Inleiding Resultaten bevraging sleutelpersonen Vergelijkend wijkenonderzoek Zwevegem (2007)

Transcriptie

1 Inleiding Resultaten bevraging sleutelpersonen Vergelijkend wijkenonderzoek Zwevegem (2007) 1

2 2

3 Inleiding Het verwerven van een inzicht in de leefomgeving van de burgers vraagt meer dan een kwantitatieve analyse aan de hand van een aantal meetbare indicatoren. Een analyse van de huidige statistieken kan heel wat duidelijkheid scheppen. Echter, niet alles kan in cijfers en grafieken worden gevat en vaak vragen de verzamelde cijfers nog enige duiding en nuancering. Algemeen kan gesteld worden dat de opzet van voorliggend kwalitatief onderzoek er in bestaat de gegevens uit de kwantitatieve analyse te vervolledigen. De kwantitatieve gegevens kunnen dan wel een eerste foto geven van de wijken; het inhoudelijk betekenis verlenen aan deze resultaten dient bijkomend te gebeuren op basis van een meer kwalitatief onderzoek. Het kwalitatief en kwantitatief luik zijn met andere woorden complementair aan elkaar. Met de vragenlijst Vergelijkend wijkenonderzoek tracht men voor elke wijk in Zwevegem te achterhalen hoe sleutelfiguren de leefbaarheid van de diverse wijken beoordelen. De sleutelfiguren zijn in de eerste plaats personen die professioneel betrokken zijn op de wijk en die er bij voorkeur niet zelf wonen. Het grondgebied van de gemeente werd door een lokale stuurgroep onderverdeeld in 10 wijken. In onderstaande tabel kan de benaming en het nummer van elke wijk teruggevonden. NUMMER WIJK 1 Heestert 2 Kappaert 3 Kouter 4 Kreupel 5 Losschaert 6 Moen Centrum 7 Otegem 8 Sint-Denijs 9 Zwevegem-Centrum 10 Zwevegem-Knokke Leefbaarheid valt niet éénduidig te meten en wordt doorgaans multi-dimensioneel ingevuld. De meeste benaderingen van leefbaarheid omvatten een combinatie van economische, sociale en fysiek ruimtelijke factoren. In het kader van het vergelijkend wijkenonderzoek onderscheiden we zes dimensies die allen één aspect van leefbaarheid omvatten. Deze dimensies zijn: veiligheid (met als subdimensies: verkeers- en sociale veiligheid); sociaal leven; beleidsbetrokkenheid, voorzieningen; mobiliteit en fysiek woonklimaat. De volgende figuur geeft het gehanteerde onderzoeksmodel weer. 3

4 Veiligheid Fysiek Woonklimaat Beleidsbetrokken heid LEEFBAARHEID Sociaal Woonklimaat Mobiliteit Voorziening en De verwerking van de vragenlijst gebeurt aan de hand van een generiek meetmodel. Dit laat toe om de verschillende wijken met elkaar te vergelijken, af te zetten ten opzichte van het gemiddelde voor gans de gemeente en indien gewenst het onderzoek in de toekomst te herhalen. Onderstaande figuur geeft schematisch het onderzoeksmodel weer. Elke dimensie wordt gemeten aan de hand van een aantal concepten die op hun beurt bestaan uit een aantal aspecten. Deze aspecten bestaan eveneens uit factoren. De factoren worden tenslotte gevormd door het samen nemen van één of meerdere vragen uit de vragenlijst. Dergelijk onderzoeksmodel laat dus toe om indien nodig zeer gedetailleerd te werk te gaan. Dimensies van leefbaarheid Concepten Concepten Aspecten Aspecten Aspecten Aspecten Factor Factor Factor Factor Factor Factor Item Item 4

5 Beschrijving van de steekproef De bevraging van de sleutelpersonen gebeurde in In totaal werden 134 vragenlijsten opgenomen, verdeeld over het volledige grondgebied van Zwevegem. In onderstaande tabellen geven we een overzicht van de steekproef. WIJK AANTAL % Heestert 12 8,96 Kappaert 12 8,96 Kouter 12 8,96 Kreupel 12 8,96 Losschaert 16 11,94 Moen Centrum 14 10,45 Otegem 14 10,45 Sint-Denijs 14 10,45 Zwevegem-Centrum 15 11,19 Zwevegem-Knokke 13 9,70 TOTAAL Zwevegem GESLACHT AANTAL % Man Vrouw TOTAAL: LEEFTIJD AANTAL % < 35 jaar 38 28, jaar 79 58,96 > 55 jaar 17 12,69 Totaal: ANCIENNITEIT AANTAL % < 5 jaar 37 27, jaar 63 47,01 > 20 jaar 34 25,37 Totaal: INWONER AANTAL % Ja 38 28,36 Nee 94 70,15 MISSING: 2 1,49 Totaal: INWONER DIE OOK WERKT IN DE WIJK AANTAL % Ja 34 25,37 Nee 3 2,24 MISSING 1 0,74 Niet van toepassing: 96 70,15 Totaal

6 Per wijk werden minstens 10 vragenlijsten verzameld en verwerkt, wat voldoende is om een betrouwbare analyse uit te voeren. De verdeling van de respondenten naar geslacht is perfect: 50% mannen en 50% vrouwen. Iets meer dan een vierde van de respondenten is jonger dan 35 jaar, meer dan de helft is tussen de 35 en 55 jaar en zo n 12,5% van de respondenten is ouder dan 55 jaar. Wat de verdeling naar anciënniteit betreft, zien we dat meer dan een vierde van de respondenten minder dan 5 jaar in dienst is. Hetzelfde geldt voor de respondenten met meer dan 20 jaar dienst. Iets minder dan de helft is tussen de 6 en 20 jaar in dienst. 70% van de respondenten woont niet in een van de wijken die zij beoordeelden. Voor 28% van de respondenten is dit wel het geval. Om diverse redenen (vermeld in het draaiboek) worden echter bij voorkeur geen inwoners bevraagd. Het aandeel bevraagde bewoners kan enigszins wel gerelativeerd worden door het feit dat een niet gering aantal onder hen ook werken in de betreffende wijk (34 van de 38 respondenten). Slechts 2,2% van de respondenten is bewoner én geen professionele sleutelpersoon. We kunnen verwachten dat dit geen te grote vertekening van de resultaten zal teweeg brengen. Leefbaarheid en algemene resultaten De sleutelpersonen dienden een globaal cijfer toe te kennen aan enerzijds de leefbaarheid van de wijk en anderzijds de leefbaarheid van de ganse gemeente. Dit gebeurde aan de hand van de volgende vragen: Leefbaarheid wijk: Wilt u, nu u de verschillende dimensies van leefbaarheid hebt beoordeeld, een rapportcijfer geven (van 1 tot 10) voor de leefbaarheid van de wijk <wijknaam>? Hoe hoger u de leefbaarheid van de wijk beoordeelt, hoe hoger het cijfer dat u omcirkelt. Leefbaarheid Zwevegem: Om de vragenlijst af te sluiten vragen we u nog éénmaal om een rapportcijfer te geven. Kunt u op een schaal van 1 tot 10 aangeven in hoeverre u de gemeente een leefbare gemeente vindt? LEEBAARHEID Score op 10 Leefbaarheid wijk 6,74 Leefbaarheid Zwevegem 7,03 De globale score voor de leefbaarheid op wijkniveau bedraagt 6,74 op 10. Alle sleutelpersonen gaven dus gemiddeld een 6,7 op 10 voor de wijk die zij beoordeelden. Op dezelfde wijze dienden de sleutelpersonen een score toe te kennen aan de leefbaarheid van de gemeente in haar totaliteit. Gemiddeld gaven de sleutelpersonen een 7,03 voor de leefbaarheid van Zwevegem. Concreet betekent dit dus dat de sleutelpersonen gemiddeld een iets hogere score gaven aan de leefbaarheid voor de gemeente dan deze voor de wijk. 6

7 Ook aan de diverse concepten van leefbaarheid dienden de sleutelpersonen een globale score te geven. Onderstaande scores geven per concept het gemiddelde van de scores die door de sleutelpersonen gegeven werd aan de door hen beoordeelde wijk. CONCEPTEN Score op 10 Verkeersveiligheid Sociale veiligheid Wijkkenmerken Aspecten van hinder Diversiteit Het sociaal leven Voorzieningen Mobiliteit Beleidskanalen Beleidsbetrokkenheid Van alle beschouwde concepten van leefbaarheid kreeg Aspecten van hinder gemiddeld genomen de hoogste beoordeling (=7,22). Beleidsbetrokkenheid scoort het slechts (=5,23). Globaal genomen zijn de sleutelpersonen met andere woorden gemiddeld meer tevreden over het niet voorkomen van hinder in Zwevegem dan over de beleidsbetrokkenheid van de bewoners. Merken we wel op dat de vragen omrent beleidsbetrokkenheid door een groter aantal respondenten niet werden beantwoord dan de andere vragen uit de vragenlijst. Ongeveer 25% van de respondenten vulden de vragen omtrent beleidsbetrokkenheid niet in, tegenover een non-respons van minder dan 5% voor de andere vragen

8 DE DIMENSIES & CONCEPTEN VEILIGHEID VERKEERSVEILIGHEID: Score 5,68 Welke aspecten van verkeersveiligheid scoren het best? Het concept verkeersveiligheid werd gemeten aan de hand van tien aspecten. Voor elk van deze aspecten kon eveneens een score op tien berekend worden. Aspecten van Verkeersveiligheid Score op 10 Zebrapaden/Oversteekplaatsen 5.53 Fietspaden 4.10 Voetpaden 6.41 Signalisatie 6.69 Snelheid 5.69 Fout parkeren 5.13 Rijrichting 6.64 Verkeersdrukte 4.62 Verkeersagressie 5.97 Ongevallen 6.08 Zoals de tabel en bovenstaande figuur aangeven kreeg Signalisatie de hoogste score. De gemiddelde beoordeling voor dit aspect van verkeersveiligheid bedraagt 6,7 op 10. Fietspaden werd daarentegen het laagst beoordeeld. De gemiddelde score bedraagt 4.1 op 10. Concreet betekent dit dus dat de sleutelpersonen het meest tevreden zijn over de verkeerssignalisatie en het minst tevreden over de aanwezigheid van fietspaden. Naast fietspaden kreeg ook het aspect verkeersdrukte een beoordeling 8

9 onder de 5 op 10. De sleutelpersonen zijn m.a.w. globaal genomen eveneens ontevreden over de verkeersdrukte in Zwevegem. De overige aspecten scoren wel allemaal boven de 5 maar geen enkel aspect scoort opmerkelijk hoog. Onderstaande grafiek geeft de perceptie van de sleutelpersonen weer ten aanzien van de verschillende aspecten van verkeersveiligheid in Zwevegem. De groene kleur wijst op de beste scores. De rode kleur geeft de slechtste scores weer en de middelste scores worden aangeduid met de gele kleur. Opgelet: De groene kleur wijst niet noodzakelijk op een positieve situatie en de rode kleur niet noodzakelijk op een negatieve! Met deze grafiek worden de scores voor de verschillende aspecten tegenover elkaar weergegeven. Dit betekent dus dat alle aspecten goed of slecht kunnen scoren! Hoe goed of slecht ze scoren kan in voorgaande tabel afgelezen worden. De drie aspecten van verkeersveiligheid die het hoogst werden beoordeeld zijn: de verkeerssignalisatie, de aanwezigheid van voetpaden en de rijrichting van het autoverkeer. Over deze aspecten zijn de sleutelpersonen dus gemiddeld genomen het meest tevreden. Het slechts scoorden: de verkeersdrukte, de aanwezigheid van fietspaden en de nodige ruimte voor fietsers en de foutparkeerders. Reeds eerder zagen we dat fietspaden en verkeersdrukte wel degelijk een zeer lage score behaalden (<5 op 10). 9

10 Welke aspecten van verkeersveiligheid zorgen voor een positieve evaluatie van verkeersveiligheid? Het onderstaande diagram wordt een impactdiagram genoemd. Op deze diagram valt af te lezen welke de positie is van een aspect ten opzichte van twee assen: de verticale as zet de score van het aspect uit; de horizontale as geeft het statistisch verband weer tussen het aspect en het concept waarvan het deel uitmaakt, hier verkeersveiligheid. Hoe meer het aspect naar rechts gepositioneerd is op de horizontale as des te groter is het verband. Score Impact (Correlation) De globale beoordeling voor verkeersveiligheid wordt weergegeven door de horizontale lijn die doorheen het diagram loopt (5,68 op 10). Op die manier kunnen we vaststellen welke aspecten hoger of lager scoren dan deze globale waarde. Het diagram laat zien dat 5 van 10 aspecten van verkeersveiligheid een merkbaar hogere score kregen (ze bevinden zich boven de rode lijn die doorheen het diagram loopt). Deze aspecten krijgen met andere woorden een voldoende van de sleutelpersonen. Het diagram laat bijkomend toe om vast te stellen welke de invloed is van de diverse aspecten op de globale tevredenheid omtrent verkeersveiligheid. 5 aspecten van verkeersveiligheid oefenen volgens het impactdiagram een grote invloed uit op de algemene tevredenheid: de verkeerssignalisatie, voldoende en veilige voetpaden, voldoende en veilige zebrapaden/oversteekplaatsen, de verkeersdrukte en de fietspaden. Van deze aspecten zijn er drie die een minder goede beoordeling kregen: de zebrapaden/oversteekplaatsen, de verkeersdrukte en de fietspaden. Concreet betekent dit dat initiatieven die erop gericht zijn om de tevredenheid ten aanzien van deze aspecten te verhogen een grote invloed zullen hebben op de algemene tevredenheid omtrent verkeersveiligheid. Wat de overige twee aspecten betreft zijnde verkeerssignalisatie en de voetpaden dient er wel gewaakt te worden dat de huidige situatie op z n minst behouden blijft. Vandaag zijn de sleutelpersonen hieromtrent tevreden maar een degressie van de tevredenheid m.b.t. deze aspecten zal namelijk de globale tevredenheid omtrent verkeersveiligheid sneller naar beneden halen. 10

11 SOCIALE VEILIGHEID: Score 6,74 Welke aspecten van sociale veiligheid scoren het best? Sociale veiligheid als concept van leefbaarheid werd in het vergelijkend wijkenonderzoek gemeten aan de hand van 5 aspecten: Aspecten van Sociale veiligheid Score op 10 Veiligheidsgevoel 6.67 Ordediensten 5.18 Materiële agressie 7.22 Immateriële agressie 8.21 Middelengebruik 6.30 Zoals tabel en de figuur aangeven, krijgen voornamelijk de aspecten rond het voorkomen van agressie een hoge score (>7 op 10). Hoe hoger de score, hoe meer tevreden de sleutelpersonen zijn over dit aspect. Dit betekent met andere woorden dat zowel materiële als immateriële agressie slechts in beperkte mate voorkomt in Zwevegem volgens de sleutelpersonen. Het toezicht en de tussenkomst van de ordediensten krijgt met een gemiddelde van 5,2 op 10 de laagste beoordelingen. Bekijken we dit aspect meer in detail (zie onderstaande figuur) dan blijkt dat de lage score voor het aspect ordediensten vooral te wijten is aan de lage beoordeling voor de hoeveelheid toezicht (<5 op 10). Het aantal effectieve tussenkomsten en vooral de wijze van tussenkomsten door de ordediensten krijgen dan wel een hogere score. 11

12 De figuur toont dat de aspecten Materiële en Immateriële agressie de beste scores haalden. De sleutelpersonen vinden m.a.w. dat beide vormen van agressie niet zo vaak voorkomen. Hiervoor zijn zij dus het meest tevreden. Het middelengebruik en de ordediensten kregen gemiddeld het minst aantal punten. Maar zoals we reeds eerder zagen kregen alle aspecten gemiddeld genomen wel meer dan 5 op 10. Welke aspecten van sociale veiligheid zorgen voor een positieve evaluatie van verkeersveiligheid? Score Impact (Correlation) De globale score voor sociale veiligheid bedraagt 6,74. Twee aspecten scoren hoger dan de globale score voor sociale veiligheid: immateriële en materiële agressie. De sleutelpersonen zijn met andere woorden tevreden over de situatie inzake deze twee aspecten. Van deze twee aspecten is de invloed van de tevredenheid met het weinig voorkomen van immateriële agressie het grootst op de globale tevredenheid. Maar ook voor de tevredenheid met de 12

13 materiële agressie is de invloed op de globale tevredenheid niet gering. Het is met andere woorden belangrijk om de huidige situatie m.b.t. beide aspecten op zijn minst te behouden. De figuur geeft verder aan dat twee andere aspecten, veiligheidsgevoel en middelengebruik, eveneens een grote invloed uitoefenen op de beoordeling van sociale veiligheid. Beide aspecten scoren daarentegen wel lager dan de globale score voor sociale veiligheid. Daarover zijn de sleutelpersonen dus minder tevreden. Om de tevredenheid inzake sociale veiligheid te verhogen is het dus aangewezen om de tevredenheid m.b.t. het veiligheidsgevoel en het middelengebruik te verhogen. Zoals we reeds eerder zagen scoren de ordediensten niet bijster hoog. Maar het impactdiagram laat ons wel zien dat de invloed van dit aspect op de globale tevredenheid met de sociale veiligheid niet zo groot is. Een verhoging van de tevredenheid met de ordendiensten zal m.a.w. de globale tevredenheid met de sociale veiligheid minder sterk beïnvloeden. 13

14 FYSIEKE WOONOMGEVING De kwaliteit van de fysieke woonomgeving wordt gemeten aan de hand van drie concepten zijnde de fysieke wijkkenmerken, hinder en diversiteit (=aantrekkelijkheid en betaalbaarheid van de woningen voor diverse bevolkingsgroepen). FYSIEKE KENMERKEN: Score 5,74 Welke aspecten van fysieke kenmerken scoren het best? Het concept fysieke kenmerken geeft de beoordeling van de sleutelfiguren weer omtrent een aantal fysieke aspecten in de gemeente die het leven aangenamer kunnen maken. Dit concept omvat in het vergelijkend wijkenonderzoek 7 aspecten. Aspecten van fysieke Score op 10 kenmerken Onderhoud wijk 5.90 Parkeergelegenheid 6.08 Fietsstallingen 3.93 Voldoende ruimte 5.56 Onderhoud ruimte 5.86 Landschapselementen 5.92 Woningen 6.66 De aanwezigheid van fietsstallingen krijgt van de respondenten gemiddeld de laagste score: amper 3,93. De sleutelpersonen zijn dus van oordeel dat er globaal genomen niet voldoende fietsstallingen zijn. De 14

15 sleutelpersonen geven daarentegen aan de uitwendige kwaliteit van de woningen de meeste punten (6.7 op 10). Hierover is er dus de meeste tevredenheid onder de sleutelpersonen. Volgens bovenstaande figuur kregen de aspecten woningen en parkeergelegenheid van de sleutelpersonen de meeste punten. De aspecten fietsstallingen en voldoende ruimte deden het minder goed: zij kregen gemiddeld de laagste scores. Fietsstallingen is echter wel het enige aspect dat minder dan 5 op 10 kreeg. Welke aspecten van wijkkenmerken zorgen voor een positieve evaluatie? Score Impact (Correlation) De globale score voor fysieke wijkkenmerken bedraagt 5,74. 15

16 Een aantal fysieke kenmerken kunnen de beoordeling omtrent de leefbaarheid in de gemeente kleuren. Volgens de figuur hebben het uitzicht van de woningen en het onderhoud van de wijk een grote invloed op het globale oordeel omtrent de fysieke woonomgeving. Beide aspecten scoren bovendien hoger dan de globale score voor fysieke wijkkenmerken. De sleutelpersonen beoordelen deze aspecten dus positief. Andere kenmerken die gemiddeld hoger scoren, zijn het onderhoud van de openbare ruimte, voldoende parkeergelegenheid en de aanwezigheid van landschapselementen. Over deze aspecten zijn de sleutelpersonen dus eveneens tevreden. Maar de impact van deze aspecten op de globale tevredenheid met de woonomgeving is beperkter. Werken aan de openbare ruimte zullen met andere woorden minder doorslaggevend zijn voor de algemene tevredenheid dan werken aan het uitzicht van de woningen. De aspecten voldoende openbare ruimte en vooral fietsstallingen scoren lager dan de conceptscore. De sleutelpersonen zijn gemiddeld genomen dus minder tevreden over deze aspecten binnen de gemeente. Beide aspecten hebben echter wel een matige invloed op de algemene tevredenheid inzake de fysieke woonomgeving. Initiatieven die de kwaliteit van het uitzicht van de woningen en het onderhoud van de wijk op zijn minst in stand houden zullen meer tevredenheid teweegbrengen dan het creëren van open ruimte of het plaatsen van fietsstallingen. 16

17 ASPECTEN VAN HINDER: Score 7,22 Welke aspecten van hinder scoren het best? Een ander concept dat de kwaliteit van de fysieke woonomgeving in kaart brengt, is de mate waarin er hinder wordt waargenomen in de woonomgeving. Hier hebben we vier soorten hinder onderscheiden zijnde: lawaai, hinder van werken, hinder van storende groepen en vuil-en geurhinder. Aspecten van hinder Score op 10 Lawaai 7.16 Hinder werken 7.50 Storende groepen 7.04 Vuil-en geurhinder 7.20 De hoogste gemiddelde score is voor hinder door werken (=7.5). Het aspect storende groepen krijgt gemiddeld de laagste beoordelingen (=7.04). De sleutelpersonen zijn dus het meest tevreden over de afwezigheid van hinder dat veroorzaakt wordt door werken en het minst tevreden over hinder veroorzaakt door storende groepen. Niettegenstaande kunnen we wel vaststellen dat de sleutelpersonen doorgaans een goede behoordeling geven op de diverse aspecten van hinder. Er wordt met andere woorden globaal genomen weinig hinder ondervonden. Welke aspecten van Hinder zorgen voor een positieve evaluatie? Score Impact (Correlation) 17

18 De globale score voor aspecten van hinder bedraagt 7,22. Vooral de tevredenheid omtrent hinder door werken scoort hoog. De sleutelpersonen ondervinden m.a.w. niet veel hinder door werken. De grafiek laat ons verder zien dat de invloed van hinder op de algemene tevredenheid met de woonomgeving eerder laag tot matig is. Hinder door lawaai, werken of storende groepen heeft slechts in beperkte mate een invloed op het globale oordeel omtrent de fysieke woonomgeving. Vuil- en geurhinder heeft toch een matige invloed. Initiatieven rond het vermijden of wegwerken van vuil- en geurhinder zullen de grootste invloed hebben op de tevredenheid met de fysieke woonomgeving. DIVERSITEIT: Score 7,08 Welke aspecten van diversiteit scoren het best? Een volgend concept van de kwaliteit van de fysieke woonomgeving hebben we diversiteit genoemd. Deze geeft aan in welke mate de sleutelfiguren menen dat een wijk aantrekkelijk en betaalbaar is voor een specifieke groep om er te komen wonen. Aspecten van diversiteit Score op 10 Jonge gezinnen 7.95 Senioren 6.70 Gezinnen met laag inkomen 6.93 Gezinnen met gemiddeld inkomen 8.82 Gezinnen met hoog inkomen 7.87 Minder mobiele personen

19 De groep jonge gezinnen heeft de hoogste gemiddelde score: 7,95 op 10. Maar ook Gezinnen met een gemiddeld inkomen scoort goed. De sleutelpersonen zijn met andere woorden het meest tevreden over de aantrekkelijkheid en betaalbaarheid van woningen voor deze twee groepen. De huisvesting voor minder mobiele personen krijgt gemiddeld een zeer lage score (=4,15). Op bovenstaande figuur zien we dat de woningen voor senioren naast de woningen voor minder mobiele personen de laagste beoordeling kregen. Toch kreeg de aantrekkelijkheid en betaalbaarheid van de woningen voor senioren globaal genomen een 6,7 op 10 in tegenstelling tot de woningen voor minder mobiele personen (<5 op 10). 19

20 Welke aspecten van diversiteit zorgen voor een positieve evaluatie? Score Impact (Correlation) Bovenstaande figuur laat zien dat de aantrekkelijkheid en betaalbaarheid van de woningen voor diverse bevolkingsgroepen een lage invloed uitoefent op het globale oordeel omtrent de fysieke woonomgeving. Wil men de tevredenheid inzake de fysieke woonomgeving aanpakken in Zwevegem dan is het in de eerste plaats aangewezen in te zetten op een aantal fysieke wijkkenmerken zoals het uitzicht van de woningen en het onderhoud van de wijk of het vermijden van vuil- en geurhinder. Initiatieven naar aantrekkelijkheid en betaalbaarheid van de woningen zullen de globale tevredenheid met de fysieke woonomgeving niet onmiddellijk verhogen. Dit neemt echter niet weg dat de sleutelpersonen een zeer lage score geven aan de aantrekkelijkheid en betaalbaarheid van de woningen voor minder mobiele personen. 20

21 SOCIAAL LEVEN: Score 6,17 SOCIAAL LEVEN Welke aspecten van sociaal leven scoren het best? Het sociaal leven in de wijken wordt gemeten aan de hand van 7 aspecten. Aspecten van Sociaal leven Score op 10 Activiteiten 5.35 Reputatie 6.68 Verantwoordelijkheid 6.14 Omgang 6.51 Aanvaarding 6.21 Conflicten 6.21 Hulp 6.10 De diverse aspecten van sociaal leven in de wijk krijgen een score tussen 5,35 en 6,68 op 10. Geen enkel aspect krijgt een score onder de 5 op 10 maar tegelijkertijd scoort ook geen enkel aspect hoger dan 6,8. 21

22 De reputatie van de wijk en de omgang tussen de bewoners worden door de sleutelfiguren het best beoordeeld. De hulp geboden aan buren en activiteiten georganiseerd met/voor bewoners krijgen gemiddeld de laagste score. Hierover zijn de sleutelpersonen met andere woorden het minst tevreden. Gaan we iets dieper in op dit aspect dan stellen we vast dat het niet zozeer het ontbreken van activiteiten in de wijk is waarover de sleutelpersonen ontevreden zijn (hoewel dit item ook niet bijster hoog soort:5,8). De lagere scores werden eerder gegeven aan de deelname van de bewoners aan deze activiteiten en de organisatie ervan door de bewoners. Welke aspecten van sociaal leven zorgen voor een positieve evaluatie? Score Impact (Correlation) De globale score voor sociaal leven bedraagt: 6,17. Alle aspecten van sociaal leven blijken een grote invloed te hebben op de beoordeling van het concept sociaal leven door de sleutelpersonen. Twee aspecten scoren goed: de reputatie van de wijk en de omgang tussen de bewoners van de wijk. Volgens bovenstaande grafiek is het dus sterk aangewezen om de tevredenheid met beide aspecten zeker te behouden. Anders is het gesteld met de aspecten hulp tussen de bewoners, het verantwoordelijkheidsgevoel en de organisatie van activiteiten voor en door de bewoners van de wijk. Vooral de organisatie van activiteiten voor en door de bewoners scoort laag, zeker in vergelijking met de andere aspecten. Bovendien is dit een aspect dat gemakkelijker beïnvloedbaar is door het beleid dan de aspecten verantwoordelijkheid en hulp aan buren. 22

23 VOORZIENINGEN VOORZIENINGEN: Score 5,72 Welke aspecten van voorzieningen scoren het best? Vier aspecten van voorzieningen kwamen aan bod in het vergelijkend wijkenonderzoek. Nabijheid als eerste aspect slaat op het voldoende dicht bij huis zijn van. Let wel, hierbij gaat het om voorzieningen die zowel binnen als buiten de wijk kunnen liggen (vb. supermarkt hoeft niet noodzakelijk in de wijk zelf gelegen te zijn). Met de bereikbaarheid van de voorziening wordt verwezen naar de mate waarin de voorziening vlot bereikbaar is (vb. voldoende parkeergelegenheid, drukke baan die men over moet, openbaar vervoer, ). De betreedbaarheid van de voorziening heeft betrekking op de mate waarin de publieke delen van de voorziening ook goed toegankelijk zijn voor personen die minder goed te been zijn. Ten slotte is er het aspect kwaliteit van de voorziening. Aspecten van voorzieningen Score op 10 Nabijheid 5.03 Bereikbaarheid 5.59 Betreedbaarheid 6.03 Kwaliteit 6.28 Globaal genomen scoren de voorzieningen niet heel hoog in Zwevegem. De laagste score gaat naar de nabijheid van de voorzieningen die maar net een 5 op 10 krijgt. De hoogste score gaat naar de kwaliteit van de voorzieningen: 6,28 op 10. Wat de beoordeling van de nabijheid van de voorzieningen betreft, is er wel een groot verschil naar de aard van de voorzieningen. Zo kregen de scholen en de kleine handelszaken een betrekkelijk hoge score: respectievelijk 7,2 en 6,2. De overige voorzieningen scoren opmerkelijk lager op nabijheid met in het bijzonder de sociale- en welzijnsvoorzieningen, de culturele voorzieningen, sportvoorzieningen, speelvoorzieningen en de ontmoetingsplaatsen voor jong en oud. Volgende grafieken geven de scores voor de nabijheid van de diverse voorzieningen weer. 23

24 Ook wat de bereikbaarheid van de voorzieningen betreft, valt er een onderscheid te maken naargelang het soort voorziening. Een bijzonder lage score (<5 op 10) werd gegeven aan de bereikbaarheid van sociale voorzieningen, welzijnsvoorzieningen en ontmoetingsplaatsen voor jong en oud. 24

25 Welke aspecten van voorzieningen zorgen voor een positieve evaluatie? Score Impact (Correlation) De globale score voor het concept voorzieningen bedraagt: 5,72. 25

26 De beoordeling van de bereikbaarheid en de nabijheid van de voorzieningen heeft de grootste invloed op de globale beoordeling van de voorzieningen door de sleutelpersonen. Maar juist deze aspecten scoren laag. Om de beoordeling van de sleutelpersonen inzake voorzieningen omhoog te trekken is het dus aangewezen om vooral aandacht te besteden aan deze twee aspecten. 26

27 MOBILITEIT: Score 5,78 MOBILITEIT VOORZIENINGEN Welke aspecten van mobiliteit scoren het best? Aspecten van Mobiliteit Score op 10 Openbaar vervoer 5,92 Specifieke doelgroepen 5,63 Beide aspecten van mobiliteit die met de vragenlijst werden bevraagd scoren boven de 5 op 10 maar de scores liggen niet zeer hoog: een 5,92 voor openbaar vervoer en een 5,63 voor vervoer voor specifieke doelgroepen. Wat het openbaar vervoer betreft, zien we dat de laagste score (5,3) gaat naar de informatieverstrekking naar de burger toe. De nabijheid van de opstaphaltes en de bereikbaarheid ervan scoren hoger (6,2). 27

28 Welke aspecten van mobiliteit zorgen voor een positieve evaluatie? Score Impact (Correlation) De globale score voor mobiliteit bedraagt: 5,78. Beide aspecten van mobiliteit hebben een grote invloed uitgeoefend op het globale oordeel van de sleutelpersonen inzake mobiliteit. De mobiliteit voor specifieke doelgroepen scoort onder het globale oordeel voor mobiliteit waardoor we zouden kunnen stellen dat dit aspect van mobiliteit zeker verbeterd dient te worden. Maar het aspect openbaar vervoer scoort echter ook niet bijzonder hoog en heeft eveneens een grote invloed op het globale oordeel van mobiliteit waardoor we eigenlijk eerder kunnen stellen dat een verbetering van de kwaliteit van beide aspecten van mobiliteit de globale tevredenheid zeker ten goede zal komen. 28

29 BELEID BELEIDSKANALEN: Score 5,63 Het bestaan van beleidskanalen waarlangs de bewoners hun klachten, wensen e.d. kunnen kenbaar maken kreeg gemiddeld een score van 5,63 op 10. Vier aspecten van de beleidskanalen werden hiervoor bevraagd: het al dan niet voldoende aanwezig zijn van de kanalen, de bekendheid van deze kanalen bij de bewoners, de effectiviteit van de kanalen en het gebruik van de kanalen. Beoordeling van de beleidskanalen Score op 10 Beoordeling van de beleidskanalen 5,63 Hoeveelheid 6.03 Bekendheid 5.61 Effectiviteit 5.52 Gebruik 5.36 De hoogste score ging naar het aspect hoeveelheid beleidskanalen. Met een score van 6 op 10 menen de sleutelpersonen dat er globaal genomen voldoende beleidskanalen aanwezig zijn. De laagste score ging naar het effectieve gebruik van deze beleidskanalen door de bewoners (5,36). BELEIDSBETROKKENHEID: Score 5,23 Welke aspecten van beleidsbetrokkenheid scoren het best? 8 aspecten van beleidsbetrokkenheid werden via het vergelijkend wijkenonderzoek bevraagd. Aspecten van Beleidsbetrokkenheid Score op 10 Interesse 5.40 Inspraak 4.63 Informatie 5.45 Investeringen 5.26 Belangenverdediging 5.17 Oplossen problemen 5.29 Tevredenheid met bestuur 5.42 Kennis topics wijk

30 Alle aspecten van beleidsbetrokkenheid, op één na, kregen een score tussen de 5 en de 6 op 10, wat niet bijzonder hoog is. Eén aspect kreeg een score onder de 5: het aspect inspraak van de bewoners aangaande zaken die hun wijk aanbelangen (4,63). Wat de overige aspecten betreft, is er geen enkel aspect dat er opvallend goed uitkomt. Alle aspecten kregen ongeveer een gelijkaardige score. Zetten we de aspecten toch af ten opzichte van elkaar dan zien we dat de aspecten informatieverstrekking naar de bewoners en tevredenheid met het bestuur de hoogste scores kregen. De laagste scores gingen naar de aspecten inspraak en belangenverdediging. Maar zoals we reeds eerder konden vaststellen liggen alle scores dicht bij elkaar. 30

31 Welke aspecten van beleidsbetrokkenheid zorgen voor een positieve evaluatie? Score Impact (Correlation) De globale score voor beleidsbetrokkenheid bedraagt 5,23 op 10. Alle aspecten van beleidsbetrokkenheid hebben een grote invloed gehad op de globale beoordeling van beleidsbetrokkenheid door de sleutelpersonen. Verder laat de figuur ons zien dat er twee aspecten zijn die onder de globale score vallen zijnde belangenverdediging en inspraak. Om het globale oordeel omtrent beleidsbetrokkenheid omhoog te trekken is het goed in te zetten op deze twee aspecten. Maar zoals we reeds eerder stelden, liggen de scores van alle aspecten eigenlijk zeer dicht bij elkaar. Aangezien ook de overige aspecten een grote invloed uitoefenen op het concept beleidsbetrokkenheid, is het zeker aangewezen ook aan deze aspecten aandacht te besteden. 31

32 Evolutie per dimensie Welke concepten scoren het best? Aan de sleutelpersonen werd telkens gevraagd een oordeel te geven over de evolutie van elke dimensie gedurende de afgelopen 5 jaar. Verkeersveiligheid Sociale veiligheid Fysieke woonomgeving Sociaal leven Voorzieningen Mobiliteit Beleid merkbaar verslechterd hetzelfde gebleven merkbaar verbeterd Sociale veiligheid en voorzieningen zijn de twee dimensies waarvan het grootste percentage sleutelpersonen vindt dat de situatie de afgelopen 5 jaar is verbeterd en waarvan het kleinste percentage vindt dat de situatie erop verslechterd is. Wat de voorzieningen betreft, is dit een goede zaak aangezien deze dimensie door de sleutelpersonen ook niet bijzonder goed beoordeeld werd (5,72). Vooral de nabijheid en de bereikbaarheid van 32

33 voorzieningen scoorden laag. Blijvende aandacht voor deze dimensie is dus zeker aangewezen. De evolutie van de fysieke woonomgeving en van de mobiliteit kregen de slechtste beoordeling. Respectievelijk 32% en 29% van de sleutelpersonen meent dat de situatie de afgelopen 5 jaar verslechterd is. Voor mobiliteit stellen we daarenboven vast dat ook voor deze dimensie de globale score niet bijzonder hoog is: 5,78. Wat de fysieke woonomgeving betreft scoort vooral het uiterlijk van de wijk momenteel laag. Twee dimensies die m.a.w. om aandacht vragen. Evolutie van de globale leefbaarheid Verleden Toekomst merkbaar verslechterd hetzelfde gebleven merkbaar verbeterd De huidige situatie inzake leefbaarheid in Zwevegem krijgt van de sleutelpersonen een 7,03 op 10 (zie supra). Een score die op zich niet slecht is. Globaal genomen zijn de sleutelpersonen m.a.w. tevreden met de globale leefbaarheid binnen de gemeente. Wel zien we dat 28% van de sleutelpersonen verwacht dat de leefbaarheid van de gemeente de komende 5 jaar zal verslechteren. 19% van de sleutelpersonen vindt dat de leefbaarheid de afgelopen 5 jaar reeds verslechterd is. Merken we wel op dat 70%, de overgrote meerderheid, aangeeft dat ze niet veel verandering verwachtingen voor de komende 5 jaar. 33

34 Hoe verhouden de wijken zich ten opzichte van Zwevegem? Onderstaande figuren geven telkens weer hoe de wijken zich nu verhouden ten opzichte van de ganse gemeente. De gemiddelde score voor gans Zwevegem wordt telkens voorgesteld door de blauwe lijn die doorheen de figuur loopt. Elke wijk wordt weergegeven door een balkje. In onderstaande tabel staat vermeld welke wijk met welk nummer overeenstemt. Indien de wijk beter scoort dan gemiddeld voor het volledige grondgebied dan zal het balkje boven de blauwe lijn uitkomen. Bevindt het balkje van de wijk zich onder de lijn dan scoort de betreffende wijk gemiddeld genomen slechter. NUMMER WIJK 1 Heestert 2 Kappaert 3 Kouter 4 Kreupel 5 Losschaert 6 Moen Centrum 7 Otegem 8 Sint-Denijs 9 Zwevegem-Centrum 10 Zwevegem-Knokke 34

35 VEILIGHEID VERKEERSVEILIGHEID Verkeersveiligheid Percentage Wijk Zwevegem Heestert Kappaert Kouter Kreupel Losschaert Moen Centrum Otegem Sint-Denijs Zwevegem-Centrum Zwevegem-Knokke SOCIALE VEILIGHEID Sociale veiligheid Percentage Wijk Zwevegem Heestert Kappaert Kouter Kreupel Losschaert Moen Centrum Otegem Sint-Denijs Zwevegem-Centrum Zwevegem-Knokke 35

36 FYSIEKE WOONOMGEVING WIJKKENMERKEN Wijkkenmerken Percentage Wijk Zwevegem Heestert Kappaert Kouter Kreupel Losschaert Moen Centrum Otegem Sint-Denijs Zwevegem-Centrum Zwevegem-Knokke ASPECTEN VAN HINDER Aspecten van hinder Percentage Heestert Kappaert Kouter Kreupel Losschaert Moen Centrum Otegem Sint-Denijs Zwevegem-Centrum Zwevegem-Knokke Wijk Zwevegem DIVERSITEIT Diversiteit Percentage Heestert Kappaert Kouter Kreupel Losschaert Moen Centrum Otegem Sint-Denijs Zwevegem-Centrum Zwevegem-Knokke Wijk Zwevegem 36

37 SOCIAAL LEVEN Sociaal leven Percentage Wijk Zwevegem 0 Heestert Kappaert Kouter Kreupel Losschaert Moen Centrum Otegem Sint-Denijs Zwevegem-Centrum Zwevegem-Knokke VOORZIENINGEN Voorzieningen Percentage Wijk Zwevegem Heestert Kappaert Kouter Kreupel Losschaert Moen Centrum Otegem Sint-Denijs Zwevegem-Centrum Zwevegem-Knokke 37

38 MOBILITEIT Mobiliteit Percentage Wijk Zwevegem Heestert Kappaert Kouter Kreupel Losschaert Moen Centrum Otegem Sint-Denijs Zwevegem-Centrum Zwevegem-Knokke BELEIDSKANALEN Beleidskanalen Percentage Wijk Zwevegem 0 Heestert Kappaert Kouter Kreupel Losschaert Moen Centrum Otegem Sint-Denijs Zwevegem-Centrum Zwevegem-Knokke 38

39 BELEIDSBETROKKENHEID Beleidsbetrokkenheid Percentage Wijk Zwevegem Heestert Kappaert Kouter Kreupel Losschaert Moen Centrum Otegem Sint-Denijs Zwevegem-Centrum Zwevegem-Knokke LEEFBAARHEID Leefbaarheid Percentage Wijk Zwevegem Heestert Kappaert Kouter Kreupel Losschaert Moen Centrum Otegem Sint-Denijs Zwevegem-Centrum Zwevegem-Knokke 39