Agenda parallelle sessie Ruimte-RRO ontwikkeldag West-Brabant 21 juni 2017

Transcriptie

1 Bijlage 3 Agenda parallelle sessie Ruimte-RRO ontwikkeldag West-Brabant 21 juni 2017 Agenda: 1. Opening, agenda, mededelingen a. Vaststellen opzet agenda b. Mededelingen 2. Bespreekpunten: Onderdeel Ruimtelijke economie a. Retailadviescommissie, detailhandelsmonitor en koopstromenonderzoek (bijlage 3.1) Onderdeel Ruimtelijke Strategie b. Leegstand/VAB s c. Windenergie d. Toekomstvisie gebied Amercentrale Onderdeel Ruimtelijke kwaliteit (natuur, water, landschap, recreatie & duurzaamheid) e. PAS en prioritaire projectenlijst (bijlage 3.2) f. Voortgang uitvoeringsagenda ruimtelijke kwaliteit (bijlage 3.3) Onderdeel Wonen/Leefbaarheid: geen bespreekpunten, Brabantse Agenda Wonen komt terug in werkatelier. 3. Hamerstukken / vast te stellen stukken: a. Vaststellen regionale afspraken werklocaties incl. grootschalige logistiek (bijlage 3.4) b. Kantorenconvenant (bijlage 3.5 c. Kwadrantenoverzicht ruimte (bijlage 3.6) 4. Stukken ter kennisname: a. Verslag RRO 1 december 2016 (bijlage 3.7) b. Samenvatting RRO 1 december 2016 (bijlage 3.8) c. Bouwsteen verstedelijking t.b.v. provinciale omgevingsvisie d. Ontwerp wijziging verordening ruimte e. Externe veiligheid in voorontwerp bestemmingsplannen f. Ladder duurzame verstedelijking 5. Concluderende afspraken, communicatie a. Communicatie, wijze verslaglegging, evt persbericht(en) b. Inventariseren eventuele gesprekspunten voor vervolg van de ontwikkeldag of voor volgend RRO/ontwikkeldag 6. Rondvraag 7. Sluiting 1/11

2 Toelichting per agendapunt 1. Opening, agenda, mededelingen 1a. Vaststellen opzet agenda In deze vergadering bespreken we de onderwerpen die we tijdens het RRO van 1 december 2016 en in de diverse portefeuillehouders-overleggen daarna benoemd hebben. In het kader van de ontwikkeldagen vervalt het reguliere RRO en komen de ruimte -onderwerpen in het eerste blok ( sectorale RRO/Mobiliteitsdeel) dan wel in de werkateliers, integraal met poho s RO/Wonen en Mobiliteit, aan de orde. Onderstaande agenda betreft een voorstel voor die onderwerpen die in het eerste blok besproken worden. Gezien de beperkte tijd worden onderwerpen onder agendapunt 4 (stukken/informatie ter kennisname) in principe niet besproken. Ook voor de bespreekpunten en hamerstukken is de tijd beperkt. Aan het begin van deze vergadering wil ik met u vaststellen of deze indeling akkoord is. instemmen met de opzet en indeling van de agenda 1b. Mededelingen Ter vergadering in te brengen. 2/11

3 2. Bespreekpunten: Onderdeel Ruimtelijke economie 2a. Retailadviescommissie, detailhandelsmonitor en koopstromenonderzoek (bijlage 3.1) De provincie stelt een provinciale retailadviescommissie in met deskundigen uit onderwijs, kennisinstellingen en bedrijfsleven op gebied van detailhandel, consumentengedrag, vastgoed, leefbaarheid en binnenstedelijke ontwikkeling. Voorzitter is Ingrid Janssen, zij is als onafhankelijk onderzoeker (Tias Nimbas) al jaren actief in de retailsector. De retailadviescommissie buigt zich over nieuwe bovenlokale winkelplannen in de vier Brabantse regio s die gemeenten met elkaar en de provincie moeten afstemmen. Daarmee wil de provincie een impuls geven aan de vernieuwing en versterking van winkelgebieden in Brabant. Waar regio s willen voorzien in een eigen adviescommissie, zal de provincie daarbij aansluiting zoeken. In 2014 en 2015 zijn er regionale detailhandelsvisies opgesteld en zijn per regio afspraken gemaakt over hoe de detailhandel zich mag ontwikkelen. Zo ook in West-Brabant waar deze visie in het RRO van juli 2016 is vastgesteld. Brabantse regio s en gemeenten voeren de afspraken uit. Vanuit het programma Werklocaties zorgt de provincie voor actuele informatie en analyses om de gemaakte afspraken te volgen. In dat kader heeft de provincie onlangs de factsheet Feiten en cijfers Brabantse detailhandel gepresenteerd met daarin de actuele stand van het winkelaanbod, de winkelleegstand en de winkelplannen in Noord-Brabant. Deze Detailhandelsmonitor onderbouwt de noodzaak van een kritische toets van nieuwe detailhandelsplannen. In samenwerking met Rabobank Nederland en de lokale Rabobanken faciliteert de provincie een koopstromenonderzoek in Zuidoost Brabant. Het koopstromenonderzoek voor Zuidoost Brabant is een pilot om voor geheel Brabant de koopstromen in beeld te brengen. De andere regio s in Brabant worden hierbij betrokken. Kennisnemen van de factsheets en het koopstromenonderzoek Bespreken van de stand van zaken of specifieke aandachtspunten in West-Brabant Bespreken op welke wijze de regio aan wil sluiten bij de provinciale retailadviescommissie 3/11

4 Onderdeel Ruimtelijke Strategie 2b Leegstand/VAB s Provincie Noord-Brabant heeft een programma ontwikkeld om in samenwerking met Brabantse partners een trendbreuk in gang te zetten om verdere uitbreiding van leegstand te voorkomen en de omvang op termijn terug te dringen tot frictieniveau. Sinds 1 maart 2017 is het team Brabantse aanpak Leegstand versterkt met 4 adviseurs die mede aan de lat staan bij deze brede aanpak van leegstand in Brabant. Hierbij staan de volgende elementen centraal: a) Richting geven: gezamenlijke analyse van vraag en aanbod en het opstellen van (sub)regionale agenda s; b) Beweging stimuleren: gezamenlijk een impuls geven aan de uitvoering van de agenda s; c) Mogelijk maken: realisatie van concrete transformaties. Dat betekent dat (actielijnen): 1) Met partners op (sub)regionale schaal agenda s worden opgesteld om leegstand terug te dringen en transformaties te stimuleren en uit te voeren. 2) Het provinciale instrumentarium optimaal wordt ingezet (Toolbox, Verordening Ruimte, Transformatiefonds, Voucher Programma, Inspiratiebox, Taskforce etc.). 3) Actieve focus wordt gelegd op kennisdeling: Monitor Stand van Leeg onder de aandacht brengen bij diverse doelgroepen; Organisatie van kennisdeling over experimenten detailhandel, VAB s en leegkomende kerken en ontwikkeling / uitvoering subregionale agenda s; Communiceren van de Inspiratiebox met voorbeelden van ontwikkelingsmogelijkheden van VAB s. De voortgang op de actielijnen 1 en 2 wordt gemonitord op effectiviteit en efficiënte en de resultaten daarvan worden gebruikt voor doorontwikkeling van het programma (o.a. via kennisdeling en inspiratie). Overall is vraaggericht programmeren uitgangspunt in de Brabantse Aanpak Leegstand: voortbouwen en aansluiten (daar waar energie zit) op sub regionale overleggen / agenda s en visies. Inmiddels is dit traject, mede via inzet van de provinciale leegstandsadviseur en RWB, door de regio West bestuurlijk en ambtelijk actief opgepakt. Tijdens de vergadering zal hiervan terugmelding worden gedaan en kan besproken worden op welke (extra) punten gezamenlijke aandacht gewenst is. Bespreken van de voortgang en benoemen van eventuele extra aandachtspunten 2c. Windenergie In 2011 hebben de gemeenten in West-Brabant een bod gedaan aan de provincie en het Rijk voor het realiseren van 200 MW extra aan windenergie in Het regionale bod windenergie bestaat uit twee delen: Opschalen bestaande locaties en nieuwe locaties buiten de A16 (100 MW) Grootschalige ontwikkelingen langs de A16 (100 MW) We constateren dat er reeds realisatie van verschillende opstellingen heeft plaatsgevonden, dat de gehele A16 in een PIP wordt opgenomen, maar ook dat er knelpunten spelen in een aantal gemeenten. 4/11

5 In het RRO willen we stilstaan bij de voortgang voor de diverse projecten en bij eventuele knelpunten die zich daarbij voordoen. Mede in relatie tot de binnenkort te verwachten landelijke windmonitor. Samen kunnen we bespreken hoe die knelpunten op te lossen. Bespreken van de voortgang van de diverse projecten; Afspraken maken m.b.t. eventuele knelpunten. 2d. Toekomstvisie gebied Amercentrale Wethouder van Oort heeft in het RRO van juli 2016 aandacht gevraagd om samen met provincie en de regio de kansen voor transformatie en herontwikkeling van de Amercentrale in beeld te brengen. Dit 500 ha grote terrein aan de rand van Geertruidenberg en grenzend aan Nationaal Park de Biesbosch staat op de nominatie om gesloten te worden. Die sluiting brengt een aantal opgaven met zich mee, variërend van zoeken van alternatieven voor stadsverwarming, energietransitie tot herbestemming en inrichting van het vrijkomende gebied. Allerlei kansen en relaties dus ook: visie Havenbedrijf Moerdijk met de categorie 5 mogelijkheden die hier liggen, de Zuiderwaterlinie, tracé 380KV, visie op Nationaal Park de Biesbosch / NLDelta etc. Het is van belang om in een zo vroeg mogelijk stadium te bepalen wat de mogelijkheden zijn en die te onderzoeken. In de ogen van de gemeente Geertruidenberg vraagt dit om een actieve benadering, die ook verder gaat dan alleen de grens van het gebied en de gemeente. Om die reden heeft het college reeds aan de raad gevraagd om hiervoor een bedrag vrij te maken en is deze opgave door de regio op de lijst van Versnellingsafspraken gezet. In het kader van de voorbereiding en bespreking van die versnellingsafspraken is afgesproken om de wens de noodzaak tot het opstellen van een procesplan en het juiste moment daarvoor tijdens de ontwikkeldag te bespreken. Bespreken van de wens en noodzaak tot opstellen van een procesplan en het juiste moment daarvoor. Benoemen van aandachtspunten rondom te betrekken partijen, relevante dossiers en proces. 5/11

6 Onderdeel Ruimtelijke kwaliteit (natuur, water, landschap, recreatie & duurzaamheid) 2e. PAS en prioritaire projectenlijst (bijlage 3.2) In het RRO van 16 december 2016 is afgesproken om de communicatie over en de afstemming over de prioritaire projectenlijst voor de PAS zoveel mogelijk via het RRO te laten lopen. Het is niet de bedoeling dat gemeenten separaat haar wensen kenbaar maken. In de tussentijd hebben wij Brabant Advies en Arcadis om advies gevraagd om te kijken hoe wij gezamenlijk als Brabant de prioritaire projectenlijst beter strategisch in kunnen zetten. (RRO bijlage 4g). In de vergadering is nog expliciet om een goede afstemming daarover gevraagd. In dat kader heeft de regio, via afstemming in het portefeuillehoudersoverleg RO-Wonen van 8 maart jl. een regionaal gedragen advies over de (concept) potentiële prioritaire projecten aan GS gegeven. Door de regio is geadviseerd om de projecten Via Breda en dijkversterking Geertruidenberg als prioritair project toe te voegen. GS hebben op 6 juni besluit genomen over de potentieel prioritaire projecten. Het onderzoek van bureau Pouderoyen heeft hieraan ten grondslag gelegen alsmede de regionale adviezen. De door de regio aangedragen projecten zijn daarin opgenomen. Het doorlopen proces en de vervolgplanning is opgenomen in bijgevoegd memo evenals de lijst met potentiële prioritaire projecten. Kennisnemen van de voortgang en benoemen van eventuele extra aandachtspunten 2f. Voortgang uitvoeringsagenda Ruimtelijke Kwaliteit West-Brabant (bijlage 3.3) In het RRO van 14 juli 2016 is de uitvoeringsagenda ruimtelijke kwaliteit Dit doen wij in West-Brabant vastgesteld. Daarin is afgesproken welke onderwerpen voor het onderwerp Ruimtelijke Kwaliteit voortaan in het RRO voor te leggen. In bijgaande voorgangsnotitie leest u voor die onderwerpen de stand van zaken. NB: Het betreft de versie die geagendeerd is voor het poho RO-Wonen van 15 juni a.s.. Eventuele conclusies van bespreking en besluitvorming uit die vergadering zullen op 21 juni mondeling worden ingebracht. Specifieke aandacht wordt gevraagd voor de klimaatatlas West-Brabant en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). De Klimaatatlas West-Brabant is het resultaat van het project weten vanuit de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie. Tijdens het RRO van 9 december 2015 is opdracht gegeven, in het kader van de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie, te zorgen dat eind 2017 is geanalyseerd hoe waterrobuust en klimaatbestendig de huidige situatie van het plangebied is. De analyse richtte zich op de aspecten droogte, hittestress, wateroverlast en meerlaagse veiligheid in relatie tot lange termijn klimaatverandering en laat zien dat een regionale aanpak noodzakelijk is. De wijze waarop kan het beste bepaald worden na het verschijnen van het Deltaprogramma aankomende Prinsjesdag. Voorgesteld wordt om deze klimaatatlas Ruimtelijke adaptatie tijdens de ontwikkeldag in het RRO-deel vast te stellen en te besluiten om klimaatadaptatie regionaal op te pakken. Tijdens de werkateliers komt dit onderwerp ook en breder aan de orde. Aandachtspunten vanuit die werksessies zullen meegenomen worden bij de verdere regionale uitwerking. 6/11

7 Het GLB (de vergroeningsopgave) wordt op dit moment door boeren zodanig ingevuld (veelal met groenbemesters en in sommige gevallen al met speciale pakketten binnen groen-blauwe diensten - in samenwerking met waterschappen-) dat het niet meer van belang is om als thema vanuit ruimtelijke kwaliteit op te pakken. Voorgesteld wordt om dit onderdeel uit de uitvoeringsagenda te schrappen. Voorstellen: Kennisnemen van de voortgang van de Uitvoeringsagenda Ruimtelijke Kwaliteit Dit doen wij in West-Brabant! Vaststellen van de klimaatatlas West-Brabant en besluiten om de uitvoering regionaal op te pakken. Het onderwerp Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) af te voeren van de uitvoeringsagenda Dit doen wij in West-Brabant! 7/11

8 3. Hamerstukken / vast te stellen stukken: 3a. Vaststellen regionale afspraken werklocaties incl grootschalige logistiek (bijlage 3.4) Op basis van nieuwe provinciale behoefteramingen is afgesproken in de regio West-Brabant te komen tot een toekomstbestendig regionaal afsprakenkader voor de ontwikkeling van bedrijventerreinen. In het RRO van 1 december 2016 is het afsprakenkader voor werklocaties inclusief grootschalige logistiek, dat door de regio was uitgewerkt, besproken. In het RRO van 1 december 2016 werd echter geconstateerd dat er in de regio een grote mate van overeenstemming bestaat over het afsprakenkader, maar dat er op een aantal aspecten verschil van mening bestond met de provincie. De afgelopen periode is benut voor nader overleg met de provincie hierover. Het betreft: Specials: Met de provincie is gesproken over de wijze waarop de specials opgenomen zouden worden in het afsprakenkader. In het afsprakenkader is nu duidelijk aangegeven wat het concept exact inhoudt, en hoe er voor wordt gezorgd dat dit concept ook wordt bewaakt (juridisch en/of organisatorisch). Locaties voor zeer grootschalige logistiek: De provincie blijft bij haar standpunt dat de locaties Majoppeveld Zuid en Voet Bavelse Berg in de planperiode tot 2026 niet tot het aanbod zeer grootschalige logistiek mogen worden gerekend. Wel heeft de provincie aangegeven dat maatwerk van toepassing moet zijn. Dit houdt concreet in dat als zich een grootschalig logistiek bedrijf meldt en dit bedrijf niet gehuisvest kan worden op een van de daarvoor aangewezen bedrijventerreinen in de regio, de provincie haar medewerking zal verlenen om vestiging op Majoppeveld Zuid of Voet Bavelse Berg mogelijk te maken. Transformatie van bedrijventerreinen: In West Brabant zijn meerdere plannen en initiatieven om bedrijventerreinen te transformeren naar m.n. woningbouw. Zeker omdat hier vaak nog economische activiteiten plaatsvinden leidt dit tot vervangingsvraag. Met het voorliggende afsprakenkader heeft de regio een forse stap gezet bij het komen tot meer evenwicht op de bedrijventerreinenmarkt. Het afsprakenkader is in het Portefeuillehoudersoverleg Sociaal Economische Zaken Regio West-Brabant van 24 mei 2017 vastgesteld. Conform de Verordening Ruimte dient het afsprakenkader ook in het RRO te worden vastgesteld. Vaststellen van het afsprakenkader bedrijventerreinen Bepalen of een gemeenschappelijk persbericht (in combinatie met kantorenconvenant) zinvol is 3b. Kantorenconvenant West-Brabant (bijlage 3.5) De provincie heeft in haar Strategie bedrijventerreinen en andere werklocaties en in haar bestuursakkoord Tien voor Brabant aangegeven aan de slag te willen met de leegstand op de kantorenmarkt. Afgesproken is dat de regio s een regionale kantorennota op zouden stellen met daarin afspraken over programmering en planning. In juli 2015 is in het RRO de Kantorennota Naar een gezonde kantorenmarkt in West-Brabant vastgesteld. Deze nota geeft inzage in de vraag en het aanbod naar kantoren in West-Brabant naar de toekomst toe. Vervolgens heeft de regio de uitvoering van deze nota opgepakt. 8/11

9 De problematiek bij kantoren speelt zich vooraf af in de vijf kantoorgemeenten Breda, Etten-Leur, Bergen op Zoom, Roosendaal en Oosterhout. Deze gemeenten hebben de afgelopen tijd hun kantorenvoorraad al afgebouwd. Dit proces loopt overigens nog steeds. Gezien deze ontwikkeling is destijds geconstateerd dat een regionale aanpak bovenop de acties die in de gemeenten zijn en worden genomen niet echt meerwaarde heeft. Wel is het van belang de ontwikkelingen te monitoren om te kijken of vraag en aanbod meer en meer in evenwicht komen. Er is eveneens besloten tot het sluiten van een regionaal kantorenconvenant, waarin de uitgangspunten die zijn opgenomen in de kantorennota te bekrachtigen. Tijdens het RRO van juli 2016 is de provincie over dit voornemen geïnformeerd. Strekking van dit convenant is dat: Alle gemeenten onderschrijven de noodzaak om overaanbod en leegstand aan te pakken. Het beleid in de vijf kantoorgemeenten is er op gericht om kantoormeters waar geen vraag naar is uit de markt te halen. De overige gemeenten zijn zeer terughoudend bij het toevoegen van nieuwe kantoorruimte. Voor de (inter)nationale vraag naar kantoorruimte wordt Breda, als belangrijkste kantoorgemeente, nadrukkelijk naar voren geschoven. Het convenant is in het Portefeuillehoudersoverleg Sociaal Economische Zaken Regio West-Brabant van 24 mei 2017 vastgesteld. Regio en provincie beschouwen het convenant als een verdere uitwerking van de kantorennota. Het betreft een actualisering van de regionale afspraken die wordt vastgesteld in het RRO. Vaststellen van het convenant kantoren als nadere uitwerking en actualisering van de regionale afspraken Bepalen of een gemeenschappelijk persbericht (in combinatie met afspraken bedrijventerreinen) zinvol is 3c. Kwadranten-overzicht Ruimte (bijlage 3.6) In analogie met het werkveld Mobiliteit is ook voor het onderdeel Ruimte een eerste - overzicht gemaakt van de lopende en nieuw te maken afspraken. Daarbij is gepoogd alle afspraken volgens de systematiek van de kwadranten lobby/agendering, onderzoeken, pilots/experimenten en investeringen bijeen te brengen. Geconstateerd is dat dit zich, mede door de aard van het werkveld ruimte en de bijbehorende type afspraken, wat lastiger laat doen dan voor mobiliteit. Een groot deel van de afspraken die in het RRO gemaakt worden hebben een algemener karakter of zijn gericht op programmering. Toch geeft het een goed overzicht van de ruimtelijke projecten die door regio en provincie worden opgepakt en welke extra stapjes er nog gezet gaan worden in de realisatie van de gezamenlijke ruimtelijk-economische agenda. Kennisnemen van deze eerste proeve van kwadranten Ruimte voor lopende en nieuwe afspraken Afspreken om deze kwadranten de komende tijd nader uit te werken. 9/11

10 4. Stukken/informatie ter kennisname 4a. Verslag RRO 1 december 2016 (bijlage 3.7) Reacties zijn na schriftelijke ronde verwerkt en verslag is daarmee vastgesteld. Reeds eerder toegezonden. 4b. Samenvatting RRO 1 december 2016 (bijlage 3.8) Deze samenvatting is speciaal bedoeld als snelle terugkoppeling en om door te sturen naar college s, raden, ambtelijk apparaat en overige geïnteresseerden. Reeds eerder toegezonden. 4c Stand van zaken bouwsteen verstedelijking t.b.v. provinciale omgevingsvisie Medio 2016 zijn door de provincie de positionpapers Brabant in transitie: naar een nieuwe koers voor het Brabantse verstedelijkingsbeleid opgesteld. Deze papers geven op basis van gesprekken met experts uit het Brabantse netwerk aanbevelingen voor een vernieuwing van de provinciale aanpak van de verstedelijking. De provincie heeft de commissie Karakus uitgenodigd om hier op te reflecteren vanuit de deskundigheid van experts van buiten het Brabantse kennisnetwerk. Hiervoor zijn dialoogtafels georganiseerd. De uitkomst van de dialoogtafels was voor de commissie Karakus input voor haar definitieve advies richting de provincie. Het advies is op 30 maart jl. aangeboden aan gedeputeerde van Merrienboer. De gedeputeerde heeft met belangstelling kennis genomen van dit advies en zijn waardering uitgesproken richting de commissie Karakus en degenen die bij het opstellen van het advies betrokken zijn geweest. Het advies helpt de provincie om de volgende stap in de actualisering van het Brabantse verstedelijkingsbeleid scherper te krijgen. Afgesproken is dat het advies van de commissie Karakus en de achterliggende positionpapers zullen worden meegenomen in het proces van de totstandkoming van de Brabantse omgevingsvisie. Het advies en de positionpapers kunt u vinden op de website: 4d Ontwerp-wijziging Verordening Ruimte In maart is een ontwerp wijziging van de verordening ruimte in procedure gebracht. In dit ontwerp wordt de basis gelegd voor staldering en het nieuwe mestbeleid. Er zijn circa 550 reactie's ingebracht. Naast de inspraakprocedure zijn er de afgelopen periode ook diverse onderzoeken gedaan naar de gevolgen van staldering mede bezien in combinatie met de andere maatregelen die door GS zijn voorgesteld: aanpassing van de Verordening natuurbescherming en aanpassing van de BZV. De resultaten van de inspraak en de onderzoeken worden op dit moment verwerkt. Dit leidt er waarschijnlijk toe dat er een meer centrale regie op het stalderen wordt ingevoerd. Dit is mede vanwege de ingekomen inspraak. De besluitvorming over de ontwerp wijziging verloopt als volgt: Op 13 juni worden de Nota van inspraak en Nota van wijzigingen door GS vastgesteld en daarna ter besluitvorming aangeboden aan PS. Naar verwachting besluiten PS op 7 juli over het maatregelenpakket, waaronder de wijziging van de Vr, gericht op het verder verduurzamen van de veehouderij 4e. Externe veiligheid in voorontwerp bestemmingsplannen Op 8 juni heeft de provincie een brief verstuurd aan alle Colleges van de Brabantse gemeenten over de resultaten van het project Samenwerken aan borging van Externe veiligheid in bestemmingsplannen. In dit project is onderzoek gedaan naar de mate waarin externe veiligheid al vanaf het begin van het gemeentelijk planproces wordt meegenomen. Op basis van de bevindingen uit dit onderzoek constateert de provincie dat er steeds meer bewustwording en aandacht is voor externe veiligheid in bestemmingsplannen. Wat vaak nog ontbreekt in de plannen is een afweging van de aanvaardbaarheid van de aanwezige risico s. Aangezien het hier gaat over risico s vanwege gevaarlijke stoffen is verbetering op dit vlak nodig. In de brief staat een link naar de rapportage, waarin aanbevelingen zijn opgenomen over de manier waarop risico s eerder in het planproces kunnen 10/11

11 worden afgewogen bij een ruimtelijke ontwikkeling in uw gemeente. Er zit een bijlage bij het rapport met goede voorbeelden uit de bekeken plannen die gebruikt kan worden bij het opstellen van de externe veiligheidsparagraaf van een bestemmingsplan. 4f. Ladder Duurzame Verstedelijking Vrijdag 12 mei 2017 is de wijziging van de Ladder voor duurzame verstedelijking verschenen in het Staatsblad. De gewijzigde Ladder treedt op 1 juli 2017 in werking. Meer informatie: 5. Concluderende afspraken, communicatie Te bespreken: Communicatie, wijze van verslaglegging Eventueel persbericht naar aanleiding van een van de onderwerpen Inventariseren van eventuele gesprekspunten voor het vervolg van de ontwikkeldag of voor een volgend RRO/ontwikkeldag (voor zover nog niet eerder aan de orde geweest) 6. Rondvraag 7. Sluiting 11/11