DE STEMKWALITEIT BIJ PROFESSIONELE MUSICALACTEURS EN MUSICALSTUDENTEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE STEMKWALITEIT BIJ PROFESSIONELE MUSICALACTEURS EN MUSICALSTUDENTEN"

Transcriptie

1 DE STEMKWALITEIT BIJ PROFESSIONELE MUSICALACTEURS EN MUSICALSTUDENTEN WAT IS DE STEMKWALITEIT BIJ PROFESSIONELE MUSICALACTEURS EN MUSICALSTUDENTEN ZOALS GEMETEN MET EEN PERCEPTUELE BEOORDELING, SUBJECTIEVE BEVRAGINGEN EN OBJECTIEVE METINGEN? Aantal woorden: Fien Quintyn Stamnummer: Promotor: dr. Evelien D haeseleer Copromotor: Prof. dr. Kristiane Van Lierde Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de richting Logopedische en Audiologische Wetenschappen Academiejaar:

2

3

4 Dankwoord Vooreerst zou ik graag enkele leden van de opleiding Logopedische en Audiologische Wetenschappen willen bedanken, waaronder dr. Evelien D haeseleer, prof. dr. Kristiane Van Lierde en Petra Van de Walle. Mijn promotor, dr. Evelien D haeseleer, volgde het proces van deze masterproef nauwlettend op en streefde telkens naar een betere versie van deze scriptie. Bovendien was ze steeds bereid om op eventuele vragen een uitgebreid antwoord te formuleren. Mijn copromotor, prof. dr. Kristiane Van Lierde, wil ik oprecht bedanken om zich te interesseren in deze thesis. Ondanks de drukke agenda s en vele scripties vonden prof. dr. Van Lierde en dr. D haeseleer toch de tijd om het eindresultaat na te lezen. Naast mijn promotoren zou ik graag Petra Van de Walle bedanken. Zij was voor de studenten hét aanspreekpunt om praktische zaken, zoals reservaties van praktijklokalen, te regelen. Ten tweede wil ik mijn oprechte dank betuigen aan An Nuytinck. Zij ontleende meermaals haar praktijkruimte waardoor meerdere stemtesten ongestoord konden uitgevoerd worden. Bovendien moedigde ze mij telkens aan om niet op te geven op momenten waar het allemaal iets moeilijker ging. De personeelsleden en studenten van de Fontys Hogeschool voor Kunsten in Tilburg verdienen uiteraard ook een vermelding in dit dankwoord. Zij engageerden zich namelijk om een lokaal te reserveren waar meerdere stemtesten konden doorgaan, waarvoor mijn oprechte dank. Zonder hun bereidwilligheid was het voor mij onmogelijk om deze masterproef tot een goed einde te brengen aangezien de steekproef slechts de helft van het huidig aantal zou bedragen. Naast de studenten die zich geëngageerd hebben om deze testen mogelijk te maken en de ruimte te reserveren, wil ik ook de overige deelnemers bedanken om deel te nemen aan de studie. Ondanks hun beperkte vrije tijd slaagden zij er toch in om tijd vrij te maken voor deze masterproef. Hierbij steunen ze niet enkel mij, maar ook de wetenschap. Vervolgens verdient ook mijn medestudente, Marie Decrem, een woord van dank. Zij was bereid om, ondanks haar eigen thesis, alle spraakstalen blind te beoordelen aan de hand van de GRBASI-schaal. Dit vergt behoorlijk wat tijd en concentratie.

5 Tot slot zou ik graag mijn gezin en dichte vrienden willen bedanken voor de vele steun die zij mij het afgelopen jaar hebben gegeven. Het voorbije academiejaar was er eentje met veel stress en bijgevolg werd hun engelengeduld bijzonder op de proef gesteld. Graag zou ik hen ook bedanken om deze scriptie aandachtig na te lezen.

6 Abstract Nederlandstalig Doelstelling: De doelstelling van het onderzoek is het bepalen en vergelijken van de stemkwaliteit bij professionele musicalacteurs (MA) en musicalstudenten (MS) zoals gemeten met een perceptuele beoordeling, subjectieve bevragingen en objectieve metingen. Methode: De studie omvatte dertig deelnemers, waarvan achttien MS en twaalf MA. De stemkwaliteit werd in kaart gebracht aan de hand van een perceptuele beoordeling (GRBASI), subjectieve bevragingen (VHI, VHI-z, VTD, de pijnschaal en beïnvloedende factoren) en objectieve metingen (AVQI en DSI). Eventuele verschillen tussen beide groepen werden onderzocht aan de hand van de Mann-Whitney U test in SPSS Statistics 24. Resultaten: Beide groepen behaalden op de VHI een gemiddelde score (MS 13.61; MA 12.75) beneden de klinische drempelwaarde. Voor de VHI-z werd een gemiddelde score boven de klinische cut-off gerapporteerd (MS 24.11; MA 23.92). Alle deelnemers rapporteerden minstens twee negatieve symptomen bij de VTD, met een droog gevoel, geknepen gevoel en kriebelend gevoel als meest frequente symptomen. Bij de pijnschaal werden hoofdpijn, keelpijn, nekpijn, rugpijn en schouderpijn het vaakst gerapporteerd. Eén student en één acteur gaven aan te kampen met een stemprobleem op het moment van de studie. De vrouwelijke en mannelijke studenten behaalden op de AVQI een gemiddelde score van respectievelijk 2.59 en Voor de DSI bedroeg de gemiddelde score 7.47 en De vrouwelijke en mannelijke acteurs behaalden een gemiddelde score van 2.66 en 2.55 op de AVQI en 7.96 en 6.14 op de DSI. Deze waarden correleren met een goede stemkwaliteit en uitstekende vocale capaciteiten. Er werden geen significante verschillen gevonden tussen de twee groepen. Conclusie: Algemeen beschikken zowel de studenten als de acteurs over een goede stemkwaliteit. Ze blijken bovendien ook nog eens over uitstekende vocale capaciteiten te beschikken.

7 Abstract English Objective: The purpose of this investigation was to determine the overall vocal quality in professional musical theater performers (MTP) and musical theater students (MTS) as measured through perceptual findings of the investigator, questionnaires and voice quality indices. Furthermore, statistical differences in vocal quality between both groups were examined. Methods: Thirty participants were included, whereof eightteen MTS and twelve MTP. The overall vocal quality was measured through a perceptual finding of the investigator (GRBASI), questionnaires (VHI, VHI-z, VTD, the corporal pain scale and influencing factors) and voice quality indices (DSI and AVQI). Statistical differences between both groups were investigated through the Mann-Whitney U test using the software program SPSS Statistics 24. Results: Both groups reported a mean score lower than the clinical cut-off (MTS 13.61; MTP 12.75). However, a clinical score was found for the mean scores of the VHI-z (MTS 24.11; MTP 23.92). All participants reported at least two negative symptoms for the VTD. The most frequent symptoms were a dry throat, throat tightness and a tickling feeling. Headache, a sore throat, neck pain, back pain and shoulder pain were the most often reported symptoms for the corporal pain scale. Only one MTS and one MTP reported having voice complaints at the time of the study. The average scores female and male MTS achieved for the AVQI amount to 2.59 and The mean score for the DSI was 7.47 and The female and male MTP reached a mean AVQI score of 2.66 and 2.55 and a mean DSI score of 7.96 and These findings correlate with an overall good vocal quality and with excellent vocal capacities. There were no significant differences found between both groups. Conclusion: Both MTS and MTP have a good overall voice quality. Furthermore, they possess excellent vocal capacities.

8 Inhoudsopgave Inleiding... 1 Methode Participanten Methode en materiaal Subjectieve beoordeling Vragenlijsten Perceptuele analyse Objectieve meting Aerodynamische meting Akoestische analyse Statistische analyse Resultaten Subjectieve beoordeling Vragenlijsten Perceptuele beoordeling Objectieve meting Discussie Conclusie Referenties Appendices Bijlage

9 Lijst met tabellen Tabel 1: Resultaten van de Voice Handicap Index en de Voice Handicap Index aangepast aan de zangstem bij de musicalstudenten (MS) en musicalacteurs (MA). Tabel 2: Resultaten van de subschalen van de Voice Handicap Index bij de musicalstudenten (MS) en musicalacteurs (MA). Tabel 3: Resultaten van de subschalen van de Voice Handicap Index aangepast aan de zangstem bij de musicalstudenten (MS) en musicalacteurs (MA). Tabel 4: Resultaten van de Vocal Tract Discomfort scale (frequentie van symptomen) bij de musicalstudenten (MS) en musicalacteurs (MA). Tabel 5: Resultaten van de Vocal Tract Discomfort scale (intensiteit van gewaarwording) bij de musicalstudenten (MS) en musicalacteurs (MA). Tabel 6: Resultaten van de pijnschaal bij de musicalstudenten (MS). Tabel 7: Resultaten van de pijnschaal bij de musicalacteurs (MA). Tabel 8: Resultaten van de perceptuele analyse zoals gemeten met de GRBASIschaal bij de musicalstudenten (MS) en musicalacteurs (MA). Tabel 9: Resultaten van de objectieve metingen bij de musicalstudenten. Tabel 10: Resultaten van de objectieve metingen bij de musicalacteurs.

10 Inleiding De stemkwaliteit bij musicalacteurs en musicalstudenten is een belangrijk, doch weinig bestudeerd domein. Net zoals bij andere elite vocal performers 1 vormt het stemapparaat de bron van hun inkomen. Zowel musicalacteurs als musicalstudenten kunnen hun beroep of studies slechts naar behoren uitvoeren indien hun stem in een goede conditie verkeert. In de literatuur zijn er slechts een gering aantal recente artikels 2 te vinden met betrekking tot stemkwaliteit en -gebruik bij musicalacteurs en musicalstudenten. De reeds uitgevoerde studies betreffen bovendien vaak enkel bevragingen of observaties (Watson, Oakeshott, Kwame & Rubin, 2013; Phyland et al., 2013; Gehling et al., 2014; Donahue, LeBorgne, Brehm & Weinrich, 2014). Musicalacteurs vormen een aparte groep binnen de elite vocal performers en mag men niet vergelijken met of gelijkstellen aan acteurs of zangers. Daar waar een acteur zich beperkt tot het zuivere acteerwerk, moeten musicalacteurs ook nog eens in staat zijn om fysieke activiteit, zoals dansen, uit te voeren en terzelfdertijd te zingen, zonder dat er wordt ingeboet aan de kwaliteit van het acteerwerk, de zang en/of dans. Om dezelfde reden mag men musicalacteurs niet als zangers beschouwen. Bovendien is het reeds bewezen dat variabelen zoals zangtraining en -ervaring, de omgeving waarin men zingt, het aantal uur per dag dat men zingt, etc. een belangrijke invloed uitoefenen op de stem en de incidentie van stemstoornissen (Satallof, 1984; Sataloff 1987; Sataloff 1987; Sataloff 1989; Sataloff 1991; Sataloff, Spiegel & Hawkshaw, 1991). Deze variabelen zijn vaak afhankelijk van het genre waarin men zingt (Batza, 1971; Cornut & Bouchayer, 1985; Hoit, Jenks, Watson & Cleveland, 1996; Osborne, 1979; Osborne; 1979; Shutte & Miller, 1993). Zo rapporteerde een studie van Phyland, Oates & Greenwood (1999) dat musicalacteurs meer uren per maand zouden zingen dan andere zangers. Dit doet vermoeden dat bepaalde zangstijlen eerder aanleiding geven tot bepaalde stemstoornissen dan andere stijlen. Deze implicatie werd echter niet bevestigd door de studie van Phyland et al. (1999). Zij hebben een studie uitgevoerd waar drie verschillende zangstijlen met elkaar werden vergeleken, namelijk opera, musical en hedendaagse zang. Er werden geen significante verschillen gevonden met betrekking tot de prevalentie van stemproblemen. 1 Elite vocal performers zijn personen voor wie het geringste stemprobleem ernstige professionele gevolgen heeft (Koufman en Isaacson, 1991). 2 Met recente artikels worden enkel artikels van de voorbije vijf jaar bedoeld. 1

11 Wat betreft de prevalentie van stemproblemen bij musicalacteurs is er nog geen algemene consensus bereikt. In de studie van Phyland et al. (1999) gaf meer dan de helft van de musicalacteurs aan over de afgelopen twaalf maanden minstens eenmaal met een stempathologie te zijn gediagnosticeerd. Laryngitis en oedeem bleken de meest voorkomende pathologieën te zijn. In de studie van Gehling et al. (2014) rapporteerde 26.7% van de musicalacteurs een verleden van stemstoornissen. Er werd een significant verschil gevonden in het voorkomen van een vocal injury tussen de vrouwelijke hoofdrollen (18.2%) enerzijds en de mannelijke hoofdrollen (31.8%), mannelijke bijrollen (22.4%) en vrouwelijke bijrollen (30.2%) anderzijds. Dit is een opmerkelijke bevinding aangezien vrouwen een hogere fundamentele frequentie hanteren dan mannen. Door de hogere fundamentele frequentie komen de stemplooien meer in contact en wordt zo het risico op een stemstoornis verhoogd. Bijgevolg wordt er verwacht dat zij eerder een stemletsel zouden oplopen dan mannen (De Bodt, Heylen, Mertens, Vanderwegen & Van de Heyning, 2015). Het percentage (26.7%) gerapporteerd door Gehling et al. (2014) ligt een heel stuk lager dan het percentage (ruim 50%) dat gerapporteerd werd in de studie van Phyland et al. (1999). Echter, als bovenstaande percentages worden vergeleken met de prevalentie van stempathologieën bij de normale populatie, zien we dat de musicalacteurs aanzienlijk hogere percentages behalen. Men schat de prevalentie van stempathologieën in de normale populatie tussen de 3 à 9% (Leske, 1980; Stemple, 2010; Wilson, 1987). Dat de prevalentie van stemstoornissen hoger ligt bij elite vocal performers wordt bevestigd door een studie van Melo Pestana, Vaz-Freitas & Conceiçao Manso (ter perse). Zij onderzochten de prevalentie van self-reported voice disorders bij zangstudenten en zangers aan de hand van een systematische review. Zij includeerden verschillende zangstijlen zoals onder andere classical choral, musicaltheater, classical en opera. De verworven data hebben ze opgesplitst in studenten enerzijds en zangers anderzijds. Uit de resultaten is gebleken dat 21.76% van de studenten en 40.53% van de zangers een voice disorder rapporteerden. We zien een duidelijke discrepantie tussen de studenten en de zangers, doch liggen de percentages hoger dan de percentages bij de normale populatie. Bovenstaande percentages indiceren dat de prevalentie van stemstoornissen bij professionele stemgebruikers hoger ligt dan bij niet-professionele stemgebruikers. Verder onderzoek 2

12 is nodig om de precieze prevalentie van stemstoornissen bij professionele musicalacteurs in kaart te brengen. Naast onderzoek naar de prevalentie van stemstoornissen bij musicalacteurs, trachtte men ook de prevalentie van stemstoornissen bij musicalstudenten te onderzoeken. In een studie van Donahue et al. (2014) rapporteerde slechts 16.5% van de musicalstudenten in het verleden een behandeling te hebben gekregen voor een stempathologie. Dit percentage staat in schril contrast met de bevindingen van een studie die de stemkwaliteit van eerstejaar dramastudenten in kaart wilde brengen (Lerner, Paskhover, Acton & Young, 2013). Op basis van een videolaryngostroboscopie stelden zij vast dat 59% van de dramastudenten symptomen van pathologische laryngale hyperfunctie vertoonden. D haeseleer et al. (ter perse) hebben de stemkwaliteit onderzocht bij eenendertig musicalstudenten. Op basis van een videolaryngostroboscopisch onderzoek werd 45.2% gediagnosticeerd met een organisch stemplooiletsel, waarvan 25.8% van de studenten symptomen vertoonde van erytheem. Watson et al. (2012) hebben scores van de VHI-10 vergeleken tussen musicalstudenten enerzijds en studenten geneeskunde anderzijds. Uit dit onderzoek is gebleken dat musicalstudenten hogere scores behaalden op de VHI-10 dan studenten geneeskunde. Er werd echter geen significant verschil gevonden in prevalentie van een stemprobleem op het moment van de studie (respectievelijk 16.3% en 4.7%). Er werd wel een significant verschil gevonden in prevalentie van een stemprobleem in het verleden. Bij de musicalstudenten rapporteerde 43% een stemprobleem in het verleden. Bij de studenten geneeskunde bedroeg dit percentage slechts 14%. De prevalentie van stemstoornissen die zich manifesteerden in het verleden ligt in de studie van Watson et al. (2012) hoger dan in de studie van Donahue et al. (2014). We besluiten hieruit dat verder onderzoek noodzakelijk is om de precieze prevalentie van stemstoornissen bij musicalstudenten in kaart te brengen. Het percentage uit de studie van Donahue et al. (2014) ligt een heel stuk lager dan de percentages gerapporteerd bij Phyland et al. (1999) en Gehling et al. (2014). De discrepantie tussen de studies met betrekking tot musicalacteurs (Phyland et al., 1999; Gehling et al., 2014) enerzijds en studenten (Donahue et al., 2014) anderzijds kan men verklaren aan de hand van twee argumenten. Ofwel hebben niet alle studenten, waarbij sprake was van een stemstoornis, hulp gezocht. Ofwel is dit te wijten aan het verschil in populatie (studenten versus professionals), ervaring en/of leeftijd. Dat 3

13 leeftijd en/of ervaring een mogelijke verklaring kunnen bieden, wordt bevestigd door de studie van Gehling et al. (2014). Zij kwamen tot de constatie dat musicalacteurs met meer dan vijftien jaar ervaring meer dagen afwezig waren omwille van stemproblemen dan acteurs met minder ervaring. Uit de statistische analyse is echter gebleken dat er geen correlatie gevonden werd tussen de ontwikkeling van een stempathologie enerzijds en het aantal jaren ervaring anderzijds. Watson et al. (2012), Lerner et al. (2013) en D haeseleer et al. (ter perse) hebben gelijkaardige percentages gevonden voor musicalstudenten in vergelijking met musicalacteurs (Phyland et al., 1999; Gehling et al., 2014). We vermoeden daarom dat het eerstvernoemde argument het meest waarschijnlijke is. Om deze aparte groep van elite vocal performers een op maat gemaakte opleiding aan te bieden, is het niet alleen belangrijk om de prevalentie van stemstoornissen in kaart te brengen, maar ook het stemgebruik en mogelijke risicofactoren. Donahue et al. (2014) hebben getracht om het stemgebruik en de stemgewoontes van musicalstudenten in kaart te brengen. Ze schonken daarbij in het bijzonder aandacht aan het aantal jaren zangervaring en -training, de stemhygiëne en vocale symptomen. Het betrof een retrospectieve studie, gespreid over tien jaar, waarbij honderachtentachtig eerstejaarsstudenten musical aan het begin van het academiejaar werden bevraagd. Zo goed als alle studenten rapporteerden systematisch hun stem op te warmen voordat ze zongen. Vijftien procent van de studenten gaf aan een cool-down uit te voeren na het zingen. Naast de zangervaring en -training brachten Donahue et al. (2014) ook de stemhygiëne van de studenten in kaart. Slechts één persoon van de honderdachtentachtig deelnemers gaf aan te roken op het moment van de studie. Drieëndertig deelnemers gaven aan een verleden van roken te hebben. Ruim de helft van de studenten gaf aan dagelijks koffie of frisdrank te drinken. Ongeveer vijftig procent beweerde nooit alcohol te drinken en ruim de helft van de deelnemers dronk dagelijks minder dan de aanbevolen hoeveelheid water. D haeseleer et al. (ter perse) voerde een gelijkaardige studie uit bij musicalstudenten waar niet enkel de stemkwaliteit werd onderzocht, maar ook de stemhygiëne en het stemgebruik. In deze studie gaf 63.3% aan regelmatig te moeten spreken boven achtergrondlawaai, 58.6% gaf aan vaak te moeten voldoen aan strenge vocale eisen en 76.7% gaf aan regelmatig te worden onderworpen aan een heavy vocal load. Verder gaf 86.7% aan minstens één keer per maand stress te ervaren en 46.7% gaf 4

14 aan minstens één keer per maand nicotine, alcohol of drugs te gebruiken. Van die 46.7% gaf 13.3% aan dagelijks nicotine, alcohol of drugs te gebruiken. Gehling et al. (2014) ontworpen een gelijkaardige studie aan die van Donahue et al. (2014) en D haeseleer et al. (ter perse). Het verschil was echter de doelgroep. Daar waar bovenvermelde studies zich voornamelijk hebben toegespitst op musicalstudenten, bestudeerden Gehling et al. (2014) de musicalacteurs. Het stemgebruik en de stemgewoontes werden bevraagd bij honderdvijfendertig musicalacteurs die op het moment van de studie deelnamen aan een Broadway productie. Vijfenvijftig procent van de acteurs gaf aan systematisch op te warmen voor een uitvoering. Net als bij de studie van Donahue et al. (2014) zijn er aanzienlijk minder personen die een cool-down uitvoeren. Slechts 7.4% gaf aan deze consequent uit te voeren. Binnen de groep van musicalacteurs rookte 10.4% van de deelnemers. Ruim 90% van de acteurs gaf aan dagelijks minstens één glas alcohol te consumeren. Bovendien dronken zo goed als alle acteurs ongeveer twee cafeïnerijke dranken per dag. De bevinding dat zo goed als alle studenten uit de studie van Donahue et al. (2014) hun stem systematisch opwarmen, is een positieve bevinding. Een opwarming heeft namelijk als doel de spieren te stretchen en voor te bereiden op een stembelastende activiteit (Gish, Kunduk, Sims & McWhorter, 2011; Timmermans, Vanderwegen & De Bodt, 2005). Onderzoek heeft reeds bewezen dat het stretchen van spieren een positief effect heeft. Het zorgt er namelijk voor dat minder energie vereist is tijdens het stemgeven en bovendien vermindert de stijfheid van de spieren (Shrier, 2004). Daarenboven heeft onderzoek uitgewezen dat spieren stretchen resulteert in een verminderde incidentie van letsels (Shrier, 2004). Er is nog weinig bekend over het fysiologisch effect van vocal warm-ups op de stemplooien, maar onderzoek heeft echter wel uitgewezen dat deze de subjectieve waarneming op de stem positief beïnvloeden (Elliott, Sundberg & Gramming, 1995; Motel, Fisher & Leydon, 2002; Milbrath & Solomon, 2003; Amir, Amir & Michaeli, 2005). Ook onderzoeken die akoestische parameters bestuderen voor en na een vocal warm-up zijn veelbelovend (Gish et al., 2011). De percentages van Donahue et al. (2014) staan in schril contrast met deze van Gehling et al. (2014) waar slechts 55% van de musicalacteurs aangaf consequent op te warmen voor een uitvoering. 5

15 Cool-downs kunnen, net zoals warm-ups, gebruikt worden om de larynxmusculatuur te stretchen na intensieve stemgeving (Gottliebson, 2011). Bovendien zouden ze resulteren in een verminderde inspanning bij het foneren tot wel vierentwintig uur na de cool-down. Als laatste zouden ze bijdragen tot het optimaliseren van toonvastheid (Gottliebson, 2011). Uit een recente studie van Ragan (2016) bleek dat bijna 80% van de zangers die deelnamen aan de studie een positieve impact ervoeren van cooldowns op hun spreek- en zangstem. Uit de feedback van de zangers bleek dat ze aanleiding kunnen geven tot een vermindering van stemvermoeidheid (Ragan, 2016). Verdere studies moeten echter nog bepalen of deze positieve bevindingen psychologisch of fysiologisch van aard zijn (Ragan, 2016). In tegenstelling tot warmups zijn cool-downs, ondanks hun positieve effecten op de stem, een stuk minder populair in de studies van Donahue et al. (2014) en Gehling et al. (2014). De studies van Donahue et al. (2014), Gehling et al. (2014) en D haeseleer et al. (ter perse) suggereren dat lang niet alle elite vocal performers de richtlijnen van stemhygiëne respecteren. Verder onderzoek is nodig om te bepalen of onvoldoende kennis aan de basis ligt of er andere factoren een rol spelen. In ieder geval is verdere sensibilisering aangewezen. Het is namelijk zo dat dranken zoals koffie, alcohol en frisdrank een uitdrogend effect hebben op de stembanden. Bovendien verhogen ze het risico op gastro-oesofagale of gastro-faryngale reflux (Benninger, Jacobson & Johnson, 1994; Boone, McFarlane & Von Berg, 2005). Dit geeft op zijn beurt een verhoogd risico op oedeem, laryngale irritatie, granuloomvorming en contactulcera (De Bodt et al., 2015). We kunnen hieruit besluiten dat bovenvermelde dranken nadelige gevolgen kunnen hebben op de stemplooien. Om het risico op een stempathologie te verkleinen, worden frisdranken, cafeïnerijke dranken en alcohol bij voorkeur zoveel mogelijk vermeden en moet het drinken van water gestimuleerd worden. Vocale pathologieën kunnen idiopathisch van aard zijn, maar kunnen ook tot stand komen ten gevolge van risicogedragingen zoals bijvoorbeeld roken, roepen, langdurig vocaliseren, fluisteren, praten in een luidruchtige omgeving, etc. Musicalacteurs zijn hun hele leven afhankelijk van hun stemapparaat. Stemstoornissen zijn voor deze groep van elite vocal performers dus enorm nadelig en moeten te allen tijde vermeden worden. Dit is echter niet vanzelfsprekend aangezien zij vaak in minder ideale omstandigheden moeten zingen. Enkele voorbeelden van deze omstandigheden zijn zingen in een rokerige omgeving, zingen met een luid orkest op de achtergrond, zingen 6

16 zonder stemversterker (Richter, Löhle, Maier, Kliemann & Verdolini, 2000; Richter et al., 2002) en zingen met een kostuum (Ingram & Lehman, 2000). Bovendien moeten ze vaak tot acht voorstellingen per week uitvoeren waarbij ze simultaan moeten zingen en dansen (Richter et al., 2000; Wanke, 2012; Phyland et al., 1999). Dit alles resulteert in een verhoogde stembelasting. Stembelasting kan men definiëren als de belasting waaraan de stem wordt onderworpen in termen van duur, volume en toonhoogte (Heylen, De Bodt, Mertens & Van de Heyning, 2001). In hoeverre de stem belast wordt, is afhankelijk van de belastbaarheid van de stem. De belastbaarheid van de stem is afhankelijk van persoon tot persoon en wordt bepaald door persoonsgebonden en niet-persoonsgebonden factoren. Met persoonsgebonden factoren bedoelt men de laryngale constitutie, genetica, leeftijd, geslacht, etc. Aan deze factoren kan de persoon in kwestie vaak weinig veranderen. Niet-persoonsgebonden factoren kan men gemakkelijker wijzigen. Voorbeelden hiervan zijn de akoestische conditie, aard van de taak, belastingsniveau van de taak, etc. (De Bodt et al., 2015). Bij een groep zoals musicalperformers kan het interessant zijn om alle effecten van heavy vocal load of hoge stembelasting op korte en lange termijn in kaart te brengen. Phyland et al. (2013) hebben de effecten van een heavy vocal load op een gezonde stem bestudeerd bij musicalacteurs. Ongeveer twee derde van de musicalacteurs rapporteerde dat symptomen zoals stemvermoeidheid, een lagere spreekstem of verminderd toonhoogtebereik frequent voorkomende fenomenen waren. Dit is in overeenstemming met de bevindingen van eerdere studies waar stemvermoeidheid en fluctuaties in stemkwaliteit welgekende verschijnselen waren (Phyland et al., 1999; Laukkanen et al., 2004; Tepe et al., 2002; Welham & Maclagan, 2003; Vintturi, Alku, Sala, Sihvo & Vilkman, 2003; Kitch, Oates & Greenwood, 1994; Leino, Laukkanen, Ilomäki & Mäki, 2008; Solomon, 2008; Bele, 2007; Amir, Amir & Michaeli, 2005; Braun- Janzen & Zeine, 2009; Lamarche, Ternstrom & Hertegard, 2009). Stemvermoeidheid wordt door Solomon (2008) gedefinieerd als een subjectieve waarneming. Verder associeert Solomon (2008) stemvermoeidheid met klinische symptomen zoals verhoogde vocale inspanning en discomfort, verminderde toonhoogterange en verminderde controle over de stemkwaliteit en flexibiliteit. De studies van Donahue et al. (2014) en D haeseleer et al. (ter perse) hebben vocale symptomen bevraagd bij musicalstudenten. In de studie van Donahue et al. (2014) 7

17 rapporteerde slechts 27.7% van de studenten vocale symptomen zoals stemvermoeidheid en strain. Echter, ruim de helft rapporteerde wel andere negatieve symptomen zoals heesheid of pijn. Deze negatieve symptomen kunnen niet met zekerheid aan stemoverbelasting toegeschreven worden aangezien iets minder dan de helft van de studenten in de afgelopen drie weken symptomen van een verkoudheid vertoonde. In de studie van D haeseleer et al. (ter perse) rapporteerde 80% minstens één keer per maand stemvermoeidheid te ervaren. Overigens rapporteerde 80% minstens één keer per maand een droog gevoel te ervaren in de keel en 53.3% gaf aan minstens één keer per maand irritatie of pijn te ervaren. Er is een grote discrepantie wat betreft de prevalentie van vocal fatigue tussen de studenten enerzijds (Donahue et al., 2014; D haeseleer et al., ter perse) en tussen de studenten en acteurs anderzijds (Donahue et al., 2014; Phyland et al., 2013). Verder onderzoek is aangewezen om het verschil in stemvermoeidheid bij musicalacteurs en musicalstudenten te verklaren. Bovenstaande onderzoeken bieden ons reeds een zicht op de stemhygiëne, stem- en zanggewoontes, prevalentie van stemstoornissen en de stembelasting bij musicalacteurs en musicalstudenten. Deze gegevens heeft men bekomen op basis van gestandaardiseerde vragenlijsten, perceptuele beoordelingen en interviews. De gegevens die men bekomt op basis van vragenlijsten en interviews zijn zeker niet irrelevant. Op deze manier krijgt men een beeld van de subjectieve waarneming door de musicalacteur of -student zelf. Hoe zij hun stem ervaren, kan eventueel een psychologische impact hebben. De psychologische status kan op zijn beurt een positief of negatief effect uitoefenen op de zang-, acteer- of dansprestaties van de musicalacteur of -student. Deze impact op de stem werd reeds door enkele musicalacteurs gerapporteerd in de studie van Phyland et al. (2013). Tot op heden zijn er echter zeer weinig studies uitgevoerd die de stem van musicalacteurs en -studenten aan de hand van een objectieve stemkwaliteitsindex hebben beoordeeld (D haeseleer et al., ter perse). Net als de subjectieve gegevens zijn ook deze gegevens van belang om de effectieve stemconditie in kaart te brengen. Om de stem op een objectieve manier te beoordelen, kan men gebruik maken van stemkwaliteitsindexen zoals de Acoustic Voice Quality Index (AVQI) en de Dysphonia Severity Index (DSI). D haeseleer et al. (ter perse) hebben getracht om de stem bij eenendertig musicalstudenten in kaart te brengen aan de hand van de DSI, het 8

18 stembereik en een akoestische analyse. De vrouwelijke studenten behaalden een gemiddelde DSI van 5.6 (mediaan 5.7), de mannelijke studenten behaalden een gemiddelde DSI van 3.9 (mediaan 5.3). Timmermans et al. (2002) voerden een gelijkaardig onderzoek uit en onderzochten de stemkwaliteit bij toekomstige elite vocal performers (vierentwintig theaterstudenten en twaalf musicalstudenten). Zij rapporteerden een gemiddelde DSI van 2.5 voor de mannen en 2.2 voor de vrouwen. De discrepantie tussen deze twee studies kan eventueel te wijten zijn aan het verschil in geïncludeerde populatie. Daar waar D haeseleer et al. (ter perse) enkel musicalstudenten hebben geïncludeerd, omvatte de studie van Timmermans et al. (2002) zowel musical-, als theaterstudenten. Een vervolgonderzoek is nodig om deze discrepantie verder toe te lichten. De doelstelling van dit onderzoek is het bepalen van de stemkwaliteit bij professionele musicalacteurs en musicalstudenten zoals gemeten met een perceptuele beoordeling (GRBASI-schaal), subjectieve bevragingen (VHI, VHI-z, VTD, de pijnschaal en beïnvloedende factoren) en objectieve metingen (AVQI en DSI). Nadien worden eventuele verschillen in stemkwaliteit bij de musicalstudenten enerzijds en musicalacteurs anderzijds in kaart gebracht. 9

19 Methode 1. Participanten In totaal namen dertig personen deel aan deze studie, tweeëntwintig vrouwen en acht mannen. De proefpersonen werden gerekruteerd op basis van convenience sampling. De gemiddelde leeftijd bedroeg 23.6 jaar (SD 4.52; range [17-38]). Er werd een onderscheid gemaakt tussen musicalacteurs enerzijds en musicalstudenten anderzijds. Opdat de musicalacteurs werden geïncludeerd in deze studie dienden zij aan enkele voorwaarden te voldoen: afgestudeerd zijn aan een Belgische of buitenlandse erkende musicalopleiding, de afgelopen twaalf maanden het beroep van musicalacteur te hebben uitgevoerd en in een goede fysieke conditie verkeren. Voor de musicalstudenten geldden volgende inclusiecriteria: actief deelnemen aan een Belgische of buitenlandse erkende musicalopleiding en in een goede fysieke conditie verkeren. Er namen in totaal achttien musicalstudenten deel aan de studie waarvan veertien vrouwen en vier mannen. De gemiddelde leeftijd van de studenten was jaar (SD 2.14; range [17-26]). Er werden studenten geïncludeerd van Belgische en Nederlandse musicalopleidingen. Wat betreft de musicalacteurs werden er in totaal twaalf geïncludeerd waarvan acht vrouwen en vier mannen. De gemiddelde leeftijd van de acteurs was jaar (SD 4.98; range [20-38]). De acteurs hebben allemaal een Belgische of Nederlandse musicalopleiding voltooid. 2. Methode en materiaal Om bij deze groep van elite vocal performers de stemkwaliteit in kaart te brengen, werd gekozen voor een subjectieve beoordeling enerzijds en een objectieve meting anderzijds. De subjectieve beoordeling werd onderverdeeld in een perceptuele beoordeling door de onderzoeker en een beoordeling door de deelnemer. De objectieve meting bestond uit twee stemkwaliteitsindexen, een akoestische analyse van een geïsoleerde vocaal /a/ en van doorlopende spraak, een aerodynamische meting en het frequentiebereik. 10

20 2.1. Subjectieve beoordeling Vragenlijsten De vragenlijsten die werden afgenomen, zijn de Nederlandstalige versie van de Voice Handicap Index (VHI; De Bodt et al., 2000), de Nederlandstalige versie van de Voice Handicap Index aangepast aan de zangstem (VHI-z; D haeseleer, Morsomme & De Bodt, 2011), de pijnschaal (Van Lierde et al., 2010) en de Nederlandstalige versie van de Vocal Tract Discomfort scale (VTD; Luyten et al., 2016). Aanvullend werd nog een korte vragenlijst afgenomen die enkele risicogedragingen zoals roken, alcohol, stress en stemmisbruik in kaart bracht. De vragenlijsten zijn terug te vinden in bijlage 1. De Voice Handicap Index (VHI; De Bodt et al., 2000) en Voice Handicap Index aangepast aan de zangstem (VHI-z; D haeseleer et al., 2011) zijn vragenlijsten die de subjectieve waarneming nagaan van respectievelijk de spreek- en zangstem. Ze maken elk gebruik van dertig stellingen die de musicalacteur of -student dient te beoordelen. Beide vragenlijsten worden onderverdeeld in drie subschalen (F: functioneel, E: emotioneel en P: fysisch) die elk tien stellingen bevatten. De deelnemers beoordeelden de dertig stellingen aan de hand van een 4-puntenschaal, waarbij 0 staat voor nooit, 1 voor bijna nooit, 2 voor soms, 3 voor bijna altijd en 4 voor altijd. Tot slot brengt de VHI in kaart hoe de deelnemer zijn/haar stem ervaart op de dag van het onderzoek. De keuzemogelijkheden zijn goed, redelijk, matig en slecht. De scores van de dertig stellingen worden bij elkaar opgeteld en vormen de totaalscore. Deze totaalscore kan variëren van 0 t.e.m Hoe hoger de totaalscore, hoe groter de psychosociale impact van (eventuele) stemproblemen. De interpretatie 3 van de totaalscores gebeurde volgens de richtlijnen van Jacobson et al. (1997). De pijnschaal (Van Lierde et al., 2010) is een instrument dat het voorkomen van twaalf symptomen in kaart brengt. Die symptomen zijn hoofdpijn, pijn in de onderkaak, tongpijn, keelpijn, nekpijn, schouderpijn, rugpijn, verspreide pijn, oorpijn, handpijn, borstpijn en armpijn. De deelnemer diende aan te geven hoe vaak de twaalf opgelijste 3 < 20: stem veroorzaakt geen beperkingen 20-40: stem is oorzaak van een aantal psychosociale beperkingen 40-60: stem veroorzaakt aanzienlijke beperkingen op diverse vlakken > 60: stemprobleem neemt vorm aan van een handicap 11

21 symptomen voorkomen. Er waren vijf mogelijkheden, namelijk nooit, soms, vaak, bijna altijd en altijd. Vervolgens werd de Nederlandstalige versie van de Vocal Tract Discomfort scale (Luyten et al., 2016) bevraagd. Deze schaal peilt naar laryngale symptomen, zoals branderig gevoel, geknepen gevoel, droog gevoel, zeurende pijn, kriebelend gevoel, stekende pijn, geïrriteerd gevoel en globusgevoel. De deelnemers dienden de frequentie en intensiteit van voorkomen aan te geven aan de hand van een 6- puntenschaal. Voor de frequentie van voorkomen geldden volgende waarden: 0 staat voor nooit, 1 voor zelden, 2 voor sporadisch, 3 voor soms, 4 voor vaak, 5 voor zeer vaak en 6 voor altijd. Voor de intensiteit van voorkomen geldden volgende waarden: 0 staat voor geen gewaarwording, 1 voor amper gewaarwording, 2 voor geringe gewaarwording, 3 voor lichte gewaarwording, 4 voor matige gewaarwording, 5 voor ernstige gewaarwording en 6 voor zeer ernstige gewaarwording. Als laatste werden een aantal beïnvloedende factoren geselecteerd uit de vragenlijst van het European Laryngological Society (ELS) protocol. De gegevens die werden bevraagd, waren stemklachten, stemmisbruik, longproblemen, roken, alcoholconsumptie, gastro-oesofagale reflux (GERD), allergieën en stress. Perceptuele analyse De perceptuele analyse van de stemmen gebeurde aan de hand van de GRBASschaal (Hirano, 1981). Deze schaal werd uitgebreid met een zesde parameter I (Instability; Dejonckere et al., 1996). De perceptuele analyse gebeurde op basis van doorlopende spraak die verkregen werd tijdens het onderzoek en een voorgelezen tekst Papa en Marloes (Van De Weijer & Slis, 1991). Deze voorgelezen tekst werd opgenomen met het softwareprogramma PRAAT. Alle spraakstalen werden opgenomen met een microfoon (Samson Meteor Mic, USB studio condenser microphone). Er werden zes parameters beoordeeld, namelijk G (grade), R (roughness), B (breathiness), A (asthenic), S (strain) en I (instability). De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid werd berekend door de spraakstalen blind toe te wijzen aan een masterstudent (M.D.) van de opleiding Logopedische en Audiologische wetenschappen. 12

22 2.2. Objectieve meting Aerodynamische meting Als aerodynamische meting werd de maximale fonatietijd (MFT) in seconden bepaald. Hierbij werd de deelnemer geïnstrueerd na maximale inademing de vocaal /a/ zo lang mogelijk aan te houden. Hierbij is het belangrijk de habituele toonhoogte en luidheid te hanteren. De beste prestatie uit drie metingen werd weerhouden. De MFT werd opgenomen met het softwareprogramma PRAAT. De opname werd gestart voordat de deelnemer startte en werd beëindigd nadat de deelnemer stopte met foneren. Nadien werd het interval, waarop gefoneerd werd, geselecteerd en werd de tijd in seconden genoteerd per deelnemer. Akoestische analyse Om de stemkwaliteitsindexen te berekenen, werden verschillende spraakstalen opgenomen en geanalyseerd met PRAAT. Alle spraakstalen werden opgenomen met een microfoon (Samson Meteor Mic, USB studio condenser microphone). De signalto-noise ratio (SNR, in db) werd voor alle spraakstalen (n = 30) afzonderlijk bepaald. Spraakstalen met een SNR 20 werden geëxcludeerd. De Acoustic Voice Quality Index (AVQI; Maryn & Weeninck, 2015) werd berekend aan de hand van een akoestische analyse van de eerste twee zinnen van de gestandaardiseerde tekst Papa en Marloes (Van De Weijer et al., 1991) en een geïsoleerde /a/ die minstens drie seconden werd aangehouden. De deelnemers werden geïnstrueerd om de vocaal /a/ een vijftal seconden aan te houden. Er werd gevraagd aan de deelnemers om zowel de geïsoleerde /a/, als Papa en Marloes te produceren op de habituele toonhoogte en luidheid. PRAAT analyseerde deze spraakstalen en berekende zes parameters (smoothed cepstral peak prominence, harmonics-to-noise ratio in db, shimmer local in %, shimmer local in db, LTAS-slope in db en de LTAS-tilt in db) die bijdroegen aan de berekening van de AVQI. Het resultaat is een cijfer tussen 0 en 10 waarbij 2.91 als drempelwaarde wordt gehanteerd. Stemmen die lager dan deze drempelwaarde scoren, worden beschouwd als stemmen met een normale stemkwaliteit. Stemmen met een score hoger dan 2.91 wijzen op dysfonie. Aanvullend werd de Dysphonia Severity Index (DSI; Wuyts et al., 2000) berekend. Deze index werd berekend aan de hand van de jitter in %, de hoogste frequentie (F- 13

23 high), de laagste intensiteit (I-low) en de maximale fonatietijd (MFT). De jitter werd bekomen aan de hand van een akoestische analyse van een geïsoleerde /a/ die minstens drie seconden werd aangehouden. De aangehouden vocaal werd opnieuw geproduceerd op habituele toonhoogte en luidheid. Voor de F-high en I-low werden de deelnemers geïnstrueerd om respectievelijk de hoogste frequentie en stilste intensiteit te produceren op de vocaal /a/. PRAAT analyseerde de spraakstalen en berekende drie parameters (jitter in %, hoogste fundamentele frequentie en stilste fundamentele intensiteit). De MFT werd handmatig ingevoerd. Het resultaat is een score tussen -5 en +5 waarbij +1.6 als drempelwaarde wordt beschouwd. Scores lager dan deze waarde worden bekomen bij dysfone stemmen. Normale stemmen variëren tussen +1.6 en +5. Een score hoger dan +5 is mogelijk bij personen met een uitstekende stemkwaliteit en vocale capaciteiten. Als laatste werd getracht om het frequentiebereik in kaart te brengen. De hoogste fundamentele frequentie werd reeds bekomen bij de berekening van de DSI. De habituele frequentie werd geanalyseerd door het softwareprogramma PRAAT aan de hand van het spraakstaal Papa en Marloes. Als laatste werden de deelnemers geïnstrueerd om een /a/ te produceren op de laagst mogelijke frequentie Statistische analyse De statistische analyse van alle data gebeurde met SPSS Statistics 24 (SPSS Corporation, Chicago, IL). De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid voor de GRBASIschaal werd berekend met de kappa-coëfficiënt. Om de resultaten van de musicalstudenten te vergelijken met de resultaten van de musicalacteurs werd er geopteerd voor de Mann-Whitney U test. Om de verschillen tussen de subschalen van de VHI en VHI-z onderling aan te tonen binnen eenzelfde groep, werd de two-way ANOVA gebruikt. We hanteren a = 0.05 als significantieniveau. 14

24 Resultaten 1. Subjectieve beoordeling 1.1. Vragenlijsten De resultaten van de VHI en de VHI-z van de musicalstudenten (MS) en musicalacteurs (MA) zijn weergegeven in tabel 1. Zeven studenten (38.9%) gaven aan dat hun stem op de dag van het onderzoek goed was, 9 studenten rapporteerden de stem als redelijk (50%) en twee studenten beoordeelden hun stem als matig (11.1%). Zeven acteurs (58.3%) gaven aan dat hun stem goed was op de dag van het onderzoek, vijf acteurs (41.7%) rapporteerden hun stem als redelijk. Tabel 1: Resultaten van de Voice Handicap Index en de Voice Handicap Index aangepast aan de zangstem bij de musicalstudenten (MS) en musicalacteurs (MA). Gemid. Med. SD Min. Max. MS VHI VHI-z MA VHI VHI-z Er werd geen significant verschil gevonden voor de scores van VHI (p = 0.851) en VHIz (p = 0.884) tussen de musicalstudenten enerzijds en de musicalacteurs anderzijds. Als we de resultaten van de VHI en VHI-z interpreteren volgens de richtlijnen van Jacobson et al. (1997) ondervonden dertien musicalstudenten (72.2%) geen psychosociale beperkingen aan de spreekstem en bij vijf studenten (27.8%) veroorzaakte de spreekstem een aantal psychosociale beperkingen. Wanneer dezelfde interpretatie werd toegepast op de zangstem bleek de zangstem bij zeven musicalstudenten (38.9%) geen beperkingen te veroorzaken, bij acht studenten (44.4%) een aantal psychosociale beperkingen te veroorzaken en bij drie studenten (16.7%) verantwoordelijk te zijn voor aanzienlijke beperkingen op diverse vlakken. Bij de musicalacteurs rapporteren we tien personen (83.3%) die geen psychosociale beperkingen ondervonden aan de spreekstem en twee personen (16.7) waarvan de spreekstem een aantal psychosociale beperkingen teweeg bracht. Voor de zangstem waren er vijf musicalacteurs (41.7%) die geen psychosociale beperkingen ervoeren, 15

25 zes acteurs (50.0%) die een aantal psychosociale beperkingen ervoeren en één acteur (8.3%) waarvan de zangstem verantwoordelijk was voor aanzienlijke beperkingen op diverse vlakken. De impact van een stemprobleem nam bij niemand de vorm aan van een handicap. In tabel 2 en 3 zijn de resultaten van de subschalen terug te vinden voor respectievelijk de VHI en VHI-z. Tabel 2: Resultaten van de subschalen van de Voice Handicap Index bij de musicalstudenten (MS) en musicalacteurs (MA). Gemid. Med. SD Min. Max. MS F-schaal E-schaal P-schaal MA F-schaal E-schaal P-schaal Tabel 3: Resultaten van de subschalen van de Voice Handicap Index aangepast aan de zangstem bij de musicalstudenten (MS) en musicalacteurs (MA). Gemid. Med. SD Min. Max. MS F-schaal E-schaal P-schaal MA F-schaal E-schaal P-schaal Er werd geen significant verschil gevonden tussen de subschalen van de studenten enerzijds en de acteurs anderzijds (p > 0.05). Er werden bij de musicalacteurs ook geen significante verschillen gevonden tussen de subschalen onderling (p > 0.05). Bij de studenten werd er echter wel een significant verschil gevonden tussen de 16

26 subschaal fysische beperking (P-schaal) enerzijds en de subschaal emotionele beleving (E-schaal; p < 0.001) en subschaal functionele beperking (F-schaal; p < 0.001) anderzijds. De resultaten van de VTD van de musicalstudenten en musicalacteurs zijn weergegeven in tabel 4 en 5. Tabel 4 geeft de frequentie van de symptomen weer en tabel 5 brengt de intensiteit van de symptomen in kaart. De resultaten van de pijnschaal van de musicalstudenten en musicalacteurs zijn weergegeven in tabel 6 en tabel 7. Eén student gaf aan de frequentie van schouderpijn niet in kaart te kunnen brengen wegens een blessure. Eén student gaf aan soms buikpijn te ervaren en één musicalacteur gaf aan bijna altijd pijn te ervaren ter hoogte van het kaakgewricht. Uit de resultaten van de vragenlijst die enkele beïnvloedende factoren bevroeg, is gebleken dat één student stemklachten, namelijk heesheid, ondervond op het moment van de studie (5.6%). Vier studenten (22.2%) gaven aan in het verleden logopedie te hebben gevolgd voor een stemprobleem. Ruim de helft van de studenten (55.6%) gaf aan hun stem tijdens een performance te misbruiken. Buiten een performance gaf nog 50.0% aan hun stem te misbruiken. Wat betreft het stemmisbruik tijdens een performance gaven vier studenten (22.2%) aan te zingen zonder versterking. Drie studenten (16.7%) gaven aan te veel spanning of druk uit te oefenen op de larynx tijdens het zingen. Luid zingen of roepen werd eveneens door drie studenten (16.7%) aangegeven. Tot slot gaven twee studenten (11.1%) aan tijdens een performance te kuchen of keelschrapen en twee studenten (11.1%) gaven aan te moeten zingen in een droge omgeving. Buiten een performance werden voornamelijk luid praten en roepen (27.8%), veel praten (11.1%) en praten met druk of spanning ter hoogte van de larynx (11.1%) gerapporteerd. Eén student (5.6%) gaf aan te keelschrapen. Drie studenten (16.7%) zijn in het verleden gediagnosticeerd met een chronisch longprobleem. Slechts één student (5.6%) gaf aan één sigaret per drie weken te roken. Eén student (5.6%) gaf aan passief te roken. Het gemiddeld aantal alcoholische consumpties per week bedroeg 1.16 (mediaan 1; SD 0.87; range [0-3]). Vier studenten (22.2%) gaven aan niet te drinken. Vier musicalstudenten (22.2%) ondervonden symptomen van gastro-oesofagale reflux. Zeven studenten (38.9%) waren allergisch. De meest voorkomende allergieën waren hooikoorts en huisstofmijt. Tot slot gaven vijftien studenten (83.3%) aan regelmatig stress te ervaren. Bij zes studenten (33.3%) had dit een invloed op de spreek- en zangstem, bij één student (5.6%) had dit enkel 17

27 een invloed op de zangstem. Twee studenten (11.1%) hebben de vragenlijst niet voltooid. Bijgevolg waren er twee missing variables. Bij de musicalacteurs zien we eveneens één deelnemer (8.3%) die stemklachten ervoer op het moment van de studie. De deelnemer werd in het verleden gediagnosticeerd met een stembandpoliep en volgde hiervoor in het verleden logopedie. De overige acteurs (91.7%) hebben in het verleden geen logopedische therapie gevolgd voor een stemprobleem. Drie acteurs (25.0%) gaven aan hun stem te misbruiken tijdens een performance, stemmisbruik buiten een performance werd gerapporteerd bij twee acteurs (16.7%). Roepen of luid zingen tijdens een performance werden twee keer (16.7%) gerapporteerd. Langdurig zingen, zingen zonder versterking en zingen tijdens ziekte werden telkens één keer (8.3%) gerapporteerd. Eén acteur (8.3%) gaf aan dat het vanzelfsprekend is dat de stem wordt onderworpen aan een hoge stembelasting. Hij ervoer dit echter niet als stemmisbruik. Buiten de performance werden enkel luid praten en roepen (16.7%) als stemmisbruik gerapporteerd. Er was bij geen enkele acteur sprake van een acuut of chronisch longprobleem. Bovendien rapporteerde niemand actief te roken. Slechts één acteur (8.3%) gaf aan af en toe passief te roken. Het gemiddeld aantal alcoholische consumpties per week voor de musicalacteurs bedroeg 3.17 (mediaan 2; SD 2.82, range [0-10]). Eén acteur (8.3%) rapporteerde geen alcohol te consumeren. Geen enkele acteur ondervond symptomen van gastro-oesofagale reflux. Drie acteurs (25.0%) waren allergisch, waarvan hooikoorts het meest gerapporteerd werd (16.7%). Tot slot gaven vijf acteurs (41.7%) aan geregeld stress te ervaren. Volgens drie van hen (25.0%) had stress geen invloed op de spreek- of zangstem. Van de overige twee deelnemers gaf de ene aan dat stress een invloed had op de spreek- en zangstem en de andere rapporteerde dat stress enkel een invloed had op de zangstem. 18

28 Tabel 4: Resultaten van de Vocal Tract Discomfort scale (frequentie van symptomen) bij de musicalstudenten (MS) en musicalacteurs (MA). Nooit Zelden Sporadisch Soms Vaak Zeer vaak Altijd % n % n % n % n % n % n % n MS Branderig gevoel Geknepen gevoel Droog gevoel Zeurende, doffe pijn Kriebelend gevoel Stekende pijn Geïrriteerd gevoel Globusgevoel MA Branderig gevoel Geknepen gevoel Droog gevoel Zeurende, doffe pijn Kriebelend gevoel Stekende pijn Geïrriteerd gevoel Globusgevoel

Jitter als akoestische stemkwaliteitsparameter Naam student : Maaike de Kleijn Studentnummer : 3209849

Jitter als akoestische stemkwaliteitsparameter Naam student : Maaike de Kleijn Studentnummer : 3209849 Jitter als akoestische stemkwaliteitsparameter Naam student : Maaike de Kleijn Studentnummer : 3209849 Inleiding In dit essay worden een tweetal artikelen besproken waarbij jitter werd gebruikt als een

Nadere informatie

Inhoud. Woord Vooraf 13. De normale stem 15

Inhoud. Woord Vooraf 13. De normale stem 15 Inhoud Woord Vooraf 13 Hoofdstuk 1 De normale stem 15 1. Anatomie en fysiologie 15 Macroscopische anatomie van de larynx 15 Het larynxskelet 15 De larynxmembranen 15 De larynxspieren 19 De innervatie van

Nadere informatie

Preface by Mara Behlau, PhD 11

Preface by Mara Behlau, PhD 11 Inhoud 5 Inhoud Preface by Mara Behlau, PhD 11 Situering 13 Louis Heylen, Hoofdstuk 1: Wat weten we over de stem? 15 Deel 1: Aspecten van de stem 15 Louis Heylen 1. De stem: geluid en spiegel 15 2. Zoveel

Nadere informatie

Het voorkomen van stemstoornissen

Het voorkomen van stemstoornissen Het voorkomen van stemstoornissen Logopedie Beter voor elkaar 2 Preventie van stemstoornissen Stemhygiëne is de zorg voor een gezonde stem. Met stemhygiëne worden maatregelen bedoeld die de gezondheid

Nadere informatie

Overige (Overig, ongespecificeerd) Stem en spraakfuncties

Overige (Overig, ongespecificeerd) Stem en spraakfuncties Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Dysphonia Severity Index (DSI) 14 oktober 2011 Review 1: T. Dassen, K. van Nes, N. van Wersch Review 2: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

Inhoud WOORD VOORAF 15 DE NORMALE STEM

Inhoud WOORD VOORAF 15 DE NORMALE STEM Inhoud WOORD VOORAF 15 HOOFDSTUK 1 19 DE NORMALE STEM 1. Anatomie en fysiologie 19 Macroscopische anatomie van de larynx 19 Het larynxskelet 19 De larynxmembranen 19 De larynxspieren 23 De innervatie van

Nadere informatie

Symptomen en dysphonia severity index bij stemvermoeidheid

Symptomen en dysphonia severity index bij stemvermoeidheid Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 Symptomen en dysphonia severity index bij stemvermoeidheid Promotor: Prof. Dr. Kristiane Van Lierde Copromotor: Prof. Dr. Sofie

Nadere informatie

ADVIEZEN VOOR STEMHYGIËNE

ADVIEZEN VOOR STEMHYGIËNE ADVIEZEN VOOR STEMHYGIËNE Inleiding Iedereen heeft zijn eigen lichamelijke capaciteiten. Ook op het gebied van stem. De één kan er goed mee zingen, de ander wordt al snel hees. Dit heeft te maken met de

Nadere informatie

Inhoud. BEST-PRACTICE RICHTLIJNEN VOOR DE BEHANDELING VAN PATIËNTEN MET STEMSTOORNISSEN 17 L. Heylen, M. De Bodt en F. Mertens

Inhoud. BEST-PRACTICE RICHTLIJNEN VOOR DE BEHANDELING VAN PATIËNTEN MET STEMSTOORNISSEN 17 L. Heylen, M. De Bodt en F. Mertens Inhoud WOORD VOORAF 15 Marc De Bodt, F. Mertens en L. Heylen INLEIDING BEST-PRACTICE RICHTLIJNEN VOOR DE BEHANDELING VAN PATIËNTEN MET STEMSTOORNISSEN 17 L. Heylen, M. De Bodt en F. Mertens HOOFDSTUK 1

Nadere informatie

Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappen. Academiejaar

Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappen. Academiejaar Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappen Academiejaar 2015 2016 Het langetermijneffect van stemtraining bij professionele stemgebruikers: objectieve metingen en subjectieve beoordelingen na 15

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Voice Handicap Index (VHI) 31 oktober 2011 Review 1: T. Dassen, K. van Nes, N. van Wersch Review 2: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het

Nadere informatie

Overige (Overig, ongespecificeerd)

Overige (Overig, ongespecificeerd) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Voice Related Quality of Life Measure (V-RQOL) 21 oktober 2011 Review 1: T. Dassen, K. v Nes, N. v Wersch Review 2: M. Jungen Invoer: E. Van Engelen 1 Algemene

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Richtlijnen voor stemhygiëne

Patiënteninformatie. Richtlijnen voor stemhygiëne Patiënteninformatie Richtlijnen voor stemhygiëne Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Stem is van levensbelang... 3 3. Bouw van het stemorgaan... 3 4. Stemproductie... 4 4.1 Ademhaling... 4 4.2 Stemgeving... 4

Nadere informatie

De klinische toepasbaarheid van de Dysphonia Severity Index (DSI)

De klinische toepasbaarheid van de Dysphonia Severity Index (DSI) STEM-, SPRAAK- EN TAALPATHOLOGIE Vol. 18, No. 1, 213, pp. 9-2 32.831/1/1813-9 c Groningen University Press De klinische toepasbaarheid van de Dysphonia Severity Index (DSI) Marieke Hakkesteegt Afdeling

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

27/10/2014. Verwen je stem! Verwen je stem. Eerst het belangrijkste. Deel 1: stemtechniek oefeningen. Deel 2: perceptuele training luistervoorbeelden

27/10/2014. Verwen je stem! Verwen je stem. Eerst het belangrijkste. Deel 1: stemtechniek oefeningen. Deel 2: perceptuele training luistervoorbeelden Verwen je stem! 6 N O V E M B E R 2 0 1 4 B e r n a d e t t e T i m m e r m a n s Verwen je stem Deel 1: stemtechniek oefeningen Deel 2: perceptuele training luistervoorbeelden Eerst het belangrijkste.

Nadere informatie

PATIËNTENINFORMATIE LOGOPEDIE BIJ STEMPROBLEMEN

PATIËNTENINFORMATIE LOGOPEDIE BIJ STEMPROBLEMEN PATIËNTENINFORMATIE LOGOPEDIE BIJ STEMPROBLEMEN LOGOPEDIE BIJ STEMPROBLEMEN Algemeen Door middel van deze informatiefolder wil Maasstad Ziekenhuis u informeren over logopedie bij stemproblemen. Wij adviseren

Nadere informatie

Ken je stem. Voor U. Docenten, telefonistes, verkopers, vertegenwoordigers, coaches, trainers, instructeurs, zangers...

Ken je stem. Voor U. Docenten, telefonistes, verkopers, vertegenwoordigers, coaches, trainers, instructeurs, zangers... Ken je stem In Nederland werken meer mensen met hun stem dan met hun handen. Er zijn tientallen beroepen waar de stem het belangrijkste instrument is. Een aantal beroepssectoren bestaat uitsluitend bij

Nadere informatie

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2010

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2010 Resultaten HBSC Subjectieve gezondheid Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health behaviour in School-aged Children)

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Preventie van stemproblemen op de PABO

Preventie van stemproblemen op de PABO -Inleiding -Aanbevelingen voor het preventieve programma op PABO s -Aanbevelingen voor het werken met PABO-studenten (Ook voor logopedisten in de vrije vestiging) -Voorbeeld invulling logopedie op de PABO

Nadere informatie

Stemhygiëne. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Stemhygiëne. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Stemhygiëne Stemhygiëne omvat de zorg voor een gezonde stem en keel. In deze folder wordt u geïnformeerd hoe u hiervoor kunt zorgen. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Wat is

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Ken je stem. Voor. Docenten, telefonistes, verkopers, vertegenwoordigers, coaches, trainers, instructeurs, zangers...

Ken je stem. Voor. Docenten, telefonistes, verkopers, vertegenwoordigers, coaches, trainers, instructeurs, zangers... Ken je stem In Nederland werken meer mensen met hun stem dan met hun handen. Er zijn tientallen beroepen waar de stem het belangrijkste instrument is. Een aantal beroepssectoren bestaat uitsluitend dankzij

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van kinderen in de sport in Vlaanderen en Nederland

Grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van kinderen in de sport in Vlaanderen en Nederland Grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van kinderen in de sport in Vlaanderen en Nederland Een retrospectieve zelfrapportering van ervaringen met psychisch, fysiek en seksueel in de sport voor de leeftijd

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

De correlatie kan opgevraagd worden via Analyze Correlate Bivariate en vervolgens maken we een keuze voor de variabelen. Dit levert als output op:

De correlatie kan opgevraagd worden via Analyze Correlate Bivariate en vervolgens maken we een keuze voor de variabelen. Dit levert als output op: Opdrachten en vragen hoofdstuk X 1. Voer de gegevens van figuur 9.1 en 9.2 in SPSS en controleer de correlaties zoals die aangegeven werden. Maak tevens een scatterplot. Tabel 9.1. Lineaire transformatie

Nadere informatie

Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau. Riekie de Vet

Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau. Riekie de Vet Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau Riekie de Vet Klinimetrie: meten in de geneeskunde Het meten van symptomen, diagnostiek, uitkomsten van behandelingen, gezondheidsstatus en bijvoorbeeld

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Pijnbestrijding bij Q-koorts

Samenvatting onderzoek Pijnbestrijding bij Q-koorts Samenvatting onderzoek Pijnbestrijding bij Q-koorts Geschreven door: Murel Arts Student Universiteit Maastricht Master Health Education and Promotion Begeleider: Marlie van Santvoort Stichting Q-support

Nadere informatie

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal Running head: momentaan affect en seksueel verlangen bij vrouwen 1 De Samenhang Tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen van Vrouwen en de Modererende Rol van Seksuele Gedachten The Association Between

Nadere informatie

(2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom

(2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom (2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom Instituut: Sportrevalidatie Hilversum Verwijzer: Alle verwijzers Periode: 1-1-2016 t/m 31-12-2017 Fysiotherapeut: Alle fysiotherapeuten Inleiding Dit rapport

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 112

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 112 111 Ondervoeding is gedefinieerd als een subacute of acute voedingstoestand waarbij een combinatie van onvoldoende voedingsinname en ontstekingsactiviteit heeft geleid tot een afname van de spier- en vetmassa

Nadere informatie

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström 1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström Dr. S.A.M. van de Schans, S. Oerlemans, MSc. en prof. dr. J.W.W. Coebergh Inleiding Epidemiologie is de wetenschap die eenvoudig gezegd

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

hoofd, hals en zenuwstelsel info voor patiënten Hou uw stem gezond Tips voor een goede stemhygiëne

hoofd, hals en zenuwstelsel info voor patiënten Hou uw stem gezond Tips voor een goede stemhygiëne hoofd, hals en zenuwstelsel info voor patiënten Hou uw stem gezond Tips voor een goede stemhygiëne 01. Inleiding Met deze brochure willen we u begeleiden in het beter begrijpen en verzorgen van uw stem.

Nadere informatie

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Het Effect van Online Cognitieve Gedragstherapie op Seksuele Disfuncties bij Vrouwen The Effectiveness of Internet-based Cognitive-Behavioural

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed

Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed van Sociale Categorisering, Persoons-identificatie, Positie-identificatie en Retributie Belief in a Just World and Rejection

Nadere informatie

STEMINARIES POST-ACADEMISCHE VORMINGEN IN STEMSTOORNISSEN

STEMINARIES POST-ACADEMISCHE VORMINGEN IN STEMSTOORNISSEN STEMINARIES POST-ACADEMISCHE VORMINGEN IN STEMSTOORNISSEN Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA), Edegem, België Diverse data tussen september 2015 en december 2016 20 JAAR PAV STEM ACHTERGROND Sedert

Nadere informatie

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld.

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld. 155 Sport- en spelactiviteiten bevorderen over het algemeen de gezondheid. Deze fysieke activiteiten kunnen echter ook leiden tot blessures. Het proefschrift beschrijft de ontwikkeling en evaluatie van

Nadere informatie

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS.

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. Auteur: Olivia De Smet i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Ongewenst intrusief gedrag houdt in dat

Nadere informatie

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,

Nadere informatie

25 jaar whiplash in Nederland

25 jaar whiplash in Nederland 25 jaar whiplash in Nederland Vanuit een fysiotherapeutisch perspectief Maarten Schmitt M.Sc 1 2 Fysiotherapeut & manueeltherapeut Hoofd van de Divisie Onderwijs Stichting Opleidingen Musculoskeletale

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Chapter 11

Nederlandse samenvatting. Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Chapter 11 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van een groot vragenlijstonderzoek over de epidemiologie van chronisch frequente hoofdpijn in de Nederlandse

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Stemproblemen bij Nederlandse en Vlaamse vrouwelijke leerkrachten in het basisonderwijs: een exploratieve en vergelijkende studie

Stemproblemen bij Nederlandse en Vlaamse vrouwelijke leerkrachten in het basisonderwijs: een exploratieve en vergelijkende studie Stem-, Spraak- en Taalpathologie 32.8310/03/1406-171 Vol. 14, 2006, No. 3-4, pp. 171-185 Nijmegen University Press Stemproblemen bij Nederlandse en Vlaamse vrouwelijke leerkrachten in het basisonderwijs:

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress

Nadere informatie

GEZONDHEIDSGERELATEERDE LEVENSKWALITEIT BIJ SCHISISPATIËNTEN: ONTWIKKELING EN VALIDATIE VAN DE NEDERLANDSTALIGE VELO-

GEZONDHEIDSGERELATEERDE LEVENSKWALITEIT BIJ SCHISISPATIËNTEN: ONTWIKKELING EN VALIDATIE VAN DE NEDERLANDSTALIGE VELO- VAKGROEP SPRAAK-, TAAL- EN GEHOORWETENSCHAPPEN GEZONDHEIDSGERELATEERDE LEVENSKWALITEIT BIJ SCHISISPATIËNTEN: ONTWIKKELING EN VALIDATIE VAN DE NEDERLANDSTALIGE VELO- VRAGENLIJST Laura Bruneel, Hannah Keppler,

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

but no statistically significant differences

but no statistically significant differences but no statistically significant differences Astma is een chronische aandoening, die niet te genezen is. Met de passende zorg kunnen symptomen tot een minimum worden gereduceerd en zou een astma patiënt

Nadere informatie

Bestaat er een betekenisvol verband tussen het geslacht en het voorkomen van dyslexie? Gebruik de Chi-kwadraattoets voor kruistabellen.

Bestaat er een betekenisvol verband tussen het geslacht en het voorkomen van dyslexie? Gebruik de Chi-kwadraattoets voor kruistabellen. Oplossingen hoofdstuk IX 1. Bestaat er een verband tussen het geslacht en het voorkomen van dyslexie? Uit een aselecte steekproef van 00 leerlingen (waarvan 50% jongens en 50% meisjes) uit het basisonderwijs

Nadere informatie

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en Identificatie met de Organisatie op Status en Zelfwaardering. The Civil Servant

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014 Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 214 Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health Behaviour in School-aged Children) studie en in de Wereldgezondheidsorganisatie

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 126 Uit talrijke studies blijkt dat blootstelling aan luchtverontreiniging veroorzaakt door verkeer leidt tot schade aan de gezondheid van hart, bloedvaten en luchtwegen. In de meeste van deze studies

Nadere informatie

Lees voor meer informatie over de verschillende adem- en stemproblemen hieronder verder.

Lees voor meer informatie over de verschillende adem- en stemproblemen hieronder verder. 1 Problemen met adem en stem Mensen praten dan hees, schor, hebben pijn bij het praten of zijn de stem helemaal kwijt en kunnen alleen nog maar fluisteren. Zowel kinderen als volwassenen kunnen problemen

Nadere informatie

Zijn distress en ziektestatus gerelateerd aan lichamelijke en emotionele problemen bij vrouwen met ovariumkanker?*

Zijn distress en ziektestatus gerelateerd aan lichamelijke en emotionele problemen bij vrouwen met ovariumkanker?* Zijn distress en ziektestatus gerelateerd aan lichamelijke en emotionele problemen bij vrouwen met ovariumkanker?* Floor Ploos van Amstel, RN, MSc, verpleegkundig expert, afd. Medische Oncologie Maaike

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Stemspreekuur Polikliniek KNO

Stemspreekuur Polikliniek KNO U hebt deze brochure ontvangen, omdat u last heeft van stemklachten. Hiervoor bent u doorverwezen naar het stemspreekuur (foniatrie-spreekuur) van het MCL. Foniatrie is een specialisme dat zich bezig houdt

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Werelddag van de stem 16 april 2008

Werelddag van de stem 16 april 2008 K E N J E S T E M K R A N T Werelddag van de stem 16 april 2008 Stem stemmisbruik stemstoornissen Door Dr. P.G.C. Kooijman In de literatuur worden wisselende getallen genoemd over het vóórkomen van stemstoornissen.

Nadere informatie

Invloed van maskering en auditieve feedback op stemkwaliteit

Invloed van maskering en auditieve feedback op stemkwaliteit Faculteit geneeskunde en gezondheidswetenschappen Academiejaar 2012 2013 Invloed van maskering en auditieve feedback op stemkwaliteit Jana Fonteyn Promotor: Prof. Dr. S. Claeys Co-promotor: Prof. Dr. K.

Nadere informatie

SYMPTOMEN BIJ OUDEREN PALLIATIEVE KANKERPATIËNTEN: BEOORDELING DOOR VERPLEEGKUNDIGE, NAASTE EN PATIËNT

SYMPTOMEN BIJ OUDEREN PALLIATIEVE KANKERPATIËNTEN: BEOORDELING DOOR VERPLEEGKUNDIGE, NAASTE EN PATIËNT SYMPTOMEN BIJ OUDEREN PALLIATIEVE KANKERPATIËNTEN: BEOORDELING DOOR VERPLEEGKUNDIGE, NAASTE EN PATIËNT A. VAN LANCKER, D. BEECKMAN Masterproef: Elke Van Wynsberghe en Stephanie Cypers Symposium 23 mei

Nadere informatie

PATIËNTENINFO Dysartrie

PATIËNTENINFO Dysartrie PATIËNTENINFO Dysartrie LOGOPEDIE / AFASIOLOGIE Wat is dysartrie? Dysartrie is een verworven motorische spraakstoornis ten gevolge van een neurologische aandoening. We lichten de belangrijkste termen van

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 4 1. Toets met behulp van SPSS de hypothese van Evelien in verband met de baardlengte van metalfans. Ga na of je dezelfde conclusies

Nadere informatie

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen bij Voormalige Borstkankerpatiënten Influence of Coping and Illness Perceptions on Depression and Anxiety Symptoms among Former Breast

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Met opmaak: Links: 3 cm, Rechts: 2 cm, Boven: 3 cm, Onder: 3 cm, Breedte: 21 cm, Hoogte: 29,7 cm Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Stigmatisation of Persons

Nadere informatie

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric

Nadere informatie

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner The association between momentary affect and sexual desire: The moderating role of partner

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting SAMENVATTING PSYCHOMETRISCHE EIGENSCHAPPEN VAN ADL- EN WERK- GERELATEERDE MEETINSTRUMENTEN VOOR HET METEN VAN BEPERKINGEN BIJ PATIËNTEN MET CHRONISCHE LAGE RUGPIJN. Chronische lage rugpijn

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

De patient centraal in de acute zorg

De patient centraal in de acute zorg De patient centraal in de acute zorg Drs. Marjolein Kremers, promovenda acute geneeskunde/internist acute geneeskunde i.o. Dr. Prabath Nanayakkara, internist acute geneeskunde, Amsterdam UMC, lok. VU Prof.

Nadere informatie

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems. Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic

Nadere informatie