Trots op je taal! Gruts, grootsig, freed op oe(w) dialect!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Trots op je taal! Gruts, grootsig, freed op oe(w) dialect!"

Transcriptie

1 Trots op je taal! Gruts, grootsig, freed op oe(w) dialect! Verslag van het onderzoek naar dialectgebruik en -attitude in Noord-Brabant, de enquête Brabants 2005, en aanbevelingen voor provinciaal beleid. Redactie: dr. Jos Swanenberg Stichting het Brabants, s-hertogenbosch

2 1. Ten geleide In dit eerste hoofdstuk wordt de aanleiding van de enquête Brabants 2005, een onderzoek naar dialectgebruik en -attitude in Noord-Brabant, voor het voetlicht gebracht. Vervolgens worden de doelstelling en de methode uiteengezet. In het tweede, derde en vierde hoofdstuk worden de resultaten van de drie onderdelen van het onderzoek achtereenvolgens uitgebreid aan de orde gesteld. In hoofdstuk vijf volgen tot slot de conclusies en de aanbevelingen naar aanleiding van het onderzoek Aanleiding Stichting het Brabants heeft een onderzoek naar streektaal in Noord-Brabant uitgevoerd naar aanleiding van de provinciale beleidsnotitie ten behoeve van de commissie Zorg, Welzijn en Cultuur over streektaal, Accent op het Brabantse accent (27 september 2005). De doelstelling van het onderzoek is het formuleren van beleidsideeën voor streektaal in Noord- Brabant. In de provinciale cultuurnota, de nota Cultuur in Uitvoering van september 2003, is het belang van de (lokale of regionale) identiteit aangegeven in relatie tot de ruimtelijke planvorming. In de Kadernota 2005 is de versterking van de culturele identiteit als provinciale beleidsdoelstelling verder uitgewerkt: In dit tijdperk van een snel voortgaande mondialisering dreigen vervreemding en verlies aan identiteit. Daarom is het noodzakelijk, naast de invloed van nieuwe ontwikkelingen en cultuurimpulsen, de oorspronkelijke Brabantse identiteit levend te houden (Kadernota 2005, blz. 48). Omdat taal zo n belangrijke drager is van identiteit is het zaak de ontwikkeling van de Brabantse streektaal voor een nadere analyse in ogenschouw te nemen. Omdat identiteit centraal staat in de cultuurpassage van de Kadernota 2005 is de streektaalnotitie Accent op het Brabantse accent een eerste vertaling van cultureel identiteitsbeleid op immaterieel vlak Onderzoekskader Onder streektaal wordt in dit kader verstaan de bijzondere taal en uitspraak die op het grondgebied van Noord-Brabant gesproken wordt voor zover deze afwijkt van het Algemeen Nederlands. Vanzelfsprekend worden er in Noord-Brabant veel verschillende dialecten gesproken. Wij rekenen die verschillende dialecten tot ons onderwerp maar hanteren hier een brede definitie: ook het gebruik van de zachte g en typisch Brabantse woorden en uitdrukkingen rekenen wij tot de streektaal. Dat er zoveel verschillende dialecten in Noord-Brabant worden gesproken, neemt niet weg dat het spreken van dialect Brabant-breed een punt van aandacht kan zijn. Het spreken van dialect, of dat nu dat van Roosendaal of dat van Boxmeer is, draagt overal in hoge mate bij tot de sociale cohesie. Dat geldt ook voor de huidige, verstedelijkende samenleving. In bijvoorbeeld Tilburg wordt door allochtone jongeren vaak met een Brabants accent en met Brabantse dialectwoorden gesproken (prof. dr. A.J. Bijsterveld, Ge hurt d rbij of nie. Streektaal als groepstaal, in Streektaal en identiteit, Nijmegen 2002). Taalgebruik is een belangrijk onderdeel van de identiteit. De streektaal is een onlosmakelijk onderdeel van het Brabants cultureel erfgoed. 2

3 Het onderzoek naar dialectgebruik en -attitude in Noord-Brabant is opgezet in drie fasen. Op de eerste plaats is een representatieve steekproef genomen van de bevolking in Noord- Brabant. De dataverzameling en analyse is ondergebracht bij het PON, Instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling in Noord-Brabant. Op de tweede plaats werd de Brabantse bevolking opgeroepen om te reageren op vragen op een website. Op de derde plaats bestond het onderzoek uit een achttal diepte-interviews, die werden afgenomen door journaliste P. van Diessen. De verdere uitwerking en de monitoring van het onderzoek vonden plaats in de onderzoekscommissie. De commissie bestaat uit prof. dr. A.J. Bijsterveld (Universiteit van Tilburg), prof. dr. R. van Hout (Radboud Universiteit Nijmegen), dr. J. Kruijsen (Stichting het Brabants), dr. J. Swanenberg (streektaalfunctionaris Noord-Brabant) en P. Rutgers (provincie Noord-Brabant). 1.3 De situatie in enkele andere provincies in Nederland Ten behoeve van de streektaalnotitie Accent op het Brabantse accent is er een beknopt overzicht opgesteld van het streektaalbeleid in enkele andere provincies. In een aantal provincies wordt niet structureel aan streektaalbeleid en ondersteuning gedaan, zoals in Noord- en Zuid-Holland. In andere provincies zijn dialecten gezamenlijk als officiële regionale taal erkend volgens het Europees Handvest voor Regionale Talen en Talen van Minderheden, bijvoorbeeld in Limburg. De situatie verschilt dus sterk per regio. Zeeland De situatie in Zeeland is goed te vergelijken met die in Noord-Brabant. Men heeft getracht om ook het Zeeuws te laten erkennen als regionale taal, maar vanwege en negatief advies van de Nederlandse Taalunie is de erkenning niet tot stand gekomen. De Zeeuwse dialecten zijn net als de Brabantse dialecten niet erkend als taal volgens het Europees Handvest voor Regionale Talen en Talen van Minderheden. Sinds 2001 heeft de provincie een consulent streektalen ondergebracht bij de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (zie Daarnaast subsidieert zij het dialecttijdschrift Noe. De subsidie ondersteunt financieel het onderzoeksproject Woordenboek der Zeeuwse Dialecten. In de periode heeft men vooral educatie en participatie extra aandacht willen geven. Toch is er nog geen vervolg gegeven aan de lessenreeks voor de middengroep van de basisschool De zwarte dame uit 1999 ondanks het goede werk van de Zeeuwse stichting School en Dialect. Het belangrijkste project van de streektaalconsulent in 2005 is Zeeuwse Dialectopnamen, dat moet leiden tot een Zeeuwse Taalkamer, een informatieruimte met geluidsopnamen. Limburg In Limburg is er al veel langer aandacht voor de streektaal, maar Limburg is dan ook de provincie waar dialect in alle lagen van de maatschappij verankerd lijkt te zijn. In de Limburgse literatuur, de podiumkunsten en de moderne media is er al jarenlang ruime aandacht voor de dialecten. De oprichting van de vereniging Veldeke in 1926 vormt de eerste demonstratie dat de aandacht voor het Limburgs niet alleen plaatselijk maar ook provinciaal van aard moet zijn. De vereniging stelt zich tot doel om het Limburgs en de volkscultuur in levend gebruik te houden. De oprichting van de vereniging brengt onmiddellijk een tijdschrift voort waarin de taalpolitiek lokaal en provinciaal gevolgd werd. In 1997 werd het Limburgs erkend en sinds 1 maart 2001 is er een streektaalfunctionaris in Nederlands-Limburg. Deze is belast met het op professionele basis ontwikkelen van activiteiten en projecten, die erop gericht zijn het Limburgs en zijn dialecten bij brede lagen 3

4 van de bevolking, vooral ook bij jongeren, door middel van een structurele aanpak levend te houden. Zijn werk dient te gebeuren in samenspraak met de Raod veur 't Limburgs, een door Provinciale Staten ingestelde begeleidingscommissie, waarvan de leden door Provinciale Staten benoemd worden. Al in de jaren 30 vindt wetenschappelijk onderzoek naar de Limburgse dialecten plaats aan de KU Nijmegen, waar tot op heden wordt gewerkt aan het Woordenboek van de Limburgse Dialecten. Dat koepelproject wordt al vele jaren financieel ondersteund door de provincie Limburg. Op de tweede plaats kan de Limburg-enquête genoemd worden. Opvallend is dat wetenschappelijk dialectonderzoek erg vaak Limburgse dialecten als onderwerp heeft. Belangwekkend onderzoek van de laatste jaren is bijv. het onderzoek door Marjolein van de Nieuwenhof op basis van de uitkomsten van het PRIMA-cohortenonderzoek (Ik heb twee schoen. Onderzoek naar de invloed van het spreken van dialect op de taalvaardigheid Nederlands van basisschoolleerlingen, Nijmegen 2002). Hieruit blijkt dat het geen kwaad kan kinderen in het dialect op te voeden en dat ouders hun kinderen het beste kunnen opvoeden in de taal die ze zelf het beste beheersen en die ze het liefste spreken. Dat is het beste voor de taalontwikkeling, de cognitieve ontwikkeling en de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. En dat is weer gunstig voor de prestaties op school. De conclusie is met andere woorden niet een pleidooi voor het dialect als instructietaal of vak op school. Maar natuurlijk kan het dialect op school wel een rol spelen. Kinderen kunnen in de kring best iets in het dialect vertellen. Dat gebeurt bijvoorbeeld in het lesmateriaal Je eigen taal/dien eige taal uit 2005 dat mede door de streektaalfunctionaris is ontwikkeld (Het bestaat behalve een docentenhandleiding en een Nederlandstalig leerlingenboek ook uit een reeks leerlingenboeken in verschillende dialecten zoals het Roermonds, Sittards en Brunssums. Een onderwijspakket voor het middelbaar onderwijs volgt). Maar het Nederlands op school vervangen door het dialect, is geen goed idee. De school is typisch een plek waar het Nederlands het belangrijkste is maar waar het dialect niet verboden zou moeten zijn. Limburg heeft getuige de Strategische Beleidsvisie Cultuur (december 2000) als actiepunten in zijn streektaalbeleid: -de aanstelling van een streektaalfunctionaris; -de subsidiëring van het Woordenboek Limburgse Dialecten; -de ontwikkeling van een lespakket voor het onderwijs; -een theaterproductie; -een internetsite; -een promotiecampagne. Groningen/Drenthe/Overijssel Zoals gezegd is naast het Limburgs ook het Nedersaksisch (de dialecten van Groningen, Drenthe, Overijssel, Achterhoek en Stellingwerven) erkend als regionale taal. In 1995 werd de aanvrage tot erkenning van het Nedersaksisch als streektaal door de Nederlandse Regering gehonoreerd. Het Nedersaksische gebied kent een flink aantal streektaalfunctionarissen en consulenten. De streektaalfunctionaris in Groningen (met zijn Bureau Groninger Taal en Cultuur gevestigd aan de universiteit) is al sinds 1984 in dienst en is inmiddels bijzonder hoogleraar. Het Huis voor Groninger Cultuur herbergt daarnaast nog twee consulenten voor wie streektaal slechts één facet van het werkterrein is. Hoewel de Stichting Drentse Taol, waar de twee streektaalconsulenten huizen, pas sinds 2001 bestaat, wordt streektaal al sinds 1987 structureel ondersteund vanuit de provincie Drenthe. Andere stichtingen houden zich bezig met de regionale cultuur, met soms ook een sterke nadruk op de regionale taal, zoals het Van Deinse Instituut in Enschede, de IJsselacademie in Kampen, Stichting Stellingwarver Schrieversronte in Oldeberkoop en het Staring Instituut in Doetinchem. Alle vier hebben zij een streektaalfunctionaris of consulent in dienst. Het hele 4

5 Nedersaksische gebied kent een goede infrastructuur op het gebied van streektaalondersteuning. Algemeen Daar waar dialect als regionale taal is erkend, is er veel aandacht voor de toepassing van streektaaleducatie in alle lagen van het onderwijs (van peuterspeelzaal tot universiteit), zoals bijvoorbeeld het geval is in Limburg, Groningen, Drenthe en Twente. Aan basisscholen wordt vrij veel aandacht besteed. Zowel in Groningen als in Drenthe en Twente worden pakketten ontwikkeld waarbij geprobeerd wordt streektaal in kleine deeltjes van een kwartier in het onderwijs te promoten, het zogenaamde Groningse, Drentse en Twentse kwartiertje. Onderwijs aan volwassenen neemt in sommige regio s eveneens een belangrijke plaats in. In de Stellingwerven, Groningen en Drenthe worden al jarenlang cursussen georganiseerd over de regionale taal. In Limburg en Groningen lopen lesreeksen waarin docenten worden opgeleid om dergelijke cursussen te geven. Streektaalfunctionarissen en -consulenten beschouwen voorlichting eveneens als een belangrijk onderdeel van hun taak; zij willen graag beschouwd worden als een aanspreekpunt voor hun regio op het gebied van dialect. Om deze loketfunctie goed uit te dragen, beschikken ze meestal over een toegankelijke website. In Doetinchem, de Stellingwerven, Enschede en Kampen werkt men met een streektaaltelefoon, waar iedereen terecht kan met zijn vragen over Achterhoekse en Liemerse, Stellingwerfse, Twentse en West-Overijsselse dialecten. In Drenthe heeft men met het taolpad een website met een taalquiz en informatie over streektaalschrijvers die op film te zien en te horen zijn. 5

6 2. Onderzoeksfase 1: De telefonische enquête, een representatieve steekproef Het eerste deel van het onderzoek bestaat uit een representatieve steekproef van de bevolking in Noord-Brabant, gestratificeerd naar regio. Dit deel van het onderzoek werd uitgevoerd door het PON, Instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling in Noord-Brabant. Het PON heeft de vragenlijst in overleg met de onderzoekscommissie samengesteld en telefonisch voorgelegd aan de respondenten. In een inleidende paragraaf zullen we eerst de belangrijkste resultaten op een rijtje zetten, alvorens het uitgebreide verslag met resultaten en bijbehorende tabellen van het PON te presenteren. 2.1 Inleiding Het telefonisch onderzoek bestond uit een steekproef met netto respons van ca. 400 personen van 12 jaar en ouder per regio, totaal netto 1605 personen. De uitkomsten werden gerelateerd aan vier achtergrondvariabelen, te weten: de plaats waar men opgroeide, leeftijd, regio waar men woont en genoten opleiding. Om een goed beeld te verwerven in de mate waarin inwoners van Brabant vinden dat ze Brabants dialect kunnen spreken, werd hun in de eerste plaats gevraagd naar de plaats waar men opgroeide (dat wil zeggen de plaats waar men de lagere schooltijd doorbracht). Van de mensen in de onderzoeksgroep is 50% woonachtig in de plaats waar hij/zij opgroeide, 29,2% is elders in Brabant opgegroeid, 17,3% elders in Nederland en 3,5% ten slotte is buiten Nederland opgegroeid. Uitkomst Van de Brabanders van 12 jaar en ouder kan 43,5% Brabants dialect spreken en nog eens een 28,6% kan dat enigszins. Dus liefst 72,1% van de bevolking van Noord-Brabant spreekt in meerdere of mindere mate dialect. Vrijwel iedereen begrijpt het dialect van de woonplaats, bijna 85% goed en nog eens bijna 13% enigszins. In totaal begrijpt maar liefst 96,9% in meerdere of mindere mate dialect. We kunnen dus gerust stellen dat vrijwel álle inwoners van Noord-Brabant het dialect van de woonplaats kunnen verstaan. Van de mensen die wonen in de plaats waar ze opgroeiden, kan ruim 55% dialect van de woonplaats spreken en 24,0% enigszins, bij mensen die binnen Brabant verhuisd zijn, is dat ruim 39% en 26,7% kan dat enigszins. Overigens kan van de groep die binnen Brabant verhuisd is, nog 65,5% het dialect van de plaats waar men opgroeide spreken. Bij mensen die elders in Nederland of in het buitenland opgegroeid zijn, kan nog maar een kleine minderheid van 6% dialect van de huidige woonplaats goed spreken. Bij mensen die in het buitenland opgegroeid zijn, begrijpt liefst 39,4% het dialect van de woonplaats goed. Jeugd Jongere leeftijdscategorieën zijn steeds minder in staat om dialect te spreken. Men begrijpt het over het algemeen nog wel, maar in de leeftijdscategorie jaar kan nog maar ongeveer 29% goed dialect spreken, terwijl 30% aangeeft dat men dat nog enigszins kan. Mensen van 35 jaar en ouder zijn verreweg het best in staat om dialect te spreken, ongeveer 65% van hen kan dat. Mensen tot 50 jaar die niet in Brabant zijn opgegroeid zijn nauwelijks in staat om dialect te spreken. Regioverschillen 6

7 Er zijn geringe regionale verschillen zichtbaar. In de regio West-Brabant is men het minst in staat om het dialect van de woonplaats te spreken (37,3% antwoordt ja en 26,4% enigszins) en in de regio Zuidoost-Brabant het meest (43,2% antwoordt ja en 24,1% enigszins). Uit nadere analyse blijkt dat dit verschil geheel voor rekening komt voor mensen die in de huidige woonplaats zijn opgegroeid. In Zuidoost-Brabant kan bijna 63% van deze categorie dialect van de huidige woonplaats spreken, in West-Brabant bijna 48%. Opleiding Hoger opgeleiden kunnen beduidend minder dialect spreken (50%) dan lager en middelbaar opgeleiden (resp. 73,5 en 66,4%). Op de mate waarin men dialect begrijpt, heeft opleidingsniveau geen invloed. Als mensen dialect kunnen spreken, dan leert bijna tweederde van hen dat als eerste taal. Dat geldt zowel voor mensen die in Brabant opgegroeid zijn als voor mensen die buiten Brabant zijn opgegroeid. De overigen leren het op latere leeftijd, bijvoorbeeld op het schoolplein, nadat ze al Nederlands geleerd hebben. Gebruik Uit de vragen naar de gebruikssituatie van dialect, Algemeen Nederlands en streektaal, een taalvorm tussen beide uitersten in met typisch Brabantse kenmerken, blijkt dat 23% dialect spreekt met de partner en 25% streektaal en dat 13,6% dialect spreekt met de kinderen en 18,2% streektaal. Overigens wordt de laatste jaren ook onderzocht hoeveel basisschoolkinderen in het dialect worden opgevoed en kunnen we dat cijfer vergelijken met de zojuist genoemde percentages (die gelden voor alle kinderen, bijvoorbeeld ook vijftigers wanneer er iemand van zeventig werd ondervraagd). In 2003 spreekt 3% van de Brabanders dialect of streektaal met de kinderen (dr. G. Driessen In Dutch usage? of Dutch regional languages and dialects, in Language, culture and curriculum, 2005). Van de ouders van die basisschoolkinderen in 2003 spreekt 12% dialect of streektaal met de partner. Op het werk of op school spreekt 11,3% dialect en 22,7% spreekt streektaal met typisch Brabantse kenmerken. Aan de telefoon tegen een onbekende spreekt slechts 1,8% dialect en 14,6% streektaal. Mening over dialect Naast het gebruik van dialect vormde ook de mening over dialect en accent een onderwerp van het onderzoek. Daarbij werd onderscheid gemaakt tussen het dialect als eigen plaatselijke taalvorm van de woonplaats en een meer algemene Brabantse streektaal: een taalvorm tussen het Algemeen Nederlands en het dialect in, met een herkenbaar Brabants accent, zoals een zachte g, ge voor je, houdoe als groet bij het afscheid etc. Bijna 45% van de Brabanders prefereert het spreken van Algemeen Nederlands, bijna 27% het spreken van Brabantse streektaal en bijna 23% zou het liefst plaatselijk dialect spreken. 8,5% van de Brabanders zouden het dialect van hun huidige woonplaats wel willen leren. Vooral mensen die buiten Nederland zijn opgegroeid (21,1%) en mensen in de leeftijdscategorie jaar (15%) spreken deze wens uit. Ruim 70% van de Brabanders spreekt zijn Algemeen Nederlands met een Brabants accent. Meer dan 82% hiervan is trots op dat accent. Het spreken met een Brabants accent is uiteraard vooral voorbehouden aan mensen die in Brabant zijn opgegroeid. Desondanks zegt nog bijna een kwart van de mensen die elders in Nederland of in het buitenland zijn opgegroeid dat ze met een Brabants accent spreken. Van de mensen die elders in Nederland zijn opgegroeid, is 55,3% trots op zijn Brabantse accent en 7

8 van de mensen die in het buitenland zijn opgegroeid, is liefst 81,8% trots op zijn Brabantse accent. In alle leeftijdscategorieën spreekt men ongeveer in gelijke mate met een Brabants accent. Dus ook jongeren die veel minder dan de oudere leeftijdcategorieën dialect kunnen spreken, spreken met een Brabants accent en zijn daar vrijwel even trots op als ouderen. In West-Brabant wordt het Algemeen Nederlands het minst met een Brabants accent gesproken en in Zuidoost-Brabant het meest. Opvallend is dat men er in Midden-Brabant minder trots op is dat men met een Brabants accent spreekt. Tot slot is gevraagd of men zich Brabander voelt. Bijna 80% van de Brabanders voelt zich ook Brabander. Op de vraag welke aspecten daarbij van belang zijn (de Brabantse geschiedenis, de mentaliteit, het landschap, het geloof, dialecten of feesten) antwoordde men dat de Brabantse mentaliteit de belangrijkste reden is om zich Brabander te voelen. Buitengewoon Brabants Zo luidt de titel van het PON-jaarbeeld Daarin neemt de PON-redactie stelling in de discussie over de Brabantse identiteit. Als objectief vaststaand feit bestaat die Brabantse identiteit niet, maar zij bestaat wel degelijk als subjectieve beleving. Daarbij is de domme Brabander inmiddels een trotse Brabander geworden. Een belangrijk element van de identiteit is de gerichtheid op een eigen cultuur en het gebruik van de Brabantse taal (PON, Buitengewoon Brabants, Tilburg 2006, blz. 6). Daarom is de PON-redactie van mening dat verdere investeringen op het gebied van culturele uitingen van de Brabantse identiteit in de toekomst van groot belang zijn. De opvatting van de PON-redactie wordt onderbouwd met interviews en met de onderzoeksresultaten van het PON-Brabantpanel. Vrijwel iedereen van het panel, ca. 95 %, vindt het belangrijk dat er typische Brabantse waarden en normen bestaan en dat die behouden blijven: gezelligheid, gastvrijheid, gemoedelijkheid en behulpzaamheid. Tweederde vindt het belangrijk dat de Bourgondische mentaliteit, het carnaval, de Brabantse muziek, de typisch Brabantse gerechten én de dialecten behouden blijven (PON, Buitengewoon Brabants, Tilburg 2006, blz. 13). 8

9 2.2 Uitgebreid overzicht van de onderzoeksresultaten Door Paul van Daal (PON Instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling in Noord- Brabant) In dit hoofdstuk gaan we in op de mate waarin mensen in Brabant dialect van de plaats waar men nu woont, begrijpen, respectievelijk kunnen spreken. We relateren deze uitkomsten tevens aan vier achtergrondvariabelen, te weten: de plaats waar men opgroeide, leeftijd, regio waar men woont en genoten opleiding Begrijpen en kunnen spreken van Brabants dialect Om een goed beeld te verwerven van de mate waarin inwoners van Brabant vinden dat ze Brabants dialect kunnen spreken, hebben we mensen in de eerste plaats gevraagd naar de plaats waar men opgroeide (dat wil zeggen de plaats waar men de lagere schooltijd doorbracht). Van de mensen in de onderzoeksgroep is 50% woonachtig in de plaats waar hij/zij opgroeide, 29,2% is elders in Brabant opgegroeid, 17,3% elders in Nederland en 3,5% ten slotte is buiten Nederland opgegroeid. Vervolgens is hun gevraagd of ze mensen daadwerkelijk dialect kunnen spreken of dialect begrijpen. Daarvoor hebben we op de eerste plaats de groep geselecteerd die aangeeft het dialect van de huidige woonplaats te begrijpen of te kunnen spreken. Om tot een compleet beeld te komen, hebben we daarnaast gekeken naar de groep mensen die binnen Brabant verhuisd is, en die niet het dialect van de huidige woonplaats begrijpt of kan spreken, maar wel het dialect van de plaats waar men opgroeide. We komen daarbij tot het volgende totaalbeeld van Brabanders die Brabants dialect kunnen spreken. Tabel 2.1: De mate waarin Brabanders dialect begrijpen en kunnen spreken dialect begrijpen Dialect kunnen spreken ja enigszins ja Enigszins Spreken/begrijpen dialect van woonplaats 83,6 12,5 40,5 23,6 Spreken/begrijpen dialect van plaats van opgroeien in Brabant, niet van woonplaats 0,5 0,3 3,0 5,0 Totaal 84,1 12,8 43,5 28,6 Van de inwoners van Brabant van 12 jaar en ouder is dus 43,5% in staat Brabants dialect te spreken en 84,1% begrijpt het. Van de groep die binnen Brabant verhuisd is geeft 36,7% aan dat zij zowel het dialect van de plaats waar ze opgroeiden spreken als het dialect van de plaats waar ze nu wonen. Dat wordt voor een groot deel verklaard uit het feit dat de meeste verhuizingen binnen de regio hebben plaatsgevonden, zodat ze veelal in een zelfde dialectgebied bleven wonen. In de volgende paragrafen hebben we het begrijpen en kunnen spreken van dialect gerelateerd aan plaats van opgroeien, leeftijd, woonregio en opleiding. 9

10 Plaats van opgroeien We hebben ook gekeken in hoeverre de plaats waar men opgroeide van invloed is op het begrijpen en kunnen spreken van dialect van de plaats waar men nu woont. Tabel 2.2 Begrijpen en kunnen spreken van dialect van de plaats waar men nu woont, naar plaats waar men opgroeide (n=1605) Dialect begrijpen Dialect kunnen spreken Plaats waar men opgroeide Ja Enigszins Ja Enigszins In woonplaats opgegroeid 90,7 7,9 55,1 24,0 Elders in Brabant opgegroeid 85,8 11,4 39,5 26,7 Elders in Nederland opgegroeid 68,2 24,2 7,2 18,3 Buiten Nederland opgegroeid 39,4 28,4 5,3 17,2 Totaal 83,6 12,5 40,5 23,6 Uit de tabel blijkt dat van de mensen die in hun eigen woonplaats opgroeiden, (!) vrijwel iedereen het dialect goed of enigszins begrijpt. Ruim 55% zegt het dialect goed te kunnen spreken, bijna een kwart enigszins. Ook mensen die elders in Brabant opgroeiden, zijn redelijk in staat het dialect van hun huidige woonplaats te spreken: 39,5% goed, bijna 27% enigszins, terwijl ook in deze groep vrijwel iedereen het dialect goed of enigszins begrijpt. Overigens blijkt dat 65,5% van de mensen uit deze groep zegt het dialect van de plaats in Brabant waar men opgroeide te kunnen spreken. Dit percentage is hoger dan dat van de mensen die in hun woonplaats opgroeiden (55,1%). Dit zou er op kunnen duiden dat de perceptie van het goed kunnen spreken minder is als men in de desbetreffende plaats woont en toeneemt als men dat op basis van herinnering aan vroeger moet inschatten. Mensen die elders in Nederland of in het buitenland opgroeiden zijn slechts in zeer beperkte mate in staat dialect te spreken. Het merendeel van deze mensen begrijpt het dialect echter wel. Leeftijd Om nader te preciseren hoe het begrijpen en kunnen spreken van dialect over de Brabantse bevolking gespreid is, hebben we dit ook gerelateerd aan leeftijd. Tabel 2.3 Begrijpen en kunnen spreken van dialect naar leeftijd (n=1605) Dialect begrijpen Dialect kunnen spreken Leeftijd Ja Enigszins Ja Enigszins jaar 75,1 18,9 28,9 31, jaar 82,0 15,3 37,5 24, jaar 87,1 10,2 43,2 23, jaar 88,2 9,3 47,2 20,7 65 jaar en ouder 82,0 11,0 42,0 18,8 Totaal 83,6 12,5 40,5 23,6 Leeftijd speelt wel een (beperkte) rol bij het begrijpen van dialect: vooral jongeren begrijpen dialect wat minder dan ouderen. Als men het gedeeltelijk begrijpen van het dialect erbij betrekt, blijkt dat desondanks in elke leeftijdscategorie ruim 90% van de mensen het dialect enigszins tot goed begrijpt. 10

11 Het kunnen spreken van het dialect van de plaats waar men woont, is wel leeftijdsgebonden. Van de jongeren tot 25 jaar kan bijna 29% het dialect spreken, dit percentage loopt op tot ruim 47% in de leeftijdscategorie jaar. Opvallend is dat 65+ers minder goed in staat zijn om het dialect van hun huidige woonplaats te spreken dan mensen van jaar. Regio waar men woont Vervolgens kijken we ook nog of het begrijpen en spreken van dialect gelijkelijk over Brabant verdeeld is. Daartoe hebben we Brabant ingedeeld in vier zogenaamde COROP-regio s, West- Brabant, Midden-Brabant, Noordoost-Brabant en Zuidoost-Brabant Tabel 2.4 Begrijpen en kunnen spreken van dialect naar regio (n=1605) Dialect begrijpen Dialect kunnen spreken Regio ja Enigszins Ja Enigszins West-Brabant 82,6 13,4 37,3 26,4 Midden-Brabant 79,1 16,7 39,5 23,1 Noordoost-Brabant 83,5 11,9 41,1 20,4 Zuidoost-Brabant 87,1 9,6 43,2 24,1 Totaal 83,6 12,5 40,5 23,6 Uit de tabel blijkt dat in elke regio vrijwel iedereen het dialect van de plaats waar men woont, begrijpt of in ieder geval enigszins begrijpt. Wat opvalt is dat er regionaal geringe verschillen zijn in de mate waarin men het dialect van de woonplaats kan spreken. In West-Brabant is dat het minst het geval, in Zuidoost-Brabant het meest. Opleiding Tot slot kijken we in hoeverre genoten opleiding van invloed is op het feit of men dialect begrijpt of spreekt. We hebben daartoe het onderwijsniveau samengevat in drie categorieën: Laag: basisonderwijs, lager beroepsonderwijs en opleiding niet afgemaakt; Middelbaar: middelbaar voorbereidend onderwijs (bijv. MAVO), middelbaar beroepsonderwijs, VWO etc.; Hoog: hoger beroepsonderwijs, universiteit. Tabel 2.5 Begrijpen en spreken van dialect naar opleiding (n=1605) Dialect begrijpen Dialect kunnen spreken Opleiding ja Enigszins Ja Enigszins Laag 84,0 11,5 48,3 25,2 Middelbaar 84,2 12,5 44,2 22,2 Hoog 81,4 13,9 24,9 25,1 Totaal 83,6 12,5 40,5 23,6 Uit de tabel blijkt dat opleidingsniveau geen invloed heeft op de mate waarin men het dialect begrijpt. Wel blijkt dat hoger opgeleiden veel vaker geen dialect kunnen spreken dan mensen met een lage of middelbare opleiding Dialect als eerste of tweede taal 11

12 We hebben in de enquête ook gevraagd of men het dialect als eerste taal leerde, of later na het Nederlands, bijvoorbeeld op het schoolplein als ze al Nederlands hebben leren spreken. Deze vraag is alleen beantwoord door mensen die in Brabant zijn geboren én binnen Brabant verhuisd zijn en door mensen die elders in Nederland opgegroeid zijn en naar Brabant verhuisd zijn. Tabel 2.6 Dialect geleerd als eerste of tweede taal Binnen Brabant verhuisd (n=469) Naar Brabant verhuisd (n=278) Eerste taal Tweede taal Kan geen dialect spreken 42,2 23,3 34,5 30,4 17,3 52,3 Uit de tabel blijkt dat mensen die dialect spreken, dat in de meeste gevallen als eerste taal leren. Van de mensen die dialect kunnen spreken zegt ongeveer 65% dat ze dat als eerste taal geleerd hebben. Dat geldt zowel voor mensen die buiten Brabant zijn opgegroeid als voor mensen die in Brabant zijn opgegroeid. Mensen die in Brabant zijn opgegroeid, zijn echter wel relatief beter in staat om dialect te spreken dan mensen die elders in Nederland zijn opgegroeid Conclusie Veel Brabanders kunnen dialect spreken Van de Brabanders van 12 jaar en ouder kan 43,5% Brabants dialect spreken en nog eens een 28,6% kan dat enigszins. Vrijwel iedereen begrijpt het dialect van de woonplaats, bijna 85% goed en nog eens bijna 13% enigszins. Van de mensen die wonen in de plaats waar ze opgroeiden, kan ruim 55% dialect van de woonplaats spreken, bij mensen die binnen Brabant verhuisd zijn is dat ruim 39% en 26,7% kan dat enigszins. Overigens kan van de groep die binnen Brabant verhuisd is, nog 65,5% het dialect van de plaats waar men opgroeide spreken. Bij mensen die elders in Nederland of in het buitenland opgegroeid zijn, kan nog maar een kleine minderheid van 6% dialect van de huidige woonplaats spreken. Jongere leeftijdscategorieën zijn steeds minder in staat om dialect te spreken. Men begrijpt het over het algemeen nog wel, maar in de leeftijdscategorie jaar kan nog maar ongeveer 29% goed dialect spreken, terwijl 30% aangeeft dat men dat nog enigszins kan. Mensen van 35 jaar en ouder zijn verreweg het best in staat om dialect te spreken, ongeveer 65% van hen kan dat. Mensen tot 50 jaar die niet in Brabant zijn opgegroeid, zijn nauwelijks in staat om dialect te spreken. Er zijn ook regionale verschillen zichtbaar. In de regio West-Brabant is men het minst in staat om het dialect van de woonplaats te spreken (37,3%) en in de regio Zuidoost-Brabant het meest (43,2%). Uit nadere analyse blijkt dat dit verschil geheel voor rekening komt voor mensen die in de huidige woonplaats zijn opgegroeid. In Zuidoost-Brabant kan bijna 63% van deze categorie dialect van de huidige woonplaats spreken, in West-Brabant bijna 48%. 12

13 Hoger opgeleiden kunnen beduidend minder dialect spreken dan lager en middelbaar opgeleiden. Dialect wordt vooral als eerste taal geleerd Als mensen dialect kunnen spreken, dan leert bijna tweederde van hen dat als eerste taal. Dat geldt zowel voor mensen die in Brabant opgegroeid zijn als voor mensen die buiten Brabant zijn opgegroeid. De overigen leren het bijvoorbeeld op het schoolplein, nadat ze al Nederlands geleerd hebben. 13

14 2.3 Opvattingen over en gebruik van taal in verschillende situaties Gebruik van taal en dialect in verschillende situaties We hebben in de enquête ook gevraagd welke taal men in verschillende situaties spreekt, en waar de voorkeur naar uit gaat. We hebben daarbij vijf mogelijke taalvormen onderscheiden: Het Algemeen Nederlands, zoals dat bijvoorbeeld in het Journaal of op radio of televisie gesproken wordt; Brabantse spreektaal, een taalvorm tussen het Algemeen Nederlands en het dialect in, met een herkenbaar Brabants accent, zoals een zachte g, ge voor je, houdoe als groet bij het afscheid; Dialect, de eigen plaatselijke taalvorm van de woonplaats; Streektaal of dialect buiten Brabant, bijvoorbeeld Limburgs of Vlaams; Vreemde taal, bijvoorbeeld Frans, Duits, Turks, Marokkaans, etc. Tabel 3.1: De taal en/of dialect die men in verschillende situaties spreekt, totale groep (n=1605) Taal of dialect Partner Kinderen werk/school telefoon met onbekende voorkeur Algemeen Nederlands 37,8 39,2 53,5 83,0 44,5 Brabantse streektaal 25,0 18,2 22,7 14,6 26,7 Streektaal/dialect buiten Brabant Dialect 23,0 13,6 11,3 1,8 22,5 1,2 0,6 0,6 0,1 1,0 Vreemde taal 2,3 1,1 0,4 0,2 1,7 Niet van toepassing 10,6 27,3 11,5 0,4 3,6 Uit de tabel blijkt dat de voorkeur van de meeste Brabanders uitgaat naar het spreken van Algemeen Nederlands (44,5%). Dat wordt in bovenstaande situaties ook het meest gesproken, zowel thuis met partner en kinderen als op werk en school of in een telefoongesprek met een onbekende. Ruim een kwart van de mensen spreekt graag met een herkenbaar Brabants accent. In werkelijkheid gebeurt dat ook, vooral thuis, maar ook op het werk en ook als men met onbekenden telefoneert. Ruim 22% van de Brabanders prefereert het spreken van dialect. Nadere analyse leert dat het vooral mensen zijn die in hun huidige woonplaats zijn opgegroeid die deze voorkeur uitspreken, van hen spreekt bijna 30% het liefst dialect, en bijna 33% Algemeen Nederlands. Bij mensen die in Brabant zijn opgegroeid, maar niet in hun huidige woonplaats, liggen deze percentages respectievelijk op ±40% en ±25%. Mensen spreken het dialect vooral thuis met een partner. Met kinderen en ook op het werk wordt aanzienlijk minder dialect gesproken, hoewel één vijfde deel mensen die in hun woonplaats geboren zijn dat nog wel doet. In het vorige hoofdstuk zagen we dat meer dan 43,5% van de Brabanders Brabants dialect kan spreken. Dat betekent dat bijna de helft van deze mensen in de praktijk niet of nauwelijks dialect spreekt. 14

15 2.3.2 Opvattingen over dialect Bereidheid tot leren van dialect We hebben aan de respondenten die geen dialect kunnen spreken, (!) ook gevraagd of zij het dialect van de huidige woonplaats zouden willen leren spreken. We hebben de uitkomsten gerelateerd aan plaats van opgroeien en leeftijd. Tabel 3.2 Zou u het dialect van uw woonplaats willen spreken? naar plaats waar men opgroeide. Plaat waar men opgroeide Kunnen al dialect spreken Willen dialect leren spreken In woonplaats opgegroeid 55,1 5,8 Elders in Brabant opgegroeid 39,5 7,1 Elders in Nederland opgegroeid 7,2 9,2 Buiten Nederland opgegroeid 5,3 21,1 Totaal 40,5 8,5 Het aantal mensen dat het dialect van de woonplaats alsnog wil leren spreken, is beperkt: 8,5 %. Opvallend is wel dat meer dan éénvijfde van de mensen die buiten Nederland zijn opgegroeid alsnog het dialect van hun woonplaats zouden willen leren spreken. Tabel 3.3 Zou u het dialect van uw woonplaats willen spreken? naar leeftijd. Leeftijd Kunnen al dialect spreken Willen dialect leren spreken jaar 28,9 7, jaar 37,5 15, jaar 43,2 4, jaar 47,2 8,2 65 jaar en ouder 42,0 9,3 Totaal 40,5 8,5 Met name de mensen in de leeftijdscategorie jaar hebben behoefte om het dialect van hun woonplaats te leren spreken. Spreken met Brabants accent We hebben de respondenten gevraagd of mensen het Algemeen Nederlands met een herkenbaar Brabants accent (zoals een zachte g) spreken, en zo ja of men daar dan trots op is. We hebben de uitkomsten gerelateerd aan respectievelijk plaats van opgroeien, leeftijd en regio waar men woonachting is Tabel 3.4 Spreekt u het Algemeen Nederlands met een Brabants accent en bent u daar trots op? naar plaats waar men opgroeide. Plaat waar men opgroeide Spreekt AN met Is daar trots op Brabants accent In woonplaats opgegroeid 82,5 84,1 Elders in Brabant opgegroeid 82,3 83,8 15

16 Elders in Nederland opgegroeid 24,0 55,3 Buiten Nederland opgegroeid 22,7 81,8 Totaal 70,2 82,2 Ruim 70% van de Brabanders spreekt het Algemeen Nederlands met een Brabants accent. Meer dan 82% is trots op dat accent. Het spreken met een Brabants accent is uiteraard vooral voorbehouden aan mensen die in Brabant zijn opgegroeid. Desondanks zegt nog bijna een kwart van de mensen die elders in Nederland of in het buitenland zijn opgegroeid dat ze met een Brabants accent spreken. Tabel 3.5 Spreekt u het Algemeen Nederlands met een Brabants accent en bent u daar trots op? naar leeftijd. Leeftijd Spreekt AN met Brabants Is daar trots op accent jaar 70,1 78, jaar 74,8 79, jaar 70,6 80, jaar 69,0 88,0 65 jaar en ouder 67,1 85,3 Totaal 70,2 82,2 In alle leeftijdscategorieën spreekt men ongeveer in gelijke mate met een Brabants accent. Dus ook jongeren die veel minder dan de oudere leeftijdcategorieën dialect kunnen spreken, spreken met een Brabants accent en zijn daar vrijwel even trots op als ouderen. Tabel 3.6 Spreekt u het Algemeen Nederlands met een Brabants accent en bent u daar trots op? naar regio Leeftijd Spreekt AN met Brabants Is daar trots op accent West-Brabant 62,7 82,4 Midden-Brabant 68,1 76,0 Noordoost-Brabant 70,1 82,8 Zuidoost-Brabant 77,9 85,1 Totaal 70,2 82,2 In West-Brabant wordt het Algemeen Nederlands het minst met een Brabants accent gesproken in Zuidoost-Brabant het meest. Opvallend is dat men in Midden-Brabant er het minst trots op is dat men met een Brabants accent spreekt. Conclusie Meeste mensen willen Algemeen Nederlands spreken Bijna 45% van de Brabanders prefereert het spreken van Algemeen Nederlands, bijna 27% het spreken van Brabantse streektaal en bijna 23% zou het liefst dialect spreken. Beperkt aantal mensen wil nog dialect leren 16

17 8,5% van de Brabanders zou het dialect van hun huidige woonplaats wel willen leren. Vooral mensen die buiten Nederland zin opgegroeid en mensen in de leeftijdscategorie jaar spreken deze wens uit. Veel mensen spreken met Brabant accent Ruim 70% van de Brabanders zegt het Algemeen Nederlands met een Brabants accent te spreken en ruim 80% van deze mensen is daar ook trots op. 17

18 2.4. Stellingen We hebben de respondenten een aantal stellingen voorgelegd, met de vraag in hoeverre men zich daar in kon vinden. In dit hoofdstuk gaan we in op de uitkomsten. We doen dat door deze te relateren aan de plaats waar men opgroeide en aan leeftijd. Stelling 1: In het basisonderwijs moet meer aandacht aan het dialect besteed worden Plaats van opgroeien Tabel 4.1 In het basisonderwijs moet meer aandacht aan het dialect besteed worden Plaats van opgroeien Helemaal mee eens Gedeeltelijk mee eens Geen mening Gedeeltelijk mee oneens Helemaal mee oneens In woonplaats opgegroeid 15,5 19,8 8,8 13,8 42,1 Elders in Brabant opgegroeid Elders in Nederland opgegroeid Buiten Nederland opgegroeid Totaal 14,6 18,9 4,8 12,0 49,6 11,8 15,1 6,5 13,1 53,5 17,3 11,8 12,8 11,7 46,6 Brabanders zijn het maar beperkt eens met de stelling dat er in het basisonderwijs meer aandacht aan dialect besteed moet worden. De plaats van opgroeien blijkt daar geen grote invloed op te hebben. Leeftijd Tabel 4.2: In het basisonderwijs moet meer aandacht aan het dialect besteed worden, naar leeftijd (n=1605) Leeftijd Helmaal mee eens Gedeeltelijk mee eens Geen mening Gedeeltelijk mee oneens Helemaal mee oneens jaar 9,2 23,7 8,1 15,6 43, jaar 10,7 16,7 6,9 14,9 50, jaar 8,8 17,1 6,6 13,8 53, jaar 20,8 20,4 5,3 10,1 43,5 65 jaar en ouder 25,6 14,0 11,3 11,4 37,7 Totaal Uit de tabel blijkt dat er een duidelijke grens ligt tussen de mensen jonger dan 50 jaar en mensen die ouder zijn. Een substantieel deel van deze laatste groep vindt dat er in het basisonderwijs meer aandacht aan dialect geschonken zou kunnen worden. Stelling 2: Wie zijn dialect verliest, verliest een stuk van zijn eigenheid Plaats van opgroeien Tabel 4.3 Wie zijn dialect verliest, verliest een stuk van zijn eigenheid, naar plaats van opgroeien Plaats van opgroeien Helemaal mee eens Gedeeltelijk mee eens Geen mening Gedeeltelijk mee oneens Helemaal mee oneens In woonplaats opgegroeid 34,8 20,9 6,2 10,5 27,7 Elders in Brabant 34,3 16,6 8,4 10,8 30,0 18

19 opgegroeid Elders in Nederland opgegroeid Buiten Nederland opgegroeid Totaal 35,1 18,9 6,3 7,7 32,0 33,3 16,0 15,0 20,1 15,6 Bijna 35% van de mensen is het met deze stelling eens. Plaats van opgroeien heeft daar nauwelijks invloed op. Leeftijd Tabel 4.4 Wie zijn dialect verliest, verliest een stuk van zijn eigenheid, naar leeftijd Leeftijd Helemaal mee eens Gedeeltelijk mee eens Geen mening Gedeeltelijk mee oneens Helemaal mee oneens jaar 22,4 22,7 9,3 13,5 32, jaar 21,9 21,6 6,3 13,0 37, jaar 32,4 18,6 5,4 11,0 32, jaar 47,6 16,4 6,3 8,4 21,4 65 jaar en ouder 45,5 17, ,6 20,7 Totaal Naarmate men ouder wordt, met name boven de 50 jaar, is men het meer eens met deze stelling. Stelling 3: Op Omroep Brabant zou meer met Brabants accent gesproken moeten worden Plaats van opgroeien Tabel 4.5 Op Omroep Brabant zou meer met Brabants accent gesproken moeten worden, naar plaats van opgroeien Plaats van opgroeien Helemaal mee eens Gedeeltelijk mee eens Geen mening Gedeeltelijk mee oneens Helemaal mee oneens In woonplaats opgegroeid 26,5 18,4 10,1 13,8 31,1 Elders in Brabant opgegroeid Elders in Nederland opgegroeid Buiten Nederland opgegroeid Totaal 25,6 16,6 12,5 11,6 33,7 17,7 17,4 19,4 13,2 32,4 6,1 12,1 11,5 14,0 56,3 Ruim een kwart van de mensen die in Brabant zijn opgegroeid, zou willen dat op Omroep Brabant meer met een Brabants accent gesproken zou worden. Mensen die elders zijn opgegroeid, zijn het maar in zeer beperkte mate met deze stelling eens. Leeftijd Tabel 4.6 Op Omroep Brabant zou meer met Brabants accent gesproken moeten worden, naar leeftijd Helemaal mee Gedeeltelijk Geen mening Gedeeltelijk Helemaal mee 19

20 Leeftijd eens mee eens mee oneens oneens jaar 15,8 18,7 9,1 15,2 41, jaar 20,9 15,8 16,8 13,6 32, jaar 20,3 16,2 13,1 12,2 38, jaar 30,2 20,1 11,7 11,6 26,4 65 jaar en ouder 33,5 16, ,7 24,2 Totaal Het aantal mensen dat het met deze stelling eens is, stijgt naarmate men ouder wordt. Stelling 4: Omroep Brabant zou meer aandacht moeten schenken aan plaatselijk dialect. Plaats van opgroeien Tabel 4.7: Omroep Brabant zou meer aandacht moeten geven aan plaatselijk dialect, naar plaats van opgroeien (n=1605) Plaats van opgroeien Helemaal mee eens Gedeeltelijk mee eens Geen mening Gedeeltelijk mee oneens Helemaal mee oneens In woonplaats opgegroeid 28,8 23,2 14,3 11,9 21,9 Elders in Brabant opgegroeid Elders in Nederland opgegroeid Buiten Nederland opgegroeid Totaal 29,1 19,7 14,8 11,4 25,0 20,8 13,4 23,6 9,6 32,6 13,7 15,3 11,5 28,5 31,0 Brabanders, zowel zij die in hun huidige woonplaats zijn opgegroeid als degenen die binnen Brabant verhuisd zijn, kunnen zich het meest vinden in deze stelling, bijna 30% is het er helemaal mee eens, terwijl nog eens ongeveer 20% het daar gedeeltelijk mee eens is. Ook van de mensen die elders in Nederland zijn opgegroeid is nog ruim 20% van mening dat Omroep Brabant meer aandacht aan plaatselijk dialect zou kunnen schenken. Leeftijd Tabel 4.8: Omroep Brabant zou meer aandacht moeten geven aan plaatselijk dialect, naar leeftijd (n=1605) Leeftijd Helmaal mee eens Gedeeltelijk mee eens Geen mening Gedeeltelijk mee oneens Helemaal mee oneens jaar 16,2 25,5 18,5 18,9 21, jaar 24,5 18,1 18,5 10,6 28, jaar 23,0 17,2 19,5 11,0 29, jaar 36,6 20,8 9,7 11,1 21,8 65 jaar en ouder 34,6 20,8 13,6 8,2 22,8 Totaal Evenals bij de vorige stelling is loopt de steun voor deze stelling op naarmate men ouder is. Met name jongeren tot 25 jaar zijn het maar beperkt eens met deze stelling. Stelling 5: Dialect zou ook in officiële situaties gebruikt kunnen worden, bijvoorbeeld bij het burgerlijk huwelijk. 20

21 Plaats van opgroeien Tabel 4.9: Dialect zou ook in officiële situaties gebruikt kunnen worden, bijvoorbeeld bij het burgerlijk huwelijk, naar plaats van opgroeien Plaats van opgroeien Helemaal mee eens Gedeeltelijk mee eens Geen mening Gedeeltelijk mee oneens Helemaal mee oneens In woonplaats opgegroeid 32,2 21,6 8,0 10,5 27,7 Elders in Brabant opgegroeid Elders in Nederland opgegroeid Buiten Nederland opgegroeid Totaal 29,5 24,4 6,2 8,0 31,9 24,4 26,9 8,3 6,2 34,2 28,8 20,9 13,2 5,9 31,1 Bijna 30% van de Brabanders is van mening dat het dialect ook in officiële situaties gebruikt zou kunnen worden. Leeftijd Tabel 4.10: Dialect zou ook in officiële situaties gebruikt kunnen worden, bijvoorbeeld bij het burgerlijk huwelijk, naar leeftijd Leeftijd Helemaal mee eens Gedeeltelijk mee eens Geen mening Gedeeltelijk mee oneens Helemaal mee oneens jaar 28,1 16,7 13,1 10,2 31, jaar 29,7 27,7 3,9 8,3 30, jaar 28,3 25,8 6,7 8,6 30, jaar 33,5 23,8 5,3 8,3 29,1 65 jaar en ouder 30,0 21,7 10,4 9,0 29,0 Totaal Waar mensen van jongeren leeftijden bij een aantal andere stellingen wat terughoudender zijn bij de aandacht voor dialect, is bij deze stelling leeftijd nauwelijks van invloed. Stelling 6: Er moet vanuit de provincie een algemene Brabantse dialectspelling ontwikkeld worden Plaats van opgroeien Tabel 4.11: Er moet vanuit de provincie een algemene Brabantse dialectspelling ontwikkeld worden, naar plaats van opgroeien Plaats van opgroeien Helemaal mee eens Gedeeltelijk mee eens Geen mening Gedeeltelijk mee oneens Helemaal mee oneens In woonplaats opgegroeid 12,4 9,4 10,9 12,1 55,1 Elders in Brabant opgegroeid Elders in Nederland opgegroeid Buiten Nederland opgegroeid Totaal 9,4 8,6 10,0 10,2 61,8 10,6 5,4 10,3 8,7 64,9 6,8 12,9 19,7 21,0 39,5 21

22 Er is voor deze stelling maar beperkte steun: nauwelijks 10%, terwijl nog eenzelfde percentage het gedeeltelijk met de stelling eens is. Leeftijd Tabel 4.12: Er moet vanuit de provincie een algemene Brabantse dialectspelling ontwikkeld worden, naar leeftijd Leeftijd Helemaal mee eens Gedeeltelijk mee eens Geen mening Gedeeltelijk mee oneens Helemaal mee oneens jaar 10,9 8,5 16,5 11,9 52, jaar 5,9 10,4 10,9 9,8 63, jaar 8,0 5,8 6,4 11,6 68, jaar 14,4 10,3 8,8 10,8 55,7 65 jaar en ouder 16,4 9,6 14,8 12,1 47,1 Totaal De beperkte steun voor deze stelling bevindt zich vooral bij ouderen. Opvallend is wel dat de leeftijdsgroep jaar, binnen de beperkte steun voor deze stelling, relatief hoog scoort. Stelling 7: In de provinciale kranten zou meer over dialect geschreven moeten worden Plaats van opgroeien Tabel 4.13: In de provinciale kranten zou meer over dialect geschreven moeten worden, naar plaats van opgroeien Plaats van opgroeien Helemaal mee eens Gedeeltelijk mee eens Geen mening Gedeeltelijk mee oneens Helemaal mee oneens In woonplaats opgegroeid 17,7 17,5 10,1 12,8 41,9 Elders in Brabant opgegroeid Elders in Nederland opgegroeid Buiten Nederland opgegroeid Totaal 18,0 16,6 8,2 13,9 43,3 14,7 18,3 11,6 11,9 43,5 15,0 4,7 29,3 6,9 44,1 De steun voor deze stelling is beperkt tot ongeveer 17% van de respondenten, terwijl nog eens eenzelfde percentage het daar gedeeltelijk mee eens is. Leeftijd Tabel 4.14: In de provinciale kranten zou meer over dialect geschreven moeten worden, naar leeftijd Leeftijd Helemaal mee eens Gedeeltelijk mee eens Geen mening Gedeeltelijk mee oneens Helemaal mee oneens jaar 10,7 16,6 11,7 14,7 46, jaar 12,2 8,8 14,5 13,2 51, jaar 14,6 17,5 8,5 12,5 46, jaar 23,8 22,8 7,0 12,5 33,9 65 jaar en ouder 24,2 15,8 13,6 11,0 35,5 Totaal 22

23 Deze stelling wordt eveneens door een minderheid onderschreven, het zijn vooral Brabanders boven de 50 jaar die deze stelling ondersteunen. Stelling 8: Het is belangrijk dat het Brabants dialect behouden blijft. Plaats van opgroeien Tabel 4.15: Het is belangrijk dat het Brabants dialect behouden blijft, naar plaats van opgroeien (n=1605) Helmaal mee eens Gedeeltelijk mee eens Geen mening Gedeeltelijk mee oneens Helemaal mee oneens In woonplaats opgegroeid 74,9 15,6 2,6 2,5 4,4 Elders in Brabant opgegroeid Elders in Nederland opgegroeid Buiten Nederland opgegroeid 75,7 12,1 4,9 3,1 4,2 65,5 12,1 8,2 3,4 10,8 42,2 27,0 8,7 1,4 20,7 Totaal 72,3 14,4 4,4 2,8 6,1 Het merendeel van de Brabanders (ruim 72%) vindt het belangrijk dat het Brabants dialect behouden blijft. Dat geldt met name voor de mensen die in Brabant zijn opgegroeid, maar ook de meeste mensen die niet in Brabant zijn opgegroeid, zijn het met die stelling eens. Dat betekent dus dat ook mensen die het dialect niet goed kunnen spreken en ook mensen die het dialect in het dagelijks leven niet of nauwelijks gebruiken, het dialect een warm hart toedragen en belang hechten aan het behoud van dialect. Leeftijd Tabel 4.16: Het is belangrijk dat het Brabants dialect behouden blijft, naar leeftijd (n=1605) Leeftijd Helmaal mee eens Gedeeltelijk mee eens Geen mening Gedeeltelijk mee oneens Helemaal mee oneens jaar 65,3 20,7 5,9 1,8 6, jaar 70,9 12,4 4,5 6,2 5, jaar 71,0 14,9 3,8 2,8 7, jaar ,3 3,6 1,6 4,6 65 jaar en ouder 75,9 11,3 5,0 2,3 5,5 Totaal 72,3 14,4 4,4 2,8 6,1 Hoewel oudere leeftijdscategorieën wat meer van mening zijn dat het Brabants dialect behouden moet blijven, is de steun voor deze stelling bij Brabanders van alle leeftijden aanwezig. 23

24 2.5 Voelen inwoners van Noord-Brabant zich Brabander? Voelt u zich Brabander Op de eerste plaats hebben wij gevraagd of de respondenten zich Brabander voelen. We laten de resultaten zien, gerelateerd naar leeftijd, opleiding en plaats waar men woont. leeftijd Tabel 5.1: Voelt u zich Brabander naar leeftijd Leeftijd Ja jaar 72, jaar 80, jaar 80, jaar jaar en ouder 78,3 Totaal 79,0 Uit de tabel blijkt dat 79% van de Brabanders zich Brabander voelt. Dit gevoelen is over alle leeftijden verdeeld, zij het dat jongeren tot 24 jaar het gevoel iets minder hebben dan de overige Brabanders. Opleiding Tabel 5.2: Voelt u zich Brabander naar opleiding Opleiding ja Lager 84,1 Middelbaar 80,6 Hoger 71,1 Totaal 79,0 Mensen met een lagere opleiding voelen zich meer Brabander dan mensen met een hogere opleiding. Regio Tabel 5.3: Voelt u zich Brabander naar regio Opleiding ja West-Brabant 74,7 Midden-Brabant 77,0 Noordoost-Brabant 83,1 Zuidoost-Brabant 80,4 Totaal 79,0 In West-Brabant voelen zich minder mensen Brabander dan in de overige regio s. In Noordoost-Brabant voelen zich de meeste mensen Brabander. 5.2 Waarom voelt u zich Brabander Wij hebben aan respondenten een zespunts-schaal voorgelegd, met daarin aspecten waardoor men zich Brabander kan voelen. - Feesten in Brabant (carnaval, schuttersfeest, kermis); - De Brabantse mentaliteit (gezelligheid, gastvrijheid, goed eten en drinken); 24

ERKENNING STREEKTALEN IN HET NEDERLANDS TAALGEBIED CHARLOTTE REIJNGOUDT-GIESBERS

ERKENNING STREEKTALEN IN HET NEDERLANDS TAALGEBIED CHARLOTTE REIJNGOUDT-GIESBERS ERKENNING STREEKTALEN IN HET NEDERLANDS TAALGEBIED CHARLOTTE REIJNGOUDT-GIESBERS Een taal wordt vitaler door hem te gebruiken. Use it, don t lose it! LUTZ JACOBI LEGT EED IN FRIES AF http://www.youtube.com/watch?v=vh7myqejm6e

Nadere informatie

Tradities en gebruiken in de Groningse cultuur

Tradities en gebruiken in de Groningse cultuur Tradities en gebruiken in de Groningse cultuur Groningen kent verschillende tradities en gebruiken. Denk hierbij aan de Groningse streektaal, de vlag en het Groningse volkslied. Maar het gaat ook om het

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006 Resultaten eindmeting, januari 2006 O&S Nijmegen januari 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen de

Nadere informatie

Dr. Geert Driessen Radboud Universiteit Nijmegen

Dr. Geert Driessen Radboud Universiteit Nijmegen Dr. Radboud Universiteit Nijmegen g.driessen@its.ru.nl www.geertdriessen.nl Grote verschillen in uitkomsten qua vitaliteit Fries, streektalen en dialecten Uiteenlopende oorzaken: peiljaar demografische

Nadere informatie

N O O R W E G E N DENEMARKEN L I T O U W E N K O N I N G K R IJ K O O S T E N R IJ K

N O O R W E G E N DENEMARKEN L I T O U W E N K O N I N G K R IJ K O O S T E N R IJ K S L A N D F I N L A N D Z W E D E N N O O R W E G E N Oslo Helsinki Stockholm Tallinn E S T L A N D V E R E N I G D Dublin N D DENEMARKEN Kopenhagen Riga L E T L A N D L I T O U W E N K O N I N G K R IJ

Nadere informatie

Rapportage TIP Brunssum Limburgs dialect. 21 augustus 2018

Rapportage TIP Brunssum Limburgs dialect. 21 augustus 2018 Rapportage TIP Brunssum Limburgs dialect 21 augustus 2018 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 1. Samenvatting 2 2. Rechte tellingen 3 Limburgs dialect 3 3. Onderzoeksverantwoording 8 Toponderzoek 9 1 1. Samenvatting

Nadere informatie

Fries burgerpanel Fryslân inzicht

Fries burgerpanel Fryslân inzicht Fries burgerpanel Fryslân inzicht Wij gaan er van uit dat we zo lang mogelijk in onze eigen woonomgeving kunnen blijven. Wij gaan er van uit dat we zo lang mogelijk in onze eigen woonomgeving kunnen blijven.

Nadere informatie

Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie?

Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie? Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie? In deze factsheet staat de binding met de provincie Groningen centraal. Het gaat dan om de persoonlijke gevoelens die Groningers hebben

Nadere informatie

Toelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Toelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Toelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Inleiding Op basis van de Wmo 2015 zijn gemeenten verplicht jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek uit te voeren. De vier Westerkwartiergemeenten

Nadere informatie

Diversiteit in de Provinciale Staten

Diversiteit in de Provinciale Staten Onderzoek Diversiteit in de Provinciale Staten Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale Staten (PS) onderzocht. Het gaat

Nadere informatie

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015 Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015 Geldshop, onafhankelijk adviseur en bemiddelaar in consumptief krediet, heeft een grootschalig onderzoek gedaan naar leningaanvragen voor het leendoel

Nadere informatie

4 maart 2019 Auteur: Jeroen Kester. Onderzoek: Binding met provincie

4 maart 2019 Auteur: Jeroen Kester. Onderzoek: Binding met provincie 4 maart 2019 Auteur: Jeroen Kester Onderzoek: Binding met provincie Samenvatting Provinciale politici nauwelijks bekend bij inwoners Op 20 maart zijn de verkiezingen voor de Provinciale Staten. Maar inwoners

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Katholiek anno 2005. Religiositeit, identiteit en houding ten aanzien van de KRO. Rapport nr. 544 december 2005. drs. Joris Kregting dr.

Katholiek anno 2005. Religiositeit, identiteit en houding ten aanzien van de KRO. Rapport nr. 544 december 2005. drs. Joris Kregting dr. Katholiek anno 5 Religiositeit, identiteit en houding ten aanzien van de KRO Rapport nr. 544 december 5 drs. Joris Kregting dr. Ton Bernts KASKI onderzoek en advies over religie en samenleving Toernooiveld

Nadere informatie

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN 1. ALGEMEEN 1.1 INHOUD Onderwerp Pagina 1. ALGEMEEN 1.1 Inhoud 1 1.2 Het onderzoek en

Nadere informatie

Lokale binding in de provincie Groningen. Een vergelijking tussen stad en platteland

Lokale binding in de provincie Groningen. Een vergelijking tussen stad en platteland Lokale binding in de provincie Groningen. Een vergelijking tussen en Uit recent onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat de betrokkenheid in de dorpen niet altijd even vanzelfsprekend

Nadere informatie

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER Oktober 2012 2 Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Camiel De Bruijn Ard Costongs Economie

Nadere informatie

Wat vinden kijkers en luisteraars van de Omroep Organisatie Groningen?

Wat vinden kijkers en luisteraars van de Omroep Organisatie Groningen? Wat vinden kijkers en luisteraars van de Omroep Organisatie Groningen? Marjolein Kolstein Juli 2017 www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoud Samenvatting 2 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding van het onderzoek

Nadere informatie

Financiering in het MKB

Financiering in het MKB M201004 Financiering in het MKB Onderzoek naar de financieringsbehoefte per provincie Johan Snoei Abdelfatah Ichou Zoetermeer, maart 2010 Financiering in het MKB Financieringsbehoefte in het MKB verschilt

Nadere informatie

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Bijlage Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Behorend bij het rapport VMBO-opleiding Rijn- en binnenvaart in Nijmegen ; Onderzoek naar de behoefte aan een VMBO-opleiding Rijn-

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 3-meting december 2011 Rapportage: januari 2012 Bestemd voor: Aljona Wertheim-Davygora, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458

Nadere informatie

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1.1 Opzet tabellenboek Dit tabellenboek geeft een uitgebreid overzicht van de uitkomsten van de Leefbaarheidsmonitor 2004. Het algemene rapport,

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving De relatie tussen leesvaardigheid en de ervaringen die een kind thuis opdoet is in eerder wetenschappelijk onderzoek aangetoond: ouders hebben een grote invloed

Nadere informatie

Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld

Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld Bestuurscommissie Onderzoek Cultuur, Welzijn en Zorg 1 Colofon: Onderzoek en rapportage: drs. E. Lange dr. J. Tuinstra Met medewerking van: H. Plat-Lieben Uitgave:

Nadere informatie

Geslacht respondenten CBS 2011* man 49% 49% vrouw 51% 51% totaal 100% 100%

Geslacht respondenten CBS 2011* man 49% 49% vrouw 51% 51% totaal 100% 100% Verantwoording onderzoek "4 en 5 mei" Veldwerkperiode: woensdag 11 april tot woensdag 18 april. Aantal uitgenodigd: 15628 Aantal onbezorgbaar: 197 Netto verstuurd: 15431 Respons: 7597 49% Onvolledig ingevulde

Nadere informatie

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld NEDERLANDERS OVER DE VIERDAAGSE Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen Nienke Lammertink en Koen Breedveld Mei 2016 1 Nederlanders over de

Nadere informatie

EénVandaag en Nibud onderzoeken armoede

EénVandaag en Nibud onderzoeken armoede EénVandaag en Nibud onderzoeken armoede Doel Armoede is geen eenduidig begrip. Armoede wordt vaak gemeten via een inkomensgrens: iedereen met een inkomen beneden die grens is arm, iedereen er boven is

Nadere informatie

Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018

Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018 Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018 In november en december 2017 ontvingen 12.000 inwoners van Maastricht van zes jaar en ouder een lijst met vragen over cultuurbeoefening,

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005 Resultaten tussenmeting, begin juli 2005 O&S Nijmegen 13 juli 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen

Nadere informatie

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014 in Houten Burgerpeiling 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Houten Projectnummer 598 / 2015 Samenvatting Goede score voor Sociale Kracht in Houten Houten scoort over het algemeen goed als

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/43467

Nadere informatie

Voorpublicatie Vertrouwen in de wetenschap

Voorpublicatie Vertrouwen in de wetenschap Voorpublicatie Vertrouwen in de wetenschap Augustus 2015 Het meeste wetenschappelijk onderzoek wordt betaald door de overheid uit publieke middelen. De gevolgen van wetenschappelijke kennis voor de samenleving

Nadere informatie

Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen

Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen Onderzoek uitgevoerd voor de vzw: Association pour la Promotion de la Francophonie en Flandre September 2009 Dedicated Research

Nadere informatie

OOG TV en Radio. Marjolein Kolstein. Mei 2016. Laura de Jong. Kübra Ozisik. www.os-groningen.nl

OOG TV en Radio. Marjolein Kolstein. Mei 2016. Laura de Jong. Kübra Ozisik. www.os-groningen.nl OOG TV en Radio Marjolein Kolstein Laura de Jong Mei 2016 Kübra Ozisik www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoud Inhoud 1 Samenvatting 3 1. Inleiding 5 1.1 Aanleiding van het onderzoek 5 1.2 Doel van

Nadere informatie

Burgerpanel Leidse Regio - peiling februari 2017

Burgerpanel Leidse Regio - peiling februari 2017 Burgerpanel Leidse Regio - peiling februari 2017 Regionaal panel ten behoeve van de Toekomstvisie Leidse regio 2027 Wat is de beste vorm om bestuurlijk samen te werken om de Leidse regio toekomstbestendig

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij Nederlandse Landbouw en Visserij Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 13 5 Waardering en bekendheid

Nadere informatie

ORANJEFEESTEN OSS. Onderzoeksresultaten. april 2015

ORANJEFEESTEN OSS.  Onderzoeksresultaten. april 2015 ORANJEFEESTEN OSS www.dynamic-concepts.nl Onderzoeksresultaten april 2015 1 INHOUD A. Demografisch B. Bezoekreden C. Additionele bezoekers D. Economische Spin-off E. Informatiekanalen F. Beleving 2 A.

Nadere informatie

Digipanel: Financiële armoede s-hertogenbosch Augustus 2006, Bureau Onderzoek en Statistiek

Digipanel: Financiële armoede s-hertogenbosch Augustus 2006, Bureau Onderzoek en Statistiek Digipanel: Financiële armoede s-hertogenbosch Augustus 2006, Bureau Onderzoek en Statistiek Inleiding In opdracht van de Taskforce Armoede heeft het Bureau Onderzoek en Statistiek acht stellingen over

Nadere informatie

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011 Onderzoek Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011 Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale

Nadere informatie

Rapportage Tip Nederweert. Generiek augustus. 13 september 2018

Rapportage Tip Nederweert. Generiek augustus. 13 september 2018 Rapportage Tip Nederweert Generiek augustus 13 september 2018 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2 2. Rechte tellingen 3 Limburgs dialect 3 3. Onderzoeksverantwoording 8 Toponderzoek 9 1 Let op! Laag aantal

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Verduurzamen, verbinden, vertrouwen. Adviezen van het culturele werkveld aan nieuwe Gedeputeerde Staten

Verduurzamen, verbinden, vertrouwen. Adviezen van het culturele werkveld aan nieuwe Gedeputeerde Staten Verduurzamen, verbinden, vertrouwen Adviezen van het culturele werkveld aan nieuwe Gedeputeerde Staten Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst, Utrecht 2019 Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding

Nadere informatie

Eenzaamheid in relatie tot digitale communicatie

Eenzaamheid in relatie tot digitale communicatie Eenzaamheid in relatie tot digitale communicatie Index 1. Samenvatting p. 3 2. Doelstellingen en opzet onderzoek p. 6 3. Gebruik communicatiemiddelen p. 9 4. Perceptie digitale communicatie en eenzaamheid

Nadere informatie

1 / 25. Mantelzorg. Beantwoord: Overgeslagen: 0. Nee. Zeg ik liever niet 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 100,00% ,00% 0.

1 / 25. Mantelzorg. Beantwoord: Overgeslagen: 0. Nee. Zeg ik liever niet 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 100,00% ,00% 0. Q1 Mantelzorg is de zorg voor iemand die u goed kent zonder hier voor betaald te worden. U bent 'mantelzorger' als u zelf voor een bekende zorgt. Bent u mantelzorger? Beantwoord: 2.471 Overgeslagen: 0

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 1-meting december Rapportage: januari 2010 Bestemd voor: Jolanda Vrolijk, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458 2260 MG Leidschendam

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 2-meting december Rapportage: januari 2011 Bestemd voor: Aljona Wertheim-Davygora, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458 2260

Nadere informatie

Kraanwater! Wat weten kinderen hier eigenlijk van? Mei 2009. ten behoeve van:

Kraanwater! Wat weten kinderen hier eigenlijk van? Mei 2009. ten behoeve van: Kraanwater! Wat weten kinderen hier eigenlijk van? Mei 2009 ten behoeve van: Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 1 Inleiding...3 2 Conclusie...4 3 Achtergrond onderzoek...5 3.1 Doelstelling van het onderzoek...

Nadere informatie

Wonen Als men zou verhuizen blijft ongeveer 40% het liefst in Leiden wonen, daarna zijn Amsterdam en Den Haag favoriete woonplaatsen

Wonen Als men zou verhuizen blijft ongeveer 40% het liefst in Leiden wonen, daarna zijn Amsterdam en Den Haag favoriete woonplaatsen April 2013 Binding met aar verbonden met stad en regio In hoeverre richt de aar zich op de eigen stad dan wel op de regio voor diverse activiteiten? Wat is hun oriëntatie in de randstad? Deze vraag staat

Nadere informatie

HOE DENKT NEDERLAND OVER SOCIAAL- ECONOMSICHE ZAKEN?

HOE DENKT NEDERLAND OVER SOCIAAL- ECONOMSICHE ZAKEN? HOE DENKT NEDERLAND OVER SOCIAAL- ECONOMSICHE ZAKEN? ONDERZOEKSRAPPORT November 2018 20845 INHOUDSOPGAVE GESCHREVEN DOOR 1. INLEIDING P AGINA 3 2. CONCLUSIES P AGINA 5 3. RESULTATEN P AGINA 7 BERTINA RANSIJN

Nadere informatie

Imago-onderzoek Rotterdam onder studenten

Imago-onderzoek Rotterdam onder studenten Imago-onderzoek Rotterdam onder studenten Rotterdam, februari 2013 Onderzoek uitgevoerd door studenten van de Erasmus Universiteit Rotterdam Contacten: Professor Luit Kloosterman, Bart van Putten, Tim

Nadere informatie

Nieuwe tijden, nieuwe collectieve pensioenen

Nieuwe tijden, nieuwe collectieve pensioenen Nieuwe tijden, nieuwe collectieve pensioenen Werkgevers en werknemers aan het woord Onderzoek verricht in opdracht van Nationale-Nederlanden door Motivaction. Wat vinden werkgevers en werknemers van pensioenen.

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Integratieonderzoek. Rapport. Ronald Baden. E9787/88 november 2007

Integratieonderzoek. Rapport. Ronald Baden. E9787/88 november 2007 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Integratieonderzoek Ronald Baden E9787/88 november 2007

Nadere informatie

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen

Nadere informatie

Onderzoek kindermarketing (on)gezonde producten

Onderzoek kindermarketing (on)gezonde producten Onderzoek kindermarketing (on)gezonde producten Hoe staan ouders van kinderen t/m 17 jaar tegenover kindermarketing voor (on)gezonde producten? En in hoeverre heeft kindermarketing effect op de voorkeuren

Nadere informatie

Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO. april 2009. Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc. Paterswolde, april 2009

Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO. april 2009. Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc. Paterswolde, april 2009 Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO april 2009 Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc Paterswolde, april 2009 Postbus 312 9700 AH Groningen Pr. Irenelaan 1a 9765 AL Paterswolde telefoon:

Nadere informatie

Mening van het digitaal Burgerpanel Oss over: Kunst en Cultuur. Gemeente Oss. December 2013

Mening van het digitaal Burgerpanel Oss over: Kunst en Cultuur. Gemeente Oss. December 2013 Mening van het digitaal Burgerpanel Oss over: Kunst en Cultuur Gemeente Oss. December 2013 1 INLEIDING Waarom is het burgerpanel gevraagd naar haar mening over Kunst en Cultuur? De gemeente bezuinigt op

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF 2. Het Onderzoek

NIEUWSBRIEF 2. Het Onderzoek NIEUWSBRIEF 2 ZonMw akkoord met Onderzoek Van maart tot juli 2009 hebben we een vooronderzoek uitgevoerd om een eerste indruk te krijgen over hoe het nu gaat met binnen Nederland geadopteerden en hun adoptieouders.

Nadere informatie

We beginnen met het gevoel dat de respondenten bij en over Brabant hebben.

We beginnen met het gevoel dat de respondenten bij en over Brabant hebben. Samenvatting van de belangrijkste resultaten Naast het Brabantpanel zijn er nog zeven andere groepen ondervraagd over het Verhaal van Brabant. We geven de belangrijkste resultaten van alle ondervraagde

Nadere informatie

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet 4. SAMENVATTING In dit hoofdstuk wordt de samenvatting gepresenteerd van de belangrijkste resultaten van de herhaalde meting naar aantallen officieel gedoogde coffeeshops en gemeentelijk cannabisbeleid.

Nadere informatie

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden Bestuursstaf Advies en ondersteuning Venlo, juli 2017 Onderzoek & Statistiek 2 Samenvatting In maart 2018 vinden er in Venlo gemeenteraadsverkiezingen

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s. Rapportage meting 4 (december 2012)

Bekendheid Overijsselse regio s. Rapportage meting 4 (december 2012) Bekendheid Overijsselse regio s Rapportage meting 4 (december 202) NBTCNIPO Research Postadres Postbus 63470 2502 JL Den Haag Bezoekadres Prinses Catharina Amaliastraat 5, Den Haag Grote Bickersstraat

Nadere informatie

Analyse NVM openhuizendag

Analyse NVM openhuizendag Analyse NVM openhuizendag Gemaakt door: NVM Data & Research Datum: 1 juli 2011 Resultaten analyse Openhuizenbestand 26 maart 2011 Er doen steeds meer woningen mee aan de NVM-openhuizendag. Op 26 maart

Nadere informatie

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming incijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Uitkomsten GGD-gezondheidspeiling 2016 Gezondheid van aren BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I

Nadere informatie

Meningspeiling Stadspanel najaarskermis

Meningspeiling Stadspanel najaarskermis Meningspeiling Stadspanel najaarskermis 2016 Inhoudsopgave Samenvatting en conclusies 2 Inleiding 4 Bekendheid van de kermis 5 Bezoek aan de kermis 7 Waardering voor de kermis 11 Aantrekkelijker maken

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Marielle Dekker Psycholoog Projectcoördinator

Marielle Dekker Psycholoog Projectcoördinator NIEUWSBRIEF ZonMw akkoord met Onderzoek Binnenlandse Adoptie in Nederland Van maart tot juli 2009 hebben we een vooronderzoek uitgevoerd om een eerste indruk te krijgen over hoe het nu gaat met binnen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Achtergrond en doelstellingen. Samenvatting. Resultaten. Contact

Inhoudsopgave. Achtergrond en doelstellingen. Samenvatting. Resultaten. Contact Zondagsbeleving Inhoudsopgave Achtergrond en doelstellingen Samenvatting Resultaten Contact Achtergrond en doelstellingen Vakbond CNV Dienstenbond heeft een onderzoek uitgevoerd over de zondagsbeleving

Nadere informatie

Resultaten Brabantpanel-onderzoek Nieuw zorgstelsel December 2005

Resultaten Brabantpanel-onderzoek Nieuw zorgstelsel December 2005 Resultaten Brabantpanel-onderzoek Nieuw zorgstelsel December 2005 Respons Van 6 tot en met 11 december 2005 is aan 883 panelleden van 18 jaar en ouder een vragenlijst voorgelegd over hun mening, hun verwachtingen

Nadere informatie

Rapportage Tip Mook & Middelaar. Generiek augustus. 22 oktober 2018

Rapportage Tip Mook & Middelaar. Generiek augustus. 22 oktober 2018 Rapportage Tip Mook & Middelaar Generiek augustus 22 oktober 2018 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2 2. Rechte tellingen 3 Limburgs dialect 3 3. Onderzoeksverantwoording 10 Toponderzoek 11 1 Let op! Laag

Nadere informatie

Fries burgerpanel Fryslân inzicht

Fries burgerpanel Fryslân inzicht Fries burgerpanel Fryslân inzicht Wij gaan er van uit dat we zo lang mogelijk in onze eigen woonomgeving kunnen blijven. Fries burgerpanel over voorzieningen in Fryslân september 2015 Wij gaan er van uit

Nadere informatie

AA EN HUNZE PANEL. Resultaten peiling 5: Zorgen voor elkaar. Januari 2016

AA EN HUNZE PANEL. Resultaten peiling 5: Zorgen voor elkaar. Januari 2016 AA EN HUNZE PANEL Resultaten peiling 5: Zorgen voor elkaar Januari 2016 1.1 Inleiding De vijfde peiling van het Aa en Hunze panel had als onderwerp zorgen voor elkaar en burenhulp. De gemeente Aa en Hunze

Nadere informatie

De rol van financiële educatie in het basisonderwijs

De rol van financiële educatie in het basisonderwijs De rol van financiële educatie in het basisonderwijs De rol van financiële educatie in het basisonderwijs / 2 De rol van financiële educatie in het basisonderwijs 3 / De rol van financiële educatie in

Nadere informatie

StemWijzer in de provincie

StemWijzer in de provincie StemWijzer in de provincie Verslag van een enquête onder gebruikers van de provinciale StemWijzers bij de Provinciale Statenverkiezingen van 7 maart 2007. April 2007 Dr. M. Boogers TILBURGSE SCHOOL VOOR

Nadere informatie

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Persbericht PB13 062 1 oktober 2013 9:30 uur Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Tussen 2012 en 2025 groeit de bevolking van Nederland met rond 650 duizend tot 17,4 miljoen

Nadere informatie

Lezen, bibliotheek en jongeren

Lezen, bibliotheek en jongeren Lezen, bibliotheek en jongeren www.dezb.nl Cijfers uit de Jeugdmonitor Zeeland Kousteensedijk 7 4331 JE Middelburg Postbus 8004 4330 EA Middelburg T 0118 654000 info@dezb.nl Cijfers uit de Jeugdmonitor

Nadere informatie

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM RAPPORT OKTOBER 2017 Discriminatiemonitor TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM Midden-Drenthe Colofon Titel Discriminatiemonitor Midden-Drenthe Datum Oktober 2017 Trendbureau Drenthe, onderdeel

Nadere informatie

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Rapport Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Woerden, juli 2014 Inhoudsopgave I. Omvang en samenstelling groep respondenten p. 3 II. Wat verstaan senioren onder eigen regie en zelfredzaamheid?

Nadere informatie

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Verhuisplannen en woonvoorkeuren Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Glazen Huis peiling Leids JongerenPanel. Colofon. Serie Statistiek 2011 / 08

Glazen Huis peiling Leids JongerenPanel. Colofon. Serie Statistiek 2011 / 08 Glazen Huis 2011 peiling Leids JongerenPanel Colofon Serie Statistiek 2011 / 08 Gemeente Leiden Afdeling Strategie en Onderzoek, BOA Postbus 9100, 2300 PC Leiden E-mail: boa@leiden.nl Website: www.leiden.nl/jongerenpanel

Nadere informatie

BiebPanel Concept vragenlijst ouders van jonge kinderen van 0-4

BiebPanel Concept vragenlijst ouders van jonge kinderen van 0-4 BiebPanel Concept vragenlijst ouders van jonge kinderen van 0-4 Doelgroep: ouders met minstens één kind in de leeftijd 0-4 uit een Nederlands panel; 30% kinderen die lid zijn van de Bibliotheek, 70% kinderen

Nadere informatie

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Doelgroep 4 1.2 Methode 4 1.3 Respons 4 2. Resultaten Wmo 5 2.1 Contact en toegankelijkheid van hulp of ondersteuning

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Landelijk cliëntervaringsonderzoek Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

Floriade Almere 2022 juli 2018

Floriade Almere 2022 juli 2018 Floriade Almere 2022 juli 2018 INLEIDING AANLEIDING ONDERZOEK In Almere vindt in 2022 de Floriade plaats. Deze zevende editie van de wereldtuinbouwtentoonstelling staat in het teken van Growing Green Cities,

Nadere informatie

ONDERZOEK GEMEENTEGIDS

ONDERZOEK GEMEENTEGIDS ONDERZOEK GEMEENTEGIDS Gemeente Hulst GfK Panel Services I juli 2014 GfK 2014 Onderzoek gemeentegids gemeente Hulst juli 2014 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Gebruik papieren

Nadere informatie

Resultaten Brabantpanel-onderzoek Brabanders en Cultuur juli 2010

Resultaten Brabantpanel-onderzoek Brabanders en Cultuur juli 2010 Steekproef Voor de uitvoering van het onderzoek is een aselecte, naar de vier Brabantse regio s gestratificeerde steekproef uit het PTT afgiftepunten bestand particuliere huishoudens via Cendris aangeschaft.

Nadere informatie

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Al cohol kenni s over gedr agen Eval uat i eal cohol voor l i cht i ng doorpeer si ndehor eca ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Evaluatie alcoholvoorlichting door peers in de horeca Juli 2005 INTRAVAL Groningen-Rotterdam

Nadere informatie

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg DIMENSUS beleidsonderzoek December 2012 Projectnummer 507 Inhoudsopgave Samenvatting

Nadere informatie

Op de vraag of men de artikelen zelf in het Engels schrijft, gaf één wetenschapper het volgende aan:

Op de vraag of men de artikelen zelf in het Engels schrijft, gaf één wetenschapper het volgende aan: NEDERLANDS, TENZIJ Onderzoek Vakgroep Marktkunde en Marktonderzoek RUG In dit onderzoek zijn de volgende vragen geformuleerd: Welke factoren zijn op dit moment van invloed op de beslissing of Nederlandse

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-145 29 juni 2000 9.30 uur Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot Door de gunstige ontwikkeling op de arbeidsmarkt

Nadere informatie

Gelderland Dichtbij. Resultaten peiling 11 GeldersPanel. Over deze peiling. Informatievoorziening door de provincie.

Gelderland Dichtbij. Resultaten peiling 11 GeldersPanel. Over deze peiling. Informatievoorziening door de provincie. Gelderland Dichtbij Resultaten peiling 11 GeldersPanel 28 oktober 2010 Over deze peiling In deze nieuwsbrief worden de resultaten beschreven van de peiling onder het GeldersPanel over de informatievoorziening

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016 Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen Rapportage derde meting juni 2016 Introductie Waarom dit onderzoek? Zijn Nederlanders de afgelopen maanden anders gaan denken over de opvang van vluchtelingen

Nadere informatie

Resultaten Brabantpanel-onderzoek Opvoeden mei 2008

Resultaten Brabantpanel-onderzoek Opvoeden mei 2008 Respons In mei 2008 is aan de leden van het PON-Brabantpanel een vragenlijst voorgelegd met als thema Opvoeden. Het Brabants Dagblad heeft in de maand mei herhaaldelijk aandacht besteed aan dit thema.

Nadere informatie

Wordt de mantelzorger lokaal ondersteund?

Wordt de mantelzorger lokaal ondersteund? Onderzoeksresultaten Mantelzorgondersteuning in uw gemeente juni 2017 Wordt de mantelzorger lokaal ondersteund? Het Nationaal Mantelzorgpanel is gevraagd of zij bekend zijn met lokale mantelzorgondersteuning

Nadere informatie

Bestuurlijke toekomst gemeente Nuenen c.a.: de opvattingen van de inwoners

Bestuurlijke toekomst gemeente Nuenen c.a.: de opvattingen van de inwoners Bestuurlijke toekomst gemeente Nuenen c.a.: de opvattingen van de inwoners Onderzoek uitgevoerd in opdracht van Provincie Noord-Brabant Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda T 076 515 13 88 info@dimensus.nl

Nadere informatie

Factsheet burgerparticipatie op het gebied van sociale veiligheid: WhatsAppgroepen

Factsheet burgerparticipatie op het gebied van sociale veiligheid: WhatsAppgroepen Factsheet burgerparticipatie op het gebied van sociale veiligheid: WhatsAppgroepen Margreth Egelkamp Marina Horseling Andrea Donker Contactgegevens: Instituut voor Veiligheid/Lectoraat Kennisanalyse Sociale

Nadere informatie