van de spreker tot uiting. Om te beginnen is het gebruik van een lidwoord verplicht; dat lidwoord moet bovendien het correcte genus hebben (*Het student wandelt het straat in). Let wel: het onderscheid tussen lexicon en grammatica is niet absoluut, maar eerder gradueel; ook in het lexicon kan de keuzevrijheid van de spreker relatief beperkt zijn. En omgekeerd is de keuzebeperking in de grammatica meestal ook niet absoluut (denk bijvoorbeeld aan vergeten hebben naast vergeten zijn), wat weer ruimte voor verandering creëert. Vatten we samen: grammaticalisatie betreft die taalveranderingsprocessen waarbij grammaticale elementen ontstaan uit elementen die voorheen een lexicale functie hadden, en waarbij grammaticale elementen nog grammaticaler worden. In de volgende sectie 1.1 gaan we kort in op de typische eigenschappen van grammaticale elementen Kenmerken van grammaticale elementen Een van de belangrijkste functionele eigenschappen van een grammaticaal element is zijn inherent RELATIONELE karakter, i.e. een grammaticaal element heeft een verbindende functie. 2 Zo verbindt zich in Ze zijn de straat in gewandeld het hulpwerkwoord zijn met het hoofdwerkwoord gewandeld en plaatst dit wandelen in 2 Diewald, On some problem areas in grammaticalization theory (2010), 42.

4 het recente verleden. Dit relationele karakter zien we ook bij andere grammaticale elementen zoals lidwoorden (de, een student), hulpwerkwoorden (heb gezegd, wordt uitgelegd, moet lachen), tijdsmorfemen (lach te) voorzetsels (in de tuin), voegwoorden (de moeder en haar zoon) of meervoudsmarkeringen (examen s). Verder hebben grammaticale elementen geen erg concrete, maar eerder een ABSTRACTE, SCHEMATISCHE OF PROCEDURELE BETEKENIS. Zo brengt een lidwoord tot uitdrukking dat de referent bij de spreker bekend is (de student) of eerder nieuw in de spreekcontext (een student), een voorzetsel zegt iets over de positie van een referent ten opzichte van een bepaald referentiepunt (de bal onder de tafel, de invloed op haar werk), een tijdsmorfeem lokaliseert een bepaalde gebeurtenis in heden, verleden of toekomst (je t aime; je t aimais; je t aimerai), een meervoudsmarker dat het om meer dan één exemplaar van een bepaalde referent gaat etc. Deze abstracte betekenis is vaak het resultaat van een proces van bleaching, d.w.z. de oorspronkelijke lexicale betekenis van het talige element is verbleekt. 3 Op formeel gebied zijn grammaticale elementen prototypisch (maar niet noodzakelijk) NIET AUTONOOM OF ZELFSTANDIG. In een eerste fase betekent dit dat ze steeds voorkomen samen met een ander element (een hulpwerkwoord bijvoorbeeld met een hoofdwerkwoord). In een nog verder gevorderd stadium van grammaticalisatie zijn grammaticale elementen vaak GEBONDEN morfemen. Duidelijke voorbeelden uit het Nederlands vormen het verledentijdsmorfeem te in lachte, de meervoudsuitgang en in boeken of de oude naamvalsmarkeringen in een uitdrukking als De heer des huizes. Interessant is de vaststelling dat in de verschillende talen van de wereld vaak dezelfde functionele categorieën een grammaticale uitdrukking krijgen, d.w.z. door middel van flexie tot uitdrukking worden gebracht. 4 Categorieën als tijd, modaliteit, aspect, geslacht of getal staan als het ware te dringen om door een grammaticaal, weinig autonoom morfeem uitgedrukt te worden. Een ander kenmerk van grammaticale elementen is hun hoge FREQUENTIE. Die heeft onder meer te maken met het feit dat grammaticale elementen vaak VERPLICHT tot uitdrukking moeten worden gebracht. Dit blijkt ook uit de volgende lijst van de 50 3 Hierbij kan opgemerkt worden dat grammaticalisatie in vele gevallen niet alleen als een proces van bleaching, maar tegelijk ook als een proces van verrijking ( enrichment ) kan worden opgevat, aangezien de nieuwe grammaticale betekenis erbij komt. 4 Zie bv. Bybee, Morphology. A study of the relation between meaning and form (1985),13.

5 meest frequente woorden in een groot hedendaags corpus van het Nederlands (nld_mixed_2012_1m; zie 1 de 14 die 27 u 40 was 2 van 15 aan 28 worden 41 tot 3 het 16 niet 29 deze 42 we 4 een 17 ook 30 uit 43 kan 5 en 18 er 31 naar 44 hebben 6 in 19 om 32 dan 45 meer 7 is 20 als 33 heeft 46 wat 8 op 21 je 34 hij 47 al 9 te 22 bij 35 dit 48 zo 10 met 23 door 36 wordt 49 werd 11 voor 24 of 37 over 50 kunnen 12 dat 25 maar 38 ze 13 zijn 26 ik 39 nog Tot slot zijn grammaticale elementen typisch georganiseerd in min of meer stabiele PARADIGMA S met een klein aantal duidelijke opposities (enkelvoud vs. meervoud; bepaald vs. onbepaald; heden vs. verleden vs. toekomst; actief vs. passief, perfectief vs. imperfectief, eerste vs. tweede vs. derde persoon etc.). We vatten kort samen: grammaticalisatie betreft het ontstaan en de verdere ontwikkeling van grammaticale elementen, d.i. hoogfrequente en in de regel verplichte elementen met een relationele functie en abstracte betekenis, die over het algemeen formeel weinig autonoom zijn en in paradigma s georganiseerd zijn Diachronie vs. Synchronie Door de nadruk op processen van verandering (diachronie) kan de indruk ontstaan dat grammaticalisatie enkel doorheen de tijd kan worden bestudeerd. Veel grammaticalisatieonderzoekers hebben echter het synchrone aspect van grammaticalisatie in de verf gezet. Zoals alle processen van taalverandering leidt grammaticalisatie immers tot synchrone taalvariatie, i.e. het naast mekaar bestaan van verschillende varianten, die minder dan wel sterker gegrammaticaliseerd zijn. Een mooi voorbeeld van synchrone variatie door verschillende processen van grammaticalisatie biedt de uitdrukking van verleden tijd in het Nederlands. De oudste categorie vinden we in het systeem van de sterke werkwoorden, waarbij het imperfectum door een klinkerwisseling (Ablaut) binnen het werkwoord zelf (helpt vs. hielp; rijdt vs. reed) tot uitdrukking wordt gebracht. Dit systeem gaat terug naar het

6 Indo-Europees, waar het erg regelmatig was. Intussen is het systeem evenwel grotendeels uit elkaar gevallen, en is de klinkerwisseling niet meer zozeer een grammaticale regel, als wel een verzameling (lexicale) uitzonderingen. (4) Ze hielp me gisteren bij het studeren. Van recentere datum (het is een Germaanse innovatie) is de verledentijdsmarkering door middel van een affix (-te/-de), die we bij de zwakke werkwoorden (lach-te, handel-de) vinden. Men gaat ervan uit dat de oorsprong van het affix te/-de een hulpwerkwoord (doen) is, dat in de loop van de ontwikkeling met het hoofdwerkwoord fusioneerde en zo zijn autonomie verloren is. 5 (5) Gisteren lachte ze de hele tijd (vgl. Lachen deed ze) Nog recenter is het gebruik van het perfectum dat gevormd wordt door een hulpwerkwoord (hebben/zijn) in combinatie met een voltooid deelwoord (gelachen, geholpen). (6) Gisteren heeft ze de hele dag gelachen. Voor de uitdrukking van eenzelfde semantische categorie (in dit geval: verleden tijd) vinden we dus drie verschillende uitdrukkingsvormen in het huidige Nederlands met een verschillende grammaticalisatiegraad; in de literatuur wordt dit layering (of: gelaagdheid) genoemd, een term die door Paul Hopper geïntroduceerd werd. 6 Verschillende (minder of meer gegrammaticaliseerde) gebruiken van het in oorsprong zelfde lexeem kunnen ook naast mekaar bestaan. Een klassiek voorbeeld is het werkwoord hebben dat nog steeds de oorspronkelijke lexicale betekenis bezitten kan hebben (Hij had ooit een groot vermogen) maar tegelijk als hulpwerkwoord van het perfectum fungeert (hij heeft intussen een vermogen vergaard, zie ook sectie 1.5) Grammaticalisatiecontinua 5 Horst, Geschiedenis van de Nederlandse syntaxis (2008), Hopper, On some principles of grammaticalization, 1991.

7 Over het algemeen wordt aangenomen dat grammaticalisatie eenrichtingsverkeer is, in technische terminologie een unidirectioneel proces, waarbij constructies zich via minimale transities ontwikkelen van lexicaal tot zwakker grammaticaal naar sterker grammaticaal. Om het geleidelijke, stapsgewijze karakter van grammaticalisatieprocessen te beschrijven, spreken Hopper en Traugott van een grammaticalisatieschaal of continuüm. 7 Voor werkwoorden ziet een grammaticalisatiecontinuüm er zo uit: 8 zelfstandig werkwoord hulpwerkwoord klitische vorm affix Het zelfstandig werkwoord heeft een concrete betekenis en is autonoom en vrij. Vaak regeert het directe en indirecte objecten (zie voorbeeld 7). De eerste stap in een grammaticalisatieproces is het gebruik als hulpwerkwoord, d.i. in combinatie met een ander (typisch infiniet) werkwoord. Hulpwerkwoorden zijn minder autonoom dan zelfstandige werkwoorden. Ze zijn inherent relationeel en drukken (temporele, aspectuele, modale, ) informatie uit m.b.t. de stand van zaken die door het hoofdwerkwoord wordt beschreven (zie voorbeeld 8). In een volgende grammaticalisatiefase verschijnt het hulpwerkwoord als zwak beklemtoonde klitische vorm die aan een ander woord aangehangen wordt; hier is de formele autonomie van het zich grammaticaliserende element nog kleiner geworden (9). (7) He wills it. (8) Will you join me? (9) She ll do it. Nog verder in het grammaticalisatieproces is het oorspronkelijke hulpwerkwoord een noodzakelijk gebonden (en dus minimaal autonoom) affix geworden dat enkel nog een grammaticale functie heeft. Een voorbeeld is het morfeem ai (-as, -a, ) waarmee de Franse futur simple gevormd wordt. Een mogelijke eindfase is het volledig verdwijnen van de markeerder Wat is de oorzaak van grammaticalisatie? 7 Hopper & Traugott, Grammaticalization (2013), Naar Hopper & Traugott, Grammaticalization (2013), 111.

8 Dat grammaticalisatie haar oorsprong in taalgebruik vindt, is vandaag niet meer omstreden. Sprekers lijken altijd opnieuw op zoek te gaan naar nieuwe talige elementen om dezelfde basiscategorieën uit te drukken. Maar waarom doen ze dat? Volgens Haspelmath (1999) is de belangrijkste reden hiervoor het verlangen van de spreker naar expressiviteit of extravagantie: sprekers willen zich uitdrukken op een manier die zich van hun gesprekspartners onderscheidt en grijpen daarom naar nieuwe uitdrukkingsmiddelen. 9 Volgens Croft (2010) ligt eerder natuurlijke, onbewuste en willekeurige variatie die inherent is aan elk vorm van taalgebruik aan de basis van grammaticalisatie. 10 Beide verklaringen kunnen overigens complementair zijn, of zelfs tegelijk werkzaam. Het is immers niet omdat er een inherente variabiliteit in taal is, dat een bepaalde variant spontaan de overhand zal krijgen. De selectie van varianten wordt typisch beïnvloed door sociale factoren (Keller 1994), waaronder eveneens de drang valt om zich te onderscheiden (expressiviteit). Maar dergelijke selectie kan ook het gevolg zijn van een betere fit met andere delen van het taalgebruik. Deze laatste mogelijkheid wordt geïllustreerd in sectie Grammaticalisatie en constructionalisering De evolutie van lexicaal naar grammaticaal gebruik gebeurt niet in een vacuüm. Taalgebruikers beslissen niet van de ene dag op de andere om bijvoorbeeld naast lexicaal hebben bezitten, hebben ook te gaan gebruiken als hulpwerkwoord. Wel is het zo dat een grammaticaliserend element geleidelijk aan van functie verandert in specifieke contexten of CONSTRUCTIES. Zo kwam voorafgaand aan zijn grammaticalisatie hebben reeds voor in combinatie met een voltooid deelwoord (ingepakt) dat dienst doet als nabepaling bij een zelfstandig naamwoord (cadeau). (10) Ik heb hier het cadeau nog ingepakt. Ik heb op je gewacht om het open te doen. De ik-persoon bezit het cadeau in ingepakte toestand. Heb is in dit geval geen hulpwerkwoord, omdat (in de meest voor de hand liggende interpretatie) niet ik, maar iemand anders het cadeau heeft ingepakt. Maar de situatie is onduidelijker in (11). 9 Haspelmath, Why is grammaticalization irreversible? (1999). 10 Croft, The origins of grammaticalization in the verbalization of experience (2010).

9 (11) Ik heb het adres in mijn notitieboekje gekribbeld. Naast een interpretatie parallel aan die van (10), is een meer voor de hand liggende interpretatie die waarbij heb hulpwerkwoord is dat in combinatie met gekribbeld uitdrukt dat de handeling voltooid is en tot een resultaat geleid heeft (tekst in een notitieboekje). Oorspronkelijk was deze tweede interpretatie niet in overeenstemming met de betekenis van hebben. Maar omdat ze in de context voor de hand ligt, kwam deze nieuwe interpretatie of HERANALYSE meer en meer op bij taalgebruikers. Vervolgens emancipeerde ze zich, zodat hebben + voltooid deelwoord geleidelijk aan ook kon gebruikt worden in zinnen waarin de bezitsbetekenis niet langer mogelijk was: (12) Ik heb je gisteren een antwoord gegeven. In (12) is de betekenis van bezit volledig verdwenen. Empirisch onderzoek wijst uit dat dit proces geleidelijk, via minimale transities verloopt. Zinnen als (12) zijn voorafgegaan door zinnen die minder ver af staan van (11), zoals bijvoorbeeld eerst ik heb gisteren een boek gekregen (concreet bezit) en op basis daarvan ik heb gisteren een antwoord gekregen (abstract, mentaal bezit). Wat verandert in een grammaticalisatieproces is dus een constructie of een woord plus een deel van zijn context. Uiteindelijk kan dit leiden tot het ontstaan van een nieuwe constructie, een proces dat ook wel constructionalisering wordt genoemd. Volgens Traugott & Trousdale (2013) ontstaat een nieuwe constructie wanneer zij verschilt van haar bronmateriaal zowel in vorm als in betekenis. 11 De perfectumconstructie [hebben + voltooid deelwoord] voldoet aan beide voorwaarden. Het bronmateriaal is opgebouwd uit hebben bezitten + zelfstandig naamwoord x + nabepaling y. De betekenis is de optelsom van deze onderdelen. De perfectumconstructie [hebben + voltooid deelwoord] daarentegen betekent resultaat van een voltooide handeling. Dit is een nieuwe betekenis, die bovendien holistisch is. De betekenis ligt niet in de delen en de constructie moet als geheel worden geleerd om haar te begrijpen. Ook in vorm verschilt de nieuwe constructie van het 11 Traugott & Trousdale, Constructionalization and constructional changes (2013).

10 bronmateriaal. In de gegrammaticaliseerde constructie is het immers toegestaan intransitieve werkwoorden te gebruiken (ik heb gelachen), terwijl in de bronstructuur het zelfstandig naamwoord dat door de nabepaling wordt gemodificeerd onmisbaar is. Merk tot slot op dat het constructieaspect er mede voor verantwoordelijk is dat grammaticalisatie ook verschillend verloopt in verschillende talen. Neem bijvoorbeeld Engels be going to en Nederlands gaan. Werkwoorden die gaan betekenen zijn wereldwijd een bron voor hulpwerkwoorden van de toekomst, wellicht omdat meestal het doel (dat ten opzichte van het gaan in de toekomst ligt) belangrijker is dan het ernaartoe gaan zelf. Toch leidt dit proces niet altijd tot hetzelfde resultaat, noch in vorm noch in functie. Zo is de verschillende vorm van be going to en gaan het gevolg van hun inbedding in de taaleigen grammatica. In het Engels is de progressiefconstructie [BE Ving] verplicht waar dat in het Nederlands niet het geval is (*I go to do it tomorrow). De progressiefvorm suggereert ook iets over de chronologie van de ontwikkeling. Het is onwaarschijnlijk dat een niet-progressief go to als markeerder van de toekomst voorkwam met een sterk gegrammaticaliseerde functie vóór de grammaticalisatie van de progressiefconstructie [BE Ving]. Sterk gegrammaticaliseerde vormen evolueren gewoonlijk niet meer mee met de rest van de grammatica, en taalgebruikers zouden in dat geval go to niet meer vervangen hebben door be going to wanneer een progressiefvorm verplicht werd met lexicale werkwoorden. 2. Een case study: progressieve constructies 2.1. Inleiding De notie aspect heeft betrekking op het temporele perspectief van waaruit een spreker een situatie presenteert. Bij progressief aspect ligt de nadruk op het feit dat iets bezig is ( ongoingness ): het onderwerp van de zin is de handeling aan het doen of aan het ondergaan. Veel talen van Europa gebruiken specifieke syntactische constructies om progressief aspect uit te drukken. Verschillende types kunnen onderscheiden worden: constructies met werkwoorden van lichaamshouding zoals zitten, liggen en staan, constructies met werkwoorden van beweging zoals lopen, locatieve constructies zoals de Nederlandse [aan het INF]-constructie of de Duitse

11 [am INF]-constructie en constructies met een vorm van het werkwoord zijn en een tegenwoordig deelwoord of gerundium (Engels: is singing; Spaans: soy hablando) Progressieve constructies in het Engels, Nederlands en Duits Wanneer we ons op het West-Germaanse trio Engels-Nederlands-Duits concentreren, valt meteen op dat er onmiskenbare verschillen tussen de drie talen bestaan. In het Engels moet de spreker een progressiefmarkering gebruiken als zij tot uitdrukking wil brengen dat iets op dit moment bezig is; de markering van progressief aspect is verplicht (en dus ook hoogfrequent). De volgende conversatie, die gebruikt maakt van een simple present om naar iets wat nu bezig is te verwijzen, is daarom grammaticaal niet correct: (13) * What do you do right now? - * I read a newspaper. (maar wel: What are you doing right now? I am reading a newspaper) Enkel bij niet-dynamische werkwoorden (I hate you!), in performatieve zinnen (I hereby declare you husband and wife) en bij inversie (Here comes the rain again) wordt de simple present gebruikt om een bezig-zijn te coderen. Verder is de Engelse progressive niet aan syntactische restricties onderworpen: hij verschijnt bijvoorbeeld ook in het passief (vgl. Kanye West is being used as a college case study for mental illness). Dit alles suggereert dat deze categorie in het Engels sterk gegrammaticaliseerd is. Aan de andere kant van het grammaticalisatiespectrum vinden we het Duits, waar de progressieve [am INF]-constructie weinig gegrammaticaliseerd is. Ze is niet frequent en nooit verplicht (vgl. Was machst du? Ich lese ein Buch). Bovendien is ze aan opvallende syntactische restricties onderworpen. Zo verdraagt de Duitse [am INF]-constructie meestal geen combinatie met een lijdend voorwerp (? Sie ist noch die Zeitung am Lesen) en verschijnt ze enkel in actieve zinnen Het Frans maakt gebruik van être en train de + INF om progressief aspect uit te drukken. 13 De semantiek van deze constructie wordt onder meer beschreven in Anthonissen, De Wit & Mortelmans, Aspect meets modality: A semantic analysis of the German am-progressive (2016).

12 Het Nederlands lijkt wat de uitdrukking van progressief aspect betreft, een tussenpositie in te nemen. De spreker heeft in tegenstelling tot het Engels de keuze uit verschillende progressieve constructies ([aan het-inf], [zitten/liggen/staante-inf], [lopen-te-inf]), waarbij met name bij de positie- en bewegingsprogressiva een duidelijke bleaching van de oorspronkelijke betekenis kan worden vastgesteld dit past bij hun evolutie van zelfstandige werkwoorden naar hulpwerkwoorden. (14) Wat zit ik hier de hele dag rond te lopen? Wat loop je toch te grijnzen? Anders dan in het Duits kunnen de Nederlandse progressiefconstructies wel gecombineerd worden met een lijdend voorwerp (ik ben een boek aan het lezen/ik zit (lig, sta, loop) een boek te lezen); passieve constructies lijken dan weer (zoals in het Duits) onmogelijk De geschiedenis van de progressiefconstructie in het Engels Het artikel Grammaticalization by changing co-text frequencies. Or why [BE Ving] became a progressive (Petré 2016) behandelt in detail een deel van de grammaticalisatie van de Engelse progressiefconstructie. In deze paragraaf situeren we het artikel tegenover de gehele ontwikkeling en de grammaticalisatietheorie zoals hierboven geschetst. Tot nog toe werd grammaticalisatie voorgesteld als een lineair proces dat start bij een lexicaal element. In complexe, langdurige grammaticalisatieprocessen kunnen echter meerdere van zo n processen een rol spelen. De Engelse progressiefconstructie, die op (minstens) twee constructies uit het Oud-Engels teruggaat, is hiervan een goed voorbeeld. De eerste constructie bestaat uit een koppelwerkwoord en een tegenwoordig deelwoord in -ende dat functioneert als predicatief adjectief, zoals in het volgende voorbeeld: (15) And Tyberius þa wæs swyðe geblyssigende. (11 de eeuw) en Tiberius toen was heel verheugend En toen was Tiberius heel blij.

13 Het bijwoord swyðe heel laat zien dat het tegenwoordig deelwoord geïnterpreteerd wordt als een adjectief, niet alleen in vorm, maar ook in betekenis. Wat uitgedrukt wordt, is dat iemand voor zekere duur een bepaald kenmerk vertoont, namelijk blij zijn. Omdat het in vorm en betekenis om een adjectief gaat, is een vertaling met een progressiefconstructie ( was zich?heel aan het verheugen ) niet mogelijk. Een progressiefconstructie drukt immers uit dat een activiteit of gebeurtenis bezig is gelijktijdig met iets anders. Het verschil komt duidelijk tot uiting in (16), waar weren wuniende waren wonende niet kan worden gezien als bezig, maar wel als voorafgaand aan wat bezig is. (16) [E]fter þan þe hie weren wuniende in ierusalem.... þo hie forleten godes lore. (13 de eeuw) Nadat ze in Jeruzalem woonachtig waren (*aan het wonen waren), verlieten ze Gods leer. In sommige contexten kan de betekenis eigenschap die geldt voor duur X wel geïnterpreteerd worden als handeling die plaatsvindt op tijdstip X, en is dat ook de meest natuurlijke interpretatie. (17) þa he... wæs etende, þa færinga wæs he up ahafen on his modgeþance. toen hij... was etend, toen plots werd hij opwaarts geheven in zijn geest Toen hij... etend was/aan het eten was, steeg zijn geest plots op (uit zijn lichaam). Het is op basis van zinnen als deze dat het adjectief wordt geherinterpreteerd als verbaal in functie en de progressiefconstructie zich verder ontwikkelt. Vooraleer we daar verder op ingaan, kijken we eerst nog even kort naar de tweede bronconstructie. Deze bestaat uit een koppelwerkwoord met een voorzetselzin: (18) He is on hunting. Deze tweede constructie lijkt erg op de Nederlandse aan het-constructie. In beide constructies was het voorzetselvoorwerp oorspronkelijk een naamwoordelijke groep.

14 We beperken ons tot de Engelse constructie. De vorm hunting is een deverbaal naamwoord, net als Nederlandse afleidingen in ing (vgl. Hij is in vergadering). Ondanks de gelijkenis in betekenis met een progressiefconstructie, gedraagt hunting zich als een zelfstandig naamwoord. Een direct object is bijvoorbeeld aanvankelijk niet mogelijk (*he is on hunting animals). Wel roept de globale betekenis opnieuw de associatie op met werkwoordconstructies die eveneens handelingen uitdrukken. De versmelting van de twee bronconstructies leidt tot een nieuwe vorm [BE (a)ving], waarbij het voorzetsel on > a via fonetische reductie (een typisch kenmerk van grammaticalisatie) uiteindelijk verdwijnt. Daarnaast wordt het ook geleidelijk aan mogelijk directe objecten te gebruiken. Toch zijn nog niet alle elementen aanwezig om van een progressiefconstructie te spreken. De niet-verbale oorsprong blijft immers doorschemeren in de beperking tot werkwoorden die een situatie voorstellen als homogeen, zoals bijvoorbeeld het Middel-Engelse be woning woonachtig zijn, een situatie die hetzelfde blijft over haar hele duur. Een volwaardige progressiefconstructie drukt louter uit dat een gebeurtenis bezig is, zonder beperking op de aard ervan. Pas in de vijftiende eeuw duiken werkwoorden op die een opeenvolging van verschillende situaties uitdrukken, zoals was adoynge, dat naar een complexe opeenvolging van gebeurtenissen verwijst: (19) The meanewhyle as thys was adoynge, in com Merlion. Ondertussen, terwijl dit aan het gebeuren was, kwam Merlijn binnen. Het verschijnen van heterogene gebeurtenissen weerspiegelt een verschuiving van een homogene lezing ( blij zijn als niet verder in onderdelen verdeelde tijdelijke eigenschap) naar een gefocuste interpretatie bezig op tijdstip X, waarbij enkel de aard van de handeling op dat tijdstip op de voorgrond treedt, en de homogeniteit van de handeling irrelevant wordt. Petré (2016) redeneert op basis van kwantitatieve corpusevidentie dat deze verdere ontwikkeling niet spontaan plaatsvond, maar (gedeeltelijk) gemotiveerd werd door een verandering in de bredere tekstuele omgeving of co-text van de constructie. 14 Naast de constructie zelf, kunnen dus ook bredere contextuele veranderingen een rol spelen in grammaticalisatie. Concreet vindt in de late middeleeuwen een toename plaats van zinnen van het type in (17), waar [BE 14 Petré, Grammaticalization by changing co-text frequencies, or why [BE Ving] became the progressive (2016).

15 Ving] in een bijzin staat, die bij wijze van achtergrondinformatie een handeling beschrijft die bezig is op het moment dat de gebeurtenis van de hoofdzin plaatsvindt. De betekenis handeling die plaatsvindt op tijdstip X is hier oorspronkelijk het resultaat van de totale zinsstructuur die bijzin en hoofdzin combineert. Met de toename van dit type zinnen echter beginnen taalgebruikers deze betekenis toe te schrijven aan wat gezien wordt als de werkwoordelijke groep, mede omdat werkwoorden vaak dat soort temporele informatie bevatten. 15 Het gevolg is dat de progressieve functie deel van de semantiek van [BE Ving] zelf wordt, en niet meer onderdeel van de context. Dit maakt verdere evolutie mogelijk, zoals bijvoorbeeld de uitbreiding van deze functie naar [BE Ving] buiten de bijzin, zoals beschreven in Petré (2016). Het eindpunt is de volledige opname in het werkwoordparadigma, met inbegrip van bijvoorbeeld de in sectie 2.2 reeds vernoemde passieve progressiefconstructies (bv. he s being bullied). 3. Grammaticalisatie onderzoeken in de taalkundige praktijk Uit het voorgaande mag blijken dat grammaticalisatieprocessen contextgevoelig zijn. Dat betekent dat eender welk grammaticalisatieproces pas goed verklaard kan worden door naar het eigenlijke taalgebruik te kijken doorheen de tijd. Omdat niet alleen kwalitatieve aspecten een rol spelen, maar ook veranderingen in frequentie, volstaat het bovendien niet om anekdotisch te zoeken naar eerste attestaties waarin een bepaalde verandering zich manifesteert. Ten eerste kan de datering van de eerste attestatie er tot meer dan een eeuw naast zitten, zoals al is gebleken uit antedateringen naar aanleiding van de ontsluiting van meer bronnenmateriaal. Het analyseren van empirische gegevens rond taal op een meer systematische wijze staat bekend als corpuslinguïstiek. Een corpus is een doordachte selectie van bronnenmateriaal, bijvoorbeeld zo dat de verschillende periodes die met elkaar vergeleken worden dezelfde genres bevatten (en niet periode 1 alleen maar wetteksten en periode 2 alleen maar toneelstukken bijvoorbeeld). Meestal zijn de teksten in een corpus eveneens voorzien van uitgebreide meta-informatie zoals datering of informatie over de auteur 15 Het verrijken van een woord of constructie met oorspronkelijk contextuele betekenis staat bekend als pragmatische inferentie (als het de ontvanger is die deze herinterpretatie doorvoert, ook al is de uitspraak niet zo bedoeld), of pragmatische implicatuur (als het de zender is die iets tussen de regels wil zeggen).

16 (geslacht, leeftijd, sociale groep). Dit maakt het mogelijk om ook de sociale en taalexterne context mee in de analyse op te nemen. Enkel een analyse waarin de verschillende kwantitatieve en kwalitatieve aspecten bij elkaar gebracht worden, kan tot een diep inzicht leiden in een complex evolutionair fenomeen als grammaticalisatie. Referenties ANTHONISSEN, Lynn, Astrid DE WIT & Tanja MORTELMANS. Aspect meets modality: A semantic analysis of the German am-progressive. Journal of Germanic Linguistics 28:1 (2016), BYBEE, Joan. Morphology. A study of the relation between meaning and form. Amsterdam: John Benjamins, CROFT, William. The origins of grammaticalization in the verbalization of experience. Linguistics 48.1 (2010), DIEWALD, Gabriele. On some problem areas in grammaticalization theory. Grammaticalization: Current Views and Issues [Studies in Language Companion Series 119]. Red. E. Stathi, E. Gehweiler & E. König. Amsterdam: John Benjamins, HASPELMATH, Martin. Why is grammaticalization irreversible? Linguistics 37 (1999), HOPPER, Paul. On some principles of grammaticalization. Approaches to Grammaticalization, Vol. 1, Focus on Theoretical and Methodological Issues. Red. Elizabeth Closs Traugott & Bernd Heine. Amsterdam: John Benjamins, HOPPER, Paul & Elizabeth Closs TRAUGOTT. Grammaticalization. 2 nd ed. Cambridge: Cambridge University Press, HORST, Joop van der. Geschiedenis van de Nederlandse syntaxis. Leuven: Universitaire Pers, KELLER, Rudi. On Language Change: The Invisible Hand in Language. London: Routledge, PETRÉ, Peter. Grammaticalization by changing co-text frequencies, or why [BE Ving] became the progressive. English Language and Linguistics. 20:1 (2016),

17 TRAUGOTT, Elizabeth C. & Graeme TROUSDALE. Constructionalization and constructional changes (Oxford Studies in Diachronic and Historical Linguistics). Oxford: Oxford University Press, 2013.

Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp

Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp Samenvatting Semantisch versus lexicaal geslacht: synchrone en diachrone variatie in Germaanse geslachtscongruentie De meeste Germaanse talen, waaronder het

Nadere informatie

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in language. A typological study Sterre Leufkens Een taal kun je zien als een verzameling vormen (woorden, zinnen, klanken, regels),

Nadere informatie

Person Markers in Spoken Spontaneous Israeli Hebrew. A Systematic Description and Analysis S. Cohen

Person Markers in Spoken Spontaneous Israeli Hebrew. A Systematic Description and Analysis S. Cohen Person Markers in Spoken Spontaneous Israeli Hebrew. A Systematic Description and Analysis S. Cohen Persoonsmarkeerders in het Spontaan Gesproken Israelisch Hebreeuws (Samenvatting) Het corpus-gebaseerde

Nadere informatie

Grammatica overzicht Theme 5+6

Grammatica overzicht Theme 5+6 Past simple vs. Present perfect simple Past simple: Ww + ed OF 2 e rijtje van onregelmatige ww. I walked I went Ontkenningen past simple: Did not + hele ww He did not walk. Present perfect: Have/has +

Nadere informatie

The expression of modifiers and arguments in the noun phrase and beyond van Rijn, M.A.

The expression of modifiers and arguments in the noun phrase and beyond van Rijn, M.A. UvA-DARE (Digital Academic Repository) The expression of modifiers and arguments in the noun phrase and beyond van Rijn, M.A. Link to publication Citation for published version (APA): van Rijn, M. A. (2017).

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29991 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Sun, Hongyuan Title: Temporal construals of bare predicates in Mandarin Chinese

Nadere informatie

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8. Naam: Mijn doelenboekje Grammatica Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8 www.gynzy.com Inhoud & Legenda In dit doelenboekje zijn de volgende Werelden te vinden: Taalkundige ontleding...3 Redekundige

Nadere informatie

Inleiding: Combinaties

Inleiding: Combinaties Zinnen 1 Inleiding: Combinaties Combinaties op verschillende niveaus: Lettergrepen als combinaties van fonemen. Woorden als combinaties van morfemen. Zinnen als combinaties van woorden en woordgroepen.

Nadere informatie

De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 47. Kaart 17. Ik heb de band lek, getekend door C. van Bree in 1991.

De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 47. Kaart 17. Ik heb de band lek, getekend door C. van Bree in 1991. De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie 07-11-13 / 15:06 Pag. 47 47 Kaart 17. Ik heb de band lek, getekend door C. van Bree in 1991. De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie 07-11-13 / 15:06

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Khalil, E. N. (1999). Grounding in English and Arabic News Discourse. Milsbeek: in eigen beheer.

Citation for published version (APA): Khalil, E. N. (1999). Grounding in English and Arabic News Discourse. Milsbeek: in eigen beheer. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Grounding in English and Arabic News Discourse Khalil, E.N. Link to publication Citation for published version (APA): Khalil, E. N. (1999). Grounding in English and

Nadere informatie

Référence bibliographique. "Grammaticalisering in een notendop" Van Goethem, Kristel. Document type : Article de périodique (Journal article)

Référence bibliographique. Grammaticalisering in een notendop Van Goethem, Kristel. Document type : Article de périodique (Journal article) "Grammaticalisering in een notendop" Van Goethem, Kristel Document type : Article de périodique (Journal article) Référence bibliographique Van Goethem, Kristel. Grammaticalisering in een notendop. In:

Nadere informatie

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands De vraag die in dit proefschrift centraal staat, betreft de aard van aspectuele verschillen in het Russisch. Het belangrijkste doel is het aanwijzen van een eigenschap of

Nadere informatie

A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali. geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt

A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali. geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt Summary 352 12. Samenvatting A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt door de Idaksahak, een groep van ongeveer 30.000

Nadere informatie

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. 9 789082 208306 van Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. Opzoekboekje voor leerlingen in klas 1 tot en met 3 in de onderbouw

Nadere informatie

Ontleden. a) het onderwerp b) het gezegde c) de voorwerpen (lijdend en meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp) d) de bepalingen

Ontleden. a) het onderwerp b) het gezegde c) de voorwerpen (lijdend en meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp) d) de bepalingen Ontleden 1. Ontleden is een vorm van syntactische analyse die traditioneel op lagere en middelbare scholen onderwezen wordt (werd). Deze traditionele zinsontleding gaat terug op de Nederlandse spraakkunst

Nadere informatie

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 7

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 7 LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 7 2/121 Vandaag: vierde college Regeer- en Bindtheorie (4/6) 3/121 Vorige colleges:! structuur van alle woordgroepen (X -theorie) XP YP X X ZP specifier

Nadere informatie

Vaksubkernen Inhouden vwo kerndoelen onderbouw. kiezen. De leerling kan referentiële verwijzingen expliciteren.

Vaksubkernen Inhouden vwo kerndoelen onderbouw. kiezen. De leerling kan referentiële verwijzingen expliciteren. Tussendoelen Latijn ( vwo ) Latijn havo/vwo onderbouw K = gericht op voorbereiding op deze vakken in bovenbouw (Turquoise) KGV= gericht op algemene gymnasiale vorming (Zilver) = K = Kgv Taalbeschouwing

Nadere informatie

Cover Page. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in Wenzhou Chinese Issue Date:

Cover Page. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in Wenzhou Chinese Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19983 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in

Nadere informatie

The grammaticalisation of the gaan + infinitive future in spoken Dutch and Flemish. Carol Fehringer

The grammaticalisation of the gaan + infinitive future in spoken Dutch and Flemish. Carol Fehringer The grammaticalisation of the + infinitive future in spoken Dutch and Flemish. Carol Fehringer Go as a future tense expression (FTE) Only lexical/ FTE restricted FTE unrestricted not FTE German Dutch English

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands Congruentie is het verschijnsel in natuurlijke taal dat de vorm van het ene woord afhangt van de kenmerken van een ander woord. Zo hangt in het Nederlands de vorm van het

Nadere informatie

53. Anders ga je met pensioen!

53. Anders ga je met pensioen! 53. Anders ga je met pensioen! Alex Reuneker, Universiteit Leiden 1 Het bijwoord anders kent volgens Smessaert en Van Belle (2010) drie typen gebruik, als in (1)-(3). (1) Ze zullen zich morgen anders gedragen

Nadere informatie

1.2.3 Trappen van vergelijking 20

1.2.3 Trappen van vergelijking 20 INHOUD DEEL I Woord voor woord 13 1.1 Zelfstandig naamwoord (substantief) 16 1.1.1 Definitie 16 1.1.2 Soorten 16 1.1.2.1 Soortnaam of eigennaam 16 1.1.2.2 Concrete of abstracte zelfstandige naamwoorden

Nadere informatie

In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat.

In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat. Grammatica: werkwoorden werkwoordsen uitleg Werkwoordsen 1. Persoonsvorm In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Hoofdstuktoets [Je leert over] onderwerp, deelonderwerpen en hoofgedachte. 2F Ik kan onderwerp en deelonderwerpen van een tekst vinden. 2F Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden. 2F Ik

Nadere informatie

Visuele Leerlijn Taal

Visuele Leerlijn Taal Visuele Leerlijn Taal www.gynzy.com Versie: 05-09-2019 Taalbegrip Abstracties Probleem & oplossing Zender & ontvanger Functies van taal Discussie Standpunt & argument Feit & mening Illustratie (als voorbeeld)

Nadere informatie

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 Inhoudsopgave 1 Русский алфавит Het Russische alfabet 10 2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 3 Фонетика Fonetiek

Nadere informatie

1. Van taal naar taalwetenschap

1. Van taal naar taalwetenschap 1. Van taal naar taalwetenschap Opdracht 1.1 Vraag: Ga voor jezelf na hoe de verkleinwoorden van Nederlandse zelfstandige naamwoorden worden gevormd (dus: huis huisje, enzovoorts) en probeer zo de onbewuste,

Nadere informatie

We gaan het hebben over de woordvolgorde in Engelse zinnen.

We gaan het hebben over de woordvolgorde in Engelse zinnen. Wordorder. We gaan het hebben over de woordvolgorde in Engelse zinnen. 2. SVO In de taalkunde wordt Engels als een SVO-taal beschouwd, vanwege de volgorde van woorden in een zin. SVO staat voor Subject,

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk

Nadere informatie

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. DEEL 1: werkwoorden 1. Werkwoorden Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. Voorbeelden: komen, gaan, zwemmen, lopen, zijn enz. 1.1 Vormen van het werkwoord Werkwoorden

Nadere informatie

De rol van demografie in taalverandering. Freek Van de Velde KU Leuven

De rol van demografie in taalverandering. Freek Van de Velde KU Leuven De rol van demografie in taalverandering Freek Van de Velde KU Leuven Het verlies van morfologie Afgezien van enkele nieuwe synthetische vormen (Van Haeringen 1950), hebben de Germaanse talen (de Romaanse

Nadere informatie

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek Bezoek- en postadres: Bredewater 16 2715 CA Zoetermeer info@uitgeverijbos.nl www.uitgeverijbos.nl 085 2017 888 Aan de totstandkoming van

Nadere informatie

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww.,

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww., Zinsontleding: onderwerp, persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, handelend voorwerp, voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepalingen in zinnen.

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands Constructies, beperkingen en voorstellingswijze: Adposities in het Nederlands De term adpositie wordt gebruikt voor partikels, preposities (voorzetsels) en postposities (achterzetsels).

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands Dit proefschrift gaat over de grammatica van het Makhuwa. Deze Bantoetaal wordt gesproken in het noorden van Mozambique en het zuiden van Tanzania. Naar schatting zijn er

Nadere informatie

DE AAN HET INFINITIEF-CONSTRUCTIE IN HET NEDERLANDS

DE AAN HET INFINITIEF-CONSTRUCTIE IN HET NEDERLANDS GEERT BOOIJ DE AAN HET INFINITIEF-CONSTRUCTIE IN HET NEDERLANDS 1. Inleiding Veel talen van Europa gebruiken syntactische constructies om progressief aspect uit te drukken (Bertinetto e.a. 2000). Globaal

Nadere informatie

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde Luisteren - kwalitatieve niveaucriteria en zinsbouw tempo en articulatie Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben o.a. betrekking op zeer betrekking op betrekking op betrekking

Nadere informatie

Hiermee wijs je een speciaal iemand of iets aan. Je begint met de ene zinsstructuur en maakt de zin af in een andere zinsstructuur.

Hiermee wijs je een speciaal iemand of iets aan. Je begint met de ene zinsstructuur en maakt de zin af in een andere zinsstructuur. Kernwoordenlijst Kernwoord Uitleg Voorbeeld Aanwijzend Achtervoegsel Afleiding Anakoloet (ontspoorde zin) Beknopte bijzin Bepaling van gesteldheid Betrekkelijk Bezittelijk Bijstelling Bijvoeglijk naamwoord

Nadere informatie

Toets grammaticale termen met sleutel

Toets grammaticale termen met sleutel Schrijf Vaardig 1, 2 en 3 Methode met grammaticale opbouw voor anderstaligen Toets grammaticale termen met sleutel Marilene Gathier u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2012 Deze toets hoort bij

Nadere informatie

Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen

Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Samenvatting Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Negen casestudies naar de verwerving van het Engels, Duits en Zweeds door volwassen moedertaalsprekers

Nadere informatie

Eigen vaardigheid Taal

Eigen vaardigheid Taal Eigen vaardigheid Taal Door middel van het beantwoorden van de vragen in dit blok heeft u inzicht gekregen in uw kennis en vaardigheden van de grammatica en spelling van de Nederlandse taal. In het overzicht

Nadere informatie

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven. 1.8 Nederlands formuleren Als je zuiver Nederlands schrijft, moet je net als een verzorgde spelling een verzorgde zinsbouw gebruiken. Veel voorkomende fouten moet je daarbij vermijden. Deze fouten vind

Nadere informatie

College 4: Gegeneraliseerde Kwantoren

College 4: Gegeneraliseerde Kwantoren Semantiek CKI/CAI Utrecht, herfst 2008 College 4: Gegeneraliseerde Kwantoren Onderwerpen: NP denotaties als verzamelingen van verzamelingen, monotoniciteit bij kwantoren, determiner denotaties als relaties

Nadere informatie

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het

Nadere informatie

Antwoorden Nederlands Ontleding

Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig

Nadere informatie

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010 1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan

Nadere informatie

Luisteren: Elke taaluiting is relevant

Luisteren: Elke taaluiting is relevant Emma van Bijnen ADR Instituut 1 Luisteren: Elke taaluiting is relevant Niet de directe betekening van de bijdrage, maar de intentie van de spreker Er zijn ontelbaar veel verschillende dingen die partijen

Nadere informatie

Hoe oefen je grammatica? Liesbeth Schenk Sonja van Boxtel TUDelft, ITAV Nederlands voor buitenlanders

Hoe oefen je grammatica? Liesbeth Schenk Sonja van Boxtel TUDelft, ITAV Nederlands voor buitenlanders Hoe oefen je grammatica? Liesbeth Schenk Sonja van Boxtel TUDelft, ITAV Nederlands voor buitenlanders 1 Programma Aanleiding + Twee typen leerders Theorie: Expliciet vs. impliciet Focus on Form: hoe? Processing

Nadere informatie

EEN SEXTANT VOOR EEN TAALSPECIALIST

EEN SEXTANT VOOR EEN TAALSPECIALIST EEN SEXTANT VOOR EEN TAALSPECIALIST Bijdragen tot Joost Buysschaert in profiel Onder redactie van Sonia Vandepitte Bart Defrancq Lieve Jooken 37 JOOST WAS HET GEWOON OM DERGELIJKE ZINNEN TE ANALYSEREN.

Nadere informatie

Z I N S O N T L E D I N G

Z I N S O N T L E D I N G - 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk

Nadere informatie

Online cursus spelling en grammatica

Online cursus spelling en grammatica Handleiding Online cursus spelling en grammatica Het hoofdmenu In het hoofdmenu kun je links op een niveau klikken. Daarnaast zie je een overzicht van de modules die bij dit niveau horen. Modules Rechts

Nadere informatie

Jan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek

Jan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek Jan Heerze Kortom Nederlandse grammatica Walvaboek WOORD VOORAF Kennis van de Nederlandse grammatica is geen doel in zichzelf, maar een hulpmiddel om tekortkomingen in eigen taalgebruik te corrigeren.

Nadere informatie

Inleveropdracht 1: Morfologie & Syntaxis

Inleveropdracht 1: Morfologie & Syntaxis Inleveropdracht 1: Morfologie & Syntaxis Inleiding Taalkunde 2013 Lever de uitwerking van deze opgaves op papier in tijdens college of in het cursuspostvak op Trans 10, kamer 0.16b (dat is de kamer direct

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/42365

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch. For a summary in English, see section )

Samenvatting. (Summary in Dutch. For a summary in English, see section ) 524 Samenvatting (Summary in Dutch. For a summary in English, see section 1.2.4.) Dit proefschrift beschrijft de grammatica van het Sheko. Het Sheko is een Omotische taal in het zuidwesten van Ethiopië

Nadere informatie

Pragmatiek. 6 juni 2009

Pragmatiek. 6 juni 2009 Pragmatiek 6 juni 2009 Semantiek - Betekenis gedefinieerd in termen van verwijzing naar de werkelijkheid buiten de taal (denotatie) [[Jantje]] = het individu Jantje [[slaapt]] = de verzameling van slapende

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Agrammatische Broca-afasie wordt meestal veroorzaakt door een hersenbeschadiging in (de omgeving) van het gebied van Broca (Brodmann s areas 44 en 45). Hierdoor krijgt de patiënt

Nadere informatie

Samenstellingen en tussenklanken.

Samenstellingen en tussenklanken. Samenstellingen en tussenklanken. Een onderzoek naar de geschiedenis van de tussenklank in nominale samenstellingen. Bob van Tiel Radboud Universiteit Nijmegen Samenstellingen Weinig beperkingen bij het

Nadere informatie

Vaksubkernen Inhouden vwo kerndoelen onderbouw. De leerling kan zijn Latijnse woordenschat inzetten bij het tekstbegrip

Vaksubkernen Inhouden vwo kerndoelen onderbouw. De leerling kan zijn Latijnse woordenschat inzetten bij het tekstbegrip Tussendoelen Latijn ( vwo ) Latijn havo/vwo onderbouw K = gericht op voorbereiding op deze vakken in bovenbouw (Turquoise) KGV= gericht op algemene gymnasiale vorming (Zilver) = K = Kgv Taalsysteem Vocabulaire

Nadere informatie

De diachronie van kunnen

De diachronie van kunnen ANTWERP PAPERS IN LINGUISTICS 109 De diachronie van kunnen Gert Van Ostaeyen en Jan Nuyts Centrum voor Grammatica, Cognitie en Typologie Universiteit Antwerpen 2004 1 ISSN 0776-3859 Copyright 2004 Gert

Nadere informatie

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen.

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen. DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen. STRUCTUUR De lesstof is ingedeeld in rubrieken (onderwerpen)

Nadere informatie

Samenvatting Frans Stencil Franse tijden

Samenvatting Frans Stencil Franse tijden Samenvatting Frans Stencil Franse tijden Samenvatting door een scholier 2255 woorden 17 juli 2006 5,6 431 keer beoordeeld Vak Frans Présent ( Tegenwoordige tijd ). De présent is de tegenwoordige tijd.

Nadere informatie

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46 Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord

Nadere informatie

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties Ronde 3 Joost Hillewaere Eekhoutcentrum Contact: joost.hillewaere@kuleuven-kulak.be Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties 1. Inleiding Waarom leren kinderen taal op school? Taal heeft

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/68261

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Grammatica zinsdelen 1F Grammaticale kennis: onderwerp, lijdend voorwerp, hoofdzin, bijzin, gezegde, persoonsvorm. 1E Grammaticale kennis: meewerkend voorwerp. 2E Grammaticale kennis: bijwoordelijke

Nadere informatie

Samenvatting. wh-vraagzinnen genoemd, omdat in het Engels dergelijke vraagwoorden met de letters wh beginnen.

Samenvatting. wh-vraagzinnen genoemd, omdat in het Engels dergelijke vraagwoorden met de letters wh beginnen. Samenvatting Talen verschillen in de wijze waarop woorden en zinnen of delen daarvan gecombineerd worden om een betekenisvolle expressie te vormen. Bijvoorbeeld, in de Engelse wh-vraagzin Who does John

Nadere informatie

Indien hier B toegekend wordt, neemt de beoordelaar contact op met de examemnverantwoordelijke in verband met de verdere beoordeling.

Indien hier B toegekend wordt, neemt de beoordelaar contact op met de examemnverantwoordelijke in verband met de verdere beoordeling. Beoordelingsmodel Napoleon Voorbeeld tekst Napoleon Bonaparte was een Frans militair en politiek leider op het einde van de 8 e en het begin van de 9 e eeuw. Hij voerde oorlog in bijna heel Europa en breidde

Nadere informatie

class book I am reading a book. close your books homework My teacher gave me a lot of homework. to read We are going to read that book.

class book I am reading a book. close your books homework My teacher gave me a lot of homework. to read We are going to read that book. classroom The students are waiting for their teacher in the classroom. class pupil / student classmate You can ask your classmate for help with your homework. please sit down please stand up look at this

Nadere informatie

Woord en wereld Een inleiding tot de taalfilosofie

Woord en wereld Een inleiding tot de taalfilosofie Woord en wereld Een inleiding tot de taalfilosofie Filip Buekens Acco Leuven / Den Haag Hoofdstuk I. Freges uitgangspunten 11 I.1 De semantische dimensie van taal 11 I.2 Proposities: Freges kernstellingen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Men neemt algemeen aan dat er in de orde van vijf- tot zesduizend talen zijn. Afgezien van het Engels, Frans of het Spaans, bestaat er voor veel talenparen X, Y niet een woordenboek

Nadere informatie

Nederlandse taalbeschouwing als ondersteuning voor het vreemdetalenonderwijs? Elena Lievens workshop studiedag Taal en Tekst, ENW AUGent, 6/11/2013

Nederlandse taalbeschouwing als ondersteuning voor het vreemdetalenonderwijs? Elena Lievens workshop studiedag Taal en Tekst, ENW AUGent, 6/11/2013 Nederlandse taalbeschouwing als ondersteuning voor het vreemdetalenonderwijs? Elena Lievens workshop studiedag Taal en Tekst, ENW AUGent, 6/11/2013 Gewijzigde eindtermen Taalprof Peter-Arno Coppen van

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden

Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden Samenvatting door Bernard 1165 woorden 29 januari 2015 6,8 14 keer beoordeeld Vak Nederlands Redekundig ontleden Allereerst, wat is redekundig ontleden? Redekundig

Nadere informatie

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv Inhoud 1 Spelling 5 1 geschiedenis van de nederlandse spelling in vogelvlucht 11 2 spellingregels 13 Klinkers en medeklinkers 13 Spelling van werkwoorden 14 D De stam van een werkwoord 14 D Tegenwoordige

Nadere informatie

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5 Taal actief 4 taal verkennen groep 5-8 taal verkennen groep 5 In dit document een overzicht opgenomen van de benodigde voor de lessen Taal verkennen groep 5. Deze kenn maakt onderdeel uit van de leerlijn

Nadere informatie

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Hieronder vindt u de leerplandoelen taalbeschouwing die we met onze evaluatie in kaart willen brengen. Ze staan in dezelfde volgorde

Nadere informatie

Spreken en Verstaan: Inleiding Fonetiek

Spreken en Verstaan: Inleiding Fonetiek 2011-2012, blok 2 Spreken en Verstaan: Inleiding Fonetiek werkcollege 10: functies van prosodie prosodie C est le ton qui fait la musique. It s not what you say, it s how you say it. prosodie resulteert

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: leesvaardigheid Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1 + 2 Theorie blz. 7-8, 50 aantekeningen oefeningen uit het leerboek stappenplan lezen De leerling kent de termen onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte,

Nadere informatie

Basisbegrippen van de taalwetenschap: Pragmatiek

Basisbegrippen van de taalwetenschap: Pragmatiek Basisbegrippen van de taalwetenschap: Pragmatiek Marc van Oostendorp M.van.Oostendorp@umail.LeidenUniv.NL 15 november 2004 Pragmatiek Wat is pragmatiek? Voorbeelden Definitie en subdisciplines Taalhandelingentheorie

Nadere informatie

Vandaag. Programma (webshop afasienet.com) Even voorstellen Ontvangst

Vandaag. Programma (webshop afasienet.com) Even voorstellen Ontvangst Vandaag Programma (webshop afasienet.com) 14.15-14.30 Ontvangst Even voorstellen 14.30-15.15 Lezing over de klinische implicaties van het proefschrift 15.15-15.45 Discussie over toepassen van gebaren in

Nadere informatie

Een onderzoek naar het polyseme voorzetsel. rond in een corpus

Een onderzoek naar het polyseme voorzetsel. rond in een corpus Een onderzoek naar het polyseme voorzetsel rond in een corpus Bachelorscriptie Hille van Gelder 0605409 21 augustus 2009 Lotte Hogeweg Helen de Hoop Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 1 2.1 GRAMMATICALISATIE...

Nadere informatie

GASTLEZING: DISTRIBUTIONELE VECTOREN IN ALTERNANTIEONDERZOEK. Dirk Pijpops, Nederlandse Taalkunde: Hedendaagse stromingen, UCL, Louvain-La-Neuve

GASTLEZING: DISTRIBUTIONELE VECTOREN IN ALTERNANTIEONDERZOEK. Dirk Pijpops, Nederlandse Taalkunde: Hedendaagse stromingen, UCL, Louvain-La-Neuve GASTLEZING: DISTRIBUTIONELE VECTOREN IN ALTERNANTIEONDERZOEK Dirk Pijpops, Nederlandse Taalkunde: Hedendaagse stromingen, UCL, Louvain-La-Neuve Rationele paradigma Empirische paradigma Simulatieparadigma

Nadere informatie

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde Luisteren - kwalitatieve niveaucriteria en zinsbouw tempo en articulatie Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben o.a. betrekking op zeer betrekking op betrekking op betrekking

Nadere informatie

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46 Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Vak: Nederlands Klas: vmbo-tl 2 Onderdeel: Spelling 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan

Nadere informatie

Inhoud. 1 Spelling 10

Inhoud. 1 Spelling 10 Inhoud 1 Spelling 10 1 geschiedenis van de friese spelling (stavering) in het kort 10 2 spellingregels 12 Hulpmiddelen 12 Klinkers en medeklinkers 12 Lettergrepen 13 Stemhebbend en stemloos 13 Basisregels

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32972 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Bondéelle, Olivier Title: Polysémie et structuration du lexique : le cas du wolof

Nadere informatie

Aantekening Engels Engels Grammatica

Aantekening Engels Engels Grammatica Aantekening Engels Engels Grammatica Aantekening door M. 1022 woorden 26 juni 2014 5,6 25 keer beoordeeld Vak Methode Engels New interface Samenvatting grammatica engels. Present simple. Gebruik: bij een

Nadere informatie

Vaksubkernen Inhouden vwo kerndoelen onderbouw

Vaksubkernen Inhouden vwo kerndoelen onderbouw Tussendoelen Latijn ( vwo ) Latijn havo/vwo K = gericht op voorbereiding op deze vakken in bovenbouw (Turquoise) KGV= gericht op algemene gymnasiale vorming (Zilver) = K = Kgv Taalsysteem Vocabulaire Betekenis

Nadere informatie

Glossary Begrijpelijke Taal

Glossary Begrijpelijke Taal Glossary Begrijpelijke Taal Afstand tussen referenten of proposities De afstand tussen referenten of proposities in een tekst. Een referent is een persoon of ding waarnaar in de tekst verwezen wordt. Een

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Engelse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Herfstvergadering Koninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, 24 oktober 2014, Gent

Herfstvergadering Koninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, 24 oktober 2014, Gent Herfstvergadering Koninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, 24 oktober 2014, Gent Dirk Pijpops, KU Leuven, onderzoeksgroep QLVL AI Lab Agent-gebaseerde modellering

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29022 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Lin, Chin-hui Title: Utterance-final particles in Taiwan Mandarin: contact, context

Nadere informatie

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief Bij de verschillende onderdelen van Taal actief kunt u onderdelen uit De bovenkamer

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/44090 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Petrollino, S. Title: A grammar of Hamar : a South Omotic language of Ethiopia

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18 Inhoud Deel 1 Spelling 18 Inleiding 15 1 Grondbeginselen van de Nederlandse spelling 21 1.1 Verschil tussen klank en letter 22 1.2 Hoofdregels 22 1.3 Interactie tussen de regels 24 1.4 Belang van de regel

Nadere informatie

Lexicografie en lexicologie

Lexicografie en lexicologie Lexicografie en lexicologie Basisliteratuur: Piet van Sterkenburg (ed.) (2003), A Practical Guide to Lexicography. John Benjamins Publishing Company, Amsterdam/Philadelphia. + aanvullende literatuur op

Nadere informatie

1. will + hele werkwoord (Future Simple) 2. shall + hele werkwoord 3. to be (am/is/are) going to + hele werkwoord

1. will + hele werkwoord (Future Simple) 2. shall + hele werkwoord 3. to be (am/is/are) going to + hele werkwoord FUTURE TENSE ( TOEKOMENDE TIJD ) Hoe? 1. will + hele werkwoord (Future Simple) 2. shall + hele werkwoord 3. to be (am/is/are) going to + hele werkwoord Wanneer? Ad 1. Als iets in de toekomst zal gebeuren

Nadere informatie