Gemeentelijk rapport Roeselare. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gemeentelijk rapport Roeselare. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS"

Transcriptie

1 Gemeentelijk rapport Roeselare Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

2 Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef Bespreking van de resultaten Thema 1: Woonsituatie en buurt... 7 ONAANGEPASTHEID VAN DE WONING... 7 BUURTBETROKKENHEID VERHUISGENEIGDHEID AANGEPASTHEID VAN DE WIJK Thema 2: Gezondheid, zorg en hulpverlening OBJECTIEVE GEZONDHEID POTENTIEEL HULPNETWERK ZORGAFHANKELIJKHEID Thema 3: Welbevinden UITGEBREIDHEID VAN HET NETWERK EENZAAMHEID NEGATIEVE PSYCHOLOGISCHE BELEVING NEGATIEVE STEMMINGSSTOORNISSEN ERVAREN PROBLEMEN ONVEILIGHEIDSGEVOEL OUDERDOMSBEELD Thema 4: Maatschappelijke participatie REDEN PENSIONERING MATE VAN GEMIS VAN BEROEPSACTIVITEITEN PARTICIPATIE ACTIVITEITSGRAAD MOTIEVEN LID WORDEN VAN VERENIGING PARTICIPATIEGRAAD SENIORENVERENIGINGEN BELEMMERINGEN BIJWONEN ACTIVITEITEN SENIORENVERENIGINGEN BIJWONEN CULTURELE EVENEMENTEN BELEIDSPARTICIPATIE Samenvatting

3 Situering Het Vlaamse Parlement keurde op 21 april 2004 het decreet houdende 'de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen' goed. Via dit decreet wil men de participatie van ouderen aan het lokale beleid stimuleren, vandaar de naam 'het participatiedecreet'. Gemeenten op hun beurt worden gestimuleerd om een ouderenbeleidsplan op te stellen. Hiervoor zijn reeds heel wat gemeenten aan de slag gegaan. Daarvoor hebben zij echter cijfermateriaal nodig dat niet voor handen was. Het West-Vlaams Overleg Adviesraden van Senioren (WOAS) en het provinciebestuur West- constateerden dat de gemeenten en de seniorenadviesraden vragende partij waren voor ondersteuning bij de opmaak van een ouderenbeleidsplan. Als antwoord hierop werd een ouderenbehoeftenonderzoek ontwikkeld door de Vrije Universiteit Brussel, samen met de provincie West-. De vragenlijst omvat vele thema's zoals huisvesting, buurtkenmerken, mobiliteit, eenzaamheid, onveiligheid, hulpverlening, gezondheid, maatschappelijke participatie,... waarop een lokaal bestuur haar beleid dan zou kunnen baseren. Alvorens noden te kunnen oplossen, moet men ze immers eerst kennen. De data werd verzameld door een uniek systeem van peer-research. Dat betekent dat de enquêtes verzameld werden door 'peers' of leeftijdsgenoten van de respondenten. Voor dit ouderenbehoeftenonderzoek betekent dit dat de data verkregen werd via gestandaardiseerde vragenlijsten, die afgenomen werden bij ouderen en waar de enquêteurs bovendien zelf senior waren. Het resultaat van dit ouderenbehoeftenonderzoek is een zeer ruime Vlaamse dataset, die op verschillende niveaus bruikbaar is, namelijk op gemeentelijk, provinciaal en Vlaams niveau. Binnen elke gemeente realiseerde men een proportioneel gestratificeerde steekproef, zowel naar leeftijd als naar geslacht. Wanneer de enquêteurs bij één van hun respondenten geen gehoor kregen, kregen zij een gelijkaardig vervangadres toegewezen opdat de representativiteit gewaarborgd zou blijven. Met andere woorden, de cijfers zijn steeds representatief op gemeentelijk niveau. Het rapport dat voorligt gaat in op de beschikbare gemeentelijke gegevens. De gemeente wordt vergeleken met West- en. Voor West- en wordt een benchmark gebruikt. Dit is een steekproef van de beschikbare West-Vlaamse en Vlaamse data. Er wordt telkens een jaar lang gewerkt met dezelfde West-Vlaamse en Vlaamse steekproef, daarna wordt een nieuwe steekproef genomen zodat de nieuwe gegevens van nieuw ingestapte gemeenten eveneens worden opgenomen. Naast de geografische vergelijking ( West- en ) wordt de gemeente ook vergeleken met gemeenten in die enerzijds een gelijkaardige vergrijzingsgraad kennen (voor Roeselare is dit Vergrijzingsklasse=3 = het aandeel ouderen in de bevolking bedraagt tussen 22,27% en 23,58%) en anderzijds een gelijkaardige bevolkingsdichtheid hebben (voor Roeselare is dit Dichtheidsklasse=4 = bevolkingsdichtheid is groter dan 607 inwoners per km²). 2

4 Methodologie Het seniorenbehoeftenonderzoek heeft tot doelstelling te peilen naar de behoeften van de senioren. De behoeften van senioren zijn echter niet éénduidig vast te stellen door middel van een eenvoudige meting. Daarom wordt in het onderzoek gebruik gemaakt van meerdere dimensies, die samen een beeld geven van de behoeften van senioren. Elke dimensie wordt op haar beurt gemeten aan de hand van subdimensies. Een subdimensie kan nog verder opgesplitst worden in items die gemeten worden aan de hand van vragen. De opsplitsing van subdimensies naar items is niet bij alle dimensies het geval. Bijgevolg komt elke subdimensie of elk item (indien verdere opsplitsing) overeen met één vraag(onderdeel) uit de vragenlijst. Dit meetmodel werd ontwikkeld door de firma Kpiware. Onderstaande figuur geeft het meetmodel weer. In totaal werden 22 dimensies geconstrueerd. Dat betekent dat niet alle vragen uit de vragenlijst vervat zijn in een dimensie. De vragen werden namelijk enkel samengevoegd tot een dimensie indien dit statistisch correct was. Dit gemeentelijk rapport beperkt zich tot de bespreking van de 22 dimensies. Wanneer bij de vergelijking van de gemeente met de benchmarks de verschillen in scores meer dan 0,2 bedragen, spreken we van significante verschillen. 3

5 Beschrijving van de steekproef... In een eerste deel van de analyse wordt de steekproef besproken. De steekproef werd zo getrokken dat het aandeel mannen en vrouwen in de steekproef overeenkomt met het werkelijke aandeel in de bevolking. Ook naar leeftijd werden de verhoudingen in de populatie gerespecteerd. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de socio-demografische kenmerken van de respondenten. De categorie 'missing' zijn de respondenten die de betreffende vraag niet ingevuld hebben. In Roeselare werden in totaal 664 ouderen bevraagd. v05 Geslacht Count: Percentage: man % vrouw % MISSING: % TOTAL: % 43,2 % van de respondenten zijn mannen, 55,9% zijn vrouwen. 6 respondenten (0,9%) hebben niet op deze vraag geantwoord. v04klas Leeftijdsklasse Count: Percentage: 60_ % 70_ % % MISSING: % TOTAL: % 43,8% van het totaal aantal respondenten is tussen de 60 en de 69 jaar oud. 37,5% is tussen de 70 en de 79 en 17,5% is ouder dan 80. v06 Opleiding Count: Percentage: geen afgeronde opleiding % lager onderwijs % lager beroepsonderwijs % lager technisch onderwijs % lagere humaniora % hoger beroepsonderwijs % hoger technisch onderwijs % hogere humaniora % hoger niet-universitair onderwijs % universitair onderwijs % MISSING: % TOTAL: % Een derde persoonskenmerk van de respondenten is het opleidingsniveau. Het grootste deel (38,1%) van de respondenten heeft enkel een diploma lager onderwijs. 2,3% van de respondenten heeft geen afgeronde opleiding genoten. Verder heeft 12,4% lager beroepsonderwijs gevolgd en 8,4% lager technisch. Een minderheid van de respondenten heeft hogere studies genoten: 11,1% in het hoger niet universitair en 3,2% aan de universiteit. 4

6 Een lage opleidingsgraad van de senioren betekent geenszins dat deze groep enkel laaggeschoolde jobs uitgeoefend heeft. Vooreerst was, op het moment dat de ondervraagde groep naar school ging, de leerplicht enkel tot 12 jaar. In de tweede plaats was de doorgroeikans binnen de bedrijven zeer groot: de job die men uitvoerde stond veel minder in relatie tot het behaalde diploma dan wat nu het geval is. v07 Burgerlijke staat Count: Percentage: gehuwd % nooit gehuwd % gescheiden % samenwonend % weduw(e) naar % kloosterling(e) % MISSING: % TOTAL: % 70,0 %, een overgrote meerderheid van de respondenten is gehuwd. 20,8% is weduwe/ weduwnaar. 3,8% is nooit gehuwd, 2,3% is gescheiden en 1,8% woont samen. Er zitten bovendien ook 5 kloosterlingen (0,8%) in de steekproef. Op basis van de aangeduide burgerlijke staat werden de respondenten onderverdeeld in 2 klassen, namelijk met of zonder partner. v07klas Partner Count: Percentage: Partner % geen partner % MISSING: % TOTAL: % 71,7% van de respondenten heeft een partner, 26,8% heeft er geen. v08klas Kinderen Count: Percentage: geen kinderen % kinderen % MISSING: % TOTAL: % 10,6% van de respondenten heeft geen kinderen in leven, 84,8% wel. v75klas Inkomensklasse Count: Percentage: % % > % MISSING: % TOTAL: % 23,3% van de respondenten heeft een netto maandinkomen van minder dan 1000 euro. 29,2% heeft een inkomen tussen de 1000 en de 1499 euro per maand en 25,5% van de respondenten heeft een inkomen dat de 1500 euro per maand overstijgt. Merk ook op dat maar liefst 22,0% van de respondenten niet op deze vraag geantwoord heeft. Naast het werkelijke inkomen werd ook gevraagd of de respondenten vonden of ze al dan niet kunnen rondkomen met hun inkomen (subjectieve beoordeling). 5

7 v76klas Rondkomen met het inkomen Count: Percentage: moeilijker rondkomen % makkelijker rondkomen % MISSING: % TOTAL: % We kunnen zien op de tabel dat 48,6% van de respondenten aangeeft eerder makkelijk rond te komen, terwijl 35,7% van de respondenten moeilijker rondkomt. Merk hier ook weer op dat 15,7% van de respondenten niet op deze vraag geantwoord heeft. Tot slot van deze steekproefbeschrijving worden een aantal kenmerken met elkaar gecombineerd. Enkel de respondenten die geantwoord hebben op beide kenmerken worden weergegeven in de tabel. man vrouw TOTAL: Dimension2: v05 Geslacht Dimension1: v04klas Leeftijdsklasse Count = Fij % within Dimension1 Count = Fij % within Dimension1 Count = F0j % within Dimension2 % within Dimension1 60_69 70_ TOTAL: % % % 100.0% % % % 100.0% % % % 100.0% % % % 100.0% 43,6% van het totaal aantal respondenten zijn mannen, 56,4% zijn vrouwen. Op bovenstaande tabel zien we ook dat, terwijl in de leeftijdsc ategorie de man-vrouw balans nog in evenwicht is (47,8% mannen tegenover 52,2% vrouwen), deze balans naarmate de leeftijd vordert steeds meer overhelt in het voordeel van de vrouwen. We zien dit vooral duidelijk in de leeftijdscategorie 80+. In deze leeftijdscategorie zijn slechts 33,6% mannen tegenover 66,4% vrouwen. partner geen partner TOTAL: Dimension2: v07klas Partner Dimension1: v04klas Leeftijdsklasse Count = Fij % within Dimension1 Count = Fij % within Dimension1 Count = F0j % within Dimension2 % within Dimension1 60_69 70_ TOTAL: % % % 100.0% % % % 100.0% % % % 100.0% % % % 100.0% 72,8% van het totaal aantal respondenten heeft een partner, 27,2% niet. Naarmate de leeftijd vordert, stijgt het aantal respondenten zonder partner (van 15,8% in de leeftijdscategorie tot 48,2% bij de 80+) >1500 TOTAL: Dimension2: v75klas Inkomensklasse Dimension1: v04klas Leeftijdsklasse Count = Fij % within Dimension1 Count = Fij % within Dimension1 Count = Fij % within Dimension1 Count = F0j % within Dimension2 % within Dimension1 60_69 70_ TOTAL: % % % % 100.0% % % % % 100.0% % % % % 100.0% % % % % 100.0% Leeftijd en inkomen zijn gerelateerd. Hoe ouder de respondenten, hoe groter de kans op een lager inkomen. 6

8 Bespreking van de resultaten... Thema 1: Woonsituatie en buurt Binnen dit thema werden de scores berekend voor 4 dimensies, namelijk onaangepastheid van de woning, buurtbetrokkenheid, verhuisgeneigdheid en aangepastheid van de wijk. ONAANGEPASTHEID VAN DE WONING Deze dimensie wordt gemeten aan de hand van vraag 15 uit de vragenlijst waarin de ouderen een reeks onaangepastheden aan de woning werd voorgelegd en hen werd gevraagd: Welke uitspraken zijn van toepassing op uw woning?. Men kon 5 mogelijke antwoorden geven gaande van helemaal niet van toepassing tot helemaal van toepassing. Gemiddelde score Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Onaangepastheid van de woning , Hoe hoger de score, hoe onaangepaster de woning van de respondenten. Roeselare scoort voor onaangepastheid van de woning 2,1 op een maximum van 10. Vanaf dat scores van de regio s meer dan 0,2 van elkaar verwijderd liggen, kunnen we spreken van een significant verschil. De score van Roeselare in dit geval is significant hoger (wat wijst op meer onaangepastheid van de woning dus) dan de score van West-,, een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Woning is te groot Woning is te klein Woning verkeert in slechte staat/slecht onderhouden Ik moet trappen doen om de woning te betreden De drempels zijn te hoog Er zijn trappen in de woning Ik moet trappen doen om naar het toilet te gaan Woning is te duur Woning is inbraakgevoelig Woning is weinig gerieflijk Woning is te gehorig Woning is moeilijk warm te stoken Er is onvoldoende comfort in de woning De wijk bevalt niet Afstand tot de voorzieningen is te groot Afstand tot de kinderen is te groot

9 We zien dat de volgende gebreken het vaakst voorkomen aan de woningen van de senioren uit Roeselare: er zijn trappen in de woning (5,2), woning is te groot (2,6), afstand tot de voorzieningen is te groot (2,5) en woning is te gehorig (2,4). Veel minder problemen worden er ervaren met: de woning is weinig gerieflijk (1,6), woning verkeert in slechte staat/ slecht onderhouden (1,4), de drempels zijn te hoog (1,4) en ik moet trappen doen om naar het toilet te gaan (1,3). Uit de tabel kunnen we verder afleiden dat Roeselare in vergelijking met West- hoger (wat duidt op meer onaangepastheid) scoort voor: woning is te klein, woning verkeert in slechte staat/ slecht onderhouden, ik moet trappen doen om de woning te betreden, de drempels zijn te hoog, er zijn trappen in de woning, ik moet trappen doen om naar het toiet te gaan, woning is te duur, woning is inbraakgevoelig, woning is weinig griefelijk, woning is te gehorig, woning is moeilijk warm te stoken, er is onvoldoende comfort in de woning en de wijk bevalt niet. In vergelijking met de gemiddelde senior uit, scoren de senioren uit Roeselare hoger (wat wijst op meer onaangepastheid) voor: woning is te klein, woning verkeert in slechte staat/ slecht onderhouden, de drempels zijn te hoog, er zijn trappen in de woning, ik moet trappen doen om naar het toiet te gaan, woning is te duur, woning is weinig griefelijk, woning is te gehorig, woning is moeilijk warm te stoken, er is onvoldoende comfort in de woning, afstand tot de kinderen is te groot en de wijk bevalt niet. In vergelijking met een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, scoort Roeselare dan weer hoger (wat wijst op meer onaangepastheid van de woning) voor: woning is te groot, woning is te klein, woning verkeert in slechte staat/ slecht onderhouden, de drempels zijn te hoog, woning is weinig griefelijk, woning is te gehorig, er is onvoldoende comfort in de woning, de wijk bevalt niet en afstand tot de kinderen is te groot. In vergelijking met de senioren uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, scoren de senioren uit Roeselare hoger (wat wijst op meer onaangepastheid van de woning) voor: woning is te groot, woning is te klein, woning verkeert in slechte staat/ slecht onderhouden, de drempels zijn te hoog, ik moet trappen doen om naar het toilet te gaan, woning is te duur, woning is weinig griefelijk, woning is te gehorig, er is onvoldoende comfort in de woning, de wijk bevalt niet en afstand tot de kinderen is te groot. 8

10 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? De senioren tussen de 60 en de 69 scoren lager (wat wijst op minder onaangepastheid) dan de senioren die ouder zijn voor: woning verkeert in slechte staat/ slecht onderhouden, woning is weinig gerieflijk, er is onvoldoende comfort in de woning en afstand tot de voorzieningen is te groot. Senioren van boven de 80 scoren dan weer hoger (wat wijst op meer onaangepastheid) voor afstand tot de voorzieningen is te groot. Senioren zonder partner scoren hoger (wat wijst op meer onaangepastheid van de woning) dan senioren met een partner voor volgende items: woning is te klein, woning verkeert in slechte staat/ slecht onderhouden, ik moet trappen doen om de woning te betreden, de drempels zijn te hoog, ik moet trappen doe om naar het toilet te gaan, woning is te duur, woning is weinig gerieflijk, woning is te gehorig, woning is moeilijk warm te stoken, er is onvoldoende comfort in de woning, de wijk bevalt niet en afstand tot de voorzieningen is te groot. 9

11 De senioren met een inkomen onder de 1000 euro scoren de hoger (wat wijst op meer onaangepastheid van de woning) voor volgende items: woning is te klein, woning verkeert in slechte staat/ slecht onderhouden, ik moet trappen doen om woning te betreden, de drempels zijn te hoog, ik moet trappen doen om naar het toilet te gaan, woning is inbraakgevoelig, er is onvoldoende comfort in de woning en afstand tot de voorzieningen is te groot. De senioren met een inkomen onder de 1000 euro per maand scoren wel lager voor er zijn trappen in de woning. De senioren met een inkomen tussen de 1000 en de 1499 euro hebben dan weer meer problemen met de gehorigheid van de woning. De senioren met een inkomen boven de 1500 euro tenslotte scoren hoger (wat wijst op meer onaangepastheid van de woning) voor er zijn trappen in de woning ; maar lager voor: woning is inbraakgevoelig, woning is weinig gerieflijk, woning is te gehorig, woning is moeilijk warm te stoken, er is onvoldoende comfort in de woning, de wijk bevalt niet en afstand tot de voorzieningen is te groot. 10

12 De senioren die moeilijker rondkomen scoren hoger (wat wijst op meer onaangepastheid van de woning) dan de senioren die makkelijker rondkomen voor volgende items: woning verkeert in slechte staat/ slecht onderhouden, woning is te duur, woning is moeilijk warm te stoken en er is onvoldoende comfort in de woning. De senioren die makkelijker rondkomen scoren dan weer hoger (wat wijst op meer onaangepastheid) voor er zijn trappen in de woning. 11

13 Welke items hebben een grote impact? De items die een hogere score (wat duidt op meer onaangepastheid) kregen dan de gemiddelde beoordeling voor voorzieningen zijn (boven de rode horizontale streep, in de groene zone): er zijn trappen in de woning, afstand tot de voorzieningen is te groot, afstand tot de kinderen is te groot, woning is te groot, woning is te gehorig en woning is inbraakgevoelig. Bovendien hebben deze items (met uitzondering van er zijn trappen in de woning ) allen een grote impact op het concept onaangepastheid van de woning. Door iets aan deze zaken te wijzigen kan de onaangepastheid van de woningen dus gevoelig verbeterd worden. 12

14 BUURTBETROKKENHEID De dimensie buurtbetrokkenheid wordt gemeten aan de hand van de volgende 7 vragen. Hoe vaak hebt u contact met mensen die in uw wijk wonen? (vraag 20); Hoe ervaart u dit contact? (vraag 21); Hoe prettig vindt u het over het algemeen om in u wijk te wonen? (vraag 23); Hoe betrokken voelt u zich bij hetgeen in uw wijk gebeurt? (vraag 24); Hoe vaak gaat u op bezoek bij/ ontvangt u bezoek van / hebt u telefonisch contact met buren of mensen uit de wijk? (vraag 32 nr 7); Hoe tevreden bent u over de contacten met de buren of mensen uit de wijk? (vraag 33 nr 9); Vindt u dat er in uw wijk voldoende wordt georganiseerd voor mensen, ouder dan 60 jaar? (vraag 27). Gemiddelde score Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Buurtbetrokkenheid Hoe hoger de score, hoe meer de senioren betrokken zijn op hun buurt. We zien met een score van 6,5 op een maximum van 10 dat de senioren uit Roeselare zich niet heel veel, maar zeker ook niet weinig betrokken voelen op hun buurt. Wanneer de scores tussen regio s meer dan 0,2 van elkaar afwijken, kunnen we spreken van een significant verschil. Als we de senioren uit Roeselare nu vergelijking met de senioren uit de andere regio s, dan zien we dat de score van Roeselare meer dan 0,2 onder de score van ligt. Dit wil dus zeggen dat de senioren uit Roeselare iets minder betrokken zien bij hun buurt dan de gemiddelde senior uit. In vergelijking met de andere regio s, merken we geen significant verschil op. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Frequentie contact in de wijk Ervaring contact in de wijk Prettig wonen in de wijk Wijkbetrokkenheid Bezoek buren/mensen in de wijk Tevreden contact buren Activiteiten in de wijk Op bovenstaande tabel en onderstaande figuur kunnen we zien dat de ervaring van contacten in de wijk (7,8) en de tevredenheid over de contacten met de buren (7,6) het hoogst beoordeeld werden door de respondenten (groene bollen op de figuur hieronder gekoppeld aan de hoogste waarden op de tabel hierboven). Volgende items werden het minst hoog beoordeeld door de respondenten: wijkbetrokkenheid (4,4) en activiteiten in de wijk (5,2) (rode bollen gekoppeld aan de laagste scores in de tabel). Met andere woorden de senioren uit Roeselare voelen zich iets minder betrokken bij hun wijk en zijn ook iets minder tevreden over de activiteiten in de wijk. 13

15 In vergelijking met de gemiddelde senior uit West-, zijn de senioren uit Roeselare iets minder tevreden met de frequentie van de contacten in de wijk. De senioren uit Roeselare geven in vergelijking met de gemiddelde senior uit, een lagere score (wat wijst op minder buurtbetrokkenheid) voor volgende items: frequentie contact in de wijk, prettig wonen in de wijk, wijkbetrokkenheid en bezoek buren/ mensen in de wijk 14

16 De senioren uit Roeselare zijn in vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid iets minder tevreden met de frequentie van contacten in de wijk. Voor alle andere items zien we geen significant verschil tussen de senioren uit Roeselare en de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? In een volgend deeltje van de analyse gaan we na welke kenmerken van de respondenten significante verschillen geven bij de beoordelingen. Voor de volgende kenmerken van de respondenten wordt de significantie nagegaan: geslacht, leeftijd, het samenwonen met een partner, het hebben van kinderen, het gezamenlijk nettomaandinkomen, het subjectief aanvoelen van rondkomen met het inkomen. Enkel de significante, aldus de reële, verschillen worden hieronder besproken. Senioren van boven de 80 voelen zich iets minder betrokken bij hun wijk dan de senioren die jonger zijn. 15

17 Senioren met een partner voelen zich dan wel weer meer betrokken bij de wijk dan senioren zonder partner. Senioren zonder kinderen zijn meer tevreden over het bezoek van buren/ mensen in de wijk dan senioren met kinderen. Senioren met een inkomen onder de 1000 euro per maand voelen zich iets minder betrokken bij hun wijk dan senioren die meer verdienen. Senioren met een inkomen boven de 1500 euro daarentegen voelen zich dan weer meer betrokken bij hun wijk dan de senioren die minder verdienen. 16

18 Welke items hebben een grote impact? Het laatste onderdeel van de analyse van een dimensie betreft de impact van de items op de dimensie. Bij deze oefening gaan we na welke onderscheiden items een hoge impact hebben op de dimensie. Items die een hoge impact hebben en een lage score behalen, kunnen wijzen op elementen waar bij voorkeur aan gewerkt kan worden. Op dit diagram kan men zien dat 4 van de 7 items van buurtbetrokkenheid een hogere score halen dan de gemiddelde dimensiescore voor Roeselare (ze bevinden zich boven de rode lijn, in de groene zone). Deze items worden met andere woorden het meest positief beoordeeld door de respondenten. Deze items blijken eveneens een grote invloed te hebben op de beoordeling van buurtbetrokkenheid (rechts van de zwarte verticale lijn). Dit betekent dat deze items belangrijk geacht worden in functie van buurtbetrokkenheid. 3 van de 7 items hebben een lagere score dan de dimensiescore (ze staan onder de rode lijn, in de rode zone). Ze hebben bovendien alle drie een grote impact op de buurtbetrokkenheid. Bijgevolg is het belangrijk deze zaken te stimuleren, teneinde de algemene buurtbetrokkenheid te verhogen. 17

19 VERHUISGENEIGDHEID Om de verhuisgeneigdheid van de ouderen te meten, vroegen we aan de respondenten: Hoe staat u ten opzichte van de volgende mogelijkheden?, waarna 6 woonvormen gegeven worden. De respondenten konden steeds kiezen uit vijf antwoordmogelijkheden: uiterst negatief, eerder negatief, noch negatief noch positief, eerder positief en uiterst positief. Dit is vraag 17 uit de vragenlijst. Gemiddelde score Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Verhuisgeneigdheid Hoe hoger de score, hoe meer de senioren geneigd zijn te verhuizen. Met een score van 1,4 op een maximum van 10 geven de senioren uit Roeselare aan dat ze niet zo geneigd zijn om te verhuizen. Als we vergelijken met de andere regio s, dan kunnen we vaststellen dat de score van Roeselare nooit meer dan 0,2 afwijkt van de scores van de andere regio s. Met andere woorden: de verhuisgeneigdheid van de senioren uit Roeselare verschilt niet significant van de verhuisgeneigdheid van de gemiddelde senior uit de 4 andere regio s waarmee hier vergeleken wordt. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Aangepaste woonvorm Rusthuis/RVT Aangepaste bejaardenwoning Kinderen Samenwonen senioren Serviceflat We zien op de figuur dat de senioren uit Roeselare het meest geneigd zijn om te verhuizen naar een serviceflat (2,4) en naar een aangepaste woonvorm (1,6). Ze zijn dan weer veel minder geneigd om bij hun kinderen (0,8) in te trekken of samen te gaan wonen met andere senioren (1,0). 18

20 Als we de verhuisgeneigdheid van de gemiddelde senior uit Roeselare vergelijken met die van de gemiddelde senior uit West-, dan merken we geen significante verschillen op. Als we vergelijken met de gemiddelde senior uit, dan kunnen we zien dat de senioren uit Roeselare minder geneigd zijn om in te trekken bij hun kinderen. Voor alle andere items, zijn er geen significante verschillen tussen Roeselare en vast te stellen. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, zijn de senioren uit Roeselare minder geneigd om in te trekken bij hun kinderen. Als we de senioren uit Roeselare tenslotte vergelijken met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, dan kunnen we zien dat de senioren uit Roeselare minder geneigd zijn om te gaan samenwonen met andere senioren. 19

21 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Jongsenioren zijn eerder geneigd om te verhuizen naar een serviceflat en een aangepaste woonvorm dan de senioren die ouder zijn. Senioren tussen de 70 en de 79 zijn dan weer minder geneigd om te verhuizen naar een aangepaste woonvorm, een rusthuis/ RVT en een woonvorm waarbij senioren samenwonen. De senioren van boven de 80 zijn op hun beurt dan weer meer geneigd om te verhuizen naar een rusthuis/ RVT dan de senioren die jonger zijn. Vrouwen zijn eerder dan mannen geneigd om te verhuizen naar een rusthuis/ RVT, een aangepaste bejaardenwoning en bij de kinderen in te trekken. Senioren met een partner zijn eerder dan senioren zonder partner geneigd om te verhuizen naar een aangepaste woonvorm en een serviceflat. 20

22 Senioren met een inkomen onder de 1000 euro per maand zijn minder geneigd om te verhuizen naar een serviceflat en een aangepaste woonvorm dan senioren die meer verdienen. Senioren met een inkomen van boven de 1500 euro per maand zijn dan weer minder geneigd om in te trekken bij hun kinderen in vergelijking met de senioren die minder verdienen. Welke items hebben een grote impact? Deze scores leren ons eerst en vooral dat de verhuisgeneigdheid van de senioren over het algemeen redelijk laag is. Op het diagram kunnen we ook nog aflezen dat 2 van de 6 items een hogere score halen dan de gemiddelde dimensiescore van Roeselare (serviceflat, en aangepaste woonvorm). Er zijn ook 4 items die minder dan gemiddeld scoren, zijnde: rusthuis/rvt, samenwonen met andere senioren, aangepaste bejaardenwoning en kinderen. De interpretatie van het impactdiagram is afhankelijk van het gewenste ouderenbeleid in de gemeente. Wanneer het beleid ernaar streeft om ouderen zo lang mogelijk te laten wonen in hun huidige woning, dan is de erg lage mate van verhuisgeneigdheid bij de senioren een goede zaak. Is het beleid daarentegen gericht op de verhuizing van de senioren naar woningen die aangepast zijn aan hun noden, dan moet er gewerkt worden in functie van een verhoging van de verhuisgeneigdheid. Wil men de verhuisgeneigdheid bij de senioren vergroten, dan moet men op alle 6 items inzetten. Ook de 2 items die het hoogst scoren (serviceflat en aangepaste woonvorm) hebben een zodanig lage score dat de bereidheid te verhuizen naar 1 van deze mogelijkheden ook nog vergroot kan worden. Tenslotte toont het diagram ons dat inwonen bij de kinderen de kleinste impact heeft, waardoor werken naar dit item toe het minst effect zal opleveren; met andere woorden voor de kleinste verhoging van verhuisgeneigdheid zal zorgen. 21

23 AANGEPASTHEID VAN DE WIJK Deze dimensie wordt gemeten aan de hand van vraag 26 uit de vragenlijst waarin de ouderen een reeks voorzieningen worden voorgelegd en hen wordt gevraagd: Welke van de onderstaande voorzieningen zijn onvoldoende aanwezig in uw wijk?. Men kon antwoorden met ja of neen. Gemiddelde score Aangepastheid van de wijk Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe meer de senioren menen dat de wijk aangepast is aan hen of hoe meer de senioren vinden dat er geen voorzieningen ontbreken in hun wijk. We zien met een score van 7,4 dat de senioren uit Roeselare hun wijk redelijk tot goed aangepast vinden. De senioren uit Roeselare geven wel een lagere score dan de gemiddelde senior uit West-, een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Met andere woorden de senioren uit Roeselare vinden hun wijk minder goed aangepast dan de gemiddelde senior uit deze 3 regio s. In vergelijking met de gemiddelde senior uit merken we evenwel geen verschil op. Welke items scoren het hoogst? De dimensie 'Aangepastheid van de wijk' werd gemeten aan de hand van 24 items. Deze 24 items werden samengevoegd tot 3 subdimensies. Voor elk van deze subdimensies staat hieronder de score op 10. Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Ontspanning en cultuur Basisvoorzieningen Mobiliteitscomfort vanuit de wijk De senioren uit Roeselare zijn het meest tevreden over de basisvoorzieningen (7,9). Ontspanning en cultuur (7,6) staat tweede en het mobiliteitscomfort vanuit de wijk (6,5) sluit met een merkelijke achterstand het rijtje af. De senioren uit Roeselare zijn in vergelijking met de gemiddelde senior uit West- minder tevreden over de ontspanning en cultuur en mobiliteitscomfort vanuit de wijk. In vergelijking met de gemiddelde senior uit, zijn de senioren uit Roeselare minder tevreden over het mobiliteitscomfort vanuit de wijk. 22

24 In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, zijn de senioren uit Roeselare minder tevreden over het mobiliteitscomfort vanuit de wijk. In de volgende tabel wordt de score op 10 weergegeven voor alle items, gerangschikt per subdimensie. Ontspanning en cultuur Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Theater Cinema Zwembad Sporthal Bibliotheek Dienstencentrum Buurt-wijkcentrum Basisvoorzieningen Kruidenierszaak Bank Kapper Apotheek Huisarts Slager Bakker Mobiele winkel Postkantoor Kerk Café Mobiliteitscomfort vanuit de wijk Rustbanken Openbare toiletten Openbaar vervoer Bushalte Groen/park Oversteekplaatsen Per subdimensie volgt hieronder de visuele voorstelling van de scores. 23

25 1. Ontspanning en cultuur Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat de senioren uit Roeselare in vergelijking met de gemiddelde senior uit West- meer tevreden zijn over de aanwezegheid van een cinema. Iets minder tevreden zijn ze (nog altijd in vergelijking met de gemiddelde senior uit West-) met de aanwezigheid van een zwembad, een sporthal, een bibliotheek, een dienstencentrum en een buurt-wijkcentrum. In vergelijking met de gemiddelde senior uit, zijn de senioren uit Roeselare meer tevreden met de aanwezigheid van een theater, een cinema en een zwembad ; maar minder met de aanwezigheid van een sporthal, een dienstencentrum en een buurt-wijkcentrum. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, zijn de senioren uit Roeselare meer tevreden met de aanwezigheid van een theater en een cinema ; maar minder met de aanwezigheid van een sporthal, een bibliotheek, een dienstencentrum en een buurt-wijkcentrum. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevokingsdichtheid, zijn de senioren uit Roeselare meer tevreden over de aanwezigheid van een theater en een cinema ; maar minder over de aanwezigheid van een sporthal, een bibliotheek, een dienstencentrum en een buurtwijkcentrum. 24

26 2. Basisvoorzieningen In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- geven de senioren uit Roeselare een lagere score aan de aawezigheid van de kapper, de mobiele winkel, het postkantoor, de kerk en het café. In vergelijking met de gemiddelde senior uit, geven de senioren uit Roeselare dan weer een hogere score aan de aanwezigheid van een kruidenierszaak, de bank, een slager en een bakker. De senioren uit Roeselare geven in vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad een hogere score aan de aanwezigheid van een slager en een bakker ; maar een lagere score aan de aanwezigheid van een kapper en een mobiele winkel. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, geeft de gemiddelde senior uit Roeselare een hogere score aan de aanwezigheid van een kruidenierszaak, een bank, een slager en een bakker. 25

27 3. Mobiliteitscomfort vanuit de wijk In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- en de gemiddelde senior uit, geven de senioren uit Roeselare een lagere score aan alle items onder de subdimensie mobiliteitscomfort vanuit de wijk (dit met uitzonderen voor het item rustbanken, waarbij er geen significant verschil is tussen en Roeselare). De senioren uit Roeselare geven in vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, een lagere score aan alle items onder de subdimensie mobiliteitscomfort vanuit de wijk (dit met uitzondering voor het item rustbanken, waarbij er geen significant verschil is tussen een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid en Roeselare). 26

28 Op deze figuur kunnen we zien dat de senioren uit Roeselare vooral tevreden zijn over de aanwezigheid van een apotheek (8,2), een huisarts (8,3), een slager (8,3), een bakker (8,4), een kerk (8,5) en een café (8,2). Iets minder tevreden zijn ze over de aanwezigheid van een postkantoor (7,0), rustbanken (6,2), openbare toiletten (5,0), openbaar vervoer (6,6) en een bushalte (6,4). Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren tussen de 60 en de 69 geven in vergelijking met de senioren die ouder zijn, een hogere score aan de aanwezigheid van een kapper, een huisarts en een bakker. De senioren tussen de 70 en de 79 geven dan weer een hogere score aan de aanwezigheid van een dienstencentrum. De 80 plussers geven tenslotte in vergelijking met de senioren die jonger zijn een lagere score aan de aanwezigheid van een kruidenierszaak en een kapper. 27

29 Mannen geven in vergelijking met vrouwen een hogere score aan de aanwezigheid van een bank en een apotheek. Senioren met kinderen geven een lagere score aan de aanwezigheid van een buurt-wijkcentrum dan senioren zonder kinderen. 28

30 Senioren met een inkomen onder de 1000 euro per maand geven een hogere score aan de aanwezigheid van een postkantoor en groen/ park dan de senioren die meer verdienen. Senioren met een inkomen tussen de 1000 en de 1499 euro geven een lagere score aan de aanwezigheid van oversteekplaatsen. En de senioren met de hoogste inkomens tenslotte geven een lagere score aan de aanwezigheid van een dienstencentrum. Senioren die moeilijker rondkomen een lagere score aan de aanwezigheid van oversteekplaatsen dan de senioren die makkelijker rondkomen. 29

31 Welke items hebben een grote impact? De voorzieningen die een lagere score kregen dan de gemiddelde beoordeling voor voorzieningen zijn: bushalte, openbaar vervoer, kruidenierszaak, mobiele winkel, rustbanken, openbare toiletten, groen/ park, sporthal, bank, postkantoor en dienstencentrum. Bovendien hebben al deze items (met uitzondering van openbaar vervoer, bushalte en openbare toiletten ) een grote impact op de tevredenheid met de aangepastheid van de wijk. Een wijziging aan één van deze items, kan de algemene tevredenheid over de aangepastheid van de wijk dus zeker ten goede komen. 30

32 Thema 2: Gezondheid, zorg en hulpverlening Binnen dit thema werden de scores berekend voor 3 dimensies, namelijk objectieve gezondheid, potentieel hulpnetwerk en zorgafhankelijkheid. OBJECTIEVE GEZONDHEID Om de objectieve gezondheid en met name het lichamelijk functioneren van ouderen in kaart te brengen, werd gebruik gemaakt van de MOS-schaal (Medical Outcome Scale). De ouderen moeten voor 7 activiteiten aangeven of men al dan niet beperkingen ervaart als gevolg van gezondheidsproblemen. Vraag 34 uit de vragenlijst klinkt als volgt: Heeft uw gezondheidstoestand u beperkt in de volgende activiteiten?. Gemiddelde score Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Objectieve gezondheid Hoe hoger de score, hoe minder de senioren zich beperkt voelen in het uitvoeren van activiteiten als gevolg van gezondheidsproblemen. We zien met een score van 6,7 dat de senioren uit Roeselare zich niet zo beperkt voelen door hun gezondheid in het uitvoeren van activiteiten. Ze voelen zich wel iets meer beperkt dan de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. In vergelijking met de gemiddelde senior uit en West-, merken we evenwel geen significant verschil op. Welke items scoren het hoogst? Zeer inspannende activiteiten Minder inspannende activiteiten Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse= Een heuvel of trap Buigen, tillen of bukken Een blokje stappen Persoonlijke hygiëne Huishoudelijke karweitjes

33 Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat de senioren uit Roeselare vooral problemen ervaren bij zeer inspannende activiteiten (4,4) en bij een heuvel of trap (6,0). Veel minder moeite hebben ze bij het doen van huishoudelijke karweitjes (8,1) of het onderhouden van hun persoonlijke hygiëne (8,7). De senioren uit Roeselare scoren in vergelijking met de gemiddelde senior uit West- en de gemiddelde senior uit lager (ze voelen zich dus meer beperkt door hun gezondheid in het uitvoeren van activiteiten) voor volgende items: minder inspannende activiteiten, een heuvel of een trap en een blokje stappen. De senioren uit Roeselare scoren in vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad lager (ze voelen zich dus meer beperkt door hun gezondheid in het uitvoeren van activiteiten) voor volgende items: zeer inspannende activiteiten, minder inspannende activiteiten, een heuvel of een trap, buigen, tillen of bukken en een blokje stappen. De senioren uit Roeselare ervaren meer belemmeringen bij het doen van volgende activiteiten dan de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid: minder inspannende activiteiten, een heuvel of een trap, buigen, tillen of bukken, een blokje stappen, persoonlijke hygiëne en huishoudelijke karweitjes. 32

34 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Leeftijd speelt bij de objectieve gezondheid van de senioren een overduidelijke rol. Jonge senioren ervaren duidelijk veel minder fysieke beperkingen en scoren dan ook voor alle items significant hoger dan de senioren boven de 70. Senioren van boven de 70, maar vooral senioren van boven de 80 ervaren dan weer meer fysieke beperkingen Mannen ervaren duidelijk veel minder fysieke beperkingen dan vrouwen. Mannen scoren dan ook voor alle items van objectieve gezondheid significant hoger dan vrouwen. Senioren met een partner ervaren duidelijk veel minder fysieke beperkingen dan de senioren zonder partner. Ze scoren dan ook voor alle items significant hoger dan de senioren zonder partner. 33

35 Senioren met een inkomen onder de 1000 euro per maand ervaren duidelijk veel meer fysieke beperkingen dan de senioren die meer verdienen. Ze scoren dan ook significant lager voor alle items. Senioren met een inkomomen boven de 1500 euro per maand hebben dan weer significant minderr fysieke beperkingen. Zij scoren dan ook hoger voor alle items. Senioren die makkelijker rondkomen ervaren minder fysieke beperkingen dan de senioren die moeilijker rondkomen. De senioren die makkelijker scoren dan ook significant hoger voor: minder inspannende activiteiten, een heuvel of trap, buigen, tillen of bukken, een blokje stappen, persoonlijke hygiëne en huishoudelijke karweitjes. 34

36 POTENTIEEL HULPNETWERK Om het potentieel hulpnetwerk van de ouderen te kunnen meten, vroegen we aan hen: Stel dat u voor een bepaalde tijd de activiteiten die u gewoonlijk doet in het huishouden niet zou kunnen uitvoeren, op wie kan u dan een beroep doen?. Daarna volgen 9 mogelijkheden. Men kon antwoorden met ja of neen. Dit is vraag 36 uit de vragenlijst. Gemiddelde score Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Potentieel hulpnetwerk Hoe hoger de score, hoe meer de senioren beroep kunnen doen op mensen voor huishoudelijke hulp. We kunnen zien dat Roeselare voor het potentieel hulpnetwerk 3,3 scoort op een maximum van 10. Deze score is significant lager dan alle andere regio s waarmee hier vergeleken wordt. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 echtgenoot/partner dochter zoon schoondochter schoonzoon kleinkind/achterkleinkind zus of broer ander familielid buur Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat de senioren uit Roeselare het meest beroep kunnen doen voor hulp in het huishouden op hun buur (3,9), hun partner (5,9) en hun dochter (4,4). Ze kunnen iets minder rekenen op hun zus/broer (2,6), hun (achter)kleinkinderen (2,2) en andere familieleden (1,5). 35

37 De senioren uit Roeselare kunnen in vergelijking met de gemiddelde senior uit West- en Vlanderen minder rekenen op alle vermelde hulpbronnen hier. Hier zien we een identiek beeld: de senioren uit Roeselare scoren voor alle items significant lager dan de senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en de senioren uit een gemeente met eenzelfde bevolkingdichtheid (dit met uitzondering voor de items zus of broer en buur ; waarbij er geen significante verschillen zijn tussen de senioren uit Roeselare en de senioren uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid en voor het item partner waarvoor er geen verschil is tussen de senioren uit Roeselare en de senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en bevolkingsdichtheid). 36

38 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren die jonger zijn dan 70, kunnen meer rekenen op de steun van hun partner en hun zus/ broer dan de senioren die ouder zijn. Ze kunnen wel minder rekenen op de steun van hun schoondochter en hun (achter)kleinkind dan de senioren die ouder zijn. De senioren tussen de 70 en de 79 kunnen dan weer meer rekenen op de steun van hun (achter)kleinkinderen. De 80 plussers tenslotte kunnen minder rekenen op de steun van hun partner en hun zus/ broer. Mannen kunnen meer rekenen op de steun van hun partner dan vrouwen. Senioren met kinderen kunnen in vergelijking met de senioren zonder kinderen meer rekenen op de steun van hun partner, hun dochter, hun zoon, hun schoondochter, hun schoonzoon en hun (achter)kleinkinderen. Senioren zonder kinderen kunnen dan wel weer meer rekenen op de steun van een ander familielid. 37

39 Senioren met een inkomen onder de 1000 euro kunnen minder rekenen op de steun van hun partner dan de senioren die meer verdienen. Senioren met een inkomen van boven de 1500 euro kunnen dan weer meer rekenen op de steun van hun partner dan de senioren die minder verdienen. Senioren die moeilijker rondkomen kunnen meer rekenen op de steun van hun zoon dan de senioren die makkelijker rondkomen. 38

40 ZORGAFHANKELIJKHEID Vraag 37 uit de vragenlijst peilt naar de hulp die de oudere nodig heeft bij zijn/haar persoonlijke verzorging, het huishouden en zijn/haar persoonlijke verplaatsingen. De ouderen konden antwoorden met ja of neen. Gemiddelde score Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Zorgafhankelijkheid Hoe hoger de score, hoe minder zorgafhankelijk de senioren zijn, of hoe minder hulp de senioren nodig hebben. We zien met een score van 8,1 dat de senioren uit Roeselare helemaal niet zo zorgafhankelijk zijn. Ze zijn wel iets meer afhankelijk van zorg dan de gemiddelde senior uit West-. In vergelijking met de andere regio s zijn er geen significante verschillen vast te stellen. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Persoonlijke verzorging Huishouden Persoonlijke verplaatsing We zien dat de senioren uit Roeselare het minst hulp nodig hebben bij hun persoonlijke verzorging (8,9) en het meest bij het huishouden (7,6) 39

41 De senioren uit Roeselare scoren lager (wat erop wijst dat ze meer afhankelijk zijn van zorg) dan de gemiddelde senior uit West- voor huishouden en persoonlijke verzorging. In vergelijking met de senioren uit kunnen we wat betreft zorgafhankelijkheid geen significante verschillen vaststellen. De senioren uit Roeselare scoren in vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid lager (wat erop wijst dat ze meer afhankelijk zijn van zorg) voor huishouden. In vergelijking met de senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad merken we echter geen significante verschillen op. Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? De senioren tussen de 60 en de 69 hebben minder hulp nodig bij hun persoonlijke verzorging, het huishouden en hun persoonlijke verplaatsing. 80 plussers hebben dan weer significant meer hulp nodig bij hun persoonlijke verzorging, het huishouden en hun persoonlijke verplaatsingen. 40

42 Mannen hebben in vergelijking met vrouwen minder hulp nodig bij het huishouden en hun persoonlijke verplaatsingen. Senioren met een partner hebben minder hulp nodig in het huishouden, bij hun persoonlijke verzorging en bij hun persoonlijke verplaatsing dan senioren zonder partner. Senioren met een inkomen onder de 1000 euro hebben meer hulp nodig bij hun persoonlijke verzorging, hun persoonlijke verplaatsing en het huishouden. Senioren met een inkomen boven de 1500 euro hebben dan weer significant minder hulp nodig bij hun persoonlijke verzorging, hun persoonlijke verplaatsing en het huishouden. Senioren die makkelijker rondkomen hebben minder hulp nodig bij hun persoonlijke verplaatsingen dan senioren die moeilijker rondkomen. 41

43 Thema 3: Welbevinden Binnen dit thema werden de scores berekend voor 7 dimensies, namelijk uitgebreidheid van het netwerk, eenzaamheid, negatieve psychologische beleving, negatieve stemmingsstoornissen, ervaren problemen, onveiligheidsgevoel en ouderdomsbeeld. UITGEBREIDHEID VAN HET NETWERK Om de uitgebreidheid van het netwerk van ouderen te meten, werd hen de volgende vraag gesteld: Hoe vaak gaat u op bezoek bij / ontvangt u bezoek van / hebt u telefonisch contact met?. Daarna worden 7 groepen van mensen voorgesteld. De ouderen konden telkens kiezen uit 6 antwoordmogelijkheden: nooit, minder dan 1 maal per maand, maandelijks, 1 à 2 maal per week, (bijna) dagelijks en niet van toepassing. Dit is vraag 32 uit de vragenlijst. Gemiddelde score Uitgebreidheid van het netwerk Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe meer contact de senioren hebben met mensen. Roeselare scoort voor de uitgebreidheid van het netwerk 5,5 op een maximum van 10. Deze score is significant hoger dan de score voor West- en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. In vergelijking met een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en, merken we dan weer geen significant verschil op. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Kinderen/schoonkinderen Kleinkinderen Broers/zussen Ouders Andere familieleden Vrienden/kennissen Buren/mensen uit de wijk

44 De senioren uit Roeselare hebben het vaakst contact met hun (schoon)kinderen (7,8) en hun kleinkinderen (7,1). Veel minder contact hebben ze met hun ouders (4,1) en andere familieleden (3,7). Senioren uit Roeselare hebben in vergelijking met de gemiddelde senior uit West- meer contact met hun kleinkinderen, ouders en vrienden/ kennissen. Ze hebben in vergelijking met de gemiddelde senior uit West- wel minder contact met met hun broers/ zussen. In vergelijking met de gemiddelde senioren uit, hebben de senioren uit Roeselare meer contact met hun ouders maar minder met hun (schoon)kinderen, hun broers/ zussen en hun buren/ mensen uit de wijk. De senioren uit Roeselare hebben in vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid meer contact met hun ouders. Voor alle andere items zien we geen significant verschillen meer. 43

45 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren tussen de 60 en de 69 hebben meer contact met hun kleinkinderen, broers/ zussen en ouders dan senioren die ouder zijn. Senioren tussen de 70 en de 79 hebben dan weer minder contact met hun (schoon)kinderen en hun ouders. 80 plussers tenslotte hebben significant minder contact met hun kleinkinderen, hun broers/ zussen en hun ouders. Mannen hebben meer contact met hun kleinkinderen dan vrouwen. Senioren met een partner hebben meer contact met hun kleinkinderen, hun broers/ zussen en hun ouders dan senioren zonder partner. 44

46 Senioren zonder kinderen hebben meer contact met vrienden/ kennissen en buren/ mensen uit de wijk dan senioren met kinderen. Senioren met een inkomen onder de 1000 euro per maand hebben meer contact met vrienden/ kennissen, maar minder met hun ouders. 45

47 EENZAAMHEID De eerste 10 items van vraag 31 uit de vragenlijst werden gebruikt om de dimensie eenzaamheid te construeren. Enkele voorbeelden zijn: Ik mis een echt goede vriend of vriendin ; Ik mis gezelligheid om mij heen ; Ik voel me vaak in de steek gelaten. De respondenten konden kiezen uit vijf antwoordmogelijkheden, namelijk helemaal oneens, mee oneens, noch mee oneens / noch mee eens, mee eens en helemaal mee eens. Gemiddelde score Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Eenzaamheid Hoe hoger de score, hoe meer de senioren zich eenzaam voelen. Bij de verwerking van de gegevens werd ervoor gezorgd dat de scores op alle vragen (of ze nu positief of negatief gesteld werden) op eenzelfde manier geïnterpreteerd kunnen worden. We zien dat Roeselare 2,9 op een maximum van 10 scoort. Dit wil zeggen dat de senioren uit Roeselare helemaal niet zo eenzaam zijn. Hierin verschillen ze niet van de andere regio s waarmee hier vergeleken wordt. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Dagelijkse problemen Goede vriend/-in Leegte Narigheid Gezelligheid Kenniskring Vertrouwen Verbondenheid Mis mensen In de steek gelaten De senioren uit Roeselare missen vertrouwen (3,9) en verbondheid (3,4). Ze hebben ook last van een gevoel van narigheid (3,4). Veel minder voelen ze zich in de steek gelaten (2,0), missen ze gezelligheid (2,6) of hebben ze last van een gevoel van leegte (2,5). 46

48 Senioren uit Roeselare scoren in vergelijking met de gemiddelde senior uit West- hoger (wat wijst op meer eenzaamheid) voor narigheid, maar lager (wat wijst op minder eenzaamheid) voor kenniskring. De senioren uit Roeselare scoren ook lager (wat wijst op minder eenzaamheid) dan de gemiddelde senior uit voor kenniskring. Voor alle andere items, zijn er geen significante verschillen vast te stellen. De senioren uit Roeselare hebben in vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad meer last van een gevoel van narigheid. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, hebben de senioren uit Roeselare minder last van een gebrekkige kenniskring. 47

49 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? In alle onderstaande tabellen wijst een rode S op minder eenzaamheidsgevoelens en een groene S op meer eenzaamheidsgevoelens. Senioren tussen de 60 en de 69 scoren lager dan de senioren die ouder zijn (wat wijst op minder eenzaamheid) voor volgende items: goede vriend(in), leegte, gezelligheid, kenniskring, mis mensen en in de steek gelaten. De senioren tussen de 70 en de 79 scoren dan weer hoger (wat wijst op meer eenzaamheid) voor gezelligheid. De senioren van boven de 80 tenslotte hebben meer last van een gevoel van leegte dan de senioren die jonger zijn. Mannen scoren lager (wat wijst op minder eenzaamheid) dan vrouwen voor volgende items: goede vriend(in), leegte, gezelligheid, mis mensen en in de steek gelaten. Senioren met een partner scoren lager (wat wijst op minder eenzaamheid) dan senioren met een partner voor volgende items: goede vriend(in), leegte, gezelligheid, kenniskring, mis mensen en in de steek gelaten. 48

50 Senioren zonder kinderen missen meer steun bij dagelijkse problemen dan senioren met kinderen. Senioren met een inkomen onder de 1000 euro per maand scoren hoger (wat wijst op meer eenzaamheid) voor volgende items: goede vriend(in), leegte, gezelligheid, kenniskring, mis mensen en in de steek gelaten. De senioren met een inkomen boven de 1500 euro zijn dan weer veel minder eenzaam; Ze scoren dan ook lager voor volgende items: leegte, gezelligheid, mis mensen en in de steek gelaten. Senioren die moeilijker rondkomen zijn duidelijk eenzamer dan de senioren die makkelijker rondkomen. Ze scoren dan ook significant hoger voor: leegte, kenniskring, mis mensen en in de steek gelaten. 49

51 NEGATIEVE PSYCHOLOGISCHE BELEVING Vraag 30 uit de vragenlijst stelt: Wanneer u de afgelopen weken in beschouwing neemt, in welke mate bent u het dan eens met volgende uitspraken?. Er worden vervolgens 6 uitspraken gegeven, bijvoorbeeld Ik slaap slecht en lig vaak wakker door kopzorgen en Ik heb het gevoel dat ik mijn zelfvertrouwen verlies. De respondenten konden kiezen uit volgende mogelijkheden om te antwoorden: helemaal niet, niet meer dan gewoonlijk, meer dan gewoonlijk en opvallend meer dan gewoonlijk. Gemiddelde score Negatieve psychologische beleving Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe meer de senioren geconfronteerd worden met negatieve psychologische belevingen. De senioren uit Roeselare scoren voor negatieve psychologische beleving een 1,3 op 10. Dit wil zeggen dat ze gemiddeld genomen weinig tot geen last hebben van negatieve psychologische beleving. De senioren uit Roeselare verschillen hierin wel niet van de senioren uit de andere regio s waarmee hier vergeleken wordt. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 slecht slapen ongelukkig/depressief verlies van zelfvertrouwen problemen niet aankunnen spanning eigenwaarde Op bovenstaande figuur en tabel kunnen we vaststellen dat de senioren uit Roeselare het vaakst last hebben van spanning (1,3) en slacht slapen (2,4). Ze hebben veel minder last van een slecht gevoel van eigenwaarde (1,0) en ze voelen zich ook niet zo vaak ongelukkig/ depressief (1,0) 50

52 Wat betreft negatieve psychologische belevingen verschillen de senioren uit Roeselare niet significant van de gemiddelde senior uit West-. In vergelijking met de gemiddelde senior uit hebben de senioren uit Roeselare minder last van spanning en hebben ze ook een beter gevoel van eigenwaarde. De senioren uit Roeselare scoren in vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid lager (wat wijst op minder negatieve psychologische beleving) voor volgende items: ongelukkig/ depressief, verlies van zelfvertrouwen en spanning. 51

53 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Net zoals bij de dimensie 'eenzaamheid' is een rode S een lagere negatieve psychologische beleving en een groene S een hogere negatieve psychologische beleving. Senioren tussen de 60 en de 69 hebben minder last van negatieve psychologische belevingen. Ze scoren dan ook lager voor volgende items: verlies van zelfvertrouwen, problemen niet aankunnen en eigenwaarde. De senioren van boven de 80 scoren dan weer hoger (wat wijst op meer negatieve psychologische belevingen voor: verlies van zelfvertrouwen, problemen niet aankunnen en eigenwaarde. Vrouwen hebben duidelijk veel meer last van negatieve psychologische belevingen dan mannen. Ze scoren dan ook significant hoger voor: slecht slapen, ongelukkig/ depressief, verlies van zelfvertrouwen, problemen niet aankunnen en spanning. Senioren met een inkomen onder de 1000 euro per maand slapen slechter, hebben meer het gevoel dat ze hun problemen niet aankunnen en hebben een slechter gevoel van eigenwaarde dan de senioren die meer verdienen. De senioren met een inkomen boven de 1500 euro hebben dan weer een beter gevoel van eigenwaarde. 52

54 Senioren die moeilijker rondkomen slapen slechter dan senioren die makkelijker rondkomen. 53

55 NEGATIEVE STEMMINGSSTOORNISSEN Deze dimensie wordt gemeten aan de hand van de items 11 tem 17 van vraag 31 uit de vragenlijst. Enkele voorbeelden zijn: Ik voelde mij de laatste tijd vaak nerveus en Ik voelde mij de laatste tijd neerslachtig en somber. De respondenten konden kiezen uit vijf antwoordmogelijkheden, namelijk helemaal oneens, mee oneens, noch mee oneens / noch mee eens, mee eens en helemaal mee eens. Gemiddelde score Negatieve stemmingsstoornissen Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe meer de senioren negatieve stemmingsstoornissen ervaren. Bij de verwerking van de gegevens werd ervoor gezorgd dat de scores op alle vragen (of ze nu positief of negatief gesteld werden) op eenzelfde manier geïnterpreteerd kunnen worden. Roeselare scoort voor negatieve stemmingsstoornissen een 2,5 op 10. Deze score verschilt niet significant van de andere regio s waarmee hier vergeleken wordt. Welke items scoren het hoogst? Ik voelde mij de laatste tijd vaak nerveus Ik voelde mij de laatste tijd kalm en rustig Ik voelde mij de laatste tijd neerslachtig en somber Ik voelde mij de laatste tijd zo somber dat niets mij kon opvrolijken Ik voelde mij onlangs helemaal van slag omdat ik kritiek kreeg Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse= De laatste tijd verveel ik me vaak Mijn gezondheid beperkt mij vaak in mijn sociale activiteiten

56 Op bovenstaande figuur en tabel kunnen we zien dat de senioren uit Roeselare zich vaak beperkt voelen door hun gezondheid in het beoefenen van sociale activiteiten (3,2). Ze ervaren ook een gebrek aan kalmte en rust (4,1). Ze hebben heel wat minder last van kritiek waardoor ze helemaal van slag zijn (1,7). Ze ververveelden zich de laatste tijd ook niet zo vaak (1,7). De senioren uit Roeselare scoren in vergelijking met de gemiddelde senior uit West- lager (wat wijst op minder negatieve stemmingsstoornissen) voor volgende items: ik voelde mij de laatste tijd vaak nerveus en de laatste tijd verveel ik me vaak. In vergelijking met de gemiddelde senior uit, verveelden de senioren uit Roeselare zich de laatste tijd minder vaak. 55

57 De senioren uit Roeselare voelen zich door hun gezondheid beperkter in hun deelname aan sociale activiteiten dan de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Voor de overige items zijn er geen significante verschillen vast te stellen tussen de senioren uit Roeselare en de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? In alle onderstaande tabellen wijst een rode S op minder negatieve stemmingsstoornissen en een groene S op meer negatieve stemmingsstoornissen. Senioren die jonger zijn hebben duidelijk veel minder last van negatieve stemmingsstoornissen. Ze scoren dan ook lager voor volgende items: Ik voelde mij de laatste tijd vaak nerveus, Ik voelde mij de laatste tijd neerslachtig en somber, Ik voelde mij de laatste tijd zo somber dat niets mij kon opvrolijken, De laatste tijd verveel ik me vaak en Mijn gezondheid beperkt mij vaak in mijn sociale activiteiten De 80 plussers hebben dan wel weer meer last van negatieve stemmingstoornissen. Ze scoren dan ook significant hoger voor: Ik voelde mij de laatste tijd vaak nerveus en Mijn gezondheid beperkt mij vaak in mijn sociale activiteiten. Mannen hebben duidelijk veel minder last van negatieve stemmingsstoornissen dan vrouwen. Ze scoren dan ook significant lager voor alle items. 56

58 Senioren zonder partner hebben duidelijk veel meer problemen met negatieve stemmingsstoornissen dan senioren met een partner. Senioren zonder partner scoren dan ook voor alle items significant hoger (dit met uitzondering van ik voelde mij de laatste tijd kalm en rustig, waarvoor er geen significant verschil vast te stellen is). Senioren met een inkomen onder de 1000 euro hebben meer last van negatieve stemmingstoornissen. Ze scoren dan ook significant hoger voor volgende items: Ik voelde mij de laatste tijd neerslachtig en somber, Ik voelde mij de laatste tijd zo somber dat niets mij kon opvrolijken en Mijn gezondheid beperkt mij vaak in mijn sociale activiteiten. Senioren met een inkomen boven de 1500 euro per maand hebben dan weer minder last van negatieve stemmingstoornissen. Ze scoren dan ook significant lager voor volgende items: Ik voelde mij de laatste tijd neerslachtig en somber, Ik voelde mij de laatste tijd zo somber dat niets mij kon opvrolijken en Mijn gezondheid beperkt mij vaak in mijn sociale activiteiten. Senioren die moeilijker rondkomen hebben duidelijk meer problemen met negatieve stemmingsstoornissen dan senioren die makkelijker rondkomen. Ze scoren dan ook hoger voor alle items (dit met uitzondering van het item ik voelde mij de laatste tijd kalm en rustig, waarvoor er geen significant verschil vast te stellen valt). 57

59 ERVAREN PROBLEMEN Om te peilen naar de mate waarin ouderen problemen ervaren, werd de respondenten het volgende gevraagd: In welke mate hebt u met onderstaande problemen zelf te maken/te maken gehad? (vraag 45, items 1 tem 11 en items 13 tem 14). Vervolgens worden 13 verschillende problemen opgesomd. De respondenten konden antwoorden of ze hier nooit, zelden, soms of vaak last van hebben/hadden. Gemiddelde score Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Ervaren problemen Hoe hoger de score, hoe meer problemen de senioren ervaren. De senioren uit Roeselare scoren voor ervaren problemen 2,6 op een maximum van 10. Als we vergelijken met de andere populaties dan zien we dat de senioren uit Roeselare meer problemen ervaren dan de gemiddelde senior uit West-. In vergelijking met de andere regio s merken we dan wel weer geen significante verschillen op. Welke items scoren het hoogst? De dimensie 'Ervaren problemen' werd gemeten aan de hand van 13 items. Deze 13 items werden samengevoegd tot 3 subdimensies. Voor elk van deze subdimensies staat hieronder de score op 10. Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Kwetsbaarheid Maatschappelijke participatie gericht op onmiddellijke omgeving Onveiligheid De senioren uit Roeselare ervaren het meest problemen met onveiligheid (3,1). Problemen met maatschappelijke participatie gericht op de onmiddellijke omgeving (2,7) staan op de tweede plaats en de senioren uit Roeselare ervaren het minst problemen met kwetsbaarheid (2,0). In vergelijking met de gemiddelde senior uit West-, ervaren de senioren uit Roeselare meer problemen met maatschappelijke participatie gericht op de onmiddellijke omgeving. In vergelijking met de gemiddelde senior uit, ervaren de senioren uit Roeselare dan weer minder problemen met onveiligheid. 58

60 In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, ervaren de senioren uit Roeselare minder problemen die betrekking hebben op onveiligheid. In de volgende tabel wordt de score op 10 weergegeven voor alle items, gerangschikt per subdimensie. Kwetsbaarheid hulpbehoevendheid/afhankelijkheid van derden Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse= gebrek aan zorg vervoersproblemen gezondheidsproblemen eenzaamheid/vereenzaming financiële problemen huisvestingsproblemen Maatschappelijke participatie gericht op onmiddellijke omgeving gebrek aan informatie en voorlichting onvoldoende gezelligheids-en ontspanningsmogelijkheden in de wijk onvoldoende inspraakmogelijkheden Onveiligheid onveiligheid in het verkeer angst voor roof, diefstal of inbraak van de woning angst te worden lastig gevallen op straat Per subdimensie volgt hieronder de visuele voorstelling van de scores. 59

61 1. Kwetsbaarheid De senioren uit Roeselare hebben in vergelijking met de gemiddelde senior uit West- meer problemen ervaren met: hulpbehoevendheid/ afhankelijkheid van derden, vervoersproblemen, gezondheidsproblemen en eenzaamheid/ vereenzaming. In vergelijking met de gemiddelde senior uit, hebben de senioren uit Roeselare meer problemen ervaren met eenzaamheid/ vereenzaming. De senioren uit Roesleare hebben in vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid minder ervaring met gezondheidsproblemen en financiële problemen. Voor alle andere items is er geen significant verschil tussen de senioren uit Roeselare en de senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad of bevolkingsdichtheid 60

62 2. Maatschappelijke participatie gericht op de onmiddellijke omgeving De senioren uit Roeselare hebben in vergelijking met de gemiddelde senior uit West- meer proplemen ervaren met gebrek aan informatie en voorlichting, onvoldoende gezelligheids en ontspanningsmogelijkheden in de wijk en onvoldoende inspraakmogelijkheden. Als we de senioren uit Roeselare vergelijken met de gemiddelde senior uit dan merken we geen significante verschillen op. De senioren uit Roeselare hebben in vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, meer ervaring met onvoldoende inspraakmogelijkheden. Voor de overige items merken we geen verschil tussen de senioren uit Roeselare en de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. 61

63 3. Onveiligheid In vergelijking met de gemiddelde senior uit West-, hebben de senioren uit Roeselare iets meer ervaring met angst te worden lastig gevallen op straat. In vergelijking met de gemiddelde senior uit daarentegen, hebben de senioren uit Roeselare juist minder ervaring met angst voor roof, diefstal of inbraak in de woning en angst te worden lastig gevallen op straat. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, hebben de senioren uit Roeselare minder ervaring met angst voor roof, diefstal of inbraak in de woning. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid tenslotte, hebben de senioren uit Roeselare minder ervaring met angst voor roof, diefstal of inbraak in de woning en angst lastig gevallen te worden op straat. 62

64 Op deze figuur kunnen we zien dat de senioren uit Roeselare het vaakst volgende problemen ervaren: gezondheidsproblemen (4,9), onveiligheid in het verkeer (3,1), angst voor roof, diefstal of inbraak in de woning (3,3) en angst lastig gevallen te worden op straat (3,0). Veel minder ervaring hebben ze met volgende problemen: gebrek aan zorg (1,0), vervoersproblemen (1,6), financiële problemen (1,7) en huisvestingsproblemen (0,6). Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren tussen de 60 en de 69 hebben minder ervaring met volgende problemen: hulpbehoevendheid/ afhankelijkheid van derden, gebrek aan zorg, vervoersproblemen, gezondheidsproblemen, eenzaamheid/ vereenzaming en onveiligheid in het verkeer. Senioren tussen de 70 en de 79 hebben dan weer significant meer ervaring met onveiligheid in het verkeer. De 80 plussers tenslotte hebben meer ervaring met volgende problemen: hulpbehoevendheid/ afhankelijkheid van derden, gebrek aan zorg, vervoersproblemen en gezondheidsproblemen. 63

65 Vrouwen ervaren duidelijk veel meer problemen dan mannen: ze scoren dan ook hoger voor: hulpbehoevendheid/ afhankelijkheid van derden, vervoersproblemen, eenzaamheid/ vereenzaming, onveiligheid in het verkeer en angst lastig gevallen te worden op straat. Senioren zonder partner hebben in vergelijking met senioren met een partner meer problemen ervaren met hulpbehoevendheid/ afhankelijkheid van derden, gebrek aan zorg, vervoersproblemen, eenzaamheid/ vereenzaming, financiële problemen, huisvestingsproblemen en angst lastig gevallen te worden op straat. Senioren met kinderen hebben in vergelijking met senioren zonder kinderen meer ervaring met volgende problemen: financiële problemen en angst voor roof, diefstal of inbraak van de woning. 64

66 Senioren met een inkomen onder de 1000 euro per maand hebben meer problemen ervaren met hulpbehoevendheid/ afhankelijkheid van derden, gebrek aan zorg, vervoersproblemen, eenzaamheid/ vereenzaming en financiële problemen. De senioren met een inkomen boven de 1500 euro per maand hebben in vergelijking met de senioren die minder verdienen, dan weer significant minder ervaring met volgende problemen: hulpbehoevendheid/ afhankelijkheid van derden, gebrek aan zorg, vervoersproblemen, gezondheidsproblemen, eenzaamheid/ vereenzaming, financiële problemen en gebrek aan informatie en voorlichting. Senioren die moeilijker rondkomen hebben in vergelijking met de senioren die makkelijker rondkomen meer ervaring met volgende problemen: gebrek aan zorg, gezondheidsproblemen, eenzaamheid/ vereenzaming, financiële problemen, huisvestingproblemen, gebrek aan informatie en voorlichting en angst te worden lastig gevallen op straat. 65

67 ONVEILIGHEIDSGEVOEL Om het onveiligheidsgevoel van de ouderen te meten, kregen de respondenten acht uitspraken voorgeschoteld (vraag 29: In hoeverre bent u het eens met de volgende uitspraken? ). Enkele voorbeelden zijn: Het is vandaag de dag te onveilig om s avonds op straat te komen en s Avonds en s nachts doe ik de deur niet open als er gebeld wordt. De respondenten konden steeds kiezen uit vijf antwoordmogelijkheden: helemaal oneens, mee oneens, noch mee oneens / noch mee eens, mee eens en helemaal mee eens. Gemiddelde score Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Onveiligheidsgevoel Hoe hoger de score, hoe meer de senioren zich onveilig voelen. We zien met een score van 6,3 op een maximum van 10 dat de senioren uit Roeselare zich noch veilig noch onveilig voelen. Ze voelen zich wel iets onveiliger dan de gemiddelde senior uit West- en de gemiddelde senior uit. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, merken we geen significante verschillen op. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 onveilig s' avonds op straat onveilig kinderen op straat Schrik overval extra voorzichtigheid s' avonds straten onveiliger s' nachts bellen aan deur alarmsysteem huisbewaking tijdens vakantie

68 De senioren uit Roeselare vinden dat er s avonds extra voorzichtigheid (7,0) nodig is en zijn eveneens niet geneigd de deur te open als er s nachts aangebeld wordt (7,1). Ze hebben veel minder schrik overal (4,3) en voelen zich ook niet zo onveilig s avonds op straat (5,9). In vergelijking met de gemiddelde senior uit West-, scoren de senioren uit Roeselare hoger (wat wijst op meer onveiligheidsgevoelens) voor volgende items: onveilig s avonds op straat, schrik overal, extra voorzichtigheid s avonds, straten onveiliger en huisbewaking tijdesn de vakantie. In vergelijking met de gemiddelde senior uit, scoren de senioren uit Roeselare dan weer hoger (wat wijst op meer onveiligheidsgevoelens) voor volgende items: onveilig s avonds op straat, schrik overal, extra voorzichtigheid s avonds, straten onveiliger, s nachts bellen aan de deur en huisbewaking tijdens de vakantie. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, scoren de senioren uit Roeselare lager (wat wijst op minder onveiligheidsgevoelens) voor volgende items: onveilig s avonds op straat, onveilig kinderen op straat, schrik overal, extra voorzichtigheid s avonds en alarmsysteem. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad merken we evenwel geen significante verschillen op. 67

69 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Jongsenioren voelen zich duidelijk minder onveilig dan senioren van boven de 70. Ze scoren dan ook significant lager voor volgende items: onveilig s avonds op straat, schrik overal, extra voorzichtigheid s avonds, straten onveiliger, s nachts bellen aan de deur en alarmsysteem. De 80 plussers daarentegen voelen zich veel onveiliger dan de senioren die jonger zijn. Ze scoren dan ook significant hoger voor volgende items: onveilig s avonds op straat, schrik overal, straten onveiliger, s nachts bellen aan de deur en alarmsysteem. Vrouwen voelen zich onveiliger dan mannen. Ze scoren dan ook significant hoger voor: onveilig s avonds op straat, onveilig kinderen op straat, schrik overal, extra voorzichtigheid s avonds en s nachts bellen aan de deur. De senioren met een partner voelen zich minder onveilig dan senioren zonder partner. Ze scoren dan ook significant lager voor volgende items: onveilig s avonds op straat, schrik overal en s nachts bellen aan de deur. 68

70 Senioren met een inkomen onder de 1000 euro voelen zich onveiliger dan de senioren die meer verdienen. Ze scoren dan ook significant hoger voor volgende items: onveilig s avonds op straat, schrik overal, s nachts bellen aan deur. De senioren met een inkomen boven de 1500 euro per maand voelen zich dan weer veel minder onveilig. Ze scoren significant lager dan de senioren die minder verdienen voor volgende items: onveilig s avonds op straat, schrik overal, straten onveiliger, s nachts bellen aan de deur en huisbewaking tijdens de vakantie. Senioren die moeilijker rondkomen voelen zich onveiliger dan senioren die makkelijker rondkomen. Ze scoren dan ook significant hoger voor volgende items: onveilig s avonds op straat, schrik overal, straten onveiliger, s nachts bellen aan de deur en huisbewaking tijdens de vakantie. 69

71 OUDERDOMSBEELD Om het ouderdomsbeeld bij ouderen na te gaan werd hun mening gevraagd over 11 uitspraken. Deze uitspraken peilen naar het idee dat ouderen hebben over de maatschappelijke visie op oud worden of ouderen en naar het gevoel van de ouderen of ze al dan niet gediscrimineerd worden omwille van hun leeftijd. Deze uitspraken gaan over medezeggenschap van ouderen, het al dan niet meer meetellen en de benadeling van ouderen in de samenleving. Dit is vraag 44 uit de vragenlijst. De respondenten konden telkens kiezen uit vijf antwoordmogelijkheden, namelijk helemaal oneens, mee oneens, noch mee oneens / noch mee eens, mee eens en helemaal mee eens. Gemiddelde score Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Ouderdomsbeeld Hoe hoger de score, hoe meer discriminatie de senioren menen te ervaren omwille van hun leeftijd en hoe negatiever hun ouderdomsbeeld in de maatschappij is. De gemiddelde score voor het ouderdomsbeeld in Roeselare is 5,4 op een maximum van 10. Deze score verschilt niet van de andere regio s waarmee hier vergeleken wordt. Welke items scoren het hoogst? Als de tijden slechter worden, zijn het algauw de ouderen die aan het kortste eind trekken Ouderen vormen een aparte groep in de maatschappij met eigen belangen De samenleving is vooral gericht op jongeren met de belangen van ouderen wordt er weinig rekening gehouden Sommige mensen doen alsof ik de maatschappij niets meer te bieden heb nu ik ouder ben Ik heb het gevoel dat ouderen tegenwoordig niet meer meetellen Over wat er voor ouderen gebeurt zouden ouderen veel meer te vertellen moeten hebben Sinds ik ouder ben merk ik regelmatig dat men me niet meer serieus neemt Ik heb het gevoel dat ouderen worden achtergesteld of benadeeld ten opzichte van andere groepen mensen Ik heb er moeite mee om tot de ouderen te behoren De ouderen van nu hebben het moeilijker dan de ouderen van vroeger Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=

72 Waarschuwing: Omwille van de leesbaarheid van de grafieken, worden de stellingen symbolisch verkort voorgesteld als volgt: NR1 = Als de tijden slechter worden, zijn het algauw de ouderen die aan het kortste eind trekken NR2 = Ouderen vormen een aparte groep in de maatschappij met eigen belangen NR3 = De samenleving is vooral gericht op jongeren met de belangen van ouderen wordt er weinig rekening gehouden NR4 = Sommige mensen doen alsof ik de maatschappij niets meer te bieden heb nu ik ouder ben NR5 = Ik heb het gevoel dat ouderen tegenwoordig niet meer meetellen NR6 = Over wat er voor ouderen gebeurt zouden ouderen veel meer te vertellen moeten hebben NR7 = Sinds ik ouder ben merk ik regelmatig dat men me niet meer serieus neemt NR8 = Ik heb het gevoel dat ouderen worden achtergesteld of benadeeld ten opzichte van andere groepen mensen NR9 = Ik heb er moeite mee om tot de ouderen te behoren NR10 = De ouderen van nu hebben het moeilijker dan de ouderen van vroeger Op de figuur kunnen we zien dat de senioren uit Roeselare de hoogste score (wat wijst op een negatiever ouderdomsbeeld) geven aan: als de tijden slechter worden, zijn het algauw de ouderen die aan het kortste eind trekken (6,3), ouderen vormen een aparte groep in de maatschappij met eigen belangen (6,9) en over wat er voor ouderen gebeurt zouden ouderen veel meer te vertellen moeten hebben (6,8). Lagere scores (wat wijst op een positiever ouderdomsbeeld) waren er voor volgende items: sinds ik ouder ben merk ik regelmatig dat men me niet meer serieus neemt (4,5), ik heb er moeite mee om tot de ouderen te behoren (4,3) en de ouderen van nu hebben het moeilijker dan de ouderen van vroeger (3,6). 71

73 De senioren uit Roeselare scoren in vergelijking met de gemiddelde senior uit West- lager (wat wijst op een positiever ouderdomsbeeld) voor Ik heb er moeite mee om tot de ouderen te behoren. De senioren uit Roeselare scoren in vergelijking met de gemiddelde senior uit West- wel hoger (wat wijst op een negatiever ouderdomsbeeld) voor: Ouderen vormen een aparte groep in de maatschappij met eigen belangen, De samenleving is vooral gericht op jongeren met de belangen van ouderen wordt er weinig rekening gehouden en Over wat er voor ouderen gebeurt zouden ouderen veel meer te vertellen moeten hebben. In vergelijking met de gemiddelde senior uit, scoren de senioren uit Roeselare hoger (wat wijst op een negatiever ouderdomsbeeld) voor: Ouderen vormen een aparte groep in de maatschappij met eigen belangen. 72

74 De senioren uit Roeselare scoren in vergelijking met de senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad hoger (wat wijst op een negatiever ouderdomsbeeld) voor volgende items: Ouderen vormen een aparte groep in de maatschappij met eigen belangen, De samenleving is vooral gericht op jongeren met de belangen van ouderen wordt er weinig rekening gehouden, Sommige mensen doen alsof ik de maatschappij niets meer te bieden heb nu ik ouder ben, Ik heb het gevoel dat ouderen tegenwoordig niet meer meetellen en Sinds ik ouder ben merk ik regelmatig dat men me niet meer serieus neemt. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid tenslotte, scoren de senioren uit Roeselare hoger (wat wijst op een negatiever ouderdomsbeeld) voor volgende items: Ouderen vormen een aparte groep in de maatschappij met eigen belangen en De ouderen van nu hebben het moeilijker dan de ouderen van vroeger. Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren tussen de 60 en de 69 hebben duidelijk een veel positiever ouderdomsbeeld. Ze scoren dan ook significant lager voor volgende items: Als de tijden slechter worden, zijn het algauw de ouderen die aan het kortste eind trekken, De samenleving is vooral gericht op jongeren met de belangen van ouderen wordt er weinig rekening gehouden, Sommige mensen doen alsof ik de maatschappij niets meer te bieden heb nu ik ouder ben, Ik heb het gevoel dat ouderen tegenwoordig niet meer meetellen, De ouderen van nu hebben het moeilijker dan de ouderen van vroeger, Sinds ik ouder ben merk ik regelmatig dat men me niet meer serieus neemt en Ik heb het gevoel dat ouderen worden achtergesteld of benadeeld ten opzichte van andere groepen mensen. De senioren tussen de 70 en de 79 hebben dan weer een negatiever ouderdomsbeeld. Ze scoren significant hoger voor volgende items: Sommige mensen doen alsof ik de maatschappij niets meer te bieden heb nu ik ouder ben, Sinds ik ouder ben merk ik regelmatig dat men me niet meer serieus neemt en Ik heb het gevoel dat ouderen worden achtergesteld of benadeeld ten opzichte van andere groepen mensen. De 80 plussers tenslotte hebben een negatiever ouderdomsbeeld dan de senioren die jonger zijn. Ze scoren dan ook significant hoger voor volgende items: Ik heb het gevoel dat ouderen worden achtergesteld of benadeeld ten opzichte van andere groepen mensen, De samenleving is vooral gericht op jongeren met de belangen van ouderen wordt er weinig rekening gehouden, Ik heb het gevoel dat ouderen tegenwoordig niet meer meetellen en Als de tijden slechter worden, zijn het algauw de ouderen die aan het kortste eind trekken. Senioren met een partner hebben een positiever ouderdomsbeeld dan senioren zonder partner. Ze scoren dan ook significant lager voor volgende items: Ik heb het gevoel dat ouderen tegenwoordig niet meer meetellen, De ouderen van nu hebben het moeilijker dan de ouderen van vroeger en Ik heb het gevoel dat ouderen worden achtergesteld of benadeeld ten opzichte van andere groepen mensen. 73

75 Senioren zonder kinderen hebben meer het gevoel dat ouderen worden achtergesteld of benadeeld ten opzichte van andere groepen mensen dan senioren met kinderen. Senioren met een inkomen onder de 1000 euro per maand scoren hoger (wat wijst op een negatiever ouderdomsbeeld) voor volgende items: De samenleving is vooral gericht op jongeren met de belangen van ouderen wordt er weinig rekening gehouden, Sommige mensen doen alsof ik de maatschappij niets meer te bieden heb nu ik ouder ben, Ik heb het gevoel dat ouderen tegenwoordig niet meer meetellen, Over wat er voor ouderen gebeurt zouden ouderen veel meer te vertellen moeten hebben, Sinds ik ouder ben merk ik regelmatig dat men me niet meer serieus neemt, Ik heb het gevoel dat ouderen worden achtergesteld of benadeeld ten opzichte van andere groepen mensen, Ik heb er moeite mee om tot de ouderen te behoren en De ouderen van nu hebben het moeilijker dan de ouderen van vroeger. Senioren met een inkomen boven de 1500 euro per maand hebben dan weer een positiever ouderdomsbeeld. Ze scoren dan ook significant lager voor volgende items: De ouderen van nu hebben het moeilijker dan de ouderen van vroeger, Sinds ik ouder ben merk ik regelmatig dat men me niet meer serieus neemt, Ik heb het gevoel dat ouderen worden achtergesteld of benadeeld ten opzichte van andere groepen mensen, De samenleving is vooral gericht op jongeren met de belangen van ouderen wordt er weinig rekening gehouden, Sommige mensen doen alsof ik de maatschappij niets meer te bieden heb nu ik ouder ben en Ik heb het gevoel dat ouderen tegenwoordig niet meer meetellen. Senioren die moeilijker rondkomen scoren in vergelijking met de senioren die makkelijker rondkomen hoger (wat wijst op een negatiever ouderdomsbeeld) voor volgende items: De ouderen van nu hebben het moeilijker dan de ouderen van vroeger, De samenleving is vooral gericht op jongeren met de belangen van ouderen wordt er weinig rekening gehouden, Sommige mensen doen alsof ik de maatschappij niets meer te bieden heb nu ik ouder ben, Ik heb het gevoel dat ouderen tegenwoordig niet meer meetellen, Ik heb het gevoel dat ouderen worden achtergesteld of benadeeld ten opzichte van andere groepen mensen en Als de tijden slechter worden, zijn het algauw de ouderen die aan het kortste eind trekken. 74

76 Thema 4: Maatschappelijke participatie Binnen dit thema werden de scores berekend voor 9 dimensies, namelijk reden van pensionering, mate van gemis van beroepsactiviteiten, participatie, activiteitsgraad, motieven lid worden van vereniging, participatiegraad seniorenverenigingen, belemmeringen bijwonen activiteiten seniorenverenigingen, bijwonen culturele evenementen en politieke participatie. REDEN PENSIONERING In de vragenlijst peilt vraag 78 naar de motieven van de ouderen om op pensioen te gaan. In totaal worden 10 mogelijke redenen (items 2 tem 4 en items 6 tem 12) samengevoegd tot de dimensie. Aan de respondenten werd gevraagd: Hoe belangrijk waren de volgende factoren bij uw beslissing om op brugpensioen/vervroegd pensioen of pensioen te gaan?. De ouderen konden telkens antwoorden met helemaal niet belangrijk, eerder onbelangrijk, noch belangrijk/noch onbelangrijk, eerder belangrijk of zeer belangrijk. Gemiddelde score Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Reden pensionering Hoe hoger de score, hoe meer redenen van expliciet belang waren voor de senioren om op (vervroegd) pensioen te gaan. Roeselare scoort voor reden pensionering 1,8 op een maximum van 10. Als we vergelijken met de andere regio s zien we geen significant verschil. Welke items scoren het hoogst? De dimensie 'Reden pensionering' werd gemeten aan de hand van 10 items. Deze 10 items werden samengevoegd tot 2 subdimensies. Voor elk van deze subdimensies staat hieronder de score op 10. Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Immateriële redenen Financieel Het financieel aspect (2,3) speelt een belangrijkere rol in het nemen van de beslissing om op (vervroegd) pensioen te gaan dan de immateriële redenen (1,3). 75

77 Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat de senioren uit Roeselare niet verschillen van de gemiddelde senior uit en de gemiddelde senior uit West- wat betreft de redenen om op pensioen te gaan. Als we de redenen om op pensioen te gaan van de senioren uit Roeselare vervolgens vergelijken met deze van de senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en de senioren uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, dan merken we ook geen significante verschillen op. In de volgende tabel wordt de score op 10 weergegeven voor alle items, gerangschikt per subdimensie. Immateriële redenen Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 ontevredenheid met de jobinhoud ontevredenheid met de werkomstandigheden ik was al een tijd werkloos opnemen van zorgtaken gebrek aan vrije tijd omdat vele mensen uit omgeving op bepaalde leeftijd op pensioen gaan omdat partner met pensioen ging Financieel ik had genoeg financiële middelen om te stoppen met werken het financieel verschil tussen verder werken en stoppen was te klein om plaats te maken voor jongeren Per subdimensie volgt hieronder de visuele voorstelling van de scores. 76

78 1. Immateriële redenen Senioren uit Roeselare geven in vergelijking met de gemiddelde senior uit West- en de gemiddelde senior uit minder als reden voor hun (vervroegd) pensioen op dat ze ontevreden zijn met de werkomstandigheden. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, halen de senioren uit Roeselare volgende redenen minder aan om op (vervroegd) pensioen te gaan: ontevredenheid met de jobinhoud, ontevredenheid met de werkomstandigheden en omdat partner met pensioen ging. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, halen de uit Roeselare volgende redenen meer aan om op (vervroegd) pensioen te gaan: ontevredenheid met de jobinhoud en ontevredenheid met de werkomstandigheden. 77

79 2. Financieel De senioren uit Roeselare halen in vergelijking met de gemiddelde senior uit West- vaker als reden voor hun (vervroegd) pensioen aan dat ze plaats maken voor jongeren. In vergelijking met de gemiddelde senior uit, kunnen we dan weer geen significante verschillen vaststellen. De senioren uit Roeselare halen in vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid vaker als reden voor hun (vervroegd) pensioen aan dat ze plaats maken voor jongeren. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, kunnen we dan weer geen significante verschillen vaststellen. 78

80 Items die het vaakst aangehaald werden als reden om op (vervroegd) pensioen te gaan zijn: om plaats te maken voor jongeren (2,3), het financieel verschil tussen verder werken en stoppen was te klein (2,2) en ik had genoeg financiële middelen om te stoppen met werken (2,2). Het minst vaak werden volgende redenen aangehaald: ontevredenheid met de jobinhoud (1,0), ontevredenheid met de werkomstandigheden (1,1) en ik was al een tijd werkloos (0,8). Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren tussen de 60 en de 69 halen volgende redenen vaker aan om op (vervroegd) pensioen te gaan: ontevredenheid met de werkomstandigheden, gebrek aan vrije tijd, omdat vele mensen uit de omgeving op een bepaalde leeftijd op pensioen gaan en om plaats te maken voor jongeren. De senioren tussen de 70 en de 79 geven dan weer minder als reden voor hun (vervroegd) pensioen aan dat ze een gebrek hadden aan vrije tijd. De 80 plussers tenslotte haalden volgende items minder aan als reden om op (vervroegd) pensioen te gaan: ontevredenheid met de werkomstandigheden en opnemen van zorgtaken. 79

81 Mannen geven volgende items minder op als reden om op (vervroegd) pensioen te gaan dan vrouwen: opnemen van zorgtaken en omdat partner met pensioen ging. Senioren met een partner geven volgende items vaker op als reden om op (vervroegd) pensioen te gaan dan senioren zonder partner: omdat vele mensen uit de omgeving op een bepaalde leeftijd op pensioen gingen en om plaats te maken voor jongeren. De senioren met een inkomen onder de 1000 euro per maand geven in vergelijking met de senioren die meer verdienen, volgende redenen minder vaak op om op (vervroegd) pensioen te gaan: ontevredenheid met de werkomstandigheden, gebrek aan vrije tijd, omdat vele mensen uit omgeving op bepaalde leeftijd op pensioen gaan, omdat partner met pensioen ging en ik had genoeg financiële middelen om te stoppen met werken. De senioren met een inkomen boven de 1500 euro per maand halen dan weer volgende items vaker aan als reden om op (vervoegd) pensioen te gaan: ontevredenheid met de werkomstandigheden, omdat vele mensen uit de omgeving op bepaalde leeftijd op pensioen gaan en ik had genoeg financiële middelen om te stoppen met werken. 80

82 Senioren die makkelijker rondkomen halen volgende items vaker aan als reden om op vervroegd pensioen te gaan: omdat partner met pensioen ging en ik had genoeg financiële middelen om te stoppen met werken. 81

83 MATE VAN GEMIS VAN BEROEPSACTIVITEITEN Deze dimensie wordt gemeten aan de hand van vraag 79 uit de vragenlijst. De volgende vraag werd aan de ouderen gesteld: In welke mate mist u de volgende dingen in uw leven nu u gepensioneerd bent?. De respondenten konden om te antwoorden op de 6 items telkens kiezen tussen: helemaal niet, weinig, niet veel/niet weinig, veel of zeer veel. Gemiddelde score Mate van gemis van beroepsactiviteiten Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe meer de senioren de beroepsactiviteiten missen. Algemeen kunnen we stellen dat de senioren uit Roeselare hun beroepsactiviteiten niet zo erg missen. Ze scoren voor mate gemis van beroepsactiviteiten een 2,6 op een maximum van 10. De senioren uit Roeselare missen hun beroepsactiviteiten zelfs minder dan de gemiddelde senior uit, een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Tussen de senioren uit Roeselare en de gemiddelde senior uit West- kunnen we wat betreft het gemis van beroepsactiviteiten evenwel geen significant verschil vaststellen. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 de beroepsbezigheden de dagelijkse routine het verschil tussen nettoloon en het pensioenbedrag het gevoel nuttig te zijn de contacten met de collega's de contacten met klanten en zakenpartners De senioren uit Roeselare missen vooral de contacten met de collega s (3,2) en het verschil tussen nettoloon en het pensioenbedrag (4,2). Veel minder missen ze de dagelijkse routine (1,5) en de beroepsbezigheden (1,7). 82

84 De senioren uit Roeselare missen in vergelijking met de gemiddelde senior uit West- en de gemiddelde senior uit minder de beroepsbezigheden, de dagelijkse routine en het gevoel nuttig te zijn. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, missen de senioren uit Roeselare minder de beroepsbezigheden, de dagelijkse routine en het gevoel nuttig te zijn. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, missen de senioren uit Roeselare minder de beroepsbezigheden, de dagelijkse routine, het verschil tussen nettoloon en het pensioenbedrag, het gevoel nuttig te zijn en de contacten met de collega s. 83

85 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren met een inkomen onder de 1000 missen minder de contacten met de collega s dan de senioren die meer verdienen. De senioren met een inkomen boven de 1500 euro missen dan weer minder het verschil tussen het nettoloon en het pensioenbedrag. Senioren die moeilijker rondkomen missen in vergelijking met de senioren die makkelijker rondkomen meer het verschil tussen het nettoloon en het pensioenbedrag. 84

86 PARTICIPATIE Vraag 47 uit de vragenlijst peilt naar de participatie van ouderen in 22 verschillende verenigingen. De volgende vraag werd voorgelegd aan de respondenten: In welke mate bent u lid van volgende verenigingen?. De ouderen konden telkens kiezen uit vier antwoordmogelijkheden: nooit lid geweest, vroeger lid geweest, lid of bestuurslid. Gemiddelde score Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Participatie Hoe hoger de score, hoe meer de senioren lid zijn van verenigingen. We kunnen op bovenstaande tabel zien dat de senioren uit Roeselare 0,9 voor participatie scoren. Deze score verschilt niet van de andere regio s waarmee hier vergeleken wordt. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Natuurvereniging Fanclub Vereniging die gehandicapten, helpt Vereniging voor kunstbeoefening Hobbyclub Vrouwenbeweging Socio-culturele vereniging Sportclub Politieke vereniging Religieuze vereniging Wijk- of buurtcomité Vereniging voor internat. Vrede Vakbond, Gemeentelijke adviesraad/ Gezinsvereniging Groepering in een plaatselijk café Het Rode Kruis, Vereniging voor gepensioneerden De witte comités Zelfhulpgroep Jeugdbeweging We kunnen zien op bovenstaande tabel en onderstaande figuur dat de senioren uit Roeselare vaker lid zijn van een vereniging die gehandicapten helpt (1,8), een vrouwenbeweging (1,3), een sportclub (1,4), een vakbond (1,6), een gezinsvereniging (1,3) en vooral van een vereniging voor gepensioneerden (3,8). Ze zijn veel minder vaak lid van de witte comités (0,1), een zelfhulpgroep (0,1), een jeugdbeweging (0,3), een fanclub (0,1), een wijk of buurtcomité (0,3) en een gemeentelijke adviesraad (0,4). 85

87 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? De senioren tussen de 60 en de 69 zijn vaker dan de senioren die ouder zijn lid van een hobbyclub, een vrouwenbeweging, een socio-culturele vereniging, een sportclub, een vakbond en een gezinsvereniging. De senioren tussen de 70 en de 79 zijn minder vaak lid van een fanclub, een hobbyclub, een socio-culturele vereniging, een sportclub, een politieke vereniging, een vakbond, een gezinsvereniging en het Rode Kruis. De 80 plussers tenslotte zijn in vergelijking met de senioren die jonger zijn minder vaak lid van een vrouwenbeweging, een sportclub en een groepering in een plaatselijk café. 86

88 Mannen zijn vaker dan vrouwen lid van een sportclub, een vakbond en een groepering in een plaatselijk café. Vrouwen zijn dan weer vaker dan mannen lid van een vrouwenbeweging. Senioren met een partner zijn vaker dan senioren zonder partner lid van een natuurvereniging, een sportclub, een vakbond en een gezinsvereniging. 87

89 Senioren met kinderen zijn vaker dan senioren zonder kinderen lid van een natuurvereniging, een fanclub en een gezinsvereniging. 88

90 Senioren met een inkomen onder de 1000 euro per maand zijn in vergelijking met de senioren die meer verdienen minder vaak lid van een natuurvereniging, een fanclub, een socio-culturele vereniging, een sportclub, een vakbond, een gemeentelijke adviesraad, een gezinsvereniging en het Rode Kruis. De senioren met een inkomen tussen de 1000 en de euro per maand zijn vaker lid van een fanclub maar minder vaak van een gezinsvereniging en het Rode Kruis. De senioren met een inkomen boven de 1500 euro per maand zijn minder vaak lid van een fanclub maar vaker van een natuurvereniging, een socio-culturele vereniging, een vakbond, een gezinsvereniging en het Rode Kruis. Senioren die makkelijker rondkomen zijn in vergelijking met die senioren die moeilijker rondkomen vaker lid van een natuurvereniging, een fanclub, een socio-culturele vereniging, een sportclub, een politieke verenging, een vereniging voor internationale vrede een vakbond, een gemeentelijke adviesraad en een gezinsvereniging. 89

91 90

92 ACTIVITEITSGRAAD Deze dimensie wordt gemeten aan de hand van de volgende vraag: Hoe vaak beoefent u volgende activiteiten? (vraag 46). Vervolgens worden allerlei activiteiten opgesomd. De items 1 en 6 tem 15 vormen samen deze dimensie. De vijf antwoordmogelijkheden zijn: nooit, zelden, ongeveer maandelijks, ongeveer wekelijks en meer dan 1 maal per week. Gemiddelde score Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Activiteitsgraad Hoe hoger de score, hoe vaker de senioren activiteiten beoefenen. We zien dat de senioren uit Roeselare met hun score van 3,4 iets minder activiteiten beoefenen dan de gemiddelde senior uit en de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- en een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad merken we geen significante verschillen op. Welke items scoren het hoogst? De dimensie 'Activiteitsgraad' werd gemeten aan de hand van 11 items. Deze 11 items werden samengevoegd tot 3 subdimensies. Voor elk van deze subdimensies staat hieronder de score op 10. Activiteiten ifv ontspanning en ontmoeting Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse= Activiteiten ifv zelfrealisatie Doe-het-zelf activiteiten We zien dat de senioren uit Roeselare het vaakst activiteiten beoefenen in functie van ontspanning en ontmoeting (4,7). Op de tweede plaats staan de doe-het-zelf activiteiten (3,2) en het minst vaak beoefenen senioren uit Roeselare activiteiten in functie van zelfrealisatie (2,3). De senioren uit Roeselare beoefenen in vergelijking met de gemiddelde senior uit West- meer activiteiten in functie van zelfrealisatie, maar minder doe-het-zelf activiteiten. In vergelijking met de gemiddelde senior uit, beoefenen de senioren uit Roeselare minder doe-het-zelf activiteiten. 91

93 In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, beoefenen de senioren uit Roeselare minder doe-het-zelf activiteiten. En in vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid beoefenen de senioren uit Roeselare minder activiteiten in functie van zelfrealisatie. In de volgende tabel wordt de score op 10 weergegeven voor alle items, gerangschikt per subdimensie. Activiteiten ifv ontspanning en ontmoeting op café of uit eten gaan (ook brasserie en tearoom) Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse= reizen en uitstapjes maken winkelen voor genoegen luisteren naar radio of muziek wandelen of fietsen Activiteiten ifv zelfrealisatie een opleiding of cursus volgen een computer of het internet gebruiken naar toneel, film, sport en cultuurevenementen gaan boeken lezen Doe-het-zelf activiteiten tuinieren herstellingen in huis Per subdimensie volgt hieronder de visuele voorstelling van de scores. 92

94 1. Activiteiten in functie van ontspanning en ontmoeting De senioren uit Roeselare verschillen niet van de gemiddelde senior uit West- en wat betreft het beoefenen van activiteiten in functie van ontspanning en ontmoeting. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, gaan de senioren uit Roeselare minder op café of uit eten. Ze winkelen ook minder voor genoegen en luisteren minder naar radio of muziek. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, stellen we evenwel geen significante verschillen vast. 93

95 2. Activiteiten in functie van zelfrealisatie In vergelijking met de gemiddelde senior uit West-, beoefenen de senioren uit Roeselare vaker volgende activiteiten: een opleiding of cursus volgen, een computer of het internet gebruiken, naar toneel, film, sport en cultuurevenementen gaan en boeken lezen. In vergelijking met de gemiddelde senior uit gebruiken de senioren uit Roeselare iets minder vaak de computer of het internet. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad gebruiken de senioren uit Roeselare minder een computer of het internet. En in vergelijking met de senioren uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid tenslotte, beoefenen de senioren uit Roeselare volgende activiteiten minder: een computer of het internet gebruiken en boeken lezen. 94

96 3. Doe-Het-Zelf activiteiten In vergelijking met de gemiddelde senior uit en West-, beoefenen de senioren uit Roeselare minder vaak volgende activiteiten: tuinieren en herstellingen in huis. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad tuinieren de senioren uit Roeselare minder vaak. Ze doen in vergelijking ook minder herstellingen in huis. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, doen de senioren uit Roeselare minder herstellingen in huis. 95

97 Senioren uit Roeselare beoefenen het vaakst volgende activiteiten: tuinieren (4,0), luisteren naar radio of muziek (7,4) en wandelen of fietsen (5,8). Volgende activiteiten worden veel minder beoefend: naar toneel, film, sport en cultuurevenementen gaan (2,1), een computer of het internet gebruiken (1,6) en een opleiding of cursus volgen (1,3). Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? De senioren tussen de 60 en de 69 beoefenen volgende activiteiten vaker dan de senioren die ouder zijn: op café of uit eten gaan, reizen en uitstapjes maken, winkelen voor genoegen, wandelen of fietsen, een opleiding of cursus volgen, een computer of het internet gebruiken, naar toneel, film, sport en cultuurevenementen gaan, tuinieren en herstellingen in huis. De senioren tussen de 70 en de 79 volgen minder vaak een opleiding of cursus en gebruiken ook minder vaak een computer of het internet. De 80 plussers tenslotte beoefenen volgende activiteiten minder vaak: op café of uit eten gaan, reizen en uitstapjes maken, winkelen voor genoegen, luisteren naar radio of muziek, wandelen of fietsen, een opleiding of cursus volgen, een computer of het internet gebruiken, naar toneel, film, sport en cultuurevenementen, tuinieren en herstellingen in het huis. Mannen beoefenen volgende activiteiten vaker dan vrouwen: op café of uit eten gaan, wandelen of fietsen, een computer of het internet gebruiken, naar toneel, film, sport en cultuurevenementen gaan, tuinieren en herstellingen in huis. 96

98 Senioren met een partner beoefenen volgende activiteiten vaker dan senioren zonder partner: winkelen voor genoegen, wandelen of fietsen, een computer of het internet gebruiken, naar toneel, film, sport en cultuurevenementen gaan, tuinieren en herstellingen in huis. Senioren met een inkomen onder de 1000 euro per maand beoefenen alle hier vermelde activiteiten minder dan de senioren die meer verdienen. De senioren met een inkomen tussen de 1000 en de 1499 euro luisteren vaker naar de radio of muziek. De senioren met een inkomen boven de 1500 euro beoefenen alle hier vermelde activiteiten vaker dan de senioren die minder verdienen. De senioren die moeilijker rondkomen beoefenen volgende activiteiten minder dan de senioren die makkelijker rondkomen: reizen en uitstapjes maken, winkelen voor genoegen, wandelen of fietsen, een opleiding of cursus volgen, een computer of het internet gebruiken en naar toneel, film, sport en cultuurevenementen gaan. 97

99 MOTIEVEN LID WORDEN VAN VERENIGING Om te peilen naar de motieven van ouderen om lid te worden van een ouderenvereniging, werd het volgende gevraagd aan de respondenten: Hoe belangrijk waren onderstaande redenen voor u om lid te worden van een vereniging van ouderen? (vraag 51, items 1 tem 8). De ouderen konden telkens antwoorden met helemaal niet belangrijk, eerder onbelangrijk, noch belangrijk/noch onbelangrijk, eerder belangrijk of zeer belangrijk. De onderstaande scores hebben betrekking op alle ouderen die aangeven lid te zijn van een ouderenvereniging (vraag 50). Voor de gemeente Roeselare betreft dit 35.24% van de ouderen in de steekproef. Het gemiddelde voor de deelnemende gemeenten van West- ligt op 34.57%. Gemiddelde score Motieven lid worden van vereniging Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe explicieter de keuze van de senioren om lid te worden van een ouderenvereniging. De gemiddelde score voor Roeselare bedraagt 6,3. Dit betekent dat de senioren wel degelijk concrete redenen hebben om lid te worden van een vereniging. De senioren uit Roeselare hebben zelfs meer concrete redenen dan de gemiddelde senior uit en een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. In vergelijking met West- en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, merken we geen significante verschillen op. Welke items scoren het hoogst? De dimensie 'Motieven lid worden van vereniging' werd gemeten aan de hand van 8 items. Deze 8 items werden samengevoegd tot 2 subdimensies. Voor elk van deze subdimensies staat hieronder de score op 10. Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Verbondenheid Gezelligheid en ontmoeting De senioren uit Roeselare worden vaker lid van een vereniging voor de gezelligheid (7,4) dan voor de verbondenheid met de organisatie (5,1). 98

100 Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat de senioren uit Roeselare in vergelijking met de gemiddelde senior uit en West-, vaker lid worden van een vereniging voor de verbondenheid met de organsatie. De senioren uit Roeselare worden in vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad vaker lid van een vereniging voor de verbondenheid met de organisatie. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, zijn er geen significante verschillen vast te stellen. In de volgende tabel wordt de score op 10 weergegeven voor alle items, gerangschikt per subdimensie. Verbondenheid voor hulp en ondersteuning van de bond Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse= zelf iets voor ouderen willen doen belangenbehartiging steunen van het idee/doelen van de bond gevraagd lid te worden vanwege partner Gezelligheid en ontmoeting vanwege de gezelligheid omdat je er andere mensen ontmoet Per subdimensie volgt hieronder de visuele voorstelling van de scores. 99

101 1. Verbondenheid De senioren uit Roeselare worden in vergelijking met de gemiddelde senior uit West- vaker lid van een vereniging voor volgende redenen: zelf iets voor ouderen willen doen, steunen van het idee/ doelen van de bond, gevraagd lid te worden en vanwege partner. In vergelijking met de gemiddelde senior uit, worden de senioren uit Roeselare dan weer vaker lid van een vereniging voor volgende redenen: voor hulp en ondersteuning van de bond, zelf iets voor ouderen willen doen, belangenbehartiging, steunen van het idee/ doelen van de bond, gevraagd lid te worden en vanwege partner. 100

102 De senioren uit Roeselare worden in vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad vaker lid van een vereniging voor volgende redenen: voor hulp en ondersteuning van de bond, zelf iets voor ouderen willen doen, steunen van het idee/ doelen van de bond, gevraagd lid te worden en vanwege partner. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, worden de senioren uit Roeselare minder vaak lid van een vereniging om hun belangen te behartigen. Ze worden in vergelijking met de senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad wel vaker lid van een vereniging voor hulp en ondersteuning van de bond en vanwege hun partner. 2. Gezelligheid en ontmoeting In vergelijking met de gemiddelde senior uit, worden de senioren uit Roeselare vaker lid van een vereniging omdat men er andere mensen ontmoet. In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- merken we geen significant verschil op. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, wordne de senioren uit Roeselare vaker lid van een vereniging omdat men er andere mensen ontmoet. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, worden de senioren uit Roeselare minder vaak lid van een vereniging vanwege de gezelligheid. 101

103 Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat de senioren uit Roeselare vooral lid worden van een vereniging vanwege de gezelligheid (7,1) en omdat je er andere mensen ontmoet (7,7). Ze worden het minst vaak lid van een vereniging om hun belangen te behartigen (4,5) en vanwege hun partner (4,0). Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren tussen de 60 en de 69 worden vaker lid van een vereniging omdat ze zelfs iets voor ouderen willen doen. De 80 plussers worden minder vaak lid van een vereniging omdat ze zelfs iets voor ouderen willen doen en vanwege de gezelligheid. 102

104 Mannen worden vaker lid van een vereniging vanwege hun partner dan vrouwen. Senioren met kinderen worden vaker lid van een vereniging vanwege hun partner dan senioren zonder kinderen. Senioren met een inkomen onder de 1000 euro per maand worden minder snel lid van een vereniging voor volgende redenen: voor hulp en ondersteuning van de bond, om zelf iets voor ouderen te willen doen, steunen van het idee/ doelen van de bond, vanwege partner en omdat je er andere mensen ontmoet. De senioren met een inkomen tussen de 1000 en de 1499 euro worden dan weer vaker lid van een vereniging voor hulp en ondersteuning van de bond en om zelfs iets voor ouderen te willen doen. De senioren met en een inkomen boven de 1500 euro tenslotte worden vaker lid van een vereniging vanwege hun partner. 103

105 Senioren die moeilijker rondkomen worden minder vaak lid van een vereniging vanwege hun partner en omdat je er andere mensen ontmoet dan de senioren die makkelijker rondkomen. 104

106 PARTICIPATIEGRAAD SENIORENVERENIGINGEN Deze dimensie wordt gemeten aan de hand van de volgende vraag: Aan welke van de onderstaande activiteiten neemt u gewoonlijk deel? (vraag 53, items 1 tem 14 en 16 tem 21). De ouderen konden antwoorden met nooit, af en toe of regelmatig. Gemiddelde score Participatiegraad seniorenverenigingen Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe meer de senioren deelnemen aan de activiteiten van de seniorenverenigingen. We zien met een score van 2,6 dat de senioren die lid zijn van een seniorenvereniging niet zo heel vaak deelnemen aan activiteiten. De senioren uit Roeselare participeren wel significant vaker dan de gemiddelde senior uit West-, en een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. Als we vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, merken we geen significant verschil op. De senioren uit Roeselare gaan het vaakst naar ledenvergaderingen (5,0), feesten/ koffietafels/ ontspanning/ animatie (6,2), gespreknamiddagen (4,2), dag of halve dag uitstappen (4,9) en ze lezen ook vaak het ledenblad/ bestuursblad (4,2). Het minst vaak gaan ze naar praktische cursussen (0,8), lessenreeksen (1,1), sociale acties (0,6), hobby-ateliers (0,6) en toneel- en zangactiviteiten (1,1). 105

107 Welke items scoren het hoogst? Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 ledenvergadering functie in het bestuur/bestuursvergadering feesten, koffietafels, ontspanning en animatie gespreksnamiddagen bezinningsnamiddagen/religieuze vieringen praktische cursussen lessenreeksen vrijwilligerswerk sociale acties geleide bezoeken bijwonen van toneel, film, concerten sportactiviteiten hobby-atelier toneel- en zangactiviteiten dag of halvedag uitstappen gemeenschappelijke activiteiten met andere bonden Bedevaarten vakanties in het binnenland vakanties in het buitenland het ledenblad/bestuursblad De senioren uit Roeselare gaan in vergelijking met de gemiddelde senior uit West- vaker naar: gespreknamiddagen, lessenreeksen, vrijwilligerswerk, geleide bezoeken, bijwonen van toneel/ film/ concerten, sportactiviteiten, dag of halve dag uitstappen, gemeenschappelijke activiteiten met andere bonden, vakanties in het binnenland en vakanties in het buitenland. In vergelijking met de gemiddelde senior uit, gaan de senioren uit Roeselare vaker naar: ledenvergadering, bestuursvergadering, feesten/ koffietafels/ ontspanning/ animatie, gespreknamiddagen, lessenreeksen, vrijwilligerswerk, geleide bezoeken, bijwonen van toneel/ film/ concerten, sportactiviteiten, dag of halve dag uitstappen, gemeenschappelijke activiteiten met andere bonden, vakanties in het buitenland en ze lezen ook vaker het ledenblad/ bestuursblad. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, gaan de senioren uit Roeselare vaker naar: een ledenvergadering, een bestuursvergadering, gespreknamiddagen, geleide bezoeken, bijwonen van toneel/ film/ concerten, sportactiviteiten, dag of halve dag uitstappen, gemeenschappelijke activiteiten met andere bonden, vakanties in het binnenland, vakanties in het buitenland en ze lezen ook vaker het ledenblad/ bestuursblad. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, gaan de senioren uit Roeselare vaker naar: ledenvergaderingen, feesten/ koffietafels/ ontspanning/ animatie, gespreknamiddagen, sportactiviteiten, gemeenschappelijke activiteiten met andere bonden en ze lezen ook vaker het ledenblad/ bestuursblad. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, gaan de senioren uit Roeselare wel minder frequent naar: praktische cursussen, lessenreeksen, geleide bezoeken, hobby-ateliers, toneel en zangactiviteiten, vakanties in het binnenland en vakanties in het buitenland. 106

108 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren tussen de 60 en de 69 gaan vaker dan senioren van boven de 70 naar: praktische cursussen, lessenreeksen, toneel, film concerten, sportactiviteiten, vakanties in het binnenland en vakanties in het buitenland. De senioren tussen de 70 en de 79 gaan vaker naar ledenvergaderingen en dag of halve dag uitstappen. De senioren tussen de 70 en de 79 gaan wel minder vaak naar lessenreeksen. De 80 plussers tenslotte gaan minder vaak naar volgende activiteiten: ledenvergadering, feesten/ koffietafels/ ontspanning/ animatie, praktische cursussen, lessenreeksen, vrijwilligerswerk, geleide bezoeken, toneel/ film/ concerten, sportactiviteiten, hobby-ateliers, dag of halve dag uitstappen, gemeenschappelijke activiteiten met andere bonden, bedevaarten, vakanties in het binnenland en vakanties in het buitenland. Vrouwen gaan vaker dan mannen naar hobbyateliers. 107

109 Senioren met een partner gaan vaker dan senioren zonder partner naar: praktische cursussen, lessenreeksen, geleide bezoeken, sportactiviteiten en dag of halve dag uitstappen. Senioren met een inkomen onder de 1000 euro per maand gaan minder vaak naar: gespreknamiddagen, praktische cursussen, lessenreeksen, sociale acties, geleide bezoeken, toneel/ film/ concerten en vakanties in het buitenland. De senioren met een inkomen tussen de 1000 en de 1499 euro gaan dan weer vaker naar: ledenvergaderingen en bestuursvergaderingen. De senioren met een inkomen boven de 1500 euro gaan dan weer significant vaker naar praktische cursussen, lessenreeksen, geleide bezoeken en toneel/ film/ concerten. 108

110 Senioren die makkelijker rondkomen doen vaker geleide bezoeken dan senioren die moeilijker rondkomen. 109

111 BELEMMERINGEN BIJWONEN ACTIVITEITEN SENIORENVERENIGINGEN Vraag 55 uit de vragenlijst peilt naar de belemmeringen die ouderen ondervinden voor het bijwonen van activiteiten van seniorenverenigingen. De volgende vraag werd voorgelegd aan de respondenten: Kunt u aangeven hoe belangrijk onderstaande redenen voor u zijn om de activiteiten, bijeenkomsten en/of vergaderingen van de vereniging voor ouderen niet vaker te bezoeken?. De ouderen konden op de 13 items telkens antwoorden met helemaal niet belangrijk, eerder onbelangrijk, noch belangrijk/noch onbelangrijk, eerder belangrijk of zeer belangrijk. Gemiddelde score Belemmeringen bijwonen activiteiten seniorenverenigingen Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe meer belemmeringen de senioren ervaren om de activiteiten van de seniorenverenigingen vaker bij te wonen. We zien met een score van 3,4 dat de senioren uit Roeselare relatief weinig belemmeringen ervaren om aan activiteiten van seniorenverenigingen deel te nemen. Ze ervaren wel iets meer belemmeringen dan de gemiddelde senior uit West-, en een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. In vergelijking met de senioren uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, merken we dan weer geen significante verschillen op. Welke items scoren het hoogst? De dimensie 'Belemmeringen bijwonen activiteiten seniorenverenigingen' werd gemeten aan de hand van 13 items. Deze 13 items werden samengevoegd tot 2 subdimensies. Voor elk van deze subdimensies staat hieronder de score op 10. Organisatie specifieke belemmeringen Persoonsgebonden belemmeringen Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse= We zien dat de organisatiespecifieke belemmeringen (3,4) iets meer spelen dan de persoonsgebonden belemmeringen (3,3). Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat de senioren uit Roeselare in vergelijking met de gemiddelde senior uit West- en de gemiddelde senior uit meer organisatiespecifieke en meer persoonsgebonden belemmeringen ervaren. 110

112 In vergelijking met de senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en de senioren uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, ervaren de senioren uit Roeselare meer persoonsgebonden belemmeringen. In de volgende tabel wordt de score op 10 weergegeven voor alle items, gerangschikt per subdimensie. Organisatie specifieke belemmeringen Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 activiteiten spreken niet aan geen interesse sfeer spreekt niet aan/niet gezellig niet op de hoogte heb ik nooit gedaan activiteiten zijn vaak 's avonds Persoonsgebonden belemmeringen gezondheidsproblemen vervoersproblemen geen tijd zorg voor iemand niemand om mee samen te gaan te duur angst om op straat te komen Per subdimensie volgt hieronder de visuele voorstelling van de scores. 1. Organisatiespecifieke belemmeringen Op onderstaande figuur kunnen we zien dat de senioren uit Roeselare volgende belemmeringen vaker ervaren bij hun deelname aan activiteiten van seniorenverenigingen: activiteiten spreken niet aan, sfeer spreekt niet aan/ niet gezellig, niet op de hoogte en activiteiten zijn vaak s avonds. In vergelijking met de gemiddelde senior uit, hebben de senioren uit Roeselare volgende belemmeringen reeds vaker ervaren: activiteiten spreken niet aan, sfeer spreekt niet aan/ niet gezellig, niet op de hoogte en activiteiten zijn vaak s avonds. 111

113 In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, hebben de senioren uit Roeselare volgende belemmeringen in hun deelname aan activiteiten van seniorenverenigingen reeds vaker ervaren: sfeer spreekt niet aan/ niet gezellig, niet op de hoogte en activiteiten zijn vaak s avonds. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, hebben de senioren uit Roeselare volgende belemmeringen al vaker ervaren: sfeer spreekt niet aan/ niet gezellig, niet op de hoogte en activiteiten zijn vaak s avonds. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, ervaren de senioren uit Roeselare het feit dat ze het nog nooit gedaan hebben minder als een belemmering in hun deelname aan activiteiten van seniorenverenigingen. 112

114 2. Persoonsgebonden belemmeringen De senioren uit Roeselare ervaren volgende zaken meer als een belemmering in hun deelname aan activiteiten van seniorenverenigingen dan de gemiddelde senior uit West- : gezondheidsproblemen, vervoersproblemen, zorg voor iemand, niemand om mee samen te gaan, te duur en angst om op straat te komen. In vergelijking met de gemiddelde senior uit, worden volgende zaken door de senioren uit Roeselare dan weer vaker als een belemmering ervaren in hun deelname aan activiteiten van seniorenverenigingen: gezondheidsproblemen, vervoersproblemen, zorg voor iemand en te duur. De senioren uit Roeselare ervaren volgende zaken meer als een belemmering in hun deelname aan activiteiten van seniorenverenigingen dan de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad: gezondheidsproblemen, vervoersproblemen, zorg voor iemand, niemand om mee samen te gaan, te duur en angst om op straat te komen. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, worden volgende zaken door de senioren uit Roeselare dan weer vaker als een belemmering ervaren in hun deelname aan activiteiten van seniorenverenigingen: gezondheidsproblemen, vervoersproblemen en te duur. 113

115 Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat de senioren uit Roeselare zich het meest belemmerd voelen in hun deelname aan activiteiten van seniorenverenigingen door: gezondheidsproblemen (4,7), activiteiten zijn vaak s avonds (3,8), geen interesse (3,6) en activiteiten spreken niet aan (3,7). te duur (2,9), zorg voor iemand (3,0), geen tijd (2,8) en heb ik nooit gedaan (2,8) worden veel minder als een belemmering ervaren. Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren tussen de 60 en de 69 voelen zich door volgende items meer belemmerd dan senioren van boven de 70: activiteiten spreken niet aan, geen interesse, sfeer spreekt niet aan/ niet gezellig, niet op de hoogte, heb ik nooit gedaan, geen tijd en zorg voor iemand. De senioren tussen de 70 en de 79 voelen zich dan weer minder belemmerd door het feit dat ze het nog nooit gedaan hadden. De 80 plussers ervaren gezondheidsproblemen en vervoersproblemen vaker als een belemmering dan de senioren die jonger zijn. De 80 plussers ervaren volgende zaken dan wel weer minder als een belemmering in hun deelname aan activiteiten van seniorenverenigingen dan de senioren die jonger zijn: activiteiten spreken niet aan, sfeer spreekt niet aan/ niet gezellig, niet op de hoogte, geen tijd, zorg voor iemand en te duur. 114

116 Vrouwen voelen zich meer belemmerd in hun deelname aan activiteiten van seniorenverenigingen door de angst om op straat te komen dan mannen. Senioren met een partner voelen zich minder belemmerd door vervoersproblemen, maar meer door de zorg voor iemand dan de senioren zonder partner. De senioren met een maandinkomen onder de 1000 euro voelen zich door volgende zaken minder belemmerd dan de senioren die meer verdienen: activiteiten spreken niet aan, geen interesse, sfeer spreekt niet aan/ niet gezellig, niet op de hoogte, geen tijd en de zorg voor iemand. De senioren met een inkomen boven de 1500 euro ervaren volgende zaken dan weer vaker als een belemmering in hun deelname aan activiteiten van seniorenvereniging: activiteiten spreken niet aan, geen interesse, sfeer spreekt niet aan/ niet gezellig en geen tijd. 115

117 Senioren die makkelijker rondkomen ervaren volgende zaken meer als belemmering bij hun deelname aan activiteiten van seniorenvereniging dan senioren die moeilijker rondkomen: activiteiten spreken niet aan, geen interesse en sfeer spreekt niet aan/ niet gezellig. 116

118 BIJWONEN CULTURELE EVENEMENTEN De mate waarin ouderen culturele evenementen bijwonen, wordt gemeten aan de hand van vraag 73 (items 1 tem 4, 8 tem 12, 14 tem 15 en 18 tem 20). De vraag klinkt als volgt: Hoe vaak woont u onderstaande culturele evenementen bij?. De ouderen konden kiezen uit vijf antwoordmogelijkheden: nooit, één keer per jaar, meerdere keren per jaar, één keer per maand of meerdere keren per maand. Gemiddelde score Bijwonen culturele evenementen Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe meer de senioren culturele evenementen bijwonen. We zien dat Roeselare een score van 0,6 op een maximum van 10 haalt voor het bijwonen van culturele evenementen. Deze score is laag, maar verschilt niet van de andere regio s waarmee hier vergeleken wordt. Welke items scoren het hoogst? De dimensie 'Bijwonen culturele evenementen' werd gemeten aan de hand van 14 items. Deze 14 items werden samengevoegd tot 3 subdimensies. Voor elk van deze subdimensies staat hieronder de score op 10. Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 theater muziek Kunst Op bovenstaande tabel kunnen we zien dat theater (0,7) bovenaan het lijstje van culturele evenementen staat. Kunst (0,6) staat op 2 en Muziek (0,6) vervolledigt het lijstje. Merk op dat de scores nauwelijks van elkaar verschillen. De senioren uit Roeselare verschillen niet van de gemiddelde senior uit en West- wat betreft het bijwonenen van culturele evenementen. 117

119 De senioren uit Roeselare verschillen niet van de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid wat betreft het bijwonenen van culturele evenementen. In de volgende tabel wordt de score op 10 weergegeven voor alle items, gerangschikt per subdimensie. Theater Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 klassiek theater hedendaags theater Comedy Cabaret Muziek klassieke muziek folk/wereldmuziek Kleinkunst vlaamse muziek Jazz Opera Operette Kunst kunst met educatieve functie klassieke kunsten hedendaagse kunst Uit deze tabel kunnen we afleiden dat de scores van Roeselare op de verschillende items niet of nauwelijks afwijken van de andere benchmarks. De scores zijn overal ook erg laag. 118

120 De senioren uit Roeselare gaan het vaakst naar klassieke kunsten (0,7), klassieke muziek (1,0), Vlaamse muziek (0,9) en operette (0,8). Evenementen waar kunst met een educatieve functie (0,5), opera (0,4), jazz (0,2) en folk/wereldmuziek (0,5) op het programma staat worden minder door de senioren uit Roeselare bezocht. Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Jongsenioren gaan vaker dan senioren van boven de 70 naar volgende culturele evenementen: hedendaags theater, comedy, cabaret, folk/ wereldmuziek, kleinkunst, Vlaamse muziek, kunst met een educatieve functie, klassieke kunsten en hedendaagse kunst. De senioren tussen de 70 en de 79 gaan dan weer significant minder vaak naar kunst met een educatieve functie, klassieke kunsten en hedendaagse kunst. De 80 plussers tenslotte gaan significant minder vaak naar volgend culturele evenementen: klassiek theater, hedendaags theater, comedy, cabaret, folk/ wereldmuziek, Vlaamse muziek en jazz. 119

121 Senioren met een partner gaan vaker dan senioren zonder partner naar Vlaamse muziek. Senioren zonder kinderen gaan minder vaak naar hedendaagse kunst dan senioren met kinderen. Senioren met een maandinkomen onder de 1000 euro gaan minder vaak naar volgende culturele evenementen dan senioren die meer verdienen: klassiek theater, klassieke muziek, kleinkunst, operette, kunst met een educatieve functie, klassieke kunsten en hedendaagse kunst. Senioren met een inkomen tussen de 1000 en de 1499 euro gaan dan weer significant minder vaak naar: klassiek theater, hedendaags theater, klassieke muziek, folk/ wereldmuziek, klassieke kunsten en hedendaagse kunst. Senioren met een inkomen boven de 1500 euro per maand gaan in vergelijking met de senioren die minder verdienen dan weer significant vaker naar: klassiek theater, hedendaags theater, comedy, cabaret, klassieke muziek, folk/ wereldmuziek, kleinkunst, opera, operette, kunst met een educatieve functie, klassieke kunsten en hedendaagse kunst. 120

122 Senioren die makkelijker rondkomen gaan vaker dan senioren die moeilijker rondkomen naar volgende culturele evenementen: klassiek theater, klassieke muziek, operette, kunst met een educatieve functie, klassieke kunsten en hedendaagse kunsten. 121

123 BELEIDSPARTICIPATIE Deze dimensie wordt gemeten door middel van de volgende vraag: Zou u kunnen aangeven hoe u vindt dat het feitelijk gesteld is met de invloed van ouderen met betrekking tot? (vraag 63). Vervolgens worden acht items weergegeven, bijvoorbeeld het gemeentebeleid, het beleid van thuiszorginstellingen, het OCMW-beleid, De respondenten konden kiezen uit vijf antwoordcategorieën: heel slecht, eerder slecht, noch slecht/noch goed, eerder goed of heel goed. Wanneer ouderen ervaren dat ze invloed hebben op beleidsdomeinen kan dat een aanzet zijn om politiek geëngageerd te blijven/worden. Gemiddelde score Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse=4 Beleidsparticipatie Hoe hoger de score, hoe meer de senioren menen dat ze invloed hebben op beleidsdomeinen. Met een score van 5,6 hebben de senioren uit Roeselare de indruk dat ze niet veel, maar zeker ook niet weinig invloed hebben op het beleid. Ze hebben in vergelijking met de gemiddelde senior uit West- wel iets minder de indruk dat ze invloed kunnen uitoefenen. In vergelijking met de gemiddelde senior uit, een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid merken we evenwel geen verschil op. Welke items scoren het hoogst? het beleid van sociale huisvestingsmaatschappijen Gemeente Roeselare West- Vergrijzingsklasse=3 Dichtheidsklasse= het gemeentelijk beleid gemeentelijke raden het beleid van organisaties en instellingen in de gezondheidszorg het beleid van thuiszorginstellingen het beleid van organisaties die activiteiten voor ouderen organiseren de inrichting van hun wijk OCMW beleid

124 Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat de senioren uit Roeselare vooral de indruk hebben dat ze invloed hebben op het beleid van thuiszorginstellingen (6,1) en het beleid van organisaties die activiteiten voor ouderen organiseren (6,2). Ze hebben minder het gevoel dat ze invloed hebben op de gemeentelijke raden (5,3) en het beleid van huisvestingsmaatschappijen (4,7). Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat de senioren uit Roeselare in vergelijking met de gemiddelde senior uit West- minder het gevoel hebben dat ze invloed hebben op volgende beleidsdomeinen: het beleid van sociale huisvestingsmaatschappijen, het gemeentelijk beleid, gemeentelijke raden, de inrichting van hun wijk en het OCMW beleid. In vergelijking met de gemiddelde senior uit hebben de senioren uit Roeselare minder de indruk dat ze invloed hebben op het OCMW beleid, maar meer de indruk dat ze invloed hebben op het beleid van organisaties en instellingen in de gezondheidszorg, het beleid van thuiszorginstellingen en het beleid van organisaties die activiteiten voor ouderen organiseren. 123

Gemeentelijk rapport Menen. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Menen. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Menen Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt...

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Kortrijk. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Kortrijk. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Kortrijk Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Houthulst. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Houthulst. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Houthulst Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Wervik. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Wervik. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Wervik Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Ieper. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Ieper. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Ieper Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt...

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Bredene. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Bredene. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Bredene Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Anzegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Anzegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Anzegem Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 8 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Hooglede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Hooglede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Hooglede Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Moorslede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Moorslede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Moorslede Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Diksmuide. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Diksmuide. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Diksmuide Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 8 Thema 1: Woonsituatie

Nadere informatie

Situering BM West-Vlaanderen BM Vlaanderen Koekelare BM Vergrijzingsklasse=3 Koekelare BM Dichtheidsklasse=1

Situering BM West-Vlaanderen BM Vlaanderen Koekelare BM Vergrijzingsklasse=3 Koekelare BM Dichtheidsklasse=1 Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 7 ONAANGEPASTHEID VAN DE WONING... 7 BUURTBETROKKENHEID...

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Veurne. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Veurne. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Veurne Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 8 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Ardooie. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Ardooie. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Ardooie Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 0 Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten......

Nadere informatie

1. Situering Methodologie Beschrijving van de steekproef Bespreking van de resultaten... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt...

1. Situering Methodologie Beschrijving van de steekproef Bespreking van de resultaten... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... Inhoudsopgave 1. Situering... 2 2. Methodologie... 2 3. Beschrijving van de steekproef...... 3 4. Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 7 BUURTBETROKKENHEID... 7 VERHUISGENEIGDHEID...

Nadere informatie

RAPPORT OUDERENBEHOEFTEONDERZOEK DE PINTE

RAPPORT OUDERENBEHOEFTEONDERZOEK DE PINTE RAPPORT OUDERENBEHOEFTEONDERZOEK DE PINTE Inhoudstafel Situering en methodologie... 5 Situering... 5 Methodologie... 5 Meten van behoeften... 6 Beschrijving van de steekproef...... 7 Thema 1: Woonsituatie

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Brugge. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Brugge. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Brugge Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt...

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Zwevegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Zwevegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Zwevegem Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoudsopgave 1. Situering... 2 2. Methodologie... 2 3. Beschrijving van de steekproef...... 3 4. Bespreking van de resultaten...... 7 Thema

Nadere informatie

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Deerlijk 2012

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Deerlijk 2012 Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Deerlijk 2012 WOAS 2 Inhoudstafel Situering... 5 Methodologie... 6 1. Dataverzameling... 6 2. Steekproef... 6 3. Meetmodel... 6 4. Schaalconstructies...

Nadere informatie

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Jabbeke 2011

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Jabbeke 2011 Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport 2011 WOAS 1 2 Inhoudstafel Situering... 5 Methodologie... 6 1. Dataverzameling... 6 2. Steekproef... 6 3. Meetmodel... 6 4. Schaalconstructies... 7 5. Significantieniveau...

Nadere informatie

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Knokke-Heist 2012 WOAS

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Knokke-Heist 2012 WOAS Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport 2012 WOAS 1 Inhoudsopgave Situering... 4 Methodologie... 5 1. Dataverzameling... 5 2. Steekproef... 5 3. Meetmodel... 5 4. Schaalconstructies... 6 5. Significantieniveau...

Nadere informatie

Rapport Lokaal behoefteonderzoek Limburg

Rapport Lokaal behoefteonderzoek Limburg Rapport Lokaal behoefteonderzoek Resultaten van het ouderenbehoefteonderzoek ter ondersteuning van het lokaal ouderenbeleid Dominique Verté Nico De Witte Liesbeth De Donder Tine Buffel Sarah Dury An-Sofie

Nadere informatie

Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 24

Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 24 Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Oostende 2014 1 Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 1 Situering... 7 2 Methodologie... 8 2.1 Dataverzameling... 8 2.2 Steekproef... 8 3 Beschrijving

Nadere informatie

Inleiding: Achtergrond... 6 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 24

Inleiding: Achtergrond... 6 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 24 Seniorenbehoeftenonderzoek Regionale analyse West-Vlaanderen 2015 Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 6 1 Situering... 6 2 Methodologie... 8 2.1 Dataverzameling... 8 2.2 Steekproef... 8 2.3 Meetmodel...

Nadere informatie

Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 19

Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 19 Ouderenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Ieper 2018 1 Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 1 Situering... 7 2 Methodologie... 8 2.1 Dataverzameling... 8 2.2 Steekproef... 8 3 Beschrijving van

Nadere informatie

Lokaal behoefteonderzoek bij de Genkse 60-plussers

Lokaal behoefteonderzoek bij de Genkse 60-plussers Lokaal behoefteonderzoek bij de Genkse 60-plussers 1 1 SAMENVATTING RESULTATEN 2011-2012 Lokaal behoefteonderzoek Genk 2 3 Beste 6 jaar geleden organiseerden we een eerste grootschalig onderzoek bij de

Nadere informatie

Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent. Postcode huisbezoek. 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.) 2. Geslacht? (Vul in a.u.b.

Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent. Postcode huisbezoek. 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.) 2. Geslacht? (Vul in a.u.b. Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent Datum huisbezoek Postcode huisbezoek..../... /... (DD/MM/JJJJ) 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.)... DD/MM/JJJJ 2. Geslacht? (Vul in a.u.b.) Man Vrouw

Nadere informatie

Behoefteonderzoek senioren Jabbeke. Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury

Behoefteonderzoek senioren Jabbeke. Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury Behoefteonderzoek senioren 2011 Jabbeke 2011 Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury Onderzoeksgroep Agogische wetenschappen, Vrije Universiteit Brussel. Situering van het project

Nadere informatie

Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012

Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012 Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012 in opdracht van Stad en OCMW in samenwerking met VUB Doelstelling van het onderzoek Wat zijn de noden en behoeften van de Turnhoutse senioren (omgevingsanalyse)

Nadere informatie

Ouderen behoefteonderzoek. Brussel. 2/jun/09

Ouderen behoefteonderzoek. Brussel. 2/jun/09 Ouderen behoefteonderzoek Brussel 2/jun/09 Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury Onderzoeksgroep Agogische Wetenschappen Vrije Universiteit Brussel Situering van het project

Nadere informatie

Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012

Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012 Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012 in opdracht van Stad en OCMW in samenwerking met VUB Doelstelling van het onderzoek Wat zijn de noden en behoeften van de Turnhoutse senioren (omgevingsanalyse)

Nadere informatie

Inhoud. III. Zorgvraag 224

Inhoud. III. Zorgvraag 224 Inhoud Deel 3: Oplijsting van de zorgvraag... 225 Deel 3.1 Ouderenbehoefteonderzoek... 226 1. Ouderenbehoefteonderzoek... 226 1.1 Situering... 226 1.2 Dataverzamelingsmethode... 227 1.3 Ouderenbehoefteonderzoek

Nadere informatie

s-gravendeel Behoefteonderzoek Senioren Presentatie resultaten 22 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel

s-gravendeel Behoefteonderzoek Senioren Presentatie resultaten 22 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel s-gravendeel Behoefteonderzoek Senioren Presentatie resultaten 22 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel Opzet van het onderzoek Respons: 267 60-plussers mannen 60-69 jaar ondervertegenwoordigd

Nadere informatie

Inleiding Analyse van de respons... 4

Inleiding Analyse van de respons... 4 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. Kwetsbaarheidsscore... 7 3.1

Nadere informatie

Active Ageing. Actief ouder worden. KBO Wanroij. 14 november 2012 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel

Active Ageing. Actief ouder worden. KBO Wanroij. 14 november 2012 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel Active Ageing Actief ouder worden KBO Wanroij 14 november 2012 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel KBO Wanroij: actief ouder worden (1) 1. Aan het eind van deze eeuw worden mensen meer dan 125 jaar oud.

Nadere informatie

VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR)

VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR) 3 RIJBEWIJSBEZIT TABEL 1 VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR) Cumulative Cumulative RYBEWYS Frequency Percent Frequency Percent ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒ

Nadere informatie

Inleiding. Belgian Ageing Studies

Inleiding. Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. heidsscore... 7 3.1 De totale

Nadere informatie

Inleiding. Belgian Ageing Studies

Inleiding. Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. Kwetsbaarheidsscore... 7 3.1

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Groepskenmerken Aantal cliënten 103 Gemiddelde leeftijd 52 (Dit is gebaseerd op 42 cliënten) 56 Mannen, 47 Vrouwen en 0 niet ingevuld

Groepskenmerken Aantal cliënten 103 Gemiddelde leeftijd 52 (Dit is gebaseerd op 42 cliënten) 56 Mannen, 47 Vrouwen en 0 niet ingevuld Verslag Kwaliteit van Leven vragenlijst Vertrouwelijk verslag In opdracht van Floww International Periode 23--202 tot en met 0-2-204 De gebruikte vragenlijst heeft in de kern de Nederlandse vertaling van

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Omgevingscomponent Conclusie kwetsbaarheid naar huishoudtype Naar woningtype Totale kwetsbaarheidsscore...

Omgevingscomponent Conclusie kwetsbaarheid naar huishoudtype Naar woningtype Totale kwetsbaarheidsscore... 1 Inhoud Inleiding... 4 1. Analyse van de respons... 5 2. Kenmerken van de respondenten... 6 2.1 Deelgemeente... 6 2.2 Geslacht... 6 2.3 Leeftijd... 7 2.4 Huishoudtype... 7 2.5 Type woning... 8 3. Kwetsbaarheidsscore...

Nadere informatie

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook heeft mogelijk gemaakt! Belgian Ageing Studies

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook heeft mogelijk gemaakt! Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. heidsscore... 7 3.1 De totale

Nadere informatie

Eerste, tweede, derde en vierde kwartaal 2013

Eerste, tweede, derde en vierde kwartaal 2013 Eerste, tweede, derde en vierde kwartaal 2013 Bioscoopbezoekers bekeken Bereik, bezoekfrequentie en marktaandeel per leeftijdscategorie Bereik, bezoekfrequentie en marktaandeel per stedelijkheid v/d woongemeente

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

SENIORENBELEID te VORSELAAR

SENIORENBELEID te VORSELAAR SENIORENBELEID te VORSELAAR Inleiding In het voorjaar 2015 werd het ouderenbehoefteonderzoek in Vorselaar afgerond. Bedoeling is dat de resultaten worden ontleed en als eindresultaat een seniorenbeleidsplan

Nadere informatie

Doe mee! 3 maart 2011

Doe mee! 3 maart 2011 Over ouderen en maatschappelijke participatie 3 maart 2011 Dominique Verté, Sarah Dury, Liesbeth De Donder, Tine Buffel, Nico De Witte In samenwerking met 2 Inleiding 3 1. Inleiding Doel De mate en de

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997 5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 04-08-2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Algemene informatie geleverde ondersteuning...

Nadere informatie

Leeswijzer rapporten

Leeswijzer rapporten Leeswijzer rapporten Naar aanleiding van de lokale verkiezingen legt ACV Openbare Diensten de noden van het personeel van de gemeenten, OCMW s, provincies en intercommunales op tafel. We brengen de arbeidstevredenheid

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

GGD Amsterdam Eenzaamheid in Beeld

GGD Amsterdam Eenzaamheid in Beeld GGD Amsterdam Eenzaamheid in Beeld Samenvatting Eén op de acht volwassen Amsterdammers voelt zich ernstig. Dat is meer dan gemiddeld in Nederland. In vergelijking met voorgaande jaren voelen steeds meer

Nadere informatie

MANTELZORG IN VLAANDEREN

MANTELZORG IN VLAANDEREN MANTELZORG IN VLAANDEREN CBGS Vlaamse wetenschappelijke instelling Markiesstraat 1 1000 Brussel In de loop van 2003 organiseerde het Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudie een onderzoek rond het thema

Nadere informatie

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997. In deze paragraaf worden een aantal kenmerken van de steekproef besproken. Het gaat om de volgende socio-demografische karakteristieken : verblijfplaats : per regio en per provincie; geslacht en leeftijd;

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere Inleiding Erfgoed is een brede en overkoepelende term waarbinnen roerend, onroerend en immaterieel erfgoed wordt onderscheiden. Deze drie categorieën zijn in de praktijk sterk verweven met elkaar, maar

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

De competentieportfolio van de Vlaamse zelfstandige ondernemer: maatstaf voor de duurzaamheid van de ondernemersloopbaan

De competentieportfolio van de Vlaamse zelfstandige ondernemer: maatstaf voor de duurzaamheid van de ondernemersloopbaan Loopbanen De competentieportfolio van de Vlaamse zelfstandige ondernemer: maatstaf voor de duurzaamheid van de ondernemersloopbaan Penne, K., & Bourdeaudhui, R. (2015). De competentieportfolio van de Vlaamse

Nadere informatie

Cliënttevredenheidsonderzoek Wmo 2014-2015

Cliënttevredenheidsonderzoek Wmo 2014-2015 Cliënttevredenheidsonderzoek Wmo 2014-2015 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 25-09-2015 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Verantwoording en achtergrond...

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere Inleiding In deze fiche zal het museum- en tentoonstellingsbezoek van de Vlamingen in kaart gebracht worden op basis van de participatiesurveygegevens van 2004 (n=2849), 2009 (n=3144) en 2014 (n=3965).

Nadere informatie

Inleiding Resultaten bevraging sleutelpersonen Vergelijkend wijkenonderzoek Zwevegem (2007)

Inleiding Resultaten bevraging sleutelpersonen Vergelijkend wijkenonderzoek Zwevegem (2007) Inleiding Resultaten bevraging sleutelpersonen Vergelijkend wijkenonderzoek Zwevegem (2007) 1 2 Inleiding Het verwerven van een inzicht in de leefomgeving van de burgers vraagt meer dan een kwantitatieve

Nadere informatie

Inleiding. Belgian Ageing Studies

Inleiding. Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. Kwetsbaarheidsscore... 7 2.1

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

Resultaten bevraging sleutelpersonen V.W.O Zwevegem Resultaten bevraging sleutelpersonen Vergelijkend wijkenonderzoek Kouter (2007)

Resultaten bevraging sleutelpersonen V.W.O Zwevegem Resultaten bevraging sleutelpersonen Vergelijkend wijkenonderzoek Kouter (2007) Resultaten bevraging sleutelpersonen Vergelijkend wijkenonderzoek Kouter (2007) 1 Leefbaarheid en algemene resultaten Twee algemene scores voor leefbaarheid zijn voor handen: een op wijkniveau en een op

Nadere informatie

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...

Nadere informatie

Cliëntervaringen in beeld. Herbergier Oldeberkoop. Rapportage kwaliteitstoetsing. Drs. M. Cardol Dr. C.P. van Linschoten

Cliëntervaringen in beeld. Herbergier Oldeberkoop. Rapportage kwaliteitstoetsing. Drs. M. Cardol Dr. C.P. van Linschoten Cliëntervaringen in beeld Herbergier Oldeberkoop Rapportage kwaliteitstoetsing Drs. M. Cardol Dr. C.P. van Linschoten oktober 2018 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2

Nadere informatie

SCHRIFTELIJKE VRAGENLIJST BEVRAGING VOORZITTERS LOKALE OUDERENADVIESRADEN

SCHRIFTELIJKE VRAGENLIJST BEVRAGING VOORZITTERS LOKALE OUDERENADVIESRADEN SCHRIFTELIJKE VRAGENLIJST BEVRAGING VOORZITTERS LOKALE OUDERENADVIESRADEN Januari 2010 Els Messelis & Gaby Jennes GEMEENTE:........................... PROVINCIE:........................... Inleiding en

Nadere informatie

Ruimte voor ouderen. Vergrijzing aan de kust. 20/06/2017 Ruimte voor ouderen 1

Ruimte voor ouderen. Vergrijzing aan de kust. 20/06/2017 Ruimte voor ouderen 1 Ruimte voor ouderen Vergrijzing aan de kust 20/06/2017 Ruimte voor ouderen 1 Ruimte voor ouderen Beleidsinstrument => kwaliteit en inplanting van ouderenwoningen te optimaliseren Ontwikkeld door Stad en

Nadere informatie

OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID

OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID Gemeente Alkmaar afdeling Onderzoek en Statistiek februari 2006 auteur: Monique van Diest afdeling Onderzoek en Statistiek gemeente Alkmaar

Nadere informatie

Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018

Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018 Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018 In november en december 2017 ontvingen 12.000 inwoners van Maastricht van zes jaar en ouder een lijst met vragen over cultuurbeoefening,

Nadere informatie

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden 4.2. Participatiegraad Om de vooropgestelde steekproef van 10.000 personen te realiseren, werden 35.023 huishoudens geselecteerd op basis van het Nationaal Register. Met 11.568 huishoudens werd gepoogd

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Beperkingen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Beperkingen Gezondheidsenquête, België, 1997 5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie

Nadere informatie

Registratiefiche multiscreening

Registratiefiche multiscreening Registratiefiche multiscreening 1 Identificatie van de invuller Naam Organisatie waarvoor men werkt Functie Contactgegevens (tel en email) Draaischijf/project 2 Datum waarop formulier wordt ingevuld (dag/

Nadere informatie

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan het OCMW en iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook mogelijk maakte! Belgian Ageing Studies

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan het OCMW en iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook mogelijk maakte! Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 4 2.1 Geslacht... 4 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 5 2.4 Type woning... 6 3. heidsscore... 6 3.1 De totale

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

CONSUMER CONFIDENCE SCAN

CONSUMER CONFIDENCE SCAN CONSUMER CONFIDENCE SCAN September 2014 Stephan Dijcks GfK 2014 Consumer Confidence Scan augustus 2014 1 Inhoud 1. Inzichten consumentenvertrouwen 2. Consumentenvertrouwen in beeld 3. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn

Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn Oktober 2015 2 Management Summary Inleiding Ongeveer een jaar geleden heeft de gemeenteraad van Borger-Odoorn besloten om de winkels in haar gemeente

Nadere informatie

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan. Burgerpeiling 2013 Eind 2013 is onder 2000 inwoners van de gemeente Noordoostpolder een enquete verspreid ten behoeve van de benchmark waarstaatjegemeente.nl. De enquete vormt een onderdeel van de benchmark.

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Gezondheidstoestand Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 13 Gezondheidsindicatoren...15 1. Subjectieve gezondheid... 15 2. Chronische

Nadere informatie

Surinaams-Javaanse ouderen in Hoogezand-Sappemeer

Surinaams-Javaanse ouderen in Hoogezand-Sappemeer Surinaams-Javaanse ouderen in Hoogezand-Sappemeer Resultaten onderzoek naar woon- en zorgvoorzieningen voor Surinaams- Javaanse ouderen in juli 2003. Inhoudsopgave Inleiding...2 1. Huidige situatie...3

Nadere informatie

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs TECHNISCH RAPPORT 30 augustus 2018 Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen kenmerken van de jeugdjaren

Nadere informatie

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014 in Houten Burgerpeiling 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Houten Projectnummer 598 / 2015 Samenvatting Goede score voor Sociale Kracht in Houten Houten scoort over het algemeen goed als

Nadere informatie

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Inleiding De mate van vertrouwen van burgers in de overheid en maatschappelijke instellingen werd al vaker de toetssteen van de democratie genoemd: daalt

Nadere informatie

GLOBAAL RAPPORT ONDERZOEK BIJ RVT/ROB Deel 2: Bevindingen uit de bevraging van de familieleden van bewoners 2001

GLOBAAL RAPPORT ONDERZOEK BIJ RVT/ROB Deel 2: Bevindingen uit de bevraging van de familieleden van bewoners 2001 MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID Afdeling Epidemiologie Web site: www.iph.fgov.be/epidemio/ GLOBAAL RAPPORT ONDERZOEK BIJ RVT/ROB Deel

Nadere informatie

Belgian Ageing Studies 10 jaar onderzoek door en voor ouderen

Belgian Ageing Studies 10 jaar onderzoek door en voor ouderen Belgian Ageing Studies 10 jaar onderzoek door en voor ouderen Dominique Verté, Nico De Witte, Liesbeth De Donder, Sarah Dury, An-Sofie Smetcoren, Dorien Brosens, Emily Verté, Sofie Van Regenmortel, Deborah

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997 5.4.1. Inleiding De meerwaarde van een gezondheidsenquête in vergelijking met de traditioneel verzamelde gezondheidsinformatie bestaat er o.a. uit dat ook gepeild wordt naar klachten waarvoor niet persé

Nadere informatie

Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 0 Inleiding... 2 Persoonskenmerken van de respondenten... 4

Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 0 Inleiding... 2 Persoonskenmerken van de respondenten... 4 0. Inhoudsopgave 0. Inhoudsopgave... 0 1. Inleiding... 2 2. Persoonskenmerken van de respondenten... 4 2.1. Aantal respondenten per leeftijdscategorie... 4 2.2. Aantal respondenten per wijk... 4 2.3. Burgerlijke

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo WIJ-gebieden 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Samenvatting... 2 2.9 Tot slot... 20 Bijlage 1: de WIJ-gebieden...

Nadere informatie

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 61%.

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 61%. Samenvatting Parkeren 2016 Cluster Ruimte en Economie/afdeling Advies heeft O&S gevraagd een onderzoek naar parkeren uit te zetten onder de leden van het Delft Internet Panel (DIP). In april 2016 is het

Nadere informatie

Woonomgeving en openbare ruimte

Woonomgeving en openbare ruimte Woonomgeving en openbare ruimte An-Sofie Smetcoren 26 September 2013 Tinie Kardol, Liesbeth De Donder, Nico De Witte, Sarah Dury, Emily Verté, Tine Buffel, Dominique Verté Inhoud 1 Belang van de woonomgeving

Nadere informatie

1 Algemene Gezondheid

1 Algemene Gezondheid 1 Algemene Gezondheid Gezondheid in Friesland In de uitwerking van het thema algemene wordt inzicht gegeven in de manier waarop de Friese bevolking van 19 jaar en ouder haar beoordeelt. Ook wordt kwaliteit

Nadere informatie

Resultaten voor België Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997 5.4.1. Inleiding De meerwaarde van een gezondheidsenquête in vergelijking met de traditioneel verzamelde gezondheidsinformatie bestaat er o.a. uit dat ook gepeild wordt naar klachten waarvoor niet persé

Nadere informatie