Gemeentelijk rapport Veurne. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gemeentelijk rapport Veurne. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS"

Transcriptie

1 Gemeentelijk rapport Veurne Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

2 Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef Bespreking van de resultaten Thema 1: Woonsituatie en buurt... 8 BUURTBETROKKENHEID... 8 VERHUISGENEIGDHEID AANGEPASTHEID VAN DE WIJK ONAANGEPASTHEID VAN DE WONING Thema 2: Gezondheid, zorg en hulpverlening OBJECTIEVE GEZONDHEID POTENTIEEL HULPNETWERK ZORGAFHANKELIJKHEID Thema 3: Welbevinden UITGEBREIDHEID VAN HET NETWERK EENZAAMHEID NEGATIEVE STEMMINGSSTOORNISSEN ERVAREN PROBLEMEN ONVEILIGHEIDSGEVOEL OUDERDOMSBEELD Thema 4: Maatschappelijke participatie REDEN PENSIONERING MATE VAN GEMIS VAN BEROEPSACTIVITEITEN PARTICIPATIE ACTIVITEITSGRAAD MOTIEVEN LID WORDEN VAN VERENIGING PARTICIPATIEGRAAD SENIORENVERENIGINGEN BELEMMERINGEN BIJWONEN ACTIVITEITEN SENIORENVERENIGINGEN BIJWONEN CULTURELE EVENEMENTEN BELEIDSPARTICIPATIE Samenvatting

3 Situering Het Vlaamse Parlement keurde op 21 april 2004 het decreet houdende 'de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen' goed. Via dit decreet wil men de participatie van ouderen aan het lokale beleid stimuleren, vandaar de naam 'het participatiedecreet'. Gemeenten op hun beurt worden gestimuleerd om een ouderenbeleidsplan op te stellen. Hiervoor zijn reeds heel wat gemeenten aan de slag gegaan. Daarvoor hebben zij echter cijfermateriaal nodig dat niet voor handen was. Het West-Vlaams Overleg Adviesraden van Senioren (WOAS) en het provinciebestuur West- constateerden dat de gemeenten en de seniorenadviesraden vragende partij waren voor ondersteuning bij de opmaak van een ouderenbeleidsplan. Als antwoord hierop werd een ouderenbehoeftenonderzoek ontwikkeld door de Vrije Universiteit Brussel, samen met de provincie West-. De vragenlijst omvat vele thema's zoals huisvesting, buurtkenmerken, mobiliteit, eenzaamheid, onveiligheid, hulpverlening, gezondheid, maatschappelijke participatie,... waarop een lokaal bestuur haar beleid dan zou kunnen baseren. Alvorens noden te kunnen oplossen, moet men ze immers eerst kennen. De data werd verzameld door een uniek systeem van peer-research. Dat betekent dat de enquêtes verzameld werden door 'peers' of leeftijdsgenoten van de respondenten. Voor dit ouderenbehoeftenonderzoek betekent dit dat de data verkregen werd via gestandaardiseerde vragenlijsten, die afgenomen werden bij ouderen en waar de enquêteurs bovendien zelf senior waren. Het resultaat van dit ouderenbehoeftenonderzoek is een zeer ruime Vlaamse dataset, die op verschillende niveaus bruikbaar is, namelijk op gemeentelijk, provinciaal en Vlaams niveau. Binnen elke gemeente realiseerde men een proportioneel gestratificeerde steekproef, zowel naar leeftijd als naar geslacht. Wanneer de enquêteurs bij één van hun respondenten geen gehoor kregen, kregen zij een gelijkaardig vervangadres toegewezen opdat de representativiteit gewaarborgd zou blijven. Met andere woorden, de cijfers zijn steeds representatief op gemeentelijk niveau. Het rapport dat voorligt gaat in op de beschikbare gemeentelijke gegevens. De gemeente wordt vergeleken met West- en. Voor West- en wordt een benchmark gebruikt. Dit is een steekproef van de beschikbare West-Vlaamse en Vlaamse data. Er wordt telkens een jaar lang gewerkt met dezelfde West-Vlaamse en Vlaamse steekproef, daarna wordt een nieuwe steekproef genomen zodat de nieuwe gegevens van nieuw ingestapte gemeenten eveneens worden opgenomen. Naast de geografische vergelijking ( West- en ) wordt de gemeente ook vergeleken met gemeenten in die enerzijds een gelijkaardige vergrijzingsgraad kennen (voor Veurne is dit Vergrijzingsklasse=4 = het aandeel ouderen in de bevolking is hoger dan 23,58%) en anderzijds een gelijkaardige bevolkingsdichtheid hebben (voor Veurne is dit Dichtheidsklasse=1 = bevolkingsdichtheid is kleiner dan 249 inwoners per km²). 2

4 Methodologie Het seniorenbehoeftenonderzoek heeft tot doelstelling te peilen naar de behoeften van de senioren. De behoeften van senioren zijn echter niet éénduidig vast te stellen door middel van een eenvoudige meting. Daarom wordt in het onderzoek gebruik gemaakt van meerdere dimensies, die samen een beeld geven van de behoeften van senioren. Elke dimensie wordt op haar beurt gemeten aan de hand van subdimensies. Een subdimensie kan nog verder opgesplitst worden in items die gemeten worden aan de hand van vragen. De opsplitsing van subdimensies naar items is niet bij alle dimensies het geval. Bijgevolg komt elke subdimensie of elk item (indien verdere opsplitsing) overeen met één vraag(onderdeel) uit de vragenlijst. Dit meetmodel werd ontwikkeld door de firma Kpiware. Onderstaande figuur geeft het meetmodel weer. In totaal werden 22 dimensies geconstrueerd. Dat betekent dat niet alle vragen uit de vragenlijst vervat zijn in een dimensie. De vragen werden namelijk enkel samengevoegd tot een dimensie indien dit statistisch correct was. Dit gemeentelijk rapport beperkt zich tot de bespreking van de 22 dimensies. Wanneer bij de vergelijking van de gemeente met de benchmarks de verschillen in scores meer dan 0,2 bedragen, spreken we van significante verschillen. 3

5 Beschrijving van de steekproef... In een eerste deel van de analyse wordt de steekproef besproken. De steekproef werd zo getrokken dat het aandeel mannen en vrouwen in de steekproef overeenkomt met het werkelijke aandeel in de bevolking. Ook naar leeftijd werden de verhoudingen in de populatie gerespecteerd. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de socio-demografische kenmerken van de respondenten. De categorie 'missing' zijn de respondenten die de betreffende vraag niet ingevuld hebben. In Veurne werden in totaal 410 ouderen bevraagd. v05 Geslacht Count: Percentage: man % vrouw % MISSING: % TOTAL: % 45,4% van de respondenten zijn mannen, 54,2% zijn vrouwen. 2 respondenten hebben niet op deze vraag geantwoord (categorie: MISSING). v04klas Leeftijdsklasse Count: Percentage: 60_ % 70_ % % MISSING: % TOTAL: % 41,0% van de respondenten is tussen de 60 en de 69 jaar. 38,8% is tussen de 70 en de 79 jaar oud. 20,2% van de respondenten is 80 of ouder. v06 Opleiding Count: Percentage: geen afgeronde opleiding % lager onderwijs % lager beroepsonderwijs % lager technisch onderwijs % lagere humaniora % hoger beroepsonderwijs % hoger technisch onderwijs % hogere humaniora % hoger niet-universitair onderwijs % universitair onderwijs % MISSING: % TOTAL: % Een derde persoonskenmerk van de respondent is het opleidingsniveau. Het grootste deel van de respondenten (36,1%) heeft enkel een diploma lager onderwijs. 3,2% heeft geen afgeronde opleiding genoten. Verder heeft 11,5% van de respondenten heeft lager beroepsonderwijs gevolgd en 14,2% heeft een diploma lager humaniora. Een kleine minderheid van de respondenten heeft hogere studies genoten: 8,5% in het hoger nietuniversitair onderwijs en 1,2% aan de universiteit. 4

6 Een lage opleidingsgraad van de senioren betekent geenszins dat deze groep enkel laaggeschoolde jobs uitgeoefend heeft. Vooreerst was, op het moment dat de ondervraagde groep naar school ging, de leerplicht enkel tot 12 jaar. In de tweede plaats was de doorgroeikans binnen de bedrijven zeer groot: de job die men uitvoerde stond veel minder in relatie tot het behaalde diploma dan wat nu het geval is. v07 Burgerlijke staat Count: Percentage: gehuwd % nooit gehuwd % gescheiden % samenwonend % weduw(e) naar % kloosterling(e) % MISSING: % TOTAL: % 67,1% van de respondenten is gehuwd. 24,9% van de ondervraagden is weduwe/weduwnaar. Verder is 4,9% nooit gehuwd, 1,0% is gescheiden en 1,0% woont samen. Tot slot zijn er nog 1,2% kloosterlingen. Op basis van de aangeduide burgerlijke staat werden de respondenten onderverdeeld in 2 klassen, namelijk met of zonder partner. v07klas Partner Count: Percentage: partner % geen partner % MISSING: % TOTAL: % 68,1% van de respondenten heeft een partner, 30,7% niet. v08klas Kinderen Count: Percentage: geen kinderen % kinderen % MISSING: % TOTAL: % 10,2% van de respondenten heeft geen kinderen in leven, 85,9% wel. v75klas Inkomensklasse Count: Percentage: % % > % MISSING: % TOTAL: % 26,6% van de respondenten heeft een maandinkomen onder de 1000 euro. 26,8% heeft een inkomen tussen de 1000 en de 1500 euro per maand en 23,7% heeft een inkomen boven de 1500 euro per maand. Merk op dat meer dan 1 op 5 (22,9%) van de respondenten niet op deze vraag geantwoord heeft. 5

7 v76klas Rondkomen met het inkomen Count: Percentage: moeilijker rondkomen % makkelijker rondkomen % MISSING: % TOTAL: % Naast het werkelijke inkomen werd ook gevraagd of de respondenten vonden of ze al dan niet kunnen rondkomen met hun inkomen (subjectieve beoordeling). We zien dat 26,8% van de respondenten aangeeft eerder moeilijk rond te komen met zijn/haar inkomen, terwijl 55,4% aangeeft makkelijker rond te komen. Merk hierbij ook op dat 17,8% van de respondenten niet op deze vraag geantwoord heeft. Tot slot van deze steekproefbeschrijving worden een aantal kenmerken met elkaar gecombineerd. Enkel de respondenten die geantwoord hebben op beide kenmerken worden weergegeven in de tabel. man vrouw TOTAL: Dimension2: v05 Geslacht Dimension1: v04klas Leeftijdsklasse Count = Fij % within Dimension1 Count = Fij % within Dimension1 Count = F0j % within Dimension2 % within Dimension1 60_69 70_ TOTAL: % % % 100.0% % % % 100.0% % % % 100.0% % % % 100.0% 45,6% van het totaal aantal respondenten zijn mannen, terwijl 54,4% vrouwen zijn. Op bovenstaande tabel zien we ook dat, terwijl in de leeftijdscategorie de verhouding man - vrouw nog in balans is (51,2% mannen tegenover 48,8% vrouwen), deze balans naarmate de leeftijd vordert steeds meer in het voordeel van de vrouwen overhelt. We zien dit het duidelijkst in de categorie 80+, waar er 32,9% mannen zijn tegenover 67,1% vrouwen. partner geen partner TOTAL: Dimension2: v07klas Partner Dimension1: v04klas Leeftijdsklasse Count = Fij % within Dimension1 Count = Fij % within Dimension1 Count = F0j % within Dimension2 % within Dimension1 60_69 70_ TOTAL: % % % 100.0% % % % 100.0% % % % 100.0% % % % 100.0% Gemiddeld heeft 68,9% van de respondenten een partner. Naarmate de leeftijd stijgt, stijgt het aandeel respondenten zonder partner (van 16,2% in de leeftijdscategorie naar 61,3% bij de 80 plussers). 6

8 >1500 TOTAL: Dimension2: v75klas Inkomensklasse Dimension1: v04klas Leeftijdsklasse Count = Fij % within Dimension1 Count = Fij % within Dimension1 Count = Fij % within Dimension1 Count = F0j % within Dimension2 % within Dimension1 60_69 70_ TOTAL: % % % % 100.0% % % % % 100.0% % % % % 100.0% % % % % 100.0% Uit deze tabel kunnen we afleiden dat leeftijd en inkomen gerelateerd zijn. Hou ouder de respondenten, hoe lager hun maandelijks inkomen. 7

9 Bespreking van de resultaten... Thema 1: Woonsituatie en buurt Binnen dit thema werden de scores berekend voor 3 dimensies, namelijk buurtbetrokkenheid, verhuisgeneigdheid en aangepastheid van de wijk. BUURTBETROKKENHEID De dimensie buurtbetrokkenheid wordt gemeten aan de hand van de volgende 7 vragen. Hoe vaak hebt u contact met mensen die in uw wijk wonen? (vraag 20); Hoe ervaart u dit contact? (vraag 21); Hoe prettig vindt u het over het algemeen om in u wijk te wonen? (vraag 23); Hoe betrokken voelt u zich bij hetgeen in uw wijk gebeurt? (vraag 24); Hoe vaak gaat u op bezoek bij/ ontvangt u bezoek van / hebt u telefonisch contact met buren of mensen uit de wijk? (vraag 32 nr 7); Hoe tevreden bent u over de contacten met de buren of mensen uit de wijk? (vraag 33 nr 9); Vindt u dat er in uw wijk voldoende wordt georganiseerd voor mensen, ouder dan 60 jaar? (vraag 27). Gemiddelde score Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Buurtbetrokkenheid Hoe hoger de score, hoe meer de senioren betrokken zijn op hun buurt We zien met een score van 6,7 op een maximum van 10 dat de senioren uit Veurne zich niet heel veel, maar zeker ook niet weinig betrokken voelen bij hun buurt. Wanneer de scores tussen regio s meer dan 0,2 van elkaar afwijken kunnen we spreken van een significant verschil. Als we het cijfer van Veurne nu vergelijken met West-,, een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid dan kunnen we vaststellen dat de scores nooit meer dan 0,2 van elkaar afwijken. Met andere woorden: er is geen verschil wat betreft buurtbetrokkenheid tussen Veurne en de regio s waarmee hier vergeleken wordt. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Frequentie contact in de wijk Ervaring contact in de wijk Prettig wonen in de wijk Wijkbetrokkenheid Bezoek buren/mensen in de wijk Tevreden contact buren Activiteiten in de wijk Op onderstaande grafiek en bovenstaande tabel kunnen we zien dat de ervaring van contacten in de wijk (7,9) en de tevredenheid over de contacten met de buren (7,8) het hoogst beoordeeld werden (groene bollen op de grafiek hieronder). Het minst hoog beoordeeld zijn de items bezoek buren/mensen in de wijk (5,3) en wijkbetrokkenheid (4,7). Met andere woorden de senioren uit Veurne voelen zich iets minder betrokken met wat er in de wijk gebeurt en zijn ook iets minder tevreden over het bezoek van buren en mensen uit de wijk. 8

10 Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat Veurne in vergelijking met West- hoger scoort voor activiteiten in de wijk. Dit wil zeggen dat de senioren uit Veurne meer tevreden zijn over de activiteiten in de wijk dan de senioren gemiddeld in West-. Voor de andere items zien we geen verschil tussen Veurne en West-. Als we vervolgens vergelijken met de Vlaamse cijfers zien we dat Veurne iets lager scoort voor de items prettig wonen in de wijk en bezoek buren/mensen in de wijk. Veurne scoort wel iets hoger dan gemiddeld in voor activiteiten in de wijk. 9

11 In vergelijking met een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, scoort Veurne iets hoger voor activiteiten in de wijk. Voor de andere items zien we geen verschil tussen Veurne en een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. In vergelijking met de senioren uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, scoren de senioren uit Veurne hoger voor activiteiten in de wijk, maar iets lager voor de items: prettig wonen in de wijk, wijkbetrokkenheid en bezoek buren/mensen in de wijk. Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? In een volgend deeltje van de analyse gaan we na welke kenmerken van de respondenten significante verschillen geven bij de beoordelingen. Voor de volgende kenmerken van de respondenten wordt de significantie nagegaan: geslacht, leeftijd, het samenwonen met een partner, het hebben van kinderen, het gezamenlijk nettomaandinkomen, het subjectief aanvoelen van rondkomen met het inkomen. Enkel de significante, aldus de reële, verschillen worden hieronder besproken. Op deze tabel kunnen we zien dat senioren tussen de 60 en de 69 meer tevreden zijn over de activiteiten in de wijk, dan senioren van 70 en ouder. 80 plussers voelen zich dan weer minder betrokken bij hun wijk dan senioren onder de

12 Vrouwen vinden het prettiger wonen in de wijk dan mannen Senioren zonder partner voelen zich minder betrokken bij de wijk dan senioren met partner. Senioren met een inkomen boven de 1500 euro geven een significant hogere score aan volgende items dan senioren met een inkomen onder de 1500 euro: frequentie contact in de wijk, ervaring contact in de wijk, wijkbetrokkenheid, bezoek buren/mensen uit de wijk en tevreden contact buren. Senioren met een inkomen tussen de 1000 en de 1500 euro geven dan weer een lagere score aan volgende items dan zowel de senioren die meer als minder verdienen: frequentie contact in de wijk, ervaring contact in de wijk, bezoek buren/mensen in de wijk en tevreden contact buren. 11

13 Senioren die menen makkelijk rond te komen zijn meer tevreden met het bezoek van buren en mensen uit de wijk dan senioren die menen eerder moeilijk rondkomen. Welke items hebben een grote impact? Het laatste onderdeel van de analyse van een dimensie betreft de impact van de items op de dimensie. Bij deze oefening gaan we na welke onderscheiden items een hoge impact hebben op de dimensie. Items die een hoge impact hebben en een lage score behalen, kunnen wijzen op elementen waar bij voorkeur aan gewerkt kan worden. Dit diagram toont dat 4 van de 7 items van buurtbetrokkenheid een hogere score halen dan de gemiddelde dimensiescore in Veurne (ze bevinden zich boven de rode lijn, in de groene zone). Deze items worden met andere woorden het meest positief beoordeeld door de respondenten. Deze items blijken eveneens een grote invloed te hebben op buurtbetrokkenheid van de senioren (ze bevinden zich rechts van de zwarte verticale lijn). Dit betekent dat deze items belangrijk geacht worden in functie van de buurtbetrokkenheid. 3 van de 7 items hebben een lagere score dan de dimensiescore (onder de rode lijn, in de rode zone). het bezoek van buren/mensen in de wijk en wijkbetrokkenheid hebben bovendien ook nog eens een grote impact. Dit betekent dus dat deze twee items iets minder positief beoordeeld worden door de senioren, maar wel degelijk belangrijk zijn in functie van buurtbetrokkenheid. Bijgevolg is het belangrijk deze zaken te stimuleren om de buurtbetrokkenheid te verhogen. Activiteiten in de wijk werd eveneens minder positief beoordeeld, maar heeft slechts een matige invloed op de buurtbetrokkenheid. 12

14 VERHUISGENEIGDHEID Om de verhuisgeneigdheid van de ouderen te meten, vroegen we aan de respondenten: Hoe staat u ten opzichte van de volgende mogelijkheden?, waarna 6 woonvormen gegeven worden. De respondenten konden steeds kiezen uit vijf antwoordmogelijkheden: uiterst negatief, eerder negatief, noch negatief noch positief, eerder positief en uiterst positief. Dit is vraag 17 uit de vragenlijst. Gemiddelde score Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Verhuisgeneigdheid Hoe hoger de score, hoe meer de senioren geneigd zijn te verhuizen. Met een score van 1,4 op een maximum van 10, geven de senioren uit Veurne aan helemaal niet geneigd te zijn om te verhuizen. Hierin verschillen ze evenwel niet van de senioren uit de regio s waarmee hier vergeleken wordt. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Aangepaste woonvorm Rusthuis/RVT Aangepaste bejaardenwoning Kinderen Samenwonen senioren Serviceflat We zien op bovenstaande tabel en figuur dat de senioren het meest geneigd zijn om te verhuizen naar een serviceflat (2,2) en naar een aangepaste woonvorm (1,7). Ze zijn dan weer minder geneigd om te verhuizen naar hun kinderen (0,9) of naar een woonvorm waar senioren samenwonen (1,0). 13

15 Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat wat betreft verhuisgeneigdheid er voor geen enkel item een verschil is tussen Veurne en West-. In vergelijking met de scores uit zien we dat de senioren uit Veurne minder geneigd zijn om in te trekken bij hun kinderen en te verhuizen naar een serviceflat. In vergelijking met een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad zijn de senioren uit Veurne minder geneigd om in te trekken bij hun kinderen en te gaan samenwonen met andere senioren. Tenslotte zijn de senioren uit Veurne ook minder geneigd om in te trekken bij hun kinderen dan senioren uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. 14

16 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? 80 plussers zijn eerder dan jongere senioren geneigd om in te trekken bij hun kinderen. Senioren zonder kinderen zijn minder geneigd dan senioren met kinderen om in te trekken bij hun kinderen, te verhuizen naar een aangepaste woonvorm, samen te wonen met andere senioren en te verhuizen naar een serviceflat. Senioren met een maandinkomen onder de 1000 euro zijn minder geneigd om met andere senioren samen te wonen dan senioren met een inkomen boven de 1000 per maand. 15

17 Welke items hebben een grote impact? Deze scores leren ons eerst en vooral dat de verhuisgeneigdheid van de senioren over het algemeen redelijk laag is. Op het diagram kunnen we ook nog aflezen dat 2 van de 6 items een hogere score halen dan de gemiddelde dimensiescore van Veurne (serviceflat en aangepaste woonvorm). Er zijn ook 4 items die minder dan gemiddeld scoren, zijnde: aangepaste bejaardenwoning, rusthuis/rvt, samenwonen met andere senioren en kinderen. De interpretatie van het impactdiagram is afhankelijk van het gewenste ouderenbeleid in de gemeente. Wanneer het beleid ernaar streeft om ouderen zo lang mogelijk te laten wonen in hun huidige woning, dan is de erg lage mate van verhuisgeneigdheid bij de senioren een goede zaak. Is het beleid daarentegen gericht op de verhuizing van de senioren naar woningen die aangepast zijn aan hun noden, dan moet er gewerkt worden in functie van een verhoging van de verhuisgeneigdheid. Wil men de verhuisgeneigdheid bij de senioren vergroten, dan moet men op alle 6 items inzetten. Ook de 2 items die het hoogst scoren (serviceflat en aangepaste woonvorm) hebben een zodanig lage score dat de bereidheid te verhuizen naar 1 van deze mogelijkheden ook nog vergroot kan worden. Tenslotte toont het diagram ons dat inwonen bij de kinderen de kleinste impact heeft, waardoor werken naar dit item toe het minst effect zal opleveren; met andere woorden voor de kleinste verhoging van verhuisgeneigdheid zal zorgen. 16

18 AANGEPASTHEID VAN DE WIJK Deze dimensie wordt gemeten aan de hand van vraag 26 uit de vragenlijst waarin de ouderen een reeks voorzieningen worden voorgelegd en hen wordt gevraagd: Welke van de onderstaande voorzieningen zijn onvoldoende aanwezig in uw wijk?. Men kon antwoorden met ja of neen. Gemiddelde score Aangepastheid van de wijk Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe meer de senioren menen dat de wijk aangepast is aan hen of hoe meer de senioren vinden dat er geen voorzieningen ontbreken in hun wijk. We zien dat de senioren uit Veurne met een score van 8,0 zeer tevreden zijn over de voorzieningen in hun wijk. Ze zijn zelfs significant meer tevreden dan alle andere regio s waarmee hier vergeleken wordt. Welke items scoren het hoogst? De dimensie 'Aangepastheid van de wijk' werd gemeten aan de hand van 24 items. Deze 24 items werden samengevoegd tot 3 subdimensies. Voor elk van deze subdimensies staat hieronder de score op 10. Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Ontspanning en cultuur Basisvoorzieningen Mobiliteitscomfort vanuit de wijk Op bovenstaande tabel kunnen we zien dat de senioren de hoogste score geven aan de voorzieningen die betrekking hebben op ontspanning en cultuur. Mobiliteitscomfort vanuit de wijk staat op de tweede plaats en de basisvoorzieningen sluiten het rijtje af. Op bovenstaande tabel kunnen we zien dat Veurne beter scoort dan zowel als West- voor ontspanning en cultuur en mobiliteitscomfort vanuit de wijk. Er is geen verschil tussen Veurne en / West- wat betreft de basisvoorzieningen. 17

19 Als we Veurne vergelijken met een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, dan zien we dat Veurne voor alle drie de subdimensies van aangepastheid van de wijk beter scoort. Met andere woorden: de senioren uit Veurne zijn meer tevreden over de voorzieningen mbt ontspanning en cultuur, de basisvoorzieningen en het mobiliteitscomfort vanuit de wijk dan senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en senioren uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. In de volgende tabel wordt de score op 10 weergegeven voor alle items, gerangschikt per subdimensie. Ontspanning en cultuur Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Theater Cinema Zwembad Sporthal Bibliotheek Dienstencentrum Buurt-wijkcentrum Basisvoorzieningen Kruidenierszaak Bank Kapper Apotheek Huisarts Slager Bakker Mobiele winkel Postkantoor Kerk Café Mobiliteitscomfort vanuit de wijk Rustbanken Openbare toiletten Openbaar vervoer Bushalte Groen/park Oversteekplaatsen Per subdimensie volgt hieronder de visuele voorstelling van de scores. 18

20 1. Ontspanning en cultuur Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat Veurne beter scoort dan West- op volgende items: zwembad, dienstencentrum en buurt-wijkcentrum. In vergelijking met scoort Veurne zelfs significant beter voor alle items onder de subdimensie ontspanning en cultuur. In vergelijking een gemeente met dezelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, scoort Veurne voor alle items van ontspanning en cultuur significant hoger. Uit bovenstaande figuren kunnen we dus afleiden dat Veurne het in vergelijking met de andere regio s, zeer goed doet wat betreft voorzieningen voor ontspanning en cultuur. 19

21 2. Basisvoorzieningen In vergelijking met West- scoort Veurne iets lager voor: kruidenierszaak, bank, apotheek, slager en bakker. Veurne scoort wel hoger dan gemiddeld in West- voor de kapper, het postkantoor, de kerk en het café. In vergelijking met scoort Veurne lager voor: de kruidenierszaak, de bank en de apotheek. Veurne scoort hoger dan voor: de kapper, de slager, de mobiele winkel, het postkantoor, de kerk en het café. In vergelijking met een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en met een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, scoort Veurne iets lager voor: de kruidenierszaak en de bank. Veurne scoort wel duidelijk hoger dan een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid voor: de kapper, de huisarts, de slager, de bakker, de mobiele winkel, het postkantoor, de kerk en het café. 20

22 3. Mobiliteitscomfort vanuit de wijk Op bovenstaande grafiek kunnen we aflezen dat met uitzondering van het item rustbanken, de senioren uit Veurne een hogere score geven aan mobiliteitscomfort vanuit de wijk dan senioren gemiddeld in West-. Als we vervolgens de cijfers uit Veurne wat betreft mobiliteitscomfort vanuit de wijk vergelijken met, zien we dat Veurne op alle items een significant hogere score haalt. Als we op bovenstaande figuur Veurne vergelijken met een een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en eenzelfde bevolkingsdichtheid, dan zien we dat Veurne op alle items significant beter scoort. Uit deze twee bovenstaande figuren kunnen we wederom afleiden dat Veurne het zeer goed doet wat betreft mobiliteitscomfort vanuit de wijk in vergelijking met alle andere regio s waarmee hier vergeleken wordt. 21

23 Op deze figuur kunnen we zien dat de senioren uit Veurne vooral tevreden zijn over de bushalte (8,9), groen/park (8,7), buurt-wijkcentrum (9,0), de kapper (8,9), de kerk (9,3) en het café (8,8). Iets minder tevreden zijn ze over de cinema (7,6), de kruidenierszaak (5,6), de bank (6,6), rustbanken (6,7) en openbare toiletten (6,6). Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Op deze tabellen kunnen we zien dat de senioren tussen de 60 en 69 meer tevreden zijn over de aanwezigheid van de kapper. Senioren boven de 80 zijn dan weer beduidend minder tevreden over de aanwezigheid van de kapper, de huisarts en de slager. 22

24 Mannen zijn meer tevreden over de aanwezigheid van een kerk en rustbanken in hun buurt dan vrouwen. Senioren met een inkomen boven de 1500 euro zijn minder tevreden over de aanwezigheid van openbare toiletten dan senioren met een inkomen onder de 1500 euro. 23

25 Senioren die makkelijker rondkomen zijn meer tevreden over de rustbanken dan senioren die moeilijker rondkomen. Welke items hebben een grote impact? De voorzieningen die een lagere score kregen dan de gemiddelde beoordeling voor voorzieningen zijn: rustbanken, kruidenierszaak, openbare toiletten, bank, bakker, slager, cinema, theater, apotheek, poskantoor en dienstencentrum. Buiten de kruidenierszaak en de rustbanken hebben al deze items een grote impact op de aangepastheid van de wijk. Dus door één van deze items te verbeteren, kan men komen tot een betere aangepastheid van de wijk. 24

26 ONAANGEPASTHEID VAN DE WONING Deze dimensie wordt gemeten aan de hand van vraag 15 uit de vragenlijst waarin de ouderen een reeks onaangepastheden aan de woning werd voorgelegd en hen werd gevraagd: Welke uitspraken zijn van toepassing op uw woning?. Men kon 5 mogelijke antwoorden geven gaande van helemaal niet van toepassing tot helemaal van toepassing. Gemiddelde score Onaangepastheid van de woning Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe onaangepaster de woning van de respondenten. We zien met een score van 1,5 op een maximum van 10 dat de woningen van de senioren uit Veurne helemaal niet zo onaangepast zijn. Ze zijn zelfs minder onaangepast dan de woningen van senioren uit alle andere regio s waarmee hier vergeleken wordt. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Woning is te groot Woning is te klein Woning verkeert in slechte staat/slecht onderhouden Ik moet trappen doen om de woning te betreden De drempels zijn te hoog Er zijn trappen in de woning Ik moet trappen doen om naar het toilet te gaan Woning is te duur Woning is inbraakgevoelig Woning is weinig gerieflijk Woning is te gehorig Woning is moeilijk warm te stoken Er is onvoldoende comfort in de woning De wijk bevalt niet Afstand tot de voorzieningen is te groot Afstand tot de kinderen is te groot Dichtheidsklasse=1 Op bovenstaande tabel en onderstaande figuur kunnen we zien dat volgende zaken de vaakst voorkomende gebreken zijn aan huizen van senioren uit Veurne: woning is te groot (2,0), afstand tot voorzieningen is te groot (2,1), afstand tot kinderen is te groot (1,9) en er zijn trappen in de woning (4,4). Veel minder problemen zijn er met: de wijk bevalt niet (0,9), ik moet trappen doen om naar het toilet te gaan (1,3), de drempels zijn te hoog (0,7) en woning is te klein (0,9). 25

27 Op de tabel kunnen we verder afleiden dat Veurne in vergelijking met West- lager (wat duidt op minder onaangepastheid) scoort voor woning is te groot, woning is te klein, ik moet trappen doen om de woning te betreden, de drempels zijn te hoog, er zijn trappen in de woning, ik moet trappen doen om naar het toilet te gaan, woning is te duur, woning is inbraakgevoelig, woning is te gehorig woning is weinig gerieflijk en Afstand tot de voorzieningen is te groot. In vergelijking met scoort Veurne lager (en dus beter) voor woning is te groot, woning is te klein, de drempels zijn te hoog, er zijn trappen in de woning, ik moet trappen doen om naar het toilet te gaan, woning is te duur, woning is inbraakgevoelig, woning is te gehorig woning is weinig gerieflijk, Er is onvoldoende comfort in de woning, de wijk bevalt niet en afstand tot de voorzieningen is te groot Veurne scoort lager dan een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad voor woning is te groot, woning is te klein, ik moet trappen doen om de woning te betreden, de drempels zijn te hoog, er zijn trappen in de woning, ik moet trappen doen om naar het toilet te gaan, woning is te duur, woning is inbraakgevoelig, woning is weinig gerieflijk, woning is te gehorig, woning is moeilijk warm te stoken, de wijk bevalt niet, afstand tot de voorzieningen is te groot en afstand tot de kinderen is te groot. In vergelijking met een gemeente met eenzelfde bevolkingdichtheid zien we dat Veurne lager scoort (minder onaangepast) voor: woning is te groot, woning is te klein, ik moet trappen doen om de woning te betreden, de drempels zijn te hoog, er zijn trappen in de woning, ik moet trappen doen om naar het toilet te gaan, woning is te duur, woning is inbraakgevoelig, woning is weinig gerieflijk, woning is te gehorig, woning is moeilijk warm te stoken, er is onvoldoende comfort in de woning en afstand tot de voorzieningen is te groot. 26

28 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Voor jonge senioren tussen de 60 en de 69 is de afstand tot de voorzieningen een minder groot probleem, terwijl de 80+ dit des te sterker ervaren als een probleem. De woning van senioren met kinderen is duidelijk onaangepaster dan de woning van senioren zonder kinderen. De senioren met kinderen scoren dan ook hoger (meer onaangepast) voor: woning is te klein, de drempels zijn te hoog, ik moet trappen doen om naar het toilet te gaan, afstand tot de kinderen is te groot en woning is te duur. 27

29 Senioren met een inkomen boven de 1500 euro scoren hoger (meer onaangepast) voor het item er zijn trappen in de woning, maar lager (minder onaangepast) voor woning verkeert in slechte staat/ slecht onderhouden. De woning van senioren die moeilijker rondkomen is onaangepaster dan de woning van senioren die makkelijker rondkomen. Senioren die moeilijker rondkomen scoren dan ook hoger voor: woning is te gehorig, er is onvoldoende comfort in de woning en afstand tot voorzieningen is te groot. Merk op dat het subjectief inkomen van de respondenten een veel grotere invloed heeft dan het feitelijk inkomen. 28

30 Welke items hebben een grote impact? De items die een hogere score (wat duidt op meer onaangepastheid) kregen dan de gemiddelde beoordeling voor voorzieningen zijn (boven de rode horizontale streep, in de groene zone): er zijn trappen in de woning, woning is te groot, afstand tot de voorzieningen is te groot, afstand tot de kinderen is te groot, woning is moeilijk warm te stoken, woning is te gehorig en ik moet trappen doen om naar het toilet te gaan. Bovendien hebben deze items allen een grote impact op het concept onaangepastheid van de woning. Door iets aan deze zaken te wijzigen kan de onaangepastheid van de woningen dus gevoelig verbeterd worden 29

31 Thema 2: Gezondheid, zorg en hulpverlening Binnen dit thema werden de scores berekend voor 3 dimensies, namelijk objectieve gezondheid, potentieel hulpnetwerk en zorgafhankelijkheid. OBJECTIEVE GEZONDHEID Om de objectieve gezondheid en met name het lichamelijk functioneren van ouderen in kaart te brengen, werd gebruik gemaakt van de MOS-schaal (Medical Outcome Scale). De ouderen moeten voor 7 activiteiten aangeven of men al dan niet beperkingen ervaart als gevolg van gezondheidsproblemen. Vraag 34 uit de vragenlijst klinkt als volgt: Heeft uw gezondheidstoestand u beperkt in de volgende activiteiten?. Gemiddelde score Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Objectieve gezondheid Hoe hoger de score, hoe minder de senioren zich beperkt voelen in het uitvoeren van activiteiten als gevolg van gezondheidsproblemen. Veurne scoort voor objectieve gezondheid 6,9 op 10. Hierin verschilt Veurne niet van de andere regio s waarmee hier vergeleken wordt. Welke items scoren het hoogst? Zeer inspannende activiteiten Minder inspannende activiteiten Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Een heuvel of trap Buigen, tillen of bukken Een blokje stappen Persoonlijke hygiëne Huishoudelijke karweitjes Op bovenstaande tabel en onderstaande figuur kunnen we zien dat de senioren vooral problemen ervaren met zeer inspannende activiteiten (4,1) en bij het buigen, tillen of bukken (6,2). Ze hebben veel minder last met het doen van huishoudelijke karweitjes (8,5) en het onderhouden van hun persoonlijke hygiëne (8,9). 30

32 Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat de senioren uit Veurne meer problemen ervaren dan de gemiddelde senioren in West- bij zeer inspannende activiteiten en minder inspannende activiteiten. Ze hebben dan wel weer minder problemen dan gemiddeld in West- met het onderhouden van hun persoonlijke hygiëne en het doen van huishoudelijke karweitjes. In vergelijking met scoort Veurne iets lager (meer problemen) voor het item een blokje stappen en iets hoger (minder problemen) voor het item huishoudelijke karweitjes. 31

33 Uit deze figuur kunnen we afleiden dat de senioren uit Veurne meer problemen ervaren bij het doen van zeer inspannende activiteiten en bij het stappen van een blokje dan senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. De senioren uit Veurne hebben dan wel weer minder problemen met het onderhouden van hun persoonlijke hygiëne dan hun collega s uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. In vergelijking met een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid scoort Veurne hoger (minder problemen) voor het item huishoudelijke karweitjes en iets lager (meer problemen) voor de items zeer inspannende activiteiten en minder inspannende activiteiten. Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Leeftijd speelt bij de objectieve gezondheid van senioren een overduidelijke rol. Jongere senioren ervaren significant minder fysieke beperkingen en scoren dan ook significant beter op alle items. Oudere senioren (en vooral 80 plussers) ervaren dan weer veel meer fysieke beperkingen. 32

34 Mannelijke senioren ervaren minder beperkingen dan vrouwelijke senioren bij minder inspannende activiteiten, een heuvel of trap oplopen, buigen/ tillen/ bukken, persoonlijke hygiëne onderhouden en huishoudelijke karweitjes doen. Senioren met een partner ervaren minder beperkingen bij het uitvoeren van al de activiteiten dan senioren zonder partner. Let wel op: bij dit verband kan leeftijd een cruciale rol spelen. Het is namelijk zo dat hoe ouder iemand wordt, hoe groter de kans dat hij/zij geen partner (meer) heeft. En oudere senioren hebben ook meer kans om fysieke beperkingen te ervaren bij hun activiteiten. Senioren die minder dan 1000 euro per maand verdienen, ervaren significant meer problemen met minder inspannende activiteiten, een heuvel of trap beklimmen, buigen/tillen/bukken, een blokje stappen, hun persoonlijke hygiëne onderhouden en hun huishoudelijke karweitjes doen. Senioren met een inkomen boven de 1500 euro ervaren dan weer minder problemen met minder inspannende activiteiten, een heuvel of trap oplopen, een blokje stappen, hun persoonlijke hygiëne onderhouden en huishoudelijke karweitjes doen. Hier kan wederom leeftijd een deel van het effect verklaren. 33

35 POTENTIEEL HULPNETWERK Om het potentieel hulpnetwerk van de ouderen te kunnen meten, vroegen we aan hen: Stel dat u voor een bepaalde tijd de activiteiten die u gewoonlijk doet in het huishouden niet zou kunnen uitvoeren, op wie kan u dan een beroep doen?. Daarna volgen 9 mogelijkheden. Men kon antwoorden met ja of neen. Dit is vraag 36 uit de vragenlijst. Gemiddelde score Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Potentieel hulpnetwerk Hoe hoger de score, hoe meer de senioren beroep kunnen doen op mensen voor huishoudelijke hulp. We kunnen zien dat Veurne 4,5 scoort voor het potentieel hulpnetwerk. Deze score is significant hoger dan alle andere regio s waarmee hier vergeleken wordt. Dit wil dus zeggen dat de senioren uit Veurne op meer mensen een beroep kunnen doen voor huishoudelijke karweitjes dan de gemiddelde senioren uit West-,, een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde dichtheid. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 echtgenoot/partner dochter zoon schoondochter schoonzoon kleinkind/achterkleinkind zus of broer ander familielid buur

36 Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat de senioren uit Veurne vooral hulp krijgen van hun partner (6,1), hun dochter (5,9) en hun zoon (5,6). Ze krijgen dan weer minder hulp van hun broer/zus (3,5) een andere familielid (2,6) en hun (achter)kleinkinderen (3,2). Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat Veurne beter scoort dan West- voor de potentiële hulp van de dochter, de zoon, de schoondochter, de schoonzoon, de (achter)kleinkinderen, andere familieleden en buren. Bovendien scoort Veurne ook beter dan voor de potentiële hulp van de dochter, de zoon, de schoondochter, de schoonzoon, zussen/broers, andere familieleden en buren. In vergelijking met een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad scoort Veurne op alle items (met uitzondering van het item (achter)kleinkind ) hoger. We zien hetzelfde beeld als we vergelijken met een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Veurne scoort ook op alle items (met uitzondering van het item partner ) beter. 35

37 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren tussen de 60 en 69 kunnen meer rekenen op de steun van hun partner, hun zus of broer en hun buur. Senioren van boven de 80 kunnen dan weer significant minder rekenen op de steun van hun partner, hun broer of zus, een ander familielid en hun buur. Mannen kunnen meer rekenen op de steun van hun partner, hun schoonzoon en hun (achter)kleinkind dan vrouwen. Senioren met een partner hebben duidelijk een veel groter potentieel hulpnetwerk dan senioren zonder partner. Ze scoren dan ook voor alle items significant hoger dan senioren zonder partner. 36

38 Senioren zonder kinderen kunnen minder rekenen op de steun van hun partner, hun dochter, hun zoon, hun schoondochter, hun schoonzoon en hun (achter)kleinkind dan senioren met kinderen. Senioren zonder kinderen kunnen dan wel weer meer rekenen op de steun van hun broers of zussen en een ander familielid dan senioren met kinderen. Senioren met een inkomen onder de 1000 euro kunnen minder rekenen op de steun van hun partner, hun zoon, hun schoondochter, hun schoonzoon en hun buur. Senioren met een inkomen tussen de 1000 en de 1500 euro kunnen meer rekenen op de steun van hun partner. En de senioren met een inkomen boven de 1500 euro kunnen tenslotte meer rekenen op de steun van hun partner en hun buren. Senioren die menen makkelijker rond te komen kunnen meer rekenen op de steun van hun buren dan senioren die menen moeilijker rond te komen. 37

39 ZORGAFHANKELIJKHEID Vraag 37 uit de vragenlijst peilt naar de hulp die de oudere nodig heeft bij zijn/haar persoonlijke verzorging, het huishouden en zijn/haar persoonlijke verplaatsingen. De ouderen konden antwoorden met ja of neen. Gemiddelde score Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Zorgafhankelijkheid Hoe hoger de score, hoe minder zorgafhankelijk de senioren zijn, of hoe minder hulp de senioren nodig hebben. We zien met een score van 8,1 op een maximum van 10 dat de senioren uit Veurne helemaal niet zo zorgafhankelijk zijn. Ze zijn wel iets meer zorgafhankelijk dan gemiddeld in West-. Met de andere regio s waarmee hier vergeleken wordt zien we evenwel geen verschil. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Persoonlijke verzorging Huishouden Persoonlijke verplaatsing Op bovenstaande figuur en tabel kunnen we aflezen dat de senioren uit Veurne minst hulp nodig hebben bij hun persoonlijke verzorging (8,6) en het meest bij hun persoonlijke verplaatsing (7,8). Merk wel op dat deze scores dicht bij elkaar liggen en voor alle drie de items behoorlijk hoog liggen. 38

40 We zien dat Veurne in vergelijking met West- een lagere score (meer zorgafhankelijk) haalt voor de items persoonlijke verzorging en persoonlijke verplaatsing. In vergelijking met scoort Veurne hoger (minder zorgafhankelijk) voor huishouden, maar lager (meer zorgafhankelijk) voor persoonlijke verplaatsing. In vergelijking met een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, scoort Veurne hoger voor het item huishouden en lager voor het item persoonlijke verzorging. In vergelijking met een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid zien we voor geen enkel item een significant verschil. Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren tussen de 60 en de 69 hebben voor alle drie de items van zorgafhankelijkheid, minder hulp nodig, terwijl de 80 plussers juist meer hulp nodig hebben. 39

41 Mannen hebben minder hulp nodig bij het huishouden en bij hun persoonlijke verplaatsing dan vrouwen. Senioren die geen partner hebben roepen vaker hulp in voor het huishouden, hun persoonlijke verplaatsingen en hun persoonlijke verzorging dan senioren met een partner. Vermoedelijk speelt het effect van leeftijd hier ook een cruciale rol. Senioren met een inkomen onder de 1000 euro hebben meer hulp nodig bij het huishouden en persoonlijke verplaatsingen. Senioren met een inkomen boven de 1500 euro hebben dan weer minder hulp nodig bij hun persoonlijke verzorging, het huishouden en hun persoonlijke verplaatsingen. 40

42 Thema 3: Welbevinden Binnen dit thema werden de scores berekend voor 7 dimensies, namelijk uitgebreidheid van het netwerk, eenzaamheid, negatieve psychologische beleving, negatieve stemmingsstoornissen, ervaren problemen, onveiligheidsgevoel en ouderdomsbeeld. UITGEBREIDHEID VAN HET NETWERK Om de uitgebreidheid van het netwerk van ouderen te meten, werd hen de volgende vraag gesteld: Hoe vaak gaat u op bezoek bij / ontvangt u bezoek van / hebt u telefonisch contact met?. Daarna worden 7 groepen van mensen voorgesteld. De ouderen konden telkens kiezen uit 6 antwoordmogelijkheden: nooit, minder dan 1 maal per maand, maandelijks, 1 à 2 maal per week, (bijna) dagelijks en niet van toepassing. Dit is vraag 32 uit de vragenlijst. Gemiddelde score Uitgebreidheid van het netwerk Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe meer contact de senioren hebben met mensen. Veurne scoort voor de uitgebreidheid van het netwerk 5,0 (op een maximum van 10). Deze score is significant lager dan alle andere regio s waarmee hier vergeleken wordt. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Kinderen/schoonkinderen Kleinkinderen Broers/zussen Ouders Andere familieleden Vrienden/kennissen Buren/mensen uit de wijk

43 Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat de senioren uit Veurne vooral contact hebben met hun (schoon)kinderen (7,3) en hun kleinkinderen (6,3). Veel minder contact hebben ze met hun ouders (1,5) en andere familieleden (3,5). We zien op bovenstaande figuur dat in vergelijking met West-, de senioren uit Veurne meer contact hebben met vrienden en kenissen, maar minder contact hebben met (schoon)kinderen, kleinkinderen en ouders. In vergelijking met hebben de senioren minder contact met (schoon)kinderen, kleinkinderen, ouders, andere familieleden en buren/mensen uit de wijk. In vergelijking met een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad zien we dat de senioren uit Veurne minder contact hebben met (schoon)kinderen, kleinkinderen en ouders. In vergelijking met een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, hebben de senioren uit Veurne minder contact met hun (schoon)kinderen, kleinkinderen, broers/zussen, ouders, andere familieleden en buren/mensen uit de wijk. 42

44 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Jongsenioren hebben meer contact met hun kleinkinderen en hun ouders dan senioren die ouder zijn. Senioren tussen de 70 en de 79 en senioren van boven de 80 hebben dan weer minder contact met hun ouders (wat ook logisch is, aangezien de kans dat de ouders van de senioren nog in leven zijn daalt naargelang de senioren ouder worden). Mannen hebben meer contact met hun ouders dan vrouwen. Vrouwen hebben dan weer meer contact met hun (schoon)kinderen dan mannen. Senioren met een partner hebben meer contact met hun ouders dan senioren zonder partner. Senioren zonder partner hebben wel meer contact met hun vrienden en kennissen dan senioren met een partner. 43

45 Senioren zonder kinderen hebben meer contact met broers en zussen dan senioren met kinderen. Senioren met kinderen hebben dan weer meer contact met hun ouders dan senioren zonder kinderen. Senioren met een inkomen tussen de 1000 en de 1500 euro hebben minder contact met vrienden/kennissen en buren/ mensen uit de wijk. Senioren met een inkomen boven de 1500 euro hebben juist meer contact met vrienden/kennissen en buren/ mensen uit de wijk. Senioren die menen makkelijker rond te komen hebben meer contact met vrienden/kennissen en buren/ mensen uit de wijk dan senioren die menen moeilijker rond te komen. 44

46 EENZAAMHEID De eerste 10 items van vraag 31 uit de vragenlijst werden gebruikt om de dimensie eenzaamheid te construeren. Enkele voorbeelden zijn: Ik mis een echt goede vriend of vriendin ; Ik mis gezelligheid om mij heen ; Ik voel me vaak in de steek gelaten. De respondenten konden kiezen uit vijf antwoordmogelijkheden, namelijk helemaal oneens, mee oneens, noch mee oneens / noch mee eens, mee eens en helemaal mee eens. Gemiddelde score Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Eenzaamheid Hoe hoger de score, hoe meer de senioren zich eenzaam voelen. Bij de verwerking van de gegevens werd ervoor gezorgd dat de scores op alle vragen (of ze nu positief of negatief gesteld werden) op eenzelfde manier geïnterpreteerd kunnen worden. We zien dat Veurne voor eenzaamheid 2,9 op een maximum van 10 scoort. Dit wil zeggen dat senioren uit Veurne niet zo eenzaam zijn (hoe lager, hoe minder eenzaam). Hierin verschillen ze evenwel niet van de andere regio s waarmee hier vergeleken wordt. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Dagelijkse problemen Goede vriend/-in Leegte Narigheid Gezelligheid Kenniskring Vertrouwen Verbondenheid Mis mensen In de steek gelaten

47 We zien op bovenstaande figuur dat de senioren uit Veurne vooral steun missen bij dagelijkse problemen (3,2). Ze missen ook vertrouwen (4,0) en verbondenheid (3,5) (hoe hoger de score, hoe eenzamer). Ze hebben minder last van een gevoel van leegte (2,7), een gemis van gezelligheid (2,6) en een gevoel van in de steek gelaten te zijn (2,1). Als we op bovenstaande figuur Veurne vergelijken met West-, dan zien we nagenoeg geen verschil. Alleen voor het item leegte scoort Veurne iets hoger dan gemiddeld in West-. Dit wil zeggen dat de senioren uit Veurne iets meer last hebben van een gevoel van leegte dan voor de gemiddelde West-Vlaamse senioren het geval is (want hoe hoger de score, hoe eenzamer). In vergelijking met zien we dat Veurne lager (dus beter) scoort voor de items dagelijkse problemen en een goede vriedn(in). Dit wil dan zeggen dat de senioren uit Veurne minder dan gemiddeld in steun missen bij hun dagelijkse problemen. Ze missen ook minder een goede vriend of vriendin. 46

48 In vergelijking met een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad zien we dat Veurne lager (dus beter) scoort voor de items dagelijkse problemen en narigheid. In vergelijking met een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid zien we tenslotte dat Veurne hoger (dus iets minder goed) scoort voor het item vertrouwen. Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? In alle onderstaande tabellen wijst een rode S op minder eenzaamheidsgevoelens en een groene S op meer eenzaamheidsgevoelens. Jongere senioren hebben minder last van een gevoel van leegte en missen minder mensen in het algemeen dan oudere senioren. Vrouwen hebben minder last van een gevoel van narigheid en een gebrek aan vertrouwen dan mannen. 47

49 Senioren met een partner hebben minder last van een gevoel van leegte en een gebrek aan gezelligheid dan senioren zonder partner. Senioren zonder partner hebben op hun beurt dan weer minder te kampen met een gebrek aan steun bij dagelijkse problemen en een gevoel van narigheid dan senioren met een partner. Senioren met een inkomen boven de 1500 euro hebben significant minder last van gebrek aan steun bij dagelijkse problemen, een gevoel van leegte en een gebrek aan gezelligheid dan senioren met een lager inkomen. Senioren die zeggen moeilijker rond te komen missen meer steun bij dagelijkse problemen en voelen zich meer in de steek gelaten dan senioren die zeggen makkelijker rond te komen. 48

50 NEGATIEVE STEMMINGSSTOORNISSEN Deze dimensie wordt gemeten aan de hand van de items 11 tem 17 van vraag 31 uit de vragenlijst. Enkele voorbeelden zijn: Ik voelde mij de laatste tijd vaak nerveus en Ik voelde mij de laatste tijd neerslachtig en somber. De respondenten konden kiezen uit vijf antwoordmogelijkheden, namelijk helemaal oneens, mee oneens, noch mee oneens / noch mee eens, mee eens en helemaal mee eens. Gemiddelde score Negatieve stemmingsstoornissen Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Hier weer hetzelfde stramien: Hoe hoger de score, hoe meer de senioren negatieve stemmingsstoornissen ervaart. Bij de verwerking van de gegevens werd ervoor gezorgd dat de scores op alle vragen (of ze nu positief of negatief gesteld werden) op eenzelfde manier geïnterpreteerd kunnen worden. Veurne scoort 2,6 op een maximum van 10. Deze score wijkt niet af van de regio s waarmee hier vergeleken wordt. Welke items scoren het hoogst? Ik voelde mij de laatste tijd vaak nerveus Ik voelde mij de laatste tijd kalm en rustig Ik voelde mij de laatste tijd neerslachtig en somber Ik voelde mij de laatste tijd zo somber dat niets mij kon opvrolijken Ik voelde mij onlangs helemaal van slag omdat ik kritiek kreeg Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= De laatste tijd verveel ik me vaak Mijn gezondheid beperkt mij vaak in mijn sociale activiteiten Op onderstaande figuur kunnen we zien dat de senioren uit Veurne het meest last hebben van hun gezondheid die hen beperkt in hun deelname aan sociale activiteiten (3,1) en een gebrek aan kalmte en rust (4,4). Ze hebben wel minder last van somberheid waardoor ze niet meer kunnen opvrolijken (1,8) en van kritiek waardoor ze helemaal van slag waren (1,7). 49

51 In vergelijking met West- en, scoort Veurne iets hoger (wat wijst op meer negatieve stemmingsstoornissen) voor het item ik voelde mij de laatste tijd kalm en rustig. Voor de andere items zien we geen verschil tussen Veurne en of West-. 50

52 In vergelijking met een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, scoort Veurne hoger (wat wijst op meer negatieve stemmingsstoornissen) voor het item ik voelde mij de laatste tijd somber en neerslachtig. Als we tenslotte dezelfde vergelijking maken met een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid dan zien we dat Veurne hoger (wat wijst op meer negatieve stemmingsstoornissen) scoort voor de items: ik voelde mij de laatste tijd vaak nerveus, ik voelde mij de laatste tijd kalm en rustig en ik voelde mij de laatste tijd neerslachtig en somber. Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? In alle onderstaande tabellen wijst een rode S op minder negatieve stemmingsstoornissen en een groene S op meer negatieve stemmingsstoornissen. Senioren in de leeftijdscategorie hebben duidelijk minder last van negatieve stemmingsstoornissen. Ze scoren dan ook significant lager voor alle items dan senioren van boven de plussers hebben dan weer beduidend meer last van negatieve stemmingsstoornissen. Ze scoren op volgende items significant hoger dan senioren van onder de 80: ik voelde mij de laatste tijd vaak nerveus, ik voelde mij de laatste tijd neerslachtig en somber, ik voelde mij onlangs van slag omdat ik kritiek kreeg, de laatste tijd verveel ik me vaak en mijn gezondheid beperkt mij vaak in mijn sociale activiteiten. 51

53 Senioren met een partner scoren significant lager (wat duidt op minder negatieve stemmingsstoornissen) voor deze items dan senioren zonder partner: ik voelde mij de laatste tijd kalm en rustig, ik voelde mij de laatste tijd neerslachtig en somber en mijn gezondheid beperkt mij vaak in mijn sociale activiteiten. Senioren met een inkomen onder de 1000 euro voelden zich minder kalm en rustig dan senioren met een hoger inkomen. Senioren met een inkomen boven de 1500 euro hadden dan weer minder last van volgende items: de laatste tijd verveel ik me vaak en mijn gezondheid beperkt mij vaak in mijn sociale activiteiten. Senioren die zeggen moeilijker rond te komen ervaren duidelijk meer negatieve stemmingsstoornissen dan senioren die zeggen makkelijker rond te komen. Ze scoren hoger dan senioren die makkelijker rondkomen op volgende items: ik voelde mij de laatste tijd kalm en rustig, ik voelde mij de laatste tijd zo somber dat niets mij kon opvrolijken, ik voelde mij onlangs helemaal van slag omdat ik kritiek kreeg en de laatste tijd verveel ik mij vaak. Merk hierbij ook op dat de subjectieve beoordeling van het inkomen duidelijk een veel doorslaggevendere factor is in het al dan niet ondervinden van negatieve stemmingsstoornissen dan het feitelijk inkomen op zich. 52

54 ERVAREN PROBLEMEN Om te peilen naar de mate waarin ouderen problemen ervaren, werd de respondenten het volgende gevraagd: In welke mate hebt u met onderstaande problemen zelf te maken/te maken gehad? (vraag 45, items 1 tem 11 en items 13 tem 14). Vervolgens worden 13 verschillende problemen opgesomd. De respondenten konden antwoorden of ze hier nooit, zelden, soms of vaak last van hebben/hadden. Gemiddelde score Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Ervaren problemen Hoe hoger de score, hoe meer problemen de senioren ervaren. We zien dat Veurne voor ervaren problemen een score van 2,2 haalt (op een maximum van 10). Hiermee scoort Veurne significant lager dan alle ander regio s waarmee hier vergeleken wordt. Welke items scoren het hoogst? De dimensie 'Ervaren problemen' werd gemeten aan de hand van 13 items. Deze 13 items werden samengevoegd tot 3 subdimensies. Voor elk van deze subdimensies staat hieronder de score op 10. Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Kwetsbaarheid Maatschappelijke participatie gericht op onmiddellijke omgeving Onveiligheid Senioren ervaren meer problemen met betrekking tot onveiligheid (2,5). Veel minder ervaren ze problemen met betrekking tot kwetsbaarheid (1,9). We zien op bovenstaande figuur dat Veurne beter scoort dan West- voor de subdimensie onveiligheid. In vergelijking met scoort Veurne beter voor zowel onveiligheid als maatschappelijke participatie gericht op de onmiddellijke omgeving. 53

55 In vergelijking met een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad scoort Veurne voor alle drie de subdimensies van ervaren problemen significant beter. Als we tenslotte vergelijken met een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, dan merken we hier op dat Veurne beter scoort voor onveiligheid en voor maatschappelijke participatie gericht op de onmiddellijke omgeving. In de volgende tabel wordt de score op 10 weergegeven voor alle items, gerangschikt per subdimensie. Kwetsbaarheid hulpbehoevendheid/afhankelijkheid van derden Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= gebrek aan zorg vervoersproblemen gezondheidsproblemen eenzaamheid/vereenzaming financiële problemen huisvestingsproblemen Maatschappelijke participatie gericht op onmiddellijke omgeving gebrek aan informatie en voorlichting onvoldoende gezelligheids-en ontspanningsmogelijkheden in de wijk onvoldoende inspraakmogelijkheden Onveiligheid onveiligheid in het verkeer angst voor roof, diefstal of inbraak van de woning angst te worden lastig gevallen op straat Per subdimensie volgt hieronder de visuele voorstelling van de scores. 54

56 1. Kwetsbaarheid Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat Veurne lager (wat wijst op minder ervaren problemen) scoort dan gemiddeld in West-Vlaandern voor financiële problemen. Voor de andere items is er geen verschil. In vergelijking met zien we dat Veurne lager (wat wijst op minder ervaren problemen) scoort voor de items: hulpbehoevendheid/ afhankelijkheid van derden, gezondheidsproblemen en financiële problemen. In vergelijking met een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad scoort Veurne lager voor volgende items: hulpbehoevendheid/ afhankelijkheid van derden, vervoersproblemen gezondheidsproblemen en financiële problemen. In vergelijking met een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, scoort Veurne lager voor: gebrek aan zorg, gezondheidsproblemen en financiële problemen. 55

57 2. Maatschappelijke participatie gericht op de onmiddellijke omgeving Op bovenstaande figuur zien we dat Veurne lager (wat wijst op minder ervaren problemen) scoort dan gemiddeld in voor alle drie de items onder de subdimensie maatschappelijke participatie gericht op de onmiddellijke omgeving. In vergelijking met West- zien we geen verschil. Uit bovenstaande figuur kunnen we afleiden dat Veurne, in vergelijking met een gemeente met dezelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, lager (wat wijst op minder ervaren problemen) scoort voor alle items onder de subdimensie maatschappelijke participatie gericht op de onmiddellijke omgeving. 56

58 3. Onveiligheid In vergelijking met West- hebben de senioren uit Veurne minder angst voor roof/ diefstal/ inbraak in de woning en ook minder angst om lastig gevallen te worden op straat. In vergelijking met hebben de senioren uit Veurne ook minder angst voor roof/ diefstal/ inbraak in de woning en ook minder angst om lastig gevallen te worden op straat. Bovendien voelen zich ook veiliger in het verkeer, dan gemiddeld in. Net zoals bij de vergelijking met, zien we dat Veurne beter scoort op alle drie de items onder de subdimensie onveiligheid dan een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. Als we tenslotte vergelijken met een gemeente met eenzelfde dichtheid dan zien we dat de senioren uit Veurne minder angst hebben voor roof/ diefstal/ inbraak in de woning en ook minder angst hebben om lastig gevallen te worden op straat. 57

59 Op deze figuur kunnen we zien dat de senioren uit Veurne het meest problemen ervaren hebben met hun gezondheid (4,6), een gebrek aan info en voorlichting (2,4), onveiligheid in het verkeer (2,8) en angst voor roof/ diefstal/ inbraak in de woning (2,5). Ze hebben heel wat minder ervaring met een gebrek aan zorg (0,9), vervoersproblemen (1,3), financiële problemen (1,5) en huisvestingsproblemen (0,7). Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Jongere senioren ervaren minder problemen met hulpbehoevendheid/afhankelijkheid van derden, vervoersproblemen, gezondheidsproblemen, eenzaamheid/vereenzaming en huisvestingsproblemen dan oudere senioren. Senioren tussen de 70 en de 79 hebben al vaker gezondheidsproblemen ervaren. En de 80 plussers hebben tenslotte al meer ervaring met hulpbehoevendheid/afhankelijkheid van derden, vervoersproblemen en huisvestingsproblemen. 58

60 Vrouwen ervaren meer problemen met vereenzaming dan mannen. Mannen ervaren wel meer een gebrek aan inspraakmogelijkheden en een gebrek aan informatie en voorlichting dan vrouwen Senioren zonder partner ervaren meer problemen met hulpbehoevendheid, vervoer, eenzaamheid en huisvesting dan senioren met een partner. Senioren zonder kinderen ervaren minder financiële problemen dan senioren met kinderen. 59

61 Senioren met een inkomen onder de 1000 euro hebben reeds meer problemen ervaren met hulpbehoevendheid, vereenzaming en huisvesting dan senioren met een hoger inkomen. Senioren met een inkomen boven de 1500 euro zijn tenslotte minder hulpbehoevend dan senioren die minder verdienen. Ze (senioren met een inkomen boven de 1500euro) hebben ook minder vervoersproblemen, problemen met vereenzaming, financiële problemen en huisvestingsproblemen ervaren dan senioren met een maandinkomen onder de 1500 euro. Senioren die menen moeilijker rond te komen hebben meer ervaring met vereenzaming, financiële problemen, huisvestingsproblemen en onveiligheid in het verkeer dan senioren die menen makkelijker rond te komen. 60

62 Welke items hebben een grote impact? Zoals we op het diagram kunnen zien hebben alle items een grote impact op het concept ervaren problemen. De items die boven de gemiddelde dimensiescore zitten (en dus wijzen op meer ervaren problemen) zijn: (eerst met grote voorsprong op de andere items) gezondheidsproblemen, daarna ook: angst voor roof/diefstal/ inbraak in de woning, onveiligheid in het verkeer, gebrek aan info en voorlichting en hulpbehoevendheid. 61

63 ONVEILIGHEIDSGEVOEL Om het onveiligheidsgevoel van de ouderen te meten, kregen de respondenten acht uitspraken voorgeschoteld (vraag 29: In hoeverre bent u het eens met de volgende uitspraken? ). Enkele voorbeelden zijn: Het is vandaag de dag te onveilig om s avonds op straat te komen en s Avonds en s nachts doe ik de deur niet open als er gebeld wordt. De respondenten konden steeds kiezen uit vijf antwoordmogelijkheden: helemaal oneens, mee oneens, noch mee oneens / noch mee eens, mee eens en helemaal mee eens. Gemiddelde score Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Onveiligheidsgevoel Hoe hoger de score, hoe meer de senioren zich onveilig voelen. We zien met een score van 6,0 dat de senioren zich noch veilig noch onveilig voelen. Als we de gemiddelde score uit Veurne dan vergelijken met de andere regio s dan zien we dat de senioren uit Veurne zich veiliger voelen dan de senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. In vergelijking met de andere regio s, zien we geen verschil. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 onveilig s' avonds op straat onveilig kinderen op straat Schrik overval extra voorzichtigheid s' avonds straten onveiliger s' nachts bellen aan deur alarmsysteem huisbewaking tijdens vakantie

64 Op bovenstaande figuur en tabel kunnen we zien dat de senioren uit Veurne een alarmsysteem helemaal geen overbodige luxe vinden (6,7) en dat ze niet erg geneigd zijn de deur te openen als er s nachts aangebeld wordt (6,8). Ze hebben heel wat minder schrik voor een overval (3,6). Ze voelen zich ook niet zo onveilig s avonds op straat (5,4). Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat Veurne lager (wat wijst op minder onveiligheidsgevoelens) dan gemiddeld in West- scoort voor volgende items: straten onveiliger en alarmsysteem. In vergelijking met gemiddeld in scoort Veurne lager voor(= minder onveiligheidsgevoelens): onveilig kinderen op straat, schrik voor een overal en alarmsysteem. Senioren uit Veurne scoren lager (wat wijst op minder onveiligheidsgevoelens) dan in een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad voor: onveilig s avonds op straat, onveilig kinderen op straat, schrik voor een overval, extra voorzichtigheid s avonds, straten onveiliger, alarmsysteem en huisbewaking tijdens de vakantie. In vergelijking met een gemeente met een eenzelfde bevolkingsdichtheid kunnen we tenslotte zien dat Veurne lager scoort voor volgende items: onveilig kinderen op straat, schrik voor een overal en alarmsysteem. 63

65 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Jongere senioren zijn meer dan senioren van boven de 70 geneigd de deur te openen als er s nachts aangebeld wordt. Mannen zijn meer geneigd de deur open te doen als er s nachts aangebeld wordt dan vrouwen. Senioren met een partner zijn meer geneigd dan senioren zonder partner om de deur open te doen als er s nachts aangebeld wordt. Senioren zonder partner vinden dan weer een alarmsysteem minder noodzakelijk dan senioren met een partner. 64

66 Senioren met een inkomen onder de 1000 euro voelen zich duidelijk onveiliger. Ze scoren minder goed dan senioren met een hoger inkomen voor de items: onveilig s avonds op straat, schrik voor een overal en s nachts bellen aan de deur. Senioren met een inkomen boven de 1500 euro voelen zich dan weer minder onveilig. Ze scoren lager (wat wijst op minder onveiligheidsgevoelens) voor de items onveilig s avonds op straat, schrik voor een overval en s nachts bellen aan de deur. 65

67 OUDERDOMSBEELD Om het ouderdomsbeeld bij ouderen na te gaan werd hun mening gevraagd over 11 uitspraken. Deze uitspraken peilen naar het idee dat ouderen hebben over de maatschappelijke visie op oud worden of ouderen en naar het gevoel van de ouderen of ze al dan niet gediscrimineerd worden omwille van hun leeftijd. Deze uitspraken gaan over medezeggenschap van ouderen, het al dan niet meer meetellen en de benadeling van ouderen in de samenleving. Dit is vraag 44 uit de vragenlijst. De respondenten konden telkens kiezen uit vijf antwoordmogelijkheden, namelijk helemaal oneens, mee oneens, noch mee oneens / noch mee eens, mee eens en helemaal mee eens. Gemiddelde score Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Ouderdomsbeeld Hoe hoger de score, hoe meer discriminatie de senioren menen te ervaren omwille van hun leeftijd en hoe negatiever hun ouderdomsbeeld in de maatschappij is. Gemiddeld scoort Veurne hier 5,2 op 10. Deze score wijkt niet af van de regio s waarmee hier vergeleken wordt. Welke items scoren het hoogst? Als de tijden slechter worden, zijn het algauw de ouderen die aan het kortste eind trekken Ouderen vormen een aparte groep in de maatschappij met eigen belangen De samenleving is vooral gericht op jongeren met de belangen van ouderen wordt er weinig rekening gehouden Sommige mensen doen alsof ik de maatschappij niets meer te bieden heb nu ik ouder ben Ik heb het gevoel dat ouderen tegenwoordig niet meer meetellen Over wat er voor ouderen gebeurt zouden ouderen veel meer te vertellen moeten hebben Sinds ik ouder ben merk ik regelmatig dat men me niet meer serieus neemt Ik heb het gevoel dat ouderen worden achtergesteld of benadeeld ten opzichte van andere groepen mensen Ik heb er moeite mee om tot de ouderen te behoren De ouderen van nu hebben het moeilijker dan de ouderen van vroeger Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=

68 Waarschuwing: Omwille van de leesbaarheid van de grafieken, worden de stellingen symbolisch verkort voorgesteld als volgt: NR1 = Als de tijden slechter worden, zijn het algauw de ouderen die aan het kortste eind trekken NR2 = Ouderen vormen een aparte groep in de maatschappij met eigen belangen NR3 = De samenleving is vooral gericht op jongeren met de belangen van ouderen wordt er weinig rekening gehouden NR4 = Sommige mensen doen alsof ik de maatschappij niets meer te bieden heb nu ik ouder ben NR5 = Ik heb het gevoel dat ouderen tegenwoordig niet meer meetellen NR6 = Over wat er voor ouderen gebeurt zouden ouderen veel meer te vertellen moeten hebben NR7 = Sinds ik ouder ben merk ik regelmatig dat men me niet meer serieus neemt NR8 = Ik heb het gevoel dat ouderen worden achtergesteld of benadeeld ten opzichte van andere groepen mensen NR9 = Ik heb er moeite mee om tot de ouderen te behoren NR10 = De ouderen van nu hebben het moeilijker dan de ouderen van vroeger Als we de figuur hierboven bestuderen, zien we dat de senioren uit Veurne de hoogste score behaalden voor: - Als de tijden slechter worden, zijn het algauw de ouderen die aan het kortste eind trekken - Ouderen vormen een aparte groep in de maatschappij met eigen belangen - Over wat er voor ouderen gebeurt zouden ouderen veel meer te vertellen moeten hebben Volgende items scoorden lager: - Sinds ik ouder ben merk ik regelmatig dat men me niet meer serieus neemt - Ik heb er moeite mee om tot de ouderen te behoren - De ouderen van nu hebben het moeilijker dan de ouderen van vroeger 67

69 Als we Veurne wat betreft het ouderdomsbeeld vergelijken met West- dan zien we dat ze maar op 1 item van elkaar verschillen. De senioren uit Veurne hebben er minder moeite mee om tot de ouderen te behoren dan gemiddeld in West-. In vergelijking met hebben de senioren uit Veurne een positiever ouderdomsbeeld. Ze scoren lager voor: Als de tijden slechter worden, zijn het algauw de ouderen die aan het kortste eind trekken, De samenleving is vooral gericht op jongeren met de belangen van ouderen wordt er weinig rekening gehouden, Sommige mensen doen alsof ik de maatschappij niets meer te bieden heb nu ik ouder ben, Ik heb het gevoel dat ouderen tegenwoordig niet meer meetellen en Over wat er voor ouderen gebeurt zouden ouderen veel meer te vertellen moeten hebben. 68

70 In vergelijking met een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad scoort Veurne lager en dus positiever voor volgende items: De samenleving is vooral gericht op jongeren met de belangen van ouderen wordt er weinig rekening gehouden, Over wat er voor ouderen gebeurt zouden ouderen veel meer te vertellen moeten hebben en Ik heb er moeite mee om tot de ouderen te behoren. In vergelijking met een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid scoort Veurne tenslotte lager voor: Als de tijden slechter worden, zijn het algauw de ouderen die aan het kortste eind trekken, De samenleving is vooral gericht op jongeren met de belangen van ouderen wordt er weinig rekening gehouden, Over wat er voor ouderen gebeurt zouden ouderen veel meer te vertellen moeten hebben en De ouderen van nu hebben het moeilijker dan de ouderen van vroeger. Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Op deze tabel kunnen we zien dat de senioren tussen de 60 en de 69 een positiever ouderdomsbeeld hebben. Ze lieten zich positiever uit over volgende items dan senioren van boven de 70: Ik heb het gevoel dat ouderen tegenwoordig niet meer meetellen, Over wat er voor ouderen gebeurt zouden ouderen veel meer te vertellen moeten hebben en Sinds ik ouder ben merk ik regelmatig dat men me niet meer serieus neemt. Senioren tussen de 70 en de 79 hebben dan weer een negatiever ouderdomsbeeld. Ze lieten zich negatiever uit over volgende items: Over wat er voor ouderen gebeurt zouden ouderen veel meer te vertellen moeten hebben, Sinds ik ouder ben merk ik regelmatig dat men me niet meer serieus neemt, Ik heb het gevoel dat ouderen worden achtergesteld of benadeeld ten opzichte van andere groepen mensen en Als de tijden slechter worden, zijn het algauw de ouderen die aan het kortste eind trekken. Tenslotte laten de 80 plussers zich nog negatiever uit dan jongere senioren over het item Ik heb het gevoel dat ouderen tegenwoordig niet meer meetellen Senioren met een partner hebben een positiever ouderdomsbeeld dan senioren zonder partner. Senioren met een partner lieten zich dan ook over volgende stellingen positiever uit dan senioren zonder partner: Ouderen vormen een aparte groep in de maatschappij met eigen belangen, De samenleving is vooral gericht op jongeren met de belangen van ouderen wordt er weinig rekening gehouden, Sommige mensen doen alsof ik de maatschappij niets meer te bieden heb nu ik ouder ben en Ik heb het gevoel dat ouderen tegenwoordig niet meer meetellen. 69

71 Senioren met een inkomen onder de 1000 euro hebben een duidelijk negatiever ouderdomsbeeld dan senioren met een inkomen boven de 1000 euro. Over volgende stellingen lieten ze zich dan ook negatiever uit: Als de tijden slechter worden, zijn het algauw de ouderen die aan het kortste eind trekken, De ouderen van nu hebben het moeilijker dan de ouderen van vroeger, De samenleving is vooral gericht op jongeren met de belangen van ouderen wordt er weinig rekening gehouden, Sommige mensen doen alsof ik de maatschappij niets meer te bieden heb nu ik ouder ben en Ik heb het gevoel dat ouderen tegenwoordig niet meer meetellen. Senioren met een inkomen boven de 1500 euro per maand hebben dan weer een positiever ouderdomsbeeld, dit valt af te leiden over hun positiever ingesteldheid ten opzichte van volgende stellingen: Als de tijden slechter worden, zijn het algauw de ouderen die aan het kortste eind trekken, Sommige mensen doen alsof ik de maatschappij niets meer te bieden heb nu ik ouder ben en Ik heb het gevoel dat ouderen tegenwoordig niet meer meetellen. Senioren die menen moeilijk rondkomen hebben een negatiever ouderdomsbeeld dan senioren die menen makkelijker rond te komen. De senioren die moeilijker rondkomen lieten zich dan ook duidelijk negatiever uit over volgende stellingen: Ik heb het gevoel dat ouderen worden achtergesteld of benadeeld ten opzichte van andere groepen mensen, Ik heb er moeite mee om tot de ouderen te behoren, De ouderen van nu hebben het moeilijker dan de ouderen van vroeger, Ik heb het gevoel dat ouderen tegenwoordig niet meer meetellen. 70

72 Thema 4: Maatschappelijke participatie Binnen dit thema werden de scores berekend voor 9 dimensies, namelijk reden van pensionering, mate van gemis van beroepsactiviteiten, participatie, activiteitsgraad, motieven lid worden van vereniging, participatiegraad seniorenverenigingen, belemmeringen bijwonen activiteiten seniorenverenigingen, bijwonen culturele evenementen en politieke participatie. REDEN PENSIONERING In de vragenlijst peilt vraag 78 naar de motieven van de ouderen om op pensioen te gaan. In totaal worden 10 mogelijke redenen (items 2 tem 4 en items 6 tem 12) samengevoegd tot de dimensie. Aan de respondenten werd gevraagd: Hoe belangrijk waren de volgende factoren bij uw beslissing om op brugpensioen/vervroegd pensioen of pensioen te gaan?. De ouderen konden telkens antwoorden met helemaal niet belangrijk, eerder onbelangrijk, noch belangrijk/noch onbelangrijk, eerder belangrijk of zeer belangrijk. Gemiddelde score Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Reden pensionering Hoe hoger de score, hoe meer redenen van expliciet belang waren voor de senioren om op (vervroegd) pensioen te gaan. Veurne scoort 1,4 voor reden pensionering. Dit wil zeggen dat de senioren uit Veurne niet veel andere expliciete redenen hadden dan het bereiken van de pensioensleeftijd, om op pensioen te gaan. Ze hadden zelfs minder expliciete redenen dan de senioren uit alle andere regio s waarmee hier vergeleken wordt. Welke items scoren het hoogst? De dimensie 'Reden pensionering' werd gemeten aan de hand van 10 items. Deze 10 items werden samengevoegd tot 2 subdimensies. Voor elk van deze subdimensies staat hieronder de score op 10. Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Immateriële redenen Financieel Het financieel aspect (2,0) speelt een meer cruciale rol dan de immateriële redenen (0,9) bij het nemen van de beslissing om op (vervroegd) pensioen te gaan. 71

73 In vergelijking met West- scoort Veurne lager voor de subdimensie immateriële redenen. Dit wil dus zeggen dat de senioren immateriële redenen minder als reden aanhalen om op pensioen te gaan dan gemiddeld in West-. In vergelijking met scoort Veurne voor beide subdimensies lager. Als we vergelijken met een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, dan zien we dat de senioren uit Veurne minder redenen met betrekking tot het immateriële aanhalen, om op (vervroegd) pensioen te gaan. De senioren uit Veurne scoren bovendien ook nog eens lager voor beide subdimensies van reden pensionering dan een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. In de volgende tabel wordt de score op 10 weergegeven voor alle items, gerangschikt per subdimensie. Immateriële redenen Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 ontevredenheid met de jobinhoud ontevredenheid met de werkomstandigheden ik was al een tijd werkloos opnemen van zorgtaken gebrek aan vrije tijd omdat vele mensen uit omgeving op bepaalde leeftijd op pensioen gaan omdat partner met pensioen ging Financieel ik had genoeg financiële middelen om te stoppen met werken het financieel verschil tussen verder werken en stoppen was te klein om plaats te maken voor jongeren Per subdimensie volgt hieronder de visuele voorstelling van de scores. 72

74 1. Immateriële redenen Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat de senioren uit Veurne volgende redenen minder aanhalen om op (vervroegd) pensioen te gaan dan de gemiddelde senioren in zowel West- als : ontevredenheid met de jobinhoud, ontevredenheid met de werkomstandigheden, ik was al een tijd werkloos, opnemen van zorgtaken, gebrek aan vrije tijd en omdat vele mensen uit de omgeving op een bepaalde leeftijd op pensioen gaan. De senioren halen het feit dat hun partner ook op pensioen ging meer aan als reden om op (vervroegd) pensioen te gaan dan zowel de senioren uit West- als. Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat de senioren uit Veurne volgende redenen minder aanhalen om op (vervroegd) pensioen te gaan dan de gemiddelde senioren in zowel een gemeente met dezelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid : ontevredenheid met de jobinhoud, ontevredenheid met de werkomstandigheden, ik was al een tijd werkloos, opnemen van zorgtaken, gebrek aan vrije tijd en omdat vele mensen uit de omgeving op een bepaalde leeftijd op pensioen gaan. De senioren halen het feit dat hun partner ook op pensioen ging meer aan als reden om op (vervroegd) pensioen te gaan dan de senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. 73

75 2. Financieel Op bovenstaande figuur kunnen we zien de senioren uit Veurne in vergelijking met West- en volgende redenen minder aanhalen om op (vervroegd) pensioen te gaan: Ik had genoeg financiële middelen om te stoppen met werken, Het financieel verschil tussen verder werken en stoppen was te klein. De senioren uit Veurne halen wel meer aan dat ze op (vervroegd) pensioen gaan om plaats te maken voor jongeren dan gemiddeld in West-. Op bovenstaande figuur kunnen we zien de senioren uit Veurne in vergelijking met een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid volgende redenen minder aanhalen om op (vervroegd) pensioen te gaan: Ik had genoeg financiële middelen om te stoppen met werken, Het financieel verschil tussen verder werken en stoppen was te klein. De senioren uit Veurne halen wel meer aan dat ze op (vervroegd) pensioen gaan om plaats te maken voor jongeren dan gemiddeld in een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. 74

76 Items die het vaakst aangehaald werden als reden om op (vervroegd) pensioen te gaan zijn: om plaats te maken voor jongeren (2,4), Ik had genoeg financiële middelen om te stoppen met werken (1,9) en omdat partner met pensioen ging (1,8). Het minst vaak werden volgende redenen aangehaald: ontevredenheid met de jobinhoud (0,7), ontevredenheid met de werkomstandigheden (0,6) en ik was al een tijd werkloos (0,4). Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Vrouwen gaven vaker als reden voor hun (vervroegd) pensioen op dat hun partner ook met pensioen ging, dan mannen. 75

77 Senioren met kinderen geven vaker als reden voor hun (vervroegd) pensioen op dat hun partner ook op pensioen ging dan senioren zonder kinderen. Senioren met een inkomen boven de 1500 euro geven volgende items vaker op als reden om op (vervroegd) pensioen te gaan: ontevredenheid met de werkomstandigheden, gebrek aan vrije tijd en ik had genoeg financiële middelen om te stoppen met werken. Senioren met een inkomen onder de 1000 euro geven dan weer minder als reden voor hun (vervroegd) pensioen op dat ze genoeg financiële middelen hadden om te stoppen met werken. Senioren die zeggen moeilijker rond te komen, geven minder vaak als reden voor hun (vervroegd) pensioen op dat hun partner ook met pensioen ging dan senioren die zeggen makkelijker rond te komen. 76

78 MATE VAN GEMIS VAN BEROEPSACTIVITEITEN Deze dimensie wordt gemeten aan de hand van vraag 79 uit de vragenlijst. De volgende vraag werd aan de ouderen gesteld: In welke mate mist u de volgende dingen in uw leven nu u gepensioneerd bent?. De respondenten konden om te antwoorden op de 6 items telkens kiezen tussen: helemaal niet, weinig, niet veel/niet weinig, veel of zeer veel. Gemiddelde score Mate van gemis van beroepsactiviteiten Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe meer de senioren de beroepsactiviteiten missen. Algemeen kunnen we stellen dat de senioren uit Veurne hun beroepsactiviteiten niet zo erg missen. Ze scoren dan ook laag: 2,4 op een maximum van 10. Ze missen hun beroepsactiviteiten ook minder dan de senioren uit West-, en een gemeente met dezelfde bevolkingsdichtheid. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 de beroepsbezigheden de dagelijkse routine het verschil tussen nettoloon en het pensioenbedrag het gevoel nuttig te zijn de contacten met de collega's de contacten met klanten en zakenpartners We kunnen zien dat de senioren vooral de contacten met de collega s (2,9) en het verschil tussen het nettoloon en het pensioenbedrag (3,5) missen. Veel minder missen ze hun beroepsbezigheden (1,7) en de dagelijkse routine (1,6). 77

79 Senioren uit Veurne missen minder dan de gemiddelde senior in West-: de beroepsbezigheden, de dagelijkse routine, het verschil tussen nettoloon en het pensioenbedrag en het gevoel nuttig te zijn. In vergelijking met missen ze minder: de beroepsbezigheden, de dagelijkse routine, het verschil tussen nettoloon en het pensioenbedrag, de contacten met de collega's en het gevoel nuttig te zijn. Senioren uit Veurne missen minder het verschil tussen hun nettoloon en hun pensioenbedrag dan de senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. In vergelijking met een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid missen ze minder: de beroepsbezigheden, de dagelijkse routine, het verschil tussen nettoloon en het pensioenbedrag, de contacten met de collega's en het gevoel nuttig te zijn. 78

80 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Mannen missen meer de contacten met hun collega s dan vrouwen. Senioren met een inkomen onder de 1000 euro missen meer de contacten met klanten en zakenpartners dan senioren met hoger inkomen. Senioren met een inkomen boven de 1500 euro missen dan weer minder de dagelijkse routine en de contacten met klanten en zakenpartners. Senioren die zeggen moeilijker rond te komen missen meer hun beroepsbezigheden, de dagelijkse routine, het verschil tussen het nettoloon en het pensioenbedrag, het gevoel nuttig te zijn en de contacten met klanten en zakenpartners. Merk op dat de subjectieve beoordeling van het inkomen van de respondenten een veel grotere invloed heeft op het al dan niet missen van beroepsactiviteiten dan het feitelijk inkomen. 79

81 PARTICIPATIE Vraag 47 uit de vragenlijst peilt naar de participatie van ouderen in 22 verschillende verenigingen. De volgende vraag werd voorgelegd aan de respondenten: In welke mate bent u lid van volgende verenigingen?. De ouderen konden telkens kiezen uit vier antwoordmogelijkheden: nooit lid geweest, vroeger lid geweest, lid of bestuurslid. Gemiddelde score Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Participatie Hoe hoger de score, hoe meer de senioren lid zijn van verenigingen. We kunnen zien in Veurne met een score van 1,2 op 10 niet echt veel mensen participeren. Toch zien we ook dat in vergelijking met andere regio s de senioren uit Veurne significant meer participeren. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Natuurvereniging Fanclub Vereniging die gehandicapten, helpt Vereniging voor kunstbeoefening Hobbyclub Vrouwenbeweging Socio-culturele vereniging Sportclub Politieke vereniging Religieuze vereniging Wijk- of buurtcomité Vereniging voor internat. Vrede Vakbond, Gemeentelijke adviesraad/ Gezinsvereniging Groepering in een plaatselijk café Het Rode Kruis, Vereniging voor gepensioneerden De witte comités Zelfhulpgroep Jeugdbeweging We kunnen op bovenstaande tabel en onderstaande figuur zien dat de senioren uit Veurne vooral lid zijn van een vereniging voor gepensioneerden (4,3). Verder zijn ze ook nog vaak lid van een vrouwenbeweging (1,5), een socio-culturele vereniging (1,6), een religieuze vereniging (1,6), een vakbond (1,6) en een gezinsvereniging (2,5). Veel minder vaak zijn ze lid van een jeugdbeweging (0,1), een fanclub (0,1), een vereniging voor internationale vrede (0,5), een groepering in een plaatselijk café (0,5), de witte comités (0,0) en een zelfhulpgroep (0,0). Verder kunnen we ook nog opmaken uit de tabel dat Veurne voor vele soorten verenigingen een hogere participatiegraad heeft dan de regio s waarmee hier vergeleken wordt. 80

82 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren tussen de 60 en de 69 zijn vaker lid van: een sportclub, een wijk -of buurtcomité, de vakbond en een gezinsvereniging. De jongsenioren zijn wel minder lid van een vereniging voor gepensioneerden. Senioren tussen de 70 en de 79 zijn minder vaak lid van een buurt of wijkcomité, maar wel vaker van een vereniging voor gepensioneerden. De 80 plussers tenslotte zijn minder vaak lid van: een natuurvereniging, een fanclub, een vereniging voor kunstbeoefening, een hobbyclub, een sportclub, een politieke vereniging, een vakbond, de gemeentelijke adviesraad en een gezinsvereniging. 81

83 Mannelijke senioren zijn vaker dan vrouwelijke lid van: een fanclub, een sportclub, een wijk of buurtcomité, een vakbond, een gemeentelijke adviesraad, een gezinsvereniging en een groepering in een plaatselijk café. Vrouwen zijn dan weer vaker lid van een vrouwenbeweging dan mannen. Senioren met een partner zijn vaker dan senioren zonder partner lid van: een sportclub, een politieke vereniging, een religieuze vereniging, een wijk- of buurtcomité, de vakbond en een gezinsvereniging. 82

84 Senioren met kinderen participeren meer dan senioren zonder kinderen in volgende verenigingen: gezinsvereniging en jeugdbeweging. Senioren met een inkomen onder de 1000 euro zijn minder vaak lid van: een natuurvereniging, een vereniging die gehandicapten helpt, een socio-culturele vereniging, een sportclub, een politieke vereniging, een gezinsvereniging en een groepering in het plaatselijk café. Senioren met een gemiddeld inkomen zijn minder vaak lid van: een politieke vereniging, een gemeentelijke adviesraad en een vereniging voor gepensioneerden. Ze zijn wel vaker lid van een groepering in een plaatselijk café. De senioren met een inkomen boven de 1500 euro per maand participeren tenslotte vaker in een natuurvereniging, een vereniging die gehandicapten helpt, een socio-culturele vereniging, een politieke vereniging, een gemeentelijke adviesraad en een gezinsvereniging. 83

85 Senioren die menen makkelijker rond te komen zijn vaker lid van een natuurvereniging, een socioculturele vereniging, een politieke vereniging en een vereniging voor gepensioneerden. 84

86 ACTIVITEITSGRAAD Deze dimensie wordt gemeten aan de hand van de volgende vraag: Hoe vaak beoefent u volgende activiteiten? (vraag 46). Vervolgens worden allerlei activiteiten opgesomd. De items 1 en 6 tem 15 vormen samen deze dimensie. De vijf antwoordmogelijkheden zijn: nooit, zelden, ongeveer maandelijks, ongeveer wekelijks en meer dan 1 maal per week. Gemiddelde score Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Activiteitsgraad Hoe hoger de score, hoe vaker de senioren activiteiten beoefenen. We zien dat de ouderen in Veurne met een score van 3,3 op een maximum van 10 minder activiteiten beoefenen dan gemiddeld in en een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. Welke items scoren het hoogst? De dimensie 'Activiteitsgraad' werd gemeten aan de hand van 11 items. Deze 11 items werden samengevoegd tot 3 subdimensies. Voor elk van deze subdimensies staat hieronder de score op 10. Activiteiten ifv ontspanning en ontmoeting Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Activiteiten ifv zelfrealisatie Doe-het-zelf activiteiten We zien dat de senioren het vaakst activiteiten in functie van ontspanning en ontmoeting (4,5) beoefenen en het minst vaak activiteiten in functie van zelfrealisatie (2,0). We zien in vergelijking met, dat de senioren uit Veurne voor alle drie de subdimensies lager scoren. Veurne scoort ook lager dan West- voor de doe-hetzelf activiteiten. 85

87 Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat de senioren uit Veurne minder doe-het-zelf activiteiten beoefenen dan senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en senioren uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. In de volgende tabel wordt de score op 10 weergegeven voor alle items, gerangschikt per subdimensie. Activiteiten ifv ontspanning en ontmoeting op café of uit eten gaan (ook brasserie en tearoom) Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= reizen en uitstapjes maken winkelen voor genoegen luisteren naar radio of muziek wandelen of fietsen Activiteiten ifv zelfrealisatie een opleiding of cursus volgen een computer of het internet gebruiken naar toneel, film, sport en cultuurevenementen gaan boeken lezen Doe-het-zelf activiteiten tuinieren herstellingen in huis Per subdimensie volgt hieronder de visuele voorstelling van de scores. 86

88 1. Activiteiten in functie van ontspanning en ontmoeting Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat de senioren uit Veurne, in vergelijking met gemiddeld in West-, significant minder luisteren naar radio en muziek. In vergelijking met gemiddeld in, worden volgende activiteiten minder door de senioren uit Veurne beoefend: op café of uit eten gaan, reizen en uitstapjes maken en winkelen voor genoegen. In vergelijking met senioren uit een gemeente met een gelijkaardige vergrijzingsgraad, beoefenen de senioren uit Veurne minder volgende activiteiten: op café of uit eten gaan, reizen en uitstapjes maken en wandelen of fietsen. Als we tenslotte vergelijken met een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, dan zien we dat de senioren uit Veurne minder winkelen voor genoegen. 87

89 2. Activiteiten in fuctie van zelfrealisatie Als we de senioren uit Veurne vergelijken met de senioren uit West- wat betreft het beoefenen van activiteiten in functie van zelfrealisatie, dan zien we dat de senioren uit Veurne meer boeken lezen dan gemiddeld in West-. Als we vervolgens vergelijken met de scores van, dan stellen we vast dat de senioren uit Veurne minder dan gemiddeld genomen in de computer of het internet gebruiken. De senioren uit Veurne gebruiken minder de computer of het internet dan de senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en senioren uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Tot slot lezen de senioren uit Veurne meer boeken dan de senioren uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. 88

90 3. Doe-het-zelf activiteiten We zien dat in vergelijking met West- en, de senioren uit Veurne minder tuinieren en ook minder herstellingen doen in hun huis. We zien dat ook in vergelijking met een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, de senioren uit Veurne minder tuinieren en ook minder herstellingen doen in hun huis. Senioren Uit Veurne beoefenen het vaakst volgende activiteiten: tuinieren (4,2), luisteren naar radio of muziek (7,1) en wandelen of fietsen (5,9). Het minst vaak volgen ze een opleiding of cursus (1,0), gebruiken ze een computer of het internet (1,3) en gaan ze naar toneel-, film-, sport of cultuurevenementen (1,7). 89

91 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Jongere senioren beoefenen duidelijk veel meer activiteiten dan senioren boven de 70. Ze scoren dan ook, met uitzondering voor de items luisteren naar radio of muziek en boeken lezen, voor alle items significant hoger. 80 plussers beoefenen dan weer veel minder activiteiten. Zij scoren op alle items (met uitzondering van luisteren naar radio of muziek en boeken lezen ) lager dan de senioren onder de 80. Mannen beoefenen volgende activiteiten duidelijk vaker dan vrouwen: luisteren naar radio of muziek, wandelen of fietsen, een computer of het internet gebruiken, naar een toneel-, film-, sport- of cultuurevenement gaan, tuinieren en herstellingen aan het huis. Senioren met een partner beoefenen volgende activiteiten meer dan senioren zonder partner: op café of uit eten gaan, winkelen voor genoegen, luisteren naar radio of muziek, wandelen of fietsen, een computer of het internet gebruiken, naar toneel-, film-, sport- of cultuurevenement gaan, tuinieren en herstellingen in huis. 90

92 Senioren met kinderen doen vaker herstellingen in huis dan senioren zonder kinderen. Senioren met een inkomen onder de 1000 euro beoefenen minder vaak volgende activiteiten: op café of uit eten gaan, reizen en uitstapjes maken, winkelen voor genoegen, luisteren naar radio of muziek, een opleiding of cursus volgen, een computer of het internet gebruiken, naar een toneel-,film-, sport- of cultuurevenement gaan, en herstellingen in huis. Senioren met een gemiddeld inkomen ( ) gebruiken minder vaak een computer of het internet. En senioren met een inkomen boven de 1500 euro tenslotte beoefenen vaker volgende activiteiten: op café of uit eten gaan, reizen en uitstapjes maken, luisteren naar radio of muziek, een opleiding of cursus volgen, een computer of het internet gebruiken, naar een toneel-, film-, sport- of cultuurevenement gaan, boeken lezen en herstellingen in huis. Senioren die menen moeilijker rond te komen beoefenen minder vaak volgende activiteiten dan senioren die menen makkelijker rond te komen: op café of uit eten gaan, reizen en uitstapjes maken, luisteren naar radio of muziek en een computer of het internet gebruiken. 91

93 MOTIEVEN LID WORDEN VAN VERENIGING Om te peilen naar de motieven van ouderen om lid te worden van een ouderenvereniging, werd het volgende gevraagd aan de respondenten: Hoe belangrijk waren onderstaande redenen voor u om lid te worden van een vereniging van ouderen? (vraag 51, items 1 tem 8). De ouderen konden telkens antwoorden met helemaal niet belangrijk, eerder onbelangrijk, noch belangrijk/noch onbelangrijk, eerder belangrijk of zeer belangrijk. De onderstaande scores hebben betrekking op alle ouderen die aangeven lid te zijn van een ouderenvereniging (vraag 50). Voor de gemeente Veurne betreft dit 38.78% van de ouderen in de steekproef. Het gemiddelde voor de deelnemende gemeenten van West- ligt op 34.57%. Gemiddelde score Motieven lid worden van vereniging Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe explicieter de keuze van de senioren om lid te worden van een ouderenvereniging. De gemiddelde score voor Veurne bedraagt 6,9 (op een maximum van 10). Dit betekent dat de ouderen wel degelijk concrete redenen hebben om lid te worden van een vereniging. Ze (de senioren uit Veurne) hebben zelfs meer concrete redenen dan de senioren uit alle regio s waarmee hier vergeleken wordt. Let wel op: deze scores gaan enkel over senioren die eerder al aangaven dat ze lid zijn van een vereniging voor ouderen. Welke items scoren het hoogst? De dimensie 'Motieven lid worden van vereniging' werd gemeten aan de hand van 8 items. Deze 8 items werden samengevoegd tot 2 subdimensies. Voor elk van deze subdimensies staat hieronder de score op 10. Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Verbondenheid Gezelligheid en ontmoeting We zien dat senioren vaker lid worden van een vereniging voor de gezelligheid en de ontmoeting (7,9) dan voor de verbondenheid met de organisatie (6,0). Op bovenstaande tabel kunnen we zien dat Veurne op beide subdimensies duidelijk hoger scoort dan zowel als West-. 92

94 Op bovenstaande tabel kunnen we zien dat Veurne op beide subdimensies ook duidelijk hoger scoort dan een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. In de volgende tabel wordt de score op 10 weergegeven voor alle items, gerangschikt per subdimensie. Verbondenheid voor hulp en ondersteuning van de bond Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= zelf iets voor ouderen willen doen belangenbehartiging steunen van het idee/doelen van de bond gevraagd lid te worden vanwege partner Gezelligheid en ontmoeting vanwege de gezelligheid omdat je er andere mensen ontmoet Per subdimensie volgt hieronder de visuele voorstelling van de scores. 1. Verbondenheid 93

95 We zien op bovenstaande figuur duidelijk dat de groene lijn van Veurne steeds een stuk boven de rode van West- en de blauwe van uitsteekt. Veurne scoort dus met andere woorden steeds significant hogervoor alle items van verbondenheid. Hier zien we een gelijkaardig beeld. De senioren uit Veurne halen alle redenen onder de subdimensie verbondenheid ook significant meer aan dan de senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en senioren uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. 1. Gezelligheid en ontmoeting We zien dat de senioren uit Veurne significant meer redenen aanhalen met betrekking tot gezelligheid en ontmoeting om lid te worden van een seniorenvereniging dan senioren uit West- en. Op onderstaande figuur zien we ook dat de senioren uit Veurne significant meer redenen aanhalen met betrekking tot gezelligheid en ontmoeting om lid te worden van een seniorenvereniging dan senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en senioren uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. 94

96 Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat senioren vooral lid worden van een vereniging vanwege de gezelligheid (7,6) en omdat men er andere mensen ontmoet (8,2). Ze worden het minst vaak lid van een vereniging om hun belangen te behartigen (5,2) en vanwege hun partner (5,4). Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Mannen worden eerder dan vrouwen lid van een vereniging om hun belangen te behartigen, om het idee en de doelen van de bond te steunen en vanwege hun partner. 95

97 Senioren met een partner worden eerder lid van een vereniging om het idee en de doelen van de bond te steunen en vanwege hun partner dan senioren zonder partner. Senioren zonder kinderen worden vaker lid van een vereniging voor hulp en ondersteuning van de bond, om hun belangen te behartigen en om het idee en de doelen van de bond te steunen dan senioren met kinderen. Senioren met een gemiddeld inkomen worden vaker lid van een vereniging om de ideeën en doelen van de bond te steunen. 96

98 PARTICIPATIEGRAAD SENIORENVERENIGINGEN Deze dimensie wordt gemeten aan de hand van de volgende vraag: Aan welke van de onderstaande activiteiten neemt u gewoonlijk deel? (vraag 53, items 1 tem 14 en 16 tem 21). De ouderen konden antwoorden met nooit, af en toe of regelmatig. Gemiddelde score Participatiegraad seniorenverenigingen Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe meer de senioren deelnemen aan de activiteiten van de seniorenverenigingen. We zien met een score van 3,0 op een maximum van 10, dat de senioren uit Veurne die lid zijn van een vereniging niet zo heel vaak deelnemen aan activiteiten van die vereniging. Ze nemen evenwel vaker deel aan activiteiten dan de senioren uit alle andere regio s waarmee hier vergeleken wordt. Senioren geen het vaakst naar ledenvergaderingen (5,6), feesten/ koffietafels/ ontspanning/ animatie (7,0), gespreksnamiddagen (4,4), geleide bezoeken (3,7) en dag of halvedag uitstappen (4,9). Het minst vaak gaan ze naar praktische cursussen (1,3), lessenreeksen (1,3), sociale acties (1,3), sportactiviteiten en hobby-atliers (1,5). 97

99 Welke items scoren het hoogst? Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 ledenvergadering functie in het bestuur/bestuursvergadering feesten, koffietafels, ontspanning en animatie gespreksnamiddagen bezinningsnamiddagen/religieuze vieringen praktische cursussen lessenreeksen vrijwilligerswerk sociale acties geleide bezoeken bijwonen van toneel, film, concerten sportactiviteiten hobby-atelier toneel- en zangactiviteiten dag of halvedag uitstappen gemeenschappelijke activiteiten met andere bonden Bedevaarten vakanties in het binnenland vakanties in het buitenland het ledenblad/bestuursblad We zien dat de senioren uit Veurne duidelijk veel vaker aan activiteiten deelnemen. Ze scoren dan ook significant hoger voor bijna alle activiteiten dan senioren zowel in als in West- (dit met uitzondering van bezinningsnamiddagen/ religieuze vieringen, sportactiviteiten en ledenblad/bestuursblad ). We zien ook dat de senioren uit Veurne duidelijk veel vaker aan activiteiten deelnemen aan activiteiten van seniorenverenigingen dan senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en senioren uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Ze scoren dan ook significant hoger voor bijna alle activiteiten dan zowel een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid (dit met uitzondering van bezinningsnamiddagen/ religieuze vieringen, vakanties in het binnenland en ledenblad/bestuursblad ). 98

100 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Jongere senioren gaan vaker naar vrijwilligerswerk en sportactiviteiten. 80-plussers gaan minder vaak naar ledenvergaderingen, bestuursvergaderingen, gespreknamiddagen, praktische cursussen, lessenreeksen, vrijwilligerswerk, sociale acties, geleide bezoeken, toneel/ film/ concerten, sportactiviteiten, toneel en zangactiviteiten, gemeenschappelijke activiteiten met andere bonden, vakanties in het binnenland. vakanties in het buitenland en ze lezen ook minder vaak het bestuursblad/ledenblad. Mannen gaan vaker dan vrouwen naar: ledenvergaderingen, bestuursvergaderingen, sociale acties, sportactiviteiten, vakanties in het buitenland en lezen ook vaker het ledenblad/bestuursblad. 99

101 Senioren met een partner gaan vaker dan senioren zonder partner naar: ledenvergaderingen, bestuursvergaderingen, vrijwilligerswerk, sociale acties en sportactiviteiten. 100

102 Senioren zonder kinderen gaan vaker naar toneel en zangactiviteiten dan senioren met kinderen. Senioren met een inkomen onder de 1000 euro gaan minder vaak naar: ledenvergaderingen, bestuursvergaderingen, gespreksnamiddagen, praktische cursussen, lessenreeksen, sociale acties, geleide bezoeken en toneel/film/concerten. Senioren met een gemiddeld inkomen ( ) gaan vaker naar bezinningsnamiddagen/ religieuze vieringen en sociale acties. Senioren met een inkomen boven de 1500 euro gaan tenslotte vaker naar lessenreeksen, geleide bezoeken en toneel/ film/ concerten. 101

103 Senioren die makkelijker rondkomen volgen meer praktische cursussen en lessenreeksen dan senioren die moeilijker rondkomen. 102

104 BELEMMERINGEN BIJWONEN ACTIVITEITEN SENIORENVERENIGINGEN Vraag 55 uit de vragenlijst peilt naar de belemmeringen die ouderen ondervinden voor het bijwonen van activiteiten van seniorenverenigingen. De volgende vraag werd voorgelegd aan de respondenten: Kunt u aangeven hoe belangrijk onderstaande redenen voor u zijn om de activiteiten, bijeenkomsten en/of vergaderingen van de vereniging voor ouderen niet vaker te bezoeken?. De ouderen konden op de 13 items telkens antwoorden met helemaal niet belangrijk, eerder onbelangrijk, noch belangrijk/noch onbelangrijk, eerder belangrijk of zeer belangrijk. Gemiddelde score Belemmeringen bijwonen activiteiten seniorenverenigingen Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe meer belemmeringen de senioren ervaren om de activiteiten van de seniorenverenigingen vaker bij te wonen. We zien met een score van 3,0 dat de senioren uit Veurne relatief weinig belemmeringen ervaren om aan activiteiten van seniorenverenigingen deel te nemen. We zien hierbij geen verschil met de regio s waarmee hier vergeleken wordt. Welke items scoren het hoogst? De dimensie 'Belemmeringen bijwonen activiteiten seniorenverenigingen' werd gemeten aan de hand van 13 items. Deze 13 items werden samengevoegd tot 2 subdimensies. Voor elk van deze subdimensies staat hieronder de score op 10. Organisatie specifieke belemmeringen Persoonsgebonden belemmeringen Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= We zien dat organisatiespecifieke belemmeringen (3,1) iets meer spelen dan persoonsgebonden belemmeringen (3,0). Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat zowel wat betreft de organisatiespecifieke als de persoonsgebonden belemmeringen er geen verschil is tussen Veurne en of West-. 103

105 Op deze figuur kunnen we ook zien dat zowel wat betreft de organisatiespecifieke als de persoonsgebonden belemmeringen er geen verschil is tussen Veurne en een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad of een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. In de volgende tabel wordt de score op 10 weergegeven voor alle items, gerangschikt per subdimensie. Organisatie specifieke belemmeringen Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 activiteiten spreken niet aan geen interesse sfeer spreekt niet aan/niet gezellig niet op de hoogte heb ik nooit gedaan activiteiten zijn vaak 's avonds Persoonsgebonden belemmeringen gezondheidsproblemen vervoersproblemen geen tijd zorg voor iemand niemand om mee samen te gaan te duur angst om op straat te komen Per subdimensie volgt hieronder de visuele voorstelling van de scores. 1. Organisatiespecifieke belemmeringen Op onderstaande figuur kunnen we zien dat de senioren uit Veurne in vergelijking met de gemiddelde senioren in West- zich minder belemmerd voelen in hun deelname aan activiteiten van seniorenverenigingen door het feit dat ze dit nog nooit eerder hadden gedaan. In vergelijking met voelen de senioren uit Veurne zich minder belemmerd door het feit dat ze geen interesse hadden en door het feit dat ze het nog nooit eerder hadden gedaan. De senioren in Veurne ervaren het feit dat de activiteiten vaak s avonds doorgaan meer als een belemmering. 104

106 De senioren uit Veurne voelen zich minder belemmerd doordat ze niet op de hoogte waren en doordat ze het nooit eerder gedaan hadden, dan de senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. De senioren uit Veurne voelen zich meer belemmerd door het feit dat de activiteiten vaak s avonds doorgaan dan senioren uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. geen interesse en nog nooit eerder gedaan worden minder als belemmering ervaren. 105

107 2. Persoonsgebonden belemmeringen Senioren uit Veurne voelen zich meer belemmerd in hun deelname aan activiteiten van seniorenverenigingen door gezondheidsproblemen en doordat ze niemand hebben om mee te gaan dan gemiddeld in West-. In vergelijking met voelen de senioren uit Veurne zich meer belemmerd door gezondheidsproblemen, maar minder door de angst om op straat te komen. Senioren uit Veurne voelen zich meer belemmerd dan senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad door gezondheidsproblemen. Ze voelen zich dan wel weer minder belemmerd dan de senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad door vervoersproblemen, de zorg voor iemand en de angst om op straat te komen. Als we tenslotte vergelijken met een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid dan zien we dat de senioren uit Veurne zich minder belemmerd voelen in hun deelname aan activiteiten van seniorenverenigingen door vervoersproblemen, de zorg voor iemand en omdat het te duur is. 106

108 Op bovenstaande figuur kunnen we zien dat de senioren uit Veurne zich het meest belemmerd in hun deelname aan activiteiten van seniorenverenigingen voelen door gezondheidsproblemen (4,4), activiteiten die niet aanspreken (3,5), geen interesse (3,4) en activiteiten die vaak s avonds doorgaan (3,4). Ze voelen zich veel minder belemmerd door de zorg voor iemand (2,5), de angst om op straat te komen (2,7), te duur (2,3) en het feit dat ze het nog nooit gedaan hebben (2,5). Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren tussen de 60 en de 69 ervaren meer belemmeringen in hun deelname aan activiteiten van seniorenverenigingen doordat ze geen tijd hebben en doordat de activiteiten hen niet aanspreken. Senioren van boven de 80 voelen zich minder belemmerd in hun deelname. Ze scoren dan ook significant lager voor: sfeer spreekt niet aan/ niet gezellig en geen tijd. 107

109 Vrouwen ervaren minder gebrek aan tijd als belemmering dan mannen. Senioren zonder partner voelen zich meer belemmerd in hun deelname aan activiteiten van seniorenverenigingen dan senioren met een partner door vervoersproblemen. Senioren met een partner voelen zich dan weer meer belemmerd in hun deelname door een gebrek aan tijd en door de zorg voor iemand anders. Senioren met een inkomen onder de 1000 euro ervaren minder belemmeringen in hun deelname aan activiteiten van seniorenverenigingen. Ze scoren dan ook significant lager voor de items activiteiten spreken niet aan en geen interesse. De senioren met een gemiddeld inkomen ervaren een gebrek aan tijd minder als belemmering in hun deelname aan activiteiten van seniorenverenigingen. Senioren met een hoog inkomen voelen zich tenslotte meer belemmerd in hun deelname doordat de activiteiten niet aanspreken, door een gebrek aan interesse en door een gebrek aan tijd. Ze ervaren gezondheidsproblemen dan wel weer minder als belemmering in hun deelname aan activiteiten van seniorenverenigingen. 108

110 BIJWONEN CULTURELE EVENEMENTEN De mate waarin ouderen culturele evenementen bijwonen, wordt gemeten aan de hand van vraag 73 (items 1 tem 4, 8 tem 12, 14 tem 15 en 18 tem 20). De vraag klinkt als volgt: Hoe vaak woont u onderstaande culturele evenementen bij?. De ouderen konden kiezen uit vijf antwoordmogelijkheden: nooit, één keer per jaar, meerdere keren per jaar, één keer per maand of meerdere keren per maand. Gemiddelde score Bijwonen culturele evenementen Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe meer de senioren culturele evenementen bijwonen. We zien dat Veurne een score van 0,5 op 10 haalt. Dit wil dus zeggen dat de senioren uit Veurne zeer weinig culturele evenementen bijwonen. Dit wijkt evenwel niet af van de regio s waarmee hier vergeleken wordt. Welke items scoren het hoogst? De dimensie 'Bijwonen culturele evenementen' werd gemeten aan de hand van 14 items. Deze 14 items werden samengevoegd tot 3 subdimensies. Voor elk van deze subdimensies staat hieronder de score op 10. Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 theater muziek Kunst Op bovenstaande tabel kunnen we zien dat kunst bovenaan het lijstje van culturele evenementen staat. Theater staat op 2 en muziek vervolledigt het lijstje. Op deze figuur kunnen we zien dat er geen verschil is tussen Veurne en of West- wat betreft de drie subdiemensies van bijwonen culturele evenementen. 109

111 Er is eveneens geen verschil tussen Veurne en een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad / gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid wat betreft het bijwonen van culturele evenementen. In de volgende tabel wordt de score op 10 weergegeven voor alle items, gerangschikt per subdimensie. theater Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 klassiek theater hedendaags theater comedy cabaret muziek klassieke muziek folk/wereldmuziek kleinkunst vlaamse muziek jazz opera operette Kunst kunst met educatieve functie klassieke kunsten hedendaagse kunst Uit deze tabel kunnen we afleiden dat de scores van Veurne op de verschillende items niet of nauwelijks afwijken van de andere benchmarks. De scores voor alle items zijn laag en wijken niet af van de andere regio s waarmee hier vergeleken wordt. Op onderstaande figuur is af te lezen dat de senioren uit Veurne het vaakst gaan naar klassiek theater (0,7), hedendaags theater (0,7), klassieke muziek (0,7) en klassieke kunsten (0,6). Evenementen waar comedy (0,4), folk/wereldmuziek (0,3), jazz (0,1) en opera (0,4) op het programma staat, worden veel minder vaak door de senioren uit Veurne bezocht. 110

112 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren tussen de 60 en 69 gaan vaker naar klassiek theater, hedendaags theater, hedendaagse kunst en comedy. 80 plussers gaan minder vaak naar alle culturele evenementen die hier opgenoemd werden (dit met uitzondering van Vlaamse muziek ). Mannen gaan vaker naar Vlaamse muziek dan vrouwen. 111

113 Senioren met een partner gaan vaker naar culturele evenementen waar klassiek theater, klassieke muziek en kunst met een educatieve functie op het programma staat dan senioren zonder partner. Senioren met kinderen gaan vaker naar comedy en cabaret dan senioren zonder kinderen. Cultuurparticipatie is gelinkt aan inkomen: hoe hoger het inkomen, hoe meer er geparticipeerd wordt. Senioren met een inkomen onder de 1000 euro gaan minder vaak naar klassiek theater, hedendaags theater, cabaret, klassieke muziek, jazz, opera, operette, kunst met een educatieve functie, klassiek kunsten en hedendaagse kunst. Senioren met een inkomen tussen de 1000 en de 1499 euro gaan minder vaak naar cabaret en kleinkunst. Senioren met een inkomen boven de 1500 euro gaan tenslotte vaker naar klassiek theater, hedendaags theater, comedy, cabaret, klassieke muziek, kleinkunst, opera, operette, kunst met een educatieve functie, klassieke kunsten en hedendaagse kunst. 112

114 Senioren die menen moeilijker rond te komen gaan minder vaak naar hedendaags theater, cabaret, klassieke muziek en klassieke kunsten dan senioren die menen makkelijker rond te komen. 113

115 BELEIDSPARTICIPATIE Deze dimensie wordt gemeten door middel van de volgende vraag: Zou u kunnen aangeven hoe u vindt dat het feitelijk gesteld is met de invloed van ouderen met betrekking tot? (vraag 63). Vervolgens worden acht items weergegeven, bijvoorbeeld het gemeentebeleid, het beleid van thuiszorginstellingen, het OCMW-beleid, De respondenten konden kiezen uit vijf antwoordcategorieën: heel slecht, eerder slecht, noch slecht/noch goed, eerder goed of heel goed. Wanneer ouderen ervaren dat ze invloed hebben op beleidsdomeinen kan dat een aanzet zijn om politiek geëngageerd te blijven/worden. Gemiddelde score Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=1 Beleidsparticipatie Hoe hoger de score, hoe meer de senioren menen dat ze invloed hebben op beleidsdomeinen. We zien met een score van 5,9 dat de senioren uit Veurne het gevoel hebben niet veel maar zeker ook niet weinig invloed te hebben op het beleid. Hierin zijn ze positiever gestemd dan de senioren uit, de senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en de senioren uit een gemeente met eenzelfde bevolkingdichtheid. Tussen Veurne en de gemiddelde scores in West- zien we geen verschil. Welke items scoren het hoogst? het beleid van sociale huisvestingsmaatschappijen Gemeente Veurne West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= het gemeentelijk beleid gemeentelijke raden het beleid van organisaties en instellingen in de gezondheidszorg het beleid van thuiszorginstellingen het beleid van organisaties die activiteiten voor ouderen organiseren de inrichting van hun wijk OCMW beleid

116 Op bovenstaande figuur en tabel kunnen we zien dat de senioren uit Veurne vooral het gevoel hebben ze invloed hebben op het OCMW beleid (6,2) en het beleid van organisaties die activiteiten voor ouderen organiseren (6,3). Ze hebben de indruk dat ze minder invloed hebben op het beleid van sociale huisvestingsmaatschappijen (5,3) en de gemeentelijke raden (5,6). Op bovenstaande figuur zien we dat de senioren uit Veurne meer dan gemiddeld in West- de indruk hebben dat ze invloed hebben op het beleid van sociale huisvestingsmaatschappijen en de inrichting van hun wijk. In vergelijking met, scoort Veurne ook hoger voor: het beleid van sociale huisvestingsmaatschappijen, het gemeentelijk beleid, gemeentelijke raden, het beleid van organisaties en instellingen in de gezondheidszorg, het beleid van organisaties die activiteiten voor ouderen organiseren, de inrichting van hun wijk en het OCMW beleid. In vergelijking met een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, zien we dat de senioren uit Veurne meer de indruk hebben dat ze invloed hebben op het beleid van sociale huisvestingsmaatschappijen, het gemeentelijk beleid, gemeentelijke raden, het beleid van organisaties en instellingen in de gezondheidszorg, het beleid van organisaties die activiteiten voor ouderen organiseren, de inrichting van hun wijk en het OCMW beleid. Als we de senioren 115

117 uit Veurne wat betreft beleidsparticipatie dan vergelijken met de senioren uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, dan stellen we vast dat de senioren uit Veurne meer het gevoel hebben dat ze invloed hebben op het beleid van sociale huisvestingsmaatschappijen, gemeentelijke raden, het beleid van organisaties en instellingen in de gezondheidszorg, het beleid van organisaties die activiteiten voor ouderen organiseren en de inrichting van hun wijk. Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren met een inkomen boven de 1500 euro hebben minder het gevoel dat ze invloed hebben op het beleid van organisaties en instellingen in de gezondheidszorg dan senioren die minder verdienen. Senioren die menen makkelijker rond te komen hebben juist meer de indruk dat ze invloed hebben op het beleid van organisaties en instellingen in de gezondheidszorg dan senioren die menen moeilijker rond te komen. 116

Gemeentelijk rapport Ieper. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Ieper. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Ieper Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt...

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Houthulst. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Houthulst. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Houthulst Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Kortrijk. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Kortrijk. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Kortrijk Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Wervik. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Wervik. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Wervik Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Hooglede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Hooglede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Hooglede Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Ardooie. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Ardooie. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Ardooie Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 0 Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten......

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Diksmuide. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Diksmuide. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Diksmuide Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 8 Thema 1: Woonsituatie

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Bredene. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Bredene. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Bredene Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Moorslede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Moorslede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Moorslede Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Anzegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Anzegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Anzegem Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 8 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Roeselare. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Roeselare. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Roeselare Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie

Nadere informatie

Situering BM West-Vlaanderen BM Vlaanderen Koekelare BM Vergrijzingsklasse=3 Koekelare BM Dichtheidsklasse=1

Situering BM West-Vlaanderen BM Vlaanderen Koekelare BM Vergrijzingsklasse=3 Koekelare BM Dichtheidsklasse=1 Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 7 ONAANGEPASTHEID VAN DE WONING... 7 BUURTBETROKKENHEID...

Nadere informatie

1. Situering Methodologie Beschrijving van de steekproef Bespreking van de resultaten... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt...

1. Situering Methodologie Beschrijving van de steekproef Bespreking van de resultaten... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... Inhoudsopgave 1. Situering... 2 2. Methodologie... 2 3. Beschrijving van de steekproef...... 3 4. Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 7 BUURTBETROKKENHEID... 7 VERHUISGENEIGDHEID...

Nadere informatie

RAPPORT OUDERENBEHOEFTEONDERZOEK DE PINTE

RAPPORT OUDERENBEHOEFTEONDERZOEK DE PINTE RAPPORT OUDERENBEHOEFTEONDERZOEK DE PINTE Inhoudstafel Situering en methodologie... 5 Situering... 5 Methodologie... 5 Meten van behoeften... 6 Beschrijving van de steekproef...... 7 Thema 1: Woonsituatie

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Brugge. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Brugge. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Brugge Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt...

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Zwevegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Zwevegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Zwevegem Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoudsopgave 1. Situering... 2 2. Methodologie... 2 3. Beschrijving van de steekproef...... 3 4. Bespreking van de resultaten...... 7 Thema

Nadere informatie

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Deerlijk 2012

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Deerlijk 2012 Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Deerlijk 2012 WOAS 2 Inhoudstafel Situering... 5 Methodologie... 6 1. Dataverzameling... 6 2. Steekproef... 6 3. Meetmodel... 6 4. Schaalconstructies...

Nadere informatie

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Jabbeke 2011

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Jabbeke 2011 Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport 2011 WOAS 1 2 Inhoudstafel Situering... 5 Methodologie... 6 1. Dataverzameling... 6 2. Steekproef... 6 3. Meetmodel... 6 4. Schaalconstructies... 7 5. Significantieniveau...

Nadere informatie

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Knokke-Heist 2012 WOAS

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Knokke-Heist 2012 WOAS Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport 2012 WOAS 1 Inhoudsopgave Situering... 4 Methodologie... 5 1. Dataverzameling... 5 2. Steekproef... 5 3. Meetmodel... 5 4. Schaalconstructies... 6 5. Significantieniveau...

Nadere informatie

Rapport Lokaal behoefteonderzoek Limburg

Rapport Lokaal behoefteonderzoek Limburg Rapport Lokaal behoefteonderzoek Resultaten van het ouderenbehoefteonderzoek ter ondersteuning van het lokaal ouderenbeleid Dominique Verté Nico De Witte Liesbeth De Donder Tine Buffel Sarah Dury An-Sofie

Nadere informatie

Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 24

Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 24 Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Oostende 2014 1 Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 1 Situering... 7 2 Methodologie... 8 2.1 Dataverzameling... 8 2.2 Steekproef... 8 3 Beschrijving

Nadere informatie

Inleiding: Achtergrond... 6 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 24

Inleiding: Achtergrond... 6 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 24 Seniorenbehoeftenonderzoek Regionale analyse West-Vlaanderen 2015 Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 6 1 Situering... 6 2 Methodologie... 8 2.1 Dataverzameling... 8 2.2 Steekproef... 8 2.3 Meetmodel...

Nadere informatie

Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 19

Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 19 Ouderenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Ieper 2018 1 Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 1 Situering... 7 2 Methodologie... 8 2.1 Dataverzameling... 8 2.2 Steekproef... 8 3 Beschrijving van

Nadere informatie

Lokaal behoefteonderzoek bij de Genkse 60-plussers

Lokaal behoefteonderzoek bij de Genkse 60-plussers Lokaal behoefteonderzoek bij de Genkse 60-plussers 1 1 SAMENVATTING RESULTATEN 2011-2012 Lokaal behoefteonderzoek Genk 2 3 Beste 6 jaar geleden organiseerden we een eerste grootschalig onderzoek bij de

Nadere informatie

Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012

Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012 Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012 in opdracht van Stad en OCMW in samenwerking met VUB Doelstelling van het onderzoek Wat zijn de noden en behoeften van de Turnhoutse senioren (omgevingsanalyse)

Nadere informatie

Behoefteonderzoek senioren Jabbeke. Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury

Behoefteonderzoek senioren Jabbeke. Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury Behoefteonderzoek senioren 2011 Jabbeke 2011 Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury Onderzoeksgroep Agogische wetenschappen, Vrije Universiteit Brussel. Situering van het project

Nadere informatie

Ouderen behoefteonderzoek. Brussel. 2/jun/09

Ouderen behoefteonderzoek. Brussel. 2/jun/09 Ouderen behoefteonderzoek Brussel 2/jun/09 Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury Onderzoeksgroep Agogische Wetenschappen Vrije Universiteit Brussel Situering van het project

Nadere informatie

Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent. Postcode huisbezoek. 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.) 2. Geslacht? (Vul in a.u.b.

Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent. Postcode huisbezoek. 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.) 2. Geslacht? (Vul in a.u.b. Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent Datum huisbezoek Postcode huisbezoek..../... /... (DD/MM/JJJJ) 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.)... DD/MM/JJJJ 2. Geslacht? (Vul in a.u.b.) Man Vrouw

Nadere informatie

Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012

Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012 Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012 in opdracht van Stad en OCMW in samenwerking met VUB Doelstelling van het onderzoek Wat zijn de noden en behoeften van de Turnhoutse senioren (omgevingsanalyse)

Nadere informatie

Inleiding Analyse van de respons... 4

Inleiding Analyse van de respons... 4 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. Kwetsbaarheidsscore... 7 3.1

Nadere informatie

Inleiding. Belgian Ageing Studies

Inleiding. Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. heidsscore... 7 3.1 De totale

Nadere informatie

Inhoud. III. Zorgvraag 224

Inhoud. III. Zorgvraag 224 Inhoud Deel 3: Oplijsting van de zorgvraag... 225 Deel 3.1 Ouderenbehoefteonderzoek... 226 1. Ouderenbehoefteonderzoek... 226 1.1 Situering... 226 1.2 Dataverzamelingsmethode... 227 1.3 Ouderenbehoefteonderzoek

Nadere informatie

Inleiding. Belgian Ageing Studies

Inleiding. Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. Kwetsbaarheidsscore... 7 3.1

Nadere informatie

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook heeft mogelijk gemaakt! Belgian Ageing Studies

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook heeft mogelijk gemaakt! Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. heidsscore... 7 3.1 De totale

Nadere informatie

Active Ageing. Actief ouder worden. KBO Wanroij. 14 november 2012 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel

Active Ageing. Actief ouder worden. KBO Wanroij. 14 november 2012 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel Active Ageing Actief ouder worden KBO Wanroij 14 november 2012 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel KBO Wanroij: actief ouder worden (1) 1. Aan het eind van deze eeuw worden mensen meer dan 125 jaar oud.

Nadere informatie

Omgevingscomponent Conclusie kwetsbaarheid naar huishoudtype Naar woningtype Totale kwetsbaarheidsscore...

Omgevingscomponent Conclusie kwetsbaarheid naar huishoudtype Naar woningtype Totale kwetsbaarheidsscore... 1 Inhoud Inleiding... 4 1. Analyse van de respons... 5 2. Kenmerken van de respondenten... 6 2.1 Deelgemeente... 6 2.2 Geslacht... 6 2.3 Leeftijd... 7 2.4 Huishoudtype... 7 2.5 Type woning... 8 3. Kwetsbaarheidsscore...

Nadere informatie

VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR)

VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR) 3 RIJBEWIJSBEZIT TABEL 1 VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR) Cumulative Cumulative RYBEWYS Frequency Percent Frequency Percent ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒ

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

s-gravendeel Behoefteonderzoek Senioren Presentatie resultaten 22 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel

s-gravendeel Behoefteonderzoek Senioren Presentatie resultaten 22 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel s-gravendeel Behoefteonderzoek Senioren Presentatie resultaten 22 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel Opzet van het onderzoek Respons: 267 60-plussers mannen 60-69 jaar ondervertegenwoordigd

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie

Inleiding. Belgian Ageing Studies

Inleiding. Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. Kwetsbaarheidsscore... 7 2.1

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 04-08-2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Algemene informatie geleverde ondersteuning...

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

GGD Amsterdam Eenzaamheid in Beeld

GGD Amsterdam Eenzaamheid in Beeld GGD Amsterdam Eenzaamheid in Beeld Samenvatting Eén op de acht volwassen Amsterdammers voelt zich ernstig. Dat is meer dan gemiddeld in Nederland. In vergelijking met voorgaande jaren voelen steeds meer

Nadere informatie

Doe mee! 3 maart 2011

Doe mee! 3 maart 2011 Over ouderen en maatschappelijke participatie 3 maart 2011 Dominique Verté, Sarah Dury, Liesbeth De Donder, Tine Buffel, Nico De Witte In samenwerking met 2 Inleiding 3 1. Inleiding Doel De mate en de

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997. In deze paragraaf worden een aantal kenmerken van de steekproef besproken. Het gaat om de volgende socio-demografische karakteristieken : verblijfplaats : per regio en per provincie; geslacht en leeftijd;

Nadere informatie

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een

Nadere informatie

Groepskenmerken Aantal cliënten 103 Gemiddelde leeftijd 52 (Dit is gebaseerd op 42 cliënten) 56 Mannen, 47 Vrouwen en 0 niet ingevuld

Groepskenmerken Aantal cliënten 103 Gemiddelde leeftijd 52 (Dit is gebaseerd op 42 cliënten) 56 Mannen, 47 Vrouwen en 0 niet ingevuld Verslag Kwaliteit van Leven vragenlijst Vertrouwelijk verslag In opdracht van Floww International Periode 23--202 tot en met 0-2-204 De gebruikte vragenlijst heeft in de kern de Nederlandse vertaling van

Nadere informatie

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan het OCMW en iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook mogelijk maakte! Belgian Ageing Studies

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan het OCMW en iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook mogelijk maakte! Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 4 2.1 Geslacht... 4 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 5 2.4 Type woning... 6 3. heidsscore... 6 3.1 De totale

Nadere informatie

Cliënttevredenheidsonderzoek Wmo 2014-2015

Cliënttevredenheidsonderzoek Wmo 2014-2015 Cliënttevredenheidsonderzoek Wmo 2014-2015 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 25-09-2015 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Verantwoording en achtergrond...

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997 5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Eerste, tweede, derde en vierde kwartaal 2013

Eerste, tweede, derde en vierde kwartaal 2013 Eerste, tweede, derde en vierde kwartaal 2013 Bioscoopbezoekers bekeken Bereik, bezoekfrequentie en marktaandeel per leeftijdscategorie Bereik, bezoekfrequentie en marktaandeel per stedelijkheid v/d woongemeente

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Inleiding De mate van vertrouwen van burgers in de overheid en maatschappelijke instellingen werd al vaker de toetssteen van de democratie genoemd: daalt

Nadere informatie

SCHRIFTELIJKE VRAGENLIJST BEVRAGING VOORZITTERS LOKALE OUDERENADVIESRADEN

SCHRIFTELIJKE VRAGENLIJST BEVRAGING VOORZITTERS LOKALE OUDERENADVIESRADEN SCHRIFTELIJKE VRAGENLIJST BEVRAGING VOORZITTERS LOKALE OUDERENADVIESRADEN Januari 2010 Els Messelis & Gaby Jennes GEMEENTE:........................... PROVINCIE:........................... Inleiding en

Nadere informatie

MANTELZORG IN VLAANDEREN

MANTELZORG IN VLAANDEREN MANTELZORG IN VLAANDEREN CBGS Vlaamse wetenschappelijke instelling Markiesstraat 1 1000 Brussel In de loop van 2003 organiseerde het Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudie een onderzoek rond het thema

Nadere informatie

Doelgroep VoZs. Vlaamse Ouderen Zorg Studie. Screening. 8 regio s. Cijfers niet veralgemenen naar alle ouderen!

Doelgroep VoZs. Vlaamse Ouderen Zorg Studie. Screening. 8 regio s. Cijfers niet veralgemenen naar alle ouderen! Doelgroep VoZs VoZs bevraagt kwetsbare die thuiszorg gebruiken Vlaamse Ouderen Zorg Studie Bram Vermeulen Bert Emmers Prof. dr. Anja Declercq, -behoefte en tevredenheid Studiedag SWVG Leuven, 2 december

Nadere informatie

Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018

Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018 Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018 In november en december 2017 ontvingen 12.000 inwoners van Maastricht van zes jaar en ouder een lijst met vragen over cultuurbeoefening,

Nadere informatie

SENIORENBELEID te VORSELAAR

SENIORENBELEID te VORSELAAR SENIORENBELEID te VORSELAAR Inleiding In het voorjaar 2015 werd het ouderenbehoefteonderzoek in Vorselaar afgerond. Bedoeling is dat de resultaten worden ontleed en als eindresultaat een seniorenbeleidsplan

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

Leeswijzer rapporten

Leeswijzer rapporten Leeswijzer rapporten Naar aanleiding van de lokale verkiezingen legt ACV Openbare Diensten de noden van het personeel van de gemeenten, OCMW s, provincies en intercommunales op tafel. We brengen de arbeidstevredenheid

Nadere informatie

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs TECHNISCH RAPPORT 30 augustus 2018 Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen kenmerken van de jeugdjaren

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere Inleiding In deze fiche zal het museum- en tentoonstellingsbezoek van de Vlamingen in kaart gebracht worden op basis van de participatiesurveygegevens van 2004 (n=2849), 2009 (n=3144) en 2014 (n=3965).

Nadere informatie

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM Cliënttevredenheidsonderzoek Breed Sociaal Loket gemeente Edam-Volendam Colofon Opdrachtgever Gemeente Edam-Volendam Datum April

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

Inleiding Resultaten bevraging sleutelpersonen Vergelijkend wijkenonderzoek Zwevegem (2007)

Inleiding Resultaten bevraging sleutelpersonen Vergelijkend wijkenonderzoek Zwevegem (2007) Inleiding Resultaten bevraging sleutelpersonen Vergelijkend wijkenonderzoek Zwevegem (2007) 1 2 Inleiding Het verwerven van een inzicht in de leefomgeving van de burgers vraagt meer dan een kwantitatieve

Nadere informatie

1 Algemene Gezondheid

1 Algemene Gezondheid 1 Algemene Gezondheid Gezondheid in Friesland In de uitwerking van het thema algemene wordt inzicht gegeven in de manier waarop de Friese bevolking van 19 jaar en ouder haar beoordeelt. Ook wordt kwaliteit

Nadere informatie

Rapportage Medewerkersonderzoek 2013 de DCW medewerkers gedetacheerd

Rapportage Medewerkersonderzoek 2013 de DCW medewerkers gedetacheerd Rapportage Medewerkersonderzoek 2013 de DCW medewerkers gedetacheerd 0 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Samenvatting 3 Resultaten 6 Respons Over de respondenten Rapportcijfer Werkbeleving 10 Leidinggeven(den)

Nadere informatie

Preventief huisbezoek 75+

Preventief huisbezoek 75+ Hollandsspoor 37 3994 VT Houten Postbus 209 3990 GA Houten tel. 030-7001500 info@vanhoutenenco.nl www.vanhoutenenco.nl Preventief huisbezoek 75+ Houten Noord-West de ERVEN en het OUDE DORP 'van Houten&co'

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

De competentieportfolio van de Vlaamse zelfstandige ondernemer: maatstaf voor de duurzaamheid van de ondernemersloopbaan

De competentieportfolio van de Vlaamse zelfstandige ondernemer: maatstaf voor de duurzaamheid van de ondernemersloopbaan Loopbanen De competentieportfolio van de Vlaamse zelfstandige ondernemer: maatstaf voor de duurzaamheid van de ondernemersloopbaan Penne, K., & Bourdeaudhui, R. (2015). De competentieportfolio van de Vlaamse

Nadere informatie

Resultaten bevraging sleutelpersonen V.W.O Zwevegem Resultaten bevraging sleutelpersonen Vergelijkend wijkenonderzoek Kouter (2007)

Resultaten bevraging sleutelpersonen V.W.O Zwevegem Resultaten bevraging sleutelpersonen Vergelijkend wijkenonderzoek Kouter (2007) Resultaten bevraging sleutelpersonen Vergelijkend wijkenonderzoek Kouter (2007) 1 Leefbaarheid en algemene resultaten Twee algemene scores voor leefbaarheid zijn voor handen: een op wijkniveau en een op

Nadere informatie

Woonomgeving en openbare ruimte

Woonomgeving en openbare ruimte Woonomgeving en openbare ruimte An-Sofie Smetcoren 26 September 2013 Tinie Kardol, Liesbeth De Donder, Nico De Witte, Sarah Dury, Emily Verté, Tine Buffel, Dominique Verté Inhoud 1 Belang van de woonomgeving

Nadere informatie

Ruimte voor ouderen. Vergrijzing aan de kust. 20/06/2017 Ruimte voor ouderen 1

Ruimte voor ouderen. Vergrijzing aan de kust. 20/06/2017 Ruimte voor ouderen 1 Ruimte voor ouderen Vergrijzing aan de kust 20/06/2017 Ruimte voor ouderen 1 Ruimte voor ouderen Beleidsinstrument => kwaliteit en inplanting van ouderenwoningen te optimaliseren Ontwikkeld door Stad en

Nadere informatie

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...

Nadere informatie

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan. Burgerpeiling 2013 Eind 2013 is onder 2000 inwoners van de gemeente Noordoostpolder een enquete verspreid ten behoeve van de benchmark waarstaatjegemeente.nl. De enquete vormt een onderdeel van de benchmark.

Nadere informatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Landelijk cliëntervaringsonderzoek Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

Participatie en gezondheid. Resultaten uit de Gezondheidsenquête 2016

Participatie en gezondheid. Resultaten uit de Gezondheidsenquête 2016 Participatie en gezondheid Resultaten uit de Gezondheidsenquête 2016 Gezondheidsenquête Haaglanden 2016 Participatie en gezondheid 1 December 2017 Inhoudsopgave Kernpunten... 3 Inleiding... 4 Eenzaamheid...

Nadere informatie

Postbus AA Bleskensgraaf T Aan de leden van de gemeenteraad. Datum:

Postbus AA Bleskensgraaf T Aan de leden van de gemeenteraad. Datum: Aan de leden van de gemeenteraad Postbus 5 297 AA Bleskensgraaf T 14 184 www.gemeentemolenwaard.nl Datum: 27-9-216 Portfeuillehouder: Piet Vat Onderwerp: Rapportage Signalerend Huisbezoek 215 Bijlage:

Nadere informatie

Onderzoek woon-, welzijn- en zorgbehoeften in Sterksel en Gerwen WELKOM. Korte toelichting op project 1 e resultaten Discussie in kleine groepjes

Onderzoek woon-, welzijn- en zorgbehoeften in Sterksel en Gerwen WELKOM. Korte toelichting op project 1 e resultaten Discussie in kleine groepjes Onderzoek woon-, welzijn- en zorgbehoeften in Sterksel en Gerwen WELKOM Korte toelichting op project 1 e resultaten Discussie in kleine groepjes Toelichting op project Waarom Doelstellingen: Daadwerkelijke

Nadere informatie

kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Executivee summary - Juni 2013

kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Executivee summary - Juni 2013 Het beroep van loontrekkende kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Executivee summary - Juni 2013 1 COLOFON Opdrachtgever van de studie: FOD Volksgezondheid, Cel Planning Gezondheidsberoepen

Nadere informatie

Behoefteonderzoek senioren Mill en Sint Hubert

Behoefteonderzoek senioren Mill en Sint Hubert Behoefteonderzoek senioren Mill en Sint Hubert In opdracht van de gemeente Mill en Sint Hubert 19 december 2012 Prof. dr. M.J.M. Kardol Onderzoeksbegeleider Vrije Universiteit Brussel Vrije Universiteit

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere Inleiding Erfgoed is een brede en overkoepelende term waarbinnen roerend, onroerend en immaterieel erfgoed wordt onderscheiden. Deze drie categorieën zijn in de praktijk sterk verweven met elkaar, maar

Nadere informatie

GLOBAAL RAPPORT ONDERZOEK BIJ RVT/ROB Deel 2: Bevindingen uit de bevraging van de familieleden van bewoners 2001

GLOBAAL RAPPORT ONDERZOEK BIJ RVT/ROB Deel 2: Bevindingen uit de bevraging van de familieleden van bewoners 2001 MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID Afdeling Epidemiologie Web site: www.iph.fgov.be/epidemio/ GLOBAAL RAPPORT ONDERZOEK BIJ RVT/ROB Deel

Nadere informatie

Voorblad Filip. Éducation financière - Financïele geletterdheid- Financial Literacy /

Voorblad Filip. Éducation financière - Financïele geletterdheid- Financial Literacy / Voorblad Filip Éducation financière - Financïele geletterdheid- Financial Literacy / 11.03.2015 1 Inhoud 1. Introductie 2. Methodologie 3. Resultaten 4. Componenten van financiële geletterheid 5. Conclusies

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Beperkingen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Beperkingen Gezondheidsenquête, België, 1997 5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Groningen 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Inhoud... 2 Samenvatting... 3 2.7 Overige ondersteuning... 16

Nadere informatie

Deel A: Filtervragen. Hoe oud bent u? jaar. als u 65 jaar of ouder bent, kunt u verder met vraag 2

Deel A: Filtervragen. Hoe oud bent u? jaar. als u 65 jaar of ouder bent, kunt u verder met vraag 2 Deel A: Filtervragen Deze vragenlijst is bedoeld voor roze 65+ volwassenen die regelmatig zorg nodig hebben. Met behulp van de vragen uit dit deel wordt allereerst vastgesteld of de vragenlijst van toepassing

Nadere informatie

Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 0 Inleiding... 2 Persoonskenmerken van de respondenten... 4

Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 0 Inleiding... 2 Persoonskenmerken van de respondenten... 4 0. Inhoudsopgave 0. Inhoudsopgave... 0 1. Inleiding... 2 2. Persoonskenmerken van de respondenten... 4 2.1. Aantal respondenten per leeftijdscategorie... 4 2.2. Aantal respondenten per wijk... 4 2.3. Burgerlijke

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contacten met de Huisarts Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contacten met de Huisarts Gezondheidsenquête, België, 1997 7.1.1. Inleiding De huisarts vervult een essentiële rol binnen het geheel van de gezondheidszorg. Deze rol is bovendien in volle evolutie. Thema s zoals het globaal medisch dossier en de echelonnering

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Gezondheidstoestand Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 13 Gezondheidsindicatoren...15 1. Subjectieve gezondheid... 15 2. Chronische

Nadere informatie