Bundel van de Commissie Stad en Ruimte van 26 januari 2016

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bundel van de Commissie Stad en Ruimte van 26 januari 2016"

Transcriptie

1 Bundel van de Commissie Stad en Ruimte van 26 januari 2016 Agenda documenten Agenda 14, 21 en 26 januari Opening 2 Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten 3 Verslagen Utrecht Cie-Stad en Ruimte middag Utrecht-cie Stad en Ruimte Utrecht Cie-Stad en Ruimte Ochtend Utrecht Cie-Stad en Ruimte Middag Utrecht Cie-Stad en Ruimte Avond 4 Ingekomen stukken 5 Mogelijkheid tot het stellen van rondvraagpunten en vragen t.a.v. de toezeggingenlijst aan de portefeuillehouder(s) toezeggingenlijst cie S&R 14, 19 en 21 januari Vaststelling bestemmingsplan Wilhelminapark, Buiten-Wittevrouwen Voorstel_4668 Wijzigingen n.a.v. bestuurlijke lus - DEF Link stukken BP Wilhelminapark, Buiten-Wittevrouwen Brief RvS_Uitspraak Utrecht Bp Wilhelminapark, Buiten-Wittevrouwen_ Cie S&R Cohenlaan (Verzonden ) Cohenlaan 25 Cie S&R Informatie over woningdelen en Friends-concept in Amsterdam Informatie over woningdelen en Friends-concept in Amsterdam Bijlage Friends-concept MN en mogelijkheden in de Utrechtse woningmarkt 26 Cie S&R: Huisvesting Voedselbank/uitgiftepunten commissiebrief voedselbank Verslagen Expertmeetings Gebiedsontwikkeling nieuwe stijl UR_StuurMee_Verslag expertmeeting_ Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvraagpunten wethouder Jansen

2 Agenda documenten 1 Agenda 14, 21 en 26 januari 2016 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Stad en Ruimte Postbus CE Utrecht Telefoon commissiestadenruimte.secr@utrecht.nl Agenda commissie Stad en Ruimte van 14, 21 en 26 januari 2016 Uitnodiging voor de openbare vergadering van de commissie Stad en Ruimte, die wordt gehouden op: - donderdagochtend 14 januari 2016 van tot uur - donderdagochtend 21 januari 2016 van 9.30 tot uur - donderdagmiddag 21 januari 2016 van tot uur - donderdagavond 21 januari 2016 van tot uur - dinsdagavond 26 januari 2016 van tot uur Deze vergadering vindt plaats in de raadzaal van het stadhuis. Op de agenda is per vergaderpunt indicatief het behandeltijdstip opgenomen. De leden van het college zijn uitgenodigd om aanwezig te zijn bij de behandeling van de onderwerpen die betrekking hebben op hun portefeuille. Donderdagochtend: wethouder Geldof Donderdagochtend: wethouder Kreijkamp Donderdagmiddag: wethouder Van Hooijdonk Donderdagavond: wethouder Everhardt Dinsdagavond: wethouder Jansen DONDERDAGOCHTEND 14 JANUARI 2016 voorzitter: De heer Van Schie De agendapunten 1 t/m 5 worden per dagdeel herhaald. 1. Opening en mededelingen 2. Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten

3 3. Verslagen. De verslagen van de commissie Stad en Ruimte van 26 november en 1 en 3 december Ingekomen stukken 5. Mogelijkheid tot het stellen van rondvraagpunten en vragen t.a.v. de toezeggingenlijst aan de portefeuillehouder(s) Wethouder Geldof Beleidsvelden: Leidsche Rijn, Openbare Ruimte en Groen, Grondzaken, Erfgoed en Monumenten. 6. Raadsvoorstel vaststelling bestemmingsplan De Wetering uur Bij besluit van 30 januari 2014 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan 'De Wetering' vastgesteld. Dit bestemmingsplan heeft tot doel het juridischplanologisch vastleggen van de bestaande situatie en de functionele en ruimtelijke structuur van het gebied De Wetering. Tegen dit raadsbesluit is beroep ingesteld. Op 29 april 2015 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een zogenaamde tussenuitspraak gedaan en de gemeente opgedragen de door de Raad van State geconstateerde rechtsonzekerheid weg te nemen en het bestemmingsplan op het onderdeel The Wall vóór 1 februari 2016 te wijzigen. Voor het overige is de gemeente in het gelijk gesteld. De Raad van State heeft in de uitspraak, kort samengevat, aangegeven dat de regeling ten aanzien van The Wall gewijzigd moet worden, omdat het bestaande en reeds eerder vergunde gebruik niet duidelijk en positief is bestemd, zodat daarover rechtsonzekerheid bestaat. Om deze rechtsonzekerheid weg te nemen, is nu een eindbestemming opgenomen voor The Wall in plaats van een uit te werken bestemming. 7. Raadsvoorstel Ontwikkelingskader parkzone Amsterdam Rijnkanaal uur Het Ontwikkelingskader Parkzone Amsterdam Rijnkanaal (ARK) helpt de gemeente om te sturen op realisatie van haar ambities en op de ontwikkelingen en initiatieven van andere partijen in de toekomstige parkzone. Het Ontwikkelingskader schrijft inrichtingsprincipes en elementen voor om de ruimtelijke samenhang langs en over het kanaal te versterken en benoemt bijzondere plekken. 8. Commissiebrief Aanpassing markten

4 uur Geagendeerd door CDA en PvdA. "De CDA-fractie wil graag afspraken maken met de wethouder over de uitwerking van de marktverordening. De fractie is tevreden over de richting die ingezet wordt op het Vredenburg en herkent daarin een aantal voorstellen die de fractie deed in de eigen notitie over markten, in het bijzonder wat betreft sturing en collectieve promotie. De fractie is benieuwd wat deze werkwijze op termijn betekent voor de inzet vanuit de gemeente zelf. De verschillende regimes die door het college zijn voorgesteld lijken een voorbode voor vergelijkbare veranderingen op andere markten. Het CDA vindt dat de raad daar ook actief op moet kunnen sturen, zeker met de oproep tijdens de RIA voor maatwerk in het achterhoofd. De fractie wil daarom met het college (en de andere fracties) bespreken hoe dit geborgd wordt. Daarbij kan bijvoorbeeld worden overwogen om regimewijzigingen via een voorhangprocedure met de commissie S&R te delen. De CDA-fractie wil graag meer duidelijkheid van het college over hoe gestuurd gaat worden op de juiste branchering. Ook tijdens de RIA bleek maatwerk belangrijk, net als flexibiliteit. Maar de beschikbaarheid van de juiste ondernemers en de wijze van benaderen spelen daar een belangrijke rol in. Uit de brief van het college is niet duidelijk of deze niet in de verordening geregelde 'uitvoeringsaspecten' ook onderdeel zijn van de verordening en zo ja, hoe. Tot slot wil het CDA graag vragen naar maatregelen om de bereikbaarheid van de markten te verbeteren. Dit bleek bij onze rondgang in 2014 al één van de belangrijkste knelpunten, in het bijzonder op het Vredenburg, waar met name fietsparkeerplekken tekortschieten." "De PvdA-fractie wil mede naar aanleiding van de reacties in de RIA van het college horen op welke wijze de nieuwe marktverordening maatwerk en flexibiliteit toelaat voor vernieuwing en meer ondernemerschap op de Utrechtse markten. De rol en betrokkenheid van de marktkooplieden vindt de PvdA van wezenlijk belang bij het doorontwikkelen van de markten. Eveneens een democratisch tot stand gekomen commissie Vredenburg. Ook hier wil de PvdA bij stilstaan. Tot slot wil de PvdA duidelijkheid omtrent verloop (besluitvormings) proces met betrekking tot de Marktverordening en inrichtingsplannen per markt in relatie tot de sturingsrol van de gemeenteraad." 9. Commissiebrief Cremerstraat d.d in samenhang met commissiebrief Cremerstraat d.d uur Geagendeerd door PvdA, GroenLinks en PvdD.

5 De fractie van de PvdA is van mening dat de gemeente zich terughoudend moet opstellen bij het (onnodig) vellen van bomen. De bomen hebben zeer belangrijke effecten voor onze gezondheid. Op basis van de inbrengen van bewoners tijdens de Raadsinformatieavond constateert de fractie van de PvdA dat er niet alle varianten onderzocht zijn en dat de compensatie van bomen /groen nog niet helemaal goed is geregeld. Daarnaast heeft de fractie ook gehoord dat er onduidelijkheden zijn over de communicatie in het vervolgtraject. De fractie van de PvdA wil deze drie punten zowel met de wethouder als met andere fracties bediscussiëren. De fractie van GroenLinks zou graag in gesprek gaan met de andere leden van de commissie en de wethouder over (a) de alternatieve trajecten en de beoordeling daarvan door Eneco en (b) de groencompensatie en wijzen om de flexibiliteit voor groen en ideeën van bewoners zo groot mogelijk te houden (bijvoorbeeld door het toepassen van instrumenten uit de Toolkit die is besproken in de expertmeeting ondergrond, of door de leidingen iets anders neer te leggen). Tenslotte zou de fractie graag spreken over het vervolg van het participatieproces met betrekking tot de groencompensatie. De fractie van de PvdD hoort graag hoe de gemeente om zal gaan met de uitspraak van de voorzieningenrechter (op ), dat de kapvergunning onrechtmatig is verleend maar de bomenkap door mag gaan. Daarnaast wil de fractie graag met de wethouder en andere partijen in gesprek over het Vleutensewegtracé als alternatief voor de Enecoroute. Ook maakt de fractie zich zorgen over de rechtsbescherming van burgers en willen ze van de wethouder horen hoe de gemeente samen met Prorail en Eneco één bewonersloket kan inrichten waar omwonenden met schade terecht kunnen. Tot slot wil de PvdD in gesprek over het faunaonderzoek en wil de fractie van de wethouder horen welke maatregelen getroffen worden om het verlenen van deze kapvergunning, ondanks de effecten hiervan op het leefgebied van vleermuizen en egels, te rechtvaardigen. 10. Beantwoording rondvraagpunten enz. wethouder Geldof uur

6 DONDERDAGOCHTEND 21 JANUARI 2016 voorzitter: Mevrouw Baş De agendapunten 1 t/m 5 worden per dagdeel herhaald. Wethouder Kreijkamp Beleidsvelden: Economie, Citymarketing en Internationale Zaken 11. Commissiebrief Blauwe zones bij winkelcentra uur Geagendeerd door CDA en PvdA. De fractie van het CDA wil met de commissie in gesprek over de uitkomsten van de RIA en de wenselijkheid van het voeren van een parkeerbeleid met meer variatie in instrumenten bij winkelcentra. De fractie van de PvdA wil met het college en de overige fracties in gesprek over de onderbouwing van het college om niet te kiezen voor blauwe zones. Daarbij wil de PVDA ook de proef voor goedkoper parkeren op de Kanaalstraat betrekken. 12. Commissiebrief S&R: stand van zaken Ondernemersfonds Utrecht uur Geagendeerd door GroenLinks en VVD. De GroenLinksfractie en de VVD willen met de wethouder en andere fracties in gesprek over de invulling van de voorwaarden aan de gemeentelijke bijdrage aan het ondernemersfonds. Ze willen met name een nadere toelichting op de invulling van de gemeentelijke inzet op werkgelegenheid en de oplossing ten aanzien van onderbesteding in bepaalde trekkingsgebieden. 13. Commissiebrief ALV Vereniging Parkmanagement Papendorp uur Geagendeerd door de PvdA. De fractie van de PvdA heeft in het dossier aanpak onregelmatigheden opdrachtverlening Vereniging Parkmanagement Papendorp steeds gepleit voor het terugbetalen van het onjuist verstrekte bedrag van ruim 5 ton. Tussen het bestuur van de Vereniging Parkmanagement Papendorp en voormalige bestuursleden en The Rose is een schikking overeen gekomen, die niet openbaar is. Mede gelet op Good Governance en transparantie had de PvdA zowel vanuit de vereniging als van de gemeente als lid van de Vereniging Parkmanagement verwacht transparant te zijn over de uitkomsten

7 van deze schikking. De PvdA wil van het college horen waarom zij hier niet voor kiezen. De PvdA is erg benieuwd naar de uitkomsten en wil horen welke schikking er getroffen is. 14. Beantwoording rondvraagpunten enz. wethouder Kreijkamp uur DONDERDAGMIDDAG 21 JANUARI 2016 Voorzitter:: De heer Koning De agendapunten 1 t/m 5 worden per dagdeel herhaald. Wethouder Van Hooijdonk Beleidsvelden: Verkeer en Mobiliteit, Duurzaamheid en Milieu 15. Raadsvoorstel Ontwerp en bestemmingsplan HOV Zuidradiaal, trajectdeel Z uur De HOV Zuidradiaal, trajectdeel Z80, maakt deel uit van de Zuidradiaal van het HOV-netwerk van Utrecht. De Zuidradiaal is de vrijliggende busbaan die Vleuten-De Meern via Papendorp verbindt met het Centraal Station. De HOVbaan Transwijk betreft het zogenaamde trajectdeel Z80 van de Zuidradiaal. Dit trajectdeel loopt vanaf de Churchilllaan, via de Koningin Wilhelminalaan en de Overste den Oudenlaan naar de dr. M.A. Tellegenlaan. In het verlengde hiervan zal de busbaan Dichterswijk (Z90) aangelegd worden over de dr. M.A. Tellegenlaan en de Van Zijstweg. De Z90 wordt met een apart bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Beide radialen vormen het sluitstuk van de HOV Zuidradiaal die de bereikbaarheid van de OV-Terminal en het busstation West voor het openbaar busvervoer mogelijk maakt. Op 24 november jl. heeft het college het Ontwerp HOV Zuidradiaal, trajectdeel Z80, vastgesteld. Het voorstel dat nu voorligt betreft het vaststellen door de gemeenteraad van het bestemmingsplan HOV-baan Transwijk, Kanaleneiland op basis van de vaststellingsrapportage van reacties op het Ontwerpbestemmingsplan HOVbaan Transwijk, Kanaleneiland. 16. Commissiebrief Afronding beëindiging structurele subsidie-relatie Milieucentrum Utrecht uur Geagendeerd door de PvdD.

8 Op het moment van ontvangst van de commissiebrief is het beëindigen van de subsidie nog niet in de commissie en de raad besproken. Noch in de programmabegroting 2016, noch in de commissiebrief is een uitgewerkt plan gemaakt dat ten grondslag ligt aan het stopzetten van deze langdurige subsidierelatie en het borgen van de belangrijke taak om het milieu te beschermen. De Partij voor de Dieren gaat hierover graag in gesprek met andere partijen en de wethouder. 17. Vervoerplan U-OV 2016-deel 2, uitstel start consultatie uur Geagendeerd door de PvdA en ChristenUnie Tijdens de commissie geeft de fractie, mede op basis van de uitkomsten van de RIA, graag richting aan de reactie die het college in de consultatiefase op het Vervoerplan zal geven. De PvdA-fractie vindt dit mede van belang, omdat is aangekondigd dat in het betreffende vervoerplan veel wijzigingen zitten, die veelal betrekking hebben op de stad Utrecht. Tijdens de RIA werden door de insprekers een aantal mogelijke aanpassingen gesuggereerd en in de loop van de week na de RIA werd ook duidelijk dat in Leidsche Rijn veel vragen leven over de voorgestelde wijzigingen. De ChristenUnie zou deze graag met de raad en het college bespreken zodat ze betrokken kunnen worden bij de reactie van het college. 18. Commissiebrief Stand van zaken Uithoflijn in samenhang met de raadsbrief inzake koppeling tramlijnen Stationsgebied uur Geagendeerd door de PvdA. De PvdA gaat graag met het college in gesprek over de beoogde doorkoppeling van de Uithoflijn naar de SUNIJ-lijn, het tijdpad hiervoor en de financiering hiervan. Daarnaast is de PvdA benieuwd of de algehele voortgang van de Uithoflijn nog op schema (ingebruikname medio 2018) ligt. 19. Beantwoording rondvraagpunten enz. wethouder Van Hooijdonk uur DONDERDAGAVOND 21 JANUARI 2016 voorzitter: Mevrouw Baş

9 De agendapunten 1 t/m 5 worden per dagdeel herhaald. Wethouder Everhardt Beleidsveld: Stationsgebied 20. Raadsvoorstel Vaststelling bestemmingsplan Zuidgebouw uur De gemeente Utrecht is bezig haar Stationsgebied te herontwikkelen. De uitgangspunten hiervoor zijn vastgelegd in het Structuurplan Stationsgebied (2006). De herontwikkeling van het Stationsgebied is gericht op de ontwikkeling van een hoogwaardig, multimodaal openbaar Vervoersknooppunt in combinatie met een toplocatie voor werken, wonen en voorzieningen. In het bestemmingsplan Zuidgebouw worden de bouw- en gebruiksmogelijkheden ten behoeve van het Zuidgebouw en het tram- en busstation vastgelegd. Het multifunctionele Zuidgebouw bestaat uit woningbouw en aanvullende commerciële voorzieningen zoals kantoren, horeca en leisure. Het Zuidgebouw wordt gebouwd bovenop een tafelconstructie die tevens het dak van het toekomstig tram- en busstation vormt. 21. Raadsvoorstel BOO Jaarbeursterrein in samenhang met commissiebrief Voorhangprocedure Ontwikkelovereenkomst Jaarbeursterrein en Overeenkomst Grondruiling uur De herontwikkeling van het Jaarbeursgebied kent een lange geschiedenis. In mei 2013 is een belangrijke doorbraak bereikt en heeft de Jaarbeurs een nieuwe bedrijfskoers bepaald. Op basis hiervan is een nieuw Afsprakenkader tussen de Jaarbeurs en de Gemeente gemaakt. Het Afsprakenkader is in 2014 door de Raad van Commissarissen Jaarbeurs en B&W vastgesteld voor uitwerking in een nieuwe Ontwikkelovereenkomst Jaarbeursterrein. In de overeenkomst zijn in hoofdlijnen afspraken gemaakt over: grondoverdracht, financiën en het herontwikkelen van delen van het gebied; de verplaatsing van Jaarbeursactiviteiten van het Oostterrein naar het Westterrein; de voorgenomen invulling van het Westterrein door de Jaarbeurs alsook het verplaatsen van het parkeren naar de overzijde van het Merwedekanaal; de voorgenomen invulling van de Kop Jaarbeurs door de Gemeente met uitzondering van de Centrumboulevard en het Vastgoedproject Bioscoop;

10 de herontwikkeling van het Oostterrein door de Gemeente; de harmonisatie van eigendomspositie (grondruil) en omzetting van het bestaande erfpachtrecht in een eeuwigdurend erfpachtrecht voor de Jaarbeurs; verder verkrijgt de Gemeente gronden langs de Van Zijstweg en de Van Tellegenlaan; de ruimtelijke hoofduitgangspunten die nader moeten worden uitgewerkt in de structuurvisie; zaken m.b.t. bereikbaarheid en parkeren, waaronder de aanleg van een expeditiebrug. 22. Beantwoording rondvraagpunten enz. wethouder Everhardt uur DINSDAGAVOND 26 JANUARI 2016 voorzitter: De heer Van Schie De agendapunten 1 t/m 5 worden per dagdeel herhaald. Wethouder Jansen Beleidsvelden: Ruimtelijke Ordening, Wonen en Vastgoed 23. Raadsvoorstel bestemmingsplan Wilhelminapark, Buiten-Wittevrouwen uur Bij besluit van 18 december 2014 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan 'Wilhelminapark, Buiten-Wittevrouwen' vastgesteld. Dit bestemmingsplan heeft tot doel het juridisch-planologisch vastleggen van de bestaande situatie en de functionele en ruimtelijke structuur van het gebied. Tegen dit raadsbesluit is beroep ingesteld door een drietal appellanten (waarvan 1 appellant het beroep heeft ingetrokken). Op 7 oktober 2015 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van een zogenaamde tussenuitspraak ( /1/R2) gedaan en de gemeente opgedragen het door de Raad van State geconstateerde gebrek te herstellen en de geconstateerde rechtsonzekerheid weg te nemen. Voor het overige is de gemeente in het gelijk gesteld. De Raad van State heeft in de uitspraak, kort samengevat, aangegeven dat bij de woonbestemming een aanhef ontbreekt bij de regeling voor een aan-huis-verbonden beroep en bedrijf, en dat in dezelfde regeling rechtsonzekerheid ontstaat doordat onbedoeld niet eenduidig is aangegeven dat in de regeling van aan-huis verbonden bedrijven uitsluitend bedrijfsactiviteiten in maximaal categorie A en B1 van

11 de bij de planregels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging' zijn toegestaan, mits daarvoor ook geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist zijn toegestaan. Het bestemmingsplan is op deze onderdelen aangepast. 24. Commissiebrief Cohenlaan uur Geagendeerd door PvdD. De PvdD maakt zich zorgen over de toekomst van de 19 bomen die op het terrein staan. Daarom wil de PvdD graag met de wethouder in gesprek over de tendervoorwaarden en de randvoorwaarden bij de tender. Daarnaast vraagt de PvdD zich af hoe het college tot het besluit gekomen is het terrein aan de Cohenlaan te verkopen en of ook is overwogen het terrein een groene bestemming te geven. 25. Commissiebrief Informatie over woningdelen en Friends-concept in Amsterdam uur Geagendeerd door Student & Starter. De fractie van Student & Starter gaat graag in gesprek met de wethouder en andere fracties over woonconcepten waar meerdere huurders als nietpartners een woning delen. De bestaande woningvoorraad wordt op deze manier op een flexibele en efficiënte manier benut. Volgens de fractie kan het bestaande beleid toegankelijker worden gemaakt voor huurders zonder dat dit voordeliger uitpakt voor huisjesmelkers. 26. Commissiebrief Huisvesting Voedselbank/uitgiftepunten uur Geagendeerd door CU en CDA. De fracties van de ChristenUnie en het CDA willen graag in gesprek op welke manier de Gemeente de voedselbanken in Utrecht zo welwillend mogelijk tegemoet kan treden voor het faciliteren van de huisvesting. De voedselbanken zijn namelijk van onmisbare waarde voor de stad en hun huisvesting is hierbij van groot belang. De fracties zullen de wethouder bevragen naar de mogelijkheden binnen het gemeentelijk vastgoed en hoe de gemeente de voedselbanken tenminste kan helpen bij een zoektocht op de particuliere markt." 27. Verslagen Expertmeetings Gebiedsontwikkeling nieuwe stijl uur Geagendeerd door D66, GroenLinks, PvdA, SP, Student & Starter en VVD.

12 De fracties van D66, GroenLinks, PvdA, SP, S&S en VVD willen de samenvattingen van de expertmeetings over gebieds-ontwikkeling nieuwe stijl agenderen voor de commissievergadering. De expertmeetings hebben op initiatief van de gemeenteraad plaatsgevonden. De bijeenkomsten leverden nuttige conclusies en aanbevelingen op voor gemeentelijke planprocessen. Omdat het college bezig is met de ontwikkeling van de Ruimtelijke Strategie, de doorontwikkeling van het UPP en de invoering van de Omgevingswet, willen genoemde fracties graag in debat om te bespreken welke kaders we als gemeenteraad het college willen meegeven voor bovengenoemde ontwikkelingen. De fracties gaan graag in gesprek met andere fracties en de wethouder over de hoofdthema's uit de expertmeetings: de rol van bewoners en ondernemers in alle stappen van het UPP, maatschappelijke waarde binnen ruimtelijke processen, transparantie en verwachtingenmanagement, open, gezamenlijke processen en versnelling en vereenvoudiging van ruimtelijke processen. 28. Beantwoording rondvraagpunten enz. wethouder Jansen uur Utrecht, 6 januari 2016 Hoogachtend, De voorzitter van de commissie Stad en Ruimte, De heer A. van Schie

13 3 Verslagen Utrecht Cie-Stad en Ruimte middag Verslag van de openbare middagvergadering van de commissie Stad en Ruimte, gehouden op donderdag 26 november 2015 in de raadzaal te Utrecht Aanwezig: de voorzitter, dhr. A. van Schie (VVD), de wethouder Economie, Citymarketing en Internationale Zaken, dhr. J. Kreijkamp, de leden, mw. G. Bouazani (PvdA), dhr. M. Eggermont (SP), mw. J. Ferket (D66), mw. R. Freytag (Student & Starter), dhr. M. de Pagter (VVD), mw. J. Uringa (ChristenUnie), dhr. S. van Waveren (CDA), dhr. T. Weistra (GroenLinks), de commissiegriffier, dhr. F. Lith. Voorts zijn aanwezig enkele medewerkers en enkele toehoorders op de tribune. Afwezig: Verslag: mw. D. Muda INHOUD VAN DIT VERSLAG pagina 1. Opening en mededelingen Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten Verslagen van de vergadering van de commissie Stad en Ruimte van 22 en 24 september en 1 oktober 2015 en de verslagen van de beide besloten vergaderingen van 24 september Ingekomen stukken Mogelijkheid tot het stellen van rondvraagpunten en vragen t.a.v. de toezeggingenlijst aan de portefeuillehouder(s) Raadsvoorstel Winkeltijdenverordening Utrecht Beantwoording rondvraagpunten enz. wethouder Kreijkamp Opening en mededelingen De voorzitter heropent de vergadering om uur Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten De voorzitter loopt de agenda door. De agenda wordt vastgesteld Verslagen van de vergadering van de commissie Stad en Ruimte van 22 en 24 september en 1 oktober 2015 en de verslagen van de beide besloten vergaderingen van 24 september 2015 De voorzitter concludeert dat er geen opmerkingen zijn. De verslagen worden vastgesteld Ingekomen stukken De voorzitter deelt mee dat er geen ingekomen stukken zijn Mogelijkheid tot het stellen van rondvraagpunten en vragen t.a.v. de toezeggingenlijst aan de portefeuillehouder(s) De voorzitter geeft gelegenheid tot het stellen van vragen aan wethouder Kreijkamp. Pilot mengvormen winkel en horeca De heer De Pagter (VVD) weet dat het college op 26 oktober 2015 bericht heeft gekregen van de VNG over de pilot Mengvormen winkel en horeca. Hij vraagt of Utrecht daaraan meedoet en zo niet, of de wethouder bereid is actief de resultaten van deze pilot te volgen en die mee te wegen voor de toekomst van Utrecht.

14 22. Raadsvoorstel Winkeltijdenverordening Utrecht De voorzitter geeft een korte toelichting. In dit voorstel wordt de nieuwe Winkeltijdenverordening Utrecht 2015 aangeboden die in de plaats moet komen van de verordening uit In de nieuwe verordening blijven de huidige openstellingsmogelijkheden op de zon- en feestdagen bestaan: alle winkels mogen op zon- en feestdagen (behalve op de uitgezonderde dagen) open tussen 10 en 19 uur. Daarnaast is voor specifieke winkels sprake van een vereenvoudiging en verruiming: winkels waar maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken worden verkocht (afhaalzaken) en winkels in de levensmiddelenbranche mogen op zon- en feestdagen (inclusief de nu uitgezonderde feestdagen) tussen 10 en 22 uur open. Voor winkelopenstelling na 22 uur is altijd een ontheffing nodig. Permanente nachtopenstelling van levensmiddelenwinkels is mogelijk tussen 22 en 2 uur. Op 10 november 2015 heeft reeds een raadsinformatieavond plaatsgevonden en ook de media hebben ruimschoots aandacht besteed aan het onderwerp. De voorzitter vraagt voor de beeldvorming welke fracties zonder meer kunnen instemmen met het voorstel. Dat blijkt geen enkele te zijn. Hij vraagt welke fracties voorstander zijn van meer winkelen. De heer Eggermont (SP) onderbreekt de voorzitter met een ordevoorstel. De mate waarin mensen meer of minder kunnen winkelen, hangt af van hun inkomen. Spreker is ervan overtuigd dat heel veel mensen een hoger inkomen zouden willen hebben, zodat zij ook meer kunnen winkelen. Hij pleit ervoor dat de commissie bij deze bespreking een andere invalshoek kiest. De heer Van Waveren (CDA) vraagt in reactie op de heer Eggermont of het ook mogelijk is om wel meer inkomen te willen maar toch ook minder winkelen. De voorzitter geeft het woord aan de heer Eggermont De heer Eggermont (SP) vraagt zich voornamelijk af waarom dit nodig is. In de evaluatie, waarover de SP op zich niet zo te spreken is, staat dat er meer kosten gemaakt zullen worden voor het opruimen van de openbare ruimte maar niet hoeveel. De SP zou dat aspect willen meenemen in de overwegingen. Ruim twee derde van het bewonerspanel is tegen winkelen op eerste kerstdag, nieuwjaarsdag, eerste paasdag en eerste pinksterdag. De SP begrijpt dan ook niet waarom deze dagen toch worden opgenomen in het voorstel. Mevrouw Freytag (Student & Starter) wijst de heer Eggermont erop dat het daarbij alleen gaat om supermarkten en de levensmiddelenbranche maar niet om alle winkels. De heer Eggermont (SP) brengt daar tegenin dat uit geen enkel onderzoek blijkt dat bewoners uitbreiding op de feestdagen nodig vinden. Bovendien betekent het dat er schoongemaakt moet worden en dat daardoor medewerkers van de reinigingsdienst ook gedwongen worden om te werken tijdens de feestdagen. De kosten daarvan zijn echter onbekend. Spreker heeft niet het gevoel dat mensen de behoefte hebben om tijdens de feestdagen naar de supermarkt te gaan en bovendien ziet de SP dus als nadeel dat het familieleven van anderen erdoor verstoord wordt. Mevrouw Ferket (D66) heeft juist begrepen dat 80% van het bewonerspanel aangeeft wel graag op zondag boodschappen te willen doen. Het gaat hierbij om levensmiddelenwinkels. Bovendien wordt niemand door deze verordening verplicht om tijdens de feestdagen boodschappen te doen of te werken. Ook winkels worden niet verplicht om open te gaan. De heer Eggermont (SP) is het niet eens met mevrouw Ferket, want werknemers van de Gemeentereiniging zullen wel degelijk verplicht worden op zondag te werken want de rommel moet nu eenmaal opgeruimd worden. Spreker weet uit ervaring dat het werken tijdens de feestdagen een grote aanslag doet op het familieleven, dus de SP pleit ervoor om het alleen te doen als het echt nodig is. Mevrouw Freytag (Student & Starter) begrijpt dat de SP de openingstijden niet wil verruimen als dat niet nodig is. Zij vraagt wat de SP verstaat onder nodig zijn en waar dan de grens ligt. De heer Eggermont (SP) weet niet beter dan dat die grens wettelijk duidelijk bepaald is en bovendien denkt hij dat een wekelijkse rustdag geen kwaad kan. Het gaat nu over de uitzonderingen die Utrecht Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 26 november

15 aan de wet wil toevoegen. De SP vindt uitzonderingen niet nodig omdat daarmee het familieleven van te veel mensen wordt verstoord. De SP vraagt waarom de verschuiving van winkelen naar andere dagen niet beter in kaart gebracht is. In de evaluatie komt naar voren dat de kleinere winkels in de binnenstad zich min of meer gedwongen voelen om op zondag open te zijn. Vaak blijven die winkels dan op maandag dicht, waardoor het totale beeld onduidelijk wordt. De SP verbaast zich erover dat er wel onderzoek wordt gedaan naar de omzet op de zondag maar niet de eventuele gevolgen voor de omzet op andere dagen. Mevrouw Ferket (D66) constateert dat de heer Eggermont het nu weer heeft over gewone winkels. Zij weet dat veel ondernemers die aanvankelijk tegen de zondagopenstelling waren, nu toch andere keuzes maken vanwege de bezoekersaantallen en de omzet. Dat speelt volgens haar echter vooral bij kledingzaken en dergelijke en minder bij supermarkten. Er is geen sprake van onduidelijkheid. De ondernemers in een straat maken samen afspraken daarover. De heer Eggermont (SP) constateert dat er steeds meer verwarring ontstaat over de winkeltijden. De heer De Pagter (VVD) vraagt of dat betekent dat de SP voorstander is van vaste winkeltijden De heer Eggermont (SP) antwoordt dat de SP voorstander is van vrijheid voor ondernemers, maar dan meer op het vlak van de belastingen en waaraan zij willen deelnemen. Het lijkt spreker nuttig, ook voor de rust in de stad en voor het sociale leven, om te streven naar zo veel mogelijk gelijke openingstijden in de stad. De heer De Pagter (VVD) vraagt aan de SP of dat niet een zaak is van de ondernemers zelf is. Ondernemers kunnen daarover afspraken maken in hun ondernemersvereniging of in hun straat. Dat hoeft de gemeenteraad niet te bepalen. De heer Eggermont (SP) constateert wat dat betreft een opportunistische houding bij de raad want hij ziet ook dat de er steeds meer verplichtingen neergelegd worden bij ondernemersverenigingen, zoals laatst bij de BIZ Woonboulevard. De voorzitter begrijpt dat het onderwerp uitnodigt tot een breed debat maar hij vraagt de commissieleden zich toch te beperken tot de winkeltijden De heer Eggermont (SP) geeft gewoon antwoord op een vraag van de VVD. Daaruit blijkt dat de SP andere keuzes maakt dan sommige andere fracties. Hij vervolgt zijn betoog. Slechts 20% van de bewoners heeft behoefte aan de openstelling op zondag van levensmiddelenzaken na uur. Een ruime meerderheid vindt dat er voldoende of zelfs te veel winkels op zondag na uur open zijn. De SP vraagt waarom er toch voor gekozen wordt om alle supermarkten op zondag tot uur open te houden. Mevrouw Freytag (Student & Starter) wijst erop dat dat onderzoek slechts een steekproef is onder voornamelijk hoogopgeleide, autochtone mensen van middelbare leeftijd. Misschien hebben jongere bewoners meer behoefte aan winkelen op zondag. Zij vraagt of de heer Eggermont dat met haar eens is. De heer Eggermont (SP) is het met haar eens dat het geen erg goede evaluatie is. De SP denkt echter dat er te weinig behoefte aan winkelen op zondag is om alle supermarkten tot uur open te houden. Spreker denkt dat het percentage wellicht hoger ligt maar niet zo veel hoger dat het de conclusie rechtvaardigt dat alle supermarkten na uur op zondag open moeten zijn. Mevrouw Uringa (ChristenUnie) vraagt aan mevrouw Freytag of zij de steekproef in twijfel trekt en of zij daarom ook de uitkomsten in het voorstel in twijfel trekt Mevrouw Freytag (Student & Starter) trekt inderdaad in twijfel of er behoefte is aan een langere openstelling van supermarkten op zondag dan tot uur. De heer Eggermont (SP) besluit zijn betoog met de opmerking dat de SP overweegt met amendementen te komen als de wethouder niet bereid is om het voorstel op een aantal punten aan te passen. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 26 november

16 Mevrouw Bouazani (PvdA) vraagt of de SP het met de PvdA eens dat in de evaluatie over de zondagopenstelling de mening van de werknemers niet is meegenomen De heer Eggermont (SP) vindt het apart dat in de evaluatie een eigen invulling gegeven wordt aan wat in het onderzoek van het CNV staat. In de evaluatie staat bijvoorbeeld dat de zondagopenstelling veel problemen heeft opgeleverd voor kleine winkeliers maar dat komt nauwelijks terug in de conclusies. Hij heeft al eerder gezegd niet erg onder de indruk te zijn van de evaluatie. Mevrouw Ferket (D66) verklaart dat D66 blij is met het voorstel dat vooral bedoeld is als opschoning. Eenduidigheid staat voorop voor D66. D66 was verrast te moeten constateren dat een aantal supermarkten nu al tot uur open is, vooruitlopend op het raadsbesluit. Spreekster concludeert daaruit echter dat de wens om langer open te zijn er dus wel degelijk is. Zeker 80% van het bewonerspanel geeft aan regelmatig boodschappen te doen op zondag. De heer Eggermont (SP) vindt dat er gehandhaafd moet worden, als winkels zich niet aan de verordening houden. Hij vraagt wat D66 daarvan vindt. In hetzelfde onderzoek staat ook dat een meerderheid vindt dat genoeg of zelfs te veel winkels open zijn na uur op zondag. Hij vraagt hoe D66 dat antwoord duidt. Mevrouw Ferket (D66) antwoordt dat D66 het belangrijk vindt om ondernemers ruimte te bieden. Zij hoeven niet open te gaan op zondag maar het kan wel. Er zijn bovendien wel degelijk mensen die s avonds en op zondag boodschappen willen doen. De heer Eggermont (SP) zegt niet dat er geen enkele winkel open mag na uur maar wat hem betreft is het niet nodig dat het er meer worden, temeer omdat er volgens hem geen behoefte aan is en ook omdat er geen rekening gehouden wordt met de behoefte aan rust van bewoners. Mevrouw Ferket (D66) denkt dat D66 en de SP het niet eens gaan worden. D66 ziet wel degelijk behoefte aan verruiming van de winkeltijden in de avonduren en op zondag. De voorgestelde leefbaarheidstoets moet ervoor zorgen dat de overlast beperkt blijft. Door een verruiming van de winkeltijden zal de druk op de winkels die open zijn, verminderen. Grote drukte leidt tot overlast. Dat kan voorkomen worden door spreiding. De heer Weistra (GroenLinks) wijst erop dat er voor de zondagavondopenstelling geen leefbaarheidstoets wordt gedaan. Bovendien heeft slechts één op de vijf bewoners er behoefte aan. Een even groot percentage is zeer negatief over de zondagopenstelling en een even groot percentage vindt zelfs dat er te veel winkels open zijn op zondag. Hij vraagt hoe mevrouw Ferket die uitslagen met elkaar rijmt. Mevrouw Ferket (D66) antwoordt dat D66 wel degelijk behoefte ziet, ook bij winkeliers want die gaan nu al open na uur op zondag. Noch winkeliers, noch bewoners worden tot iets gedwongen maar de mogelijkheid wordt wel geboden. Mevrouw Uringa (ChristenUnie) weet dat er op dit moment 4 ontheffingen (op de 20 in totaal) zijn aangevraagd voor de extra openstelling. Mevrouw Ferket ziet een behoefte maar spreekster leest die niet. Mevrouw Ferket (D66) antwoordt dat de ondernemers de mogelijkheid van de ontheffing niet benutten omdat er dan een knip is op de zondag van vier uur. Zonder die knip staan ondernemers ongetwijfeld in de rij om open te gaan. D66 vindt het voorstel nog niet ver genoeg gaan en zou de zondagen zelfs gelijk willen trekken aan werkdagen. Mevrouw Uringa (ChristenUnie) vraagt of mevrouw Ferket bereid zou zijn om bij de volgende evaluatie het besluit weer terug te draaien als blijkt dat er helemaal niet zo veel belangstelling voor is. Mevrouw Ferket (D66) benadrukt nogmaals dat ondernemers niet verplicht zijn om open te gaan. Zij begrijpt dat sommige fracties om andere redenen tegen zondagopenstelling zijn maar er zijn ook mensen die juist wel graag op zondag boodschappen doen of juist willen werken op zondag. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 26 november

17 De heer Weistra (GroenLinks) is benieuwd wanneer de bewoners aan de orde komen in het verhaal van D66. Het gaat niet alleen om ondernemers en winkelend publiek Mevrouw Ferket (D66) heeft de bewoners wel degelijk genoemd. Dit voorstel wordt nu besproken omdat er allerlei redenen waren om de supermarkten op de Amsterdamsestraatweg geen volledige ontheffing te geven. De overlast die daar gesignaleerd werd, moet de raad serieus nemen. Dat geldt ook voor andere plekken in de stad. D66 is ervan overtuigd dat er een betere spreiding ontstaat door de winkeltijden te verruimen, geen maximum aantal ontheffingen te hanteren en de knip op zondag eruit te halen. Daardoor wordt druk op de supermarkten en daarmee de overlast verminderd. D66 zou graag verdergaande voorstellen willen doen maar ziet ook wel dat die niet haalbaar zijn. Daarom beperkt D66 zich tot een aantal kleinere voorstellen. D66 stelt voor om in de levensmiddelenbranche zeven dagen per week de sluitingstijd uit te breiden tot uur. Daarna geldt de leefbaarheidstoets. Mevrouw Freytag (Student & Starter) begrijpt niet waarom D66 dan niet kiest voor uur, het moment waarop de nacht echt begint. Mevrouw Ferket (D66) zou dat graag doen maar D66 kiest voor kleine stappen De heer Weistra (GroenLinks) begrijpt dat er tot uur geen leefbaarheidstoets gedaan hoeft te worden, terwijl mevrouw Ferket net zei ook aandacht te hebben voor de bewoners. Mevrouw Ferket (D66) antwoordt dat er genoeg mogelijkheden zijn om bij overlast maatregelen te nemen of zelfs een vergunning in te trekken. Veel ondernemers maken samen met bewoners afspraken over de openbare ruimte en de leefbaarheid. De heer Weistra (GroenLinks) begrijpt mevrouw Ferket niet. Op dit moment kunnen winkels tot uur open zijn, als zij daarvoor een vergunning aanvragen, waarbij een leefbaarheidstoets wordt gedaan. Hij heeft het gevoel dat D66 het aan de ondernemers wil overlaten en geen leefbaarheidstoets wil doen. Dan vindt er dus geen afweging plaats tussen de belangen van de bewoners en die van de ondernemers. Of het voorstel van mevrouw Ferket is overbodig of zij negeert de wensen van de bewoners. Mevrouw Ferket (D66) begrijpt GroenLinks niet helemaal. Wat D66 betreft kunnen supermarkten tot uur open. Daarna geldt het nachtwinkelregime en moet een leefbaarheidstoets gedaan worden. In geval van overlast kunnen afspraken gemaakt worden met de ondernemer over de vergunning. Mevrouw Bouazani (PvdA) wijst erop dat supermarkten in het voorliggende voorstel tot uur open mogen zijn. De ontheffing voor een nachtwinkel geldt vanaf uur tot uur. D66 wil de winkeltijden oprekken tot uur, wat betekent dat er geen nachtwinkelontheffing aangevraagd hoeft te worden en dat er evenmin een leefbaarheidstoets hoeft te worden gedaan. In het voorstel staat dat bij ontoelaatbare overlast de ontheffing ingetrokken kan worden. Ondernemers pleiten terecht voor een objectieve en meetbare normering van ontoelaatbare overlast. Daardoor zou het voor ondernemers en omwonenden duidelijk zijn wanneer er sprake is van ontoelaatbare overlast. Spreekster vraagt in hoeverre D66 de leefbaarheid van de omwonenden rond de supermarkten denkt te waarborgen. Mevrouw Ferket (D66) weet dat overlast niet prettig is maar ook dat overlast voor een deel subjectief is. Zij begrijpt dat de PvdA voor duidelijkheid over ontoelaatbare overlast en de leefbaarheidstoets pleit. D66 is het daarmee eens en vraagt daarom aan de wethouder wat het puntenlijstje precies betekent. Ten tweede vraagt D66 aan de wethouder waarom voor nachtwinkels niet de hele nacht benut wordt maar slechts tot uur. De heer Eggermont (SP) vindt dat mevrouw Ferket verwarring zaait rond de leefbaarheidstoets en de mogelijkheden om een vergunning in te trekken. In tegenstelling tot wat zij beweert, geldt er helemaal geen leefbaarheidstoets voor de zondagavond. Als de openingstijden op zondag tot opgerekt worden, dan heeft de gemeente zelfs bij overlast geen grond om de vergunning in te trekken. Mevrouw Ferket (D66) kan zich niet voorstellen dat er geen instrumenten zijn om met een ondernemer in gesprek te gaan over de overlast als een supermarkt het te bont maakt. De vraag wie Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 26 november

18 de overlast veroorzaakt, is moeilijk te beantwoorden. Zij vindt wel dat de leefbaarheidstoets eenduidiger en helderder zou moeten zijn, zowel in het belang van de bewoner als de ondernemers. 5 De heer Eggermont (SP) vindt dat het nu nog ingewikkelder wordt. Toen de winkel om uur gesloten werd, was toch ook de overlast voorbij? Mevrouw Ferket (D66) vraagt of de heer Eggermont doelt op een specifieke ondernemer De heer Eggermont (SP) denkt dat mevrouw Ferket het over dezelfde ondernemer heeft. Mevrouw Ferket (D66) kan niet meegaan in de constatering van de heer Eggermont. De Amsterdamsestraatweg is een bijzondere situatie en zij weet niet of de dagelijkse overlast voor de bewoners daar weg is. De voorzitter vraagt mevrouw Ferket om verder te gaan met haar betoog op het punt van de nachtwinkels. Mevrouw Ferket (D66) denkt dat het standpunt van D66 voldoende duidelijk is gemaakt. D66 kan het voorstel van de VVD om ook sigarenwinkels, slijterijen en krantenwinkels mee te nemen in het voorgestelde regime steunen. Tot slot vraagt zij aan de wethouder hoeveel afhaalzaken er zijn met een horecavergunning, dus hoeveel bedrijven gedupeerd worden, en waarom voor die zaken geen uitzondering gemaakt wordt. Mevrouw Bouazani (PvdA) verklaart dat de PvdA-fractie een genuanceerd standpunt heeft ten aanzien van de verruiming van de openingstijden van supermarkten op zon- en feestdagen en de verruiming van de zondagopenstelling. Zij komt daarop terug aan het einde van haar betoog. De PvdA zet echter wel een aantal kritische kanttekeningen bij de gang van zaken. In het persbericht wordt de uitbreiding als een feit gepresenteerd, terwijl het voorstel nog goedgekeurd moet worden door de raad. De PvdA vindt dat dit echt niet kan. Spreekster vraagt of het college dat met haar eens is. Mevrouw Ferket (D66) is het met mevrouw Bouazani eens. Zij vraagt aan mevrouw Bouazani wat de PvdA vindt van de reactie van de ondernemers die de ruimte direct hebben benut, die daarmee duidelijk hebben aangegeven dat er behoefte is aan verruiming. Mevrouw Bouazani (PvdA) antwoordt dat dit niets te maken heeft met het feit dat de gemeenteraad nog een besluit moet nemen en dat het evenmin iets te maken heeft met het standpunt van de PvdA. De heer Eggermont (SP) is benieuwd wat de PvdA vindt van het feit dat er niet gehandhaafd wordt Mevrouw Bouazani (PvdA) heeft niet zelf geconstateerd dat winkels al langer open zijn maar in het algemeen vindt de PvdA dat er uiteraard gehandhaafd moet worden. De keuze voor verruiming van de openstelling op zon- en feestdagen gaat over inhoud en principes, omgaan met zondagsrust, consumentengedrag, vrijheid voor ondernemers, regelgeving en het belang van het winkelpersoneel. Bij de uitbreiding van de koopzondagen heeft de PvdA reeds aandacht gevraagd voor de belangen van het personeel. Spreekster vraagt waarom er bij de evaluatie van de zondagopenstelling geen enquête is gehouden onder werknemers. Volgens het college was het CNV niet bereikbaar om de uitkomst van het meldpunt en het onderzoek over werken op zondag toe te lichten. Spreekster vraagt hoe vaak er contact is opgenomen met het CNV. De PvdA vindt het onbegrijpelijk dat er wel een rondetafelbijeenkomst voor werkgevers is georganiseerd maar niet voor werknemers. Dit was ook de vorige keer een belangrijk kritiekpunt van de PvdA. Wat de PvdA betreft, is niet voldaan aan amendement 2013-A06. Mevrouw Freytag (Student & Starter) vraagt of de PvdA in haar eigen achterban niet ook geluiden hoort van mensen die juist heel erg blij zijn met werken op zondag. Zij krijgen meer betaald en het werk kan perfect gecombineerd worden met een studie en dergelijke. Mevrouw Bouazani (PvdA) antwoordt daarop ontkennend. De PvdA heeft eerder een amendement ingediend met het verzoek aan het college om ook aandacht te besteden aan de belangen van het personeel. Dat staat los van het feit dat het prettig is dat werken op zondag extra inkomen oplevert. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 26 november

19 Als de raad van Utrecht het college vraagt iets uit te voeren, dan gaat de PvdA ervan uit dat dit ook gebeurt. Spreekster vraagt om een reactie van het college op dit punt. Eerder in het debat kwam al naar voren dat bij het bewonerspanel vooral hoger opgeleiden van autochtone afkomst zijn geïnterviewd. De PvdA vindt het een gemiste kans dat jongeren en multiculturele Utrechters niet bevraagd zijn. De PvdA stelt de volgende vragen: Waarom zijn het verlenen van vergunningen voor nachtwinkels en de openingstijden op Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december niet gelimiteerd tot uur? Is de ontheffing overdraagbaar aan nieuwe eigenaren? Waarom is een aantal landelijke vrijstellingen, die tot 2013 geregeld waren binnen het landelijke Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet, niet meegenomen in de nieuwe verordening? De PvdA maakt zich vooral zorgen over de leefbaarheid van de omwonenden als de winkeltijden verruimd worden. Ontoelaatbare overlast is een van de gronden om de vergunning van een nachtwinkel in te trekken maar wat ontoelaatbare overlast is, is niet duidelijk. Er zijn in Utrecht geen supermarkten op bedrijventerreinen; er zijn dus altijd omwonenden. Spreekster vraagt of het realistisch dat een ondernemer in een woonwijk een ontheffing krijgt voor een nachtwinkel en vraagt aan welke ondernemers het college daarbij denkt. De PvdA vindt dat de ondernemers goed op de hoogte moeten zijn van de criteria maar ook wat zij van de gemeente mogen verwachten. Hetzelfde geldt voor de omwonenden. D66 pleit in dat verband terecht voor een heldere, objectieve normering. Spreekster vraagt om een reactie van de wethouder. Een aantal leden van de PvdA-fractie is hoe dan ook tegen verruiming van de winkeltijden in Utrecht. Zij maken zich vooral zorgen over de negatieve effecten en vinden dat de zondagsrust verstoord wordt en dat de belangen van de werknemers die niet op zondag willen werken, onvoldoende gewaarborgd worden. Bovendien is dit deel van de fractie tegen het nog verder stimuleren van een 24-uurseconomie. Een ander deel van de fractie wil echter de wens van een groot deel van de consumenten honoreren, de mogelijkheid om te winkelen op dagen die zij niet hoeven te werken. Daarnaast zijn vermindering van regeldruk en vrijheid voor ondernemers voor deze fractieleden belangrijke argumenten. De heer Weistra (GroenLinks) heeft al eerder in deze commissie gezegd dat voor GroenLinks de balans vooropstaat, zowel tussen de behoeften van ondernemers en omwonenden, winkelende en werkende Utrechters, en grote en kleine ondernemingen. Dat betekent dus dat de vrijheid van een groep niet ten koste mag gaan van een andere groep, zoals D66 wel lijkt te bepleiten. Mevrouw Ferket (D66) vraagt of de heer Weistra met die balans het economisme van Jesse Klaver propageert. De heer Weistra (GroenLinks) antwoordt dat vrijheid voor iedereen ongeveer het economisme is, waartegen de heer Klaver ageert. Hij constateert dat D66 weinig zegt over de borging van de leefbaarheid voor omwonenden. Het is aan de raad om keuzes te maken, dus waar de vrijheid van de een begint en van de ander ophoudt. Met het raadsvoorstel verschuift de balans in de richting van de behoeften het winkelend publiek en de ondernemers, ten eerste door een generieke ontheffing (dus geen individuele meer) voor supermarkten op zondagavond, die wat GroenLinks betreft niet getuigt van een zorgvuldige afweging tussen belangen van omwonenden en winkelend publiek. Wat GroenLinks betreft is de behoefte van het winkelend publiek onvoldoende onderbouwd omdat er minstens net zo veel mensen tegen zijn. Met een individuele ontheffing ontstaat geen automatisme en kan per keer een afweging gemaakt worden. Spreker vraagt waarom de wethouder dat niet overwogen heeft. GroenLinks ziet als mogelijkheid ondernemers te laten kiezen tussen de zondagochtend of de zondagavond. GroenLinks vindt dit een cruciaal punt en overweegt een amendement in te dienen. GroenLinks staat in principe open voor het experiment met nachtwinkels, temeer omdat de leefbaarheid geborgd wordt door een individuele ontheffing. GroenLinks wil echter weten waarom niet begonnen wordt met een beperkt aantal ontheffingen (bijvoorbeeld 20) en wanneer de wethouder het experiment wil evalueren, zodat bijsturing mogelijk is. Mevrouw Freytag (Student & Starter) hoort de heer Weistra enerzijds zeggen dat er geen behoefte is maar anderzijds dat het aantal nachtwinkels beperkt zou moeten worden. Zij denkt dat een beperking niet nodig is als er toch geen behoefte is. De heer Weistra (GroenLinks) constateert dat er maar weinig behoefte is aan een generieke openstelling maar hij kan zich wel voorstellen dat er een beperkte behoefte is aan nachtwinkels. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 26 november

20 De heer De Pagter (VVD) vraagt of GroenLinks ook positief staat tegenover een openingstijd van nachtwinkels tot uur De heer Weistra (GroenLinks) antwoordt dat het een experiment is en dat GroenLinks de openstelling daarom nog wil beperken en eerst wil zien hoe dat uitpakt. Mevrouw Bouazani (PvdA) hoort GroenLinks praten over een experiment, terwijl er een verordening voorligt. Een experiment wordt niet vastgesteld in een verordening. Spreekster vraagt of GroenLinks een tijdpad koppelt aan het experiment. De heer Weistra (GroenLinks) heeft al gevraagd wanneer het experiment geëvalueerd wordt. Het is inderdaad de vraag of een experiment vastgelegd moet worden in de verordening. GroenLinks is blij met de aandacht voor de leefbaarheidstoets. Spreker heeft in de vorige vergadering reeds gepleit voor een protocol met betrekking tot signalen van bewoners, de representativiteit daarvan, de inzet van de ondernemer en wanneer de gemeente zelf toezicht en handhaving inzet. De casus van de Albert Heijn aan de Amsterdamsestraatweg gaf zowel de ondernemer als de bewoners een gevoel van willekeur. Ook al was daarvan geen sprake, er is nog wel een wereld te winnen op het gebied van communicatie en vertrouwen. Spreker vraagt of de wethouder bereid is om een protocol of beleidsregels op te stellen en die met de raad te delen. De heer De Pagter (VVD) hoort de heer Weistra wel spreken over een generieke openstelling van supermarkten op zondagavond maar niet over de generieke openstelling op feestdagen. Hij vraagt wat GroenLinks daarvan vindt. De heer Weistra (GroenLinks) vindt dat feestdagen in beginsel net als zondagen behandeld zouden moeten worden. De heer De Pagter (VVD) concludeert dat GroenLinks voorstander is van het openstellen van supermarkten op alle feestdagen. De heer Weistra (GroenLinks) heeft aangegeven dat GroenLinks zowel voor de feestdagen als de zondagen de leefbaarheidstoets wil laten gelden. 35 De heer De Pagter (VVD) concludeert dat dat dan ook zou gelden voor feestdagen overdag. Dat zou spreker vreemd vinden. De heer Weistra (GroenLinks) kan die vraag nu nog niet beantwoorden Mevrouw Uringa (ChristenUnie) citeert uit de evaluatie: De zondagopenstelling van winkels in Utrecht is niet meer weg te denken. Zij kan zich die stille zondagochtenden nog heel goed herinneren en dat geldt ook voor 7000 andere kerkgangers, hardlopers, kleine ondernemers en inwoners van de binnenstad. De zondagopenstelling heeft wat de ChristenUnie betreft niet meer opgeleverd dan wat meer omzet voor de grote ketens. De ChristenUnie vindt het een gemiste kans dat in de evaluatie geen onderscheid is gemaakt tussen inwoners van de Utrechtse binnenstad en bezoekers van buitenaf. Om een representatief beeld te krijgen van de opvattingen van de inwoners over de koopzondagen, was een veel bredere steekproef nodig geweest, desnoods in een stadsgesprek. Spreekster vraagt om een reactie van de wethouder. De ChristenUnie mist in het voorstel ook aandacht voor de al dan niet verplichte zondagsarbeid, waarop de SP en de PvdA ook wijzen. Ook tijdens het debat over de verordening in 2012 is daarover discussie gevoerd. Wat de ChristenUnie betreft had de wethouder er goed aan gedaan om dit onderwerp mee te nemen in de afwegingen voor de nieuwe verordening. Spreekster vraagt om een reactie van de wethouder. Uit de evaluatie blijkt dat er geen enkele aanleiding is om de verordening te wijzigen en vrijstelling te geven voor alle zon- en feestdagen tussen en uur. De politieke agenda van enkele collegepartijen verraadt het echte argument voor de verruiming, en dat mag. Mevrouw Ferket (D66) herinnert zich dat aan het begin van dit jaar een meerderheid van de fracties zich duidelijk uitgesproken heeft voor het opschonen van de verordening en meer eenduidigheid voor de ondernemers. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 26 november

21 Mevrouw Uringa (ChristenUnie) antwoordt dat eenduidigheid voor de ChristenUnie niet synoniem is aan verruiming van de openstelling. Voor de ChristenUnie was en is er geen aanleiding voor een openstelling op feestdagen. Wat de ChristenUnie betreft heeft dat niets te maken met vereenvoudiging van het beleid. Er is weliswaar een evaluatie gedaan maar de ChristenUnie ziet geen enkel verband tussen de uitkomsten van de evaluatie en het voorstel. De ChristenUnie heeft hoe dan ook niets met een economie die alsmaar doordraait. De ChristenUnie gunt de inwoners van Utrecht een rustmoment in de week maar het adagium is nu ruimer, ruimer, ruimer. De wethouder heeft de fractie van de ChristenUnie niet overtuigd van aanleiding dan wel noodzaak. De ChristenUnie kan niet instemmen met het voorliggende raadsvoorstel. Mevrouw Freytag (Student & Starter) is blij met de voorgestelde verruiming voor supermarkten en andere winkels uit de levensmiddelenbranche maar verbaast zich wel over de openstelling tot uur, terwijl in andere steden duidelijk is gebleken dat er behoefte bestaat aan opening tot uur. Student & Starter pleit ervoor om de openingstijden te verruimen tot uur en de leefbaarheidstoets te beperken tot de echte nachtwinkels die Student & Starter het liefst open ziet tot uur. De heer Eggermont (SP) dacht dat er in Den Haag ook geen sprake is van een algemene openstelling tot uur. Mevrouw Freytag (Student & Starter) weet dat niet. Student & Starter is blij met de leefbaarheidstoets maar wil wel graag weten hoe er omgegaan wordt met de weigeringsgronden. Spreekster noemt als voorbeeld de situatie waarin het ontstaan van hinder door overlast veroorzakende groepen in de uren tussen en uur voor de direct omwonenden wordt beoordeeld als een reëel risico. Dat roept natuurlijk de vragen op wat overlast gevende groepen zijn, maar ook of dat dan niet geldt op andere tijdstippen van de avond en wat een reëel risico is. Spreekster vraagt of de wethouder bij de aanvraag uitgaat van een nee, tenzij of ja, en. Student & Starter pleit voor het laatste. Ten tweede vraagt spreekster of de weigeringsgronden eventueel gebruikt worden voor een nulmeting van overlast. Zij vraagt wat de wethouder daarvan vindt. De heer De Pagter (VVD) vindt dit om twee redenen een mooi moment, niet alleen omdat er een mooie winkeltijdenverordening voorligt maar ook omdat hij voor het eerst namens de VVD het woord mag voeren over een raadsvoorstel. De VVD is een warm voorstander van dit voorstel maar het kan altijd nog beter. De VVD sluit zich dan ook aan bij de vragen van D66 over opening tot uur en de afhaalzaken. Er wordt veel gesproken over de belangen van de bewoners. Volgens spreker gaat deze verordening juist over de belangen van de bewoners want zij zijn degenen die naar de supermarkten en winkels gaan. In een ideale, liberale wereld bepaalt de overheid niet wanneer een ondernemer zijn winkel opent of sluit. De VVD is blij dat die vrijheid voor een groot deel van de week gaat gelden. De VVD heeft de volgende vragen over het onderscheid tussen zon- en feestdagen: Waarom heeft de wethouder gekozen voor deze categorieën uit de standaard bedrijfsindeling van de Kamer van Koophandel? Is de wethouder bereid om een verruiming van de definitie levensmiddelenbranche te verruimen, zodat bijvoorbeeld ook slijterijen eronder vallen? Waarom heeft wethouder eerste pinksterdag als uitzondering opgenomen, terwijl uit het verslag van de rondetafelbijeenkomst blijkt dat Ikea graag op die dag open wil gaan. Is de wethouder bereid om die uitzondering eventueel te laten vervallen? Wordt er in een ontheffingsaanvraag voor een nachtwinkel alleen gekeken naar het tijdsbestek waarvoor de aanvraag wordt ingediend of wordt de hele nacht beoordeeld? De VVD is groot voorstander van heldere en eenduidige regels. Is dat hier wel echt het geval? Er worden zes weigeringsgronden genoemd maar daar staat bij dat dit niet de enige zijn. Heeft de wethouder voorbeelden van andere weigeringsgronden? Is de wethouder bereid om deze en nieuwe weigeringsgronden vast te stellen, met de raad te delen en te publiceren? Hoe wordt bepaald of er sprake is van een probleemlocatie? Weet een aanvrager vooraf of zijn locatie een probleemlocatie is? Hoe kan een ondernemer weten of zijn winkel een aanzuigende werking heeft op overlast veroorzakende groepen? En wordt in de ontheffingsaanvraag meegenomen dat een nachtwinkel bereid is om beveiliging in te schakelen? Tot slot sluit spreker zich aan bij de vraag over communicatie van de PvdA. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 26 november

22 Mevrouw Uringa (ChristenUnie) hoort de heer De Pagter praten over het belang van de bewoners maar na zijn betoog heeft zij eerder het gevoel dat hij doelt op de bezoekers en niet op de omwonenden. Zij vraagt of de VVD helemaal geen vragen heeft over het tegengaan van overlast en handhaving bij dit raadsvoorstel. De heer De Pagter (VVD) antwoordt dat de VVD altijd voorstander is van handhaving op bestaande regels. De VVD vindt bovendien dat overlast aangepakt moet worden maar spreker constateert vooral dat er veel behoefte bestaat aan verruiming van de openingstijden van supermarkten, bijvoorbeeld op eerste kerstdag. De VVD wil dat dan ook generiek regelen voor alle supermarkten. De heer Van Waveren (CDA) sluit zich voor het merendeel aan bij de bijdrage van het ChristenUnie, voor zover het gaat om de verruiming van zondagopenstelling en de evaluatie daarvan. Spreker zou die het liefst terugdraaien maar hij ziet ook wel in dat er geen meerderheid zou zijn voor een amendement op dat punt. De beslispunten wekken de suggestie dat de levensmiddelenbranche open mag op zondagen en alle feestdagen maar de tekst van de verordening is minder duidelijk. Feestdagen die op zondag vallen worden bijvoorbeeld niet genoemd. Het beslispunt lijkt op dat punt af te wijken van wat in de verordening staat. Het CDA kan instemmen met beslispunt 1 op voorwaarden dat op alle feestdagen tussen en uur eruit gehaald wordt. Mevrouw Bouazani (PvdA) hoort de heer Van Waveren spreken over de openingstijden op feestdagen. Zij vraagt of hij daarbij doelt op de reguliere ontheffingen of over de nachtwinkels. De heer Van Waveren (CDA) antwoordt dat het CDA voor alle feestdagen streng zou willen blijven en niet zou willen afwijken van het huidige beleid. Met betrekking tot de nachtwinkels proeft hij bij het liberale smaldeel van het college sterk de wens om de mogelijkheden uit te breiden. In Den Haag, Rotterdam en delen van Amsterdam sluiten de nachtwinkels echter om uur. Spreker vindt de grens van uur prima en hij kan zich ook wel vinden in een experiment maar dat vraagt wat het CDA betreft ook om inzet van de gemeente op het gebied van controle en handhaving als dat nodig is. Voor beslispunt 2 zou het CDA graag eerst een overtuigender onderbouwing krijgen en horen welke rol het college denkt te spelen om overlast te voorkomen. De voorzitter schorst de vergadering tien minuten ter voorbereiding van de beantwoording van de wethouder. Na heropening van de vergadering geeft hij het woord aan de wethouder voor zijn beantwoording in eerste termijn. Wethouder Kreijkamp bedankt de commissieleden voor hun bijdragen. Hij zal in zijn beantwoording ingaan op de aanleiding voor het voorstel, de inhoud, de evaluatie en een aantal technische vragen. De aanleiding In februari 2015 heeft de wethouder met de commissie gesproken naar aanleiding van een ontheffingsaanvraag van Albert Heijn aan de Amsterdamsestraatweg. De daarbij toegezegde aanpassing van de winkeltijdenverordening ligt nu voor. Het voornaamste doel is om de regelgeving eenduidig te maken en om aandacht te besteden aan de leefbaarheid. De wethouder heeft niet de ambitie om de hele discussie over winkeltijden in Utrecht opnieuw te voeren. De heer Eggermont (SP) hoort dat de wethouder gekozen heeft voor eenduidigheid en leefbaarheid maar niet waarom hij ook heeft gekozen voor verruiming Wethouder Kreijkamp zal daarop later ingaan. Tijdens eerdergenoemde discussie over Albert Heijn bleek dat knip op zondag, waarmee ondernemers te maken hebben, onlogisch is. Die knip is echter een restant uit de vorige Winkeltijdenwet die inmiddels verdwenen is als gevolg van het landelijke initiatiefvoorstel van D66 en GroenLinks. Gemeenten bepalen nu zelf de winkeltijden. De discussie in februari in de commissie was voor de wethouder aanleiding om de regelgeving ook op dat gebied op te schonen. Het is echter ook belangrijk om aandacht te besteden aan de leefbaarheid. Ontheffing betekent toestemming vragen voor iets wat volgens de regels niet mag. In de oude verordening ontbraken echter objectieve toetsingscriteria daarvoor en ook gronden om de vergunning in te trekken. Het college stelt voor om een leefbaarheidstoets en gronden om een vergunning in te trekken en om de duur van de vergunning te beperken tot twee jaar. Het college heeft gezocht naar aan logisch tijdstip en gekozen voor een algemene vrijstelling tot uur. Na uur gaat de Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 26 november

23 5 leefbaarheidstoets gelden. Het college zal streng toezichthouden vanuit een nee, tenzij -benadering. In hoofdstuk 4 van de verordening staat een toelichting op de manier waarop dat zal plaatsvinden en wie erbij betrokken worden. Het college behoudt de bevoegdheid om ontheffingen in te trekken of niet te verlengen na twee jaar. Het college heeft nadrukkelijk gekozen voor uur. De wethouder is bereid om na te denken over een protocol op basis van artikel 4 van de verordening. Mevrouw Bouazani (PvdA) vraagt of de criteria ook bekend gemaakt worden aan omwonenden en ondernemers Wethouder Kreijkamp antwoordt dat de criteria beschreven staan in de verordening. In geval van een toetsing zal breed informatie worden opgehaald en worden gedeeld met de aanvragende ondernemer. Met dit voorstel kiest het college ervoor om ruimte te geven aan ondernemers tot uur. De wethouder vindt dat niet echt een verruiming omdat ondernemers nu ook al de mogelijkheid hebben om s avonds open te gaan. De heer Weistra (GroenLinks) hoorde tijdens de raadsinformatieavond dat ondernemers de criteria in de verordening nog steeds vaag vinden. Hij vraagt aan de wethouder om duidelijk te communiceren over de besluiten en hoe die worden genomen, zowel naar de ondernemer als de omwonenden. Spreker denkt dat een zorgvuldige communicatie zelfs nog belangrijker is dan het besluit zelf. Wethouder Kreijkamp is graag bereid om een zorgvuldige analyse te maken bij ontheffingsaanvragen en om op basis van de criteria een protocol te maken en daarover met ondernemers en bewoners te communiceren. Hij is tevens bereid om de raad op de hoogte te houden van de ontwikkelingen. Hij verwacht vooral dat supermarkten er behoefte aan hebben om langer open te blijven dan tot uur. Dat blijkt ook uit de evaluatie. Als meer supermarkten langer kunnen openblijven, dan zal de druk op de vier huidige afnemen. De heer Eggermont (SP) ziet toch wel een duidelijk verschil tussen een ontheffing en een generieke regeling. Daarom is het wat de SP betreft een verruiming. Het college had ook kunnen kiezen voor een aantal vrijstellingen tot uur, waardoor een deel van de stad ook rustige avonden zou krijgen. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat dat ook te maken heeft met de wijziging van de landelijke wetgeving. Het college kiest ervoor om alle avonden gelijk te stellen. Het college kiest niet voor een ontheffing op zondagavond voor supermarkten, bijvoorbeeld vanaf uur, om bureaucratie te verminderen en omdat het college de leefbaarheidstoets vanaf uur heel relevant vindt. Deze generieke regeling geldt specifiek voor de levensmiddelenbranche en niet voor andere winkels. Daarom geldt het dus niet voor Ikea, ook al heeft Ikea ondersteunende horeca. Dat geldt ook voor slijterijen. Het college kiest ervoor om in dat opzicht de in 2012 gekozen lijn voort te zetten. De feestdagen zijn ingewikkeld omdat een aantal zaken in de Winkeltijdenwet is geregeld. In de huidige situatie zijn alle niet-supermarkten op feestdagen dicht. In de huidige situatie is ontheffing mogelijk. De voorgestelde wijziging betekent dat op feestdagen alle levensmiddelenwinkels open mogen zijn van tot uur, met uitzondering van 4 mei. Op 4 mei moeten alle winkels om uur gesloten zijn. Mevrouw Bouazani (PvdA) vraagt of de wethouder meer duidelijkheid kan geven over de nachtwinkels en de feestdagen. Zij ziet in het bijgeleverde schema dat nachtwinkels op zon- en feestdagen tot uur dicht zijn maar bij de avonduren komen Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december niet voor. Zij vraagt of nachtwinkels op die dagen dan wel open mogen zijn. Wethouder Kreijkamp begrijpt dat mevrouw Bouazani supermarkten bedoelt. Mevrouw Ferket (D66) heeft met name behoefte aan een verduidelijking over 4 mei De voorzitter vindt dat deze vragen een hoog technisch gehalte hebben. Hij stelt voor dat die buiten de vergadering door de ambtelijke ondersteuning schriftelijk beantwoord worden. Wethouder Kreijkamp heeft geprobeerd uit te leggen dat alle supermarkten op zondagen open mogen tussen en uur. Alle andere winkels niet. Hij stelt voor om dit onderwerp duidelijker op papier te zetten, inclusief de herkomst van de regels, zodat het voor de raad volstrekt helder is. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 26 november

24 De heer Van Waveren (CDA) denkt dat het verstandig is om die verduidelijking niet alleen voor de raad op papier te zetten maar dat ook te doen in de communicatie naar bewoners en ondernemers. Die toelichting kan desnoods als bijlage aan de verordening worden toegevoegd Wethouder Kreijkamp is het daarmee eens. Hij zal voor de raadsbehandeling zorgen voor verduidelijking en na de raadsbehandeling uiteraard ook voor bewoners en ondernemers. De heer De Pagter (VVD) komt terug op Ikea omdat dat voor hem een apart onderwerp is. Ikea wil graag open op eerste pinksterdag. Daarbij gaat het om een algemene ontheffing volgens artikel 2.1. Spreker vraagt waarom de wethouder ervoor gekozen heeft om een uitzondering te maken voor eerste pinksterdag. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat daarin niets veranderd is ten opzichte van het huidige beleid en in lijn met wat eerder is besloten. Ikea behoort niet tot de levensmiddelenbranche. De heer De Pagter (VVD) wijst erop dat artikel 2.1 juist niet over de levensmiddelenbranche gaat maar over de algemene ontheffing, waarbij feestdagen uitgezonderd worden. Ikea wil graag open op eerste pinksterdag. Er is dus vraag naar de generieke vrijstelling maar toch is daarop een uitzondering gemaakt. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat die uitzondering er ook was in het huidige beleid. Het gaat nu over de levensmiddelenwinkels. Het eerder in deze raad aangenomen burgerinitiatief ging over alle winkels maar ook daarin werd niet de mogelijkheid geboden om op de genoemde feestdagen open te zijn. De heer De Pagter (VVD) vindt het nu duidelijk. Wethouder Kreijkamp vervolgt zijn beantwoording met de terechte vraag van mevrouw Bouazani over het persbericht. De wethouder is het met haar eens dat het netter was geweest als daarin duidelijk was aangegeven dat de raad het voorstel nog moest goedkeuren. Hij zal er scherp op toezien dat dit in het vervolg beter zal gaan. De wethouder denkt dat het verstandig is dat de raad snel een besluit neemt over deze verordening maar er is niet besloten om niet te handhaven. De wethouder zal daarover met de burgemeester spreken. De discussie rond de afhaalzaken dateert al uit de Winkeltijdenwet. In de oude Winkeltijdenwet werden afhaalzaken uitgezonderd. Er zijn ongeveer 90 van dit soort bedrijven in Utrecht. In de landelijke Winkeltijdenwet vervalt die uitzondering. Utrecht kiest in deze verordening voor de levensmiddelenwinkels. Afhaalzaken kunnen geen ontheffing voor een nachtwinkel aanvragen. Mevrouw Bouazani noemt een aantal uitzonderingsposities uit de oude Winkeltijdenwet, zoals Aller Heiligen, Aller Zielen en de Ramadan. Een snelle analyse toont aan dat winkelopenstelling van uur tot uur voldoende voorziet in die behoefte. De wethouder zal dit nog even zorgvuldig controleren en er zo nodig op terugkomen. Het college heeft de mogelijkheid opengehouden om bij de leefbaarheidstoets andere weigeringsgronden toe te voegen en houdt daarmee dus de mogelijkheid om een verzoek af te wijzen. De wethouder heeft geen andere weigeringsgronden voor ogen op dit moment maar mocht het zich voordoen, dan komt hij daarmee bij de raad. Met betrekking tot de evaluatie naar aanleiding van amendement 6 op het burgerinitiatief zegt de wethouder dat hij niet heeft overwogen om een stadsgesprek te organiseren. Het college heeft ervoor gekozen om de verschillende doelgroepen apart te consulteren. Alle ondernemers hebben hun input kunnen geven tijdens de rondetafelgesprekken. Er zijn bovendien enquêtes uitgezet. De wethouder denkt dat de evaluatie voldoende onderbouwing biedt. Hij denkt dat het goed is om die 20% belangstelling na uur op zondag goed gespreid over de stad te accommoderen. Uit de enquête kwam als aandachtspunt naar voren de werknemers. Het college heeft daarop bronnenonderzoek gedaan in bekende rapporten en heel expliciet de vakbonden gevraagd naar hun standpunten per e- mail en telefonisch. De vakbonden hebben verwezen naar hun eerdere rapporten en dat het voor hen geen prioriteit heeft om er nu onderzoek naar te doen. Werknemers kunnen niet verplicht worden om op zondag te werken. Van werkgevers hoort hij echter dat er veel belangstelling is om op zondag te werken. Mevrouw Bouazani (PvdA) vraagt waarom het college niet in een persoonlijk gesprek gevraagd heeft naar de ervaringen van de werknemers. In het verslag staat dat het CNV benaderd is over het meldpunt maar niet bereikbaar was. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 26 november

25 De voorzitter vraagt zich af of het relevant is voor de besluitvorming om precies te weten hoe de contacten met het CNV zijn verlopen Mevrouw Bouazani (PvdA) vindt van wel als het gaat om de uitvoering van het amendement waarin staat dat de belangen van het personeel meegenomen moeten worden. Wethouder Kreijkamp heeft daarom ook contact gezocht met de vakbonden die daarop alleen verwezen hebben naar eerdere onderzoeken. Hij is graag bereid om nogmaals contact op te nemen met de vakbonden en ook om de verordening de komende tijd te blijven monitoren. Hij is eveneens bereid om mee te denken, als er klachten mochten zijn. De voorzitter vraagt hoe de wethouder die inspanning gaat terugkoppelen aan de raad Wethouder Kreijkamp zal dat zoals altijd netjes per brief doen. De heer Eggermont (SP) heeft gelezen in de evaluatie dat er meer zal moeten worden schoongemaakt. Hij gaat ervan uit dat dit kosten met zich meebrengt. Bovendien heeft hij gevraagd of en hoe geregeld is dat dit niet gepaard gaat met verplichte arbeid op zondag. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat werknemers wettelijk niet verplicht kunnen worden om te werken op zondag. Het is moeilijk in te schatten wat de extra kosten voor schoonmaken zullen zijn als gevolg van een langere winkelopenstelling. Hij is wel bereid om daarnaar verder onderzoek te doen. Er is gekozen voor uur voor de nachtwinkels op basis van onderzoek in andere steden en omdat het college eerst wil zien hoeveel belangstelling daarvoor is. De wethouder wil het geen pilot noemen maar hij verzekert de commissie dat er streng toezicht gehouden zal worden op de leefbaarheid. De heer Weistra (GroenLinks) heeft het een experiment genoemd maar zijn vraag is eigenlijk wanneer de nachtwinkels geëvalueerd worden. Soms worden er evaluatiebepalingen opgenomen in een verordening. Bovendien heeft spreker voorgesteld om het aantal nachtwinkels te beperken, zodat een goede spreiding wordt bereikt. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat het college inderdaad overwogen heeft om het aantal vierkante meters te limiteren maar dat het college er uiteindelijk voor gekozen heeft om in te zetten op de leefbaarheid. Het college wil niet daarnaast nog andere beperkende criteria stellen. De wethouder is graag bereid om de werking van de verordening na twee jaar een evaluatie aan de raad te sturen. Hij zegt echter ook toe dat hij ook terugkomt bij de raad met een wijzigingsvoorstel, als daartoe aanleiding is. Mevrouw Bouazani (PvdA) zou liever na één jaar evalueren. Wethouder Kreijkamp vindt één jaar ook goed, als een meerderheid van de raad daaraan de voorkeur geeft. Mevrouw Uringa (ChristenUnie) geeft de wethouder nog mee dat juist voor een kwetsbare plek als de Amsterdamsestraatweg het heel ingewikkeld wordt als de gemeente de winkeltijden aan de ene kant verruimt terwijl de handhaving op de Amsterdamsestraatweg te wensen overlaat. Spreekster vraagt of de wethouder dit toch met vertrouwen tegemoet durft te zien. Wethouder Kreijkamp durft te voorspellen dat een aanvraag voor een nachtwinkel op de Amsterdamsestraatweg heel ingewikkeld is, gezien de problematiek, de motie van de heer Van Ooijen en alle beperkende criteria in artikel 4. Hij heeft alle vertrouwen in de nu geformuleerde leefbaarheidscriteria. Mevrouw Uringa (ChristenUnie) kent dit college juist van minder bureaucratie en minder papierwerk. De raad staat nu voor de keuze om aan de voorkant al beperkende maatregelen op te leggen. Spreekster begrijpt dat de wethouder ervoor kiest om iedereen in de gelegenheid te stellen een ontheffing aan te vragen. Zij noemt dat eerder een moloch. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 26 november

26 Wethouder Kreijkamp verwacht niet dat er honderden aanvragen zullen worden ingediend. Hij is met dit voorstel tegemoetgekomen aan de wens van onder andere Student & Starter. Het is een apart beslispunt in het raadsvoorstel. Omdat leefbaarheid daarbij van groot belang is, zijn de criteria uitgebreid beschreven. Er zal streng worden toegezien op die criteria. De wethouder zal dit zeker in de communicatie en in gesprekken onder de aandacht brengen van de ondernemers. Aan de andere kant vindt de wethouder dat ondernemers een kans moeten krijgen op plekken waar het wel kan. Bovendien heeft het college de mogelijkheid om een ontheffing weer in te trekken of niet te verlengen. Mochten er toch problemen rijzen, dan komt de wethouder terug bij de raad en kan de verordening altijd weer aangepast worden. De wethouder denkt hiermee alle vragen beantwoord te hebben. De voorzitter vraagt of er vragen onbeantwoord zijn gebleven. Mevrouw Freytag (Student & Starter) begrijpt dat vooraf streng gekeken wordt naar een ontheffingsaanvraag voor een nachtwinkel. Zij vraagt of er ook een nulmeting wordt gedaan om na een half jaar of een jaar te kunnen evalueren of gemelde overlast te wijten is aan die winkel. De heer Van Waveren (CDA) had nog gevraagd naar de gemeentelijke inzet op handhaving, als een ontheffing wordt verleend De heer De Pagter (VVD) had nog gevraagd of een ontheffingsaanvraag alleen beoordeeld wordt op het aantal aangevraagde uren of dat er gekeken wordt naar de hele nacht. Mevrouw Bouazani (PvdA) had nog gevraagd naar de verwachtingen vanuit de gemeente ten opzichte van de ondernemers. De heer Weistra (GroenLinks) brengt in herinnering dat in zijn interruptiedebat met mevrouw Ferket de vraag rees of bij een generieke openstelling tot uur, een ontheffing nog geweigerd kan worden. Hij vraagt om een toelichting van de wethouder daarop. Wethouder Kreijkamp begint met de laatste vraag. Als uur verruimd zou worden tot uur, dan is er geen sprake meer van een ontheffing maar van een vrijstelling. Het college heeft daar echter niet voor gekozen. De ondernemer mag veel van de overheid verwachten maar de gemeente gaat ervan uit dat die openstelling niet leidt tot overlast en zeker niet na uur. De gemeente gaat geen extra inzet plegen op toezicht en handhaving omdat daarvoor de capaciteit ontbreekt. Dit is in lijn met de aanpak bij de horeca. De heer Van Waveren (CDA) vindt dat de vergelijking met de horeca mank gaat omdat voor de horeca een speciaal politieteam wordt ingezet om de veiligheid te waarborgen, zeker in het weekend. De gemeente faciliteert daarbij bovendien zaken in de openbare ruimte, waarover het CDA recent schriftelijke vragen heeft gesteld. Spreker had gehoopt dat de wethouder wel bereid zou zijn tot een iets intensiever toezicht op zijn minst. Wethouder Kreijkamp wil dat wel toezeggen. Hij bedoelde met zijn vergelijking te zeggen dat het ook de verantwoordelijkheid van de ondernemer zelf is. Als een levensmiddelenwinkel tot veel overlast leidt, dan kan de gemeente de ontheffing intrekken. Er zal echter geen inzet gepleegd worden die vergelijkbaar is met die voor de horeca. De wethouder wil geen extra capaciteit daarvoor regelen omdat hij vindt dat de criteria waarborgen dat het kan zonder overlast. Mevrouw Bouazani (PvdA) brengt in herinnering dat de ondernemer van de nachtwinkel aan de Amsterdamsestraatweg juist back-up wilde vanuit VTH. De burgemeester heeft in de commissie Veiligheid gezegd, bereid te zijn die back-up in te zetten voor ondernemers. Zij vraagt aan de wethouder of hij het met de PvdA eens is dat er snel opgetreden moet kunnen worden als een ondernemer aan de bel trekt. Wethouder Kreijkamp is het met het laatste eens maar ondernemers mogen niet verwachten dat elke vorm van overlast weggenomen wordt door de gemeente; het is ook de verantwoordelijkheid van de ondernemer zelf. Dat was een van de redenen om de ontheffing voor de nachtwinkel aan de Amsterdamsestraatweg te beperken tot uur. In antwoord op de vraag van mevrouw Freytag zegt de wethouder dat de overlast uiteraard gemonitord zal worden. In antwoord op de vraag van de heer De Pagter zegt de wethouder dat het college gekozen heeft voor een ontheffing tussen en Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 26 november

27 02.00 uur. De wethouder vindt het even belangrijk dat er om uur geen overlast is als om uur. Er wordt dus steeds naar het hele tijdblok van tot uur gekeken. 5 De heer De Pagter (VVD) concludeert dat het college bij welke aanvraag dan ook steeds naar de hele nacht zal kijken. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat het college vindt dat de leefbaarheid tussen en uur net zo zwaar moet meewegen als in het tijdvak na uur De voorzitter geeft gelegenheid voor een tweede termijn, waarin de commissie de vraag van de wethouder dient te beantwoorden of de evaluatie na een of twee jaar dient plaats te vinden. Ten tweede hoort de voorzitter graag of er moties of amendementen overwogen worden om het draagvlak daarvoor te kunnen peilen. De heer Eggermont (SP) heeft voorkeur voor een evaluatie na twee jaar. Ten tweede stelt hij dat het een ongedekt voorstel is. Hij ziet de brief met die extra kosten graag tegemoet. De meeste fracties lijken te kunnen instemmen met de vereenvoudiging van de regels, met name de knip op zondag. Spreker betwijfelt echter of een meerderheid van de raad zich ook kan vinden in de verruiming van de openingstijden voor levensmiddelenwinkels zoals voorgesteld wordt. De fractie van de SP kan daar in ieder geval niet mee instemmen. En dat geldt ook voor de opening op eerste kerstdag, eerste paasdag, eerste pinksterdag en nieuwjaarsdag. Spreker hoort graag van andere fracties of zij bereid zijn om een amendement van de SP op dat punt te steunen. De voorzitter vraagt wie een amendement van de SP zou willen steunen om de vrijstelling voor levensmiddelenzaken op bepaalde feestdagen eruit te halen. Hij constateert dat GroenLinks het amendement zou steunen. Mevrouw Bouazani (PvdA) wacht nog op een verduidelijking van de wethouder over die feestdagen, vooral voor de nachtwinkels. Pas daarna kan zij aangeven of de PvdA een amendement van de SP op dat punt wil steunen. De heer Eggermont (SP) vindt het altijd wel prettig om in de commissievergadering de standpunten te peilen maar als dat nu niet kan, dan zal het ergens voor de raad moeten gebeuren De voorzitter concludeert dat er in elk geval wel enige steun voor het amendement is. De heer Weistra (GroenLinks) heeft al aangekondigd dat GroenLinks een amendement overweegt om van de zondagavond geen automatisme te maken. Hij stelt voor om dat samen met de heer Eggermont te doen. Met betrekking tot de feestdagen sluit hij zich aan bij de opmerking van mevrouw Bouazani. Wat GroenLinks betreft wordt het een B-punt. GroenLinks is blij met de toezegging dat de wethouder bereid is een protocol te maken voor de leefbaarheidstoets. GroenLinks is ook blij met de toezegging voor een evaluatie van de nachtwinkels, wat GroenLinks betreft het liefst na één jaar. Spreker maakt zich nog wel enigszins zorgen over de borging over het maximum aantal nachtwinkels en de spreiding daarvan. Hij overweegt dan ook om op dat punt een amendement in te dienen. Tot slot benadrukt hij dat GroenLinks niet blij is met het automatisme voor de zondagavond voor de levensmiddelenwinkels. GroenLinks zal een amendement indienen, zodat vanaf uur ontheffing nodig is. Voor GroenLinks hangt ook de steun voor het raadsvoorstel daarvan af. De voorzitter vraagt welke fracties het laatstgenoemde amendement van GroenLinks steunen. Hij constateert dat de SP en de ChristenUnie het amendement steunen en dat het CDA twijfelt. Mevrouw Bouazani (PvdA) kan geen uitsluitsel geven want haar fractie gaat verdeeld stemmen Mevrouw Uringa (ChristenUnie) ziet de aangekondigde voorstellen die een inperking betekenen graag tegemoet, met name voor de feestdagen. De ChristenUnie wil graag een evaluatie na één jaar. De ChristenUnie maakt zich ook zorgen over de nachtwinkels, dus het voorstel van de heer Weistra is ook welkom. De voorzitter was nog niet klaar met de peiling van de steun voor de voorstellen van de heer Weistra. Hij vraagt of de heer Weistra zijn eerste amendement nog even wil toelichten. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 26 november

28 De heer Weistra (GroenLinks) antwoordt dat dat amendement betrekking heeft op het aantal nachtwinkels en de spreiding daarvan De voorzitter vraagt of er steun is voor het beperken, zowel qua aantal als geografische ligging, van nachtwinkels. Hij ziet de heer Van Waveren voorzichtig knikken. De heer De Pagter is daar geen voorstander van. Mevrouw Bouazani zit nog steeds met haar verdeelde fractie. Mevrouw Ferket (D66) denkt dat het standpunt van D66 helder is. D66 ziet liever een ja, mits - houding voor ontheffingsmogelijkheden voor de avond en de nacht. Uiteraard kan D66 niet meegaan in het voorstel om voor zondagavond vanaf uur ontheffingen te laten gelden. Het was juist de bedoeling om mee te gaan met de landelijke wetgeving en te zorgen voor duidelijkheid. Dit voorstel leidt alleen maar tot verwarring en meer werk. Dezelfde argumenten gelden voor de feestdagen. De heer Eggermont (SP) wijst erop dat de wetgeving aangeeft dat winkels op zondag gesloten zijn maar dat gemeenten vrijstelling kunnen geven. Er staat nergens dat die vrijstelling exact dezelfde uren moet zijn als op andere dagen. Dat is de keuze van de gemeente. Mevrouw Ferket (D66) beaamt dat het een inderdaad een keuze is maar er is geen beperking meer op het aantal en op andere mogelijkheden. D66 zal nog terugkomen op de slijterijen, krantenwinkels en afhaalzaken. De wethouder heeft toegezegd te onderzoeken wat dit voorstel voor afhaalzaken betekent. Afhankelijk van het antwoord overweegt D66 een amendement in te dienen. D66 geeft de voorkeur aan een evaluatie na twee jaar. Mevrouw Bouazani (PvdA) heeft al aangegeven dat de PvdA twijfels heeft over de leefbaarheidstoets in de praktijk. Daarom pleit de PvdA voor een evaluatie na één jaar. De PvdA wacht de antwoorden van de wethouder op de vragen over de feestdagen af. Afhankelijk van die antwoorden besluit de PvdA al dan niet met een voorstel te komen samen met de SP en andere fracties. De wethouder heeft toegezegd contact op te nemen met het CNV. Spreekster vraagt wanneer de wethouder verwacht met het resultaat daarvan terug te komen bij de raad. Dat geldt ook voor de vrijstellingen in de landelijke wetgeving, zoals Aller Heiligen, Aller Zielen en de Ramadan. De wethouder zegt dat dit ook nu al kan onder de huidige verordening. Spreekster zal dat checken. Tot slot geeft spreekster aan met ander partijen in overleg te gaan over voorstellen met betrekking tot wat ondernemers mogen verwachten van de gemeente. De voorzitter vraagt of mevrouw Bouazani denkt aan een motie met een oproep aan het college. Mevrouw Bouazani (PvdA) antwoordt dat dat heel goed zou kunnen Mevrouw Freytag (Student & Starter) verklaart dat Student & Starter zich kan vinden in de voorkeur van D66 voor een ja, mits -houding. Spreekster zet geen vraagtekens bij de leefbaarheidstoets. Die lijkt haar voldoende streng. Dan rest voor Student & Starter alleen de vraag waarom de openstelling van nachtwinkels beperkt wordt tot uur. Student & Starter ziet het liefst een evaluatie na twee jaar. De voorzitter vraagt of Student & Starten een amendement overweegt om de sluitingstijd van uur op te rekken naar uur. Hij vraagt of er steun zou zijn voor dat voorstel. Hij constateert dat de VVD en D66 een voorstel in die zin zouden steunen maar de rest niet. De heer De Pagter (VVD) bedankt de wethouder voor zijn beantwoording. De VVD ziet het liefst een evaluatie na twee jaar. De VVD overweegt een amendement in te dienen met betrekking tot de nachtwinkels. De heer Van Waveren (CDA) verklaart dat het CDA zeker zal proberen om de openstelling op feestdagen te beperken, zoals ook de SP aangaf. Net als de PvdA vindt ook het CDA de ondersteuning van de gemeente bij nachtopenstelling belangrijk. Het CDA overweegt om op dat punt een motie of een amendement in te dienen. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 26 november

29 De voorzitter vraagt welke andere partijen het belangrijk vinden dat de gemeentelijke inzet goed gewaarborgd is. Hij ziet echter weinig enthousiasme. Hij vraagt of het CDA voorkeur heeft voor evalueren na één of twee jaar De heer Van Waveren (CDA) antwoordt dat hij voorkeur heeft voor evalueren na twee jaar, omdat hij de ambtelijke ondersteuning niet met werk wil opzadelen en omdat er in de regel weinig gedaan wordt met evaluaties. Mevrouw Bouazani (PvdA) vraagt of het CDA het niet belangrijk vindt om te weten of de leefbaarheidstoets in de praktijk wel werkt. De heer Van Waveren (CDA) denkt dat standpunten daarover heel erg verschillen in de raad en dat die niet zullen veranderen door een evaluatie Wethouder Kreijkamp constateert dat er een ruime meerderheid is voor een evaluatie na twee jaar. Hij zal contact opnemen met het CNV en daarop begin 2016 terugkomen. De voorzitter heeft de volgende toezeggingen genoteerd: De wethouder zegt toe de raad te informeren over het protocol ten aanzien van de leefbaarheidstoets voor ontheffingsaanvragen van de Winkeltijdenwet na uur en dat protocol ook te delen met de samenleving. De wethouder zegt toe voor de raadsvergadering een tabel op te stellen over de sluitingstijden en ontheffingen ten aanzien van feestdagen, ook samenvallend met zondagen en in relatie tot de nachtwinkels en meer specifiek ook nog voor de afhaalzaken. De wethouder zegt toe om opnieuw met de vakverenigingen contact op te nemen met betrekking tot de consequenties van de verruiming van de winkeltijden voor werknemers en de raad hierover begin 2016 te informeren. De wethouder zegt toe een onderzoek te zullen doen naar extra kosten door Stadswerken en andere gemeentelijke organisaties voor het schoonmaken en als er extra kosten zijn, de raad hierover te informeren. Ten aanzien van de laatste toezegging vraagt de voorzitter of de wethouder dit voor de raadsvergadering denkt te doen maar dat blijkt niet te lukken. Hij heeft namelijk het gevoel dat de heer Eggermont zijn besluitvorming deels daarop baseert. De heer Eggermont (SP) is geïnteresseerd in de argumentatie ten aanzien van de feestdagen. Uiteindelijk moet het wel gedekt worden uit andere middelen. Hij denkt dat de informatie van belang kan zijn voor de discussie daarover. Hij zou het op prijs stellen als de informatie in ieder geval voor de raadsbehandeling beschikbaar is. En mocht dat niet lukken, dan zou hij de raadsbehandeling willen uitstellen. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat het hem niet gaat lukken in anderhalve week. Bovendien gaat het dan over de evaluatie van alle winkels open op zondag, terwijl het nu specifiek gaat over het oplossen van het probleem met de levensmiddelenwinkels. Hij is ervoor om het op te nemen met Stadswerken maar meer kan hij niet toezeggen. De voorzitter gaat verder met de toezeggingen. De wethouder zegt toe om na één jaar een evaluatie toe te sturen aan de raad over de werking van de nieuwe Winkeltijdenverordening, ook in relatie tot de leefbaarheid. Wethouder Kreijkamp heeft toegezegd na een jaar een evaluatie toe te sturen die betrekking heeft op de procedure van de ontheffingen en wat de criteria zijn geweest voor de periode na uur tot uur. De voorzitter concludeert dat het om een beperkte evaluatie gaat met betrekking tot de leefbaarheidstoets. Hij sluit de commissiehandeling. Het voorstel zal als bespreekstuk behandeld worden in de raadvergadering van 10 december Het is van belang om de verordening zo snel mogelijk vast te stellen omdat dit weer scheelt in de handhaving. De heer Eggermont (SP) is het niet met de voorzitter eens. Wat hem betreft is het niet van belang om zo snel mogelijk te beslissen. Hij wil graag beschikken over de gevraagde informatie, zodat die Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 26 november

30 meegenomen kan worden in de afweging. Er wordt al drie jaar gewerkt met de huidige Winkeltijdenverordening. Wat hem betreft kan dat nog best drie weken langer Mevrouw Ferket (D66) wijst erop dat de ondernemers in de raadsinformatieavond gevraagd is om haast te maken in verband met de komende feestdagen. Zij wil ook graag voldoende informatie hebben maar zij vraagt zich af welke informatie ontbreekt die relevant is voor het voorliggende voorstel. De heer Eggermont (SP) heeft begrepen dat de wethouder niet in staat is om de gevraagde informatie voor de raadsvergadering te leveren. Daarop heeft spreker aangegeven dat hij de behandeling liever zou uitstellen, omdat die informatie van belang is voor zijn amendement met betrekking tot de feestdagen. Hij stelt nogmaals voor om de behandeling uit te stellen naar de volgende raadsvergadering. De voorzitter vraagt of de wethouder daarop wil reageren. Wethouder Kreijkamp zou heel graag op 10 december 2015 besluitvorming willen in de raad om duidelijkheid te kunnen geven aan ondernemers voor de komende feestdagen maar ook voor volgend jaar. Bovendien is de titel van het voorstel Winkeltijdenverordening De voorzitter vraagt of de commissie het voorstel van de heer Eggermont steunt. Mevrouw Bouazani (PvdA) vraagt welke informatie ontbreekt De voorzitter antwoordt dat de heer Eggermont graag informatie wil hebben over de kosten van de extra inzet voor het schoonmaken van de winkelcentra. De wethouder kan die informatie niet binnen anderhalve week leveren. Daarom stelt de heer Eggermont voor om de behandeling uit te stellen. De wethouder weet niet wanneer hij die informatie kan leveren, waardoor het onzeker wordt wanneer het raadsvoorstel behandeld kan worden. De voorzitter stelt voor om het met deze kanttekening voor te leggen aan het presidium. Een meerderheid van de commissie wil het op 10 december 2015 behandelen maar er zijn dus ook argumenten om de behandeling uit te stellen. Wethouder Kreijkamp zal zijn best doen om voor 10 december 2015 een brief te sturen aan de raad met deze informatie maar hij plaatst daar de kanttekening bij dat de kosten misschien niet goed vergelijkbaar zijn omdat er ook allerlei evenementen bijgekomen zijn in de loop van de tijd. Hij zal er met zijn collega Openbare Ruimte naar kijken. Hij zegt toe dat hij voor het raadsdebat met een informatiebrief en uitleg over de vergelijkbaarheid komt. De heer Eggermont (SP) begrijpt het voorbehoud van de wethouder maar hij wil toch graag een inschatting van de extra kosten kunnen maken. De voorzitter heeft reeds gezegd dat hij de agendering aan het presidium overlaat. Hij sluit de behandeling van dit agendapunt Beantwoording rondvraagpunten enz. wethouder Kreijkamp De voorzitter geeft het woord aan de wethouder Pilot mengvormen winkel en horeca Wethouder Kreijkamp antwoordt dat Utrecht er niet aan meedoet maar het was wel onderdeel van het stadsgesprek afgelopen dinsdag over de toekomst van de horeca, waaraan 160 ondernemers deelnamen. De wethouder zal het goed in de gaten houden en dat geldt ook voor wijzigingen en weten regelgeving. De voorzitter schorst de vergadering om uur. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 26 november

31 Toezeggingen commissie Stad en Ruimte 26 november 2015 (middag) Wethouder Kreijkamp De wethouder zegt toe, met betrekking tot agendapunt 22, raadsvoorstel Winkeltijdenverordening Utrecht, de raad te informeren over het protocol ten aanzien van de leefbaarheidstoets voor ontheffingsaanvragen van de Winkeltijdenwet na uur en dat protocol ook delen met de samenleving. De wethouder zegt toe, met betrekking tot agendapunt 22, raadsvoorstel Winkeltijdenverordening Utrecht, voor de raadsvergadering een tabel op te stellen over de sluitingstijden en ontheffingen ten aanzien van feestdagen, ook samenvallend met zondagen en in relatie tot de nachtwinkels en meer specifiek ook nog voor de afhaalzaken. De wethouder zegt toe, met betrekking tot agendapunt 22, raadsvoorstel Winkeltijdenverordening Utrecht, om opnieuw met de vakverenigingen contact op te nemen met betrekking tot de consequenties van de verruiming van de winkeltijden voor werknemers en de raad hierover begin 2016 te informeren. De wethouder zegt toe, met betrekking tot agendapunt 22, raadsvoorstel Winkeltijdenverordening Utrecht, zijn best te zullen doen om voor 10 december 2015 de raad een brief te sturen met informatie over de extra schoonmaakkosten die het gevolg kunnen zijn de ruimere winkeltijden, met de kanttekening dat de beschikbare cijfers door de tijd heen niet goed vergelijkbaar zijn. De wethouder zegt toe, met betrekking tot agendapunt 22, raadsvoorstel Winkeltijdenverordening Utrecht, om na één jaar een evaluatie toe te sturen aan de raad over de werking van de nieuwe Winkeltijdenverordening, ook in relatie tot de leefbaarheid Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 26 november

32 Utrecht-cie Stad en Ruimte Verslag van de openbare avondvergadering van de raadscommissie Stad en Ruimte, gehouden op 1 december 2015 in de raadzaal te Utrecht Aanwezig: De voorzitter, mw. J. Ferket, de wethouder Ruimtelijke ordening, Wonen en Vastgoed, dhr. P. Jansen, de leden, dhr. B-J. Brussaard (CDA), mw. A-M. Podt (D66), dhr. L.A. Roodenburg (D66), mw. S. Schilderman (D66), dhr. L. van Eijndhoven (VVD), dhr. B. Işik (PvdA), dhr. J. Weemstra (PvdA), dhr. C. Bos (Stadsbelang Utrecht), dhr. T. Schipper (SP), dhr. H. de Jong (Student&Starter), dhr. S. Menke (Student&Starter), dhr. T. Weistra (GroenLinks), dhr. P. Zwanenberg (GroenLinks), de commissiegriffier, dhr. F. Lith. Voorts aanwezig enkele medewerkers. Afwezig: Er zijn geen afwezigen gemeld. Verslag: Mw. I.B. Koren (Notuleerservice Nederland) INHOUD VAN DIT VERSLAG pagina 1. Opening en mededelingen Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten Verslagen van de vergaderingen van de commissie Stad en Ruimte van 13, 14 en 15 oktober 2015 en 3 en 5 november Ingekomen stukken Mogelijkheid tot het stellen van rondvraagpunten en vragen met betrekking tot de... 2 toezeggingenlijst aan portefeuillehouder Jansen Commissiebrief Stand van Zaken Woonwagenzaken in samenhang met SV 2015, nr. 71 over Woonwagenstandplaatsen met antwoord Commissiebrief Utrechts Vastgoed Commissiebrief Asbest Stadsschouwburg Opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering om uur en heet iedereen van harte welkom. 2. Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten De voorzitter loopt de agenda langs en stelt deze vast De heer De Jong (Student&Starter) geeft aan dat er mogelijk wat verwarring is ontstaan rondom de behandeling van de commissiebrief over het Utrechts Vastgoed. De agenderende fracties wilden het hebben over de spagaat tussen buurthuis en zelfbeheer en de tarieven voor welzijnsaccommodaties. Hier willen de fracties meer informatie over hebben en het is daarom dat zij zich op dit moment willen terugtrekken. Het voorstel is nu, dit agendapunt in te trekken of de behandeling in te korten. De heer I ṣik (PvdA) geeft aan dat de PvdA-fractie het eens is met Student&Starter. De agendering wordt op dit moment ingetrokken totdat er aanvullende informatie komt. De heer Roodenburg (D66) geeft aan wel graag zijn punten in te willen brengen. Hij kan zich prima vinden in een kortere behandeltijd. De voorzitter concludeert dat de bespreektijd van 45 naar 30 minuten wordt teruggebracht. D66 wordt dan alleen aangemerkt als agenderende fractie. Er wordt gesproken over het vastgoedrapport. Over zelfbeheer en de welzijnsaccommodatie wordt dan op een ander moment gesproken. De heer De Jong (Student&Starter) vraagt of een kwartier bespreektijd niet afdoende kan zijn. De voorzitter geeft aan dat zij zich aan de procedure hield. Wellicht is de bijdrage van D66 korter.

33 Verslagen van de vergaderingen van de commissie Stad en Ruimte van 13, 14 en 15 oktober 2015 en 3 en 5 november 2015 De voorzitter constateert dat het gaat om de delen van de portefeuille van wethouder Jansen. Er zijn wijzigingsvoorstellen voor ontvangen. Zij concludeert dat de commissie instemt met de wijzigingen en dat de verslagen zijn vastgesteld. Tekstuele opmerkingen van de heer Brussaard naar aanleiding van het verslag van 5 november 2015 (ochtend): Pagina 13, regel 31: dit moet zijn legt de volgende vraag voor aan GroenLinks' i.p.v. 'legt de volgende vraag voor aan het CDA ; De toezeggingenlijst van wethouder Geldof m.b.t. erfpacht op pagina 16 komt niet overeen met de geherformuleerde toezeggingen eerder in het verslag Ingekomen stukken 4.a. Brief van de heer Van der Velde over een omzettingsvergunning en de mogelijke implicaties voor het beleid van een besluit van de gemeente met betrekking tot Brigittestraat 17 De voorzitter concludeert dat deze brief ter afdoening in handen gesteld wordt van het college van burgemeester en wethouders. Zij wijst erop dat het de leden vrijstaat ook zelf contact op te nemen. De heer Schipper (SP) vraagt of een afschrift van de reactie van college naar de commissie gestuurd kan worden. De voorzitter concludeert dat deze vraag doorgeleid wordt Mogelijkheid tot het stellen van rondvraagpunten en vragen met betrekking tot de toezeggingenlijst aan portefeuillehouder Jansen Labels woningen Overvecht De heer I ṣik (PvdA) merkt op dat bewoners een specificatie hebben gekregen van hun kwaliteitspunten per woning. Dezelfde woningen blijken echter verschillende labels te hebben gekregen. Is het college bereid uit zoeken wat hier aan de hand is en de commissie hierover te informeren? Urgentiebrief Meer Merwede De heer Zwanenberg (GroenLinks) licht toe dat de brief gaat over de herontwikkeling van de Merwede Kanaalzone. Een goede ontwikkeling maar ter plekke bevindt zich een tippelzone en een busremise. Voor GroenLinks is het van belang dat de tippelzone niet zomaar wordt opgeheven zonder dat er een alternatief is. Wethouder Jansen heeft eerder aangegeven dat hier dit jaar nog een besluit over zou vallen. Hoe staat het hiermee? 5a. Beantwoording rondvraagpunten en vragen met betrekking tot de toezeggingenlijst wethouder Jansen Labels woningen Overvecht Wethouder Jansen geeft aan dat als bewoners vragen hebben over de puntentelling dat zij eerst naar Bo-Ex moeten gaan. Als zij er met Bo-Ex niet uitkomen dan dienen zij naar de huurcommissie te stappen. Urgentiebrief Meer Merwede Wethouder Jansen geeft aan dat het college met de provincie in gesprek is over de busremise. Deze zal verplaatst worden naar schatting rond 2018/2019. De tippelzone ligt inderdaad in de weg. Eerder heeft hij geconstateerd dat er een functionele relatie ligt tussen dit dossier en het dossier Nieuwe Zandpad. Hiervan wordt verwacht dat op korte termijn zekerheid ontstaat over of de ontwikkeling doorgaat. Op dat moment wordt duidelijk wat de context is van de verplaatsing van de tippelzone aan de Europalaan. Verder is er nog een derde obstakel in het gebied. Er ligt namelijk een LPG-vulpunt aan de Europalaan dat daar weg moet. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 1 december

34 De voorzitter meldt dat waarschijnlijk op 18 februari een werkbezoek naar dit gebied wordt georganiseerd Commissiebrief Stand van Zaken Woonwagenzaken in samenhang met SV 2015, nr. 71 over Woonwagenstandplaatsen met antwoord De voorzitter constateert dat dit punt aan de orde is geweest tijdens de raadsinformatieavond van 23 juni Mevrouw Podt (D66) gaat in op twee zaken. Enerzijds de positie van woonwagenbewoners in Utrecht en anderzijds de praktische uitwerking van het beleid op de standplaatsen. Het huidige woonwagenbeleid is nu twee jaar oud en roept nogal wat reacties op. De reacties gaan niet allemaal over de praktische effecten van het beleid maar ook over hoe welkom jonge woonwagenbewoners zich voelen in Utrecht. Bij veel jongeren leeft het gevoel dat gemeenten in het algemeen en de gemeente Utrecht specifiek, liever willen dat mensen in een rijtjeshuis gaan wonen. Als D66 het beleid uit 2013 leest dan begrijpt de partij wel een beetje waar dat gevoel vandaan komt. De focus ligt erg op de integratie van woonwagenbewoners in de maatschappij zonder daarbij rekening te houden met het feit dat woonwagenbewoners ook gewoon onderdeel zijn van de maatschappij. Daarnaast kan de fractie niet ontkennen dat er in de stad sprake is van schaarste aan plekken waar mensen op welke manier dan ook kunnen wonen. Een grote investering in standplaatsen zit er daarom misschien niet in. De wethouder spreekt in zijn brief echter wel van beleid waarbij het aantal standplaatsen in principe wordt behouden. In het verleden werd er nog weleens makkelijk omgesprongen met het opheffen van standplaatsen. Er dient zorgvuldiger gemonitord te worden wat er met standplaatsen gebeurt. Kan de commissie in de toekomst geïnformeerd worden over het opheffen van standplaatsen om welke reden dan ook? Verder wordt in de commissiebrief de mogelijkheid geschetst voor meer standplaatsen in de vorm van collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO). Hier zitten twee lastige aspecten aan. Allereerst het kostenaspect. In de grondprijzenbrief staat een kaveloppervlakte van 190 m 2 per standplaats. Bij die grootte en de huidige grondprijzen zijn de totaalprijzen voor veel potentiële bewoners niet haalbaar. Tijdens de raadsinformatieavond hebben bewoners aangegeven dat de grootte wat hun betreft naar beneden kan. Is de wethouder bereid in overleg met bewoners de kaveloppervlakte per standplaats te verkleinen? Het tweede aspect heeft te maken met een opmerking uit de raadsinformatieavond. Zelfs bij het zelf organiseren van een bouwproject zou er geen sprake mogen zijn van woonwagens omdat het beleid nu aangeeft dat er geen uitbreiding komt van het aantal standplaatsen. D66 vindt dat dit niet de praktijk zou moeten zijn. Mensen zouden zelf moeten kunnen bepalen wat zij bouwen, binnen bepaalde eisen die gesteld worden aan de bouw. Kan de wethouder dit toezeggen en als er een beleidswijziging nodig is, kan hij daar dan op korte termijn mee komen? De heer Iṣik (PvdA) vraagt hoe D66 de bijzondere cultuur van de woonwagenbewoners ziet. Het college wil de woonwagenbewoners niet meer als een bijzondere groep beschouwen maar als een groep met bijzondere wensen. Mevrouw Podt (D66) denkt dat het aan bewoners zelf is om hun cultuur in ere te houden. De gemeente heeft wel de taak zo goed mogelijk te faciliteren in de woonwensen. Er is alleen wel schaarste in Utrecht. De heer Van Eijndhoven (VVD) vraagt of D66 oproept tot welstandvrij bouwen. Mevrouw Podt (D66) zegt dat het gaat om een onderkenning dat de welstandcommissie niet in alle gevallen het laatste woord zou mogen hebben. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vindt het bijzonder dat mevrouw Podt niet rept over huurplaatsen. Mevrouw Podt (D66) zegt dat zij uitgegaan is van de brief zoals die er lag. Zij roept de heer Bos op met ideeën te komen. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) zegt dat hij geen ideeën heeft voor huurkavels. Die kunnen ook niet uit met het huidige woningwaarderingsstelsel. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 1 december

35 De heer I ṣik (PvdA) vindt ook dat er sprake is van schaarste maar hoe ziet D66 de wijziging ten aanzien van de specifieke doelgroep? Mevrouw Podt (D66) zegt dat D66 geen voorstander is van doelgroepenbeleid. De heer Zwanenberg (GroenLinks) zegt dat de fractie aan kan sluiten bij de bijdrage van D66. GroenLinks denkt alleen dat monitoring van standplaatsopheffing niet hoeft omdat er geen standplaatsen opgeheven gaan worden. Mevrouw Podt (D66) zegt dat D66 niet wil dat er standplaatsen opgeheven worden. Het kan alleen niet uitgesloten worden dat er soms een wordt opgeheven. D66 hoort dit dan graag en hoort dan ook graag waar er weer een bij kan komen. De heer Zwanenberg (GroenLinks) zegt dat GroenLinks ook niet wil dat er standplaatsen worden opgeheven. Vervolgens nog twee aanvullende vragen. Er is veel woningschaarste. Ook wachten veel jongeren op een standplaats. Wat heeft de wethouder nodig om te gaan kijken of er wel standplaatsen toegevoegd kunnen worden? Dit zouden ook huurplaatsen kunnen zijn. Verder is het goed dat het CPO aangehaald wordt. Hierbij speelt een aantal problemen. GroenLinks wijst op een CPO-loket dat er niet is in Utrecht. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) denkt dat er alleen iets opgelost kan worden door private partijen de mogelijkheid te geven. De heer Schipper (SP) vindt ook dat schaarse woonruimte eerlijk verdeeld moet worden. Dit geldt ook voor standplaatsen voor woonwagenbewoners. De SP vraagt zich wel af of nu tot het gaatje wordt gegaan om te kijken naar welke mogelijkheden er zijn. In de aanloop naar dit debat heeft hij dossieronderzoek gedaan. Tot 1997 is gewerkt met het zogeheten afstammingsrecht onder de woonwagenwet. Alleen als iemand aantoonbaar lid was van de doelgroep had hij recht op een plek. Tot 2003 heeft er toen een overgangsregeling gegolden omdat de Tweede Kamer bang was voor verdringing. Daarna kon in principe iedereen zich inschrijven voor een standplaats. Het argument was dat die verdringing eigenlijk niet plaatsvond. Nu leeft dit idee onder de mensen die hij heeft gesproken wel degelijk. Heeft de wethouder er zicht op welk deel van de standplaatsen is toegewezen aan buitenstaanders? De heer Brussaard (CDA) dacht dat er een regeling is waardoor bewoners inspraak hebben op diegene die erbij komen. Is dit niet in tegenstelling met datgene wat de heer Schipper zegt, namelijk dat er sprake is van verdringing? De heer Schipper (SP) geeft aan er zelf geen zicht op te hebben. Hij heeft alleen dingen gehoord. In het dossieronderzoek kwam hij de provincie Gelderland tegen. In de jaren 90 gaf die provincie verklaringen van recht voor onbepaalde tijd. In Utrecht heeft hij die niet kunnen vinden. Onder de woonwagenbewoners leeft het idee dat de inschrijvingen in de jaren 90 de achtergrond hadden om hen als doelgroep te erkennen en dat hier rechten aan vast zaten. Weet de wethouder hier meer van? De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt wat men ermee op schiet als die rechten er zouden zijn en toegekend zouden worden. De heer Schipper (SP) antwoordt dat dit de vraag is. In de tussentijd is er uiteraard gewijzigde wetgeving gekomen. Verder is het beleid helder. Geen uitbreiding van standplaatsen tenzij in CPO. Hiervoor moet wel een zak geld meegenomen worden. En als men nu wil uitbreiden zal er op zijn minst voor gezorgd moeten worden dat het aantal huurplekken niet afneemt. De SP heeft hier wat zorgen over. Het passend toewijzen komt eraan. Is dit niet een perverse prikkel om de verkoop van standplaatsen verder uit te breiden? Hoe denkt het college hierover en zijn hierover met de B.V. Woonwagenexploitatie nadere afspraken gemaakt of liggen die in het verschiet? Tot slot de vraag of het college alle mogelijkheden heeft gebruikt om op kleine schaal uitbreiding te kunnen faciliteren. De heer I ṣik (PvdA) zegt het op hoofdlijnen eens te zijn met de inbrengen van D66, GroenLinks en SP. Vervolgens een aanvullende vraag. In het dossier van E.H.R.M. wordt gesproken over de verplichting om de woonwagencultuur te beschermen en te faciliteren. Op welke wijze gaat het college deze verplichting vervullen? 4 Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 1 december 2015

36 De heer Brussaard (CDA) vraagt wat de PvdA vindt van het beleid dat in 2013 is ingezet. 5 De heer Iṣik (PvdA) zegt van het college te willen horen hoe die verplichting nagekomen wordt. De heer Brussaard (CDA) vraagt wat de mening is van de PvdA. De heer I ṣik (PvdA) herhaalt van het college te willen horen hoe die verplichting nagekomen wordt Wethouder Jansen gaat in op de vraag of de gemeente wil dat woonwagenbewoners in rijtjeswoningen gaan wonen. Hij merkt op dat dit niet zo is. Het is de bedoeling om het aantal woonwagenstandplaatsen dat er is, te behouden. Er zijn geen plannen om woonwagenstandplaatsen op te heffen. Mocht dit toch gebeuren dan is hij bereid de commissie hierover te informeren. De reden dat zijn voorganger de koers veranderd heeft, is omdat hij geconstateerd heeft dat bij schaarste aan betaalbare woongelegenheid, de realisatie van een woonwagenstandplaats meer dan tweemaal zo duur is en soms wel vier maal zo duur is dan een kavel voor een simpele woning. Woonwagenbewoners worden niet langer meer gezien als bijzondere doelgroep. Zij hebben wel een bijzondere woonwens. Deze analyse is in 2013 overigens door de hele raad gedeeld. Verder zegt D66 dat de grondprijzen te duur zijn. Dit kan maar dit geldt dan over de hele linie. Mevrouw Podt (D66) merkt op dat zij niet gezegd heeft dat de grondprijzen te hoog zijn. Zij heeft aangegeven dat als de grondprijs vermenigvuldigd wordt met de vierkante meters van de flinke lap grond, dat er dan veel betaald moet worden. De voorzitter constateert dat mevrouw Podt eerder vroeg of de kaveloppervlakte niet verkleind kan worden. Wethouder Jansen antwoordt dat dit lastig is als er een woonwagen met berging en parkeerplaats op gezet moet worden. 190 m 2 is dan eigenlijk te weinig. Een gemiddelde standplaats in Utrecht bedraagt 250 m 2. Mevrouw Podt (D66) zegt dat in de brief staat dat 60% van de kavels gemiddeld bebouwd is. De bewoners hebben aangegeven dat zij met 150 m 2 prima toe zouden kunnen Wethouder Jansen merkt op dat er ook stedenbouwkundige uitgangspunten zijn en zaken als brandveiligheid. De ervaring leert dat een kavel van 190 m 2 aan de krappe kant is. Via CPO zou wel compact gebouwd kunnen worden. Hoe compacter gebouwd wordt, hoe betaalbaarder de kavel wordt. Mevrouw Podt (D66) vraagt of de wethouder kan kijken of er mogelijkheden zijn. De heer Schipper (SP) vraagt wat erin Zeist gedaan wordt, wat in Utrecht niet wordt gedaan. Wethouder Jansen merkt op dat daar woningen gebouwd worden in plaats van standplaatsen. Vervolgens gaat hij in op de vraag wat hij nodig heeft om toch standplaatsen toe te voegen. Hij geeft aan dat hier geld en grond voor nodig zijn. Probleem is dat er gebrek is aan grond en middelen. Gezien de lange lijst woningzoekenden is de prioritiet gelegd bij algemene voorzieningen. Verder is er wel degelijk een digitaal CPO-loket. Mevrouw Koopmans gaat hierover. Op de website van Utrecht kan informatie hierover gevonden worden. Richting de SP merkt hij op dat niet tot het gaatje wordt gegaan om extra plekken te realiseren. Dit komt door de andere prioriteit die gesteld is. Tot slot is er volgens het college geen sprake van een verdringingseffect en klopt het dat er sprake is van een voordrachtregeling. De heer Zwanenberg (GroenLinks) verontschuldigt zich dat hij niet wist dat er een CPO-loket is. Het is alleen niet te vinden op het internet. Kan hier een verbeterslag in gemaakt worden? Wethouder Jansen antwoordt dat er een verbeterslag gemaakt zal worden wat de vindbaarheid van het digitale CPO-loket betreft. Verder heeft de SP aangegeven dat de provincie Gelderland een verklaring van recht voor onbepaalde tijd heeft afgegeven in de jaren 90. Dit zou kunnen maar dit is inmiddels lang geleden. Daarbij gaat het hier om de gemeente Utrecht. In maart 1999 is de woonwagenwet afgeschaft en dat is voor veel overheden het moment geweest dat het beleid is 5 Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 1 december 2015

37 aangepast. Voor zover hij weet zijn hier geen verklaringen van recht voor onbepaalde tijd afgegeven. Vervolgens wees de SP erop dat er ook standplaatsen verkocht worden. In een eerdere brief heeft hij hier iets over geschreven. Een en ander gebeurt overigens op verzoek van bewoners zelf. Er zijn bewoners die graag hun standplaats zouden willen kopen. Het niet zo dat alle standplaatsen verkocht zullen worden. Er blijft een mix tussen huur en koop. Hij vraagt een medewerker hoeveel standplaatsen op dit moment verkocht zijn. Mevrouw Koopmans (ambtenaar) denkt dat het nog geen kwart is of nog minder. Zij legt uit dat het lastig is om standplaatsen te verkopen. Er is geen geld. Wethouder Jansen licht toe dat verkochte standplaatsen die vrijkomen, aangeboden moeten worden aan mensen op de wachtlijst. Deze blijven dus in het circuit. De heer Schipper (SP) vraagt of het passend toewijzen een effect gaat hebben op de prikkel om te gaan verkopen omdat de huurprijzen daar waarschijnlijk door gedempt worden. Dit zou voor de SP geen wenselijk effect zijn. Wethouder Jansen merkt op dat de huren van standplaatsen altijd onder de aftoppingsgrens vallen. Hij denkt dat hierdoor voor de standplaatsen niets gaat veranderen. Verder heeft de PvdA gevraagd hoe het college de woonwagencultuur blijft beschermen. In de bijlage bij de brief van oktober waarin werd ingegaan op de juridische argumentatie die tijdens de raadsinformatieavond gepresenteerd was, is aangegeven dat het college denkt dat er sprake is van een uitsterfbeleid. Het is ook niet zo dat op grond van het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens extra standplaatsen gerealiseerd moeten worden. De heer Zwanenberg (GroenLinks) merkt op dat de heer Schipper heeft gezegd dat bij woonwagenkampen vaak openbare ruimte is die niet gebruikt wordt of wat verwaarloosd is. Is het mogelijk een kamp met deze ruimte uit te breiden? Wethouder Jansen antwoordt dat dit best moeilijk is omdat alle grond in Utrecht wel een bestemming heeft of iemand zijn eigendom is. Als er een concrete locatie is dan kan uitgezocht worden wat de bestemming is. Mevrouw Podt (D66) vraagt of in een CPO-project een of twee of vijf woonwagenplaatsen gerealiseerd kunnen worden. Er komen er dan dus meer dan het totaal van 137 standplaatsen. D66 vindt dat dit zou moeten kunnen. Wethouder Jansen antwoordt dat dit kan maar hij denkt, gezien de stedenbouwkundige randvoorwaarden van CPO-locaties, dat het over het algemeen woningen zullen worden. Deze komen dan bovenop de 137 standplaatsen. De voorzitter concludeert dat de wethouder niet van plan is de standplaatsen op te heffen. Mocht dit wel voorkomen dan wordt de commissie daarover geïnformeerd. Tot het verkleinen van de kaveloppervlakte ziet de wethouder geen mogelijkheid. De 190 m 2 is nodig. Zij herhaalt de toezegging. Wethouder Jansen maakt, met betrekking tot agendapunt 6, Commissiebrief Stand van Zaken Woonwagenzaken in samenhang met SV 2015, nr. 71 over Woonwagenstandplaatsen met antwoord, het CPO-loket beter vindbaar op de gemeentelijke website. De voorzitter vraagt op welke termijn de wethouder dit gerealiseerd heeft. Wethouder Jansen antwoordt dat hij dit over een maand gerealiseerd heeft. De voorzitter herhaalt de toezegging. Wethouder Jansen maakt, met betrekking tot agendapunt 6, Commissiebrief Stand van Zaken Woonwagenzaken in samenhang met SV 2015, nr. 71 over Woonwagenstandplaatsen met antwoord, na het kerstreces het CPO-loket beter vindbaar op de gemeentelijke website. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 1 december

38 Commissiebrief Utrechts Vastgoed De voorzitter constateert dat dit agendapunt in eerste instantie was geagendeerd door Student&Starter en de PvdA. Zij hebben echter hun agendering teruggetrokken en zullen op een ander moment terugkomen op zelfbeheer en welzijnsaccommodaties. De agendering van D66 blijft staan over het rapport en het onderzoek over verhuur en over informatie over Utrechts Vastgoed. Deze brief is behandeld tijdens de raadsinformatieavond van 27 oktober. De heer Roodenburg (D66) merkt op dat de fractie schrikt van de conclusies van het rapport met betrekking tot vastgoed. Er staat bijvoorbeeld dat de basisinformatie nog niet op orde is. Graag verneemt de fractie van de wethouder een duidelijk plan van aanpak met een termijn waarop de basisinformatie wel op orde is en blijft. Kan de wethouder naast het plan van aanpak per advies van het auditteam aangeven wat hij er precies mee gaat doen en op welke termijn hij dat gerealiseerd heeft? Verder staat in het rapport dat de UVO een 1 januari 2016 een e-dienst wordt. Kan toegelicht worden wat een e-dienst precies is? Op basis hiervan zou ook minder gerapporteerd hoeven te worden maar is dit niet wat vroeg? Moet niet eerst de basisadministratie op orde zijn voordat de UVO doorontwikkeld tot een e-dienst en wat zijn de randvoorwaarden voor doorontwikkeling naar de e- dienst? Graag een reactie van de wethouder. Vervolgens staat te lezen dat het vastgoed van Stadswerken nog niet in de portefeuille is opgenomen. Wanneer kan dit verwacht worden? Met betrekking tot huurlasten vraagt D66 of het mogelijk is in kaart te brengen hoeveel de gemeente nu daadwerkelijk in huurlasten bijdraagt direct en indirect. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt of het niet handig is als de wethouder inzicht geeft in de marktconforme huurprijs versus de kostprijsdekkende huurprijs op portefeuille- of pandniveau De heer Brussaard (CDA) ondersteunt de oproep van D66. Daarnaast vraagt hij wat die partij precies bedoelt met de basisinformatie. De heer Van Eijndhoven (VVD) vraagt of D66 zich afvraagt of er voldoende zicht is op de kostendekkendheid van de huur op pandniveau. De heer Roodenburg (D66) zegt tegen de heer Brussaard dat de basisinformatie alle informatie is met betrekking tot een pand. Graag ontvangt hij een compleet overzicht. Verder zouden kostendekkendheid en marktconformiteit ook onder de basisinformatie geschaard kunnen worden. De heer Iṣik (PvdA) vraagt hoe D66 denkt over de verdeling van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de vakwethouders met betrekking tot de panden. De heer Roodenburg (D66) merkt op dat de portefeuille Vastgoed alles omvat De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) wil graag zicht hebben op de indirecte pandsubsidie per gebruiker per portefeuille. Daarnaast heeft hij ernstige twijfels met betrekking tot de veertigjaartermijn waarna pas uitgerekend kan worden of de huur kostendekkend is geweest. Uit contacten met de UVO heeft hij vernomen dat de kostprijs goed in beeld is en dat makkelijk een kostprijsdekkende huur bepaald kan worden. Graag verduidelijking. De heer Van Eijndhoven (VVD) sluit aan bij de bijdrage van D66. Hij vindt de brief van het college wat lichtvoetig in relatie tot het rapport. De heer Weistra (GroenLinks) sluit ook aan bij de bijdrage van D66. Hij zegt dat de lichtvoetigheid blijkt uit de zin dat de UVO goed op weg is om de basisinformatie op orde te krijgen. Hoe wil de wethouder de raad meenemen hierbij? De heer Brussaard (CDA) zegt het eens te zijn met de heer Roodenburg en de heer Weistra. Verder is het interessant te weten wat er betaald wordt, wat de kostprijsdekkende huur is en wat de impliciete subsidie is. Wethouder Jansen legt uit dat de wethouder Vastgoed gaat over alles wat te maken heeft met het eigenaarschap van objecten. Dit kunnen gebouwen zijn maar ook andere objecten. Het gaat dan over zaken als hoe bepaald wordt wat een redelijke huur is, hoe accommodaties goed onderhouden Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 1 december

39 worden en hoe het energieverbruik zo laag mogelijk is. Daarnaast is de wethouder Vastgoed ook systeemverantwoordelijk. Hij gaat alleen niet over alles wat te maken heeft met programma s. 5 De heer Roodenburg (D66) begrijpt dat de wethouder niet over de programma s gaat. Misschien kan hij alleen wel indirecte subsidies in de huurprijs inzichtelijk maken. De heer Van Eijndhoven (VVD) vraagt wat de wethouder ziet als zijn rol als gebouwen een ernstige mate van onderbezetting vertonen Wethouder Jansen legt uit dat er twee soorten van onderbezetting zijn. Een pand kan leegstaan maar wel worden betaald omdat bijvoorbeeld een school het pand over twee jaar weer nodig heeft. In de portefeuille Vastgoed geeft dit geen probleem. Wel zoekt hij dan altijd naar mogelijkheden om het gebouw tijdelijk een andere functie te geven. Op het moment dat een pand leegkomt omdat een programma vertrekt, is er een leegstandrisico voor UVO. In dat geval wordt gezocht naar andere programma-activiteiten of andere gebruikers. Vervolgens gaat hij in op de vraag of er sprake is van een sluiksubsidie voor programma-activiteiten. Dit is niet het geval. Gemeentelijke en programmaactiviteiten zijn door de gemeente gesubsidieerde activiteiten die de kostprijshuur betalen. Als er investeringen gedaan worden dan gaat de huur omhoog. In situaties waar er geen sprake is van een gemeentelijke dienst of programma-activiteit dan wordt de markthuur gevraagd. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) begrijpt dat op pagina 11 staat dat de marktconforme prijs de benchmark is waarmee de kostprijsdekkende huur wordt bepaald. Hij wil graag inzicht in de marktconforme prijs op pandniveau of op portefeuilleniveau. De heer Roodenburg (D66) constateert dat de heer Bos een onmogelijke opdracht formuleert. D66 staat daar niet achter. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) wil graag inzicht in de marktconforme prijs op basis van een inschatting van de UVO. De heer Brussaard (CDA) geeft een toelichting op hetgeen zojuist is gezegd. De wethouder geeft aan dat de indirecte subsidie er niet is. De heer Roodenburg geeft alleen aan dat er misschien nog wel oude contracten liggen waarbij dit wel het geval is. Klopt dit? Wethouder Jansen vraagt of een medewerker aan kan geven of er sprake is van historische situaties. Kan bij het MPUV hier iets over gemeld worden? De heer Velthuis (UVO) zegt dat hij nu niet exact kan bepalen hoeveel oude situaties er zijn. Er zijn er wel een aantal. In het MPUV kan hier een rapportage over opgenomen worden. Wethouder Jansen merkt richting de heer Bos op dat het regelmatig toetsen van de markthuur veel geld kost. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) bestrijdt het dat het veel geld kost. Het is een kwestie van het toepassen van de consumenten prijsindex (CPI). Wethouder Jansen vervolgt zijn beantwoording met de basisadministratie. Deze is nog niet honderd procent op orde. Hij onderschrijft dat de informatie zo goed mogelijk in orde moet zijn. Bij het MPUV wordt de commissie geïnformeerd over hoeveel men opgeschoten is met de basisinformatie. Verder zal in de loop van het voorjaar een werkbezoek gehouden worden. Vervolgens klopt het dat de UVO een e-dienst wordt. Het is niet zo dat de commissie hierdoor minder geïnformeerd wordt. Er is een vaste cyclus waarbij informatie naar de commissie komt. De heer Roodenburg gaf aan dat het vastgoed van Stadswerken nog niet in de database zat. Dit is echter wel het geval. De heer Bos had het over individuele pandsubsidies. Deze wordt dus niet gegeven. Het uitgangspunt is kostprijshuur. In enkele situaties wordt ervan afgeweken bijvoorbeeld bij sportvelden. Bij het MPUV wordt de commissie hierover geïnformeerd. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) zegt dat hij het over een passage uit het rapport heeft waarin wordt gezegd dat kostprijsdekkende huur getoetst wordt aan markthuur. Hij wil graag de markthuur en kostprijsdekkende huur op pandniveau, per portefeuille uitgesplitst zien. 8 Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 1 december 2015

40 Wethouder Jansen constateert dat hij de passage heel anders leest dan de heer Bos. Hij begrijpt dat op het moment dat de kostprijshuur bepaald wordt, dat dan gekeken wordt hoe hoog de markthuur is. Dit is eenmalig en dit gebeurt om vast te stellen of de kostprijshuur niet hoger is dan de markthuur. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) merkt op dat het college hier inzicht in kan geven. Wethouder Jansen antwoordt dat de afspraak met de raad is, dat eenmaal per jaar integraal gerapporteerd wordt over alles wat te maken heeft met vastgoed. Dit vindt hij een prima afspraak. Verder heeft GroenLinks gevraagd iets kwantitatiever te zijn, met name bij het vullen van de database. Het is ook zijn wens dat de database zo snel mogelijk met alle relevante informatie wordt gevuld. De heer Roodenburg (D66) zegt dat de laatste zin uit de brief suggereert dat alles geregeld is eind Wethouder Jansen denkt dat het systeem nooit af is. Kan een medewerker aangegeven wat er precies eind 2015 afgerond is? De heer Veldhuis (ambtenaar) legt uit dat er nu een project loopt om eind 2015 de basisinformatie erin te hebben. Dit betekent dat alle waardes, vierkante meters en huurprijzen erin zitten. Aanvullende informatie zoals de status van het onderhoud van dit moment en de energie indexen, is informatie die later verrijkt wordt bij het vullen van de database. De heer Roodenburg (D66) vraagt een overzicht naar de raad te sturen met daarin wat de basisinformatie is. Wethouder Jansen antwoordt dat een overzicht gestuurd kan worden met daarin wat de basisinformatie is. Van een gebouw kan worden laten zien hoe de database eruit ziet. 30 De heer Weistra (GroenLinks) vraagt hoe de wethouder naar dit rapport kijkt. Maakt hij zich zorgen? Wethouder Jansen zegt altijd te willen dat de kwaliteit verbetert. Met dit werk is men nooit klaar. 35 De heer Van Eijndhoven (VVD) hoopt dat de rapportage over de niet kostendekkende huur wel komt bij het MPUV. De heer Roodenburg (D66) vraagt of de wethouder inzichtelijk kan maken welk deel van panden verhuurd wordt aan programma s zodat als naar de subsidie gekeken wordt, het verschil te zien is Wethouder Jansen antwoordt dat in het MPUV hier al informatie over wordt gegeven. Deze informatie is in vierkante meters maar er zal geprobeerd worden deze ook in euro s te geven. De heer Van Eijndhoven (VVD) had gevraagd om een overzicht waarin aangegeven wordt welke aanbevelingen wel of niet worden overgenomen. Wethouder Jansen zegt toe dat er over zes weken een overzicht zal komen met daarin welke de aanbevelingen wel of niet worden overgenomen. De voorzitter constateert dat de wethouder de commissie heeft aangeboden volgend jaar een werkbezoek te organiseren. Zij herhaalt de toezeggingen. Wethouder Jansen neemt, met betrekking tot agendapunt 7, Commissiebrief Utrechts Vastgoed, bij het MPUV een rapportage op met betrekking tot de oude gevallen waarbij nog geen sprake is van kostendekkende huur. Ook zal bij het MPUV aangegeven worden welke voortgang is gemaakt bij het op orde brengen van de basisinformatie en zal een overzicht gegeven worden met daarin waar die basisinformatie precies uit bestaat. 60 De voorzitter vraagt op welke termijn de wethouder met deze informatie komt. Wethouder Jansen antwoordt dat hij voor de kerst nog met de informatie komt. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 1 december

41 De voorzitter herhaalt de toezeggingen. Wethouder Jansen neemt, met betrekking tot agendapunt 7, Commissiebrief Utrechts Vastgoed, bij het MPUV een rapportage op met betrekking tot de oude gevallen waarbij nog geen sprake is van kostendekkende huur. Ook zal bij het MPUV aangegeven worden welke voortgang is gemaakt bij het op orde brengen van de basisinformatie en zal een overzicht gegeven worden met daarin waar die basisinformatie precies uit bestaat. Deze informatie volgt nog voor de kerst. Wethouder Jansen neemt, met betrekking tot agendapunt 7, Commissiebrief Utrechts Vastgoed, in een commissiebrief in januari uiterlijk mee wat er gebeurd is met de aanbevelingen uit het rapport. De heer Brussaard (CDA) vraagt of in het MPUV naast de kostprijsdekkende huur, ook de marktconforme huur meegenomen kan worden. Wethouder Jansen antwoordt dat de marktconforme huur ook meegenomen kan worden. De voorzitter herhaalt de toezegging. Wethouder Jansen neemt, met betrekking tot agendapunt 7, Commissiebrief Utrechts Vastgoed, bij het MPUV een rapportage op met betrekking tot de oude gevallen waarbij nog geen sprake is van kostendekkende huur of marktconforme huur. Ook zal bij het MPUV aangegeven worden welke voortgang is gemaakt bij het op orde brengen van de basisinformatie en zal een overzicht gegeven worden met daarin waar die basisinformatie precies uit bestaat. Deze informatie volgt nog voor de kerst Commissiebrief Asbest Stadsschouwburg De voorzitter constateert dat de commissie naar aanleiding van de raadsinformatieavond per extra informatie heeft ontvangen. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) beperkt zich tot het financiële deel. Hij heeft een contante waarde berekening gemaakt en hierbij lijkt het erop dat het vervangen op dit moment een duurdere aangelegenheid is dan het sealen. In dit verband wil hij graag inzicht in het bedrag van euro versus het bedrag van euro. De heer Brussaard (CDA) merkt op dat eerder bleek dat de keuze voor verwijderen of sealen al gemaakt was. In de fractie bestond de indruk dat die keus nog gemaakt moest worden. Dit was ongelukkig. Verder een paar vragen. In de brief van 17 oktober werd een bedrag van 1,1 miljoen euro genoemd. Uit de commissiebrief van 30 november blijkt een bedrag voor het verwijderen van 1,3 miljoen euro. Graag een toelichting hierop. Een proactieve informatiedeling was prettig geweest. Tot slot het onderzoek naar aansprakelijkheid. Tijdens de raadsinformatieavond werd gezegd dat dit nog loopt. Graag informatie hierover en een reflectie op de leerpunten. De heer Weemstra (PvdA) sluit aan bij de bijdrage van de heer Brussaard. Wethouder Jansen gaat allereerst in op hoe omgegaan wordt met investeringen en tegenvallers. De raad heeft budgetrecht. Ieder jaar wordt bij de programmabegroting de ruimte voor investeringen vastgesteld en binnen dat kader wordt geopereerd. Wat er precies gebeurt, is aan de portefeuillehouder om dat te bepalen. Hierover wordt ieder jaar dan weer verantwoording afgelegd. Een en ander gebeurt dus niet op projectniveau. Als er een groot incident is zoals in dit geval, is het logisch dat de commissie tussentijds wordt geïnformeerd. Het is alleen lastig om de commissie vooraf te moeten consulteren. In dit geval was dit ook onmogelijk omdat de extra asbestvondst werd gedaan terwijl de renovatie al bezig was en er enorme druk op de ketel zat om direct een knoop door te hakken. Er is toen geconcludeerd te gaan voor een beheersmaatregel. De heer Weemstra (PvdA) merkt op dat in de commissiebrief staat dat na de vondst met alle betrokken partijen is overlegd wat te doen. Daar had de raad toch ook bij betrokken kunnen worden? Wethouder Jansen antwoordt ontkennend. Hij legt uit dat partijen betrokken waren die bij konden dragen aan een snelle oplossing van het probleem. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 1 december

42 De heer Brussaard (CDA) vindt dat niet goed gecommuniceerd is met de commissie. Tot op de raadsinformatieavond leefde het idee dat er nog een keuze gemaakt kon worden terwijl dit niet zo was Wethouder Jansen constateert dat hij klaarblijkelijk niet helder genoeg heeft geïnformeerd. Hij heeft de commissie willen informeren over wat er gebeurd was en hoe het opgelost zou gaan worden. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) wijst het college erop dat de commissie graag proactief wordt geïnformeerd. De heer Weistra (GroenLinks) zegt dat proactief informeren fijn had geweest. Verder heeft hij een vraag over de 1,3 miljoen euro. De suggestie is het probleem tien jaar vooruit te schuiven. Het bedrag is dan ook te verkleinen omdat beter gepland kan worden. Welk deel van de 1,3 miljoen euro is weg te organiseren? Wethouder Jansen merkt op dat de inschatting is, dat over tien jaar niet gesaneerd hoeft te worden omdat de constructie dan nog prima geseald is. Ten aanzien van het proactief informeren merkt hij op dat hij de commissie heeft geïnformeerd op het moment dat hij de volledige cijfers bij elkaar had. Het is spijtig als daarbij de indruk is gewekt dat er nog een besluit genomen moest worden. De heer Roodenburg (D66) merkt op dat de wethouder de twee brieven beter samen had kunnen voegen tot een brief en had kunnen sturen op het moment dat de eerste brief werd gestuurd. Er was dan geen raadsinformatieavond geweest. Wethouder Jansen zegt nogmaals dat hij geprobeerd heeft de commissie zo goed mogelijk te informeren. Verder zal hij proberen de informatie nog completer te maken dan dat hij normaal gewend is. Dan de financiën. De euro betreft de eerste en tweede fase. De derde fase is sealen of vervangen. Hij vraagt een medewerker dit toe te lichten. De heer Veldhuis (ambtenaar) legt uit dat tijdens de raadsinformatieavond is aangegeven dat de begrote asbestsanering gedaan was. Vervolgens werden stukjes asbest gevonden. Deze zijn toen weggehaald en daarna werd gezien dat de spetters er zaten. De euro is van de eerste begrote asbestsanering. De euro betreft de eerste grote asbestsanering plus het weghalen van de stukjes. Dit is in feite voor niets gedaan als het plafond vervangen gaat worden. Vandaar dat dit weergeven staat als eenmalige kosten. Het totaal is dan de rest erbij opgeteld. Wethouder Jansen gaat in op de vraag over de leerpunten. De belangrijkste les is dat als asbest wordt aangetroffen in oude gebouwen en zeker in monumenten, dit peperduur is. De conclusie moet zijn dat bij dit type verontreinigingen gehandeld moet worden en dat die buitengewoon lastig op te sporen zijn bij oude gebouwen. Documentatie over het wordingsproces en tussentijdse renovaties ontbreekt vaak. Er is overigens een stroppenpot voor dit soort zaken. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) concludeert dat sealen iets duurder is dan vervangen. Hij kan leven met de verklaringen van de UVO en de wethouder. De heer Weemstra (PvdA) begrijpt dat de aansprakelijkheidsprocedure nog loopt. In hoeverre kunnen de gecertificeerd bedrijven verantwoordelijk gehouden worden? Kan op voorhand niet contractueel vastgelegd worden dat als alsnog asbest wordt gevonden, dat zij dan verantwoordelijk zijn? Wethouder Jansen merkt op dat de standaardregeling is dat de adviseurs tot maximaal de hoogte van het honorarium aansprakelijk zijn. Er zal wel geprobeerd worden om aansprakelijk te stellen. De heer Brussaard (CDA) vraagt of de commissie daarvan op de hoogte gehouden kan worden. Met betrekking tot het leerpunt merkt hij op, dat ook twee verschillende asbest onderzoekbedrijven gevraagd zouden kunnen worden. 60 Wethouder Jansen vreest dat niet zeker is dat de spetters ontdekt waren als er twee bedrijven ingeschakeld waren. Bovenop de spetters lagen brokken van de gesloopte installatie daarboven. De voorzitter vraagt of de commissie geïnformeerd kan worden over het verhalen van de kosten. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 1 december

43 Wethouder Jansen antwoordt dat de commissie geïnformeerd kan worden over het verhalen van de kosten De voorzitter herhaalt de toezegging. Wethouder Jansen informeert, met betrekking tot agendapunt 8, Commissiebrief Asbest Stadsschouwburg, de commissie over het verhalen van de kosten. De voorzitter schorst de vergadering voor tien minuten. De voorzitter constateert dat ook de lijst met gemeentelijke panden besproken kan worden. Indien de leden inhoudelijk over deze lijst willen spreken dient dit in vertrouwelijkheid te gebeuren. 15 De heer Schipper (SP) geeft aan dat dit wat hem betreft niet hoeft. De voorzitter constateert dat de brief is behandeld tijdens de raadsinformatieavond van 6 oktober Op 27 november 2015 heeft de commissie nog aanvullende informatie ontvangen De heer Weistra (GroenLinks) merkt op dat het beleid was om de zittende huurder het pand aan te bieden bij verkoop. UVO heeft in plaats daarvan een telefoontje gepleegd naar een medewerker van Ludens maar Ludens zegt daar niets van te weten. Dit is hoe dan ook geen zorgvuldige uitvoering van beleid. De communicatie van UVO naar Ludens toe, is niet altijd zorgvuldig geweest. Door deze onzorgvuldigheden zit Ludens nu in een pand met een nieuwe eigenaar die niet van plan is onderdak te blijven bieden aan kinderopvang en ook aan het verbouwen is gegaan. Wil de wethouder hierop reflecteren? Wat is er volgens hem aan de hand? GroenLinks roept de wethouder op zijn verantwoordelijkheid te nemen om een goede oplossing te vinden. Hij zal in ieder geval het gesprek aangaan met Ludens en dit vindt GroenLinks fijn. Verder is de belangrijkste vraag hoe ervoor gezorgd wordt dat in de toekomst dit soort fouten niet meer gemaakt worden. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) heeft begrepen uit de beantwoording van de wethouder dat er wel communicatie is geweest. Misschien heeft die niet de schoonheidsprijs maar de grote fout ziet hij niet. De heer Weistra (GroenLinks) legt uit dat het beleid was, het pand aan te bieden aan de zittende huurder. Het bestuur van Ludens weet alleen niets van een aanbieding. Gevolg is nu dat Ludens is overvallen door de verkoop. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) merkt op dat het pand wel aangeboden is. De voorzitter van Ludens heeft dit aangegeven. Daarnaast is het pand actief de verkoop ingegaan. Er zijn gewoon verkoopborden aan het glas geplakt. De heer Iṣik (PvdA) merkt op dat contracten afgesloten worden op bestuurlijk niveau. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) zegt dat hem niet is gebleken dat het pand niet aangeboden is aan de organisatie. Ook is hem niet gebleken dat de organisatie niet op de hoogte was van het feit dat het pand in de verkoop was. De heer Van Eijndhoven (VVD) vraagt hoe GroenLinks de fout taxeert. Hoe ver moet de inspanningsverplichting van het college gaan? De heer Weistra (GroenLinks) vindt het een behoorlijk slordig geheel. Er ligt in ieder geval een inspanningsverplichting. Hoe ver die moet gaan is moeilijk te beoordelen. De heer Iṣik (PvdA) kan zich op hoofdlijnen vinden in de bijdrage van GroenLinks. Tijdens de raadsinformatieavond bleek dat veel panden van Ludens verkocht worden. Hoe kijkt het college naar het voortbestaan van het bedrijf in verband met de verkoop van die panden? De heer Brussaard (CDA) vraagt wat de PvdA nu precies vraagt. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 1 december

44 De heer I ṣik (PvdA) wil een fatsoenlijke handelwijze van het college bij de verkoopprocedure. Daarnaast vraagt hij zich af of het college vindt dat de bestaanszekerheid van Ludens mogelijk in het geding is. 5 De heer Brussaard (CDA) vraagt de PvdA ervan vindt. De heer I ṣik (PvdA) is nieuwsgierig naar het antwoord van het college De heer Schipper (SP) zegt dat hij tot de conclusie is gekomen dat zijn agendering niet meer actueel is. Hij heeft namelijk een goede ambtelijke informatiesessie gehad. Hij merkt op dat Bekkerstraat 141 niet pas in juli is verkocht maar al daarvoor. Wat erin de brief stond die deze week is gekomen, klopt dus niet. Verder merkt hij op dat het uitgiftebeleid vastgoed te strak staat afgesteld. Vervolgens vraagt hij zich af of de moeizame gang van zaken eind vorig jaar begin dit jaar, nu ook te maken heeft met het feit dat er meer dan een departement bij betrokken is. Wie is eindverantwoordelijk voor het maken van de notitie? De SP vindt dat flinke fouten gemaakt zijn en sluit aan bij hetgeen de heer Weistra daarover heeft gezegd. De partij heeft het gevoel dat er een morele schuld ligt naar Ludens toe. Hoe ver reikt de inspanningsverplichting van het college om een en ander de goede kant op te buigen? De heer Iṣik (PvdA) vraagt hoever de inspanning moet gaan volgens de SP. De heer Schipper (SP) denkt dat het college behulpzaam kan zijn bij het vinden van alternatieve huisvesting. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt of de SP ook vindt dat het college zich moet inspannen zodat Ludens op een nieuwe locatie, net zo een lage huur kan betalen als het tot voor kort heeft gedaan. De heer Schipper (SP) merkt op uit te zien naar de beleidsnotitie. Hierin kan ingegaan worden op hoe met dit soort organisaties omgegaan moet worden. De heer Brussaard (CDA) vraagt wat de heer Schipper bedoelt met het beleid dat te strak staat afgesteld. De heer Van Eijndhoven (VVD) vindt het een grote stap om dan over te gaan tot een niet kostprijsdekkende huur voor een lange termijn. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt zich af hoever de verantwoordelijkheid van de gemeente reikt De heer Schipper (SP) had daarom de notitie graag gezien. Verder legt hij uit met te strak afgesteld te bedoelen, dat instellingen als Ludens worden gezien als sociaal ondernemer en dat die blijkbaar een categorie vormen die een status aparte zou kunnen verdienen. De heer Brussaard (CDA) merkt op dat er fouten en excuses zijn gemaakt. UVO dient daarvan te leren. Verder heeft hij nog een vraag over de brief die is geschreven waarin ook het sociaal ondernemerschap wordt genoemd waar de heer Schipper het over heeft. Graag duiding van de wethouder op wat de bijzondere positie betekent. Mevrouw Schilderman (D66) zegt dat D66 zich grotendeels aan kan sluiten bij hetgeen de heer Weistra heeft gezegd, zeker als het gaat om de fouten in de communicatie en de inspanningsverplichting van de gemeente. Verder heeft de fractie twee vragen in verband met de communicatie. Wat is het beleid van de gemeente, in dit geval de UVO, over de communicatie over de verkoop van panden? Is er beleid over wat er gedaan moet worden als de gemeente zich niet houdt of afwijkt van het communicatieplan? Wethouder Jansen zegt dat de heer Weistra heeft gezegd dat er een vastgesteld vastgoedbeleid is dat uitgaat van verkoop tegen de hoogste opbrengst. Uitgaan van maatschappelijke belangen is ten principale ook in dit beleid opgenomen. De wethouder Vastgoed kan namelijk afwijken van de algemene lijn. Dit loopt dan via het college waar dan een eerste toets plaatsvindt met betrekking tot de afwegingen van de twee belangen. Vervolgens komen dat soort gevallen ook nog terug via de 13 Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 1 december 2015

45 jaarlijkse MPUV. Daarin is dus te zien in welke gevallen het college is afgeweken. Dan het standpunt van de PvdA, dat altijd eerst een pand dat verkocht gaat worden aangeboden moet worden aan de zittende huurder. Met betrekking tot de verkoop van kantoren en andere objecten wordt in het beleid gezegd, overigens met steun van de PvdA, dat niet aangeboden wordt aan de zittende huurder omdat juist wordt gegaan voor de hoogste opbrengst. De huurder kan dan wel gewoon mee bieden. Verder is het zo voor deze situatie waarbij het verkoopproces in 2014 is opgestart, dat het oude vervreemdingsproces geldt. Daarbij kan het pand wel worden aangeboden aan de zittende huurder. Dit is ook gebeurd maar te laag in de kolom. Het is aangeboden aan de beheerder en niet aan de directie van Ludens en dat vindt hij slordig. Het is ook buitengewoon slordig dat dit niet schriftelijk is gebeurd. Dit is een belangrijk leerpunt. Verder is Ludens altijd een uitermate goede huurder geweest. Sommige fracties hebben aangegeven dat er nu een soort morele schuld ligt. Tijdens de raadsinformatieavond heeft hij aangegeven bereid te zijn bij een gesprek te zijn met de eigenaar. Hij verwacht hier alleen niet veel van omdat een eigenaar een pand koopt om er ook iets mee te gaan doen en er is juridisch geen positie om iets te gaan voorschrijven. Via het gemeentelijk makelpunt kan partijen inzicht geboden worden in wat er aan objecten is. Het is alleen niet de rol van de gemeente om op zoek te gaan naar een ander pand als zij dat niet in eigendom heeft. Veel verder denkt hij dus niet te kunnen gaan. Dan de vraag wat het betekent voor het voortbestaan van een partij, als er veel panden van die partij, in dit geval Ludens, verkocht worden. Als veel gemeentelijke panden verkocht worden waar Ludens in gehuisvest is, dan levert dat een probleem op voor Ludens. Op 14 januari heeft hij een gesprek gevoerd met mevrouw Van Hoof. Hij heeft toen de suggestie gedaan om een verkenning te doen naar een aparte categorie in het vastgoedbeleid, een programma-activiteit zonder subsidie. Dit zouden dan non-profit activiteiten moeten zijn waar geen subsidie aan verstrekt wordt maar die wel een maatschappelijk belang hebben. Hij heeft die vraag neergelegd bij zijn collega Kreijkamp die er inmiddels verder mee is gekomen. Dit heeft lang geduurd maar een en ander is ingewikkeld omdat de gemeente geen sluiksubsidie mag geven en zij geen non-discriminatoir gedrag mag vertonen. Binnenkort komt het college met een conclusie hieromtrent naar de commissie. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) merkt op dat Ludens een profitorganisatie is Wethouder Jansen merkt op dat volgens hem Ludens een stichting is. Vervolgens heeft de PvdA aangegeven dat er overlast is door bouwactiviteiten in het pand. Hij geeft aan dat verbouwen overdag kan. Ook zijn er vaste procedures voor wat er moet gebeuren als er sprake is van ontoelaatbare overlast. Verder heeft de heer Brussaard gevraagd hoe het staat met de beleidsnotitie. Die komt direct na het kerstreces in het college en kort daarna naar de commissie. De heer Brussaard (CDA) heeft juist gevraagd om verheldering. Is het college van plan terug te komen op de kaders die door de raad gesteld zijn? Wethouder Jansen merkt op dat de heer Brussaard vooruitloopt op de brief die gaat komen. De brief zal eventuele categorieën aangeven. De vraag zal daarin beantwoord worden. Ook zal blijken of een en ander leidt tot een aanpassing van het vervreemdingsbeleid van vastgoed. De heer Brussaard (CDA) merkt op dat er nu een hardheidsclausule in de procedure zit die de wethouder kan gebruiken. Vindt de wethouder het niet voldoende dat die er is? Moet er nog een aparte categorie naast komen waardoor er drie categorieën ontstaan: verkopen, hardheidsclausule, sociaal ondernemerschap? Wethouder Jansen merkt op dat de hardheidsclausule een uitzondering moet blijven. Deze zou anders vaker toegepast moeten worden. Een en ander kan beter geformaliseerd worden. Vervolgens gaat hij in op de communicatie over verkoop van panden. Hij vindt dat dit schriftelijk moet gebeuren. Mevrouw Schilderman (D66) heeft gevraagd of er beleid over is Wethouder Jansen ziet het als goed verhuurderschap als dit soort zaken schriftelijk wordt afgehandeld. Een en ander is hier misgegaan. Excuses zijn dan op zijn plaats maar dit laat onverlet dat het beleid dat in het verleden is vastgesteld, wel per saldo correct is uitgevoerd. Mevrouw Schilderman (D66) vindt dat het lijkt alsof er een patroon ontstaat waarbinnen de communicatie vaker misgaat. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 1 december

46 Wethouder Jansen heeft aangegeven dat dit soort zaken voortaan schriftelijk afgehandeld moeten worden. 5 De heer Weistra (GroenLinks) vraagt hoe de wethouder de commissie op de hoogte houdt van de uitkomsten van het gesprek met Ludens. Wethouder Jansen antwoordt dat hij morgen met Ludens en de eigenaar spreekt. Het zal snel bekend zijn of dat enig perspectief biedt. 10 De voorzitter concludeert dat de leden de wethouder later kunnen bevragen over wat uit dat gesprek is gekomen. De wethouder zal niet actief informeren. Zij sluit de vergadering om uur. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 1 december

47 Utrecht Cie-Stad en Ruimte Ochtend Verslag van de ochtendvergadering van de raadscommissie Stad en Ruimte, gehouden op 3 december 2015 in de raadzaal te Utrecht Aanwezig: Afwezig: Verslag: de voorzitter, dhr. S. van Waveren, de wethouder Werk en Inkomen, Jeugd en Jeugdzorg, Volksgezondheid, Stationsgebied dhr. V. Everhardt, de wethouder Financiën, Economie, Onderwijs, Internationale Zaken, Citymarketing dhr. J. Kreijkamp, en de wethouder Wonen, Ruimtelijke Ordening, Vastgoed, Dierenwelzijn, Sport dhr. P. Jansen en de leden mw. G. Bouazani (PvdA), dhr. B.J. Brussaard (CDA), mw. J. Ferket (D66), mw. R. Freytag (Student & Starter), dhr. D. Gilissen (VVD), dhr. B. Isik (PvdA), dhr. H. de Jong (Student & Starter), mw. S. Schilderman (D66), dhr. T. Schipper (SP) mw. J. Uringa (ChristenUnie), commissiegriffier, dhr. F. Lith. Voorts aanwezig enkele medewerkers. er zijn geen afwezigen gemeld M. Kassing INHOUD VAN DIT VERSLAG pagina 1. Opening en mededelingen Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten Verslagen Ingekomen stukken Mogelijkheid tot het stellen van rondvraagpunten en vragen ten aanzien van de toezeggingenlijst aan de portefeuillehouders Beantwoording rondvraagpunten enz. wethouder Everhardt Commissiebrief Voortgang Lokaal Economisch Fonds Beantwoording rondvraagpunten enz. wethouder Kreijkamp Raadsvoorstel bestemmingsplan Schermerhornstraat en omgeving deel II Raadsvoorstel bestemmingsplan Fruitbuurt Noord, Ondiep Raadsvoorstel benoeming drie leden commissie Welstand en Monumenten Beantwoorden rondvraagpunten enz. wethouder Kreijkamp en wethouder Jansen Opening en mededelingen De voorzitter, de heer Van Waveren, heropent de vergadering. Wethouder Everhardt deelt mede dat in de loop van de ochtend/middag de stukken BO Jaarbeurs naar de raad worden gestuurd. Het is een wensen- en bedenkingenprocedure en er is een raadsbesluit in opgenomen. In overleg met de griffie zal worden bezien hoe de stukken behandeld gaan worden. 2. Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Verslagen De verslagen van de commissie Stad en Ruimte van 13, 14 en 15 oktober alsmede van 3 en 5 november worden vastgesteld met inachtneming van de voorgestelde wijzigingen, voor zover het de delen van de wethouders Jansen, Everhardt en Kreijkamp betreffen. 4. Ingekomen stukken De brief van de heer Van der Velde betreffende de omzettingsvergunning en de mogelijke implicaties voor het beleid van een besluit van de gemeente in het geval van Brigittenstraat 17 wordt ter afdoening in handen van het college van burgemeester en wethouders gesteld. De commissie wordt in kennis gesteld van de afdoening.

48 Mogelijkheid tot het stellen van rondvraagpunten en vragen ten aanzien van de toezeggingenlijst aan de portefeuillehouders De heer De Jong (Student & Starter) stelt een vraag namens de fracties van D66, CDA, PvdA en SP. De vraag betreft de berichtgeving in het AD inzake huisjesmelker Van Hooijdonk. Gisterenochtend berichtte RTV Utrecht over huurders van huisjesmelker van Hooijdonk. Huurders hebben aangegeven dat de leefbaarheid in de woningen wordt bedreigd en de veiligheid van de huurders in gevaar wordt gebracht. Van Hooijdonk heeft gezegd dat hij zich niets van deze beschuldigingen zal aantrekken en het huurteam zegt niets te kunnen doen. De heer De Jong vraagt of de wethouder van plan is om de geluiden van deze studenten verder te onderzoeken en zo ja, of de wethouder de raad hierover wil informeren en de wethouder denkt over het inzetten van een bestuurlijke boete, een beheersovername of het sluiten van de desbetreffende panden op grond van de Woningwet. Voorts vraagt hij of de wethouder bereid is, mocht er sprake zijn van herhaaldelijke overtredingen, deze instrumenten tegen de huisjesmelker in te zetten en zo nee, waarom niet. De heer Brussaard (CDA) merkt op dat in het stationsgebied aan de Jaarbeurszijde fietsers van de fiets moeten afstappen en een klein stukje naar de fietsenstalling moeten lopen. Hij vraagt de wethouder te waarborgen dat de fietsbaarheid in het gebied gewaarborgd kan blijven en de stalling bereikbaar. Mevrouw Uringa (ChristenUnie) sluit zich hierbij aan. Vorige week zijn er boetes uitgedeeld aan fietsers die de situatie niet helemaal begrepen. Zij vraagt of het redelijk en billijk is in deze periode waar het fietsen in het Stationsgebied leidt tot veel verwarring en waar fietsers veel hinder ondervinden, om fietsers te bekeuren. Mevrouw Bouazani (PvdA) sluit zich aan bij de vragen die zojuist zijn gesteld. Er ligt een relatief breed stuk asfalt waar voetgangers en fietsers kunnen oversteken van de stationszijde naar het Vredenburg. Dit stuk is optisch in drieën gedeeld. Twee delen voor voetgangers en een deel voor fietsers. Er is geen afbakening door middel van een hek of betonblok. De fietsers nemen het hele stuk in gebruik waardoor voetgangers in de knel komen en er een onveilige situatie ontstaat. Zij vraagt de wethouder hier serieus naar te kijken. De tweede vraag betreft de Mariaplaats/Moreelsepark. Op de trottoir aan de Moreelsekant staat een verkeerslicht voor voetgangers. De voetgangers moeten het fietspad langs de Catharijnesingel oversteken. Voor fietsers van beide richtingen is er geen verkeerslicht. Voetgangers komen in de knel. Zij vraagt of hier iets aan gedaan kan worden zodat zowel de fietsers als de voetgangers zich veilig in het stationsgebied kunnen bewegen. De heer Gilissen (VVD) vraagt naar aanleiding van de toezeggingenlijst 755 tot en met 761, over het raadsvoorstel Toerisme 2020, wanneer de wethouder denkt aan de toezeggingen tegemoet te komen Beantwoording rondvraagpunten enz. wethouder Everhardt Wethouder Everhardt antwoordt dat hij laat kijken naar de punten die de PvdA-fractie heeft genoemd. Hij zal kijken of er oplossingen zijn om in deze tijdelijke situatie de situatie helderder te krijgen voor de verschillende weggebruikers. Wethouder Everhardt antwoordt dat fietsers op het Jaarbeursplein, vlak voor de fietsenstalling, worden gevraagd om af te stappen en het laatste stukje te lopen. Dat wordt gevraagd omdat de fietsers de voetgangers lopende vanuit het Centraal Station richting tramhalte kruisen. Het is vervelend als er fietsers doorheen fietsen. Het is, vindt de wethouder persoonlijk, een heel klein stukje wat gelopen moet worden. Met name de medewerkers van de gemeente op weg of komende van het Stadskantoor worden gevraagd af te stappen. Wethouder Everhardt moet zich verdiepen in het verhaal dat er boetes worden uitgedeeld. Hij begrijpt dat het voor fietsers, zeker als zij daar voor de eerste keer komen, verwarrend kan zijn. Hij waardeert de inzet van de verkeersregelaars die op een prettige manier de mensen aanspreken. Wethouder Everhardt zal dit uitzoeken en de commissie informeren. 7. Commissiebrief Voortgang Lokaal Economisch Fonds Mevrouw Uringa (ChristenUnie) stelt dat vaker is gesproken over het Lokaal Economisch Fonds (LEF), zelfs een aantal weken geleden toen de programmabegroting is behandeld in de raad. Toen is gesproken over het percentage 7% dat inmiddels aan banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt wordt besteed. ChristenUnie ervoer in de raad een ongenoegen, ook bij andere fracties, Raadscommissie Stad en Ruimte ochtendvergadering d.d. 3 december

49 dat 7% heel erg weinig is. PvdA en ChristenUnie hebben een amendement ingediend bij de behandeling van het voorstel inzake LEF om het percentage omhoog te brengen naar 25%. Daarvan geeft de wethouder aan dat het te veel is. Andere partijen gaven aan het niet kies te vinden om er een getal aan te hangen. Tegelijkertijd constateert ChristenUnie dat er straks 2 miljoen euro door het LEF is gestroomd en het percentage op 8% is uitgekomen. Dat is de reden voor ChristenUnie om deze brief alsnog te agenderen voor deze commissievergadering. Hoewel het amendement het toen niet heeft gehaald, is ChristenUnie teleurgesteld over het percentage van 7%. ChristenUnie mist een goede invulling van de begrippen substantieel en aanmerkelijk. Spreekster vraagt aan de wethouder en ook aan andere partijen om zich uit te spreken over het te hanteren percentage in kader van het LEF. De wethouder heeft toegezegd om de mensen met een werkelijke afstand tot de arbeidsmarkt inzichtelijk te maken naar categorieën (bijvoorbeeld mensen in de WW etc.) die aan werk zijn geholpen. Dit inzicht wordt in de rapportage niet gegeven. Mevrouw Uringa vraagt of de mensen die zijn geholpen werkelijk vallen in de doelgroep die de raad voor ogen had bij het instellen van het LEF. Zij vraagt of de wethouder bij de jaarlijkse rapportage de categorieën wil toelichten. Mevrouw Ferket (D66) is op zoek naar het probleem. Er is een mooi lijstje door de wethouder gestuurd waar een aantal mooie ervaringen in is verwoord, van allerlei initiatieven uit de hele stad. De zorgwacht, de vakschool, mooie initiatieven. Leerlingen werken in hun eigen wijk en worden geholpen aan een diploma en doen werkervaring op. Er worden twintig leerwerkplekken gecreëerd voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Zij vraagt ChristenUnie wat het probleem is. Mevrouw Uringa (ChristenUnie) merkt op dat de vraag die mevrouw Ferket stelt terecht is. Zij herinnert zich dat D66 niet enthousiast was over de voorstellen van ChristenUnie bij de behandeling van het LEF. Voor ChristenUnie is het LEF bedoeld voor het aan een baan helpen van mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Dat was voor ChristenUnie de verantwoording om zoveel geld namens de gemeente, noem het subsidie, in het LEF te storten. Uit de rapportage blijkt dat het percentage laag is. ChristenUnie is met dit lage percentage niet tevreden. Mevrouw Bouazani (PvdA) sluit zich aan bij de woorden van mevrouw Uringa. Mevrouw Bouazani merkt op dat 1,5 miljoen euro aan twee grote organisaties is verstrekt die geen enkele baan hebben gerealiseerd voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. PvdA vindt dat een probleem en zal hierop in haar eigen bijdrage terugkomen. Mevrouw Ferket (D66) stelt dat het alle initiatiefnemers vrijstaat om aanvragen in te dienen. Er zijn mooie aanvragen gedaan. Waar de D66-fractie bang voor is, is dat wanneer ondernemers/initiatiefnemers worden verplicht om zich te richten op een specifieke doelgroep dit averechts werkt. Mevrouw Bouazani (PvdA) merkt op dat een tussenrapportage is ontvangen van de gerealiseerde banen, stageplaatsen en leerwerktrajecten. PvdA heeft bij het raadsvoorstel aangegeven dat zij banen wilde creëren met de middelen van het LEF en daaronder verstaat de PvdA stageplaatsen maar ook banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Er is een amendement ingediend om het percentage, namelijk 15%, in te kunnen zetten voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het amendement heeft het niet gehaald. Spreekster is benieuwd hoe fracties die destijds tegen waren er nu tegenaan kijken. De grootst aanvragers (ruim 6 en ruim 7 ton) hebben geen enkele baan gecreëerd voor deze doelgroep. Dat baart de PvdA-fractie zorgen. Zij vraagt zich af voor wie banen worden gecreëerd. De PvdA-fractie wil ook mensen die een uitkering hebben aan een baan helpen. De PvdAfractie stelt dat het percentage hoger moet. Zij vraagt of de wethouder dit standpunt deelt en op welke wijze hij hier actief op gaat sturen. De klankbordgroep ziet het LEF als instrument om de economie te stimuleren. De wethouder heeft volgens het verslag toegezegd deze wens verder uit te werken. Wat de PvdA betreft is het doel van het LEF om werkgelegenheid te creëren. De PvdA wil van de wethouder de toezegging dat deze focus nog steeds van kracht is en dat hij ervan afziet om de wens van de klankbordgroep verder uit te werken. Aangezien het ook om een prestatiesubsidie gaat wil de PvdA een bevestiging van de wethouder om bij het niet behalen van het resultaat de middelen van de organisaties terug te vorderen. De heer Gilissen (VVD) vraagt mevrouw Bouazani of zij het met hem eens is dat LEF geen reintegratie-instrument is maar dat het met name gaat over het creëren van meer banen en dat het heel Raadscommissie Stad en Ruimte ochtendvergadering d.d. 3 december

50 moeilijk is om te sturen op de verplichting om banen te creëren voor mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt Mevrouw Bouazani (PvdA) antwoordt dat de PvdA is voor meer banen en ook achter de doelstelling staat dat Utrecht het laagste percentage werkloosheid heeft in Nederland. De heer Gilissen geeft aan dat het moeilijk is voor ondernemers om banen te creëren voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Er zijn echter ook ondernemers die aangeven dat zij hiertoe in staat zijn, alleen worden er nu aanvragen gehonoreerd die geen enkele baan creëren. PvdA vindt het belangrijk banen te creëren voor iedereen en ook voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en vindt dat ook mensen met een uitkering aan het werk geholpen moeten worden. Daar zit ook het pijnpunt van de PvdA. De heer Gilissen (VVD) vraagt als mevrouw Bouazani moet kiezen waar zij voor kiest: een verplichting opleggen tot het creëren van banen met een afstand tot de arbeidsmarkt of het loslaten, met als risico dat wanneer deze verplichting wordt opgenomen veel initiatieven niet worden ingediend. Mevrouw Bouazani (PvdA) antwoordt dat PvdA heeft ingezet op het creëren van werkgelegenheid ook voor de doelgroep mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. PvdA heeft aangegeven dat het en/en/en is. PvdA wil dat er oog is voor meerdere doelgroepen. De heer Gilissen (VVD) is het met mevrouw Bouazani eens maar het kan niet getrokken worden uit de markt/de economie. De VVD is blij met elke baan die wordt gecreëerd. Dat is de insteek van het LEF. Als er te weinig aanvragen zijn kan de gemeente het aanjagen maar als het aanbod er niet komt dan is het er niet. De heer Gilissen wil ondernemers niet dwingen banen te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Mevrouw Bouazani (PvdA) is het niet eens met de VVD. Het is aan de gemeente om een aanjager te zijn en te stimuleren. Er zijn wel degelijk bedrijven waar banen gecreëerd kunnen worden voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ook zij hebben talenten en kwaliteiten. Mevrouw Uringa (ChristenUnie) merkt op dat het enige dat de ChristenUnie niet heeft geamendeerd het feit is dat het gaat om mensen met onder andere een afstand tot de arbeidsmarkt. De wethouder heeft het in zijn plan opgeschreven en daarmee is ingestemd. Mevrouw Uringa vraagt de heer Gilissen of het LEF geslaagd is wanneer het percentage van 7% niet wordt gerealiseerd. De heer Gilissen (VVD) antwoordt dat het LEF een instrument is om meer banen te creëren en elke baan is er voor de VVD één. Bij het debat over het raadsvoorstel heeft de VVD zich niet vastgelegd op het percentage. In het coalitieakkoord staat dat het ook gedaan wordt voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. De heer Gilissen kent de ambitie van de wethouder en het college. Er worden miljoenen uitgegeven aan re-integratiemiddelen. Wat de VVD betreft hoeft er geen vast percentage te worden opgenomen. De wethouder heeft een inspanningsverplichting en geen resultaatverplichting om zich in te zetten voor die banen. De heer De Jong (Student & Starter) is blij met de inzet van het creëren van Utrechtse banen. Zo wordt de werkloosheid in Utrecht omlaag geholpen. De heer De Jong heeft een vraag over de stageen leerwerkplekken. Student & Starter staat kritisch tegenover werkervaringsplekken. Dit is een plek waar mensen stage lopen zonder een opleiding te volgen met geen enkele bron van inkomsten. Eerder heeft het college al aangegeven hier kritisch tegenover te staan. Student & Starter is benieuwd of de wethouder streng heeft toegekeken of de door de gemeente gefinancierde stage- en leerwerkplekken geen werkervaringsplekken zijn geworden. Student & Starter verbaast zich over de bijdrage voor stageplekken, namelijk 500 euro voor drie maanden. Na de drie maanden kan dezelfde stageplek worden aangeboden opnieuw voor drie maanden en zou er wederom 500 euro kunnen worden aangevraagd. Het is Student & Starter niet duidelijk waarom een baan structureel moet zijn en een stageplek voor slechts drie maanden wordt aangeboden. Student & Starter is benieuwd hoe de stage- en leerwerkplekken zich verhouden tot mensen die hun studie niet hebben afgerond. Hij vraagt of deze situatie in de overwegingen is meegenomen. De heer Weistra (GroenLinks) dankt de wethouder voor de eerste voortgangsbrief. Hij vraagt wat de wethouder als een haalbaar doel ziet. Welk percentage is wat hem betreft haalbaar gelet op de ervaringen die hij inmiddels heeft opgedaan en de contacten met werkgevers? De heer Weistra sluit Raadscommissie Stad en Ruimte ochtendvergadering d.d. 3 december

51 zich aan bij de vragen over economie stimuleren versus werkgelegenheid stimuleren zoals de PvdA deze heeft gesteld De heer Schipper (SP) hoopte hier iets nieuws te horen. Bij begrippen als structureel, duurzaam en voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt heeft de SP-fractie een ander getal voor ogen dan 7%. De wethouder heeft toegezegd hier goed op te monitoren. Er komt een soort dashboard. Hierop wil de SP wachten. Op dit moment heeft de heer Schipper niets aan zijn eerdere inbreng toe te voegen. Mevrouw Ferket (D66) sluit zich aan bij de woorden van de SP. Ook sluit zij zich aan bij de woorden van Student & Starter inzake de stageplekken die in het kader van een opleiding moeten zijn en geen verdringen mogen zijn van echte banen. Ook D66 heeft een wensenlijstje, namelijk rekening houden met flexibiliteit en structurele banen. Arbeid wordt steeds flexibeler maar de eis is dat er echte banen worden gecreëerd. Zij vraagt hoe de wethouder zorgt dat hiermee rekening wordt gehouden. Zij stelt voor dit te bespreken in de klankbordgroep. De heer Weistra (GroenLinks) vraagt mevrouw Ferket haar opmerking over rekening moet worden gehouden met flexibiliteit toe te lichten Mevrouw Ferket (D66) antwoordt dat zij berichten krijgt van zzp ers die aangeven dat zij geen aanspraak kunnen maken op het LEF. Zij vraagt de wethouder hoe hij dat ziet en of hij met de klankbordgroep in gesprek wil gaan hoe hiermee rekening kan worden gehouden. De heer Schipper (SP) vraagt hoe D66 staat tegenover de toename van flexibele arbeid. De heer Weistra (GroenLinks) begrijpt dat mevrouw Ferket vraagt of zzp ers onderdeel kunnen zijn van het LEF. Hij is hierover verbaasd gelet op dat wordt gesproken over continuïteit en structurele banen. Zzp ers zijn voor flexibele inzet. Mevrouw Ferket (D66) is geen voorstander om zzp ers uit het LEF kunnen trekken. Zij ziet dat er werk is in de samenleving dat nu flexibel wordt ingevuld en dat dat in conflict is met de oproep die gedaan wordt in het LEF om te zorgen voor structurele banen. Zij vraagt hoe omgegaan wordt met tijdelijk en flexibel werk en hoe dat ingericht kan worden. Mevrouw Ferket heeft een wens, namelijk een dashboard met alle aanvragen op de gemeentelijke website waar de inwoners en initiatiefnemers kunnen kijken wat er met het LEF gebeurt (inzicht in de bestedingen, voortgang en ook de daadwerkelijke realisatie van de banen). Zij denkt dat gewerkt kan worden aan de bekendheid van het LEF. De heer Gilissen (VVD) merkt op dat het LEF pas 9 maanden onderweg is. Er is een commissiebrief verstuurd. Uit de brief blijkt dat goede aanbevelingen worden gedaan door de klankbordgroep. De eerste resultaten van het LEF, namelijk 350 banen, 64 stages, 35 leerwerkbanen en 24 banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dat stemt de VVD tot tevredenheid. De VVD wacht met het indienen van wensenlijstjes tot het eerste jaar LEF is afgerond en een goed debat kan worden gevoerd over de stand van zaken. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat tijdens het raadsdebat is toegezegd dat de raad middels een commissiebrief snel zou worden geïnformeerd over de aanvragen en hoe ondernemers reageren. De wethouder heeft toegezegd over 2015 een voortgangsrapportage te sturen waarin hij ingaat op de doelgroepen, welke mensen een kans krijgen om banen in te vullen, etc. Het LEF is een stimuleringssubsidie van 4000 euro voor het creëren van banen. De huidige subsidieregeling is minder dan de regeling die in de vorige collegeperiode van kracht was. In het collegeakkoord staat dat een aanmerkelijk deel van de banen geschikt moet zijn voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Daarom heeft dit onderwerp een prominente plek gekregen in het plan en stuurt de wethouder in de gesprekken met ondernemers en aanvragers hierop. Daarnaast wordt samen met ondernemers gekeken waar kansen liggen. Samen met ondernemers zal hier gericht op worden ingezet. In Lage Weide, in de horeca en toerisme liggen kansen om werkgelegenheid te creëren voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Wethouder Kreijkamp heeft absoluut de ambitie om het percentage van 7% te vergroten en hij is daar optimistisch over gelet op de aanvragen die in behandeling zijn. De wethouder wil zich echter niet vastleggen op een percentage. In de aanvragen zit een fors deel in de categorie waar de raad om vraagt. De gemeente voert gesprekken met ondernemers om te bezien of Raadscommissie Stad en Ruimte ochtendvergadering d.d. 3 december

52 zij banen kunnen creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Wanneer de prestatie niet wordt geleverd dan wordt het bedrag teruggevorderd De heer Weistra (GroenLinks) vindt het goed te horen dat de wethouder positief is. De heer Weistra wil een indicatie van de wethouder wat haalbaar is met deze inzet. Mevrouw Bouazani (PvdA) vindt het goed te horen dat de wethouder de ambitie heeft om het percentage van 7% te verhogen. De PvdA vindt het belangrijk om te weten wat de ambitie is zodat de wethouder hierop afgerekend kan worden. Zij vraagt of de wethouder een indicatie kan geven, dan wel bij de voortgangsrapportage aan kan geven wat de doelen inhouden. Mevrouw Uringa (ChristenUnie) stelt dat het aan de fracties is om een standpunt in te nemen. Zij vraagt wanneer de fractie van GroenLinks tevreden is De heer Weistra (GroenLinks) wil van de wethouder een percentage horen wat mogelijk is. GroenLinks wil hem niet vooraf vastpinnen op een percentage maar wil op basis van het percentage kijken of er meer inzet nodig is. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat de werkwijze is afgesproken. Er komt geen vast percentage. Dat zou kunnen betekenen dat aanvragen moeten worden afgewezen omdat deze niet voldoen aan de criteria. Bij de eerste voortgangsrapportage wordt duidelijk welke resultaten behaald zijn en zal worden beschreven wat realistisch is en met welke inspanningen. De ambities liggen hoger dan die nu zijn. De heer Weistra (GroenLinks) vraagt de wethouder om in de rapportage het percentage dat is gerealiseerd aan te geven en ook het percentage dat behaald kan worden te vermelden. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat er aangegeven wordt wat realistisch is en welke extra inspanningen nog gedaan kunnen worden. Het is belangrijk om ondernemers(verenigingen) te blijven consulteren over het LEF. Zij komen met adviezen. Uiteindelijk gaat de raad over de besluitvorming. Wethouder Kreijkamp merkt op dat de werkgelegenheid toeneemt op het moment dat het beter gaat met de economie. Het is niet mogelijk een werkervaringsplaats in te zetten wanneer een persoon geen opleiding volgt. De SP heeft een motie hiervoor ingediend en deze is overgenomen. Er kan meerdere keren een subsidie worden aangevraagd voor eenzelfde stage. Wethouder Kreijkamp lijkt dit niet wenselijk en zal uitzoeken hoe het zit en komt hierop terug in de evaluatie. Wethouder Kreijkamp vraagt zich af of ondernemers alleen voor flexibele banen zijn. Doel van het LEF is dat er meer werkgelegenheid wordt gecreëerd. Met zzp-organisaties wordt ook gesproken hoe werkgelegenheid kan worden gecreëerd zonder dat de discussie wordt gevoerd of een zzp er wenselijk is. De indicator inzake de zzp ers is uit de programmabegroting gehaald omdat het geen doel op zich is. De bekendheid van het LEF is gestegen en zal gecommuniceerd worden in de standaardkanalen maar ook wijkgericht (in Overvecht, Lage Weide en de Binnenstad). Mevrouw Ferket (D66) merkt op dat flexibele arbeid iets anders is dan zzp ers. Zij vraagt hoe aan de inwoners van de stad bekendheid kan worden gegeven aan het LEF. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat hij de resultaten wil uitdragen. De ambitie is de laagste werkloosheid in Utrecht. Ook in de Economic Board wordt het LEF besproken. Hij geeft op meerdere plekken aandacht aan het LEF. Wethouder Kreijkamp zal het punt van Student & Starter meenemen in de voortgangsrapportage. De voorzitter concludeert dat de toezegging zich richt op de evaluatie. Deze evaluatie staat al genoteerd op de toezeggingenlijst. 8. Beantwoording rondvraagpunten enz. wethouder Kreijkamp Wethouder Kreijkamp zegt toe om op korte termijn middels een brief de voortgang inzake toerisme te rapporteren aan de commissie. De heer Gilissen (VVD) vraagt aandacht voor de afspraak dat wethouders aanwezig zijn tijdens de commissievergadering. Raadscommissie Stad en Ruimte ochtendvergadering d.d. 3 december

53 De voorzitter zal dit bespreken in het presidium. Omdat wethouder Jansen nog niet aanwezig is wordt de vergadering geschorst tot uur Raadsvoorstel bestemmingsplan Schermerhornstraat en omgeving deel II De voorzitter heropent de vergadering. De heer Isik (PvdA) merkt op dat de PvdA-fractie zich kan vinden in het raadvoorstel. Er wordt mogelijk gemaakt dat koopwoningen en woningen voor starters worden gerealiseerd. Hij is blij dat er specifieke aandacht is voor mensen met een beperking. Het college geeft aan dat sprake is van een verontreiniging bij de Idenburgstraat. De heer Isik vraagt hoe groot deze verontreiniging is en wat het betekent voor de gemeente. Mevrouw Schilderman (D66) is blij met het plan. Zij vraagt of het cultureel centrum op een andere manier terugkomt en hoe de buurt hierover is geïnformeerd. De laatste keer dat is gesproken over Lauwrecht is gesproken over een groenvisie. Hier zou later nog op teruggekomen worden. Zij vraagt hoe de groenvisie zich verhoudt tot dit plan. De heer Brussaard (CDA) merkt op dat het CDA de combinatie zelfstandig wonen en begeleid wonen prima vindt. Hij merkt op dat in het plan flexibiliteit is ingebouwd. Dat betekent dat de beschermdwonenwoningen omgezet kunnen worden naar reguliere woningen. Het omzetten heeft gevolgen voor de parkeernorm. In artikel wordt verwezen naar de parkeernorm. Hij vraagt of dit voldoende in het bestemmingsplan is opgenomen en of de rechtszekerheid voldoende is geborgd. Wethouder Jansen vindt het mooi dat er waardering is voor het bestemmingsplan en het voorgestelde programma waarin de uitwisselbaarheid van zelfstandig en begeleid wonen mogelijk wordt gemaakt. De verontreiniging in de Idenburgstraat zal worden betaald door de verontreiniger. De heer Ulrich (ambtenaar Stedenbouw) antwoordt dat de Idenburgstraat momenteel al wordt gesaneerd. De grex is vastgesteld en daarin zal ongetwijfeld een voorziening voor de sanering van de bodem zijn opgenomen. Wethouder Jansen kan geen antwoord geven waar het cultureel centrum heen gaat. Wethouder Jansen zegt dat hij eind januari de visie Groen/bestemmingsplan Kaatstraat (gebied noordelijke rand centrum Nijenoord/Oudenoord) voor dit gebied zal voorleggen aan de raad. De heer Ulrich (ambtenaar Stedenbouw) antwoordt dat er geen zienswijzen zijn ingediend. Dat betekent dat er geen beroep kan worden aangetekend bij de Raad van State. De openbare ruimte wordt opnieuw ingericht. Het aantal parkeerplaatsen ten opzichte van het huidige aantal neemt af. Op dit moment is er geen aanleiding om te verwachten dat Amerpoort afziet van het vestigen van mensen met een beperking in de woningen en dat de woningen worden omgezet naar zelfstandige eenheden. Wethouder Jansen merkt op dat de heer Brussaard een principieel punt aankaart, namelijk of ten principale is geregeld dat mocht er een verschuiving plaatsvinden naar meer zelfstandige eenheden, het parkeren voldoende is geregeld in het bestemmingsplan. De heer Ulrich (ambtenaar Stedenbouw) antwoordt dat de parkeernorm specifiek is opgenomen in het bestemmingsplan. Er is een duidelijk toetsingskader De heer Isik (PvdA) vraagt of er voldoende openbare ruimte is om het aantal parkeerplaatsen te verhogen mocht hier aanleiding toe zijn. Wethouder Jansen stelt dat het bestemmingsplan flexibel moet zijn en dat de parkeernorm geschikt moet zijn om de meest parkeerintensieve oplossing te accommoderen. Wethouder Jansen zal dit checken. De heer Ulrich (ambtenaar Stedenbouw) merkt op dat in de openbare ruimte voldoende ruimte is om extra parkeerplaatsen te realiseren. Raadscommissie Stad en Ruimte ochtendvergadering d.d. 3 december

54 De heer Brussaard (CDA) merkt op dat in artikel wordt verwezen naar de nota Stalling en parkeren. Hij vraagt of dit voldoende is. 5 Wethouder Jansen antwoordt dat mocht blijken dat de ruimte in het genoemde artikel onvoldoende is hij hierop schriftelijk terugkomt. De voorzitter concludeert dat dit punt als A-punt aan de raad wordt voorgelegd Raadsvoorstel bestemmingsplan Fruitbuurt Noord, Ondiep De heer Isik (PvdA) is blij dat in dit gebied sloop-/nieuwbouw plaatsvindt. De kwaliteit van de huidige woningen is slecht. De PvdA-fractie brengt een al eerder genoemd zorgpunt nogmaals onder de aandacht, namelijk de afname van het aantal sociale huurwoningen in dit gebied. In Ondiep en Zuilen vindt er een verschuiving plaats van sociale huur- naar koopwoningen. Hij vraagt de wethouder hoe hij zorg draagt voor voldoende sociale huurwoningen in deze wijken. De heer Schipper (SP) merkt op dat het niet nieuw is dat sociale huurwoningen worden gesloopt en koopwoningen worden teruggebouwd. Hier zijn ten tijde dat een PvdA-wethouder verantwoordelijk was voor deze portefeuille in DUO al afspraken over gemaakt. De heer Isik (PvdA) constateert een zorgpunt. Het is noodzakelijk dat in de stad woonruimte is voor hoge en lage inkomens. Mevrouw Uringa (ChristenUnie) merkt op dat de parkeerdruk in dit gebied hoog is. Zij vraagt of na de bouw bewoners hun auto wel kunnen parkeren in de wijk. Zij vindt het teleurstellend dat er niets is gedaan betreffende het groen in de wijk. Daarnaast heeft de ChristenUnie zorgen over de afwatering in de wijk met name na hevige regenval. Zij vraagt of de wethouder haar zorgen deelt en of hij hierop in wil gaan. Wethouder Jansen antwoordt dat het plan stokoud is. De wethouder staat voor continuïteit van beleid. Er is twaalf tot vijftien jaar aan gepolder aan voorafgegaan. De koers is veertien jaar lang door de PvdA bepaald. De heer Isik (PvdA) merkt nogmaals op dat het aantal sociale woningen in het gebied afneemt. Hij vraagt aandacht om bij volgende nieuwbouwprojecten een andere koers te varen dan nu wordt gevaren. Wethouder Jansen antwoordt dat voor de kerst de prestatieafspraken aan de raad worden voorgelegd. Het zou zomaar kunnen zijn dat er sprake is van een trendbreuk. De raad heeft aangegeven dat er een goede spreiding moet zijn van sociale huurwoningen over de hele stad. De wijk Zuilen heeft een relatief hoog percentage sociale huurwoningen terwijl het percentage in Leidsche Rijn onder het stedelijk gemiddelde ligt. De wethouder onderschrijft dat er voldoende sociale huurwoningen in de stad zouden moeten zijn. Per woningtype is bepaald hoeveel parkeerplaatsen noodzakelijk zijn. Het plan voldoet aan de parkeernormen. Mevrouw Uringa heeft gelijk dat het percentage groen in Ondiep in vergelijking tot de rest van de stad het laagst is. Afgelopen periode is een aantal verbeterstappen gezet onder andere in het Thorbeckepark. De afwatering is een universeel probleem in de stedelijke omgeving. In paragraaf 5.9 is de watertoets uitgewerkt. Het waterschap heeft hiermee ingestemd. Dat geeft geen garanties maar er is gekeken naar het bergen van water in dit gebied. De voorzitter concludeert dat het punt als A-punt wordt ingebracht in de raad. 11. Raadsvoorstel benoeming drie leden commissie Welstand en Monumenten De heer De Jong (Student & Starter) merkt op dat de cv s van de voorgedragen kandidaten geheim worden gehouden. Student & Starter pleit voor een transparante procedure en verzoekt de cv s in de openbaarheid te brengen. De heer Gilissen (VVD) sluit zich aan bij het pleidooi van Student & Starter. De VVD vindt dat leden worden geworven voor een overbodige commissie. Raadscommissie Stad en Ruimte ochtendvergadering d.d. 3 december

55 5 Wethouder Jansen antwoordt dat de algemene afspraak is dat cv s geheim worden gehouden. Hij vindt persoonlijk dat wanneer iemand solliciteert op een publieke functie hij/zij bereid moet zijn om het cv openbaar te maken. Hij legt de vraag voor aan het college en zal ervoor pleiten dat de geheimhouding wordt opgeheven. Wethouder Jansen zal de raad over het besluit van het college informeren. De heer Gilissen (VVD) stelt voor dat deze keer aan het punt voorbij wordt gegaan en dat het voor een volgende benoeming constructief wordt opgepakt. 10 Op een vraag van de heer De Jong (Student & Starter) antwoordt wethouder Jansen dat hij bereid is om na aanstelling de cv s van de benoemde mensen openbaar te maken. De voorzitter concludeert dat dit voorstel als A-stuk aan de raad wordt voorgelegd Beantwoorden rondvraagpunten enz. wethouder Kreijkamp en wethouder Jansen Wethouder Jansen vindt het opmerkelijk dat er in twee commissies rondvraagpunten worden gesteld. Wanneer er urgente zaken zijn, dan kunnen de raadsleden hem aanspreken. Gisteren of vandaag is er en commissiebrief verspreid die gerelateerd is aan het rondvraagpunt. Afgesproken is dat dit thema twee keer per jaar integraal wordt behandeld (studentenhuisvesting, huisjesmelkerij, etc.). Wethouder Jansen ontbeert het aan feiten om de urgentie op dit moment te kunnen bepalen. De gemeente kan optreden wanneer er sprake is van een onveilige situatie of van intimidatie. Wanneer er sprake is van intimidatie dan moet er aangifte worden gedaan bij de politie. Via het Huurteam is de heer Van Hooijdonk inmiddels twee keer aangepakt. De heer Isik (PvdA) merkt op dat er iemand met een schizofrene stoornis is geplaatst die een gevaar is voor studenten. Wethouder Jansen merkt op dat hij aanvullende informatie heeft inzake de vraag van de heer Isik betreffende de ongelijke energielabels bij woningen van Bo-Ex in Overvecht met als gevolg ongelijke huren. Volgens mevrouw Van Es, voorzitter van het bewonerscomité Sonor, is er geen sprake van een conflict. De woningen in het complex hebben verschillende energielabels. De woningen op de eerste verdieping liggen boven de bergingen. Niet alle bewoners hebben Bo-Ex toestemming gegeven om de bergingen te isoleren. Ook hebben niet alle woningen dubbel glas in de slaapkamers. Dit leidt tot een verschil in energielabels. De heer Isik (PvdA) dankt de wethouder voor de beantwoording. Hij merkt op dat hij niet gesproken heeft over een conflict maar over een verschil van mening over de energielabels. 40 De voorzitter schorst de vergadering om uur. Raadscommissie Stad en Ruimte ochtendvergadering d.d. 3 december

56 Utrecht Cie-Stad en Ruimte Middag Verslag van de openbare middagvergadering van de raadscommissie Stad en Ruimte, gehouden op 3 december 2015 in de raadzaal te Utrecht Aanwezig: Afwezig: Verslag: de voorzitter, mw. S. Baṣ, de wethouder Verkeer en Mobiliteit, Duurzaamheid en Milieu, mw. L. van Hooijdonk, de leden, dhr. B. Işik (PvdA), dhr. R. Post (PvdA), dhr. L. van Eijndhoven (VVD), dhr. D. Gilissen (VVD), mw. M. Bollen (GroenLinks), dhr. T. Weistra (GroenLinks), dhr. S. Menke (Student&Starter), mw. A. Sasbrink (PvdD), dhr. M. Eggermont (SP), mw. J. Uringa (ChristenUnie), dhr. C. Bos (Stadsbelang Utrecht), dhr. S. van Waveren (CDA), dhr. M. Sienot (D66), mw. S. Schilderman (D66), de commissiegriffier, dhr. F. Lith. Voorts aanwezig enkele medewerkers. er zijn geen afwezigen gemeld. mw. I.B. Koren INHOUD VAN DIT VERSLAG pagina 1. Opening en mededelingen Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten Verslagen van de vergaderingen van de commissie Stad en Ruimte van 13, 14 en 15 oktober 2015 en 3 en 5 november Ingekomen stukken Mogelijkheid tot het stellen van rondvraagpunten en vragen met betrekking tot de Raadsvoorstel Energieplan, duiding en transitieagenda s in samenhang met commissiebrief de Utrechtse Energieagenda s Raadsvoorstel Invoering betaald parkeren Rijnsweerd Zuid Beantwoording rondvraagpunten en vragen met betrekking tot de toezeggingenlijst wethouder Van Hooijdonk Opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering om uur en heet iedereen van harte welkom Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten De voorzitter loopt de agenda langs en stelt deze vast. 3. Verslagen van de vergaderingen van de commissie Stad en Ruimte van 13, 14 en 15 oktober 2015 en 3 en 5 november 2015 De voorzitter constateert dat het gaat om de delen van de portefeuille van wethouder Van Hooijdonk. Er zijn wijzigingsvoorstellen voor ontvangen. Zij concludeert dat de commissie instemt met de wijzigingen en dat de verslagen zijn vastgesteld. Tekstuele opmerkingen van de heer Brussaard naar aanleiding van het verslag van 5 november 2015 (ochtend): Pagina 13, regel 31: dit moet zijn legt de volgende vraag voor aan GroenLinks' i.p.v. 'legt de volgende vraag voor aan het CDA. De toezeggingenlijst van wethouder Geldof met betrekking tot erfpacht op pagina 16 komt niet overeen met de geherformuleerde toezeggingen eerder in het verslag. 4. Ingekomen stukken 4.a. Brief van de heer Van der Velde over een omzettingsvergunning en de mogelijke implicaties voor het beleid van een besluit van de gemeente met betrekking tot Brigittestraat 17 De voorzitter concludeert dat deze brief ter afdoening in handen wordt gesteld van het college van burgemeester en wethouders. De heer Iṣ ik (PvdA) vraagt of een afschrift van het antwoord naar de commissie gestuurd kan worden.

57 De voorzitter constateert dat dit inderdaad al eerder afgesproken is Mogelijkheid tot het stellen van rondvraagpunten en vragen met betrekking tot de toezeggingenlijst aan portefeuillehouder Jansen Grens Tuindorp en Tuindorp-Oost De heer Weistra (GroenLinks) stelt zijn vraag ook namens D66. Bewoners van de Jordanlaan geven aan dat de helft van hun laan onterecht tot Tuindorp-Oost wordt gerekend. De fractie merkt daarbij op dat in Tuindorp betaald parkeren is ingevoerd en in Tuindorp-Oost niet. Bewoners van de noordelijke helft van de Jordanlaan ervaren grote parkeeroverlast. Ziet de wethouder een mogelijkheid om hier maatwerk toe te passen? Oversteekbaarheid Norbruislaan De heer Post (PvdA) vraagt wanneer het knelpunt aldaar wordt aangepakt en op welke wijze Snelheidsverhoging A2 Mevrouw Sasbrink (PvdD) vertelt dat onlangs bekend is geworden dat de regering de snelheid op de A2 overal tussen Utrecht en Amsterdam wil verhogen naar 130 km per uur. De PvdD maakt zich zorgen over de gevolgen hiervan voor de luchtkwaliteit, CO 2 -uitstoot en veiligheid. Is de wethouder bereid om richting de regering en de Tweede Kamer het signaal af te geven dat verhoging van de maximumsnelheid op de A2 naar 130 km per uur onwenselijk is? Vervoersplan 2016 De heer Eggermont (SP) legt uit dat het gaat om het gedeelte dat in juli ingaat. Kort geleden heeft Q- Buzz twee weken uitstel gekregen voor het inleveren van het vervoersplan. Op grond hiervan is Provinciale Staten gevraagd om ook de consultatieronde twee weken uit te stellen vanwege de kerstperiode. De fractie heeft te horen gekregen dat de consultatieronde inderdaad met twee weken wordt uitgesteld. Kan die tijd gebruikt worden om ook input uit de stad te krijgen? Consultatieperiode Slimme routes, slim regelen De heer Van Waveren (CDA) vraagt of de einddatum van die periode iets opgeschoven kan worden vanwege de kerstperiode. Herinrichting knooppunt Van Ostadelaan De heer Van Waveren (CDA) merkt op dat de ondernemers aldaar vragen of de herinrichting na de zomer kan plaatsvinden. Snelheidsverhoging A2 De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt of de wethouder de minister juist wil laten weten dat Utrecht blij is met de verhoging van de maximumsnelheid naar 130 km per uur. Busbaan De Meern De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt wat de status is van het plan om de busbaan open te stellen voor autoverkeer. 17. Raadsvoorstel Energieplan, duiding en transitieagenda s in samenhang met commissiebrief de Utrechtse Energieagenda s De voorzitter constateert dat een eerder ontwerpvoorstel in de commissie is besproken op 26 september en 1 oktober. De conclusie was toen dat de wethouder had aangegeven wat de zes focuspunten zijn en dat er een aangepast raadsvoorstel zou komen. Dit ligt er dus nu. Verder zou de wethouder in de duiding aangeven wat de kaderstellende punten zijn en wat het potentieel van de interventies is. De beslispunten van het raadsvoorstel zouden worden aangepast zodat duidelijk wordt dat het gaat over de duiding van het college. Het raadsvoorstel is behandeld tijdens de raadsinformatieavond van 24 november Per mail heeft de commissie nog aanvullende informatie ontvangen. De heer Sienot (D66) zegt dat de fractie de verheldering en duiding waardeert. Het document en de energieagenda s geven een duidelijk beeld van de ambities en de doelstellingen van de gemeente. Daarbij is het goed dat in de energieagenda s een resultaatgerichte aanpak wordt voorgesteld samen met de partners in deze transitie. Er is al lang gesproken over dit plan en het wordt nu tijd voor actie. De ambities voor 2020 zijn uitdagend. Met de kennis van nu zijn sommige doelen wellicht niet Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 3 december

58 5 10 haalbaar. Snelgroeiende investeringen in nieuwe technologie kunnen dit in korte tijd veranderen. D66 wil dat Utrecht voorop blijft lopen in deze kansrijke transitie met een wervende ambitie die ook partners in de stad inspireert. Dit betekent dat vastgehouden moet worden aan ambities uit het coalitieakkoord. Verder zijn aan het raadsbesluit de letterlijke kaderteksten uit de duiding toegevoegd. Dit is een wat al te letterlijke interpretatie van het gegeven dat de raad over de kaders moet gaan. Is het mogelijk om de operationele zaken uit dit besluitvormingsdocument te halen? Vervolgens vraagt de fractie zich af wanneer zij iets hoort over de vorderingen van de gesprekken met de schoolbesturen over de nieuwe financiële mogelijkheden om zonnepanelen op schooldaken te leggen. Tot slot is bij de programmabegroting de motie overgenomen om de Urgenda-aanpak te benutten om huizen goedkoper energieneutraal te maken. Welke plek krijgt dit initiatief in de energieagenda s? De heer Iṣ ik (PvdA) zegt dat in de lijst met kaders concrete activiteiten staan. De PvdA mist een visie. Is D66 het daarmee eens? 15 De heer Sienot (D66) vindt dat de lijst een iets te operationeel karakter heeft. De heer Iṣ ik (PvdA) stelt voor dat er twee lijsten gemaakt moeten worden De heer Sienot (D66) is het daar niet mee eens. Hij hoort eerst graag de wethouder. De heer Van Waveren (CDA) had gedacht dat de heer Sienot wel iets zou zeggen over de energieopwekking en in het bijzonder over de zonnepanelen. In de kaders die voorgesteld worden, staat dat dit in beeld gebracht gaat worden maar in het voorstel staat er alleen niets meer over. De heer Sienot (D66) antwoordt dat hij in de duiding heeft gezien dat de zonnewaardes serieus worden genomen. Daarnaast heeft hij in de energieagenda s gelezen dat in kaart wordt gebracht waar de panelen kunnen komen en dat de commissie hierover geïnformeerd wordt. Verder leest hij ook dat de wethouder vindt dat hier meters op gemaakt moeten worden. De heer Van Waveren (CDA) vraagt waar in de energieagenda s staat dat er in 2016 of in 2020 een zonnekaart is waarin de mogelijkheden voor Utrecht in beeld zijn gebracht. De heer Sienot (D66) zegt dat hij het heeft over kaders. In die kaders staat dat 10% van de daken met zonnepanelen belegd moet gaan worden. Er staat ook dat serieus nagedacht wordt over grootschalige opwekking van zonne-energie en dat de kansen daarvoor in kaart worden gebracht. Wellicht wordt dit niet letterlijk vertaald in een zonnekaart. Het gaat echter wel om gebiedsgerichte kansenkaarten. De heer Van Waveren (CDA) vraagt of die kansenkaarten volgens D66 gemeentedekkend zijn. De heer Sienot (D66) antwoordt dat tijdens de raadsinformatieavond is gezegd dat een en ander per postcodegebied ging. Het is dus op buurtniveau en D66 denkt dat dit goed is. De heer Van Waveren (CDA) merkt op dat als er tien van dit soort kleine plannen zijn in 2020, een groot deel van de gemeente qua zonne-energie niet in beeld is. De heer Sienot (D66) denkt dat dit niet zo is. De tien kansenkaarten kunnen bestaan uit een heleboel subkaarten waarbij per gebied in de wijk, inzichtelijk is gemaakt wat er mogelijk is. 50 De heer Van Waveren (CDA) zegt dat tien kaarten voor tien wijkaanpakken wat anders is dan een gemeentedekkend plan met allemaal subplannen eronder. De heer Sienot (D66) merkt op dat de gemeente uit tien wijken bestaat. Het is dus gemeentedekkend De heer Iṣ ik (PvdA) zegt dat de fractie blij is dat de aanpak van het klimaatprobleem steeds meer aandacht krijgt. Hij vraagt waarom de wethouder denkt met dit energieplan wel de doelstellingen te halen. Vervolgens is het pas vanaf 2020 mogelijk om het bouwen van energieneutrale woningen te verplichten. Dit is te laat. Kan de wethouder ervoor zorgen dat de lobby hiervoor sneller in gang wordt gezet? Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 3 december

59 5 10 De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) leest dat het college in wil zetten op een gesprek met de rijksoverheid om het bouwbesluit aan te passen zodat eerder naar energieneutraal kan worden gegaan. Daarnaast wil het college bij de uitgifte van grond ook inzetten op meer dan een EPC van 0,4. Die kaders zijn toch zeer duidelijk gesteld? De heer Iṣ ik (PvdA) merkt op dat pas vanaf 2020 de verplichting opgelegd kan worden. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt wat het probleem is, als het de inzet van het college is om mogelijk het bouwbesluit aan te passen naar bijvoorbeeld een EPC van nul, naar energieneutraal naar nul op de meter. De heer Iṣ ik (PvdA) wil graag de termijn vervroegen De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) antwoordt dat de wethouder daar op inzet. De heer Iṣ ik (PvdA) leest in de stukken dat de verplichting pas in 2020 komt. De heer Van Eijndhoven (VVD) vraagt of de wethouder kan toelichten hoe zij het gesprek in zal gaan. De heer Iṣ ik (PvdA) gaat in op de stadsverwarming. Het onderzoek is gaande. Dank daarvoor. De fractie is benieuwd naar de uitkomsten. Verder worden prestatieafspraken gemaakt. Zo is er afgesproken dat gemiddeld label B het uitgangspunt wordt. Zullen met dit plan in de komende vijf jaar de problemen in huurwoningen opgelost kunnen worden? De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt of de PvdA de zorg deelt dat mede door deze ambitie zo neer te leggen, dat zou kunnen ontstaan dat Utrechtse woningcorporaties niet gaan isoleren maar gaan verkopen. De heer Iṣ ik (PvdA) gelooft dat de corporaties hun best willen doen. Dit is alleen wat vrijblijvend. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) begrijpt dat de PvdA niet denkt dat woningcorporaties woningen met een slechte energieprestatie gaan verkopen De heer Iṣ ik (PvdA) merkt op dat nog over de prestatieafspraken gesproken zal worden. Er zal dan inhoudelijk gesproken worden. De heer Eggermont (SP) vraagt of de PvdA het met de SP eens is dat corporaties hun grootste inzet moeten plegen op het verbeteren van de slechtste woningen. De heer Iṣ ik (PvdA) hoort graag van de wethouder of met dit plan het achterstallige onderhoud weggewerkt wordt. Verder worden er gesprekken gevoerd met het bedrijfsleven. In de samenwerking mist de fractie wel een cruciale slag. De PvdA mist namelijk wat het college verwacht als output van de samenwerking en hoe dit vertaald wordt naar een fysieke aanpak. De partij mist de vervolgstappen. De heer Sienot (D66) zegt dat bij de samenwerking op een zo hoog mogelijke ambitie ingezet moet worden. Door concrete doelstellingen te maken bestaat ook de kans dat men op een soort minimum gaat zitten waardoor uiteindelijk de ambitie nog steeds niet wordt gehaald. De heer Iṣ ik (PvdA) merkt op dat het nu alle kanten op kan. De doelstellingen moeten SMART gemaakt worden. Mevrouw Bollen (GroenLinks) zegt dat in het raadsvoorstel staat dat er vervolgens projecten en samenwerkingsovereenkomsten worden geformuleerd. GroenLinks vindt dat geprobeerd moet worden een zo hoog mogelijk resultaat te halen. Een en ander kan daardoor nu nog niet vastgelegd worden. De heer Iṣ ik (PvdA) zegt dat de PvdA niet tegen de samenwerking is. De partij mist alleen SMART-doelstellingen. Hoe gaat het college sturen op concrete doelstellingen? Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 3 december

60 De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt of hij goed begrijpt dat de PvdA wil dat een en ander een vervolg krijgt in een maatregelenpakket dat meetbaar is en waarop gestuurd kan worden. 5 De heer Iṣ ik (PvdA) zegt dat de afspraken met de corporaties een goed voorbeeld zijn. Zoiets zou ook voor energie bedacht moeten worden. De heer Van Eijndhoven (VVD) vraagt of de heer Iṣ ik ook kan zien dat een innovatieve omgeving als deze vraagt om ambitie maar zich niet meteen SMART laat door vertalen De heer Iṣ ik (PvdA) begrijpt dat er sprake is van innovatie. Ook zullen er allerlei technische ontwikkelingen plaatsvinden die extra bijdragen leveren. De PvdA mist alleen de concrete sturing en SMART-doelstellingen. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt of sanctionering als de doelstelling niet gerealiseerd wordt, ook onderdeel moet zijn van de samenwerkingsovereenkomst. De heer Iṣ ik (PvdA) antwoordt dat dan geluisterd moet worden naar waarom het niet lukt om de doelstelling te halen. Vervolgens dient dan gekeken te worden hoe het college ondersteund kan worden om deze wel te halen. Verder heeft het college het over een gebiedsgerichte aanpak. Die kan op steun rekenen van de PvdA. De partij mist alleen nog wel een financiële onderbouwing. Tot slot de lijst met kaders. Er staan veel activiteiten in, in plaats van visies. Mevrouw Bollen (GroenLinks) merkt op dat er echt iets moet gebeuren. GroenLinks roept op grote stappen te zetten ten aanzien van het verminderen van het gebruik van fossiele brandstoffen en het opwekken van duurzame energie. Verder kan de fractie instemmen met het voorliggende raadsvoorstel. Met betrekking tot de kaderstellende punten merkt GroenLinks op dat deze in de context van de duiding helder genoeg zijn. De partij kan ook achter de kaders staan. Er dient doorgegaan en doorgepakt te worden. Tot slot twee verhelderende vragen. De gebiedsgerichte aanpak is prominent aanwezig. Klopt het dat de burgers hierbij betrokken worden? De heer Iṣ ik (PvdA) gaat naar punt 14. Is mevrouw Bollen het ermee eens dat dit geen visie is? Mevrouw Bollen (GroenLinks) zegt dat het geen visie is maar dat als er niets staat, er ook niets gebeurt. GroenLinks wil gewoon verder en kan ermee verder. De heer Van Waveren (CDA) vraagt hoe GroenLinks de energiekansenkaarten voor zich ziet. Ziet GroenLinks tien kaarten per wijk of juist voor kleinere gebieden? Of ziet die partij zelfs meer dan tien kaarten? Mevrouw Bollen (GroenLinks) zegt dat kiezen voor een gebiedsgerichte aanpak een manier is om prioriteiten te stellen. Wat nu precies een slim gebied is, moet nog blijken. Het is een experiment waarin meegegroeid moet worden. Het is niet een statisch iets. Zij vervolgt haar bijdrage met het onderwerp geothermie, de diepe aardwarmte. De fractie denkt dat het belangrijk is helder te krijgen binnen welke randvoorwaarden Utrecht openstaat voor deze vorm van duurzame energie. Kan de wethouder in de vorm van een commissiebrief aangegeven hoe het college denkt over geothermie? De heer Van Waveren (CDA) vraagt hoe GroenLinks aankijkt tegen het feit dat er vanuit dit programma ook weer extra geld naar het duurzaam inkopen gaat. Had dit niet al geregeld moeten zijn door het college? Mevrouw Bollen (GroenLinks) neemt aan dat het gebruikt wordt specifiek rond energie. De heer Van Eijndhoven (VVD) zegt dat het energieplan voor de VVD een wenkend perspectief is in combinatie met een realistische ambitie voor de stad. In het plan wordt benadrukt dat de energietransitie met name een opgave is voor de stad en haar inwoners. De Utrechters dienen verleid te worden. Hoe gaat de wethouder dit verder vormgeven? De VVD heeft op dit punt een suggestie. Er wordt veel gemonitord maar een open datastrategie zou daar een goede aanvulling op zijn. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt wat de heer Van Eijndhoven bedoelt met een open datastrategie voor burgers. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 3 december

61 De heer Sienot (D66) vraagt hoe big data gebruikt zou kunnen worden voor deze energietransitie De heer Menke (Student&Starter) vraagt in hoeverre datgene wat de heer Van Eijndhoven voorstelt, afwijkt van datgene wat al gemeentelijk beleid is. De heer Van Eijndhoven (VVD) zegt dat op diverse punten in de kaders wordt aangegeven dat er gemeten gaat worden. Losse data waarop een en ander gebaseerd is, zou daarbij beschikbaar gesteld moeten worden zodat bedrijven in staat worden gesteld om hun eigen analyses te maken om nieuw aanbod te kunnen doen. Verder sluit de VVD-fractie met betrekking tot de kaders aan bij hetgeen D66 daarover heeft gezegd. Een aantal zaken is nogal operationeel uitgewerkt. Daarbij vallen de namen Stedin en Eneco erg vaak. Kan een en ander niet algemener geformuleerd worden? De heer Van Waveren (CDA) merkt op dat de VVD eerder heeft aangegeven dat de markt bepaalde zaken wel kan doen. Vanwaar de ommezwaai? De heer Van Eijndhoven (VVD) zegt dat er niets mis mee is als de gemeente stimuleert. Het hangt er natuurlijk wel vanaf hoe gestimuleerd wordt. Subsidiëring van hardware is een weg die de VVD bijvoorbeeld niet voorstaat. De heer Van Waveren (CDA) vraagt of de VVD nog achter het financieren van de zogenaamde energiejehova s staat. De heer Van Eijndhoven (VVD) merkt op dat als er een duidelijk kader is, een en ander goed aangewend moet worden. Verder sluit hij zich met betrekking tot geothermie aan bij hetgeen GroenLinks hierover heeft gezegd. De heer Van Waveren (CDA) gaat eerst in op het raadsvoorstel en de kaders. De fractie vindt het onwerkbaar als deze kaders meegegeven worden. Hoe kunnen deze scherper gemaakt worden? Een en ander dient minder operationeel geformuleerd te worden. De heer Sienot (D66) vraagt of het CDA het ermee eens is dat de MVI-criteria verhoogd worden voor het aanjagen van energieneutrale nieuwbouw De heer Van Waveren (CDA) denkt dat er ruimte is om een zetje te geven en dat dit ook voor meer onderdelen geldt. Het CDA denkt dat het handig is om met de MVI-criteria te werken maar andere methoden worden niet uitgesloten. Dan vervolgt hij zijn bijdrage met de kaders. In de samenvatting van de kaders en in het raadsvoorstel mist de fractie de financiële kaders. Verder lijkt het in de commissiebrief erop dat het college niet van plan is zich aan de kaders te houden. Het college stelt namelijk voor met de middelen van Utrechtse Energie hele andere acties te ondernemen. Omgekeerd staan er in de kaders dingen over opwekking die niet terug te lezen zijn in de agenda s. Het CDA vindt dat de opdracht te vaag blijft. Het geduld raakt op. Als in januari in de raad een besluit genomen moet worden over het vervolg van het programma Utrechtse Energie dan moet een en ander op een aantal onderdelen echt aangepast worden. Het document Utrechtse Energieagenda s vormt daarvoor in opzet een prima basis. De partij stelt voor om het huidige conceptbesluit en het lijst van de 25 kaders snel te vergeten. Vervolgens dient de inhoud van de agenda s tegen het licht gehouden te worden zodat dit kan gaan dienen als kapstok voor het raadsbesluit. De heer Iṣ ik (PvdA) mist de doelmatigheid en doeltreffendheid van de aanpak. De heer Sienot (D66) merkt op dat het plan zijn gelijke niet kent. Het gaat om het investeren in generaties na ons. Daarnaast vraagt hij of wel gezien wordt dat het geld dat geïnvesteerd is, tot hele belangrijke veranderingen in de samenleving leidt. Er zijn partijen die juist door het programma dat er was, aan de slag zijn gegaan en nu ambitie tonen. Dit is niet gering. Mevrouw Bollen (GroenLinks) merkt op dat dit een megaopdracht is. Het is onverstandig om op agendaniveau alles vast te stellen. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 3 december

62 De heer Van Waveren (CDA) zegt tegen mevrouw Bollen dat het hem er niet om gaat om de hele agenda vast te stellen. De belangrijkste thema s moeten eruit getild worden en in een raadsbesluit gezet worden in plaats van de 25 punten Mevrouw Bollen (GroenLinks) begrijpt dat het CDA de agenda s wil gaan gebruiken als uitgangspunt voor de kaders. GroenLinks wil graag dicht bij het energieplan blijven dat is opgesteld door de bewoners en waar draagvlak voor is. De heer Van Waveren (CDA) hecht niet zozeer aan het energieplan van bewoners. Er is waardering voor wat geleverd is maar de ambitie die eruit spreekt vindt de fractie op delen te beperkt en op delen niet specifiek genoeg. De energieagenda s vormen een betere kapstok. Deze kunnen als opdracht met een aantal kanttekeningen, meegegeven worden aan het college. De heer Van Eijndhoven (VVD) merkt op dat een en ander misschien mooier geformuleerd kan worden en dat misschien de 3 miljoen euro er nog even bij moet maar dat de raad hier wel ja tegen zou kunnen zeggen. De heer Sienot (D66) vraagt zich af hoelang het CDA nog wil blijven praten De heer Van Waveren (CDA) zegt dat het niet gaat om de aard van het plan. Het gaat over de manier waarop de raad en het college afspraken maken. De opdracht voor de toekomst dient goed helder te zijn. De heer Sienot (D66) merkt op dat er geld wordt geïnvesteerd in innovatie en een transitie die zijn gelijke niet kent. Er kan niet zomaar gezegd worden dat zaken wel of niet gelukt zijn. Een en ander is in gang gezet en daar is van geleerd en daardoor ligt er nu een beter plan. Een van de dingen die geleerd is, is dat duurzame energie met draagvlak gecreëerd moet worden. Hij begrijpt niet waarom de heer Van Waveren steeds doet alsof er geld over de balk wordt gesmeten. Er wordt geleerd en verbeterd. Ziet het CDA dit niet? De heer Van Waveren (CDA) zegt dat hij ziet dat er dingen gebeuren. Er is alleen weinig zicht en grip op hoe een en ander besteed wordt en hoe dat zich verhoudt tot de doelstellingen. Het CDA wil nu na vijf jaar meer houvast krijgen en kunnen sturen. Hij vervolgt zijn bijdrage. Hij gaat in op de drie stappen. De vele elementen die toch al gedaan worden, vervuilen het voorstel. Dan het concretiseren van het plan. Als men wil dat de Welstandcommissie op een andere manier gaat kijken, dan dient dat opgeschreven te worden in de Welstandnota. Daarnaast staat op pagina 21 dat eind 2016 voor 10% van de meest geschikte woningtypen verspreid over de Utrechtse wijken, een passend aanbod is ontwikkeld. De fractie vraagt wat de meest geschikte woningtypen zijn. En gaat het om duizend woningen of om drie? Dan de doelstellingen. Doelstellingen die lastig te duiden en van veel dingen afhankelijk zijn, moeten geparkeerd of gemeten en bijgehouden worden. Er dient op prestaties gestuurd te worden. Vervolgens stap 3, het prioriteren. Dit is lastig omdat de fractie de onderbouwing niet heeft van de effectiviteit. Het CDA is geneigd meer in te zetten op cirkel B, de cirkel van invloed. De eerste twee jaar dient intensief op wonen en bedrijven ingezet te worden. Verder dient onderzoeksgeld beschikbaar gesteld te worden voor grootschalige opwekking. De partij zou graag te weten komen wat er wel en wat er niet kan. Tot slot dient dus als kader meegegeven te worden dat gefocust moet worden op cirkel B uit de agenda s. De budgetten moeten daar dan voor beschikbaar gesteld worden. Er ligt dan een besluit op hoofdlijnen. De agenda daaronder wordt dan niet vastgesteld maar dit is dan een keurig uitvoeringsprogramma dat past bij het besluit dat de raad neemt. De heer Sienot (D66) vraagt hoeveel geld aan onderzoek voor grootschalige opwekking uitgegeven moet worden. De heer Van Waveren (CDA) zegt dat hij nog niet zo concreet kan worden maar dat het goed is te inventariseren welke geschikte locaties er zijn in Utrecht. De heer Menke (Student&Starter) merkt op dat verreweg het meeste geld al naar cirkel B gaat. Moet er dan nog meer geld heen? Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 3 december

63 De heer Van Waveren (CDA) antwoordt dat dit inderdaad de bedoeling is. Verder heeft hij nog drie vragen voor de wethouder: 1. Is het college wel of niet van plan een wijziging van de Welstandnota voor te leggen? 2. Welk bedrag is het college voornemens de komende jaren uit te geven voor handhaving van de Wet milieubeheer? 3. Is het college van plan met deze energieagenda s nog te gaan bijsturen in de resterende middelen van de 26 miljoen euro ? Mevrouw Sasbrink (PvdD) merkt op dat de aarde uitgeput wordt en dat een aanslag gepleegd wordt op het klimaat. Er dienen serieuze stappen genomen te worden bijvoorbeeld door te stoppen met het s nachts laten branden van licht, het energieneutraal maken van woningen en het verminderen van de vleesconsumptie. Bij het bespreken van het energieplan heeft de PvdD aandacht gevraagd voor het aandeel indirect energieverbruik in de totale CO 2 -uitstoot. Het is een gemiste kans dat bij het stadsgesprek van tevoren was bepaald dat het gesprek beperkt moest blijven tot het directe gebruik. Volgens de fractie is het noodzakelijk het indirecte gebruik, de consumptie, mee te nemen. Mevrouw Bollen (GroenLinks) merkt op dat vlees eten buiten het kader van dit energieplan valt De heer Sienot (D66) sluit aan bij de opmerking van mevrouw Bollen. Hij merkt op dat de vleesconsumptie een probleem is maar dat dit probleem op een andere manier geagendeerd en besproken moet worden. De heer Van Waveren (CDA) zegt dat vermindering van het indirecte energieverbruik, belangrijk is voor de CO 2 -reductie. Mevrouw Sasbrink (PvdA) merkt op dat ook zeker andere momenten aangegrepen zullen worden om dit punt aan de orde te stellen. Verder is indirect energiegebruik ook energiegebruik en het zou daarom ook deel uit moeten maken van een energieplan. Tot slot gaf de wethouder eerder aan dat het indirecte energiegebruik niet was meegenomen omdat hierover afspraken zijn gemaakt in het verleden. De partij hoort graag om welke afspraken uit het verleden het gaat en waarom het college geen aanjagende of voorbeeldrol kan vervullen als het gaat om het verminderen van het indirecte energiegebruik. De heer Sienot (D66) merkt op dat het indirecte energiegebruik uiteraard enigszins samenhangt maar dat dit onderwerp nu niet op tafel ligt. Daarnaast moeten mensen verleid worden. Het helpt dan niet om mensen eerst te vertellen wat zij allemaal niet meer mogen. Mevrouw Sasbrink (PvdA) denkt dat mensen bewust gemaakt moeten worden van de impact van indirect energiegebruik. Zij vervolgt haar bijdrage met bewustwording. Dit komt niet concreet genoeg terug in de agenda s. Graag een toelichting hierop. Tot slot energiebronnen. Het is onverstandig dat de gemeente niet mee wil doen aan het bevorderen van windenergie. De gemeente zou actief onderzoek moeten doen naar het realiseren van windmolens en zou in gesprek moeten gaan met ontwikkelaars hiervoor. De PvdD heeft samen met de ChristenUnie een motie hieromtrent in voorbereiding. De heer Eggermont (SP) merkt op dat de fractie het voorstel concreter vindt dan eerst. Het is goed als de 25 kaders vastgesteld worden. Verder komen de leaseconstructies niet terug in de agenda s. Dit vindt de SP jammer. De heer Van Waveren (CDA) vraagt of de SP voorstander is van het aanpassen van de welstandnota om zonnepanelen makkelijker te maken. De heer Eggermont (SP) antwoordt dat het misschien wel slim is om de welstandnota aan te passen Mevrouw Uringa (ChristenUnie) zegt dat het voorstel verbeterd is. De fractie mist nog wel wat onderwerpen. Wellicht komt de ChristenUnie nog met voorstellen richting het raadsdebat. Verder sluit zij aan bij het CDA als het gaat om de verwarring over de kaders en de doelstellingen voor Er staan dingen in de kaders die over twee maanden al afgevinkt kunnen worden. Deze kunnen beter bij de doelstellingen voor 2016 worden geformuleerd zodat er langetermijnkaders overblijven. Vervolgens vraagt zij hoe de wethouder de monitoring ziet. Worden voor 2017 weer nieuwe realistische doelen Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 3 december

64 geformuleerd? Met betrekking tot de opmerking van de VVD over de data merkt de fractie op dat het goed is online zaken inzichtelijk te maken. In de richting van de PvdD merkt de ChristenUnie op dat bepaalde onderdelen toegevoegd zouden moeten kunnen worden. Er vinden bijvoorbeeld ook gesprekken plaats met kerken. Bij religieus erfgoed is nog enorm veel te winnen als het gaat om energiebesparing. Als CO 2 -reductie gerealiseerd wordt op dit terrein, dan dient dit bijgevoegd te worden. Tot slot blijft de 20% opwekking van duurzame energie in 2020 een doorn in het oog. De partij zal met een voorstel komen en dat geldt ook met betrekking tot de proactieve houding richting windenergie. De heer Menke (Student&Starter) vindt ook dat het voorstel verbeterd is. Er moet alleen wel veel tegelijkertijd gebeuren. Kan het allemaal, wat wordt voorgesteld? Verder ziet Student&Starter ook redelijk wat licht tussen de kaders die neergezet worden en de energieagenda s. Een aantal punten is genoemd en hier wil de fractie bij aansluiten. Dan de welstandnota, die mag aangepakt worden. Ook is het goed werk te maken van de leaseconstructies. Met betrekking tot open data merkt de partij op hier voor te zijn maar dat dit ook al gemeentelijk beleid is. Tot slot staat Student&Starter open voor amendementen om te kijken of een en ander qua besluitpunten nog iets scherper kan. De inhoud krijgt op dit moment de volledige steun. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) wacht de beantwoording van de wethouder af. De voorzitter schorst de vergadering voor vijftien minuten. Wethouder Van Hooijdonk merkt allereerst op dat het hier gaat om een grote maatschappelijke transitie. Het is een zoektocht die gestart is met een stadsgesprek. Aan de ene kant levert het stadsgesprek geen keurig beleid theoretisch werk af. Aan de andere kant betekent een en ander dat het gesprek dat hier gevoerd moet worden, zou moeten gaan over de inzet van de gemeente. Vervolgens gaat zij in op de kaders en doelstellingen. Het kopje kaders heeft voor verwarring gezorgd. Het geheel ging eigenlijk vooral over wat de inzet van de gemeente is. Daarbij werden soms kaderstellende zaken genoemd en soms ging het meer over activiteiten. Zij begrijpt dat het voor het vaststellen van de kaders lastig is om dit zo te laten staan. Zijzelf en de organisatie kunnen er echter wel mee uit de voeten. Voor het nettoresultaat in de buitenwereld is het zo prima. Als de commissie wil dat een en ander beperkt wordt tot de kaders door een aantal operationele zaken eruit te halen, dan wil zij daar best een voorstel voor doen. De heer Iṣ ik (PvdA) merkt op dat als het kopje vervangen wordt door inzet van de gemeente de verwarring opgelost is. De heer Van Waveren (CDA) vraagt waar dingen uit de lijst kaders die niet in de agenda terug te vinden zijn, gaan landen. Wethouder Van Hooijdonk zegt dat haar geen zaken bij staan die niet in de agenda s verwerkt zijn, behalve het voorbeeld van de leaseconstructies. De leaseconstructies zijn overigens een interessant thema. De heer Van Waveren (CDA) zegt dat de afweging helder moet zijn. Het dient helder te zijn welke opdracht de raad stelt en welk plan het college maakt. Wethouder Van Hooijdonk antwoordt dat het volgens haar wel helder was maar dat erover gedebatteerd kan worden of de keuzes juist zijn. Tegelijkertijd hoeft niet alles in 2016 plaats te vinden. Bepaalde zaken kunnen ook vanaf 2017 of later opgepakt worden. Dan de gebiedsgerichte aanpak. Het is de bedoeling de data te ontsluiten, om een soort kaarten te maken met alles wat bekend is en deze moeten stadsdekkend zijn, gemeentebreed. De informatie die daarin staat, hangt van het niveau van het onderwerp af. Waar het kan en passend is, zal het informatie op postcodeniveau zijn. Er zijn dus straks kaarten met data die stadsdekkend zijn. Hoe daar plannen bij gemaakt worden, hangt af van wat de aanleiding is om ergens aan de slag te gaan. Uiteraard zullen bewoners daarbij betrokken worden. Vervolgens de doelstellingen en prestaties. De PvdA vroeg waarom de doelstellingen nu wel gehaald gaan worden. Het blijft natuurlijk zoeken naar welke interventies gepleegd moeten worden om de goede dingen voor elkaar te krijgen. Zij denkt wel dat de doelstellingen realistischer zijn geworden. Daarbij zal de samenwerking gezocht worden met stakeholders in de stad. De PvdA vroeg wat dit oplevert. In de agenda s is opgeschreven wat de inzet is bij dit soort samenwerkingsagenda s. Per Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 3 december

65 partner zal het uiteindelijk afhangen hoe ver een en ander gaat. De commissie zal de samenwerkingsafspraken die er echt toe doen uiteraard ontvangen. 5 De heer Iṣ ik (PvdA) ondersteunt de samenwerking maar er dienen concrete acties aan verbonden te worden. Wethouder Van Hooijdonk zegt het met de PvdA eens te zijn dat het uiteindelijk concreet moet worden De heer Iṣ ik (PvdA) vraagt of de samenwerking vastgelegd zou kunnen worden in convenanten. Wethouder Van Hooijdonk antwoordt dat dit zou kunnen. Het is zeker de bedoeling om een en ander zwart op wit te zetten. Dan de vragen over prestaties. De ChristenUnie vroeg hoe het is na Het is de bedoeling om elke keer weer met de kennis van dat moment voor het komende jaar een nieuwe doorkijk te geven. Er wordt dan steeds een nieuwe jaarsnede prestaties geformuleerd. Verder vroeg de heer Menke of alles allemaal wel kan. Het is best veel en er is een bepaalde hoeveelheid middelen. Volgens haar past dit op elkaar. Er wordt nog wel gezocht naar wat versterking. De heer Sienot (D66) vraagt of het klopt dat jaarlijks bijgestuurd kan worden. Wethouder Van Hooijdonk antwoordt dat dit kan. De heer Iṣ ik (PvdA) vraagt of de bijsturing niet alleen van toepassing is op de resultaten maar ook op de financiën. Wethouder Van Hooijdonk merkt op dat gestuurd kan worden op hoe de middelen toebedeeld worden. Vervolgens de vraag wat de verschillende investeringen opleveren. Het is niet precies te zeggen wat bijvoorbeeld communiceren, werken aan bewustzijn en inzichtgeven oplevert aan energiebesparing. Er dienen in ieder geval verschillende dingen gedaan te worden om voldoende interventies te plegen zodat routines daadwerkelijk veranderen. Het is lastig echt kwantitatief te onderbouwen. Er is wel geprobeerd een en ander kwalitatief wat te onderbouwen. Dan de vragen over wonen en werken. De heer Sienot vroeg waar de toezegging uit de begrotingsbehandeling landt. Die landt in het hoofdstuk wonen. De PvdA vroeg naar de lobby bij het Rijk. De wet zegt dat in 2020 een en ander energieneutraal moet zijn. De lobby gaat erom of Utrecht dit eerder mag realiseren omdat de stad zo sterk groeit. Het is namelijk niet handig nu allemaal woningen aan het bestand toe te voegen die later weer gerenoveerd moeten worden. Het is handiger het in een keer goed te doen. Met betrekking tot de huursector deelt zij de inschatting dat er nog vele huurwoningen in Utrecht zijn die matig van kwaliteit zijn. Deze zouden kwalitatief verbeterd moeten worden, nog los van de energieprestatie. Aan de prestatieafspraken met de corporaties wordt op dit moment gewerkt. De doelstelling, ook landelijk, is gemiddeld label B. Binnenkort wordt de commissie hierover geïnformeerd. Dan de handhaving. Er wordt doorgezet wat de laatste jaren is gedaan. Het gaat dan om een bedrag van euro. Vervolgens het hoofdstuk opwekking. Ze verwacht in het eerste kwartaal meer te kunnen vertellen over zonnepanelen op scholen. Verder meldt zij dat de gemeente zich aangesloten heeft bij het Urgenda-initiatief om daken van scholen meer te gebruiken. Ten aanzien van geothermie merkt zij op dat het een goed idee is hier een brief over te sturen. Zij vraagt hier wel wat tijd voor. De heer Sienot (D66) vraagt om hoeveel opwekking het precies gaat Wethouder Van Hooijdonk legt uit dat eerst een en ander iets verder uitgewerkt moet worden voordat zij er iets over kan zeggen. Vervolgens de vragen over windenergie. Dit is een gevoelig thema in de stad. Zij zal zich op dit punt houden aan de uitkomsten van het stadsgesprek. Dit betekent dat initiatieven welwillend bekeken zullen worden en op een aantal aspecten beoordeeld zullen worden. Tot slot wat losse punten. Ten aanzien van de open data merkt zij op onder andere met Stedin in gesprek te zijn om meer data openbaar en transparant te maken. De inzet is om zoveel mogelijk te publiceren. Dan de welstandnota. De vraag hieromtrent is eigenlijk voor haar collega Jansen. Zij meldt dat er nog schriftelijke vragen te beantwoorden zijn van de heer Van Schie over isoleren en renoveren met name in relatie tot monumenten en welstand. Hierna kan gekeken worden of er nog vragen overblijven. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 3 december

66 De heer Van Waveren (CDA) vraagt of de wethouder een wijziging van de welstandnota wil Wethouder Van Hooijdonk merkt op dat de beantwoording van de schriftelijke vragen richting kan geven. Verder is het goed met de welstandcommissie te praten over wat kan en wat niet kan. De heer Van Eijndhoven (VVD) wacht met belangstelling de beantwoording van de schriftelijke vragen af. Verder denkt hij dat deregulering helpt. Wethouder Van Hooijdonk gaat in op de consumptie, het indirecte energiegebruik. Dit is niet waar op gericht wordt. Eerder is ook gevraagd te focussen en te kiezen. Zij is dus niet van zins om het indirecte energiegebruik mee te nemen. Zij houdt de focus op het directe energiegebruik. Verder hadden de leaseconstructies de energieagenda s niet gehaald. Als de commissie dit echt belangrijk vindt dan kan daar iets aan gedaan worden. Tot slot de vraag wat gedaan wordt aan het ontwikkelen van bewustzijn. Open data geven inzicht en er is veel inzet op scholen. Verder komt de slimme meter eraan. Het werken hiermee dient begeleid te worden zodat de meter ook echt slim gebruikt wordt. Tot slot wil de gemeente, bottom-up, buurtgesprekken blijven voeren. De heer Sienot (D66) merkt op dat er veel instrumenten in de markt zijn om inzicht te verschaffen Wethouder Van Hooijdonk merkt op dat de VVD eerder aangaf dat Eneco en Stedin genoemd werden. Dit komt omdat dit beheerders zijn van de infrastructuur en er hier maar twee van zijn. Het zijn dus cruciale partners in het energiesysteem. Richting de heer Sienot legt zij uit dat de meter die Stedin uitrolt, een meter is waar mensen nog niet zoveel mee kunnen. Het is meer een platform waar andere dingen op gedaan kunnen worden. De heer Eggermont (SP) had gevraagd waarom bij punt 12 staat voor lage inkomens. Kan dat er niet uit? Wethouder Van Hooijdonk vindt het wel sympathiek om bij punt 12 voor lage inkomens eruit te halen. De heer Iṣ ik (PvdA) vraagt of er naast Stedin en Eneco nog meer bedrijven bijgehaald kunnen worden Wethouder Van Hooijdonk antwoordt dat dit niet uit te sluiten is. Zij denkt alleen dat marktwerking niet specifiek werkt. Er zijn dan weer andere mensen die aan een andere monopolist vastzitten. Verder moet men zich afvragen wat nog gewild wordt in de nieuwbouw en of daar dan een nieuwe netbeheerder voor nodig is. Tot slot gaat zij in op de resterende middelen. Het college ziet eigenlijk geen redenen om die aan te passen. Het grootste deel zit ook vast in maatschappelijk vastgoed en dat soort investeringen. De voorzitter constateert dat de tweede termijn ingaat De heer Menke (Student&Starter) denkt dat het wenselijk is de splitsing aan te brengen. Verder heeft hij geen concrete voorstellen om het voorstel te wijzigen. Dit punt kan een A-punt worden. Mevrouw Bollen (GroenLinks) vindt het een goede suggestie om voor de kaders de kop te veranderen in inzet gemeente. Verder kan GroenLinks instemmen met het voorstel. Met betrekking tot de leasecontracten stelt zij voor deze mee te nemen. Deze kunnen wellicht ook in de gebiedsaanpak een plek krijgen. Prima ook om de leasecontracten voor iedereen mogelijk te maken. Tot slot dank aan de wethouder voor de toezegging met betrekking tot de brief over geothermie. De heer Iṣ ik (PvdA) dankt de wethouder voor haar beantwoording. Dit punt kan als B-punt naar de raad. Ten aanzien van bewustwording en de communicatie met bewoners komt de PvdA-fractie wellicht met een motie. De heer Van Eijndhoven (VVD) zegt dat de VVD-fractie zich achter het plan kan scharen. Een herformulering van de kaders is wellicht wel handig. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 3 december

67 Mevrouw Sasbrink (PvdD) geeft aan dat dit punt een B-punt moet worden en dat de fractie met moties en amendementen zal komen met betrekking tot indirect energieverbruik en bewustzijn De heer Sienot (D66) merkt op dat duidelijk moet zijn dat de raad over de kaders gaat. Het vervangen van het kopje klinkt aanlokkelijk maar het gaat dan nog steeds over activiteiten terwijl het daar per saldo niet over gaat. Een aanpassing op kaderniveau vindt D66 dus veel voor te zeggen. Mevrouw Uringa (ChristenUnie) geeft aan dat dit punt een B-punt moet worden. Verder is het goed om alles wat aanvinkbaar is binnen nu en een jaar uit de kaders te halen en toe te voegen aan de doelstellingen voor 2016 dan wel voor Ten opzichte van windenergie is de fractie niet tevreden. De fractie zal met een voorstel komen bij de raadsbehandeling. De heer Eggermont (SP) zegt dat de SP niet gelooft in blauwdrukken voor het opstellen van kaders. Het is goed het kopje te veranderen. De tekst van het raadsvoorstel dient dan ook aangepast te worden. Dit dient dan aangepast te worden in: Punt 2, bijgaande duiding van het energieplan opgesteld door het college. De inzet van de gemeente is samengevat. Verder zou het niet erg zijn als de leaseconstructies voor apparaten naar voren gehaald worden. De heer Van Waveren (CDA) is er een voorstander van dat de kaders in de beslispunten worden opgenomen. Dit mag op hoofdlijnen. Het CDA deelt de mening van de heer Sienot hieromtrent. Verder hoopt de fractie dat in het voorstel ook duidelijk wordt welke van de kaders in de energieagenda s terechtkomen en welke misschien later in de tijd worden gezet. Verder is het relevant de financiële kaders in het raadsvoorstel op te nemen. Tot slot komt het CDA met concrete voorstellen op specifieke punten om de opdracht te concretiseren en te verhelderen. Welstand zou daarin voor kunnen komen. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) noemt splitsen en de Wet milieubeheer. Hij zal wellicht met een voorstel komen De voorzitter constateert dat er geen vragen aan de wethouder zijn gesteld. Wethouder Van Hooijdonk denkt met een en ander uit de voeten te kunnen. Zij zal nog eens naar de opsomming van punten kijken en het bijbehorende tweede beslispunt. Hiervoor zal zij een voorstel indienen. De voorzitter herhaalt de toezeggingen. Wethouder Van Hooijdonk informeert, met betrekking tot agendapunt 17, Raadsvoorstel Energieplan, duiding en energieagenda s in samenhang met commissiebrief de Utrechtse Energieagenda s, de commissie in de loop van 2016, middels een commissiebrief, over de ontwikkelingen ten aanzien van geothermie. Wethouder Van Hooijdonk schrapt, met betrekking tot agendapunt 17, Raadsvoorstel Energieplan, duiding en energieagenda s in samenhang met commissiebrief de Utrechtse Energieagenda s, in de samenvatting bij de kaders bij punt 12, het zinsdeel over lagere inkomens. Dit betreft de leaseconstructies voor energiezuinige apparaten. Wethouder Van Hooijdonk wijzigt, met betrekking tot agendapunt 17, Raadsvoorstel Energieplan, duiding en energieagenda s in samenhang met commissiebrief de Utrechtse Energieagenda s, beslispunt 2. Zij zal de kaders nader specificeren. 18. Raadsvoorstel Invoering betaald parkeren Rijnsweerd Zuid De voorzitter constateert dat het college in het raadsvoorstel twee beslispunten voorlegt. Dit zijn afwijkingen van beleid. Het eerste beslispunt gaat over het houden van een draagvlakmeting in de wijsgerenbuurt. Het twee beslispunt gaat over het invoeren van vergunninghouderparkeren op de woonerven in de acteurs- en of wijsgerenbuurt. De heer Eggermont (SP) zegt dat de fractie zich kan voorstellen dat wordt afgeweken. De vraag is alleen wanneer afgeweken wordt. In het voorstel staat niet helder wat de ruimtelijke of andere kenmerken zijn van een bepaald gebied op grond waarvan afgeweken wordt. De SP heeft behoefte het kader helder te krijgen. Graag meer inzicht. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 3 december

68 De heer Van Waveren (CDA) vraagt hoe de SP aankijkt tegen de vraaggerichte handhaving op de woonerven. Is dit niet vragen om problemen in de buurt? 5 10 De heer Eggermont (SP) vindt dat een goede vraag. Verder vraagt de SP zich af hoe de bekostiging van de handhaving in elkaar zit als het betaald parkeren niet wordt ingevoerd. De heer Van Waveren (CDA) zegt dat de CDA-fractie blij is met het terugbrengen van de draagvlakmeting bij het betaald parkeren. De eerste deelbuurt is afgevallen bij de draagvlakmeting, de tweede is afgevallen bij de draagvlakmeting voor betaald parkeren zelf. Wat het CDA betreft zijn dit overduidelijke uitkomsten die geen aanleiding geven het besluit te heroverwegen. De heer Weistra (GroenLinks) merkt op dat er duidelijke signalen uit de buurt zijn gekomen. Het CDA zegt niet te begrijpen dat geluisterd is naar die mensen. Dit begrijpt GroenLinks niet De heer Van Waveren (CDA) zegt dat er tweemaal een heel duidelijk signaal uit de buurt is gekomen. Daarvoor is de draagvlakmeting gedaan. De heer Weistra (GroenLinks) merkt op dat het signaal blijkbaar op meerdere manieren te interpreteren was. De heer Van Waveren (CDA) vindt dat er een heldere uitspraak ligt van de buurt. Verder ziet het CDA problemen als dit besluit wordt aangenomen bijvoorbeeld in verband met de handhaving. Vervolgens is de fractie benieuwd of het college nog op een andere manier invulling wil geven aan de tweede stap van de verplichting. De eerste is de parkeerdrukmeting en de tweede is het zoeken naar alternatieve oplossingen. Gaat het college als dit voorstel wordt aangenomen, op zoek naar alternatieve oplossingen voor de problematiek of wordt meteen de draagvlakmeting gedaan? De heer Post (PvdA) zegt dat fractie zich inhoudelijk best veel kan voorstellen bij dit voorstel. Vandaag gaat het echter om het voorstel om af te wijken van de procedure. Hier zit nu precies de twijfel. Waarom nu al afwijken van de procedure? En als in Rijnsweerd wordt afgeweken waarom dan niet in bijvoorbeeld de Professor Jordanlaan in Tuindorp? De heer Weistra (GroenLinks) vraagt of de PvdA nu vraagt om nooit af te wijken van de procedure of dat die partij aansluit bij het betoog van de Eggermont om bepaalde criteria te hanteren. De heer Post (PvdA) vreest dat bij het laatste de procedure alleen nog maar ingewikkelder wordt. Hij schetst het dilemma waar de PvdA-fractie voor staat. De heer Eggermont (SP) merkt op dat de mensen hier niet het reguliere betaald parkeren willen omdat de structuur in de wijk anders in elkaar zit. De heer Post (PvdA) merkt op dat in het voorstel wordt voorgesteld om in de wijsgerenbuurt toch weer een draagvlakmeting te houden in afwijking van de procedure. Verder is de PvdA benieuwd naar de reactie van de wethouder. Ten slotte vraagt de partij of dit voorstel wel iets oplost. De buurt is nogal verdeeld. Graag een reactie. De heer Van Eijndhoven (VVD) zegt dat de VVD kritisch is op betaald parkeren. De vraag is waar de olievlekwerking uiteindelijk ophoudt maar dit moet niet op basis van dit voorstel bediscussieerd worden. De heer Van Waveren (CDA) vraagt of hij goed begrijpt dat de VVD het een prima voorstel vindt. De heer Van Eijndhoven (VVD) merkt op dat de draagvlakmeting erin zit. Dit is een belangrijk element waar de VVD niet graag van afwijkt. De heer Post (PvdA) is verbaasd over de opstelling van de VVD. Eerder, bijvoorbeeld bij de Concordiastraat, heeft die partij steeds gezegd dat niet afgeweken moest worden van de procedure. Graag toelichting. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 3 december

69 De heer Van Eijndhoven (VVD) legt uit dat de fractie dit beoordeeld heeft als een zeer bijzondere situatie en overtuigd is door het college. 5 De heer Eggermont (SP) wijst de VVD erop dat het hier gaat om vergunningparkeren. Dit kent de stad eigenlijk niet. Is het dan niet handig als duidelijk wordt voor bewoners in welke situaties er sprake is van een bijzondere situatie? De heer Van Eijndhoven (VVD) denkt dat de heer Eggermont een punt heeft. 10 De heer Weistra (GroenLinks) vindt het voorstel dat voorligt, een goed voorstel. Hier dient maatwerk toegepast te worden. Complimenten voor de wethouder en zijn ambtenaren. Mevrouw Schilderman (D66) zegt dat de fractie aansluit bij de bijdrage van GroenLinks Wethouder Van Hooijdonk gaat in op hoe het is gegaan in Rijnsweerd. Het betreft hier een soort eilandje in een gebied met betaald parkeren waar mensen veel overlast ervaren. Vervolgens is intensief met partijen bekeken wat zij allemaal kunnen doen om de parkeeroverlast in te dammen. Er is toen van alles gedaan. Bedrijven hebben bijvoorbeeld maatregelen genomen qua mobiliteitsmanagement. De gemeente heeft op een gegeven moment samen met het actieve bewonerscomité de inschatting gemaakt dat het reservoir aan gereedschap op was terwijl de overlast er nog altijd was en dat betaald parkeren de enige oplossing is. Vervolgens zijn er tijdens de draagvlakmeting veel reacties geweest waarin werd aangegeven dat het voorstel verkeerd was. De gemeente heeft het toen niet handig gedaan. Zij had een element in het voorstel gebracht waarvan de actieve bewoners zeiden dat zij het zo niet gewenst of bedoeld hadden. Het wordt geen gewoonte om draagvlakmetingen kort op elkaar te laten volgen maar op dit punt vond zij dat signalen van bewoners serieus genomen moesten worden. In twee bewonersbijeenkomsten is toen bekeken welk voorstel het dan wel moest zijn. In de kern heeft een en ander te maken met het verschil tussen mensen die op een woonerf wonen en mensen die niet op een woonerf wonen. De mensen die op een woonerf wonen die ervaren geen probleem en willen liever geen betaald parkeren en die gijzelen als het ware de mensen die niet op een woonerf wonen en wel een groot probleem ervaren. Samen met bewoners is een nieuw voorstel gemaakt. De heer Eggermont (SP) merkt op dat er dus een verschil is tussen de woonerven en de nietwoonerven. Dit moet helderder in het voorstel naar voren komen. Wethouder Van Hooijdonk antwoordt dat dit de reden is waarom het zo een lastige situatie is en dat hierom met de mensen gekeken is hoe allebei de belangen gediend kunnen worden. Vandaar het voorstel zoals het er ligt. Uiteraard weet zij niet hoe mensen nu gaan stemmen maar er is recht gedaan aan de verschillende belangen. De heer Bos gaf aan dat het erop lijkt dat alles op maat wordt gedaan. Dat is niet het geval. Dan de motivatie waarom hier gekozen wordt voor vergunningparkeren. De belangrijkste motivatie is dat er nauwelijks soortgelijke woonerven zijn in Utrecht. Eventuele precedentwerking is hierdoor beperkt. Eenzelfde stedenbouwkundige structuur is eigenlijk nergens anders te zien. Tot slot het vraaggericht handhaven. De woonerven worden niet meegenomen in de reguliere rondjes van VTH. Er wordt alleen gecontroleerd als iemand aangeeft dat dit nodig is. Bewoners geven aan weinig problemen te verwachten. Als mensen incidenteel bellen zal het ook geen probleem zijn. Als mensen heel frequent gaan bellen dan ontstaat een nieuwe situatie en zal in overleg gegaan moeten worden om te kijken wat eraan de hand is. De heer Van Waveren (CDA) merkt op dat de gemeente gedwongen kan worden te acteren als mensen bellen met particuliere irritaties. Welke stappen ziet de wethouder dan? Wethouder Van Hooijdonk merkt op dat men altijd last kan krijgen van burenruzies. Als dit het geval blijkt, dan wordt daarnaar gehandeld. Het zal niet de eerste keer zijn dat iets als mediation nodig is De heer Van Waveren (CDA) merkt op dat het voor het eerst is dat een dergelijke unieke handhaving wordt afgegeven. Wethouder Van Hooijdonk zegt dat het geen handhavingsgarantie is. Het is een garantie dat de plek niet in de route zit van VTH. Het is een soort passieve handhaving. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 3 december

70 De heer Van Waveren (CDA) vraagt hoe het dan precies werkt Wethouder Van Hooijdonk legt uit dat VTH reageert op signalen maar als iemand elke week belt dan zal ook gezegd worden dat diegene het zelf moet gaan oplossen. Vraaggericht betekent dat de plek niet in het vaste rondje zit. De heer Eggermont (SP) heeft er moeite mee dat er gezegd wordt dat er hier een structuur is die nergens in de stad is terug te zien. Wat maakt de structuur bijzonder? Er zijn wel meer woonerven in de stad. Wethouder Van Hooijdonk merkt op dat die woonerven niet bedoeld waren om te parkeren. Er zijn daarom geen parkeervakken en omdat er geen vakken zijn, kan niet gehandhaafd worden. In het eerste voorstel was opgenomen dat er parkeervakken gemaakt zouden worden. Dit wilden de mensen niet. Vandaar nu een voorstel om er een vergunningsgebied van te maken. Het gaat dus om plekjes waar wel geparkeerd wordt maar waar geen vakken zijn. De voorzitter constateert dat de tweede termijn ingaat De heer Post (PvdA) dankt de wethouder voor haar antwoorden. Het dilemma van de PvdA is nog niet opgelost. Hij steunt de heer Eggermont in zijn vervolgvragen van zojuist. Deze zijn niet heel duidelijk beantwoord. Is er een analyse gemaakt van woonerven elders? Verder zal hij nog met zijn fractie gaan overleggen. Dit agendapunt kan een A-punt worden. Bij de stemming zal blijken of de PvdA voor of tegen het voorstel zal stemmen. De heer Van Eijndhoven (VVD) geeft aan dat dit agendapunt een A-punt kan worden. Mevrouw Schilderman (D66) zegt dat dit agendapunt een A-punt kan worden De heer Eggermont (SP) roept de wethouder op duidelijk aan te geven waarom dit een specifieke situatie is. Voordat gestemd wordt, dient het raadsvoorstel aangepast te worden. Als dit gebeurt, kan dit agendapunt een A-punt worden. De heer Van Waveren (CDA) stelt voor er een B-punt van te maken. Het punt van de heer Eggermont vindt hij relevant. Daarnaast is hij niet blij met de oplossing die wordt voorgesteld ten aanzien van de handhaving. Hij zal met een motie komen hieromtrent. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) zegt dat dit agendapunt een A-punt kan worden De heer Weistra (GroenLinks) zegt ook dat dit agendapunt een A-punt kan worden. Wethouder Van Hooijdonk legt uit dat een woonerf in verkeerskundige zin een categorie is. Die categorie is er niet veel in de stad. In verkeerskundige zin komen woonerven de komende jaren niet voor in de discussie. Dit is waarom het nu uniek is. Verder zijn er kaders om zaken te standaardiseren. Tegelijkertijd is het belangrijk ontvankelijk te blijven voor een vraag vanuit bewoners. De voorzitter concludeert dat dit agendapunt een B-punt wordt en naar de raadsvergadering van 7 januari 2016 gaat. De heer Eggermont (SP) denkt dat als de wethouder in het raadsvoorstel aangeeft dat wordt afgeweken omdat het om een woonerf gaat, het dan in orde is. De voorzitter concludeert dat dit punt een B-punt blijft. Er zal een half uur uitgetrokken worden voor de bespreking Beantwoording rondvraagpunten en vragen met betrekking tot de toezeggingenlijst wethouder Van Hooijdonk Busbaan De Meern Wethouder Van Hooijdonk zegt dat het stukje meerijden over de busbaan wordt meegenomen in de vormgeving van De Meerndijk. Hierdoor wordt de oversteek veiliger voor fietsers. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 3 december

71 Vervoersplan 2016 Wethouder Van Hooijdonk zegt dat het college ook begrepen heeft dat de planning is aangepast. Ook de gemeente zal twee weken extra nemen. Een en ander wordt overigens gedaan in U10- verband. Zodra het voorstel van Q-Buzz er is, zal het ook naar de commissie gestuurd worden. Consultatieperiode Slimme routes, slim regelen Wethouder Van Hooijdonk zegt dat er een inspraakperiode was van zeven weken. Een week extra coulance kan worden geboden. Oversteekbaarheid Norbruislaan Wethouder Van Hooijdonk zegt dat het project dat uitgevoerd gaat worden, gaat over het verleggen van fietspaden. Er is daar een pompstation en om te voorkomen dat de auto s die naar het pompstation gaan het fietspad kruisen, wordt het fietspad achterom gelegd. Zij kan laten kijken of iets mee gekoppeld kan worden voor de oversteek. Grens Tuindorp en Tuindorp-Oost Wethouder Van Hooijdonk zegt de situatie te kennen omdat zij er wel eens komt. Zij begrijpt het punt en stelt voor een voorstel te verwerken bij het MPB in de vormgeving van de gebieden. Vervolgens kan dan bekeken worden of er een meerderheid voor is of niet. Snelheidsverhoging A2 Wethouder Van Hooijdonk geeft aan dat de gemeente zich niet specifiek tegen de snelheidsverhoging op de A2 heeft aan bemoeid maar wel tegen die op de A12. De gemeente is in beroep gegaan en heeft toen een brief gestuurd naar de Tweede Kamer om aan te geven wat, wat Utrecht betreft, de nadelen zijn van snelheidsverhoging naar 130 km per uur. De positie hieromtrent van de gemeente Utrecht is duidelijk. Zij heeft niet het idee dat dit nog eens extra onder de aandacht gebracht moet worden. Herinrichting knooppunt Van Ostadelaan Wethouder Van Hooijdonk geeft aan dat het streven is om een en ander voor de zomer uit te voeren. De heer Van Waveren (CDA) vraagt of als dat onverhoopt niet lukt, een en ander over de zomer heen getild kan worden. 35 Wethouder Van Hooijdonk zegt dat zij de belangen van de ondernemers zal meewegen bij het organiseren van de planning. De voorzitter sluit de vergadering om uur. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare middagvergadering d.d. 3 december

72 Utrecht Cie-Stad en Ruimte Avond Verslag van de openbare avondvergadering van de commissie Stad en Ruimte, gehouden op donderdag 3 december 2015 in de raadzaal te Utrecht Aanwezig: Afwezig: Verslag: de voorzitter, mw. G. Bouazani (PvdA), de wethouder Leidsche Rijn, Openbare Ruimte en Groen, Grondzaken, Erfgoed en Monumenten, dhr. K. Geldof, de wethouder Economie, Citymarketing en Internationale Zaken, dhr. J. Kreijkamp, de leden, dhr. C. Bos (Stadsbelang Utrecht), dhr. M. Buijs (CDA), dhr. M. Eggermont (SP), mw. E. van Esch (PvdD), dhr. D. Gilissen (VVD), mw. M. Haage (PvdA), dhr. B. Ișik (PvdA), dhr. S. Menke (Student & Starter), mw. B. Paardekooper (GroenLinks), dhr. L. Roodenburg (D66), dhr. T. Schipper (SP), dhr. M. Sienot (D66) mw. J. Uringa (ChristenUnie), de commissiegriffier, dhr. F. Lith. Voorts zijn aanwezig enkele medewerkers en enkele toehoorders op de tribune. er zijn geen afwezigen gemeld mw. D. Muda INHOUD VAN DIT VERSLAG pagina 1. Opening en mededelingen Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten Verslagen van de vergadering van de commissie Stad en Ruimte van 13, 14 en 15 oktober en 3 en 5 november Ingekomen stukken Mogelijkheid tot het stellen van rondvraagpunten en vragen t.a.v. de toezeggingenlijst aan de portefeuillehouder(s) Commissiebrief Scenario s bomen Europaweg Commissiebrief Voortgang Motie Sluit dossier Galgenwaard Beantwoording rondvraagpunten enz. wethouder Geldof Opening en mededelingen De voorzitter heropent de vergadering van de commissie Stad en Ruimte om uur. Er zijn geen berichten van verhindering ontvangen en er zijn ook geen mededelingen. 2. Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten De voorzitter loopt de agenda door. De agenda wordt vastgesteld Verslagen van de vergadering van de commissie Stad en Ruimte van 13, 14 en 15 oktober en 3 en 5 november 2015 De voorzitter concludeert dat de commissie instemt met de per voorgestelde wijzigingen. De verslagen worden vastgesteld met inachtneming van de wijzigingen. 4. Ingekomen stukken De voorzitter deelt mee dat de raad een brief heeft ontvangen van de heer Van der Velde betreffende een omzettingsvergunning met betrekking tot de Brigittenstraat 17. Het voorstel is om deze brief ter afdoening in handen te stellen van het college. In de commissie van afgelopen dinsdag is al afgesproken dat de commissie van de afdoening in kennis gesteld wordt. 5. Mogelijkheid tot het stellen van rondvraagpunten en vragen t.a.v. de toezeggingenlijst aan de portefeuillehouder(s) De voorzitter geeft gelegenheid tot het stellen van vragen aan wethouder Geldof. Golfclub De Haar Mevrouw Paardekooper (GroenLinks) heeft een vraag over de uitbreiding van de golfbaan. GroenLinks vraagt of de wethouder in overleg met de golfclub het verzoek mee wil nemen om samen met Natuurmomenten te proberen het ecologisch karakter van het bos zo veel mogelijk te behouden.

73 Zowel de golfclub als Natuurmonumenten is hiertoe bereid. GroenLinks zou het op prijs stellen als dit punt in de planning zou worden meegenomen Mevrouw Van Esch (PvdD) voegt daaraan toe dat de Partij voor de Dieren nog niet zo tevreden is over de fases, zoals genoemd in de brief van de golfclub van 23 november Spreekster vraagt of het college bereid is op de uitnodiging van de golfclub in te gaan om de fases te bespreken en of het college bereid is om zijn visie op de fases te delen met de raad, zodat de raad daarop kan reageren voordat er een handtekening gezet wordt onder de definitieve plannen. Zij vraagt tot slot of de wethouder weet wanneer de definitieve plannen aan de gemeente zullen worden gestuurd. Gezondheidscentrum Rijnhuizenlaan De heer Ișik (PvdA) brengt in herinnering dat er voor 1 januari 2015 een plan voorgelegd zou worden aan de raad. Dat is echter nog steeds niet gebeurd. Inmiddels heeft een van de partijen zich teruggetrokken. De PvdA is benieuwd naar de stand van zaken en de economische uitvoerbaarheid van het project. De PvdA vraagt het college om te antwoorden in een commissiebrief. De heer Schipper (SP) is ook benieuwd naar de voortgang van het project. Hij heeft begrepen dat er wel enige voortgang is. Hij wil graag bevestigd krijgen dat de wethouder zal handelen in lijn met het besluit van de gemeenteraad over het programma van eisen. Behandeling bomenproblematiek De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) verzoekt het college te zoeken naar een werkzaam model om over bomen te praten, zodat bespreking van het onderwerp bomen beperkt kan worden tot een of twee keer jaar. 20. Commissiebrief Scenario s bomen Europaweg De heer Gilissen (VVD) stelt voor om het debat over de bomen aan de Europaweg uit te stellen tot na de uitspraak van de lopende rechtszaak naar aanleiding van de vergunningaanvraag. De uitspraak zal over twee weken gedaan worden. De VVD vindt het niet verstandig om een politiek debat te voeren tijdens een lopende rechtsgang. De heer Eggermont (SP) is het eens met de redenering van de heer Gilissen en steunt het voorstel. 35 De heer Ișik (PvdA) wil het voorstel steunen onder de voorwaarde dat er geen enkele kap plaatsvindt tijdens de procedure. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) kent het geschil en de bezwaren niet en wil daarom nu over de bomen aan de Europaweg praten De voorzitter constateert dat de vier agenderende partijen aan het woord geweest zijn. Zij vraagt de andere fracties te reageren op het voorstel van de VVD. Mevrouw Uringa (ChristenUnie) is het eens met de redenering van de heer Gilissen maar wat de ChristenUnie betreft staat niets bespreking van de scenario s van de wethouder in de weg. De heer Sienot (D66) kan het voorstel van de VVD volgen maar wat hem betreft is er geen enkel bezwaar tegen de bespreking van de scenario s van de wethouder, temeer omdat de rechter geen uitspraak gaat doen over het gewenste scenario. Mevrouw Paardekooper (GroenLinks) sluit zich aan bij de woorden van de ChristenUnie en D66. Wethouder Geldof heeft begrepen dat de uitspraak in de beroepsprocedure tegen de kapvergunning pas verwacht wordt over ongeveer zes weken. Hij heeft in zijn brief in afwijking op het Bomenbeleid voorkeur uitgesproken voor scenario 2. Hij heeft ook al gezegd dat er geen bomen worden gekapt zonder voorafgaand overleg met de raad. Hij gaat ook nog met de bewoners overleggen. De voorzitter concludeert dat de agenderende partijen voorkeur hebben om de commissiebrief nu wel te bespreken. Zij geeft het woord aan de ChristenUnie. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 3 december

74 Mevrouw Uringa (ChristenUnie) doet haar inbreng mede namens de PvdD en GroenLinks en namens een heleboel mensen uit de wijk en 96 bomen die niet zelf kunnen spreken. Het is niet de intentie van deze partijen om over iedere kapvergunning te debatteren maar 96 bomen zijn er veel en daarom waardevol voor een straat en een buurt. Gebrek aan communicatie gaf voortdurend verwarring over cijfers, wat leidde tot gebrek aan vertrouwen. Spreekster bedankt voor de brief met uitleg van 1 december 2015, waarin ook wordt toegegeven dat de digitale bomenkaart niet actueel was op het moment dat zo veel mensen er een beroep op deden. Zij vraagt om de toezegging van de wethouder dat bij iedere kapvergunning ook de digitale bomenkaart voor de betreffende boom of bomen actueel is. De ChristenUnie, de Partij voor de Dieren en GroenLinks vinden dat de scenario s niet langer aan de orde zijn als alternatief voor de kap van de hele bomenrij. Het wekt de indruk van een compromis, terwijl dat niet het geval is. Deze fracties willen recht doen aan de feiten. Het argument werk met werk maken geldt niet meer want het fietspad is al aangelegd. De fracties willen de bomenrij beoordelen op veiligheid, onderhoud en gezondheid, conform de Bomennota uit Geen van de scenario s doet daaraan recht. Genoemde fracties kunnen dan ook niet instemmen met het standpunt van de wethouder over de toekomstverwachting van de bomen. Als de wethouder blijft uitgaan van de gemiddelde levensduur van bomen in de stad (veertig tot vijftig jaar), dan wordt daarmee alle moeite tenietgedaan om bomen langer gezond te houden. Genoemde fracties willen zich baseren op de conditie van iedere boom afzonderlijk. Deze fracties stellen het volgende voor: Als er bewijslast en consensus is over veiligheid of overlast van enkele bomen, dan kan dat een reden zijn voor kap. De wilgen hebben een slechtere conditie dan de populieren. Bovendien geeft het continue knotten niet de uitstraling die de bewoners graag willen. Als deze bomen worden gekapt, dan pleiten eerdergenoemde fracties ervoor om deze snel te vervangen door bomen van ongeveer tien jaar oud. Spreekster vraagt of de bereidwilligheid die blijkt uit de brief van de wethouder, gezien mag worden als een harde toezegging voor de bomen op de Europaweg. De toekomstverwachting van de populieren wordt betiteld als slecht tot matig maar het is niet duidelijk waarop die conclusie gebaseerd is. Eerder hebben ChristenUnie, Partij voor de Dieren en GroenLinks er al voor gepleit om iedere boom afzonderlijk te beoordelen. Wat deze fracties betreft is het niet noodzakelijk om de populieren te vellen, tenzij er sprake is van een onveilige situatie. Volgens de bomenexpert zou door het innemen van de kroon de veiligheid geborgd zijn. Spreekster vraagt of de wethouder bereid is om de bomen alleen op dit criterium te beoordelen en verder conform het bestaande bomenbeleid. Tijdens de raadsinformatieavond bleek dat de buurt graag een gefaseerde herplant wil. Spreekster vraagt of de wethouder dat kan toezeggen. De Bomennota uit 2009 leidt vaak tot verwarring en vragen. De wethouder heeft al toegezegd dat deze nota in 2016 wordt herzien. Spreekster vraagt wanneer de raad een herziene nota kan verwachten. De heer Eggermont (SP) begrijpt dat ChristenUnie, de Partij voor de Dieren en GroenLinks iedere boom afzonderlijk willen beoordelen. Voor herplant is echter altijd een groter stuk nodig, zodat een aantal jongere bomen neergezet kan worden. Als individuele bomen gekapt worden, ontstaan er dus gaten. Spreker vraagt of de genoemde fracties bereid zijn om een aantal bomen weg te halen, waardoor herplant wel mogelijk wordt. Mevrouw Van Esch (PvdD) heeft deze vraag voorgelegd aan een bomenexpert. De bomenexpert zegt echter dat het geen enkel probleem is om verjonging op individuele basis toe te passen op de Europaweg. Spreekster ziet dan ook geen reden om meer bomen te vervangen dan nodig is. Mevrouw Paardekooper (GroenLinks) voegt eraan toe dat er alvast begonnen kan worden, en dat dit ook wenselijk is, met herplant op de plekken waar gaten vallen. De voorzitter vraagt de commissieleden om zich te beperken tot een politieke discussie en niet te diep in te gaan op de techniek van bomen planten De heer Gilissen (VVD) vraagt hoeveel bomen er volgens de bomenexpert, die de Partij voor de Dieren geraadpleegd heeft, per direct zouden moeten worden gekapt omdat deze een gevaar vormen. Mevrouw Van Esch (PvdD) antwoordt dat er volgens haar adviseur geen enkele boom hoeft te worden gekapt. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 3 december

75 De heer Gilissen (VVD) leest in de stukken dat een aantal bomen ziek is en in slechte staat is, terwijl hij nu van de Partij voor de Dieren hoort dat deze gewoon kunnen blijven staan. Hij vraagt wanneer een boom er zo slecht aan toe is dat ook de ChristenUnie, de Partij voor de Dieren en GroenLinks het hanteren van kap gerechtvaardigd vinden. Mevrouw Uringa (ChristenUnie) antwoordt dat dat een twistpunt is. Voor de een is een levensverwachting van vijf jaar al voldoende reden voor kap maar het is het overwegen waard om die bomen te laten staan totdat zij doodgaan of zorgen voor een onveilige situatie. De heer Gilissen (VVD) weet dat de levensverwachting van een aantal wilgen ronduit slecht is omdat zij zijn aangetast door de erg besmettelijke watermerkziekte. Het niet kappen van deze bomen heeft dus financiële gevolgen. Spreker vraagt hoeveel geld GroenLinks bijvoorbeeld elk jaar per boom zou willen besteden om de levensduur te verlengen. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) voegt eraan toe dat die watermerkziekte kan overslaan naar bijvoorbeeld het Maximapark met alle gevolgen van dien. Hij vraagt of ChristenUnie, Partij voor de Dieren en GroenLinks zicht hebben op dat risico en of zij het hebben meegewogen. De heer Ișik (PvdA) sluit zich aan bij de vraag van de VVD. Wat hem betreft rijst ook de vraag waar de grens ligt voor deze drie partijen. Mevrouw Paardekooper (GroenLinks) herinnert zich dezelfde discussie naar aanleiding van de bomen op de Oude Gracht. Wat haar betreft hangt het sterk af van de soort, de hoogte van de bomen maar ook van de plaats die zij innemen in het stedelijk landschap. De afweging heeft niet alleen te maken met geld en in dat verband kijkt GroenLinks dan ook uit naar de evaluatie van het bomenbeleid. Mevrouw Van Esch (PvdD) wil een oeverloze discussie over de watermerkziekte voorkomen en stelt voor dat de commissie zich daarover goed laat informeren. Als een boom nog een levensverwachting van vijf tot tien jaar heeft, dan vormt hij op dit moment nog geen gevaar voor de omgeving. Zij vindt het dan ook niet nodig dat die bomen nu al gekapt worden. Bomen in Utrecht worden hoe dan ook beheerd en gesnoeid en de Europaweg is daarop geen uitzondering. De heer Sienot (D66) heeft informatie gekregen van mevrouw Van Esch van de Bomenstichting. Daaruit heeft hij begrepen dat bomen met de watermerkziekte eigenlijk wel gekapt zouden moeten worden. Hij begrijpt uit haar beantwoording niet hoe de Partij voor de Dieren zou willen omgaan met bomen met de watermerkziekte. De voorzitter vraagt de commissieleden om zich te beperken tot de voorgelegde scenario s. De heer Eggermont (SP) begrijpt dat de beplanting belangrijk is voor de mensen die daar wonen. De experts van de gemeente zelf huldigen het standpunt dat herplant van één boom niet zinvol is omdat die door de schaduw van de andere bomen niet zal groeien. Hij legt nogmaals de vraag aan mevrouw Uringa voor of het dan niet verstandig is om meer ruimte te maken, zodat herplant wel mogelijk is. Mevrouw Uringa (ChristenUnie) heeft tijdens de raadsinformatieavond begrepen dat er wel degelijk voor iedere gekapte boom herplant nodig is, het liefst zo snel mogelijk. Extra herplant ten koste van oudere bomen lijkt haar geen goed idee. De heer Eggermont (SP) wil beplanting überhaupt mogelijk maken en voorkomen dat er gaten ontstaan. Hij zoekt naar een manier om die mooie bomenlaan zo snel mogelijk te herstellen. Mevrouw Uringa (ChristenUnie) wil hetzelfde. Ook zij wil geen gaten en wil het liefst de bomenrij in stand houden door een gefaseerde aanpak. De ambtelijke ondersteuning geeft aan dat dat kan. Zij vraagt of de wethouder dat kan bevestigen. Zij benadrukt nogmaals dat het argument werk met werk maken niet langer aan de orde is omdat het fietspad al is aangelegd. Daarom pleiten ChristenUnie, Partij voor de Dieren en GroenLinks ervoor om gewoon terug te gaan naar de Bomennota De gemeente heeft zelf experts die de bomen aan de Europaweg kunnen beoordelen. Deze fracties willen in ieder geval af van de scenario s omdat de context inmiddels totaal veranderd is. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 3 december

76 De heer Buijs (CDA) hoort de Partij voor de Dieren zeggen dat de bomen nog wel even meekunnen maar uit de brief van de wethouder blijkt het tegendeel. Hij vraagt of de Partij voor de Dieren vindt dat de wethouder de raad niet juist informeert Mevrouw Van Esch (PvdD) constateert dat de Partij voor de Dieren het niet eens is met het standpunt van het college dat de conditie van de bomen zo slecht is dat nu al tot kap moet worden overgegaan. De watermerkziekte zal er waarschijnlijk wel toe leiden dat de bomen uiteindelijk gekapt moeten worden maar dat is op dit moment nog niet noodzakelijk. De heer Ișik (PvdA) doet een ordevoorstel. Hij stelt de wethouder voor om binnen zes weken de Bomennota te actualiseren en de discussie daarna voort te zetten. De voorzitter brengt in herinnering dat de commissie eerder vandaag naar aanleiding van een ordevoorstel besloten heeft de commissiebrief vandaag te behandelen. Bovendien heeft de heer Bos nog een rondvraag over hetzelfde onderwerp gesteld die straks beantwoord zal worden. Zij geeft de VVD het woord voor een interruptie op de bijdrage van mevrouw Uringa. De heer Gilissen (VVD) bestrijdt de suggestie dat de bomen gekapt zouden moeten worden voor een fietspad. Het fietspad ligt er inmiddels en er is dus geen reden om het bestaande bomenbeleid niet toe te passen. Hij stelt voor om de zieke bomen, waarvoor een kapvergunning is aangevraagd, te kappen. Hij begrijpt niet waarom de bomen aan de Europaweg zo bijzonder zijn voor de drie agenderende partijen. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vindt het jammer dat de drie agenderende partijen de scenario s terzijde schuiven, terwijl naar zijn mening scenario 4 goed zou passen in het verlengde van hun voorstel. Hij zou graag een inhoudelijke reactie van deze partijen horen op de scenario s. Mevrouw Uringa (ChristenUnie) heeft eerder in haar betoog aangegeven dat de context veranderd is en dat de scenario s daarom niet meer aan de orde zijn en dat er geen reden is om niet terug te gaan naar het Bomenbeleid uit De VVD en de SP bepleiten hetzelfde. De heer Eggermont (SP) vindt haar constatering interessant want kappen maakt deel uit van het huidige bomenbeleid. Het zou dus kunnen dat de gemeentelijke bomenexperts besluiten de bomen te kappen vanwege de veiligheid, en wellicht zelfs meer bomen te kappen in verband met de herplanting. De heer Ișik (PvdA) benadrukt dat de voorstellen van de wethouder zijn gebaseerd op het huidige bomenbeleid. Er is dus blijkbaar een verschil van mening tussen de drie agenderende partijen en de wethouder. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) heeft nog een laatste vraag die aansluit bij de vraag van de SP. Als er conform het Bomenbeleid meer bomen gekapt kunnen worden dan nu wordt voorgesteld, dan schieten de agenderende partijen hun doel voorbij. Mevrouw Paardekooper (GroenLinks) is duidelijk geweest. Het Bomenbeleid betekent alleen kappen als de bomen echt ongezond zijn maar niet meer bomen kappen in verband met herplant. Mevrouw Uringa (ChristenUnie) vraagt als slot van haar bijdrage of de wethouder bereid is om toe te zeggen dat hij het Bomenbeleid 2009 zal volgen en afstapt van zijn voornemen om 96 bomen te kappen. De heer Sienot (D66) sluit zich aan bij de opmerking van mevrouw Uringa dat het argument werk met werk maken achterhaald is met de aanleg van het fietspad. Hij vindt ook het argument over de levensduur niet sterk. De heer Gilissen (VVD) bestrijdt dat het fietspad het enige argument was om de bomen te kappen. Het college had meer argumenten om de bomen te kappen. De heer Sienot (D66) benadrukt dat het argument werk met werk maken op de bewonersavond wel degelijk herhaaldelijk als belangrijk argument is genoemd. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 3 december

77 De heer Gilissen (VVD) herhaalt dat de aanleg van het fietspad niet het enige argument van het college was De heer Sienot (D66) geeft de heer Gillissen gelijk maar herhaalt op zijn beurt dat het wel een belangrijk argument was om af te wijken van het bestaande beleid en over te gaan tot massale kap. D66 waardeert het werken met scenario s maar vraagt zich af waarom de bewoners er niet bij betrokken zijn, temeer omdat hun voorstel aannemelijk klinkt. D66 vindt het jammer dat de kennis van de bewoners niet benut is. Scenario 4 is ook mogelijk zonder kandelaberen. Bomen worden niet beter van kandelaberen en bovendien zou het in de kosten schelen, waardoor scenario 4 (behouden wat er is) goedkoper wordt dan het gewenste scenario 2. Spreker denkt dat dit goed mogelijk is en zit daarmee op de lijn van de vorige sprekers. De heer Eggermont (SP) vraagt hoe D66 aankijkt tegen de visie van de gemeente op herplant, dus niet op individuele basis maar meer jonge bomen tegelijk, om de mooie bomenlaan te herstellen. De heer Sienot (D66) vindt dat een terechte vraag. Zieke bomen moeten gekapt worden en jonge aanplant moet de ruimte krijgen. Op veel plaatsen langs Europaweg gebeurt dat al maar op sommige plaatsen is dat niet mogelijk. De heer Buijs (CDA) kan het betoog van de heer Sienot over kandelaberen volgen maar dat zou ook betekenen dat scenario 2 zonder kandelaberen mogelijk is en dus het goedkoopste scenario blijft. De heer Sienot (D66) geeft hem gelijk. De bestaande bomen zouden dan echter niet behouden blijven en dat is wel het meest gewenst, ook door D66. Deze bomen geven de straat zijn specifieke karakter. Daarom heeft D66 een lichte voorkeur voor scenario 4. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) wil graag de mening horen van de heer Sienot over het behoud van de bomen als bijvoorbeeld zou blijken dat de watermerkziekte ook bomen in het Maximapark aantast. De heer Sienot (D66) verschilt op dat punt van mening met mevrouw Van Esch. Bomen met de watermerkziekte zouden wat hem betreft gekapt mogen worden. Dat geldt ook voor de wilgen die in slechte staat verkeren. Dat zou bovendien veel ruimte opleveren voor herplant. Veiligheid gaat boven alles. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) begrijpt dat de heer Sienot vindt dat bomen met de watermerkziekte gekapt moeten worden De heer Sienot (D66) is het met de heer Bos eens dat besmetting moet worden voorkomen. Hij zou het oordeel over willen laten aan experts maar hij heeft zich wel laten vertellen dat de watermerkziekte een aannemelijke aanleiding is om bomen te vellen. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) concludeert dat de heer Sienot zou willen horen van de wethouder hoeveel bomen besmet zijn met de watermerkziekte en hoeveel er dus gekapt moeten worden. De heer Sienot (D66) heeft gelezen dat 34 bomen besmet zijn met de watermerkziekte De voorzitter constateert dat de agenderende fracties het woord hebben gevoerd. Zij vraagt welke andere fracties nog een korte aanvulling daarop hebben. De heer Ișik (PvdA) vraagt waarom de bewoners niet geïnformeerd zijn over het voornemen de bomen te kappen toen het college op 14 november 2014 een kapvergunning heeft aangevraagd. De PvdA en D66 hebben tijdens de raadsinformatieavond tegenstrijdigheden geconstateerd in de informatie van de ambtelijke ondersteuning. Spreker vraagt wat de wethouder daarvan vindt. Met betrekking tot de scenario s sluit hij zich aan bij de opmerkingen van D66. De heer Eggermont (SP) verklaart dat de SP het nodig vindt dat zo snel mogelijk begonnen wordt met herplant op lege plekken. Volgens de scenario s is kandelaberen noodzakelijk voor de veiligheid. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 3 december

78 Spreker zou bereid zijn af te zien van het kandelaberen maar dan moet de commissie wel vertrouwen hebben in de beoordeling daarvan. Tot slot vraagt hij wat er precies mogelijk is in het kader van herplant en of het klopt dat het handiger is om meerdere bomen tegelijk in een rij te vervangen Mevrouw Van Esch (PvdD) is benieuwd wat de heer Eggermont precies verstaat onder veiligheid. De bomen aan de Europaweg zijn afgelopen zomer gesnoeid en bijgewerkt en tot nu toe hebben de bomen stormen prima doorstaan. De heer Eggermont (SP) kan daarop geen antwoord geven. Hij hoorde mevrouw Van Esch eerder zeggen dat raadsleden geen bomenexperts moeten willen zijn. Volgens het Bomenbeleid kunnen er bomen gekapt worden als de veiligheid in het geding is. Spreker wil graag vertrouwen kunnen uitspreken in de experts van de gemeente. De heer Gilissen (VVD) denkt dat uit zijn interrupties wel duidelijk is geworden wat het standpunt van de VVD is. Hij voegt eraan toe dat in het Bomenbeleid niet staat dat de raad bepaalt welke boom wel of niet gekapt wordt. Hij heeft vertrouwen in de toepassing van het beleid. De VVD ziet geen enkele reden om van het bestaande beleid af te wijken, wat betekent dat zieke bomen gekapt worden. Mevrouw Van Esch (PvdD) vraagt of zij uit de bijdrage van de VVD mag concluderen dat de VVD geen voorstander is van het kappen van de populieren. De heer Sienot (D66) vraagt wat de heer Gilissen vindt van het feit dat de bewoners gepasseerd zijn bij het opstellen van de scenario s De heer Gilissen (VVD) antwoordt dat de wethouder al heeft toegegeven dat het verstandiger was geweest de bewoners er eerder bij te betrekken. Daarbij sluit hij zich aan. De heer Sienot (D66) vindt het mooi dat de heer Gillissen zich daarbij aansluit maar het punt is dat de scenario s een nieuwe stap waren in het proces, waarbij bewoners betrokken hadden kunnen worden. D66 vindt het een gemiste kans dat dat niet gebeurd is. De heer Gilissen (VVD) ziet in een brief van eergister ook het bewonersscenario netjes uitgewerkt. De VVD beaamt dat het verstandiger was geweest de bewoners te betrekken bij het voornemen om de bomen te kappen maar voor de discussie van vanavond liggen vier mooie scenario s met en doorrekening voor, inclusief een alternatief van de bewoners. Spreker leest in de brief van de wethouder dat de toekomstverwachting van de helft van de populieren uitermate slecht is. Hij is geen bomenexpert maar kan zich wel voorstellen dat er goede redenen kunnen zijn om die bomen alsnog te kappen conform het Bomenbeleid dat uitgevoerd wordt door Stadswerken. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) verklaart dat Stadsbelang twijfelt. Enerzijds zijn de bomen beeldbepalend voor de straat maar anderzijds is dat beeld flink verstoord door grote gaten in de bomenrijen. De vraag is of een evenwichtig straatbeeld bereikt wordt door alleen nieuwe bomen aan te planten op de open plekken. Wat Stadsbelang betreft staat een evenwichtig straatbeeld voorop. Stadsbelang is voorstander van het uitvoeren van het Bomenbeleid maar pleit daarbij wel voor pragmatische aanpak en aandacht voor de financiële consequenties. Stadsbelang vindt dat de bomen uiteindelijk gekapt moeten worden, gefaseerd of niet. De heer Sienot (D66) bespeurt een halve draai bij Stadsbelang want bij de behandeling van de programmabegroting vond Stadsbelang nog dat alle bomen zo snel mogelijk gekapt moesten worden. Mevrouw Van Esch (PvdD) is benieuwd wat de heer Bos bedoelt met een evenwichtig straatbeeld. 55 De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) draait niet want hij blijft bij zijn standpunt. Hij zou alleen een acceptabele fasering als alternatief willen inbrengen. Hij noemt de Maliebaan als een voorbeeld van een evenwichtig straatbeeld omdat de bomen daar allemaal even groot zijn. Dat betekent voor de Europaweg grote bomen aanplanten of met minder genoegen nemen totdat de bomen weer volgroeid zijn. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 3 december

79 De voorzitter schorst de vergadering voor tien minuten, zodat de wethouder zijn beantwoording kan voorbereiden Schorsing Na heropening van de vergadering geeft de voorzitter het woord aan wethouder Geldof. Wethouder Geldof verzekert de commissie dat hij, maar ook de medewerkers, altijd proberen om consciëntieus om te gaan met bomen. De wethouder heeft al eerder toegegeven dat de bewoners eerder bij deze ingreep betrokken hadden moeten worden. Het voordeel van werk met werk maken was destijds een argument om het fietspad en de bomen tegelijk aan te pakken, temeer omdat de bomen in slechte staat zijn. Hij herhaalt nogmaals dat er eerst een bewonersavond georganiseerd had moeten worden. Bij populieren is kandelaberen nodig om de veiligheid te kunnen garanderen. Daarom staat dit ook in de scenario s. Er zijn 34 wilgen besmet met de watermerkziekte. Voor die bomen is kandelaberen een minder goede optie omdat maar weinig wilgen die ingreep overleven. Knotten is ook niet goed voor de bomen en leidt tot een slecht totaalbeeld. De wethouder heeft eerder toegezegd verschillende scenario s voor te leggen aan de raad en geen gebruik te maken van de kapvergunning, alvorens gesproken te hebben met de bewoners. De gepresenteerde scenario s bevatten mogelijkheden om de bomen te behouden. Wilgen kunnen gemakkelijker vervangen worden dan populieren. Als bomen individueel geveld worden, dan ontstaan er gaten, wat het straatbeeld negatief beïnvloedt. Het is lastig om bij populieren direct tot herplant over te gaan omdat populieren van verschillende leeftijden naast elkaar ook een rommelig beeld geven. Daarom wordt in scenario 2 voorgesteld de populieren te kandelaberen en ze groepsgewijs te vellen en te vervangen. De heer Sienot (D66) begrijpt dat het voor de veiligheid nodig is om populieren te kandelaberen maar sinds de bomen intensief gesnoeid zijn, is er geen sprake meer van overlast, zelfs niet bij storm. Spreker begrijpt niet over welke veiligheid de wethouder het heeft. Wethouder Geldof heeft zich door experts laten vertellen dat kandelaberen bij populieren van deze leeftijd echt nodig is om de veiligheid te kunnen garanderen. De bomen zijn dit jaar intensief gesnoeid om tijd te creëren voor deze discussie. De bewoners zijn daarvan op de hoogte gesteld om misverstanden te voorkomen. Mevrouw Van Esch (PvdD) vraagt wat precies bedoeld wordt in scenario 2 met groepsgewijs vellen. Zij wil weten wie bepaalt welke bomen geveld worden, hoe groot een groep is en met hoeveel tussentijd er bomen geveld worden. Wethouder Geldof antwoordt dat het de bedoeling is om een hele rij in een keer te vervangen, als daarvan een paar bomen zijn aangetast. Dat voorkomt dat er op termijn een rommelig beeld ontstaat. Volgens scenario 3 worden bomen afzonderlijk beoordeeld maar dat is voor het beeld van een laan op lange termijn niet goed. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) weet dat 5% tot 10% van populieren die gekandelaberd worden binnen een jaar doodgaat. Ook dan ontstaat een onevenwichtig beeld en mogelijk in verschillende rijen. Hij vraagt of in dat geval meerdere rijen gekapt worden. Mevrouw Van Esch (PvdD) wil graag weten wat de bewoners van de Europaweg vinden van zo n onevenwichtig beeld. Wethouder Geldof antwoordt dat die vraag nog niet is voorgelegd aan de bewoners. Hij zal het zeker aan de orde stellen tijdens de bewonersavond over twee weken. Het verschil tussen scenario 2 en 3 zit vooral in het moment van vellen en herplanten van de populieren. Het nadeel van scenario 3 is dat het beeld van de straat in de loop der tijd sterk zal veranderen. In antwoord op de vraag van de heer Bos zegt de wethouder dat het de bedoeling is zo te kandelaberen dat alle bomen het overleven. Of de hele rij dan gekapt wordt of dat daarmee nog gewacht wordt, hangt af van de conditie van de andere bomen in de rij. Als er een aantal bomen uitgevallen is, dan lijkt het beter om een hele rij te vervangen. De wethouder beaamt dat 34 wilgen besmet zijn met de watermerkziekte. In scenario 2 en 3 worden de wilgen geveld maar ook daarover wil hij eerst in gesprek met de bewoners. Er zijn nu ook plekken Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 3 december

80 waar geen bomen staan maar waar wel bomen geplant kunnen worden om het beeld zo goed mogelijk te houden. De wilgen zijn aan het einde van hun levensduur, dus ingrijpen is nodig. Het is de bedoeling om zo snel mogelijk tot herplant over te gaan maar om ook te zorgen voor ondergroen om ervoor te zorgen dat het straatbeeld groen blijft. De wethouder verwacht op scenario 2 of 3 uit te komen maar hij wil de scenario s eerst met de bewoners bespreken. De wethouder geeft aan dat de evaluatie van het bomenbeleid voor de zomer komt. Het kost enige tijd om de digitale bomenkaart te actualiseren maar de wethouder zegt toe ervoor te zorgen dat de kaart voorafgaand aan een kapaanvraag op orde is voor die bomen die het betreft. In de brief is al aangegeven welk formaat bomen ter vervanging geplant wordt. De kapvergunning is conform het Bomenbeleid verleend. De scenario s wijken af van het Bomenbeleid. De wethouder wil anders omgaan met de populieren dan het beleid bepaalt om het majestueuze beeld zo lang mogelijk te behouden. Het belang van veiligheid heeft zonder meer ten grondslag gelegen aan de gepresenteerde scenario s. De heer Ișik had het over tegenstrijdigheden tussen deskundigheden. Er staan drie wilgen op de vellijst omdat die een acuut gevaar vormen. Er was geen sprake van een tegenstrijdigheid; deze bomen kregen nog wat extra aandacht maar stonden al op de lijst. De heer Ișik (PvdA) heeft het niet over de 3 zieke bomen die gekapt worden maar over de andere 96 bomen. Daarover was verschil van mening Wethouder Geldof weet niets van een verschil van mening. De 3 zieke wilgen gaan op korte termijn gevaar opleveren en staan daarom op de vellijst. De wethouder stelt voor dat hij met scenario 2 en 3 naar de bewoners gaat. Het is met name belangrijk dat de wilgen aangepakt worden omdat er 34 ziek zijn en veel overlast geven, ook al is het vervelend. Voor het oog van de leek ziet het er mooi uit maar schijn bedriegt. De wethouder heeft een goed beredeneerd voorstel gedaan en dat wil hij bespreken met de bewoners. Mevrouw Van Esch (PvdD) is blij dat de wethouder ook scenario 3 aan de bewoners voorlegt en dat het nog steeds mogelijk is om de bomen langs deze laan niet groepsgewijs te vellen. De ChristenUnie, de PvdD en GroenLinks hebben echter in hun gezamenlijke bijdrage aangegeven geen van de drie scenario s te willen. In de brief van de wethouder staat dat de bomen geen gevaar vormen op dit moment maar in het debat komt juist veiligheid steeds naar voren. De voorzitter onderbreekt mevrouw Van Esch en wijst haar erop dat de behandeling van een commissiebrief geen tweede termijn kent. Als mevrouw Van Esch het niet eens is met het voorstel van de wethouder, dan kan zij gebruikmaken van de instrumenten van de gemeenteraad. Mevrouw Van Esch (PvdD) wil graag van de wethouder weten of het voldoende zou zijn de bomen ieder jaar te controleren en te snoeien om de veiligheid te kunnen garanderen Mevrouw Uringa (ChristenUnie) sluit zich aan bij de vraag van mevrouw Van Esch en bedankt de wethouder voor de toezegging dat de digitale bomenkaart geactualiseerd zal worden. Wethouder Geldof zal de evaluatie van het bomenbeleid voor de zomer naar de raad sturen. De bomen vormen op dit moment geen acuut gevaar omdat ze zeer intensief gesnoeid zijn maar de conditie van de bomen verslechtert wel. Door de populieren periodiek te kandelaberen kan de veiligheid gegarandeerd worden. De wilgen zijn echter ziek en dat vraagt om ingrijpen. Daarom gaat de wethouder met scenario 2 en 3 naar de bewoners. Hij wil met hen vooral ook bespreken hoe snel er weer bomen geplant kunnen worden. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) begrijpt dat het kandelaberen nodig is voor de veiligheid maar hij heeft begrepen dat veel bewoners dat geen optie vinden, omdat het een verslechtering betekent van het straatbeeld. Hij vraagt wat de wethouder doet als de bewoners het echt niet willen. De enige optie die overblijft is kappen. Wethouder Geldof komt direct terug naar de commissie als de bewoners het kandelaberen afwijzen. Hij verwacht niet dat de bewoners dan zouden kiezen voor vellen. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) verwacht niet dat alle ondertekenaars van de petitie aanwezig zullen zijn op de bewonersavond. Hij denkt dat een eenvoudige enquête de wethouder veel Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 3 december

81 duidelijkheid zou bieden. Hij stelt voor ook scenario 1 daarbij te betrekken. Spreker vraagt of de wethouder een eenvoudige enquête in de buurt kan verzorgen Wethouder Geldof antwoordt daarop met een duidelijk nee. Er wordt een bewonersavond belegd. Bovendien is de Europaweg een belangrijke verbindingsweg tussen Vleuten en de Meern, waar meer mensen gebruik van maken dan alleen de bewoners. De heer Ișik (PvdA) begrijpt dat er flinke bomen herplant worden. Hij vraagt of de bewoners bomen kunnen kiezen. De voorzitter ziet de wethouder bevestigend knikken. Zij heeft de volgende toezeggingen genoteerd: de wethouder zegt toe de evaluatie van het Bomenbeleid voor de zomer 2016 aan de commissie voor te leggen. De wethouder zegt toe de Digitale bomenkaart te actualiseren. 21. Commissiebrief Voortgang Motie Sluit dossier Galgenwaard De voorzitter geeft het woord aan de heer Van Corler. De heer Van Corler (GroenLinks) constateert dat de gemeente een verlies van 24 miljoen euro neemt met het sluiten van de vaststellingsovereenkomst. De basis voor dat verlies is gelegd in 2003 met een deal die budgettair neutraal zou zijn. Een dergelijk verlies kan niet onbesproken blijven. In de aanloop naar de vaststellingsovereenkomst is regelmatig in beslotenheid over de Galgenwaard gesproken. Vandaag wordt voor het eerst in het openbaar gesproken over deze miljoenenstrop. Spreker beperkt zijn bijdrage tot het terugkijken op de motie Sluit dossier Galgenwaard uit maart Met deze motie heeft de raad besloten om de financiële betrokkenheid bij het stadion te beëindigen en met het aangaan van de vaststellingsovereenkomst heeft het college daaraan uitvoering gegeven. De partijen die destijds instemden met de deal (Leefbaar Utrecht, PvdA CDA en ChristenUnie) zitten niet meer in het college. De vraag is wie de raad nog ter verantwoording kan roepen. De belangrijkste vraag is echter welke lessen getrokken zijn uit dit dossier. In de raadsinformatieavond in september 2015 is al een aantal punten genoemd. Spreker hoort echter graag van de wethouder wat voor het college de belangrijkste lessen zijn. GroenLinks vraagt in dat kader aandacht voor het volgende: In hoeverre wordt er actief gemonitord op het verloop van afspraken en in hoeverre worden vooraf risico s ingeschat? Krijgt het contractbeheer voldoende aandacht en welke verbeteringen kunnen of zijn al naar aanleiding van Galgenwaard aangebracht? Regelt de gemeente vooraf voldoende dat de gemeente in control kan zijn? Zorgt de gemeente voor voldoende mogelijkheden om de boel te beheersen? Een van de complicerende factoren in het dossier was een onlogische verdeling van de hypothecaire zekerheden. Pas na de surseance van betaling werd dit bij de raad bekend. Er moet duidelijker gecommuniceerd worden over dergelijke complexe overeenkomsten. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) krijgt het gevoel dat GroenLinks accepteert dat Utrecht ook in de toekomst dergelijke complexe overeenkomsten aangaat. Spreker hoopt echter dat ook GroenLinks de intentie heeft om dat soort schimmige contracten in de toekomst te vermijden. De heer Van Corler (GroenLinks) heeft het woord complex gebruikt en niet schimmig. Volgens hem is de BO Jaarbeurs ook een complexe overeenkomst. GroenLinks roept het college op om helder te communiceren over dat soort zaken, inclusief de voetangels en klemmen. De heer Roodenburg (D66) heeft niet de indruk dat de onlogische verdeling van de zekerheden van tevoren bij de raad bekend was. De raad heeft pas aan het einde van het debat besloten om hypothecaire zekerheden te vestigen voor de lening. De wethouder heeft dat uitgevoerd maar wel op een heel ingewikkelde manier. Spreker vraagt de heer Van Corler wie daarop nog had kunnen ingrijpen. De heer Van Corler (GroenLinks) is het met de heer Roodenburg eens. Er is destijds gesproken over de voetbalgerelateerde delen. Dat leek een logische term maar niemand heeft, vooraf of achteraf, uitgezocht wat dat betekende. Dat is een les die de raad mag trekken uit dit dossier. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 3 december

82 De heer Schipper (SP) vindt dat de gemeente hieruit eerder de les moet trekken dat hij ver weg blijft van deals met voetbalclubs die gewoon hun eigen broek moeten ophouden. Dat gaat regelmatig mis. Hij denkt dat de raad duidelijk moet uitspreken dat de gemeente dat soort dingen niet meer doet De heer Van Corler (GroenLinks) is het met de heer Schipper eens. Het lijkt hem een goed uitgangspunt. De heer Schipper (SP) is daar blij mee. Voor deze deal zijn er nog een paar voorvallen geweest. Hij sluit niet uit dat clubs in de toekomst weer met de pet in de hand om geld komen vragen. Mevrouw Haage (PvdA) legt de vraag voor wanneer een gemeente aan de lat staat om mee te betalen aan een maatschappelijke organisatie die dreigt om te vallen. Ook andere, beeldbepalende, instellingen krijgen wel eens geld van de gemeente. Er is in het dossier Galgenwaard heel veel verkeerd gegaan maar het is te gemakkelijk om dan maar te besluiten nooit meer een instelling te steunen. De heer Schipper (SP) vindt een commerciële voetbalclub als FC Utrecht een voor zichzelf sprekend voorbeeld De heer Van Corler (GroenLinks) sluit zich daarbij aan. Hij vindt een commercieel bedrijf iets anders dan een maatschappelijke instelling. Hij geeft echter ook toe dat het destijds een lastig vraagstuk was. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) constateert dat de gemeente met FC Utrecht bankje heeft gespeeld en dat ook doet met culturele instellingen. Voor culturele instellingen is de gemeente echter ook subsidieverlener. Spreker vraagt wat GroenLinks denkt van het verstrekken van complexe financiële producten met verschillende onderpanden aan culturele instellingen die ook subsidies ontvangen. De heer Van Corler (GroenLinks) antwoordt dat in het kader Geldverstrekkingen staat hoe de raad in principe met geldleningen wil omgaan, of die nu complex of simpel zijn. Maar dat neemt niet weg dat de raad er aandacht aan moet blijven besteden. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) wil graag als laatste het woord voeren De heer Schipper (SP) is bang dat de clubliefde voor FC Utrecht ten koste is gegaan van het gezonde verstand. Dat is uitgemond in de gouden deal die het college in 2003 sloot om FC Utrecht te redden. Het bleek een complexe constructie met grote financiële risico s voor de gemeente. Maar het heeft de gemeente er niet van weerhouden om vergelijkbare zaken te doen voor andere projecten in de stad, zoals de projectovereenkomst met de Jaarbeurs en de ontwikkelovereenkomst met betrekking tot het stationsgebied. Het lerend vermogen van de gemeente is niet gegarandeerd en dat geldt niet alleen voor Utrecht. De SP steunt de lijn dat de gemeente de financiële steun aan FC Utrecht beëindigt, ook al is dat geen garantie dat de gemeente nooit meer gevraagd zal worden om bij te springen. De SP zal dan echter hetzelfde stemgedrag laten zien als in De heer Gilissen (VVD) benadrukt dat de bespreking vanavond bedoeld is om lessen te trekken uit deze zaak. Wellicht waren er in 2003 goede overwegingen om de deal te sluiten maar het leert de raad in ieder geval dat steeds goed gevolgd moet worden waarin de gemeente zich begeven heeft. De heer Van Corler heeft daarover een aantal zeer goede vragen gesteld. De VVD is zeer benieuwd naar de antwoorden van het college. De VVD gaat niet zover dat zij vindt dat de gemeente nooit meer in een dergelijk avontuur zou moeten stappen, ook al ligt het niet voor de hand om een bedrijf te financieren. De casus zelf biedt de nodige aanknopingspunten en de VVD is benieuwd hoe het college daaraan invulling geeft. De heer Schipper (SP) begrijpt dat de VVD niets wil uitsluiten voor de toekomst maar de VVD heeft bij andere gelegenheden financiering van een commercieel bedrijf juist afgewezen. Spreker vraagt wat het verschil is. De heer Gilissen (VVD) antwoordt dat de VVD nooit vooraan zal staan als een commerciële organisatie als FC Utrecht, waar men zich weinig gelegen laat liggen aan de Wet topinkomens, geholpen moet worden. Spreker is zich er echter van bewust dat deze raad na de volgende Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 3 december

83 verkiezingen opgevolgd wordt door een volgende raad met een andere samenstelling. Zijn opmerking komt dus vooral voort uit politiek realisme Mevrouw Haage (PvdA) geeft een korte samenvatting van de gang van zaken in Met de lening van de gemeente Utrecht kon de renovatie van het stadion worden voltooid en een faillissement van FC Utrecht worden voorkomen. De aannemer ging failliet en de lening werd niet terugbetaald. In maart 2014, vlak voor de verkiezingen, besloot de raad om het geld zo snel mogelijk af te boeken, terwijl een doorstart op lange termijn financieel gezien de beste oplossing was. De PvdA wilde niet alleen rekening houden met de risico s maar ook proberen om het verlies te beperken. De PvdA stemde dan ook tegen de motie om de Galgenwaard zo snel mogelijk van de hand te doen. Een onafhankelijk onderzoeksbureau adviseerde de raad om in te stemmen met het doorstartplan, het herschikken van de hypotheekrechten en zodra mogelijk het voetbalgerelateerde deel aan een geïnteresseerde partij te verkopen. Dat scenario zou aanmerkelijk minder verlies opleveren dan zonder doorstart. Het was kiezen tussen twee kwaden. De heer Van Corler (GroenLinks) heeft in zijn bijdrage juist geprobeerd om niet al te veel terug te blikken op het debat van destijds maar in het verhaal van mevrouw Haage ontbreekt een cruciaal punt, namelijk dat de second opinion constateerde dat er sprake was van een economisch eigenaarschap en dat de gemeente die rol op zich moest nemen. Het college was echter niet bereid om dat te doen. Hij vraagt hoe mevrouw Haage daarover denkt. De heer Roodenburg (D66) denkt dat de heer Van Corler even moet uitleggen wat de term economisch eigenaarschap inhoudt. Het gevolg was dat de gemeente actief een stadion zou moeten gaan exploiteren. De gemeente zou zich moeten gaan bemoeien met alles wat er in dat stadion stond te gebeuren. Die rol wilde de gemeente niet op zich nemen. Hij vraagt hoe mevrouw Haage daar tegenaan kijkt. Mevrouw Haage (PvdA) heeft al gezegd dat het kiezen was tussen twee kwaden want, zoals GroenLinks en D66 terecht zeggen, ook daaraan kleefden nadelen. De PvdA heeft destijds als enige partij tegengestemd. Spreekster vindt dat zij in dit openbare debat verantwoording moet afleggen over wat haar partij destijds heeft gedaan. Het was kiezen tussen twee kwaden. Aan beide keuzes zaten risico s. Spreekster wil uitleggen dat de PvdA destijds dacht dat het verlies minder groot zou zijn en dat er minder geld afgeboekt zou hoeven worden. GroenLinks en D66 hebben gelijk gekregen. De heer Roodenburg (D66) is ervan overtuigd dat de PvdA de hele raad aan haar zijde had gevonden als er zekerheid was geweest. De andere partijen in de raad zagen een risico in dat scenario dat zou kunnen leiden tot een nog groter verlies. Mevrouw Haage (PvdA) legt uit dat de PvdA destijds verwachtte dat de markt zou aantrekken en een latere verkoop dus meer zou opbrengen. Dat was voor de PvdA reden om in 2014 tegen de motie Sluit dossier redding FC Utrecht te stemmen. Wat de PvdA betreft neemt de gemeente de volgende lessen ter harte: De raad heeft betere afspraken gemaakt over het verstrekken van leningen. Destijds waren er ook afspraken maar zijn er desondanks andere keuzes gemaakt door het college en goedgekeurd door de raad. Die keuzes bleken achteraf zeer onverstandig te zijn. Een actieve rol van de gemeente in het contractbeheer is van groot belang, ook voor leningen die nu uitstaan in de culturele sector. Spreekster vraagt de wethouder Financiën of er inderdaad beter zicht is op het contractbeheer dan voorheen en of er naar aanleiding van dit dossier maatregelen zijn genomen. Pas achteraf bleek de verdeling van de hypotheek die als onderpand was verstrekt. Voortaan zou vooraf volstrekt helder moeten zijn wat de onderpanden zijn, voordat de raad instemt met nieuwe leningen. Voor de PvdA is dit eens maar nooit weer. Het Kader Geldverstrekking is niet voor niets aangescherpt maar toch denkt spreekster dat het nog steeds mogelijk is dat een beeldbepalende instelling de gemeente om hulp vraagt. Het is aan het college en de raad om goede afspraken te maken en die beter na te komen om te voorkomen dat de gemeente opnieuw het lid op de neus krijgt. De heer Gilissen (VVD) hoort mevrouw Haage zeggen dat de raad te allen tijde alert moet zijn, met name ten aanzien van het onderpand. Hij vindt dat het college een cruciale rol speelt bij het Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 3 december

84 aanbieden van de informatie en het geven van een duidelijke toelichting. Het behoort bovendien tot de taak van het dagelijks bestuur om de vinger aan de pols te houden. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Hij vraagt of mevrouw Haage dat met hem eens is De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vindt het opmerkelijk dat de PvdA enerzijds zegt dat de raad goed op de hoogte moet zijn van de zekerheden maar anderzijds heeft de PvdA ingestemd met een ongedekte lening voor de huisvesting van de Stichting UW-bedrijven want de waarde van het onderpand was lager dan de lening. Hij vraagt om een toelichting van de PvdA op dat punt. Mevrouw Haage (PvdA) geeft de heer Gilissen gelijk maar als het college zijn werk onverhoopt niet goed doet, dan is de raad toch verantwoordelijk. Anderzijds kan het college geen goedkeuring krijgen zonder de raad. Het college beschikt over de informatie en dient die zo ruimhartig mogelijk te delen maar de raad moet er ook naar vragen. Spreekster concludeert dat de tijden wat dat betreft veranderd zijn, ook al is de clubliefde nog steeds groot. Zij kan de vraag van de heer Bos nu niet beantwoorden omdat zij niet weet op welke lening die betrekking heeft. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) brengt in herinnering dat de raad enige maanden geleden besloten heeft de diensten van het UWV op één locatie te huisvesten die daartoe verbouwd moest worden. Daarvoor moest een lening verstrekt worden die de zekerheden te boven ging. De PvdA heeft daarmee ingestemd maar nu zegt mevrouw Haage dat de raad zicht moet hebben op de zekerheden en de lening niet hoger mag zijn dan de waarde van het onderpand. Mevrouw Haage (PvdA) kan zich het debat niet tot in detail voor de geest halen. Zij beperkt zich vanavond tot FC Utrecht. De heer Roodenburg (D66) is blij en trots dat de raad deze hele dure les voor de gemeente bespreekt. Hij vindt dat de raad van toen maar ook de huidige raad de hand in eigen boezem moet steken, temeer omdat achteraf bleek dat de voetbalgerelateerde delen, wat heel mooi klinkt, geen waarde hadden. Verdiepende vragen op dat punt waren destijds op hun plaats geweest. De raad moet dus altijd doorvragen en kritisch blijven. De BO Jaarbeursplein is bijvoorbeeld ook zo n complexe overeenkomst. Raadsleden moeten zich realiseren dat zij leken zijn. D66 was heel blij dat de raad besloten heeft om een externe expert een risicoanalyse te laten maken. Het economisch eigenaarschap bracht bijvoorbeeld met zich mee dat het stadion onderhoud nodig had en dat had grote invloed op de financiële uitkomst. Spreker denkt dat het verstandig is om vaker extern advies in te winnen over complexe zaken. Hij geeft tot slot mevrouw Haage mee dat de expert adviseerde om de stap toch te zetten, mits de gemeente bereid was om de rol van het eigenaarschap op zich te nemen, maar die bereidheid was er niet. De heer Van Corler (GroenLinks) wil het beeld wegnemen dat er destijds niet voldoende aandacht is besteed aan de complexiteit van de deal. Ook toen is door een aantal partijen een second opinion gevraagd die is meegenomen in de besluitvorming. De heer Roodenburg (D66) was er destijds niet bij. Hij sluit zich aan bij de vraag over het blijvend monitoren van de ontwikkelingen. Het lijkt hem een gezonde situatie dat de gemeente inmiddels op gepaste afstand staat van FC Utrecht. Hij verwijst naar een vergelijkbare zaak in het oosten van het land en wenst zijn collega s daar succes met de moeilijke afweging. Hij is ervan overtuigd dat de ervaringen in Utrecht waardevolle informatie is voor hen. Hij sluit zich tot slot aan bij de vragen van de heer Van Corler. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vindt terugblikken leuk maar vooruitkijken beter. Wat Stadsbelang Utrecht betreft gaat de gemeente Utrecht nooit meer leningen verstrekken aan commerciële partijen. Omdat de gemeente een lening heeft verstrekt maar achteraf niet in control bleek te zijn, heeft de gemeente een enorm bedrag moeten afschrijven. De gemeente is geen bank van lening, niet voor commerciële partijen maar ook niet voor culturele clubs, en zou dus ook niet meer zo moeten handelen. Stadsbelang Utrecht vindt dat voor de nog lopende leningen scherper gelet moet worden op de exploitatie, de zekerheden en de kredieten van schuldenaren, of dit nu verbonden partijen zijn of commerciële ondernemingen, temeer omdat ook de afwikkeling van het FC Utrecht-dossier weer veel tijd en moeite heeft gekost. Spreker vraagt hoe de wethouder in dat opzicht naar de toekomst kijkt. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 3 december

85 5 Tot slot stelt spreker de juridische strijd van de afwikkeling aan de orde. De kosten daarvan zijn enorm opgelopen. Hij heeft het gevoel dat de gemeente in dit proces de hakken in het zand heeft gezet, ongeacht de financiële consequenties, terwijl het bitter weinig heeft opgeleverd. Stadsbelang Utrecht pleit daarom voor een meer open en oplossingsgerichte houding in conflicten met meer oog voor de juridische kosten. Spreker wil graag weten hoe het college daarover denkt. De voorzitter geeft niet-agenderende partijen de gelegenheid het woord te voeren De heer Buijs (CDA) verklaart dat het CDA het een bijzonder dossier vindt, zowel qua financiële omvang als complexiteit. Het CDA is blij dat de motie is uitgevoerd. Spreker bedankt voor de raadsinformatieavond van 27 september Een van de leerpunten die uit de presentatie bleek, is dat de gemeente alleen garanties en leningen zou moeten verstrekken voor een publieke taak. Dat is een belangrijk uitgangspunt maar ook een heel breed uitgangspunt. Er staan nog altijd partijen op de lijst die hierbuiten vallen, zoals kinderdagopvang De Poppenzolder. Het CDA zou dit uitgangspunt nader willen specificeren. Spreker vraagt wat de wethouder daarvan vindt. Een tweede leerpunt is voor het CDA de blijvende monitoring van partijen die een lening of garantie hebben gekregen. De vraag is echter hoe actief en intensief dit gebeurt. Het CDA stelt voor om hierover meer openheid te geven door bijvoorbeeld een werkbezoek om meer zicht te krijgen op het contractbeheer. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) hoort de heer Buijs spreken over publieke taken maar ook daar kan het behoorlijk misgaan. Hij verwijst naar een visitatierapport van een Utrechtse woningcorporatie, waaruit blijkt dat de corporatie een deel van het bezit moet afstoten om te kunnen voldoen aan hun eigen bouwopgave. De gemeente verstrekt ook garanties aan woningcorporaties. Hij vraagt de heer Buijs of de raad wel kritisch moet blijven, ook als het gaat om publieke taken. De heer Buijs (CDA) heeft juist gevraagd om meer transparantie bij dat soort instellingen, zodat de raad kritisch kan zijn en er op de juiste manier mee om kan gaan. Wethouder Geldof gaat als wethouder Grondzaken op de volgende zaken in. Hij geeft het compliment voor het vele werk dat verzet is in de afwikkeling van deze zaak gaarne door aan de ambtelijke ondersteuning. Het was een gecompliceerd contract en de uitvoering van de motie had daarom nogal wat voeten in de aarde. Het college is er toch in geslaagd om de zaak af te ronden binnen anderhalf jaar. De gevraagde bankgarantie is uiteindelijk een afspraak met een bank geworden. Een van de leerpunten is zeker dat het kiezen en beheren van zekerheden op incourant onroerend goed, een secuur proces is. Zowel voor de raad als het college is het bovendien een belangrijke opgave om binnen de financiële kaders te blijven die de raad heeft vastgesteld. Wethouder Kreijkamp treedt vandaag voor het eerst en hopelijk ook voor het laatst op in dit dossier. Mevrouw Haage zegt terecht dat de raad de financiële kaders in de afgelopen jaren heeft aangescherpt maar ook in 2003 was er een financieel kader. De gemeente ging een ingewikkelde financiële constructie aan met een commercieel bedrijf waarmee de gemeente geen enkele band had. De hypothecaire zekerheid was ingewikkeld en onduidelijk, er waren meerdere partijen bij betrokken die hetzelfde onderpand hadden en bovendien was niet duidelijk of de waarde van het onderpand voldoende was in relatie tot de financieringsbehoefte, ook al was alles in een parapluovereenkomst ondergebracht. Met het financiële kader in de hand is toch besloten deze ingewikkelde deal aan te gaan. De risico s zijn gedurende de hele looptijd niet beïnvloedbaar geweest. Een van de leerpunten is volgens de wethouder dat bij het aangaan van een dergelijke ingewikkelde constructie de risico s scherper in beeld gebracht moeten worden. Een tweede leerpunt is dat er meer aandacht moet worden besteed aan contractmanagement. Er moet beter toezicht worden gehouden op de zekerheden van de gemeente bij derde partijen. De zekerheden moeten bij de besluitvorming goed gepresenteerd worden en regelmatig gemonitord worden. Er wordt op dit moment gewerkt aan de ontwikkeling van een systeem voor contractbeheer voor de administratieve kant. Bovendien rapporteren de vakafdelingen bij de verantwoording en de voorjaarsnota over de risico s en zekerheden. Die analyse krijgt ook zijn weerslag in het weerstandsvermogen. De wethouder heeft zijn treasurer gevraagd om nog strakker te sturen op uitstaande leningen. Daarbij gaat het vaak om partijen waarmee de gemeente een subsidierelatie heeft. De wethouder zou het liefst willen vermijden dat de gemeente leningen verstrekt aan partijen waarmee de gemeente geen band heeft. Waar de grens ligt, is wat hem betreft een politieke keuze. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 3 december

86 De genoemde relatie met een kinderopvang dateert uit het verleden, toen het nog onderdeel van de gemeente was. De afdeling Financiën ziet streng toe op dit soort garantiestellingen en leningen. De wethouder benadrukt nogmaals dat het vooral belangrijk is dat er volledige duidelijkheid is over de zekerheden, op het moment dat het besluit genomen wordt. De contracten worden nu beter gemonitord en de wethouder zal daarover rapporteren. Een werkbezoek aan de afdeling Financiën vindt hij een interessant voorstel. De heer Van Corler (GroenLinks) begrijpt dat de gemeente eigenlijk geen bijsturingsmogelijkheden had in de parapluovereenkomst. Hij vraagt of hij deze opmerking moet interpreteren als een pleidooi van de wethouder om expliciet bijsturingsmogelijkheden in te bouwen. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat dat zeker iets is wat hij verder wil verkennen. De gemeente had in dit dossier te maken met een hele complexe situatie aan hypothecaire leningen met verschillende onderpanden, waarvan uiteindelijk bleek dat het minder waard was dan gedacht. Wethouder Geldof heeft vooral ingezet op het afsluiten van het dossier om de risico s te minimaliseren. De heer Roodenburg (D66) vindt het goed om te horen dat er een systeem ontwikkeld wordt om de contracten beter te monitoren. Hij vraagt op welk moment de wethouder Financiën of de portefeuillehouder een signaal krijgt, bijvoorbeeld als er niet meer betaald wordt, en welke acties dan ingezet worden. De heer Buijs (CDA) is blij dat de wethouder instemt met een werkbezoek. Hij vraagt hoe de wethouder die publieke taak specificeert. Hij hoort de wethouder zeggen dat de gemeente geen leningen zou moeten verstrekken aan partijen waarmee zij geen band heeft, maar dat vindt hij te vaag. Wethouder Kreijkamp citeerde uit het kader Geldverstrekking, waarin niet gesproken wordt over een subsidierelatie maar over een band. Hij vindt echter vooral de zekerheden en de taxatie van groot belang. Met betrekking tot de vraag over de signaalfunctie zegt de wethouder dat de contracten in beginsel worden beheerd door de vakinhoudelijke afdeling, bijvoorbeeld Sport. Het is inderdaad belangrijk dat er snel een signaal naar de portefeuillehouder en de concernafdeling Financiën gaat. Dat systeem wordt nu geoptimaliseerd en de wethouder wil daar zeker strakker op gaan sturen. De heer Van Corler (GroenLinks) neemt aan dat er niet alleen gekeken wordt naar de betalingen maar dat er ook regelmatig contact onderhouden wordt met een organisatie waarmee de gemeente een band heeft. Mevrouw Haage (PvdA) sluit zich bij dat laatste aan. Zij zou daarover verder willen spreken, bijvoorbeeld over de inzet van incassobureaus door de gemeente. Zij zou dat graag apart willen agenderen. De heer Gilissen (VVD) zou het prettig vinden als de wethouder over enige tijd in de subcommissie uitleg komt geven over het centraliseren van het financieel beheer. Hij vraagt of de wethouder dat wil toezeggen. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) is ingegaan op de juridische procedure die heel veel geld heeft gekost. Hij vraagt of de wethouder zich ook gaat inzetten om dat soort kosten te beheersen. 50 De heer Gilissen (VVD) vraagt of de heer Bos een specifieke aanleiding heeft voor zijn vraag. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vindt de euro aan kosten in dit dossier voldoende aanleiding. 55 De heer Gilissen (VVD) heeft het gevoel dat de heer Bos aan een specifiek voorbeeld dacht. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) antwoordt daarop ontkennend. 60 Wethouder Kreijkamp antwoordt dat de vraag over de juridische kosten wordt uitgezocht. Het beheer van de leningen vindt plaats bij de Treasuryafdeling van de Concernfinanciën. Garantstellingen en Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 3 december

87 borgstellingen worden beheerd door de vakafdelingen en die onderhouden ook contact met de organisaties op andere terreinen. De wethouder is de rol van de afdeling Financiën daarin verder aan het uitdiepen. Hij is graag bereid om daarover van gedachten te wisselen in de subcommissie Wethouder Geldof antwoordt dat de euro in het overzicht de kosten betreffen vanaf Het was nu eenmaal een complex contract, waarvoor specifieke juridische deskundigheid nodig was. Hij verzekert de commissie dat daar niet lichtvaardig mee wordt omgesprongen. De voorzitter heeft de volgende toezegging genoteerd: De wethouder zegt toe in de subcommissie Financiën het centraliseren van het financieel beheer te bespreken. 22. Beantwoording rondvraagpunten enz. wethouder Geldof De voorzitter geeft het woord aan de wethouder. Golfbaan De Haar Wethouder Geldof antwoordt dat De Haar bereid is om in de planning, die onderdeel is van de exploitatieovereenkomst, op te nemen dat voorafgaand aan elke uitvoeringsfase van de uitbreiding samen met Natuurmonumenten een schouw gedaan zal worden van de te kappen bomen. De resultaten worden opgenomen in de definitieve planning en gevoegd bij de al bestaande exploitatieovereenkomst. In antwoord op de vraag van mevrouw Van Esch zegt de wethouder dat de gemeenten de fasering niet bepaalt en overeenstemming daarover is ook niet als voorwaarde in de overeenkomst opgenomen. De fasering, zoals genoemd in de brief, heeft de golfclub uit zichzelf aangeboden. De wethouder kan dus niet toezeggen dat de raad de fasering mag vaststellen. Mevrouw Van Esch (PvdD) vraagt aan de wethouder wanneer de definitieve planning van De Haar komt. Zij benadrukt dat de wethouder daar nog een handtekening onder moet zetten. De golfclub heeft zelf aangegeven te willen afstemmen met de gemeente. Wethouder Geldof vraagt of de heer Wierdsma, zijn bestuursadviseur, deze vraag mag beantwoorden. De heer Wierdsma weet alleen dat in de overeenkomst staat dat de planning afhankelijk is van het moment waarop alle vergunningen onherroepelijk zijn geworden. Wethouder Geldof kan er dus geen datum aan hangen want bij elke vergunningaanvraag geldt ook een beroepstermijn en mogelijke daaropvolgende procedures. Behandeling bomenproblematiek Wethouder Geldof herinnert zich inderdaad een aantal aardige debatten over bomen, maar die werden deels gevoerd naar aanleiding van kapvergunningen aangevraagd door derden. De wethouder heeft toegezegd ervoor te zorgen dat de Digitale bomenkaart op orde is, als de gemeente zelf een velvergunning aanvraagt. De commissie gaat over haar eigen agenda en uiteraard respecteert het college dat. Gezondheidscentrum Rijnhuizerlaan Wethouder Geldof deelt meer dat de zorgpartners die het gezondheidscentrum willen ontwikkelen na een zoektocht wederom gekozen hebben voor de oorspronkelijke locatie, zoals vastgelegd in het stedelijk programma van eisen en het bestemmingsplan. De partners zijn voornemens om de plannen zo snel mogelijk verder vorm te geven. De wethouder verwacht geen problemen met de economische uitvoerbaarheid. Hij is bereid om een en ander in een commissiebrief te vatten. De heer Ișik (PvdA) had verwacht van de wethouder een datum te horen, waarop het plan naar de raad komt. Wethouder Geldof heeft dat antwoord niet paraat. Hij zal daarop in een brief terugkomen. De heer Ișik (PvdA) vraagt wanneer de commissie de brief mag verwachten. 60 Wethouder Geldof probeert die nog voor het eind van het jaar te sturen. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 3 december

88 De voorzitter sluit de vergadering om uur. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 3 december

89 Toezeggingen commissie Stad en Ruimte 3 december 2015 (avond) 5 10 Wethouder Geldof De wethouder zegt toe, met betrekking tot agendapunt 20, commissiebrief Scenario s bomen Europaweg, de evaluatie van het Bomenbeleid voor de zomer 2016 aan de commissie voor te leggen. De wethouder zegt toe, met betrekking tot agendapunt 20, commissiebrief Scenario s bomen Europaweg, de Digitale bomenkaart te actualiseren. Wethouder Kreijkamp De wethouder zegt toe, met betrekking tot agendapunt 21, commissiebrief Voortgang Motie Sluit dossier Galgenwaard, in de subcommissie Financiën het centraliseren van het financieel beheer te bespreken. Raadscommissie Stad en Ruimte openbare avondvergadering d.d. 3 december

90 5 Mogelijkheid tot het stellen van rondvraagpunten en vragen t.a.v. de toezeggingenlijst aan de portefeuillehouder(s) 1 toezeggingenlijst cie S&R 14, 19 en 21 januari 2016 Toezeggingen Commissie Stad en Ruimte van 14, 19 en 21 januari 2016 (toezeggingen) Toezeggi ng ID Gedaan in 16 Cie S&R di, 7 januari Cie S&R di, 7 januari Cie S&R Cie S&R Cie S&R Verantw. Portefeuille houder Gilbert Isabella Gilbert Isabella Lot van Hooijdonk Jeroen Kreijkamp Lot van Hooijdonk Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Vaststelling bestemmingsplan De Wetering: termijn uitwerking stedenbouwkundig plan Raadsbrief beantwoording vragen begrotingscommissie portefeuille wethouder Isabella: berekening van de normkosten Commissiebrief luchtkwaliteit Commissiebrief voortzetting Wijkontwikkelingsmaatsc happij (WOM) Commissiebrief kleinschalige P+Rvoorzieningen De wethouder laat, met betrekking tot agendapunt 9, Vaststelling bestemmingsplan De Wetering, de commissie weten op welke termijn het stedenbouwkundig plan wordt uitgewerkt. Ook stelt hij de commissie in kennis over de inhoud van de uitwerking. Wethouder Isabella stuurt, met betrekking tot agendapunt 13, Raadsbrief beantwoording vragen begrotingscommissie portefeuille wethouder Isabella 7 november 2013, meer informatie naar de commissie over de berekening van de normkosten en de hoeveelheid structurele inkomsten en uitgaven inzake erfpacht. Deze zaken worden vast opgenomen in de toelichting op de programmabegroting. De gevolgen van het schrappen van Artikel 7 van de algemene erfpachtvoorwaarden, zullen ook meegenomen worden. Wethouder Lintmeijer stelt, met betrekking tot de commissiebrief Luchtkwaliteit, een indicatie met betrekking tot de samenstelling van het wagenpark in Utrecht op, zodat er over een jaar een nieuw overzicht kan komen met informatie over hoe de milieuzone-maatregelen uitpakken voor het wagenpark in Utrecht. Wethouder De Rijk zegt toe, met betrekking tot de Commissiebrief voortzetting Wijk Ontwikkelingsmaatschappij, de participatie van bewoners en ondernemers bij de WOM Lombok te bevorderen (door WOM Lombok te vragen om twee keer per jaar overleg te voeren). Wethouder Van Hooijdonk zegt toe, met betrekking tot agendapunt 13, commissiebrief kleinschalige P+R-voorzieningen, te inventariseren welke Wierdsma, R. (Redmer) Beest, A.H.R. van (Age) Aarts, B.J.M. (Trix) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Aarts, B.J.M. (Trix) Blad 1/19

91 Toezeggi ng ID Gedaan in 153 Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R di, 17 december Cie S&R di, 17 december Cie S&R di, 17 december Cie S&R Verantw. Portefeuille houder Victor Everhardt Victor Everhardt Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Jaarstukken 2013 en Voorjaarsnota 2014: inrichting Smakkelaarsveld Jaarstukken 2013 en voorjaarsnota 2014: fietspakeerplaats bij TivoliVredenburg Kees Geldof Jaarstukken 2013 en Voorjaarsnota 2014: aantrekkelijk maken Domplein Kees Geldof Cie S&R 2013/144 VJN 2013 en Jaarstuken 2012:studie wijkbureau Binnenstad over sanitaire voorzieningen in parken Groen Lot van Hooijdonk Lot van Hooijdonk Commissie Stad en Ruimte 5 maart 2013: Cie S&R 2013/17 Stallen en Parkeren:evaluatie fietsparkeernorm na ca. 1 à 1,5 jaar Commissie Stad en Ruimte 2 april 2013: Cie S&R 2013/59 BP busbaan Kruisvaart: autoverkeer Vondellaan Kees Geldof Cie S&R 4 september 2014: Raadsvoorstel Aankoop Defensieterrein kleinschalige locaties in aanmerking kunnen komen om spontaan ontstaan P+R-gebruik te faciliteren en hierover de commissie te informeren. Wethouder Everhardt legt in het najaar de commissie een aantal scenario s voor met betrekking tot de inrichting van het Smakkelaarsveld. Wethouder Everhardt treedt in overleg met Corio om de termijn voor de fietsparkeerplaats bij Tivoli Vredenburg en de kosten die daarmee gemoeid zijn, te bespreken. Dit maakt hij vervolgens inzichtelijk voor de commissie. Wethouder Geldof zal in het kader van het programma Openbare ruimte en groen de mogelijkheden nagaan voor het aantrekkelijk maken van het Domplein en de raad hierover informeren. De studie van het wijkbureau Binnenstad over sanitaire voorzieningen in parken wordt aan de commissie verstrekt. De wethouder zal opnieuw naar deze studie kijken. de wethouder zal de fietsparkeernorm na ca. 1 à 1,5 jaar te evalueren en daarover de commissie S&R te informeren en zich te beraden over het hanteren van een hogere parkeernorm reeds bij aanvang van het nieuwe parkeerbeleid en zal hierover de raad voorafgaande aan de raadsvergadering informeren; De wethouder informeert in het najaar van 2013 de commissie over de reductie van autoverkeer op de Vondellaan en over de consequenties daarvan voor overige delen van de stad. Wethouder Geldof stuurt, met betrekking tot agendapunt 17, Raadsvoorstel Aankoop Defensieterrein en vaststelling grondexploitatie Jansdam, B. (Berni) Aarts, B.J.M. (Trix) Caspel, J.M.A.C. van (Marjon) Caspel, J.M.A.C. van (Marjon) Aarts, B.J.M. (Trix) Aarts, B.J.M. (Trix) Beelen, W. (Wim) Blad 2/19

92 Toezeggi ng ID Gedaan in 328 Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Verantw. Portefeuille houder Jeroen Kreijkamp Lot van Hooijdonk Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad en vaststelling grondexploitatie Merwedekanaalzone deelgebied 4 Cie S&R 4 september 2014:ciebrief regionale overeenkomst kantoren Cie S&R 4 september 2014: Actieplan geluid Kees Geldof Programmabegroting 2015: programma s Leidsche Rijn (uit stedelijke ontwikkeling) en Monumenten Kees Geldof Programmabegroting 2015: programma s Leidsche Rijn (uit stedelijke ontwikkeling) en Monumenten Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Programmabegroting - programma Werk en inkomen en Stadspromotie/Citymarke ting Prorammabegroting programma Werk en inkomen en Stadspromotie/Citymark eting Merwedekanaalzone deelgebied 4, de commissie tijdig informatie als de woningbouwproductie substantieel gaat afwijken van de beoogde productie. Wethouder Kreijkamp zegt toe, met betrekking tot agendapunt 11, ciebrief regionale overeenkomst kantoren, de raad te zullen informeren over de uitkomst van de gesprekken met de provincie over de thematische structuurvisie. Hij zal daarbij ook aangeven hoe de U10-gemeenten omgaan met het verankeren van de afspraken uit het convenant. Wethouder Van Hooijdonk zal nogmaals bij het Rijk aandringen op het verlagen van de maximumsnelheid op de ring en zal dit terugkoppelen naar de raad. De wethouder zegt toe de commissie in januari 2015 te informeren over de stand van zaken met betrekking tot het overleg met de Vrienden van het Maximapark over het beheer van het Maximapark (PPS-constructie) en zal binnen één jaar de raad een definitief voorstel voorleggen over het beheer van het Maximapark De wethouder zegt toe de raad in omstreeks mei 2015 te informeren over de resultaten van de wederopbouw-architectuur (cultureel erfgoed). de wethouder zegt toe de commissie begin 2015 te informeren over de voortgang van de human capital-agenda De wethouder zegt toe de commissie in het 1e kwartaal van 2015 een overzicht te verstrekken van de actieplannen en de stand van zaken m.b.t. de verbetering van winkelcentra. Dijk, H.A.L. van (Heleen) Knoppers, I.J.P. (Paul) Gronde, E. van der (Evert) Bijen, R.J.H. (Raymond) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Graaff, P.J.H. de (Petra) De raad heeft op 11 november een brief inclusief de bijlage Detailhandel Utrecht 2015 ontvangen. Blad 3/19

93 Toezeggi ng ID Gedaan in 387 Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Verantw. Portefeuille houder Jeroen Kreijkamp Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Programmabegroting programma Werk en inkomen en Stadspromotie/Citymarke ting Kees Geldof Programmabegroting programma Openbare Ruimte en Groen Lot van Hooijdonk Paulus Jansen Lot van Hooijdonk Victor Everhardt Lot van Hooijdonk Lot van Hooijdonk Victor Everhardt Programmabegroting Programma's Bereikbaarheid en Duurzaamheid Programmabegroting Dierenwelzijn/Volgelopva ng Programmabegroting Programma's Bereikbaarheid en Duurzaamheid TivoliVredenburg Commissiebrief Utrechtse Energie Commissiebrief Utrechtse Energie Commissiebrief Forum De wethouder zegt toe de commissie te informeren/een voorstel te doen op basis van welke indicatoren (zoals bijv. bezoekersaantallen) het effect van de Tour de France gemeten kan worden. De wethouder zal bezien of het plaatsen van een standbeeld van Gandhi mogelijk is en zal daarover de commissie op korte termijn informeren. de wethouder zegt toe het idee van kinderambassadeurs voor duurzaamheid onder de aandacht te brengen van de schoolbesturen. De wethouder zal de commissie informeren omtrent de uitkomsten van het lopende overleg met de vogelopvang. de wethouder zegt toe zich te zullen inspannen om in 2016 de beste verkeerslichtenstad van Nederland te willen worden Wethouder Everhardt heeft toegezegd de juridische aansprakelijkheid voor het geluidslek na te gaan en hierover de raad te informeren. De wethouder zegt toe met betrekking tot agendapunt 13, commissiebrief Utrechtse Energie, terug te komen op de suggestie van een opwekkingsprijsgarantie voor zonne-energie. De wethouder zegt toe met betrekking tot agendapunt 13, commissiebrief Utrechtse Energie, de mogelijkheden te zullen inventariseren om bij nieuwbouw energiemaatregelen privaatrechtelijk af te dwingen en de commissie daarvan op de hoogte te stellen. Wethouder Everhardt zegt met betrekking tot agendapunt 22, Commissiebrief Forum, toe een uitwerking te maken van de inrichting van het Dijk, H.A.L. van (Heleen) Diemen, F.J.M. van (Frans) Hoogwijk, M.M. (Monique) Breijer, W. (Wilma) Aarts, B.J.M. (Trix) Lam, M. 't (Mirjam) Boonstra, A. (Anneke) Boonstra, A. (Anneke) Lam, M. 't (Mirjam) Blad 4/19

94 Toezeggi ng ID Gedaan in 560 Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Verantw. Portefeuille houder Victor Everhardt Victor Everhardt Victor Everhardt Victor Everhardt Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Commissiebrief Forum Commissiebrief Forum Commissiebrief Forum Commissiebrief Forum Kees Geldof Beantwoording Schriftelijke vragen 2014, nr 140 over Bomenkap Europaweg Jeroen Kreijkamp Commissiebrief: Actualisatie Marktruimte Hotelnota Forum, in het bijzonder van de toegankelijkheid en de aantrekkelijkheid van dat gebied. Wethouder Everhardt zegt met betrekking tot agendapunt 22, Commissiebrief Forum, toe de raad te informeren over de onderzijde van het Forum en de sociale veiligheid en de aantrekkelijkheid van het gebied. Wethouder Everhardt zegt met betrekking tot agendapunt 22, Commissiebrief Forum, toe bij de verdere uitwerking van de plannen de mogelijkheid te verkennen, binnen de ontwikkeling die daar plaatsvindt, om ook aan de zijde van de Van Sijpesteijnkade een lift te realiseren, en zal de commissie daarover informeren. Wethouder Everhardt zegt met betrekking tot agendapunt 22, Commissiebrief Forum, toe de mogelijkheid te onderzoeken om door middel van creatieve ideeën de aantrekkelijkheid van het gebruik van de bestaande trap te stimuleren. Wethouder Everhardt zegt met betrekking tot agendapunt 22, Commissiebrief Forum, toe de raad te informeren over de openbare toiletvoorzieningen. 1. Wethouder Geldof stelt de commissie schriftelijk in kennis van de afdoening van de bezwaren tegen de verleende velvergunning.2. Wethouder Geldof beziet in het kader van de bezwarenafweging of er meerdere scenario s voor het vellen van de bomen opgesteld kunnen worden. De wethouder zegt toe: - in de volgende monitor in te gaan op de effecten van Airbnb op de hotelmarkt, onder meer met betrekking tot de handhaving en een eventueel keurmerk dat ingesteld zou kunnen worden, short stay en toeristenbelasting, en de commissie, en dat de commissie tussentijds op de hoogte gehouden wordt van de voortgang.- te kijken naar de Lam, M. 't (Mirjam) Lam, M. 't (Mirjam) Lam, M. 't (Mirjam) Lam, M. 't (Mirjam) Graaff, P.J.H. de (Petra) Dijk, H.A.L. van (Heleen) brieven verzonden op 15 juli en 14 oktober. Blad 5/19

95 Toezeggi ng ID Gedaan in 675 Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Verantw. Portefeuille houder Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Kees Geldof Commissiebrief Voortgang uitvoering Toekomstvisie Landgoederen in samenhang met Beantwoording Schriftelijke vragen 2015 nr. 1 over de megalomane brug over de Kromme Rijn Paulus Jansen Victor Everhardt Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Commissiebrief Alternatieve rol welstandsadvisering in combinatie met de commissiebrief over experimenten welstandsvrije gebieden en de commissiebrief Vernieuwen Welstandsnota Raadsvoorstel Toekomstvisie centrum fase 2 Stationsgebied - participatieplan Raadsvoorstel Perspectief Toerisme 2020 in combinatie met Commissiebrief Profilering Utrecht Brand Netwerk - doelstellingen Raadsvoorstel Perspectief Toerisme 2020 in combinatie met Commissiebrief duurzaamheidsagenda voor de hotelmarkt in relatie met het eventueel ontwikkelen van een keurmerk en dit bij een volgende actualisatie mee te nemen. De wethouder zegt toe:- met de boer, en waar nodig andere partijen, te kijken naar mogelijke alternatieven voor de koeienbrug en zal de uitkomst daarvan met de commissie delen.- in oktober een terugkoppeling te doen van zijn overleg met diverse partijen t.a.v. ontwikkelen m.b.t. het landgoed waaronder de bereikbaarheid Wethouder Jansen komt met een commissiebrief naar de commissie met daarin informatie over de inbedding van de welstandsnota in de omgevingswet, inclusief de kaders inzake het vernieuwen van het welstandsbeleid en de betrokkenheid van de raad in dit proces. De wethouder zegt toe:1.eind september 2015 de commissie een participatieplan voor te leggen. (met uitdrukkelijk ook de rol van de raad daarin). De wethouder zegt toe:in de Verantwoording verslag te doen van de doelstellingen uit het Perspectief. De wethouder zegt toe:bij de uitwerking van het Perspectief met partijen o.a. aandacht te vragen voor de uitwerking van het thema duurzaamheid. De wethouder zal daar in het vierde kwartaal Breijer, W. (Wilma) Wiel, M.P. van der (Manon) Lam, M. 't (Mirjam) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Blad 6/19

96 Toezeggi ng ID Gedaan in 757 Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Verantw. Portefeuille houder Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Profilering Utrecht Brand richting de raad op terugkomen. Netwerk - duurzaamheid Raadsvoorstel Perspectief Toerisme 2020 in combinatie met Commissiebrief Profilering Utrecht Brand Netwerk - bereikbaarheid/parkeerm ogelijkheden voor touringcars Raadsvoorstel Perspectief Toerisme 2020 in combinatie met Commissiebrief Profilering Utrecht Brand Netwerk - project vindbaarheid Raadsvoorstel Perspectief Toerisme 2020 in combinatie met Commissiebrief Profilering Utrecht Brand Netwerk - OV bereikbaarheid Kasteel De Haar Raadsvoorstel Perspectief Toerisme 2020 in combinatie met Commissiebrief Profilering Utrecht Brand Netwerk - Utrecht URL en Utrecht Welcome-card Raadsvoorstel Perspectief Toerisme 2020 in combinatie met Commissiebrief De wethouder komt in overleg met de wethouder Verkeer vóór september bij de commissie terug op de bereikbaarheid/parkeermogelijkheden voor touringcars De wethouder zal de raad in overleg met de wethouder Verkeer aanhaken op het proces rondom het project vindbaarheid. De wethouder zegt toe:de raad begin vierde kwartaal te informeren over de voortgang omtrent de OV-bereikbaarheid van Kasteel De Haar. De wethouder zal de raad informeren omtrent de mogelijkheden van de Utrecht-URL en de Utrecht Welcome-card De wethouder zegt toe het EBU-plan m.b.t. kenniscongressen aan de commissie te sturen. Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Blad 7/19

97 Toezeggi ng ID Gedaan in 836 Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Verantw. Portefeuille houder Lot van Hooijdonk Lot van Hooijdonk Lot van Hooijdonk Lot van Hooijdonk Lot van Hooijdonk Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Profilering Utrecht Brand Netwerk - EBU plan VJN Duurzaamheid - Zonneweides VJN Duurzaamheid - zonnepanelen VJN Duurzaamheid - energieplan VJN Duurzaamheid - plaatsing zonnepanelen op scholen VJN Duurzaamheid - aanpak inzake fijnstof en roet Kees Geldof VJN Openbare Ruimte en Groen - Gasthuismolenbrug Kees Geldof VJN Openbare Ruimte en Groen - beheersmaatregelen voor stadsparken Kees Geldof VJN Openbare Ruimte en Groen - onderzoek naar markten Kees Geldof VJN Openbare Ruimte en Groen - proef straatmeubilair Kees Geldof VJN Openbare Ruimte en Groen - De wethouder zegt toe de inventarisatie zonneweides in de 2e helft 2015 voor te leggen aan de commissie De wethouder zegt toe na te gaan of de regels m.b.t. opstalrecht aangepast kunnen worden in relatie met het plaatsen van zonnepanelen De wethouder zegt toe te onderzoeken of het handhavingsprogramma in het kader van het energieplan geintensiveerd kan worden en hierover de commissie te informeren De wethouder zegt toe bij scholen de behoefte te inventariseren t.a.v. de plaatsing van zonnepanelen op daken De wethouder zegt toe de commissie in de 2e helft van 2015 te informeren over de aanpak inzake fijnstof en roet De wethouder zegt toe met Prorail in gesprek te gaan over de Gasthuismolenbrug en daarover de 2e helft van dit jaar de commissie over het resultaat te informeren De wethouder zegt toe de commissie in september te informeren m.b.t. mogelijke beheersmaatregelen voor de stadsparken (barbequeplekken, openstellingstijden etc) De wethouder zegt toe voor de zomer het onderzoek naar markten toe te sturen aan de commissie en na de zomer de commissie een brief te sturen inzake het voornemen tot het opstellen van beleidsregels De wethouder zegt toe de mogelijkheden te onderzoeken voor een proef straatmeubilair met Utrechtse iconen en informeert daarover de commissie De wethouder zegt toe voor de VJN 2016 nadere informatie te verstrekken in relatie met de kosten Knoppers, I.J.P. (Paul) Knoppers, I.J.P. (Paul) Knoppers, I.J.P. (Paul) Knoppers, I.J.P. (Paul) Knoppers, I.J.P. (Paul) Breijer, W. (Wilma) Graaff, P.J.H. de (Petra) Graaff, P.J.H. de (Petra) Diemen, F.J.M. van (Frans) Konijnenber g, F.P. (Ria) brief verzonden Brief aan Commissie verzonden Blad 8/19

98 Toezeggi ng ID Gedaan in 850 Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Verantw. Portefeuille houder plaatsing definitieve toiletten in stadsparken Kees Geldof VJN Openbare Ruimte en Groen - financiele verantwoording Kees Geldof VJN Openbare Ruimte en Groen - afvalstoffenheffing Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Kees Geldof VJN Openbare Ruimte en Groen - terugplaatsing obstakels Kees Geldof VJN Openbare Ruimte en Groen - parkeerplaatsen Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Lot van Hooijdonk VJN Stadspromotie - Utrecht monitor VJN Stadspromotie - Parcours Tour de France VJN Stadspromotie - Duurzame acquisitie VJN Stadspromotie - Kwaliteit raadsvoorstellen VJN Stadspromotie - Start ups VJN Bereikbaarheid - evaluatie Herenroute voor het plaatsen van definitieve toiletten in stadsparken De wethouder zegt toe de financiele verantwoording bij de volgende voorjaarsnota aan te scherpen en te specificeren De wethouder zegt toe zodra er bij de afvalstoffenheffing en het verschil tussen een- en meerpersoonshuishoudens ruimte is voor verlaging te werken aan een vergroting van het verschil De wethouder zegt toe de terugplaatsing van obstakels die in het kader van de Tour de France zijn verwijderd eerst nader te bekijken De wethouder zegt toe de aanvraag van bewoners om parkeerplaatsen in te ruilen voor groen en speelplekken te faciliteren mits daar draagvlak voor is De wethouder komt daarin voortaan terug op de mate van waardering van dienstverlening door ondernemers (indicatoren) De wethouder komt, na overleg met partijen, terug op de vraag of het mogelijk is het parcours van Tour de France permanent te maken De wethouder gaat daarover rapporteren De wethouder zal in het college bespreekbaar maken dat in raadsvoorstellen de gevolgen daarvan voor ondernemers worden opgenomen. De commissie krijgt binnen 2 maanden een reactie De wethouder zal bij gesprekken over transformatielocaties aandacht vragen voor de huisvesting van start-ups De wethouder zegt toe bij de evaluatie van de Herenroute eenzelfde voorziening te overwegen als in de Schalkwijkstraat, evenals een heroverweging van de voorrangsregeling (inclusief de Oudegracht) Diemen, F.J.M. van (Frans) Diemen, F.J.M. van (Frans) Wierdsma, R. (Redmer) Wierdsma, R. (Redmer) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Aarts, B.J.M. (Trix) Blad 9/19

99 Toezeggi ng ID Gedaan in 863 Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Verantw. Portefeuille houder Lot van Hooijdonk Lot van Hooijdonk Victor Everhardt Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad VJN Bereikbaarheid - actieplan Stop Scooteroverlast VJN Bereikbaarheid - 2% norm VJN Stationsgebied - financieringsconstructie WTC Kees Geldof VJN Monumenten - erfgoed in Leidsche Rijn Kees Geldof VJN Stedelijke Ontwikkeling markt in Leidsche Rijn Kees Geldof VJN Stedelijke Ontwikkeling - kostenpostenberekening Kees Geldof VJN Stedelijke Ontwikkeling - gronddeelexploitaties Kees Geldof VJN Stedelijke Ontwikkeling - conversie De wethouder zegt toe na de zomer een reactie te Aarts, geven op het actieplan Stop Scooteroverlast Utrecht B.J.M. (Trix) van de fracties D66 en GroenLinks De wethouder zegt toe nader te communiceren over de 2% norm De wethouder zegt toe de financieringsconstructie WTC (afkoop kasstroom jaarlijkse canon) te bespreken in de commissie na een technische bespreking in de subcommissie financien De wethouder zegt toe met Rijkswaterstaat en met Historische Vereniging Vleuten-De Meern in overleg te treden over het plaatsen van bebording langs rijkswegen om bezienswaardigheden/erfgoed in Leidsche Rijn onder de aandacht te brengen. De wethouder zal omstreeks oktober 2015 de commissie informeren De wethouder zegt toe nader te bezien of de mogelijkheid bestaat om een markt in Leidsche Rijn centrum te realiseren en hierbij ook in overleg te treden met de marktkooplui en de commissie daarover te informeren De wethouder zegt toe in het MPSO een kostenpostenberekening per deelproject opt te nemen in het volgend jaar. En inzichtelijk maken afsluiten deel grondexploitaties De wethouder maakt in de volgende MPSO de af te sluiten gronddeelexploitaties inzichtelijk met betrekking tot de financiele stand van zaken per project De wethouder zegt toe bij de peilstok najaar 2015 inzichtelijk te maken wat de mogelijkheden voor conversie zijn Aarts, B.J.M. (Trix) Jansdam, B. (Berni) Jansen, H.P. (Henk) Driessen, E.H.G. (Esther) Sessink, R. (Richard) Wierdsma, R. (Redmer) Graaff, P.J.H. de (Petra) verwerkt in de peilstok welke onderdeel uitmaakte van begrotingsbehandeling november Cie S&R Kees Geldof VJN Monumenten - DomUnder De wethouder zal contact opnemen met N.R.F. inzake het laten vervallen van de garantstelling Jansen, H.P. (Henk) Blad 10/19

100 Toezeggi ng ID Gedaan in 915 Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Verantw. Portefeuille houder Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Kees Geldof Bomenkap Zuilen Kees Geldof Bomenkap Zuilen Kees Geldof Bomenkap Zuilen Kees Geldof Bomenkap Zuilen Kees Geldof Bomenkap Zuilen Kees Geldof Bomenkap Zuilen voor de lening voor DomUnder De wethouder zegt toe de commissie te rapporteren over de investeringen in de huidige gemeentelijke hoofdbomenstructuur De wethouder zegt toe met de gemeentelijk organisatieonderdelen en Eneco te bezien of in het specifieke gevallen ( zoals bijv. de Cremerstraat) de leidingen zijn om te leggen in plaats van de bomen te kappen; De wethouder zegt toe na te gaan of in stedelijke plannen de tekeningen van de ondergrond opgenomen kunnen worden en de commissie te informeren; De wethouder zegt toe verder te onderzoeken of vergunningen, niet alleen de kapvergunning, digitaal ingezien kunnen worden en daarover de raad te informeren De wethouder zegt toe zich te beraden over een eventuele vraag om hout van de te kappen bomen te gebruiken voor de te vestigen biomassacentrale Lage Weide De wethouder zegt toe een aantal punten zoals over het begrip hinder schriftelijk te beantwoorden (Geen) Bomenkap Zuilen De wethouder zegt toe te bezien of het programma i-tree bruikbaar is voor de gemeente Utrecht en hierover de commissie te informeren. Paulus Jansen Raadsvoorstel Vaststelling bestemmingsplan Prinses Máxima Centrum, De Uithof Wethouder Jansen stuurt, met betrekking tot agendapunt 18, Raadsvoorstel Vaststelling bestemmingsplan Prinses Máxima Centrum, De Uithof, een brief naar de commissie over de inrichting van het weiland tussen het Prinses Máxima Centrum en Landgoed Oostbroek met betrekking tot de ecologische kwaliteit van dat gebied en de recreatieve invulling. Hierbij zal ook ingegaan worden op het autoluwe karakter dan wel het knippen van de Hoofddijk. Breijer, W. (Wilma) Diemen, F.J.M. van (Frans) Diemen, F.J.M. van (Frans) Valk, J.G. van der (Jan) Diemen, F.J.M. van (Frans) Diemen, F.J.M. van (Frans) Diemen, F.J.M. van (Frans) Koppen, T.M. van (Tom) Blad 11/19

101 Toezeggi ng ID Gedaan in 925 Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Verantw. Portefeuille houder Jan van Zanen Jan van Zanen Lot van Hooijdonk Lot van Hooijdonk Lot van Hooijdonk Paulus Jansen Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Raadsvoorstel Vaststelling bestemmingsplan Het Nieuwe Zandpad Raadsvoorstel Vaststelling bestemmingsplan Het Nieuwe Zandpad Raadsvoorstel Energieplan en duiding college Raadsvoorstel Energieplan en duiding college Commissiebrieven Actieplannen en Gebiedsagenda's Utrecht Aantrekkelijk en Bereikbaar Commissiebrief 'Motie 49 en motie 41 boij de woonvisie' Kees Geldof Raadsvoorstel Jaarrekening Gemeenschappelijke regeling Afval Verwijdering Utrecht (AVU) Burgemeester Van Zanen neemt, met betrekking tot agendapunt 17, Raadsvoorstel Vaststelling bestemmingsplan Het Nieuwe Zandpad, in het veiligheidsplan op de wijze waarop de veiligheidsituatie wordt ervaren. Ook wordt opgenomen welke concrete veiligheidsindicatoren er zijn, zowel voor als na introductie. Burgemeester Van Zanen richt, met betrekking tot agendapunt 17, Raadsvoorstel Vaststelling bestemmingsplan Het Nieuwe Zandpad, op de nieuwe locatie, al dan niet fysiek, een plek in waar (een vermoeden van) mensenhandel gemeld kan worden De wethouder zegt toe de uitkomsten van de evaluatie van het stadsgesprek Energie toe te zenden aan de commissie S&R De wethouder zegt toe de commissie S&R een overzicht te sturen van de projecten Energie Neutraal Bouwen incl. de projecten die zijn gegund/gerealiseerd en de daarbij gehanteerde puntentelling De wethouder zegt toe in november de verschillende begrotingen bij de gebiedsagenda's en de actieplannen aan de commissie te zullen sturen Wethouder Jansen informeert de commissie half november schriftelijk over het Amsterdamse beleid ten aanzien van de Friends-contracten met name voor woonvormen van twee of meer friends Wethouder Geldof informeert de commissie in ieder geval bij de Verantwoording 2016 over de effecten van het nieuwe inzamelen waarbij verschillende afvalstromen en de kosten en baten daarvan, in beeld worden gebracht Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Hoogwijk, M.M. (Monique) Verschoor, C. (Kees) Aarts, B.J.M. (Trix) Graaff, P.J.H. de (Petra) Diemen, F.J.M. van (Frans) 983 Cie S&R 13- Victor Programmabegroting De wethouder stuurt de scenario's met betrekking Jansdam, B Zie brief wethouder Jansen 20 november 2015, kenmerk Blad 12/19

102 Toezeggi ng ID Gedaan in Verantw. Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Portefeuille houder Everhardt Stationsgebied tot het Smakkelaarsveld voor het eind van 2015 (Berni) 985 Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Victor Everhardt Victor Everhardt Victor Everhardt Victor Everhardt Programmabegroting Stationsgebied Programmabegroting Stationsgebied Programmabegroting Stationsgebied Programmabegroting Stationsgebied naar de commissie De wethouder informeert de commissie over de alternatieven voor het invullen van het zogenaamde casinoplot De wethouder informeert de commissie over de onderbouwing m.b.t. de bezonning en het windklimaat bij het WTC-gebouw De wethouder projecteert de uitgangspunten voor de fase 2 ook op onderdelen van fase 1 en legt de commissie scenario's inclusief een voorkeursscenario voor. De wethouder stuurt rond de kerst de BOO naar de commissie (Geen) (Geen) Jansdam, B. (Berni) Graaff, P.J.H. de (Petra) De commissie en raad zijn bij brief en bijlagen van 3 december 2015 met kenmerk over de voorhangprocedure ontwikkelovk Jaarbeurs en het raadsvoorstel Ontwikkelovereenkomst tot grondruiling. 993 Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Kees Geldof Programmabegroting Stedelijke Ontwikkeling incl. Leidsche Rijn Kees Geldof Programmabegroting Stedelijke Ontwikkeling - Monumenten Kees Geldof Programmabegroting Stedelijke Ontwikkeling incl. Leidsche Rijn Paulus Jansen Programmabegroting Stedelijke Ontwikkeling - huisvesting statushouders De wethouder onderzoekt of een van de twee fietspaden naar sportpark Rijnvliet, naar voren kan worden gehaald in de planning en informeert de commissie hier voor februari 2016 over. De wethouder verzoekt de afdeling Erfgoed contact op te nemen met de D66-fractie, met mevrouw Knip, over welke informatie gemist wordt op de gemeentelijke website over erfgoed. De wethouder geeft aan dat hij bezig is met het omzetten van kantorenprogrammering in het plan Hoge Weide naar woningen en informeert de commissie hier binnen een maand over. De wethouder stuurt een week voor de gecombineerde commissiebehandeling, de commissie een update met betrekking tot de huisvesting van statushouders Wierdsma, R. (Redmer) Wierdsma, R. (Redmer) Graaff, P.J.H. de (Petra) Graaff, P.J.H. de (Petra) de raad is hierover geinformeerd op 2 november per brief ( ) Zie commissiebrief (5 november 2015). Blad 13/19

103 Toezeggi ng ID Gedaan in 997 Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Verantw. Portefeuille houder Paulus Jansen Paulus Jansen Paulus Jansen Paulus Jansen Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Programmabegroting Stedelijke Ontwikkeling - fenomeen spookwoningen Programmabegroting Stedelijke Ontwikkeling - omgevingswet Programmabegroting Stedelijke Ontwikkeling - Omgevingswet Programmabegroting Stedelijke Ontwikkeling - klanttevredenheidsonder zoek UVO Programmabegroting Economie - financieringsvormen voor ondernemers Programmabegroting Stadspromotie/Citymarke ting- Utrecht Card Programmabegroting Stadspromotie/Citymarke ting - website Kees Geldof Programmabegroting Openbare Ruimte en Groen - voorzieningen in parken Kees Geldof Programmabegroting Openbare Ruimte en Groen - hoeveelheid De wethouder zal onderzoek doen naar het fenomeen spookwoningen in Utrecht en informeert de commissie hier uiterlijk in februari 2016 over De wethouder voorziet in de betrokkenheid van aandeelhouders in de stad bij de transitie naar de omgevingswet De wethouder geeft in verband met de transitie naar de omgevingswet te zijner tijd inzicht in de consequenties voor de gemeentelijke organisatie o.a. met betrekking tot de personele bezetting De wethouder zendt de opzet van het klanttevredenheidsonderzoek van de UVO voor de kerst 2015 naar de commissie De wethouder gaat financieringsvormen voor ondernemers beter bekend maken en uitdragen en zal de commissie informeren op welke wijze hij daaraan invulling geeft De wethouder stuurt de stand van zaken met betrekking tot de Utrecht Card begin 2016 naar de commissie De wethouder informeert de commissie nog voor het eind van het jaar over de mogelijkheden om de website meer Engelstalig te maken en over hoe doelgroepen al bij de homepage naar het juiste kanaal verwezen kunnen worden de wethouder zegt toe de brief met betrekking tot voorzieningen zoals barbecueplaatsen en dergelijke in parken voor de behandeling van de programmabegroting toe te sturen aan de raad. De wethouder zegt toe na te gaan of periodiek een overzicht kan worden gegeven van de hoeveelheid openbaar groen, en daarover de commissie te Konijnenber g, F.P. (Ria) Konijnenber g, F.P. (Ria) Konijnenber g, F.P. (Ria) Graaf, P.B. de (Petra) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Graaff, P.J.H. de (Petra) Diemen, F.J.M. van (Frans) Zie brief weth Jansen 4 jan 2016 ( ) De commissie is op 10 november per brief geinformeerd Blad 14/19

104 Toezeggi ng ID Gedaan in 1032 Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Verantw. Portefeuille houder Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad openbaar groen Kees Geldof Programmabegroting Openbare Ruimte en Groen - rioolheffing Kees Geldof Programmabegroting Openbare Ruimte en Groen - openstellen historische steegjes en hofjes Lot van Hooijdonk Lot van Hooijdonk Victor Everhardt Victor Everhardt Programmabegroting Bereikbaarheid - toegankelijk maken van bushaltes Programmabegroting Duurzaamheid - Dieselgate Rv Vaststelling bestemmingsplan Noordgebouw Rv Vaststelling bestemmingsplan Noordgebouw informeren. De wethouder zegt toe de vraag met betrekking tot de kostenverdeelsystematiek groot- en kleinverbruik in relatie met het eventueel bevriezen van de rioolheffing, te bespreken met de portefeuillehouder Financiën en de raad daarover voor de programmabegroting te informeren De wethouder zegt toe de mogelijkheid tot het openstellen van historische steegjes en hofjes na te gaan en te overleggen met de burgemeester en de commissie daarover voor de jaarwisseling De wethouder zegt toe met de provincie te overleggen over een prioritering in de aanpak tot het toegankelijk maken van bushaltes. De wethouder zegt toe na te gaan of het kostenverhaal op de autofabrikanten juridisch mogelijk is in het kader van Dieselgate De wethouder zegt toe om voorafgaande aan de raadsvergadering de raad per brief te informeren over de stand van zaken cq. de inzichten te delen m.b.t. de pliot effecten op de leefomgevingskwaliteit tijdens de bouw. de wethouder zegt toe met de ontwikkelaar te bespreken hoe omgegaan wordt met waterinfiltratie en hittestress en over de uitkomsten daarvan de commissie te informeren Wierdsma, R. (Redmer) Knol, H.W. (Henk) Aarts, B.J.M. (Trix) Aarts, B.J.M. (Trix) Graaff, P.J.H. de (Petra) Graaff, P.J.H. de (Petra) dit is meegenomen in de brief van 3 november 2015; De commissie SR is geinformeerd bij brief van wethouder Everhardt van 24 november 2015 met kenmerk De commissie SR is geinformeerd bij brief van wethouder Everhardt van 24 november 2015 met kenmerk Cie S&R Cie S&R Kees Geldof Rv Omzetting van erfpachtrechten naar vol eigendom Kees Geldof Rv Omzetting van erfpachtrechten naar vol eigendom de wethouder zal op basis van de discussie in de commissie de raad een aangepast voorstel sturen waarin hij het beslispunt 4 m.b.t. het doorzetten van erfpachtvoorwaarden en kettingbedingen nader zal preciseren de wethouder zal het aangepaste voorstel voorzien van een begeleidende brief waarin hij zal ingaan op hoe de gemeente zal omgaan met de communicatie Graaff, P.J.H. de (Petra) Graaff, P.J.H. de (Petra) Is gebeurd middels raadsbrief van 20 november 2015 (kenmerk: ) & aangepaste raadsvoorstel gebeurd middels raadsbrief van 20 november ( ) Blad 15/19

105 Toezeggi ng ID Gedaan in 1071 Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Verantw. Portefeuille houder Paulus Jansen Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Rv Vaststellen bestemmingsplan 'Actualisering 2015, Oog in Al en Lunetten' Kees Geldof Rv Vaststellen bestemmingsplan Paulus Jansen Lot van Hooijdonk Kaatstraat 1, Pijlsweerd Rv Vaststellen bestemmingsplan Kaatstraat 1, Pijlsweerd Commissiebrief Nota van Uitgangspunten ontwerp co-creatie Van Zijstweg Kees Geldof Raadsbrief Stand van Zaken ontwikkeling Skaeve Huse Kees Geldof SV 2015, nr. 101 over camera's Pijlsweerd Kees Geldof SV 2015, nr. 101 over camera's Pijlsweerd Jeroen Kreijkamp Raadsvoorstel Winkeltijdenverordening 2015 over dit onderwerp en waarin zal worden ingegaan op een definiering van het begrip beleggershuurwoning. Als bijlage bij de brief voegt hij toe de ontvangen reactie/brief van de Belastingdienst over de voorgenomen omzetting van erfpachtrechten de wethouder zegt toe dat de gemeente in overleg treedt met de Dominicusschool en omwonenden over eventuele maatregelen voor beperking van geluidsoverlast en over de resultaten van het overleg de commissie te informeren de wethouder geleidt, m.b.t. het raadsvoorstel, de vraag over de brugopeningstijden door naar wethouder Geldof de wethouder informeert de commissie binnen 2 maanden over de samenhang van het bestemmingsplan Kaatstraat met andere initiatieven in dit gebied de wethouder werkt met betrekking tot dit punt, twee varianten uit bij het Integraal Programma van Eisen. In de eerste helft van 2016 zullen deze gereed zijn. de wethouder informeert de commissie zo spoedig mogelijk en waarschijnlijk omstreeks januari 2016, over de stand van zaken de wethouder zegt toe na een jaar te evalueren of camera's noodzakelijk zijn en in november 2016 daarover te rapporteren de wethouder zegt toe met de hulpdiensten te bespreken of er alternatieve mogelijkheden zijn en de uitkomsten daarvan uiterlijk eind december 2015 met de raad te delen De wethouder zegt toe, met betrekking tot agendapunt 22, raadsvoorstel Winkeltijdenverordening Utrecht, de raad te informeren over het protocol ten aanzien van de leefbaarheidstoets voor ontheffingsaanvragen van Koppen, T.M. van (Tom) Diemen, F.J.M. van (Frans) Graaff, P.J.H. de (Petra) Aarts, B.J.M. (Trix) Merkus, H.J. (Rita) Wierdsma, R. (Redmer) Wierdsma, R. (Redmer) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Zie brief weth Jansen 21/12/15 ( ). Blad 16/19

106 Toezeggi ng ID Gedaan in 1113 Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Verantw. Portefeuille houder Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Paulus Jansen Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Raadsvoorstel Winkeltijdenverordening 2015 Raadsvoorstel Winkeltijdenverordening 2015 Raadsvoorstel Winkeltijdenverordening 2015 Raadsvoorstel Winkeltijdenverordening 2015 Raadsvoorstel Benoeming drie leden commissie Welstand en Monumenten de Winkeltijdenwet na uur en dat protocol ook te publiceren. De wethouder zegt toe, met betrekking tot agendapunt 22, raadsvoorstel Winkeltijdenverordening Utrecht, voor de raadsvergadering een tabel op te stellen over de sluitingstijden en ontheffingen ten aanzien van feestdagen, ook samenvallend met zondagen en in relatie tot de nachtwinkels en meer specifiek ook nog voor de afhaalzaken. De wethouder zegt toe, met betrekking tot agendapunt 22, raadsvoorstel Winkeltijdenverordening Utrecht, om opnieuw met de vakverenigingen contact op te nemen met betrekking tot de consequenties van de verruiming van de winkeltijden voor werknemers en de raad hierover begin 2016 te informeren. De wethouder zegt toe, met betrekking tot agendapunt 22, raadsvoorstel Winkeltijdenverordening Utrecht, zijn best te zullen doen om voor 10 december 2015 de raad een brief te sturen met informatie over de extra schoonmaakkosten die het gevolg kunnen zijn van de ruimere winkeltijden, met de kanttekening dat de beschikbare cijfers door de tijd heen niet goed vergelijkbaar zijn. De wethouder zegt toe, met betrekking tot agendapunt 22, raadsvoorstel Winkeltijdenverordening Utrecht, om na één jaar een evaluatie toe te sturen aan de raad over de toepassing van de leefbaarheidstoets (ontheffing na uur) in de nieuwe Winkeltijdenverordening. De wethouder zegt toe na benoeming er zorg voor te dragen, dat de CV's van de benoemde leden openbaar worden. (N.B. afgesproken is, dat in voorkomende gevallen de CV's niet meer als geheime bijlage bijgevoegd worden, maar als Graaf, P.B. de (Petra) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Graaf, P.B. de (Petra) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Graaf, P.B. de (Petra) De raad heeft op 7 december 2015 de gevraagde tabel ontvangen als bijlage bij de raadsbrief De raad heeft op 7 december 2015 een brief ontvangen met aanvullende informatie CV's van alle leden van de commissie Welstand en Monumenten per 1 januari te zien op (zie mail 10/12/15). Blad 17/19

107 Toezeggi ng ID Gedaan in 1118 Cie S&R Cie S&R Cie S&R Verantw. Portefeuille houder Lot van Hooijdonk Lot van Hooijdonk Paulus Jansen Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Raadsvoorstel Energieplan, duiding en energieagenda's Raadsvoorstel Energieplan, duiding en energieagenda's ism commissiebrief de Utrechtse Energieagenda's Commissiebrief Stand van Zaken Woonwagenzaken ism SV 2015, nr. 71 over Woonwagenstandplaatsen met antwoord. openbare stukken. Het betreft immers publieke functies) De wethouder zegt toe de commissie in de loop van 2016 middels een commissiebrief te informeren over de ontwikkelingen m.b.t. geothermie De wethouder zegt toe in de 'samenvatting kaders' (bijlage bij raadsvoorstel) het zinsdeel 'voor lagere inkomens' te schrappen (betreft leaseconstructies voor energiezuinige apparaten). De wethouder zal op basis van de discussie in de commissie bezien of zij in relatie met de bijlage 'samenvatting kaders' beslispunt 2 van het raadsvoorstel enigszins aanpast (splitsing kaderstelling en operationele zaken). De wethouder maakt na het kerstreces het CPOloket beter vindbaar op de gemeentelijke website Hoogwijk, M.M. (Monique) Vate, C.I.J. van der (Karel) Graaff, P.J.H. de (Petra) Collectief Particulier Opdrachtgeverschap is vorm van zelfbouw en daarmee onderdeel van Intro van website is nu aangevuld met extra info, en term CPO is toegevoegd aan de zoekfunctie Cie S&R Cie S&R Cie S&R Cie S&R Paulus Jansen Paulus Jansen Paulus Jansen Paulus Jansen Commissiebrief Utrechts Vastgoed Commissiebrief Utrechts Vastgoed Commissiebrief Utrechts Vastgoed Commissiebrief Asbest Stadsschouwburg De wethouder deelt in een commissiebrief in januari 2016 uiterlijk mee wat er gebeurd is met de aanbevelingen uit het rapport. De wethouder neemt bij het MPUV een rapportage op met betrekking tot de oude gevallen waarbij nog geen sprake is van kostendekkende huur of marktconforme huur. Ook zal bij het MPUV aangegeven worden welke voortgang is gemaakt bij het op orde brengen van de basisinformatie. De wethouder zegt toe voor de kerst 2015 de commissie een overzicht te sturen waaruit de basisinformatie precies bestaat De wethouder informeert de commissie over de mogelijkheid tot het verhalen van de kosten Graaf, P.B. de (Petra) Koppen, T.M. van (Tom) Graaf, P.B. de (Petra) Graaf, P.B. de (Petra) Zie afdoening toezegging Zie brief weth Jansen 11/12/15, verzonden 16/12/ Cie ontvangt rapportage bij afsluiting krediet (maart 2016) Cie S&R 03- Kees Geldof Commissiebrief Scenario's De wethouder zegt toe de evaluatie van het Wierdsma, Blad 18/19

108 Toezeggi ng ID Gedaan in Verantw. Portefeuille houder Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad bomen Europaweg bomenbeleid voor de zomer 2016 aan de commissie R. (Redmer) 1126 Cie S&R Cie S&R Jeroen Kreijkamp Commissiebrief Voortgang Motie Sluit dossier Galgenwaard Kees Geldof Commissiebrief Scenario s bomen Europaweg voor te leggen De wethouder zegt toe in de subcommissie Financien het centraliseren van het financieel beheer te bespreken. De wethouder zegt toe, met betrekking tot agendapunt 20, commissiebrief Scenario s bomen Europaweg, de Digitale bomenkaart te actualiseren Dijk, H.A.L. van (Heleen) Diemen, F.J.M. van (Frans) Blad 19/19

109 23 Vaststelling bestemmingsplan Wilhelminapark, Buiten-Wittevrouwen 1 Voorstel_4668 Voorstel aan de raad Opgesteld door Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling Paumen, M. (Marjolein) Kenmerk Vergadering Commissie Stad en Ruimte Vergaderdatum 26 januari 2016 Geheim Nee Vaststelling bestemmingsplan Wilhelminapark, Buiten-Wittevrouwen Het College van burgemeesters en wethouders stelt de raad voor het volgende te besluiten: 1 Naar aanleiding van de tussenuitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het bestemmingsplan Wilhelminapark, Buiten-Wittevrouwen dat is vastgelegd in het bestand NL.IMRO.0344.BP-BPWILHELMINABWITTE-VA02.gml met ondergrond NL.IMRO.0344.BPWILHELMINABWITTE-VA02.dgn vast te stellen Burgemeester en wethouders van Utrecht, De secretaris De burgemeester Drs. M.R. Schurink Mr. J.H.C. van Zanen

110 Voorstel aan de raad Bijlages Voorstel: Voorstel_4668 Bijlage: Wijzigingen n.a.v. bestuurlijke lus - DEF Bijlage: Link stukken BP Wilhelminapark, Buiten-Wittevrouwen Bijlage: Brief RvS_Uitspraak Utrecht Bp Wilhelminapark, Buiten-Wittevrouwen_ Eerdere besluitvorming Op 18 december 2014 is het bestemmingsplan Wilhelminapark, Buiten-Wittevrouwen (gewijzigd) vastgesteld door de raad. Door een drietal appellanten is tegen het bestemmingsplan beroep ingesteld. Eén van de appellanten heeft het beroep ingetrokken. Het beroep is behandeld in de zitting van 24 augustus Op 7 oktober 2015 is een tussenuitspraak gedaan in deze zaak (bestuurlijke lus). Deze uitspraak leidt tot een hernieuwde vaststelling van het bestemmingpslan Wilhelminapark, Buiten- Wittevrouwen. Uitvoering Na de hernieuwde vaststelling van het bestemmingsplan zal REO zorgdragen voor de verdere afhandeling van het bestemmingsplan. Na vaststelling door de gemeenteraad wordt het bestemmingsplan gedurende zes weken ter inzage gelegd. Gedurende deze termijn kan tegen het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan beroep worden ingesteld door belanghebbenden die bezwaar hebben tegen de wijzigingen die de raad bij de vaststelling heeft aangebracht. Tevens kan een voorlopige voorziening worden aangevraagd bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. De inwerkingtreding van het bestemmingsplan wordt dan opgeschort totdat een uitspraak is gedaan over de voorlopige voorziening. De uitspraak op de voorlopige voorziening kan circa 3 maanden duren. De afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State doet uitspraak over de ingediende beroepschriften binnen één jaar na afloop van de beroepstermijn.

111 Context Bij besluit van 18 december 2014 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan 'Wilhelminapark, Buiten-Wittevrouwen' vastgesteld. Dit bestemmingsplan heeft tot doel het juridisch-planologisch vastleggen van de bestaande situatie en de functionele en ruimtelijke structuur van het gebied. Voor het overige wordt verwezen naar het raadsbesluit van 18 december Tegen dit raadsbesluit is beroep ingesteld door een drietal appellanten (waarvan 1 appellant het beroep heeft ingetrokken). Op 7 oktober 2015 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder: Raad van State) een zogenaamde tussenuitspraak ( /1/R2) gedaan en de gemeente opgedragen het door de Raad van State geconstateerde gebrek te herstellen en de geconstateerde rechtsonzekerheid weg te nemen. Voor het overige is de gemeente in het gelijk gesteld. De Raad van State heeft in de uitspraak, kort samengevat, aangegeven dat bij de woonbestemming een aanhef ontbreekt bij de regeling voor een aan-huis-verbonden beroep en bedrijf, en dat in dezelfde regeling rechtsonzekerheid ontstaat doordat onbedoeld niet eenduidig is aangegeven dat in de regeling van aan-huis verbonden bedrijven uitsluitend bedrijfsactiviteiten in maximaal categorie A en B1 van de bij de planregels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging' zijn toegestaan, mits daarvoor ook geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist zijn toegestaan. Het bestemmingsplan is op deze onderdelen aangepast. Beslispunt 1 Naar aanleiding van de tussenuitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het bestemmingsplan Wilhelminapark, Buiten-Wittevrouwen dat is vastgelegd in het bestand NL.IMRO.0344.BP-BPWILHELMINABWITTE-VA02.gml met ondergrond NL.IMRO.0344.BPWILHELMINABWITTE-VA02.dgn vast te stellen Argumenten 1.1 Gezien de tussenuitspraak van de Raad van State moet in het bestemmingsplan Wilhelminapark, Buiten-Wittevrouwen, vastgesteld op 18 december 2014, een wijziging worden aangebracht die in het nu vast te stellen bestemmingsplan is verwerkt. De Raad van State heeft in de tussenuitspraak van 7 oktober 2015 de gemeente opgedragen het door de Raad van State geconstateerde gebrek te herstellen en de geconstateerde rechtsonzekerheid weg te nemen. Deze uitspraak stelt concreet dat de gehanteerde regeling voor een aan-huis-verbondenberoep of -bedrijf op onderdelen onvoldoende rechtszekerheid biedt en gebrekkig is, aangezien: 1. bij de regels voor de woonbestemmingen de zinsnede "De uitoefening van een aan-huis verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien:" ontbreekt. Deze moet worden toegevoegd; 2. de regels met betrekking tot een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf (onder c), zo kunnen worden gelezen dat het zowel bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 áls bedrijfsactiviteiten betreft waarvoor geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist. Dit is niet wat de raad heeft bedoeld, namelijk dat in de regeling van aanhuis verbonden bedrijven uitsluitend bedrijfsactiviteiten in maximaal categorie A en B1 van de bij de planregels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging', en mits daarvoor ook geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist zijn toegestaan. Dit moet worden aangepast. Dit heeft geleid tot de volgende aanpassingen:

112 De aanhef van het aan-huis-verbonden beroep en bedrijf is toegevoegd aan de bestemmingen waar deze aanhef ontbrak: Wonen 1 (artikel 23) en Wonen 2 (artikel 24). De wijziging aan lid c is doorgevoerd bij de bestemmingen waarbinnen een aan-huisverbonden beroep of bedrijf mogelijk is: Cultuur en ontspanning (artikel 5), Gemengd 1 (artikel 7), Gemengd 2 (artikel 8), Gemengd 3 (artikel 9), Gemengd 4 (artikel 10). Gemengd 5 (artikel 11), Kantoor (artikel 14) en Wonen 1 (artikel 23) en Wonen 2 (artikel 24). Voor het overige hoeft het bestemmingsplan niet te worden aangepast. 1.2 Met de wijzigingen wordt het risico op een definitieve vernietiging van het raadsbesluit klein geacht. Door het verwerken van de aanbevelingen van de Raad van State is de kans zeer groot dat de Raad van State het raadsbesluit, dan wel de rechtsgevolgen daarvan, in stand laat.

113 Ontwerpvoorstel aan de raad Raadsbesluit Opgesteld door Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling Paumen, M. (Marjolein) Kenmerk Vergadering Commissie Stad en Ruimte Vergaderdatum 26 januari 2016 Vaststelling bestemmingsplan Wilhelminapark, Buiten-Wittevrouwen Het College van burgemeesters en wethouders stelt de raad voor het volgende te besluiten: 1 Naar aanleiding van de tussenuitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het bestemmingsplan Wilhelminapark, Buiten-Wittevrouwen dat is vastgelegd in het bestand NL.IMRO.0344.BP-BPWILHELMINABWITTE-VA02.gml met ondergrond NL.IMRO.0344.BPWILHELMINABWITTE-VA02.dgn vast te stellen Aldus besloten in de vergadering van de raad, gehouden op De griffier De burgemeester mr. J.H.C. van Zanen

114 2 Wijzigingen n.a.v. bestuurlijke lus - DEF WIJZIGINGEN BESTEMMINGSPLAN WILHELMINAPARK, BUITEN WITTEVROUWEN N.A.V. TUSSENUITSPRAAK RAAD VAN STATE D.D. 7 OKTOBER 2015 AANGEPASTE REGELING VOOR AAN-HUIS-VERBONDEN BEROEP EN BEDRIJF De aanhef van het aan-huis-verbonden beroep en bedrijf is toegevoegd aan de bestemmingen waar deze aanhef ontbrak: Wonen 1 (artikel 23) en Wonen 2 (artikel 24). De wijziging aan lid c. is doorgevoerd bij de bestemmingen waarbinnen een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf mogelijk is: Cultuur en ontspanning (artikel 5), Gemengd 1 (artikel 7), Gemengd 2 (artikel 8), Gemengd 3 (artikel 9), Gemengd 4 (artikel 10). Gemengd 5 (artikel 11), Kantoor (artikel 14) en Wonen 1 (artikel 23) en Wonen 2 (artikel 24). Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien: a. de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of - bedrijf niet groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 40 m², inclusief aan- en uitbouwen; b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 40 m 2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend; c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging' en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist; d. er geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte; e. in afwijking van het gestelde onder a. mag, indien de vloeroppervlakte van de woning groter is dan 150 m 2, de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of - bedrijf maximaal 60 m², inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, bedragen; f. in afwijking van het gestelde onder b. mag, indien de vloeroppervlakte van het vrijstaande bijbehorende bouwwerk groter is dan 100 m², de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf maximaal 60 m 2 bedragen.

115 Volledig overzicht van alle aangepaste artikelen: zie vergeelde stukken voor toegevoegde tekst en doorhalingen waar tekst verdwijnt. Artikel 5 Cultuur en ontspanning 5.1 Bestemmingsomschrijving De voor Cultuur en ontspanning aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. culturele voorzieningen in de vorm van een museum met bijbehorend bezoekerscentrum; b. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' tevens voor wonen; c. de bij de bestemming behorende groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water, tuinen, erven en terreinen. 5.2 Bouwregels Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: Gebouwen a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. het bebouwingspercentage binnen het bouwvlak bedraagt 100%; c. de goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' mag niet worden overschreden; d. bestaande gebouwen die niet voldoen aan het bepaalde gesteld onder a. tot en met c., mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met uitzondering van erf- en perceelafscheidingen welke maximaal 2 meter hoog mogen zijn achter de voorgevelrooilijn en 1 meter hoog voor de voorgevelrooilijn; b. in afwijking van het bepaalde onder a. mag de bouwhoogte van palen en masten niet meer dan 6 meter bedragen; c. het bepaalde onder a. geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en regeling van het verkeer; d. bestaande bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die niet voldoen aan het bepaalde gesteld onder a. tot en met c., mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot. 5.3 Specifieke gebruiksregels Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien: a. de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of - bedrijf niet groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 40 m², inclusief aan- en uitbouwen; b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 40 m 2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend; c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging' en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist;

116 d. er geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte; e. in afwijking van het gestelde onder a. mag, indien de vloeroppervlakte van de woning groter is dan 150 m 2, de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of - bedrijf maximaal 60 m², inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, bedragen; f. in afwijking van het gestelde onder b. mag, indien de vloeroppervlakte van het vrijstaande bijbehorende bouwwerk groter is dan 100 m², de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf maximaal 60 m 2 bedragen Bed & breakfast De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen. 5.4 Afwijken van de gebruiksregels Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in: artikel onder c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging', indien en voorzover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging'. Artikel 7 Gemengd Bestemmingsomschrijving De voor Gemengd - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. detailhandel, uitsluitend op de begane grond; b. dienstverlening, uitsluitend op de begane grond; c. wonen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden-beroep of bedrijf dan wel een bed & breakfast, uitsluitend vanaf de eerste verdieping; d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - horeca - 1' tevens horeca tot en met categorie C van de bij deze regels behorende Lijst van Horeca-activiteiten, uitsluitend op de begane grond, e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - horeca - 2' tevens horeca tot en met categorie B van de bij deze regels behorende Lijst van Horeca-activiteiten, uitsluitend op de begane grond, f. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' tevens kantoren, uitsluitend op de begane grond, g. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' tevens maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de begane grond; h. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf' tevens bedrijven zoals opgenomen in de categorieën A en/of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging', uitsluitend op de begane grond; i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - afhaalzaak' tevens een afhaalzaak, uitsluitend op de begane grond; j. ter plaatse van de aanduiding 'hotel' tevens een hotel; k. de bij de bestemming behorende groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water, tuinen, erven en terreinen.

117 7.2 Bouwregels Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: Gebouwen a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. het bebouwingspercentage binnen het bouwvlak bedraagt 100%; c. de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte', mag niet worden overschreden; d. de goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' mag niet worden overschreden; e. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een fietsenstalling, buiten het bouwvlak worden gebouwd tot een oppervlakte van 6 m 2 per bouwperceel; f. bestaande gebouwen die niet voldoen aan het bepaalde gesteld onder a. tot en met d., mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot Bijbehorende bouwwerken a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend 1 meter achter de voorgevelrooilijn worden gebouwd; b. de diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw niet meer dan 3 meter bedragen; c. de breedte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van het hoofdgebouw niet meer dan 3 meter bedragen; d. de (bouwhoogte) van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan de hoogte van het vloerpeil van de eerste verdieping van het hoofdgebouw, vermeerderd met 0,30 meter; e. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 3 meter bedragen, indien het vrijstaande bijbehorende bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de maximale bouwhoogte niet meer dan 4,5 meter bedragen; f. de erfzone mag volledig worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken, met inachtneming van artikel lid g.; g. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m 2 of minder, mag maximaal 50% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 30 m 2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone; h. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m 2 tot 1500 m 2, mag maximaal 10% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 75 m 2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone; i. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van meer dan 1500 m 2, mag maximaal 5% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 125 m 2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone; j. bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde vermeld onder a. tot en met i. mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen welke niet meer dan 2 meter hoog mogen zijn achter de voorgevelrooilijn en 1 meter hoog voor de voorgevelrooilijn;

118 b. in afwijking van het gestelde onder a. mag de bouwhoogte van palen en masten niet meer dan 6 meter bedragen; c. bestaande bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die niet voldoen aan het bepaalde gesteld onder a. en b., mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot. 7.3 Specifieke gebruiksregels Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien: a. de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of - bedrijf niet groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 40 m², inclusief aan- en uitbouwen; b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 40 m 2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend; c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging' en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist; d. er geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte; e. in afwijking van het gestelde onder a. mag, indien de vloeroppervlakte van de woning groter is dan 150 m 2, de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of - bedrijf maximaal 60 m², inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, bedragen; f. in afwijking van het gestelde onder b. mag, indien de vloeroppervlakte van het vrijstaande bijbehorende bouwwerk groter is dan 100 m², de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf maximaal 60 m 2 bedragen Bed & breakfast De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen. 7.4 Afwijken van de gebruiksregels Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in: artikel onder c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging', indien en voorzover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging'.

119 Artikel 8 Gemengd Bestemmingsomschrijving De voor Gemengd - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden-beroep of bedrijf dan wel een bed & breakfast; b. detailhandel, uitsluitend op de begane grond; c. dienstverlening, uitsluitend op de begane grond; d. kantoren, uitsluitend op de begane grond; e. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' tevens maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de begane grond; f. ter plaatse van de aanduiding 'sport' tevens voor sportvoorzieningen; g. de bij de bestemming behorende groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water, tuinen, erven en terreinen. 8.2 Bouwregels Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: Gebouwen a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. het bebouwingspercentage binnen het bouwvlak bedraagt 100%; c. de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte', mag niet worden overschreden; d. de goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' mag niet worden overschreden; e. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een fietsenstalling, buiten het bouwvlak worden gebouwd tot een oppervlakte van 6 m 2 per bouwperceel; f. bestaande gebouwen die niet voldoen aan het bepaalde gesteld onder a. tot en met d., mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot Bijbehorende bouwwerken a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend 1 meter achter de voorgevelrooilijn worden gebouwd; b. de diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw niet meer dan 3 meter bedragen; c. de breedte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van het hoofdgebouw niet meer dan 3 meter bedragen; d. de (bouwhoogte) van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan de hoogte van het vloerpeil van de eerste verdieping van het hoofdgebouw, vermeerderd met 0,30 meter; e. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 3 meter bedragen, indien het vrijstaande bijbehorende bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de maximale bouwhoogte niet meer dan 4,5 meter bedragen; f. de erfzone mag volledig worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken; g. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m 2 of minder, mag maximaal 50% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 30 m 2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone;

120 h. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m 2 tot 1500 m 2, mag maximaal 10% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 75 m 2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone; i. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van meer dan 1500 m 2, mag maximaal 5% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 125 m 2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone; j. bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde vermeld onder a. tot en met i. mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen welke niet meer dan 2 meter hoog mogen zijn achter de voorgevelrooilijn en 1 meter hoog voor de voorgevelrooilijn; b. in afwijking van het gestelde onder a. mag de bouwhoogte van palen en masten niet meer dan 6 meter bedragen; c. bestaande bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die niet voldoen aan het bepaalde gesteld onder a. en b., mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot. 8.3 Specifieke gebruiksregels Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien: a. de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of - bedrijf niet groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 40 m², inclusief aan- en uitbouwen; b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 40 m 2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend; c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging' en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist; d. er geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte; e. in afwijking van het gestelde onder a. mag, indien de vloeroppervlakte van de woning groter is dan 150 m 2, de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of - bedrijf maximaal 60 m², inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, bedragen; f. in afwijking van het gestelde onder b. mag, indien de vloeroppervlakte van het vrijstaande bijbehorende bouwwerk groter is dan 100 m², de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf maximaal 60 m 2 bedragen Bed & breakfast De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen.

121 8.4 Afwijken van de gebruiksregels Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel onder c. voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging', indien en voorzover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging'. Artikel 9 Gemengd Bestemmingsomschrijving De voor Gemengd - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden-beroep of bedrijf dan wel een bed & breakfast; b. kantoren, uitsluitend op de begane grond; c. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de begane grond; d. ateliers, uitsluitend op de begane grond; e. bedrijven, zoals opgenomen in de categorieën A en/of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging', uitsluitend op de begane grond; f. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens detailhandel, uitsluitend op de begane grond; g. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' tevens dienstverlening, uitsluitend op de begane grond; h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1' tevens maatschappelijke voorzieningen; i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 2' tevens een hotel, uitsluitend op de begane grond; j. ter plaatse van de aanduiding 'hotel' tevens een hotel; k. de bij de bestemming behorende groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water, tuinen, erven en terreinen. 9.2 Bouwregels Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: Gebouwen a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. het bebouwingspercentage binnen het bouwvlak bedraagt 100%; c. de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte', mag niet worden overschreden; d. de goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' mag niet worden overschreden; e. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een fietsenstalling, buiten het bouwvlak worden gebouwd tot een oppervlakte van 6 m 2 per bouwperceel; f. bestaande gebouwen die niet voldoen aan het bepaalde gesteld onder a. tot en met d., mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot Bijbehorende bouwwerken a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend 1 meter achter de voorgevelrooilijn worden gebouwd; b. de diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw niet meer dan 3 meter bedragen;

122 c. de breedte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van het hoofdgebouw niet meer dan 3 meter bedragen; d. de (bouwhoogte) van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan de hoogte van het vloerpeil van de eerste verdieping van het hoofdgebouw, vermeerderd met 0,30 meter; e. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 3 meter bedragen, indien het vrijstaande bijbehorende bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de maximale bouwhoogte niet meer dan 4,5 meter bedragen; f. de erfzone mag volledig worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken; g. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m 2 of minder, mag maximaal 50% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 30 m 2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone; h. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m 2 tot 1500 m 2, mag maximaal 10% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 75 m 2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone; i. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van meer dan 1500 m 2, mag maximaal 5% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 125 m 2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone; j. bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde vermeld onder a. tot en met i. mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen welke niet meer dan 2 meter hoog mogen zijn achter de voorgevelrooilijn en 1 meter hoog voor de voorgevelrooilijn; b. in afwijking van het gestelde onder a. mag de bouwhoogte van palen en masten niet meer dan 6 meter bedragen; c. bestaande bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die niet voldoen aan het bepaalde gesteld onder a. en b., mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot. 9.3 Specifieke gebruiksregels Parkeren a. Uitsluitend de bestaande en/of feitelijk aanwezige parkeerplaatsen op de adressen zoals vermeld in de bij deze regels behorende bijlage Lijst Parkeren Maliebaan e.o., Emmalaan en Museumlaan, zijn toegestaan op de terreinen behorende bij deze adressen; b. een toename van en/of een wijziging van de indeling van bestaande en/of feitelijk aanwezige parkeerplaatsen op de adressen zoals vermeld in de bij deze regels behorende bijlage Lijst Parkeren Maliebaan e.o., Emmalaan en Museumlaan, zijn/is niet toegestaan op de terreinen behorende bij deze adressen; c. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a. en b. en een geringe toename van het aantal en/of een wijziging van de indeling van bestaande en/of feitelijk aanwezige parkeerplaatsen toestaan, indien sprake is van een afname van verharding ten gunste van een groene inrichting.

123 9.3.2 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien: a. de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of - bedrijf niet groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 40 m², inclusief aan- en uitbouwen; b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 40 m 2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend; c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging' en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist; d. er geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte; e. in afwijking van het gestelde onder a. mag, indien de vloeroppervlakte van de woning groter is dan 150 m 2, de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of - bedrijf maximaal 60 m², inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, bedragen; f. in afwijking van het gestelde onder b. mag, indien de vloeroppervlakte van het vrijstaande bijbehorende bouwwerk groter is dan 100 m², de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf maximaal 60 m 2 bedragen Bed & breakfast De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen. 9.4 Afwijken van de gebruiksregels Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel onder c. voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging', indien en voorzover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging'. Artikel 10 Gemengd Bestemmingsomschrijving De voor Gemengd - 4 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden-beroep of bedrijf dan wel een bed & breakfast; b. kantoren; c. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' tevens maatschappelijke voorzieningen; d. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' tevens dienstverlening; e. de bij de bestemming behorende groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water, tuinen, erven en terreinen Bouwregels Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

124 Gebouwen a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. het bebouwingspercentage binnen het bouwvlak bedraagt 100%; c. de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte', mag niet worden overschreden; d. de goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' mag niet worden overschreden; e. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een fietsenstalling, buiten het bouwvlak worden gebouwd tot een oppervlakte van 6 m 2 per bouwperceel; f. bestaande gebouwen die niet voldoen aan het bepaalde gesteld onder a. tot en met d., mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot Bijbehorende bouwwerken a. de diepte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw, niet meer dan 3 meter bedragen; b. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk mag niet meer dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw bedragen, vermeerderd met 0,3 meter; c. de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3 meter bedragen; indien het vrijstaande bijbehorende bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de bouwhoogte niet meer dan 4,5 meter bedragen; d. de erfzone mag volledig worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken; e. het achtererfgebied mag tot maximaal 30% worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 24 m 2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone; f. bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde vermeld onder a. tot en met e. mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen welke niet meer dan 2 meter hoog mogen zijn achter de voorgevelrooilijn en 1 meter hoog voor de voorgevelrooilijn; b. in afwijking van het gestelde onder a. mag de bouwhoogte van palen en masten niet meer dan 6 meter bedragen; c. bestaande gebouwen die niet voldoen aan het bepaalde gesteld onder a. tot en met b., mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot Specifieke gebruiksregels Parkeren a. Uitsluitend de bestaande en/of feitelijk aanwezige parkeerplaatsen op de adressen zoals vermeld in de bij deze regels behorende bijlage Lijst Parkeren Maliebaan e.o., Emmalaan en Museumlaan, zijn/is toegestaan op de terreinen behorende bij deze adressen; b. een toename van en/of een wijziging van de indeling van bestaande en/of feitelijk aanwezige parkeerplaatsen op de adressen zoals vermeld in de bij deze regels behorende bijlage Lijst Parkeren Maliebaan e.o., Emmalaan en Museumlaan, zijn/is niet toegestaan op de terreinen behorende bij deze adressen; c. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a. en b. en een geringe toename van het aantal en/of een wijziging van de indeling van bestaande of feitelijk aanwezige parkeerplaatsen toestaan, indien sprake is van een afname van verharding ten gunste van een groene inrichting.

125 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien: a. de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of - bedrijf niet groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 40 m², inclusief aan- en uitbouwen; b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 40 m 2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend; c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging' en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist; d. er geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte; e. in afwijking van het gestelde onder a. mag, indien de vloeroppervlakte van de woning groter is dan 150 m 2, de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of - bedrijf maximaal 60 m², inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, bedragen; f. in afwijking van het gestelde onder b. mag, indien de vloeroppervlakte van het vrijstaande bijbehorende bouwwerk groter is dan 100 m², de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf maximaal 60 m 2 bedragen Bed & breakfast De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen Afwijken van de gebruiksregels Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in: a. artikel onder c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging', indien en voor zover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging'. Artikel 11 Gemengd Bestemmingsomschrijving De voor Gemengd - 5 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden-beroep of bedrijf dan wel een bed & breakfast; b. kantoren; c. de bij de bestemming behorende groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water, tuinen, erven en terreinen Bouwregels Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

126 Gebouwen a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. het bebouwingspercentage binnen het bouwvlak bedraagt 100%; c. de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte', mag niet worden overschreden; d. de goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' mag niet worden overschreden; e. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een fietsenstalling, buiten het bouwvlak worden gebouwd tot een oppervlakte van 6 m 2 per bouwperceel; f. bestaande gebouwen die niet voldoen aan het bepaalde gesteld onder a. tot en met d., mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot Bijbehorende bouwwerken a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend 1 meter achter de voorgevelrooilijn worden gebouwd; b. de diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw niet meer dan 3 meter bedragen; c. de breedte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van het hoofdgebouw niet meer dan 3 meter bedragen; d. de (bouwhoogte) van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan de hoogte van het vloerpeil van de eerste verdieping van het hoofdgebouw, vermeerderd met 0,30 meter; e. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 3 meter bedragen, indien het vrijstaande bijbehorende bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de maximale bouwhoogte niet meer dan 4,5 meter bedragen; f. de erfzone mag volledig worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken; g. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m 2 of minder, mag maximaal 50% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 30 m 2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone; h. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m 2 tot 1500 m 2, mag maximaal 10% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 75 m 2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone; i. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van meer dan 1500 m 2, mag maximaal 5% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 125 m 2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone; j. bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde vermeld onder a. tot en met i. mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen welke niet meer dan 2 meter hoog mogen zijn achter de voorgevelrooilijn en 1 meter hoog voor de voorgevelrooilijn; b. in afwijking van het gestelde onder a. mag de bouwhoogte van palen en masten niet meer dan 6 meter bedragen; c. bestaande gebouwen die niet voldoen aan het bepaalde gesteld onder a. en b., mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot.

127 11.3 Specifieke gebruiksregels Parkeren a. Uitsluitend de bestaande en/of feitelijk aanwezige parkeerplaatsen op de adressen zoals vermeld in de bij deze regels behorende bijlage Lijst Parkeren Maliebaan e.o., Emmalaan en Museumlaan, zijn toegestaan op de terreinen behorende bij deze adressen; b. een toename van en/of een wijziging van de indeling van bestaande en/of feitelijk aanwezige parkeerplaatsen op de adressen zoals vermeld in de bij deze regels behorende bijlage Lijst Parkeren Maliebaan e.o., Emmalaan en Museumlaan, zijn/is niet toegestaan op de terreinen behorende bij deze adressen; c. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a. en b. en een geringe toename van het aantal en/of een wijziging van de indeling van bestaande en/of feitelijk aanwezige parkeerplaatsen toestaan, indien sprake is van een afname van verharding ten gunste van een groene inrichting Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien: a. de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of - bedrijf niet groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 40 m², inclusief aan- en uitbouwen; b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 40 m 2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend; c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging' en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist; d. er geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte; e. in afwijking van het gestelde onder a. mag, indien de vloeroppervlakte van de woning groter is dan 150 m 2, de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of - bedrijf maximaal 60 m², inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, bedragen; f. in afwijking van het gestelde onder b. mag, indien de vloeroppervlakte van het vrijstaande bijbehorende bouwwerk groter is dan 100 m², de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf maximaal 60 m 2 bedragen Bed & breakfast De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen Afwijken van de gebruiksregels Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in: artikel onder c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging', indien en voor zover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging'.

128 Artikel 14 Kantoor 14.1 Bestemmingsomschrijving De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. kantoren; b. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' tevens voor wonen, al dan niet in combinatie met een aanhuis-verbonden-beroep of bedrijf dan wel een bed & breakfast; c. de bij de bestemming behorende verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water, tuinen, erven en terreinen Bouwregels Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: Gebouwen a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. het bebouwingspercentage binnen het bouwvlak bedraagt 100%; c. de goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' mag niet worden overschreden; d. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een fietsenstalling, buiten het bouwvlak worden gebouwd tot een oppervlakte van 20 m 2 per bouwperceel; e. bestaande gebouwen die niet voldoen aan het bepaalde gesteld onder a. tot en met d., mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met uitzondering van erf- en perceelafscheidingen welke niet meer dan 2 meter hoog mogen zijn achter de voorgevelrooilijn en 1 meter hoog voor de voorgevelrooilijn; b. in afwijking van het gestelde onder a. mag de bouwhoogte van palen en masten niet meer dan 6 meter bedragen; c. het gestelde onder a. geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en regeling van het verkeer Specifieke gebruiksregels Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien: a. de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of - bedrijf niet groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 40 m², inclusief aan- en uitbouwen; b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 40 m 2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend; c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging' en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist;

129 d. er geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte; e. in afwijking van het gestelde onder a. mag, indien de vloeroppervlakte van de woning groter is dan 150 m 2, de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of - bedrijf maximaal 60 m², inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, bedragen; f. in afwijking van het gestelde onder b. mag, indien de vloeroppervlakte van het vrijstaande bijbehorende bouwwerk groter is dan 100 m², de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf maximaal 60 m 2 bedragen Bed & breakfast De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen Afwijken van de gebruiksregels Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel onder c. voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging', indien en voor zover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging'. Artikel 23 Wonen Bestemmingsomschrijving De voor Wonen - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor: g. woningen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep- of bedrijf dan wel een bed & breakfast; h. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' tevens een overdekte parkeergarage, uitsluitend op de begane grond; i. ter plaatse van de aanduiding 'garagebox' tevens voor een garagebox; j. ter plaatse van de aanduiding' cultuur en ontspanning' tevens ten behoeve van cultuur en ontspanning, uitsluitend op de begane grond; k. de bij de bestemming behorende groenvoorzieningen, water, tuinen, erven en terreinen Bouwregels Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: Hoofdgebouwen a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte', mag niet worden overschreden; c. de goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' mag niet worden overschreden; d. bestaande hoofdgebouwen die niet voldoen aan het bepaalde vermeld onder a. tot en met b., mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot Gebouwen: parkeergarage en garagebox a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. de bouwhoogte van de garagebox ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte', mag niet worden overschreden;

130 c. bestaande gebouwen die niet voldoen aan het bepaalde vermeld onder a. tot en met b., mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. op de gronden die vóór de voorgevelrooilijn mogen erf- en perceelafscheidingen met een hoogte van ten hoogste 1 meter worden gebouwd. De bouwhoogte van de overige erf- en perceelafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter; b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan: 1. 6 meter voor palen en masten; 2. 3 meter voor de overige; c. bestaande bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en die niet voldoen aan het bepaalde vermeld onder a. tot en met b., mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot Bijbehorende bouwwerken a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend 1 meter achter het hoofdgebouw worden gebouwd; b. de diepte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw, niet meer dan 3 meter bedragen; c. de breedte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk aan de zijgevel van het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van het hoofdgebouw, niet meer dan 3 meter bedragen; d. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk mag niet meer dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw bedragen, vermeerderd met 0,3 meter; e. de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3 meter bedragen; indien het vrijstaande bijbehorende bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de bouwhoogte niet meer dan 4,5 meter bedragen; f. de erfzone mag volledig worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken, met inachtneming van artikel lid g.; g. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 30 m 2 of minder, mag maximaal 75% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken wordt bebouwd; h. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 30 m 2 tot 300 m 2 of minder, mag maximaal 50% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 30 m 2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone; i. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m 2 tot 1500 m 2, mag maximaal 10% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 75 m 2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone; j. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van meer dan 1500 m 2, mag maximaal 5% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 125 m 2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone; k. bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde vermeld onder a. tot en met j. mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot Specifieke gebruiksregels Parkeren a. Uitsluitend de bestaande en/of feitelijk aanwezige parkeerplaatsen op de adressen zoals vermeld in de bij deze regels behorende bijlage Lijst Parkeren Maliebaan e.o., Emmalaan en Museumlaan, zijn toegestaan op de terreinen behorende bij deze adressen; b. een toename van en/of een wijziging van de indeling van bestaande en/of feitelijk aanwezige parkeerplaatsen op de adressen zoals vermeld in de bij deze regels behorende bijlage Lijst

131 Parkeren Maliebaan e.o., Emmalaan en Museumlaan, zijn/is niet toegestaan op de terreinen behorende bij deze adressen; c. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a. en b. en een geringe toename van het aantal en/of een wijziging van de indeling van bestaande en/of feitelijk aanwezige parkeerplaatsen toestaan, indien sprake is van een afname van verharding ten gunste van een groene inrichting Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien: a. de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of - bedrijf niet groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 40 m², inclusief bijbehorende bouwwerken; b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 40 m 2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorende bouwwerk wordt uitgeoefend; c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging' en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist; d. er geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte; e. in afwijking van het gestelde onder a. mag, indien de vloeroppervlakte van de woning groter is dan 150 m 2, de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of - bedrijf maximaal 60 m², inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, bedragen; f. in afwijking van het gestelde onder b. mag, indien de vloeroppervlakte van het vrijstaande bijbehorende bouwwerk groter is dan 100 m², de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf maximaal 60 m 2 bedragen Bed & breakfast De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen Afwijken van de gebruiksregels Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: a. artikel onder c. voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging', indien en voorzover deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging'.

132 Artikel 24 Wonen Bestemmingsomschrijving De voor Wonen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woningen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep- of bedrijf dan wel een bed & breakfast; b. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' tevens maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de begane grond; c. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' tevens kantoor, uitsluitend op de begane grond; d. de bij de bestemming behorende groenvoorzieningen, water, tuinen, erven en terreinen Bouwregels Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: Hoofdgebouwen a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte', mag niet worden overschreden; c. de goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' mag niet worden overschreden; d. de bestaande kapvorm of afdekking moet worden gehandhaafd; e. bestaande hoofdgebouwen die niet voldoen aan het bepaalde vermeld onder a. tot en met b., mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. op de gronden vóór de voorgevelrooilijn mogen erf- en perceelafscheidingen met een hoogte van ten hoogste 1 meter worden gebouwd. De bouwhoogte van de overige erf- en perceelafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter; b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan: 1. 6 meter voor palen en masten; 2. 3 meter voor de overige; c. bestaande bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en die niet voldoen aan het bepaalde vermeld onder a. tot en met b., mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot Bijbehorende bouwwerken a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend achter het hoofdgebouw worden gebouwd; b. de diepte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw, niet meer dan 3 meter bedragen; c. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk mag niet meer dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw bedragen, vermeerderd met 0,3 meter; d. de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3 meter bedragen; indien het vrijstaande bijbehorende bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de bouwhoogte niet meer dan 4,5 meter bedragen; e. de erfzone mag volledig worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken; f. het achtererfgebied mag tot maximaal 30% worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 24 m 2, naast hetgeen is toegestaan in de erfzone;

133 g. bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde vermeld onder a t/m f mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot Specifieke gebruiksregels Parkeren a. Uitsluitend de bestaande en/of feitelijk aanwezige parkeerplaatsen op de adressen zoals vermeld in de bij deze regels behorende bijlage Lijst Parkeren Maliebaan e.o., Emmalaan en Museumlaan, zijn toegestaan op de terreinen behorende bij deze adressen; b. een toename van en/of een wijziging van de indeling van bestaande en/of feitelijk aanwezige parkeerplaatsen op de adressen zoals vermeld in de bij deze regels behorende bijlage Lijst Parkeren Maliebaan e.o., Emmalaan en Museumlaan, zijn/is niet toegestaan op de terreinen behorende bij deze adressen; c. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a. en b. en een geringe toename van het aantal en/of een wijziging van de indeling van bestaande en/of feitelijk aanwezige parkeerplaatsen toestaan, indien sprake is van een afname van verharding ten gunste van een groene inrichting Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien: a. de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of - bedrijf niet groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 40 m², inclusief bijbehorende bouwwerken; b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 40 m 2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorende bouwwerk wordt uitgeoefend; c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging' en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist; d. er geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte; e. in afwijking van het gestelde onder a. mag, indien de vloeroppervlakte van de woning groter is dan 150 m 2, de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of - bedrijf maximaal 60 m², inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, bedragen; f. in afwijking van het gestelde onder b. mag, indien de vloeroppervlakte van het vrijstaande bijbehorende bouwwerk groter is dan 100 m², de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf maximaal 60 m 2 bedragen Bed & breakfast De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen Afwijken van de gebruiksregels Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: artikel onder c. voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging', indien en voorzover deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging'.

134 3 Link stukken BP Wilhelminapark, Buiten-Wittevrouwen (Deze link niet gebruiken voor een zelf te maken website!) link naar RoPubliceer Via bijgaande link is het bestemmingsplan Wilhelminapark, Buiten-Wittevrouwen in een beveiligde omgeving digitaal raadpleegbaar. Link: Wilhelminapark-Buiten-Wittevrouwen

135 4 Brief RvS_Uitspraak Utrecht Bp Wilhelminapark, Buiten-Wittevrouwen_ Raad vanstate Afdeling hestnursrechtspraal" ot* Utr*cnt Ingekomen d.d. 08 OKT 2015 CEO Raad van de gemeente Utrecht Postbus CE UTRECHT lllllllllllllllllllllllllllllllii I ] )ätum Uw kenmerk 7 oktober /1/R2 Onderwerp Utrecht Bp Wilhelminapark, Buiten- Wittevrouwen Behandelend ambtenaar Y.A. Neijssel In de bovenvermelde zaak is een uitspraak gedaan. Een afschrift daarvan treft u hierbij aan. De behandeling van de zaak is daarmee nog niet beëindigd. In de uitspraak kunt u lezen welke opdracht de Afdeling heeft verstrekt. De verdere behandeling zal worden voortgezet onder het zaaknummer /2. Voor zover de opdracht met zich brengt dat er een nieuw IMRO-bestand geupload moet worden, kunt u gebruik maken van de gebruikersnaam en het wachtwoord dat u eerder hebt ontvangen. Hoogachtend, de griffier Deze brief is geautomatiseerd aangemaakt en is daarom niet ondertekend ICA7) Postbus EA Den Haag - T F Bij correspondentie de datum en liet nummer v.m deze brief vermelden

136 Raad vanstate /1/R2. Datum uitspraak: 7 oktober 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Tussenuitspraak met toepassing van artikel 8:51 d van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) in het geding tussen: J.I.M. Bernink en E.D.M. Knegt, beiden wonend te Utrecht, appellanten, en de raad van de gemeente Utrecht, verweerder.

137 /1/R2 2 7 oktober Procesverloop Bij besluit van 18 december 2014, kenmerk , heeft de raad het bestemmingsplan "Wilhelminapark, Buiten-Wittevrouwen" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben Bernink en Knegt beroep ingesteld. De raad heeft een verweerschrift ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 24 augustus 2015, waar Bernink en de raad, vertegenwoordigd door drs. B. van der Padt, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Overwegingen Bestuurlijke lus 1. Ingevolge artikel 8:51 d van de Awb, voor zover hier van belang, kan de Afdeling het bestuursorgaan opdragen een gebrek in het bestreden besluit te herstellen of te laten herstellen. Toetsingskader 2. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht. Het plan 3. Het plan voorziet in een juridisch-planologische regeling voor een gebied dat is gelegen ten oosten van de binnenstad Utrecht. Het plan richt zich voornamelijk op het beheer van de bestaande situatie en het vastleggen van de functionele en ruimtelijke structuur. Het plangebied wordt begrensd door de Biltstraat in het noorden, de Waterlinieweg in het oosten en de Adriaen van Ostadelaan, Burgemeester Reigerstraat, de Nachtegaalstraat en de Wittevrouwensingel in het (zuid)westen. Het geschil 4. Het beroep van Bernink en Knegt is gericht tegen de plandelen met de bestemmingen "Gemengd - 3", "Wonen - 1 " en "Wonen - 2" voor wat

138 /1/R2 3 7 oktober betreft de percelen gelegen in de nabijheid van hun woning aan de Vlietstraat 5 te Utrecht. Zij kunnen zich niet verenigen met de in het plan geboden gebruiksmogelijkheden inzake aan-huis-verbonden-beroep of bedrijf voor de percelen aan de Vlietstraat en op de hoek van de Wolter Heukelslaan en de Vlietstraat. Het plan is volgens hen op dit punt rechtsonzeker. Voorts vrezen zij dat het plan zal leiden tot een verslechtering van hun woon- en leefklimaat. De bezwaren van Bernink en Knegt houden verband met de hieronder weergegeven planregels. Planologisch regime 5. Ingevolge artikel 9, lid 9.1, aanhef en onder a en e, van de planregels zijn de voor "Gemengd - 3" aangewezen gronden bestemd voor wonen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden-beroep of bedrijf dan wel een bed 8i breakfast en bedrijven, zoals opgenomen in de categorieën A en/of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging', uitsluitend op de begane grond. Ingevolge lid is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen uitsluitend toegestaan indien: a. de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huisverbonden beroep of -bedrijf niet groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 40 m 2, inclusief aanen uitbouwen; b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 40 m 2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend; c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging' en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist; d. er geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte; e. in afwijking van het gestelde onder a. mag, indien de vloeroppervlakte van de woning groter is dan 1 50 m 2, de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf maximaal 60 m 2, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, bedragen; f. in afwijking van het gestelde onder b. mag, indien de vloeroppervlakte van het vrijstaande bijbehorende bouwwerk groter is dan 100 m 2, de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huisverbonden beroep of -bedrijf maximaal 60 m 2 bedragen. Ingevolge lid 9.4 is het college van burgemeester en wethouders bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 9, lid 9.3.2, onder c, voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging', indien en voor zover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging'. Ingevolge artikel 23, lid 23.1, aanhef en onder a, respectievelijk artikel 24, lid 24.1, aanhef en onder a, zijn de voor "Wonen - 1" onderscheidenlijk "Wonen - 2" aangewezen gronden bestemd voor

139 /1/R2 4 7 oktober 2015 woningen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep- of bedrijf dan wel een bed 8i breakfast. Lid respectievelijk lid staat in hoofdstuk 23.3 onderscheidenlijk 24.3 van de planregels met als titel "Specifieke gebruiksregels". Beide leden hebben als kopje "Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf" en luiden: a. de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huisverbonden beroep of -bedrijf niet groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 40 m 2, inclusief bijbehorende bouwwerken; b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 40 m 2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorende bouwwerk wordt uitgeoefend; c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging' en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist; d. er geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte; e. in afwijking van het gestelde onder a. mag, indien de vloeroppervlakte van de woning groter is dan 1 50 m 2, de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf maximaal 60 m 2, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, bedragen; f. in afwijking van het gestelde onder b. mag, indien de vloeroppervlakte van het vrijstaande bijbehorende bouwwerk groter is dan 100 m 2, de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huisverbonden beroep of -bedrijf maximaal 60 m 2 bedragen. Ingevolge artikel 23, lid 23.4, kan het college van burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 23, lid , onder c, voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging', indien en voor zover deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij deze regels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging'. Ontbreken aanhef van planregels 6. Bernink en Knegt betogen dat de regeling voor een aan-huisverbonden beroep of -bedrijf onvoldoende rechtszekerheid biedt. Volgens hen ontbreekt in artikel 23, lid , en artikel 24, lid , van de planregels als aanhef de zinsnede "De uitoefening van een aan-huisverbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien:". Deze planregels zijn aldus niet te begrijpen, volgens Bernink en Knegt De raad heeft ter zitting desgevraagd gesteld dat de voormelde zinsnede in artikel 23, lid , en artikel 24, lid , abusievelijk niet

140 /1/R2 5 7 oktober is opgenomen bij de vaststelling van het plan. De raad heeft daarbij uiteengezet dat door de betreffende planregels te lezen in samenhang met de hierop in de plantoelichting gegeven juridische toelichting zijns inziens duidelijk is wat met deze planregeling is beoogd. De raad heeft erkend dat het in de desbetreffende planregels opnemen van de door Bernink en Knegt genoemde zinsnede als aanhef en dat op een zelfde wijze als dit ook in artikel 9, lid 9.3.2, van de planregels is gedaan, gelet op de consistentie van de planregels, wel de voorkeur zou hebben verdiend. Onder deze omstandigheden ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit, voor zover de zinsnede "De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien:" als aanhef ontbreekt in artikel 23, lid , en artikel 24, lid , van de planregels, in strijd met de ingevolge artikel 3:2 van de Awb vereiste zorgvuldigheid is voorbereid. Het betoog slaagt. Toegestane bedrijfsactiviteiten 7. Bernink en Knegt betogen voorts dat het plan ten onrechte de vestiging van bedrijven toelaat die niet passen in hun woonomgeving. Zij voeren daartoe aan dat artikel 9, lid 9.3.2, aanhef en onder c, en artikel 23, lid , onder c, van de planregels voor de gronden waaraan de bestemmingen "Gemengd - 3" en "Wonen - 1 " zijn toegekend ten onrechte toestaan dat naast bedrijven in categorie A of B1 van de bij de planregels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging' voorts bedrijven zijn toegestaan waarvoor geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist. Dit kunnen bedrijven zijn uit zwaardere categorieën, die in de woonomgeving van de Vlietstraat niet aanvaardbaar zijn, aldus Bernink en Knegt. Er is volgens hen geen mogelijkheid om te beoordelen of vestiging van zwaardere bedrijven dan in categorie A en B1 aanvaardbaarheid is uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening, aangezien deze bedrijven ingevolge de voormelde planregels rechtstreeks worden toegestaan De raad stelt zich op het standpunt dat in de regeling van aan-huisverbonden bedrijven is vastgelegd dat uitsluitend bedrijfsactiviteiten in maximaal categorie A en B1 van de Lijst van bedrijven 'functiemenging' én waarvoor geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist zijn toegestaan. Deze categorie-indeling is gebaseerd op de brochure "Bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten van 2009, aldus de raad. Met artikel 9, lid 9.3.2, en artikel 23, lid , van de planregels wordt volgens de raad voorkomen dat bedrijven die belastend zijn voor de woonomgeving zich kunnen vestigen Nu de raad ter zitting heeft erkend dat artikel 9, lid 9.3.2, aanhef en onder c, en artikel 23, lid , onder c, van de planregels zo kunnen worden gelezen dat het zowel bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 als bedrijfsactiviteiten betreft waarvoor geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist, zijn de planregels naar het oordeel van de Afdeling niet in overeenstemming met hetgeen de raad heeft beoogd te regelen, namelijk dat in de regeling van aan-huis-

141 /1/R2 6 7 oktober verbonden bedrijven uitsluitend bedrijfsactiviteiten in maximaal categorie A en B1 van de bij de planregels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging', en mits daarvoor ook geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist zijn toegestaan. Het bestreden besluit is aldus wat de laatstgenoemde planregels betreft, in strijd met artikel 3:2 van de Awb, niet met de vereiste zorgvuldigheid voorbereid. Het betoog slaagt. A fwij kin gsb evoegdh eid 8. Bernink en Knegt betogen tevens dat het plan in artikel 9, lid 9.4, en artikel 23, lid 23.4, van de planregels ten onrechte voorziet in een afwijkingsbevoegdheid binnen de bestemmingen "Gemengd - 3" en "Wonen - 1 " ten behoeve van bedrijven behorend tot categorie B2. Bedrijven in deze categorie - zoals bijvoorbeeld een timmerwerkfabriek of een autoverhuurbedrijf - zijn in de smalle Vlietstraat met gehorige 1 9 e -eeuwse huizen op voorhand niet inpasbaar, aldus Bernink en Knegt De raad stelt zich op het standpunt dat met het oog op de nodige flexibiliteit in het plan een afwijkingsmogelijkheid is opgenomen voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2, indien en voor zover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de bij de planregels behorende Lijst van bedrijven 'functiemenging'. Het is wenselijk dat een dergelijke aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf kan worden uitgeoefend, aldus de raad. Hiervoor gelden volgens hem specifieke voorwaarden om ervoor te zorgen dat deze activiteiten passen binnen de woonomgeving en geen hinder veroorzaken De Afdeling stelt voorop dat de in artikel 9, lid 9.4, en artikel 23, lid 23.4, opgenomen bevoegdheden algemene afwijkingsbevoegdheden betreffen die geen betrekking hebben op een specifieke locatie en waarbij voorwaarden zijn gesteld die erop zien dat toepassing van deze afwijkingsbevoegdheden niet in strijd komt met een goede ruimtelijke ordening. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen - onder meer in de uitspraak van 16 juli 2014 met zaak nr /1/R1 ( - kan de raad bij het opnemen van dergelijke afwijkingsbevoegdheden in een bestemmingsplan in beginsel volstaan met een afweging of deze in het algemeen op een ruimtelijk aanvaardbare wijze kunnen worden toegepast, zoals de raad in het onderhavige geval heeft gedaan Gezien de omstandigheid dat van de bestreden afwijkingsbevoegdheden alleen gebruik kan worden gemaakt ten behoeve van bedrijven die naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de categorieën, zoals in artikel 9, lid 9.3.2, aanhef en onder c, en artikel 23, lid , onder c, van de planregels genoemd, voorziet het plan er ook in dat toepassing van de afwijkingsbevoegdheid niet leidt tot meer hinder dan de hinder die kan worden ondervonden van de categorieën bedrijven die bij recht zijn toegestaan. De raad heeft zich gelet hierop in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de genoemde afwijkingsbevoegdheden in het algemeen op een ruimtelijk aanvaardbare

142 /1/R2 7 7 oktober 2015 wijze kunnen worden toegepast. Overigens wijst de Afdeling erop dat Bernink en Knegt tegen de toepassing van de afwijkingsbevoegdheden zoals bedoeld in artikel 9, lid 9.4, en artikel 23, lid 23.4, van de planregels rechtsmiddelen kunnen aanwenden, nu afwijking slechts mogelijk is bij omgevingsvergunning, en welke vergunning een besluit in de zin van de Awb betreft. Het betoog faalt. Conclusie 9. De conclusie is dat het bestreden besluit van 18 december 2014 gelet op hetgeen hiervoor onder 6.1 en 7.2 is overwogen in zoverre is genomen in strijd met artikel 3:2 van de Awb. De Afdeling ziet in het belang bij een spoedige beëindiging van het geschil aanleiding de raad op de voet van artikel 8:51 d van de Awb op te dragen de geconstateerde gebreken in het bestreden besluit binnen de hierna te noemen termijn te herstellen. De raad dient daartoe met inachtneming van hetgeen is overwogen onder 6.1 en 7.2 artikel 23, lid , artikel 24, lid en artikel 9, lid 9.3.2, aanhef en onder c, van de planregels zodanig aan te passen dat op ondubbelzinnige wijze tot uitdrukking wordt gebracht wat de raad heeft beoogd toe te staan op de gronden met de bestemmingen "Gemengd - 3", "Wonen - 1 " en "Wonen - 2". Afdeling 3.4 van de Awb behoeft bij de voorbereiding van het nieuwe besluit niet opnieuw te worden toegepast. De raad dient het nieuwe besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken. Proceskostenveroordeling 10. In de einduitspraak zal worden beslist over de proceskosten en vergoeding van het betaalde griffierecht.

143 /1/R2 8 7 oktober Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: draagt de raad van de gemeente Utrecht op om binnen 1 2 weken na de verzending van deze tussenuitspraak met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen: a. het besluit van 18 december 2014, kenmerk , van de raad van de gemeente Utrecht tot vaststelling van het bestemmingsplan "Wilhelminapark, Buiten-Wittevrouwen" te herstellen op een wijze als bedoeld in rechtsoverweging 9; b. de Afdeling en J.I.M. Bernink en E.D.M. Knegt de uitkomst van de uitvoering van de onder a. opgenomen opdracht mede te delen en het nieuwe besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken en mede te delen. Aldus vastgesteld door mr. J. Hoekstra, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P. Plambeck, griffier. w.g. Hoekstra lid van de enkelvoudige kamer w.g. Plambeck griffier Uitgesproken in het openbaar op 7 oktober Verzonden: 7 oktober 2015

144 24 Cie S&R Cohenlaan (Verzonden ) 1 Cohenlaan Burgemeester en Wethouders Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Telefoon Fax Aan de leden van de commissie Stad en Ruimte Behandeld door S.Beenen en K. Sam-Sin - Vos Datum 22 september 2015 Doorkiesnummer Ons kenmerk Onderwerp Cohenlaan Bijlage(n) Uw kenmerk Uw brief van Verzonden Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden Geachte leden van de commissie Stad en Ruimte, Het terrein aan de Cohenlaan in de wijk Noordoost is een braakliggend terrein in gemeentelijk eigendom, waar tot een aantal jaar geleden een school heeft gestaan. De locatie is niet langer in beeld voor een onderwijsbestemming. Het college heeft daarom besloten de locatie te verkopen en te bestemmen voor een andere functie. Met deze brief informeren wij u over het besluit en het verkoopproces. Besluit college Op 22 september 2015 is het startdocument voor de herontwikkeling van de Cohenlaan met een maatschappelijke- of woonbestemming vastgesteld in het College van B&W. Op basis van de beheersverordening zijn op deze locatie de in de verordening opgenomen maatschappelijke voorzieningen toegestaan. Vanwege de ligging van de locatie, midden in een woonwijk, is wonen hier een logische optie is. Uit de wijkraadpleging komt de behoefte aan geschikte woningen voor ouderen naar voren. De nabijheid van het voorzieningenniveau van winkelcentrum De Gaard, het toekomstig gezondheidscentrum Prinsenhof en het openbaar vervoer, maakt dit een interessante plek voor deze doelgroep. Vanwege de geringe omvang van deze ontwikkeling en de behoefte om meer vraaggericht te ontwikkelen, worden bij de tender slechts beperkte gemeentelijke randvoorwaarden meegegeven. De markt wordt hiermee voldoende geïnspireerd om te komen met een passend en acceptabel plan. Tendervoorwaarden Met een tender willen wij uit meerdere inschrijvingen het beste plan selecteren. De selectie zal plaatsvinden op basis van (1) de kwaliteit van het plan, (2) de hoogte van de grondbieding, (3) de duurzaamheidsambitie op basis van GPR-score en IWK, waarbij energie speciale aandacht krijgt en (4) de wijze waarop bewoners worden betrokken. Deze factoren zullen gelijkwaardig meewegen bij de selectie. De partij die het beste op deze onderdelen scoort mag de ontwikkeling realiseren.

145 Burgemeester en Wethouders Datum 22september 2015 Ons kenmerk Vergelijkbaar met de situatie toen de school er stond, moet 60 % van het terrein onbebouwd blijven. Binnen deze randvoorwaarde zijn er twee uitwerkingen mogelijk. Eén met bebouwing in een compacte opzet, die zich onderscheidt van de omgeving als verbijzondering binnen de stempel en bestaat uit woningen (voor een specifieke doelgroep) of een maatschappelijke functie. De bebouwing is alzijdig en heeft een hoogte van maximaal 3 lagen. De tweede uitwerking moet gezien worden als een normaal bouwveld, waar bebouwing past met grondgebonden woningen in 2 rijen. De rijen zijn gesitueerd in oost-west richting en de bebouwing heeft een hoogte van maximaal 2 lagen met kap (één rij maximaal 3 lagen). In beide uitwerkingen blijft de groene rand rondom het terrein behouden. Ook is uitgangspunt dat de bomenrij aan de oostzijde behouden blijft. Het bij het programma benodigde parkeren moet in beginsel worden gerealiseerd binnen het plangebied dan wel op eigen terrein.qua programma wordt gedacht aan circa 12 grondgebonden woningen of circa 18 appartementen, eventueel gecombineerd met een maatschappelijke functie. Ruimte voor collectief opdrachtgeverschap (CPO) Er is op dit moment een wachtlijst voor CPO-initiatiefgroepen. De Cohenlaan lijkt zeer geschikt om een van deze groepen te faciliteren, omdat de gemeente de uitgiftecondities bepaalt en er een match is tussen de wensen van de groepen op de wachtlijst en de locatiekenmerken. Ook biedt een CPOinitiatief goede mogelijkheden om de buurt te betrekken, zowel in het ontwerpproces als bij het uiteindelijke gebruik. Hiermee is er een grotere kans op draagvlak. Tevens geven we hierbij invulling aan het streven naar meer zeggenschap van bewoners bij het bouwen. Uitgangspunt is wel dat de CPO-initiatiefgroepen concurreren met professionele ontwikkelaars, zowel op prijs als op de overige randvoorwaarden. Specifiek voor de meedingende CPO-groepen is dat zij 6 maanden extra tijd krijgen, omdat CPO-initiatieven qua organisatie complexer zijn en meer tijd nodig hebben om bijvoorbeeld de financiering rond te krijgen. Concreet betekent dit dat zij 4 maanden voorafgaande aan de publicatie van de tender geïnformeerd worden en 2 maanden extra tijd krijgen na een eventuele (voorlopige) gunning. Participatie Omwonenden krijgen voorafgaand aan de tender de ruimte om vanuit hun woonomgeving aandachtspunten mee te geven bij de herbestemming van deze locatie. Deze aandachtspunten zullen in een lijst als bijlage bij de tender worden meegegeven. Geïnteresseerde marktpartijen zijn hierdoor vroegtijdig bekend met de ideeën van direct omwonenden. Dit stelt marktpartijen in staat draagvlak te creëren bij de uitwerking van hun plannen. Vanwege het stedelijk gebied met voornamelijk aanpalende woningbouw, zal de ontwikkelpartij zijn bouwplan verder moeten uitwerken in een participatief traject met de omwonenden. Partijen dienen bij de inschrijving een plan van aanpak voor participatie te schrijven. Dit maakt onderdeel uit van de selectie. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Utrecht, de secretaris, de burgemeester, 2/2

146 25 Cie S&R Informatie over woningdelen en Friends-concept in Amsterdam 1 Informatie over woningdelen en Friends-concept in Amsterdam Ir P.F.C. Jansen Wethouder Wonen, Ruimtelijke Ordening, Vastgoed, Dierenwelzijn, Sport, Wijk Zuidwest Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Telefoon Aan de leden van de commissie Stad en Ruimte 1234AB Behandeld door Ellen van Beckhoven Datum 20 november 2015 Doorkiesnummer Ons kenmerk e.van.beckhoven@utrecht.nl Onderwerp Informatie over woningdelen en Bijlage(n) Notitie MN: Friends-concept in de Utrechtse woningmarkt Friends-concept in Amsterdam Uw kenmerk Verzonden Uw brief van Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden Geachte commissieleden, Bij de bespreking van de commissiebrief 'Motie 49 en motie 41 bij de woonvisie' (kenmerk ) in uw commissie op 24 september jl., heb ik toegezegd u schriftelijk te informeren over het Amsterdamse beleid ten aanzien van woningdelen alsmede over het Friends-concept dat MN Services 1 mede heeft ontwikkeld in het gebied Overhoeks in Amsterdam Noord. Via deze brief geef ik invulling aan die toezegging. Woningdelen in Amsterdam In de notitie ruimte voor woningdelers 2 (februari 2014) is het Amsterdamse beleid voor onder meer woningdelen vastgelegd. Via dat beleid wordt het delen van een woning door drie of meer personen mogelijk gemaakt zonder dat daarvoor een vergunningprocedure hoeft te worden doorlopen voor het omzetten van zelfstandige woonruimte naar onzelfstandige woonruimte. Daartoe is in de genoemde notitie het begrip woongroep in één zelfstandige woning geïntroduceerd. Belangrijk is dat de woongroep wordt gevormd op basis van eigen initiatief van de huurders. Verder bepalen de leden van de groep zelf met wie ze willen wonen, welke onderlinge afspraken zij maken, wat zij samen willen doen en welke delen van de woning zij samen gebruiken. Woongroepen zijn alleen toegestaan in de geliberaliseerde huurvoorraad. Er is geen (omzettings-) vergunning vereist voor de woongroep. Wel geldt er een meldingsplicht. Die meldingsplicht is één van de negen voorwaarden waaraan de bewoners, dan wel de woning moeten voldoen. De voorwaarden zijn hieronder genoemd. Voorwaarden voor de bewoners van een woongroep: 1. De woongroep is aangemeld bij de gemeente door de huurders. 2. Er is sprake van één huurcontract op naam van alle leden van de woongroep. Er is geen 1 MN Services beheert het vermogen voor diverse pensioenfondsen. Een aantal fondsen investeert in de woningmarkt. 2 Voor een digitale versie van deze notitie zie:

147 Ir P.F.C. Jansen Wethouder Wonen, Ruimtelijke Ordening, Vastgoed, Dierenwelzijn, Sport, Wijk Zuidwest Datum 20 november 2015 huurrelatie tussen de bewoners onderling; zij zijn gelijkwaardig op dat punt. 3. Bij vertrek van een medehuurder bepalen de achtergebleven huurders onderling wie de nieuwe medehuurder wordt (coöptatie). 4. De huurders maken gebruik van een gemeenschappelijke rekening voor het betalen van de huur en vaste lasten. Voorwaarden voor de woning van een woongroep: 5. Elke bewoner heeft een eigen kamer die voldoet aan de minimale eisen uit het Bouwbesluit. 6. Er is een extra, gemeenschappelijke verblijfsruimte, niet zijnde een slaapkamer. 7. Binnen de woonruimte is er gemiddeld 15m² gebruiksoppervlak per bewoner plus 15m² gebruiksoppervlak voor de gemeenschappelijke verblijfsruimte; 8. De woning voldoet aan de eisen voor geluid reducerende maatregelen (de 62-dB-regel). 9. Als er in de woning vijf of meer personen wonen, moet een gebruiksmelding plaatsvinden conform het Bouwbesluit en moet worden voldaan aan de in dat verband gestelde eisen voor bijvoorbeeld (brand)veiligheid. Vanaf de start van de uitvoering van de regeling tot woningdelen, in juni 2014, zijn bij de gemeente Amsterdam 70 aanvragen ingediend. Hiervan zijn er 54 toegekend en 16 geweigerd. Bij het vaststellen van de notitie Ruimte voor woningdelers in februari 2014 is een motie aangenomen om het beleid binnen twee jaar te evalueren. De evaluatie start dit najaar en de resultaten worden naar verwachting in het voorjaar van 2016 bekend. Ik stel voor dat ik u informeer over de resultaten. Mogelijkheden voor woningdelen in Utrecht Zoals aangegeven in de eerder genoemde commissiebrief, is het ook in Utrecht mogelijk om een woning te delen op een manier die vergelijkbaar is met het Amsterdamse woningdelen en waarbij geen vergunning nodig is. Dit is het geval bij twee bijzondere vormen van zelfstandige bewoning. De eerste vorm van zelfstandige bewoning waarbij geen omzettingsvergunning hoeft te worden aangevraagd is de woongroep. Deze vorm wijkt voor wat betreft de voorwaarden weliswaar iets af van de Amsterdamse variant van woningdelen, maar komt in de basis sterk overeen. De tweede bijzondere vorm van zelfstandige bewoning is de hospitaregeling. Ook deze regeling biedt gelegenheid tot woningdelen. Wel geldt er vanwege de bescherming van de leefbaarheid een beperking van het aantal personen. In een hospitasituatie is het mogelijk om met drie personen een woning te bewonen zonder dat daarvoor een omzettingsvergunning nodig is. Bij een hospitasituatie is sprake van één hoofdhuurder (of eigenaar/bewoner) die maximaal twee kamers aan maximaal twee personen verhuurt. Tevens geldt de eis dat de hoofdhuurder (of eigenaar/bewoner) het exclusieve gebruiksrecht moet hebben op minimaal 50% van de gebruiksoppervlakte van de woning. In het Collegevoorstel voor het nieuwe beleid voor omzetten en splitsen wordt de hospitaregeling aangepast. De nieuwe regeling houdt in dat de eigenaar/bewoner voor minimaal 10% eigenaar van de woning moet zijn en kamers verhuurt aan maximaal twee personen 3. 3 De eis dat de hoofdhuurder (of eigenaar/bewoner) het exclusieve gebruiksrecht moet hebben op minimaal 50% van de gebruiksoppervlakte van de woning, komt in de nieuwe regeling te vervallen. 2/3

148 Ir P.F.C. Jansen Wethouder Wonen, Ruimtelijke Ordening, Vastgoed, Dierenwelzijn, Sport, Wijk Zuidwest Datum 20 november 2015 Ook in de nieuwbouw bestaan mogelijkheden voor het toepassen van woningdelen door twee personen, bijvoorbeeld via Friends-concepten. Bij nieuwbouw wordt het woonproduct echt ontwikkeld op bewoning door meerdere huishoudens. Dat komt onder andere tot uiting via de woningplattegrond (bijv. slaapkamers van gelijke / ruime omvang). Er wordt één huurovereenkomst gesloten met twee huurders en bij vertrek van één van de huurders is de huurder die in het appartement blijft wonen verantwoordelijk voor vervanging. Het concept dat AM Wonen en MN Services momenteel ontwikkelen in Amsterdam Overhoeks, is hiervan een mooi voorbeeld. Op uw verzoek hebben wij MN gevraagd hun concept uit te werken. In bijgevoegde notitie kunt u hierover meer lezen. Woningdelen vs. Omzetten Utrecht kent dus - net als Amsterdam - een aantal mogelijkheden voor woningdelen, waarbij geen omzettingsvergunning nodig is. Wij denken dat deze mogelijkheden voldoende voorzien in de behoefte tot woningdelen en dat uitbreiding hiervan niet noodzakelijk is. Daarnaast is uitbreiding van woonvormen zonder omzettingsvergunning ook niet wenselijk vanwege het belang van bescherming van de leefbaarheid in de wijken. Met name dit aspect maakt dat we in Utrecht vasthouden aan het huidige beleid; de mogelijkheid tot woningdelen door meer dan drie personen (zoals het Amsterdamse model toestaat) wringt op dit moment teveel met ons lokale omzettingsbeleid en de aanpak huisjesmelkers. Bij woningdelen wordt geen leefbaarheidstoets uitgevoerd, terwijl het beschermen van de leefbaarheid in buurten juist een belangrijk doel is van het omzettingsbeleid. Door voor Utrecht deze keuze te maken kunnen we de huidige aanpak van huisjesmelkers doorzetten en met het (nieuwe) beleid voor omzetten en splitsen de leefbaarheid in de stad blijven toetsen. Zoals ook aangegeven tijdens de vergadering in uw commissie, sta ik open voor andere concepten van bewoning door drie of meer personen. Mits deze concepten huisjesmelkerij niet aanmoedigen en niet wringen met het omzettingsbeleid. Ik hoop dat ik u met deze brief voldoende heb geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Paulus Jansen Wethouder Wonen, Ruimtelijke Ordening, Sport, Dierenwelzijn, Vastgoed 3/3

149 2 Bijlage Friends-concept MN en mogelijkheden in de Utrechtse woningmarkt Memo Van Afdeling Michiel van Staveren OG/NL Datum 30 september 2015 Onderwerp Friends-concept in de Utrechtse woningmarkt Inleiding Bij de behandeling van de woonvisie door de gemeenteraad van Utrecht is het Friends-concept (moties 41 en 49 vrienden met Friendscontracten ) besproken. Als (mede) initiatiefnemer van het nieuwbouwproject Toren 1 in het gebied Overhoeks in Amsterdam Noord heeft MN voor 48 appartementen het Friends-concept ontwikkeld. Binnen dit concept is het mogelijk voor personen, die geen relationele band hebben, gezamenlijk een woning te huren. In deze memo wordt uitleg gegeven over het concept en wordt uiteengezet waarom dit concept voor de Utrechtse markt van toegevoegde waarde is. Meer vraag naar vrijesectorhuur Wij onderschrijven de analyse van Stec ( Inzicht in marktpotentie vrijesectorhuur in Utrecht, 2014) dat door sociaaldemografische-, leefstijltrends (flexibilisering van de arbeidsmarkt, opkomst van de deeleconomie) en de afnemende financierbaarheid van koopwoningen de vraag naar middeldure huurwoningen toeneemt. Tevens kan een grotere vrijesectorhuurmarkt ervoor zorgen dat de doorstroming op de gehele Utrechtse woningmarkt verbetert. De groeiende vraag naar vrijesectorhuur wordt voor een belangrijk deel verklaard door het feit dat jonge hoog opgeleiden in toenemende mate de voorkeur geven aan een huurwoning. Deze doelgroep staat aan het begin van hun carrière en wil flexibel zijn ten aanzien van hun woon- en werkplaats. Een huurwoning voorziet in deze flexibiliteit. In de Utrechtse woningmarkt vallen (alleenstaanden) jongere hoog opgeleiden vaak tussen wal en schip. Een deel van deze groep komt op basis van het inkomen in aanmerking voor een sociale huurwoning, maar door de lange wachtlijsten is een geschikte woning veelal niet beschikbaar. Een vrije sector huurwoning is, enerzijds door het beperkte aanbod en anderzijds door de gestelde inkomenseis, beperkt beschikbaar. Door de flexibilisering van de arbeidsmarkt en de aangescherpte hypotheekvoorwaarden is een koopwoning voor deze doelgroep nagenoeg niet betaalbaar. Als gevolg van de toenemende mismatch tussen de vraag naar en het aanbod van passende vrije sectorhuurwoningen zijn de jongere hoog opgeleiden meer en meer gedwongen om buiten de stad woonruimte te zoeken. The next step Utrecht kent een relatief hoog opgeleide beroepsbevolking. Aan de Utrechtse universiteit en hogescholen studeren circa studenten voltijd. Na het afronden van de studie blijft een deel van die hogere opgeleiden verbonden met Utrecht. Dat is belangrijk voor de stad uit een Friends-concept in de Utrechtse woningmarkt

150 oogpunt van bestedingen, draagvlak voor (culturele) voorzieningen, vestigingsklimaat voor kennisintensieve bedrijven en als bron voor innovatief ondernemerschap. Van alle voltijdstudenten wil ruim 40% na de studie graag in de stad blijven wonen. Echter bijna 70% ondervindt problemen van het vinden van geschikte huisvesting. De hoge woondruk resulteert in relatief lange wachtlijsten voor een corporatiewoning en hoge woningprijzen (zowel huur als koop). Startende en jongere hoog opgeleiden, in het bijzonder eenpersoonshuishoudens, hebben hierdoor beperkte mogelijkheden om aan passende woonruimte te komen. Friends-concept voor eenpersoonshuishoudens Het Friends-concept kan een aantrekkelijk alternatief zijn voor deze doelgroep. Het concept richt zicht op de verhuur van driekamerappartementen aan twee personen zonder relationele band. Dit kunnen vrienden, collega s of familieleden zijn die gezamenlijk een appartement willen bewonen. Belangrijke woonwensen van deze doelgroep zijn de nabijheid van grootstedelijke voorzieningen, goede verbindingen met openbaar vervoer en de nabijheid van werkgelegenheid. Hieruit volgt dat de doelgroep bij voorkeur in of nabij de centra van grote steden willen wonen. Dit zijn tevens de locaties waar de huur- en koopwoningprijzen het hoogst zijn. De appartementen binnen het Friends-concept hebben een gedeelde woonkamer, keuken en badkamer en voor een ieder een eigen master-bedroom. Denkbaar is dat de woning beschikt over twee badkamers die (op termijn) eenvoudig zijn samen te voegen. Wij richten ons enkel op bewoning door twee personen. Het huurniveau van een Friends-appartement is vergelijkbaar met het huurniveau van reguliere vrije sector driekamerappartementen. Doordat de woonlasten kunnen worden gedeeld, zijn de ruimere appartementen met alle wooncomfort sneller toegankelijk voor de doelgroep. Vooral in woningmarkten met een relatief hoge huurprijs, zoals de Utrechtse woningmarkt, kan het Friends-concept uitkomst bieden. Uitgangspunten hierbij zijn een minimaal metrage van 85m² voor een driekamerappartement en een huurniveau tussen de 1.000,- en 1.250,- per twee personen per maand. In samenspraak met NautaDutilh is een Friends-huurcontract opgesteld. Uitgangspunt is het sluiten van één huurovereenkomst met twee huurders. In de huurovereenkomst wordt expliciet opgenomen dat het voor het concept van belang is dat de woning door twee personen wordt bewoond. De huurders zijn ieder hoofdelijk aansprakelijk voor het betalen van de huur. Indien één van de huurders wil verhuizen dan zal de achterblijvende huurder een nieuwe medehuurder moeten zoeken. Middels een indeplaatsstelling neemt de nieuwe huurder de rechten en verplichtingen over van de vertrekkend huurder. Het verzoek tot indeplaatsstelling van één medehuurder moet door beide huurders worden ingediend. Uiteraard kunnen door de verhuurder voorwaarden worden verbonden aan de medewerking aan een dergelijke indeplaatsstelling, bijvoorbeeld met betrekking tot de financiële draagkracht van de kandidaat. Friends-concept in de Utrechtse woningmarkt Pagina 2 van 3

151 Resumerend Door het Friends- concept: Kunnen alleenstaanden blijven wonen in hun zo geliefde stad. Wordt deze doelgroep een kwalitatief hoogwaardige en betaalbare woning aangeboden. Ontstaat een schakel tussen het studentenhuis en een volwaardige woning. Wordt ingespeeld op de, door deze doelgroep, gewenste flexibiliteit. Kan Utrecht de hoog opgeleide starters binden aan haar stad. Dit heeft een positieve invloed op het vestigingsklimaat van de stad. Friends-concept in de Utrechtse woningmarkt Pagina 3 van 3

152 26 Cie S&R: Huisvesting Voedselbank/uitgiftepunten 1 commissiebrief voedselbank Ir P.F.C. Jansen Wethouder Wonen, Ruimtelijke Ordening, Vastgoed, Dierenwelzijn, Sport, Wijk Zuidwest Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Telefoon Aan de leden van de commissie Stad en Ruimte Behandeld door H.H. van de Bunt Datum 7 december 2015 Doorkiesnummer Ons kenmerk h.van.de.bunt@utrecht.nl Onderwerp Huisvesting Bijlage(n) Geen Voedselbank/uitgiftepunten Uw kenmerk Verzonden Uw brief van Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden Geachte dames en heren, Hierbij informeer ik u over de huisvesting van de uitgiftepunten van de Voedselbank in Leidsche Rijn en Rivierenwijk, over de vraag naar ruimte voor de Dierenvoedselbank in Noordwest en de vraag naar ruimte van de Weggeefwinkel. Voedselbank Leidsche Rijn Toegezegd is dat spoedig gezorgd zal worden voor een nieuwe locatie voor de Voedselbank Leidsche Rijn. De UVO heeft inmiddels een geschikte, tijdelijke ruimte gevonden bij Den Hoet in Leidsche Rijn, Belcampostraat 12. Deze locatie is vrijgekomen door verhuizing van Stadwerken en staat op de nominatie voor verkoop of verhuur aan een betalende partij. De UVO kan deze locatie voor één jaar in gebruik geven. De coördinator van de Voedselbank Leidsche Rijn is zich ervan bewust dat deze locatie tijdelijk is en zal blijven zoeken naar geschikte, liefst definitieve ruimte om-niet, ook in de particuliere sector. Voedselbank in Rivierenwijk Het uitgiftepunt van de Voedselbank in Rivierenwijk zoekt naar een nieuwe, ruimere locatie. Op dit moment wordt gewerkt vanuit een woonkamer. De gemeente heeft geen geschikt gemeentelijk vastgoed in die buurt. UVO heeft de Voedselbank het advies gegeven zich in te schrijven op de site van het Makelpunt en om te zoeken binnen de particuliere sector. Dierenvoedselbank De Dierenvoedselbank zoekt ruimte in Noordwest. Het advies aan hen is om aansluiting te zoeken bij het uitgiftepunt van de Voedselbank in Zuilen of Ondiep. Beiden zijn op zoek naar een nieuwe locatie en staan ingeschreven bij het Makelpunt. Er zijn vanaf eind 2014 gesprekken geweest met deze partijen, maar tot nu toe heeft dat niet geleid tot een passend aanbod. Weggeefwinkel Ondiep De Weggeefwinkel in Ondiep heeft aangegeven per november 2016 een nieuwe ruimte nodig te hebben. Zij zullen zich ook inschrijven bij het Makelpunt. Een combinatie van deze drie partijen (Dierenvoedselbank, Voedselbank en Weggeefwinkel) levert een goede zoekvraag op. De UVO zet zich in om een ruimte te vinden waar de partijen zich gezamenlijk kunnen vestigen. Rekening houdend met het feit dat de UVO moet verhuren voor marktconforme huurprijzen en de partijen geen huisvestingsbudget hebben, zal een eventueel aanbod via de UVO waarschijnlijk tijdelijk zijn.

153 Ir P.F.C. Jansen Wethouder Wonen, Ruimtelijke Ordening, Vastgoed, Dierenwelzijn, Sport, Wijk Zuidwest Datum 7 december 2015 Meer informatie over de voedselbank-uitgiftepunten in Utrecht kunt u vinden op: Meer informatie over de weggeefwinkel via onderstaande link: Hoogachtend, Paulus Jansen Wethouder 2/2

154 27 Verslagen Expertmeetings Gebiedsontwikkeling nieuwe stijl 1 UR_StuurMee_Verslag STUUR OP MAATSCHAPPELIJKE MEERWAARDE VERSLAG EXPERTMEETING SAMEN STADMAKEN

155 STUUR OP MAATSCHAPPELIJKE MEERWAARDE Sessie Utrechtse Ruimtemakers raakt snaar bij Utrechtse gemeenteraad Wees niet bang voor geleidelijkheid, organiseer dialogen tussen initiatiefnemers, markt en overheid, breek met standaard verdienmodellen en heb het lef initiatiefnemers te honoreren voor de maatschappelijke meerwaarde die zij aan de stad geven. Deze en nog veel meer inzichten namen de aanwezigen mee uit de sessie Samen stadmaken. Georganiseerd door de Utrechtse Ruimtemakers op verzoek van de Utrechtse gemeenteraad, als vervolg op het Vastgoeddiner. Hoe maken we de stad van iedereen? Zo opent dagvoorzitter Jeroen Niemans de sessie Samen stadmaken. Bewoners van Utrecht brachten tijdens de crisis lastige plekken in de stad tot bloei en namen allerlei ruimtelijke initiatieven. Kunnen zij dit blijven doen nu de economie weer aantrekt of krijgen grote marktpartijen weer de overhand? En welke manieren van gebiedsontwikkeling helpen Utrecht, nu de snelst groeiende stad van Nederland voor grote woningbouw- en infrastructurele opgaven staat? Bovenal: waar kan de Utrechtse gemeenteraad (meer) op sturen? Daar probeerden allereerst Arie-Willem Bijl, Peter Steijn en Frans Soeterbroek plenair antwoord op te geven. Bijl was kwartiermaker van creatieve broedplaats het Honigcomplex in Nijmegen, wethouder in Almere en nu onafhankelijk stedelijk adviseur. Hij pleit voor nieuwe strategieën in nieuwe tijden: van onderop ontwikkelen is niet alleen leuk en tijdelijk, maar werkt ook goed bij grote projecten. Bij gebiedsontwikkelingen sturen op getallen en programma is een modelmatige illusie, de werkelijkheid is dynamisch. Stuur ook op andere waarden dan alleen grondopbrengsten! Stop met je stad uit te leveren aan ontwikkelaars, werk met de pioniers die initiatieven nemen en met eindgebruikers. Grote misvatting van gemeenteraden volgens Bijl is ontwikkelaars inschakelen omdat die de markt kennen. Je bewoners, dát is je markt. VAN GREXEN NAAR FLEXEN Peter Steijn, directeur ruimtelijke strategie van de gemeente, stelt dat Utrecht er niet komt met organische ontwikkeling alleen. Utrecht worstelt: de woningmarkt gaat hier alweer over de kop, hoe accommodeer je groei en houd je tegelijkertijd een gezonde stad? Hoe verbind je klassieke top down-sturing met kleinschalige initiatieven? Het begrip eindgebruiker vindt hij achterhaald: iedereen is begingebruiker in een circulaire economie. Steijn vraagt om nieuwe competenties en verdienmodellen, om verbindingen tussen oude en nieuwe ontwikkelstrategieën. En blijven de grex en (grondexploitatie) de kaders waarin overheden en ontwikkelaars werken? Ruimtemaker Frans Soeterbroek vraagt de aanwezige raadsleden waarom hij ze zo weinig hoort over maatschappelijke meerwaarde. Reken af met de stad als verdienmodel. Houd sprinkhanen buiten en werk samen met zich langdurig aan de plek verbonden ontwikkelaars. Maar eigenlijk moet iedere gebruiker ontwikkelaar kunnen zijn! Een Tweet van RO-wethouder Paulus Jansen over een verkeerd gelopen participatieproces ontlokt hilariteit in de zaal en illustreert het failliet van de participatieladder. Veel te paternalistisch, stelt Soeterbroek. Nimby s creëer je als gemeenteraad zelf, door hokjes te maken waarbinnen bewoners mogen meedenken. Ga van inspraak, debat en expertmeetings naar samen regelen en ontwikkelen. Organisch ontwikkelen is niets meer dan meebewegen met de stad. En doe dat ontwikkelen op de plek zelf. Iedere gebiedsaanpak vraagt om een gebiedsatelier. Stap uit dat Stadskantoor! VIER NIEUWE STRATEGIEËN Om deze uitspraken meteen handen en voeten te geven, splitsten de aanwezigen zich op in workshops om drie casussen uit de stad te bespreken: Vechtclub XL, spoorzone Tweede Daalsedijk en het Stationsgebied. Doel is de aanwezigen en vooral de gemeenteraadsleden te laten uitvinden hoe samen de stad maken meer inhoud kan krijgen bij gebiedsontwikkeling. Daartoe kregen de groepen vier invalshoeken mee voor maatschappelijke gebiedsontwikkeling: 1 Sturen op maatschappelijke meerwaarde 2 Stedenbouwkundige kaders als maatschappelijk proces 3 Eindgebruikers en pioniers voorin de ontwikkelketen 4 Geleidelijke en organische waardecreatie als gebiedsstrategie Hoe betrek je de stad beter bij gebiedsontwikkeling en wat betekent dit voor de sturende rol van de raad? TOEKOMSTPERSPECTIEF VOOR VECHTCLUBXL Hoe word je van tijdelijk initiatief een onderneming met toekomstperspectief? Voor Boudewijn Rijff en Jet van Zwieten is dit de hamvraag: als initiatiefnemers van creatieve broedplaats VechtclubXL op het OPG-terrein, gaven zij een enorme slinger aan de ontwikkeling van het Merwedegebied in Zuidwest-Utrecht. In de eigenhandig verbouwde en zelf gefinancierde loods werken nu 120 ondernemers en is een restaurant gevestigd. Het succes smaakt naar meer en VechtclubXL wil een duurzame rol innemen op het terrein. Maar het huurcontract loopt tot De creatieve ondernemers hopen op verlenging, maar eigenlijk nog liever op een akkoord om het gebouw te kopen en zo door te ontwikkelen. Hiervoor kijken zij naar het hele OPG-terrein en naar behoud van een aantal gebruikers, zoals de skatehal en toevoeging van (atelier)woningen. Standaard antwoord dat VechtclubXL van de gemeente krijgt is: kom maar op met je idee. Maar garanties zijn er niet. Toch een plan maken, want dat is ondernemersrisico? Tegelijkertijd kijken grote marktpartijen verlekkerd naar de plek die de initiatiefnemers aantrekkelijk hebben gemaakt om goed renderende woningen en appartementen neer te zetten. Zij kunnen ook meedoen aan grote tenders, VechtclubXL niet. Ontwikkelaars in de groep willen graag sámen met Boudewijn en Jet optrekken. En waarom zou de gemeente niet met minder opbrengsten genoegen nemen, vragen de aanwezigen, door VechtclubXL te laten blijven voor een nietmarktconforme prijs en op andere gebieden daaromheen wel te sturen op hogere grondopbrengsten? Hoe leggen we dat aan kiezers uit, vraagt een raadslid. Is dat geen staatssteun? Dat is sturen op maatschappelijke meerwaarde, concludeert de groep, dat is je bewoners belonen voor het creëren van waarde. Ontwikkelaars geven aan dat het gebruikelijk is om

156 raadslid verder dan die 4 jaar en handel future proof. De gesprekken bleken een snaar te raken bij de raadsleden. Na afloop van de workshops vertelden zij wat ze meenemen in hun werk als raadslid voor de toekomst. De term maatschappelijke meerwaarde bleek het juiste handvat. Uit de terugkoppeling door de raadsleden is de volgende lijst met uitgangspunten voor het werk van de raad samen te stellen: 1 Bediscussieer en verander het systeem van grondopbrengsten. Neem maatschappelijke waarde mee in business cases en grondexploitaties; 2 Vraag om een maatschappelijk programma van eisen, waarin zichtbaar wordt hoe de maatschappelijke meerwaarde sturend is voor het gebied. Laat bijvoorbeeld zien dat ruimtelijke kwaliteit veel meer is dan esthetiek; 3 Maak politieke processen en gebiedsplannen meer future proof. voor dergelijke maatschappelijke meerwaarde ook een financiële bijdrage te doen vanuit de plankosten. Dit komt in de pot bovenwijkse kosten. Die waarde moet je zichtbaar maken, zodat niet altijd de grote zak met geld de doorslag geeft. Daarnaast wordt gesuggereerd gebiedsprogramma s op te knippen, zodat ze ook toegankelijk zijn voor kleine partijen. REGIE IN TWEEDE DAALSEDIJK Een van de grootste spoorwerkplaatsen van Nederland, middenin Utrecht, wordt de komende jaren getransformeerd naar woon-, werk- en verblijfsplek. Eigenaar NS Stations leverde in samenwerking met de gemeente een ontwikkelvisie en schreef een aanbesteding uit voor de eerste fase van het gebied. Ontwik- eigenlijk? Je krijgt vaak 1000 verschillende antwoorden. Daarnaast bekennen sommige raadsleden terughoudend te zijn met eisen over de procedures, uit angst de NS tegen zich in het harnas te jagen. Deelnemers aan de workshop benadrukten dat hoewel de plek juridisch van de NS is, deze maatschappelijk gezien van de hele stad is. Eis dus de regie terug als raad, vraag om inzage in de plannen in een vroeg stadium en stuur op spelregels wat betreft participatie en inspraak. Vraag om een maatschappelijk programma van eisen in plaats van een stedenbouwkundig PVE en maak vanaf het begin duidelijk op welke maatschappelijke waarden je als raad stuurt. Zo kun je initiatiefnemers en ontwikkelaars, of andere groepen die willen ontwikkelen, langs dezelfde meetlat leggen en afgewogen keuzes maken over wie wat mag doen in het niet mals: matige onderbouwing van de beloofde opbrengsten, niemand voelde zich betrokken bij het ontwerpproces, de menselijke maat en schaal ontbraken, waar was de tunnel onder het Westplein en het budget voor organische ontwikkeling? Ook in de workshop wordt de vraag gesteld of en waar het gesprek over dit gebied wordt gevoerd. Er is behoefte aan een ander type gesprek, waarin niet bestaande belangen domineren maar gezocht wordt naar nieuwe perspectieven. Er wordt voor gepleit om belangrijke maatschappelijke waarden en doelen ook in dit gebied meer zichtbaar te maken. Als tweedeling in de stad zo n groot probleem is, waarom zien we dat thema helemaal niet terug hier? Hoe maak je er bijvoorbeeld samen een levendig gebied van? Het huidige Misschien is een future proof-test als instrument een goed idee? 4 Eis dat gebiedsplannen eerder in de raad komen en benut dit om heldere visie op gebieden te maken, met voldoende ruimte om dingen te laten ontstaan die je nog niet kunt voorzien; 5 Breng traag (gemeente) en vaag (initiatiefnemers) bij elkaar. Geleidelijkheid biedt kansen; 6 Knip gebiedsplannen op in kleine stukken daar waar het helpt om lokale initiatiefnemers de wind in de rug te geven; 7 Betrek toekomstige gebruikers bij je aanpak en bevorder de oprichting van coöperaties van initiatiefnemers; 8 Organiseer co-creatie, betere dialoog en ontmoeting tussen grote en kleine spelers, waar stads- en gebiedateliers een mooie rol bij kunnen spelen. kelcombinatie Wisselspoor won met een combinatie van nieuw te gebied. Zorg dat initiatiefnemers, eindgebruikers en ontwikkelaars plan is te groot en abstract, zou het niet beter zijn in te zetten bouwen woningen en een hot spot in een historische spoorweg- met binding met de stad een goede rol kunnen spelen. Daarvoor op kleinere ingrepen Met dit type vragen en ideeën maak je de werkplaats. Na kritiek van omwonenden op het participatietraject moet je wel flexibiliteit in de plannen brengen. Met meer ruimte drempel lager om traditionele partijen in contact te brengen met rond de ontwikkelvisie zijn bewonersgroepen nu nauwer betrokken en aandacht voor tijdelijk anders bestemmen, zou een grotere initiatiefnemers en bewoners. in klankbord- en werkgroepen, enquêtes en brainstorms, opgezet dynamiek zijn ontstaan met meer kansen voor initiatiefnemers. In de groep klinkt de roep om tijdelijke activiteiten uit te lokken en door de ontwikkelaar. Hoewel sinds jaar en dag kunstenaars en andere creatieve ondernemers werken in het gebied, kregen zij in de afgelopen jaren geen grotere rol en zichtbaarheid in het gebied. SAMEN SPREKEN OVER HET STATIONSGEBIED Touwtrekken karakteriseert het Stationsgebied: ontwikkelaars de pioniers voor langere tijd aan het gebied te binden. Maar kan klein en groot hier wel samen, vraagt een raadslid. Inspirerende voorbeelden uit andere gemeentes volgen, waar in plaats van Daar lijkt nu verandering in te komen. Het nieuwe Utrechtse initia- Corió en NS Vastgoed, de gemeente, diverse marktpartijen en be- stakeholdersoverleggen voor gebiedsateliers of -coöperaties wordt tief DEPOT tekende onlangs een huurovereenkomst met de NS voor wonersgroepen van de omliggende wijken hebben er allemaal hun gekozen. Doe meer dan een Stadsgesprek en durf dialogen te een andere oude werkplaats, en gaat deze hotspot invullen. eigen perspectief op. Daar moest de toekomstvisie a Healthy Urban organiseren waarvan de uitkomst onzeker is. Maar trek bovenal Boost die het college dit jaar lanceerde, een einde aan maken. Min- het gebied breder, zodat verschillende partijen met elkaar mee Een van de aangereikte strategieën, eindgebruikers en pioniers der verkeer, duurzaam bouwen en waterbeheer plus vergroening gaan denken en verder kijken dan hun eigen belang: maak de voorin de ontwikkelketen, is volgens NS Stations gehanteerd. Zij vonden dat wel ingewikkeld, want wat willen die bewoners nu zouden het drukke verkeersknooppunt tot een prettige verblijfsplek omtoveren. In een aantal raadsinformatieavonden bleek de kritiek enige uit de omliggende wijken los en klonk het. En de raad zou pro-actiever moeten sturen op de uitgangspunten. Kijk daarbij als

157 2 expertmeeting_ Samenvatting van expertmeeting Ontwikkeling en Efficiëntie 29 oktober 2015 DEELNEMERSLIJST REFLECTIES & FOLLOW UP AANBEVELINGEN CASUS DE TRIP PROGRAMMA AANLEIDING & HAMVRAAG

158 Hoe kunnen bouwplannen efficiënter en sneller gerealiseerd worden, mét behoud van kwaliteit? Aanleiding & hamvraag Op donderdag 29 oktober 2015 organiseert Jebber, in samenwerking met de Utrechtse gemeenteraad, de expertmeeting Ontwikkeling en Efficiëntie. De vorige expertmeeting Samen Stadmaken op 10 september jl. had als onderwerp hoe je tot een goed bouwplan komt en wat een goed bouwplan is. De expertmeeting van 29 oktober gaat over hoe een goed plan van de grond komt; over efficiency van het planproces. Anco Schut, Adviseur Ruimtelijke Ontwikkeling en voormalig hoofd van de afdeling Stedenbouw en Monumenten gemeente Utrecht leidt de ochtend in met de volgende vragen: AANLEIDING & HAMVRAAG PROGRAMMA CASUS DE TRIP AANBEVELINGEN REFLECTIES & FOLLOW UP DEELNEMERSLIJST Besteden we tijd aan de goede dingen? Waarvoor is tijd nodig en waarvoor is géén tijd nodig? Hoe kunnen we efficiënter en sneller tot resultaten komen? 2

159 Deelnemers Deelnemers zijn leden van de gemeenteraad, hun adviseurs medewerkers van de gemeente Utrecht en ondernemers die tijd en geld investeren in het ontwikkelen en beheren van de stad Utrecht. Deze experts zijn uitgenodigd om gezamenlijk na te denken en te debatteren over de efficiëntie in projectontwikkeling om vervolgens te komen tot relevante resultaten en voorstellen die er toe doen. Vervolg op 1e expertmeeting De invalshoek van deze 2 e expertmeeting is anders maar sluit inhoudelijk deels aan op de 1 e expertmeeting Samen Stadmaken, geïnitieerd door raadsleden Sanne Scholten (D66) en Brechtje Paardekoper (GroenLinks), in samenwerking met de Utrechtse Ruimtemakers. Die vond plaats op 10 september, waar men op zoek ging naar een nieuwe aanpak en tafelschikking bij gebiedsontwikkeling. AANLEIDING & HAMVRAAG PROGRAMMA CASUS DE TRIP AANBEVELINGEN REFLECTIES & FOLLOW UP DEELNEMERSLIJST Frans Soeterbroek van de Ruimtemakers geeft bij aanvang van deze 2e meeting een korte samenvatting van de 1e meeting. Hoe betrek je de stad beter bij gebiedsontwikkeling en wat betekent dit voor de sturende rol van de gemeenteraad? Klik hier voor het verslag van de 1e expertmeeting van 10 september

160 Deelnemers Deelnemers zijn leden van de gemeenteraad, hun adviseurs medewerkers van de gemeente Utrecht en ondernemers die tijd en geld investeren in het ontwikkelen en beheren van de stad Utrecht. Deze experts zijn uitgenodigd om gezamenlijk na te denken en te debatteren over de efficiëntie in projectontwikkeling om vervolgens te komen tot relevante resultaten en voorstellen die er toe doen. Vervolg op 1e expertmeeting De invalshoek van deze 2 e expertmeeting is anders maar sluit inhoudelijk deels aan op de 1 e expertmeeting Samen Stadmaken, geïnitieerd door raadsleden Sanne Scholten (D66) en Brechtje Paardekoper (GroenLinks), in samenwerking met de Utrechtse Ruimtemakers. Die vond plaats op 10 september, waar men op zoek ging naar een nieuwe aanpak en tafelschikking bij gebiedsontwikkeling. Frans Soeterbroek van de Ruimtemakers geeft bij aanvang van deze 2e meeting een korte samenvatting van de 1e meeting. Hoe betrek je de stad beter bij gebiedsontwikkeling en wat betekent dit voor de sturende rol van de gemeenteraad? Klik hier voor het verslag van de 1e expertmeeting van 10 september 2015 Programma 29 oktober :45 10:15 10:30 12:00 12:15 12:30 casus de Trip door Monique van Loon, directeur Jebber agenda maken: alle aanwezigen noteren 1 tot maximaal 3 sleutelwoorden voor een efficiënter planproces het ontwikkelen van voorstellen voor meer efficiëntie en snelheid presenteren van aanbevelingen reflecties van wethouder, deelnemers en raad einde AANLEIDING & HAMVRAAG PROGRAMMA CASUS DE TRIP AANBEVELINGEN REFLECTIES & FOLLOW UP DEELNEMERSLIJST 3

161 Casus de Trip De expertmeeting van vandaag vindt plaats op de eerste ontwikkellocatie van Jebber, de Trip, licht Monique van Loon toe. De eerste onderhandelingsgesprekken met de vorige grondeigenaar startte Jebber in Planproces in het kort: de totstandkoming van het gemeentelijke startdocument duurde 10 maanden, 13 maanden later werd het Stedenbouwkundig programma van Eisen (SPVE) vastgesteld door de gemeenteraad. Pas 24 maanden daarna is het bestemmingsplan (BP) (van industrie naar wonen) definitief vastgesteld door de raad. In december 2014 is de bouw gestart. Klik hier voor de volledige Jebber-presentatie Gelukt: woningaanbod voor starters (225 app.) betrokken creatieven en horecaondernemers, zoals Klein Berlijn en Kwestie van Smaak betrokken omgeving en gemeente BREEAM ontwerpcertificaat Hobbels: Wet Voorkeursrecht gemeente veel inspraakmomenten, lange reactietermijn bestemmingsplanwijziging tijdens aanbesteding vaak naar welstand terug gemoeten wijzigende regelgeving puntenstelsel en woningwet en planvertraging zetten financiële haalbaarheid onder druk Bijzonderheden: opstellen SPVE door Jebber in opdracht van de gemeente communicatie m.b.t. Ruimtelijke Ordeningsprocedure (RO) door Jebber in opdracht van de gemeente Leerpunten: efficiëntere samenwerking tussen afdelingen binnen de gemeente hun agenda s en prioriteiten kennen duidelijker zijn in verwachtingen naar omgeving (nooit iedereen tevreden) flexibiliteit bestemmingsplan valt tegen, vooral belangrijk ten tijde van veranderende marktomstandigheden AANLEIDING & HAMVRAAG PROGRAMMA CASUS DE TRIP AANBEVELINGEN REFLECTIES & FOLLOW UP DEELNEMERSLIJST 4

162 Op de vraag van Frans Soeterbroek of het gunstig was voor Jebber om zelf het SPVE op te stellen, geeft Monique van Loon aan dat dat prettig is en dat het schrijven daarvan snel is gegaan, maar dat de vraag is hoeveel tijdwinst dit uiteindelijk heeft opgeleverd ten opzichte van de situatie waarbij de gemeente zelf het SPVE zou hebben geschreven. Op de vraag van Maarten Koning waarom het ontwikkelproces uiteindelijk toch langer duurde, geeft Monique aan dat er 88 zienswijzen waren binnengekomen bij de ter visie legging van het SPVE, ondanks uitvoerige communicatie vooraf. Omdat het proces vanaf de start van het SPVE t/m vaststelling bestemmingsplan vaak zo lang (bij de Trip drie jaar) duurt, is de kans op nieuwe bezwaarmakers (nieuwe omwonenden) aanwezig en vaak ook het geval. Het ontwikkelproces kan efficiënter, stelt Jebber. De urgentie van de tijdsverkorting is evident. Terugkijkend op het verloop van het ontwikkelproces van de Trip is de vraag: hoe kan het anders, sneller èn met behoud van kwaliteit? Met een korte, individuele reflectie vooraf over kansen voor meer efficiëntie en snelheid gaat men in drie groepen ruim een uur aan het werk. Gezamenlijk komen de aanwezigen tot de volgende concrete aanbevelingen, die per groepje door een raadslid worden gepresenteerd. Hierbij is ook wethouder Paulus Jansen aanwezig. AANLEIDING & HAMVRAAG PROGRAMMA CASUS DE TRIP AANBEVELINGEN REFLECTIES & FOLLOW UP DEELNEMERSLIJST 5

163 Aanbevelingen Voor een efficiënter planproces Groep Rood Presentatie door raadslid Susanne Schilderman Participatie: Informeren Vanaf het begin steeds openbare informatie geven Plannen: Heldere kaders met (3) spelregels Per project, afhankelijk van de context. Bijv. maximaal drie stedenbouwkundige uitgangspunten formuleren in het SPVE. AANLEIDING & HAMVRAAG PROGRAMMA CASUS DE TRIP AANBEVELINGEN REFLECTIES & FOLLOW UP DEELNEMERSLIJST Verbeteren mogelijkheid tot verandering inbouwen in het proces Wettelijke kaders toetsen door overheid Belangen afwegingen maken Scenario s overheid dwingt ontwikkelaar, indien nodig 6

164 Groep Groen Presentatie door raadslid Pepijn Zwanenberg Verkort de tijd tussen SPVE en BP maximaal 6 maanden van ambitie (SPVE) tot keiharde afspraak (BP) Betrokkenen (bewoners, verenigingen, instellingen) proactief betrekken betrokkenen van het begin deelgenoot maken van mogelijkheden en onmogelijkheden van een plan; hun energie en ideeën losmaken, wat ten goede komt aan het verloop van het planproces SPVE visualiseren zoveel mogelijk beelden/impressies opnemen; daarbij wel steeds de status daarvan aangeven, zodat duidelijk is wat wel en niet kan wijzigen Flexibiliteit SPVE en BP zoek, ondanks haken en ogen, zoveel mogelijk flexibiliteit tussen SVPE en BP Kritisch zijn op relatie tussen verschillende instrumenten Consistentie tussen visie, SPVE en BP Groep Paars Presentatie door raadslid Harm de Jong Procesmanagement gemeente, mandaat en draagvlak wijk en intern één gemeentelijk verantwoordelijk aanspreekpunt voor het project/gebied Ontwikkelkader en ontwikkelproces vooraf vaststellen Wees uitnodigend voor ideeën, maar binnen vooraf vastgesteld ontwikkelkader en -proces. Zorg voor draagvlak in wijk en bij gemeente intern Rol en communicatiemomenten vooraf duidelijk maken Communiceer uitgangspunten, rollen en verwachtingen vooraf. Participatie heeft negatieve associatie, positief maken bijvoorbeeld door andere woordkeuze. Samenstelling en werkwijze welstand herijken Welstand is nu vaak willekeur. Tijdens planproces vaak veel en verschillende welstandsleden aanwezig. Waar kun je terecht als het fout gaat? Goede ervaring met 1 supervisor (i.p.v. welstand) Veemarktterrein Q terugkoppeling verbeteringen planproces initiatief door Raad, wethouder aansporen AANLEIDING & HAMVRAAG PROGRAMMA CASUS DE TRIP AANBEVELINGEN REFLECTIES & FOLLOW UP DEELNEMERSLIJST 7

165 Reflecties & follow up Van wethouder, deelnemers en raad op de gepresenteerde aanbevelingen Paulus Jansen: Planproces verkorten: houden aan gemaakte afspraken is cruciaal * wethouder verwijst naar commisie Elverding vroegtijdig in proces mensen betrekken: daarmee voorkom je problemen achteraf kaders versimpelen: op hoofdlijnen verkorten van de bestemmingsplanprocedure: kaders op hoofdlijnen beeldend maken/visualiseren: zet het nog dikker aan om tijdig reactie te krijgen schep geen valse verwachtingen: eerlijke kaders zijn belangrijk welstand: geen discussies op detailniveau, behalve esthetische ook maatschappelijke rol, zeer in het belang van de stad. Annechien de Gast: Verkort het planproces door het proces op een andere manier vorm te geven. Creëer draagvlak (en noem het geen participatie meer) en herijk de werkwijze voor aansluiting bij het planproces. Monique van Loon: Terugkoppeling gewenst van de raad met betrekking tot implementatie van de gepresenteerde aanbevelingen in Q Sanne Scholten: Bespreken van uitkomsten van beide expertmeetings (10 september en 29 oktober) en benoemen van acties met betrekking tot het planproces in de raad en behandeling in de raadscommissie, die de raad wil meegeven aan de wethouder c.q. het college. Streven voor terugkoppeling door de raad aan aanwezigen is Q1 2016, afhankelijk van de agenda van de raadscommissie. AANLEIDING & HAMVRAAG PROGRAMMA CASUS DE TRIP AANBEVELINGEN REFLECTIES & FOLLOW UP DEELNEMERSLIJST 8

166 Deelnemerslijst Expertmeeting Ontwikkeling en efficiëntie Anco Schut Moderator Paulus Jansen Wethouder Gemeente Utrecht Annechien de Gast Gemeente Utrecht Bart Visscher Syntrus Achmea Bulent Isik Gemeenteraad Utrecht (PvdA) Dick Helsloot BPD Harm de Jong Maarten Koning Monique van Loon Monique van Reijen Astrid de Waal Frans Soeterbroek Han Fransen Irene Willems Nico Mol Gemeenteraad Utrecht (Student & Starter) Gemeenteraad Utrecht (D66) Jebber AM De Waal Beheer de Ruimtemaker Jebber Gemeente Utrecht Vesteda AANLEIDING & HAMVRAAG PROGRAMMA CASUS DE TRIP AANBEVELINGEN REFLECTIES & FOLLOW UP DEELNEMERSLIJST Pepijn Zwanenberg Gemeenteraad Utrecht (GroenLinks) Sanne Scholten Gemeenteraad Utrecht (D66) Wim van Gelder Gemeente Utrecht Emilie Vlieger Vliegerprojecten/Meer Merwede Evelyn Eelman Amvest Lex van Eijndhoven Gemeenteraad Utrecht (VVD) Marcel Janssen Gemeente Utrecht Marianne Lensink Gemeente Utrecht Susanne Schilderman Gemeenteraad Utrecht (D66) Ton Jochems SSH 9

Agenda commissie Stad en Ruimte van 3, 5 en 26 november 2015

Agenda commissie Stad en Ruimte van 3, 5 en 26 november 2015 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Stad en Ruimte Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 94 E-mail commissiestadenruimte.secr@utrecht.nl www.utrecht.nl/gemeenteraad Agenda

Nadere informatie

Agenda commissie Mens en Samenleving van 3 maart 2016

Agenda commissie Mens en Samenleving van 3 maart 2016 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens en Samenleving Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 64 / 286 10 94 E-mail commissiemensensamenleving.secr@utrecht.nl www.utrecht.nl/gemeenteraad

Nadere informatie

Agenda commissie Stad en Ruimte van 25 en 27 augustus 2015

Agenda commissie Stad en Ruimte van 25 en 27 augustus 2015 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Stad en Ruimte Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 31 / 286 10 94 E-mail commissiestadenruimte.secr@utrecht.nl www.utrecht.nl/gemeenteraad

Nadere informatie

Agenda commissie Stad en Ruimte van 9 en 11 juni 2015

Agenda commissie Stad en Ruimte van 9 en 11 juni 2015 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Stad en Ruimte Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 31 / 286 10 94 E-mail commissiestadenruimte.secr@utrecht.nl www.utrecht.nl/gemeenteraad

Nadere informatie

13raad

13raad Agendapunt commissie: Steller telefoonnummer email Joyce van Doremalen 3417 jdo@valkenswaard.nl Agendapunt kenmerk datum raadsvergadering Onderwerp Winkeltijdenverordening. aan de gemeenteraad A. Samenvatting

Nadere informatie

Winkeltijden in Utrecht. Hier komt tekst RIA 13 januari 2015 Hier komt ook tekst. Utrecht.nl

Winkeltijden in Utrecht. Hier komt tekst RIA 13 januari 2015 Hier komt ook tekst. Utrecht.nl Winkeltijden in Utrecht Hier komt tekst RIA 13 januari 2015 Hier komt ook tekst Winkeltijden in Utrecht RIA 13 januari 2015 presentatie ontheffingsbesluit Albert Heijn Amsterdamsestraatweg winkeltijdenwet

Nadere informatie

Agenda commissie Mens en Samenleving van 22/24 november 2016

Agenda commissie Mens en Samenleving van 22/24 november 2016 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens en Samenleving Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 64 / 286 10 94 E-mail commissiemensensamenleving.secr@utrecht.nl www.utrecht.nl/gemeenteraad

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp Winkeltijdenverordening Heusden 2014

Raadsvoorstel. Onderwerp Winkeltijdenverordening Heusden 2014 Raadsvoorstel Inleiding Het Rijk heeft sinds 1 juli 2013 de Winkeltijdenwet verruimd. De gemeente Heusden kan (zoals andere gemeenten) sindsdien zelf bepalen in hoeverre zij vrijstellingen of ontheffingen

Nadere informatie

Agenda commissie Mens en Samenleving van 8 en 10 september 2015

Agenda commissie Mens en Samenleving van 8 en 10 september 2015 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens en Samenleving Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 64 / 286 10 94 E-mail commissiemensensamenleving.secr@utrecht.nl www.utrecht.nl/gemeenteraad

Nadere informatie

Agenda commissie Mens en Samenleving van 12 mei 2016

Agenda commissie Mens en Samenleving van 12 mei 2016 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens en Samenleving Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 64 / 286 10 94 E-mail commissiemensensamenleving.secr@utrecht.nl www.utrecht.nl/gemeenteraad

Nadere informatie

Keuzenotitie zon- en feestdagenopenstelling

Keuzenotitie zon- en feestdagenopenstelling Keuzenotitie zon- en feestdagenopenstelling 1. Aanleiding Per 1 juli 2013 is de Winkeltijdenwet gewijzigd. De grootste wijziging is het schrappen van de toeristische bepaling. Deze bepaling stelde dat

Nadere informatie

Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein

Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer : 2013/10489 Datum : 3 juni 2013 Programma : Economie, werk en inkomen Blad : 1 van 5 Cluster : Samenleving Portefeuillehouder

Nadere informatie

agendanummer afdeling Simpelveld VII mei 2016 Verzoek tot verruiming van de zondag-openstelling 64101

agendanummer afdeling Simpelveld VII mei 2016 Verzoek tot verruiming van de zondag-openstelling 64101 Aan de raad agendanummer afdeling Simpelveld VII - 29 24 mei 2016 onderwerp Verzoek tot verruiming van de zondag-openstelling 64101 zaakkenmerk Inleiding In februari 2012 heeft de gemeenteraad de Verordening

Nadere informatie

Raadsvoorstel Zaak :

Raadsvoorstel Zaak : Zaak : 00528272 Onderwerp Portefeuillehouder Verruiming openingstijden winkels De heer T.A.H.M. Blankers Datum raadsvergadering 19 december 2017 Samenvatting Zowel de ondernemers als inwoners zijn blij

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp winkeltijdenverordening gemeente Bunnik Aan de raad,

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp winkeltijdenverordening gemeente Bunnik Aan de raad, RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 19 december 2013 13-114 Onderwerp winkeltijdenverordening gemeente Bunnik 2013 Aan de raad, Onderwerp Winkeltijdenverordening gemeente Bunnik 2013 Gevraagde beslissing

Nadere informatie

Registratienummer / 14Z Onderwerp Vaststellen Verordening winkeltijden Midden-Delfland 2014

Registratienummer / 14Z Onderwerp Vaststellen Verordening winkeltijden Midden-Delfland 2014 Datum 02 oktober 2014 Nummer 2014-10- Datum commissievergadering 14 oktober 2014 Datum raadvergadering 28 oktober 2014 OPLEGGER Registratienummer 2014-25954 / 14Z.006080 Onderwerp Vaststellen Verordening

Nadere informatie

Startnotitie beleid winkeltijden

Startnotitie beleid winkeltijden Startnotitie beleid winkeltijden Aanleiding Aanleiding voor deze startnota zijn de mogelijkheden, die de wet onze gemeente biedt om winkels open te stellen op zon- en feestdagen. U kunt het zien als discussienota.

Nadere informatie

Deze vergadering vindt plaats in de raadzaal van het stadhuis. Op de agenda is per vergaderpunt indicatief het behandeltijdstip opgenomen.

Deze vergadering vindt plaats in de raadzaal van het stadhuis. Op de agenda is per vergaderpunt indicatief het behandeltijdstip opgenomen. Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Stad en Ruimte Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 94 E-mail commissiestadenruimte.secr@utrecht.nl www.utrecht.nl/gemeenteraad Agenda

Nadere informatie

13 december Zondagsvrijheid

13 december Zondagsvrijheid Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: 13 december 2018 Onderwerp: Zondagsvrijheid Gevraagde Beslissing: Alle winkeliers in Krimpen aan den IJssel de vrijheid geven om op alle zon- en feestdagen

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel 52 koopzondagen

Initiatiefvoorstel 52 koopzondagen Inleiding Initiatiefvoorstel 52 koopzondagen Op 21 mei 2013 heeft de gemeenteraad een motie aangenomen die anticipeerde op de wijzigingen in de Winkeltijdenwet per 1 juli 2013. Deze wijzigingen zijn inmiddels

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken datum 25 november 2009 Betreffende wetsvoorstel: 31728 Wijziging

Nadere informatie

*ZE9E70CE512* INITIATIEF VOORSTEL. Raadsvergadering d.d. 26 mei 2015 Agendanr. 16. Aan de Raad. No. ZA.15-32314/DV.15-451, fractie VVD.

*ZE9E70CE512* INITIATIEF VOORSTEL. Raadsvergadering d.d. 26 mei 2015 Agendanr. 16. Aan de Raad. No. ZA.15-32314/DV.15-451, fractie VVD. *ZE9E70CE512* INITIATIEF VOORSTEL Raadsvergadering d.d. 26 mei 2015 Agendanr. 16. Aan de Raad No. ZA.15-32314/DV.15-451, fractie VVD. Sellingen, 18 mei 2015 Onderwerp: Initiatiefvoorstel VVD m.b.t. wijziging

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD. Registratienummer:

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD. Registratienummer: *11.25585* VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Behandelend ambtenaar: D. Haan Afdeling/cluster: / Telefoonnr.: 0591-535202 Portefeuillehouder: W.C. Luchjenbroers Onderwerp: Zondagopenstelling Borger Registratienummer:

Nadere informatie

Onderwerp Evaluatie Verordening winkeltijden gemeente Heerenveen 2014 Voorstel

Onderwerp Evaluatie Verordening winkeltijden gemeente Heerenveen 2014 Voorstel Onderwerp Evaluatie Verordening winkeltijden gemeente Heerenveen 2014 Voorstel Portefeuillehouder van der Laan Datum collegebesluit 31 maart 2015 Opsteller de heer G. van der Veer Registratie GF15.20024

Nadere informatie

Agenda commissie Mens en Samenleving van 22/24 november 2016

Agenda commissie Mens en Samenleving van 22/24 november 2016 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens en Samenleving Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 64 / 286 10 94 E-mail commissiemensensamenleving.secr@utrecht.nl www.utrecht.nl/gemeenteraad

Nadere informatie

Portefeuillehouder : H.J. van Komen Datum collegebesluit : 6 november 2012 Corr. nr.: 2012.10619

Portefeuillehouder : H.J. van Komen Datum collegebesluit : 6 november 2012 Corr. nr.: 2012.10619 Preadvies Portefeuillehouder : H.J. van Komen Datum collegebesluit : 6 november 2012 Corr. nr.: 2012.10619 Onderwerp : Voorstel inzake Winkeltijdenverordening Loon op Zand 2013 Programma : 4. Economische

Nadere informatie

2. Gevraagd of voorgesteld besluit In te stemmen met bijgevoegde concept Verordening winkeltijden gemeente Het Hogeland 2019.

2. Gevraagd of voorgesteld besluit In te stemmen met bijgevoegde concept Verordening winkeltijden gemeente Het Hogeland 2019. Raadsvoorstel Onderwerp: Vaststelling nieuwe verordening winkeltijden gemeente Het Hogeland 2019 Datum: 10 april 2019 Agendapunt: 6 Behandeling: Opiniërend Portefeuillehouder(s): Wethouder Dijkhuis Steller:

Nadere informatie

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorstel inzake Winkelopenstelling Zondag. Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer. Boxmeer, 15 juni 2010

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorstel inzake Winkelopenstelling Zondag. Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer. Boxmeer, 15 juni 2010 Gemeente Boxmeer Onderwerp: Voorstel inzake Winkelopenstelling Zondag. Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer Boxmeer, 15 juni 2010 Op 8 december 2009 heeft ons college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Verordening Winkeltijden Nijmegen 2013

Verordening Winkeltijden Nijmegen 2013 De raad van de gemeente Nijmegen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013, gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet; besluit vast te stellen: Verordening

Nadere informatie

Raadsvoorstel(voorheen RA )

Raadsvoorstel(voorheen RA ) svoorstel(voorheen RA15.0076) Onderwerp: Verordening Winkeltijden gemeente Emmen Portefeuillehouder: B.R. Arends Ontwikkeling, Beleid en Directiestaf Tonia Arts-van Oosten, telefoon ((0591)68 55 24) Aan

Nadere informatie

Voorstel aan de gemeenteraad

Voorstel aan de gemeenteraad Voorstel aan de gemeenteraad Aan de raad van de gemeente Gouda dienst Recht en Veiligheid afdeling Veiligheid en Handhaving steller Caroline Groothuis onderwerp Winkeltijdenverordening Gouda 2011 telefoon

Nadere informatie

Voorgesteld besluit Besloten wordt: Vast te stellen de Winkeltijdenverordening gemeente Schiedam 2017 conform scenario 2.

Voorgesteld besluit Besloten wordt: Vast te stellen de Winkeltijdenverordening gemeente Schiedam 2017 conform scenario 2. Verzameling raadsstukken Schiedam, Team Stadspromotie Briefnr. 17VR074 Domein Stadspromotie Portefeuillehouder Burgemeester Wethouder Van Steenderen Auteur M. Groot Datum b&w-besluit 28 november 2017 Tel.nr.

Nadere informatie

25 september september 2017 wethouder A.G.J. Bosch

25 september september 2017 wethouder A.G.J. Bosch Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Opiniërend besproken d.d. Portefeuillehouder 25 september 2017 10 11 september 2017 wethouder A.G.J. Bosch Zaaknummer 1548-2017

Nadere informatie

Nachtwinkels. Alleen ter besluitvorming door het College Formele consultatie van de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp

Nachtwinkels. Alleen ter besluitvorming door het College Formele consultatie van de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Openbaar Onderwerp Nachtwinkels Programma Economie & Werk Portefeuillehouder T. Tankir / B. van Hees / H. Bruls Samenvatting Bij raadsbesluit van 20 november 2013 is de Verordening Winkeltijden Nijmegen

Nadere informatie

A M E N D E M E N T. De Raad van de gemeente Heerhugowaard, in vergadering bijeen op 27 augustus 2013,

A M E N D E M E N T. De Raad van de gemeente Heerhugowaard, in vergadering bijeen op 27 augustus 2013, Agendapunt: 6 Datum ingekomen: 27-08-2013 Volgnummer: B Registratienummer: RB2013156 Status: Voorstel nr.: RB2013114 Onderwerp: Wijziging in de Winkeltijdenwet (per 1 juli 2013) A M E N D E M E N T De

Nadere informatie

Wijziging beleidsregels Nachtwinkels

Wijziging beleidsregels Nachtwinkels Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Wijziging beleidsregels Nachtwinkels Programma Economie & Werk BW-nummer Portefeuillehouder T. Tankir / B. van Hees Samenvatting Naar aanleiding van de discussie met

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Vergadering : 18 februari Agendapunt : 6. Programma : (4) Economische Zaken Portefeuillehouder : E.J. ter Keurs. Aan de Raad.

Raadsvoorstel. Vergadering : 18 februari Agendapunt : 6. Programma : (4) Economische Zaken Portefeuillehouder : E.J. ter Keurs. Aan de Raad. Raadsvoorstel Vergadering : 18 februari 2016 Agendapunt : 6 Status : Opiniërend Programma : (4) Economische Zaken Portefeuillehouder : E.J. ter Keurs Behandelend ambt. : Gerda van der Let / Jan Sijtsma

Nadere informatie

De met betrekking tot deze verordening meest relevante bepalingen van de Wtw, de artikelen 2 en 3, luiden als volgt:

De met betrekking tot deze verordening meest relevante bepalingen van de Wtw, de artikelen 2 en 3, luiden als volgt: Toelichting Op 28 mei 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met een initiatiefwet tot wijziging van de Winkeltijdenwet. Deze wetswijziging is op 1 juli 2013 in werking getreden. Op grond van de gewijzigde

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering : Agendanummer : Portefeuillehouder Afdeling Opsteller : P.J. Beers : Vergunning Verlening en Handhaving : Olof Stom Voorstel aan de raad Onderwerp : Verordening winkeltijden

Nadere informatie

vaststelling winkeltijdenverordening gemeente Terneuzen De raad van de gemeente Terneuzen;

vaststelling winkeltijdenverordening gemeente Terneuzen De raad van de gemeente Terneuzen; Lijst agendapunten nummer 15b Kenmerk: Afdeling: REO/Economie VERORDENING (bij amendement aangepast) Datum: 16 december 2004 Onderwerp: vaststelling winkeltijdenverordening gemeente Terneuzen De raad van

Nadere informatie

Raadsvergadering : 18 mei 2015. Voorstelnr. : R 7094. Onderwerp : Verordening winkeltijden Stadskanaal 2015. Stadskanaal, 1 mei 2015

Raadsvergadering : 18 mei 2015. Voorstelnr. : R 7094. Onderwerp : Verordening winkeltijden Stadskanaal 2015. Stadskanaal, 1 mei 2015 Voor het kiezen van de datum voor de raadsvergadering --> Klik op het knopje ernaast om een raadsvergaderdatum te selecteren.onderstaande velden worden door tekstverwerking ingevuld!!!stuur DIT RAADSVOORSTEL

Nadere informatie

*16INT01106* *16INT01106*

*16INT01106* *16INT01106* Raadsvoorstel Registratienr: 16INT01106 Agendapunt: Onderwerp: Raadsvoorstel wijziging Verordening winkeltijden Montferland Portefeuillehouder: wethouder W.A.R. Visser Samenvatting: De in dit voorstel

Nadere informatie

Raadsvoorstel

Raadsvoorstel Raadsvoorstel 201.0016640 Onderwerp Verordening winkeltijden gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude 201 Portefeuillehouder Pieter Heiliegers Steller Caroline Rindertsma Collegevergadering april 201 Raadsvergadering

Nadere informatie

Registratienummer / 14Z Onderwerp Vaststellen Verordening winkeltijden Midden-Delfland 2014

Registratienummer / 14Z Onderwerp Vaststellen Verordening winkeltijden Midden-Delfland 2014 Datum 02 oktober 2014 Nummer 2014-10-07 Datum commissievergadering 14 oktober 2014 Datum raadvergadering 28 oktober 2014 OPLEGGER Registratienummer 2014-25954 / 14Z.006080 Onderwerp Vaststellen Verordening

Nadere informatie

Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.: RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: 12-3-2013 B&W-besluit nr.: 13.0213 Naam programma +onderdeel: Economie en toerisme Onderwerp: Advies aan de raad naar aanleiding van advies van de Commissie bezwaarschriften

Nadere informatie

Elektronisch gemeenteblad

Elektronisch gemeenteblad U kunt uzelf op www.sintanthonis.nl aanmelden voor de bekendmakingenservice van Overheid.nl. U krijgt dan alle bekendmakingen die voldoen aan de door u opgegeven criteria in uw e-mailbox. Bekendmaking:

Nadere informatie

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid BESLUITENLIJST Voorronde Open Huis Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid Aanwezig: Voorzitter: dhr. J. Buzepol Locogriffier: mw. A. van Wees (locogriffier) Leden:

Nadere informatie

de bijgaande 'Verordening tot tweede wijziging van de Verordening winkeltijden De Bilt' vast te stellen.

de bijgaande 'Verordening tot tweede wijziging van de Verordening winkeltijden De Bilt' vast te stellen. Raadsvoorstel Portefeuillehouder Datum raadsvergadering J.L. van Hulst-Mazirel 30 oktober 2014 Datum voorstel 09 september 2014 Agendapunt Onderwerp Zondagopenstelling winkels De raad wordt voorgesteld

Nadere informatie

Winkeltijden gemeente Woensdrecht. Toelichting, voor- en nadelen varianten

Winkeltijden gemeente Woensdrecht. Toelichting, voor- en nadelen varianten Winkeltijden gemeente Woensdrecht Toelichting, voor- en nadelen varianten Variant I Toelichting Variant Deze variant beoogt de opening voor winkels in de gemeente Woensdrecht volledig vrij te geven. Dit

Nadere informatie

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Zondagopenstelling. Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer. Boxmeer, 8 december 2009

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Zondagopenstelling. Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer. Boxmeer, 8 december 2009 Gemeente Boxmeer Onderwerp: Zondagopenstelling. Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer Boxmeer, 8 december 2009 Steeds meer gemeenten staan permanent koopzondagen toe daar er vraag is van winkeliers

Nadere informatie

gemeente Eindhoven In de Verordening Winkeltijden 1997 (hierna: verordening) van Eindhoven is het volgende opgenomen:

gemeente Eindhoven In de Verordening Winkeltijden 1997 (hierna: verordening) van Eindhoven is het volgende opgenomen: gemeente Eindhoven Raadsnummer Inboeknummer 12R5071 12bst01848 Beslisdatum B&W 30 oktober 2012 Dossiernummer 12.44.751 Raadsvoorstelaanpassing Verordening winkeltijden 1997 Inleiding In de Verordening

Nadere informatie

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk In behandeling bij DIR/DB (0162)

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk In behandeling bij DIR/DB (0162) Aan de fracties van VVD en PvdA de heer A.J.H. Wijers, mevrouw C.P.W. Bode-Zopfi Datum Uw kenmerk Ons kenmerk In behandeling bij DIR/DB d.bosmans@oosterhout.nl (0162) 48 91 03 Onderwerp Vragen ex art.

Nadere informatie

Beleid openstelling van avondwinkels op zon- en feestdagen op. grond van de Verordening Winkeltijden Leiderdorp

Beleid openstelling van avondwinkels op zon- en feestdagen op. grond van de Verordening Winkeltijden Leiderdorp Onderwerp: Beleid openstelling van avondwinkels op zon- en feestdagen op grond van de Verordening Winkeltijden Leiderdorp Datum: 10 augustus 2011 Auteur: Gerbrand Kuipers Registratienummer Corsa: 2011i01464

Nadere informatie

Winkeltijdenverordening Hilversum 2018

Winkeltijdenverordening Hilversum 2018 Winkeltijdenverordening Hilversum 2018 (ontwerp; versie 10 januari 2018) De Winkeltijdenwet regelt dat winkels dagelijks tussen 6.00 uur en 22.00 uur open mogen zijn, behalve op zon- en feestdagen. De

Nadere informatie

Commissie Mens & Samenleving

Commissie Mens & Samenleving Besprekingsschema PGB 2016 in de beide raadscommissies (De bespreking van de PGB in de commissies is zoveel mogelijk ingedeeld aan de hand van de in de PGB gehanteerde programma indeling) Commissie Mens

Nadere informatie

Winkeltijdenverordening Valkenswaard 2017

Winkeltijdenverordening Valkenswaard 2017 Winkeltijdenverordening Valkenswaard 2017 De raad van de gemeente Valkenswaard, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 oktober 2017; gezien het verslag van de commissievergadering van

Nadere informatie

Beleidsregels zon- en feestdagenregeling

Beleidsregels zon- en feestdagenregeling Beleidsregels zon- en feestdagenregeling Vastgesteld bij besluit van : 8 juli 2008 Auteur : Baukje van der Bij Documentnaam : Beleidsregels zon- en feestdagenregeling Gemeente Beuningen De burgemeester

Nadere informatie

Doorkiesnummer : (0495) 575 452 Agendapunt: 8 ONDERWERP

Doorkiesnummer : (0495) 575 452 Agendapunt: 8 ONDERWERP Bulk, Petra PUZA S2 RAD: RAD130130 2013-01-30T00:00:00+01:00 BW: BW121218 voorstel gemeenteraad Vergadering van de gemeenteraad van 30 januari 2013 Portefeuillehouder : A.A.M.M. Heijmans Behandelend ambtenaar

Nadere informatie

Ontheffing Winkeltijdenwet voor opening op zon- en feestdagen als avondwinkel voor supermarkt Dirk vd Broek. Besluitenlijst d.d. d.d.

Ontheffing Winkeltijdenwet voor opening op zon- en feestdagen als avondwinkel voor supermarkt Dirk vd Broek. Besluitenlijst d.d. d.d. Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Eenheid/Cluster/Team RS-SI-RE Ontheffing Winkeltijdenwet voor opening op zon- en feestdagen als avondwinkel voor supermarkt Dirk vd Broek 1- Notagegevens

Nadere informatie

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Aanwijzing 12 zon- en feestdagen als koopzondag

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Aanwijzing 12 zon- en feestdagen als koopzondag COLLEGEVOORSTEL Onderwerp Aanwijzing 12 zon- en feestdagen als koopzondag Gevraagde beslissing Zondag 21 oktober 2018, 28 oktober 2018, 4 november 2018, 11 november 2018, 18 november 2018, 25 november

Nadere informatie

Verordening winkeltijden Haarlem 2018

Verordening winkeltijden Haarlem 2018 Verordening winkeltijden Haarlem 2018 De raad van de gemeente Haarlem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 oktober 2018, gelet op artikel 3 [eerste, tweede en derde lid] van de Winkeltijdenwet;

Nadere informatie

Beleidsnotitie Zondagavondopenstelling Winkels inclusief lotingreglement

Beleidsnotitie Zondagavondopenstelling Winkels inclusief lotingreglement Beleidsnotitie Zondagavondopenstelling Winkels inclusief lotingreglement Inleiding Blz.1 Wettelijk kader Blz.2 3 Uitgangspunten van beleid Blz. 3 5 Ontheffingsvoorwaarden Blz. 5 6 Lotingreglement Blz.

Nadere informatie

feestdagen: Nieuwjaarsdag, eerste en tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, eerste en tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag;

feestdagen: Nieuwjaarsdag, eerste en tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, eerste en tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag; Intitulé Verordening winkeltijden Leidschendam-Voorburg 2014 (CONCEPT) Verseonnummer 973732 De gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg, Bijeen in openbare vergadering op. Gelezen het voorstel van het college

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad

Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad 1 gemeente Eindhoven Griffie gemeenteraad Raadsnummer O4.RZOP8.OOZ Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad Samenvatting Door GroenLinks is in een motie aan de deelnemers van de debattraining

Nadere informatie

Gulpen-Wittem, Auteur PDTV Portefeuillehouder M. Leurs-Mordang Bijlagen 1 Afdeling PD Ons Kenmerk

Gulpen-Wittem, Auteur PDTV Portefeuillehouder M. Leurs-Mordang Bijlagen 1 Afdeling PD Ons Kenmerk RAADSVOORSTEL Nr. PD/007 Aan de Raad van de gemeente Gulpen-Wittem Gulpen-Wittem, 27-03-2007 Auteur PDTV Portefeuillehouder M. Leurs-Mordang Bijlagen 1 Afdeling PD Ons Kenmerk ONDERWERP: winkeltijdenverordening

Nadere informatie

Winkeltijdenverordening Valkenswaard 2013

Winkeltijdenverordening Valkenswaard 2013 Winkeltijdenverordening Valkenswaard 2013 De raad van de gemeente Valkenswaard, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2013; gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet; besluit

Nadere informatie

1 Onderwerp Verordening tot tweede wijziging van de Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012 (verruimen openstelling op zon- en feestdagen)

1 Onderwerp Verordening tot tweede wijziging van de Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012 (verruimen openstelling op zon- en feestdagen) 1 Onderwerp Verordening tot tweede wijziging van de Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012 (verruimen openstelling op zon- en feestdagen) 2 Gevraagd besluit 2.1 Vaststellen van de Verordening tot tweede

Nadere informatie

Zondagsopenstelling in Oud-West

Zondagsopenstelling in Oud-West Zondagsopenstelling in Oud-West Rapportage Project: 8131 In opdracht van: Stadsdeel Oud-West dr. Clemens Wenneker dr. Willem Bosveld Weesperstraat 79 Postbus 658 1018 VN Amsterdam 1000 AR Amsterdam Telefoon

Nadere informatie

Winkelopening op zondagen in Papendrecht

Winkelopening op zondagen in Papendrecht Winkelopening op zondagen in Papendrecht MENING ONDERNEMERS EN BEWONERS Inhoud 1. Conclusies 2. Ondernemers 3. Bewoners Bijlagen Sinds 1 juli 2013 is de nieuwe Winkeltijdenwet in werking. Dit betekent

Nadere informatie

Verslag van de openbare ochtendvergadering van de commissie Stad en Ruimte, gehouden op donderdag 14 januari 2016 in de raadzaal te Utrecht

Verslag van de openbare ochtendvergadering van de commissie Stad en Ruimte, gehouden op donderdag 14 januari 2016 in de raadzaal te Utrecht Verslag van de openbare ochtendvergadering van de commissie Stad en Ruimte, gehouden op donderdag 14 januari 16 in de raadzaal te Utrecht 1 Aanwezig: Afwezig: Verslag: de voorzitter dhr. A. van Schie (VVD),

Nadere informatie

Voorstel aan de raad. Koops, A.F. (Tonia) Kenmerk Vergaderdatum 14 januari 2016

Voorstel aan de raad. Koops, A.F. (Tonia) Kenmerk Vergaderdatum 14 januari 2016 Voorstel aan de raad Opgesteld door Milieu en Mobiliteit Koops, A.F. (Tonia) Kenmerk 15.511512 Vergadering Commissie Stad en Ruimte Vergaderdatum 14 januari 2016 Geheim Nee Vaststelling Ontwikkelingskader

Nadere informatie

Economie Ingekomen stuk D13 (PA 17 april 2013) Economische Ontwikkeling. Ons kenmerk EZ20/13.000335. Datum uw brief

Economie Ingekomen stuk D13 (PA 17 april 2013) Economische Ontwikkeling. Ons kenmerk EZ20/13.000335. Datum uw brief Economie Ingekomen stuk D13 (PA 17 april 2013) Economische Ontwikkeling Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 329 95 80 E-mail gemeente@ nijmegen.nl

Nadere informatie

gemeente Montfoort Gemeenteraad Montfoort Postbus ZG MONTFOORT

gemeente Montfoort Gemeenteraad Montfoort Postbus ZG MONTFOORT Gemeenteraad Postbus 41 3417 ZG MONTFOORT Uw kenmerk: Zaaknummer: 598968 Onderwerp: Beantwoording schriftelijke artikel 39 vragen CDA, Christenunie, Lokaal, SGP-fractie over Winkeltijdenverordening 2018

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 647 Evaluatie Winkeltijdenwet Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Opinienota 14INT Opinienota openingstijden winkels op zon- en feestdagen. Aan de gemeenteraad.

Opinienota 14INT Opinienota openingstijden winkels op zon- en feestdagen. Aan de gemeenteraad. Opinienota raadsvergadering agendapunt nummer 14INT00267 onderwerp Opinienota openingstijden winkels op zon- en feestdagen Aan de gemeenteraad. Samenvatting voorstel Met ingang van 1 juli 2013 is de Winkeltijdenwet

Nadere informatie

De raad van de gemeente Loppersum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 juni 2016; gelet op de bepalingen in de Winkeltijdenwet;

De raad van de gemeente Loppersum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 juni 2016; gelet op de bepalingen in de Winkeltijdenwet; De raad van de gemeente Loppersum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 juni 2016; gelet op de bepalingen in de Winkeltijdenwet; b e s l u i t : 1. De Verordening Winkeltijden Loppersum

Nadere informatie

B en W. nr d.d

B en W. nr d.d B en W. nr. 13.0175 d.d. 5-3-2013 Onderwerp Schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders van het raadslid E. Krijgsman (D66) d.d. 28 januari 2013 inzake het cameratoezicht bij station

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL 16R.00788

RAADSVOORSTEL 16R.00788 RAADSVOORSTEL 16R.00788 Indiener: Marieke van Noort, Stefan van Hameren, Elias Bom, Heerd Jan Hoogeveen, Hendrie van Assem en Jaap van der Does Datum: 16 december 2016 Portefeuillehouder(s): Portefeuille(s):

Nadere informatie

Winkeltijdenverordening Hengelo 2013

Winkeltijdenverordening Hengelo 2013 Winkeltijdenverordening Hengelo 2013 De raad van de gemeente Hengelo; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 januari 2013 nummer 498 319; gelet op de Winkeltijdenwet,

Nadere informatie

2017D25309 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2017D25309 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2017D25309 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de

Nadere informatie

Ontwerpvoorstel aan de raad

Ontwerpvoorstel aan de raad Ontwerpvoorstel aan de raad Opgesteld door Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling Kenmerk 14.040549 Vergadering Commissie Stad en Ruimte Vergaderdatum 2 september 2014 Vaststelling bestemmingsplan "Stationsgebied,

Nadere informatie

R.T.G. Bestuur en Financiën

R.T.G. Bestuur en Financiën R.T.G. Bestuur en Financiën OPENBAAR Korte aantekeningen van de bijeenkomst van 7 januari 2014 Aanvang: 19.30 uur Aanwezig: Voorzitter: A. Walter Leden: de heren Veldhuizen, Pennings, Hoezen, Van Geenen,

Nadere informatie

Uitgangspunten en richtingen van de raad voor programma 5.2. integrale veiligheid thema sluitingstijden horeca.

Uitgangspunten en richtingen van de raad voor programma 5.2. integrale veiligheid thema sluitingstijden horeca. 342794 Raadsvoorstel Raadsvergadering : 5 februari 2013 Voorstel : 2013-008 Agendapunt : Zaaknummer : 1894/2012/86525 Documentnummer : 1894/2012/137267 Datum : 9 januari 2013 Onderwerp Uitgangspunten en

Nadere informatie

VERORDENING WINKELTIJDEN GEMEENTE BUNNIK 2013. Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 29 oktober 2013 nr..

VERORDENING WINKELTIJDEN GEMEENTE BUNNIK 2013. Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 29 oktober 2013 nr.. gemeente Bunnik Kenmerk: 2013-volgnummer raad] VERORDENING WINKELTIJDEN GEMEENTE BUNNIK 2013 De raad van de gemeente Bunnik; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 29 oktober

Nadere informatie

Korte inhoud : Met ingang van 1 juli 2013 is de Winkeltijdenwet gewijzigd. De meest belangrijke wijziging is dat de verantwoordelijkheid

Korte inhoud : Met ingang van 1 juli 2013 is de Winkeltijdenwet gewijzigd. De meest belangrijke wijziging is dat de verantwoordelijkheid Nummer : 07-10.2014 Onderwerp : Verordening winkeltijden Eemsmond Korte inhoud : Met ingang van 1 juli 2013 is de Winkeltijdenwet gewijzigd. De meest belangrijke wijziging is dat de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

17 Stiens, 13 januari 2015

17 Stiens, 13 januari 2015 17 Stiens, 13 januari 2015 Raadsvergadering: 22 januari 2015 Voorstelnummer: 2015/9 Portefeuillehouder: R. van der Meulen Behandelend ambtenaar: G. de Vries E-mail: g.devries@leeuwarderadeel.nl Telefoonnr.

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium

Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium Inleiding In het presidium van 31 maart 2016 is afgesproken dat de voorstellen m.b.t.: Reglement

Nadere informatie

Discussienotitie om te komen tot een nieuwe Winkeltijdenverordening Boxtel

Discussienotitie om te komen tot een nieuwe Winkeltijdenverordening Boxtel Onderwerp Discussienotitie om te komen tot een nieuwe Winkeltijdenverordening Boxtel Status Oordeelvormend Voorstel Een oordeel te vormen over de voorgestelde keuze(s) Inleiding Op 1 juli 2013 is de gewijzigde

Nadere informatie

WINKELTIJDENVERORDENING MIDDEN-GRONINGEN 2019

WINKELTIJDENVERORDENING MIDDEN-GRONINGEN 2019 WINKELTIJDENVERORDENING MIDDEN-GRONINGEN 2019 De raad van de gemeente Midden-Groningen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Midden-Groningen van datum; gelet op artikel

Nadere informatie

gelet op de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 april 1996;

gelet op de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 april 1996; Nummer: Onderwerp: Verordening winkeltijden Haaksbergen De Gemeenteraad van Haaksbergen; gelet op de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Bewonerspanel Koopzondagen en (zondag)avondwinkels

Bewonerspanel Koopzondagen en (zondag)avondwinkels Interne Bedrijven, Gemeente Utrecht onderzoek@utrecht.nl / 030 286 1350 www.utrecht.nl/onderzoek Bewonerspanel Koopzondagen en (zondag)avondwinkels Veel Utrechters gaan maandelijks op zondag naar een supermarkt

Nadere informatie

VARIANT 1. Verordening winkeltijden Wormerland 2014. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. De raad van gemeente Wormerland;

VARIANT 1. Verordening winkeltijden Wormerland 2014. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. De raad van gemeente Wormerland; VARIANT 1 Verordening winkeltijden Wormerland 2014 De raad van gemeente Wormerland; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 januari 2014 gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet; besluit

Nadere informatie

Verordening winkeltijden Zoetermeer

Verordening winkeltijden Zoetermeer Verordening winkeltijden Zoetermeer Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 61875 Datum : 10 juni 2014 Programma : Woon en leefomgeving Blad : 1 van 6 Cluster : Ruimte Portefeuillehouder: dhr. H.C.V.

Nadere informatie

Besluitenlijst gemeenteraad Hengelo Ov. Pag. 1

Besluitenlijst gemeenteraad Hengelo Ov. Pag. 1 Besluitenlijst gemeenteraad Hengelo Ov. Pag. 1 VERGADERING D.D. 26-02-2013 AGENDAPUNT B1 REG.NR. 12G201670 PORTH./SECTOR Lievers Wijziging CAR-UWO per 1 januari 2013 ten behoeve van het personeel van de

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF. Belangrijkste cijfers. Doel. Peil-locaties. Organisatie. Opkomst. Resultaten Roosendaalse Peiling 1e uur gratis parkeren Nieuwe Markt

NIEUWSBRIEF. Belangrijkste cijfers. Doel. Peil-locaties. Organisatie. Opkomst. Resultaten Roosendaalse Peiling 1e uur gratis parkeren Nieuwe Markt NIEUWSBRIEF Resultaten Roosendaalse Peiling 1e uur gratis parkeren Nieuwe Markt Doel De fracties van de Nieuwe Democraten, D66 Roosendaal, PvdA en VLP hebben op donderdagmiddag 2 juni 2016 op de Nieuwe

Nadere informatie

Onderwerp Regeling verplaatsen agrarische bedrijfswoningen gemeente Venray 2019

Onderwerp Regeling verplaatsen agrarische bedrijfswoningen gemeente Venray 2019 B en W Adviesnota Onderwerp Regeling verplaatsen agrarische bedrijfswoningen gemeente Venray 2019 Zaaknummer Teammanager Margon van den Hoek B & W datum 28 Januari 2019 Afdeling/Team Stad Dorpen en Wijken/Ruimtelijke

Nadere informatie

Evaluatie werkwijze gemeenteraad Bloemendaal Verslag & Uitslag Enquête

Evaluatie werkwijze gemeenteraad Bloemendaal Verslag & Uitslag Enquête Evaluatie werkwijze gemeenteraad Bloemendaal 2014-2018 Verslag & Uitslag Enquête Bloemendaal, 23 februari 2018 Evaluatie werkwijze gemeenteraad Bloemendaal 2014-2018 1 Inleiding Verslag & Uitslag Enquête

Nadere informatie