Functiebeschrijving provincie Limburg

Transcriptie

1 Functiebeschrijving provincie Limburg Functiehouder VOLTIJDS Functiegegevens - Doel van de functie Het collectiebeleid van het Openluchtmuseum Bokrijk omhelst de verfijning van een duurzame visie op de collectie, het verzamel- en bruikleenbeleid en alle stappen in verband met de registratie en de actieve zorg voor het erfgoed en komt tot uiting in presentaties, publicaties en publieksbemiddeling. De cel Collectiebeheer en Documentatie staat in voor visievorming op de collectie (collectieplan), voor actieve verwerving (ook via opdracht) en bruikleenverkeer, voor de basisregistratie (incl. gebruik digitale beheerssystemen zoals Adlib), het fysiek behoud en beheer incl. conservering, digitalisering en duurzame ontwikkeling evenals de publieksontsluiting. De functie wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met de conservator als direct leidinggevende en bij uitbreiding de directeur en met alle betrokken collega s, medewerkers en partners, zowel intern als extern. De rol van de collectiebeheerder hierin is zowel initiërend, sturend als ondersteunend. De collectiebeheerder neemt deel aan diverse werkoverleggen en geeft leiding aan de vaste en tijdelijke medewerkers die binnen het collectiebeleid een taak opnemen. Beoordelaars - Resultaatsgebieden RESULTAATSGEBIED 1 1 Instaan voor een kwaliteitsvolle werking van de cel Collecties en het depot in het Openluchtmuseum (OM) - Kan binnen het geheel van het takenpakket prioritiseren in het kader van beleidskeuzes, visie en noodwendigheden. Neemt hierbij een actieve rol op. - Toetst waardevolle nieuwe inzichten, ideeën, modellen, methodes, (bv. Spectrum, ) die zich aandienen, op hun mogelijke meerwaarde voor de werking en implementeert deze indien en waar nodig en wenselijk. - Bouwt een (te ondervragen/activeren) netwerk uit van interessante contacten op het vlak van de collecties, het collectiebeleid en de depotwerking gerelateerd aan de museale context van het OM. - Neemt actief deel aan interne overlegmomenten, zowel gestructureerd (museumoverleg, overleg cel Collecties, ) als aan ad-hocoverleg waar en wanneer nodig en wenselijk. - Neemt actief deel aan externe overlegmomenten, zowel gestructureerd (CAG, FARO, MOT, ) als aan adhocoverleg waar en wanneer nodig en wenselijk. - Staat in voor het opstellen, implementeren en actualiseren van een state-of-the-art collectiebeleidsplan. - Staat in voor de opvolging van verwervings- en bruikleendossiers. - Staat in voor het fotograferen, inventariseren en het wetenschappelijk onderzoek (o.a. door middel van mondelinge geschiedenis) van en naar de collecties. - Staat in voor het beheer en behoud van de collecties en het depot (wetenschappelijke monitoring thermocel en monitoring klimatologische omstandigheden hoofd- en deeldepots,

2 coördinatie depots, bestellingen materialen depot, opvolgen conservering en restauratie van collectiestukken, ). - Staat in voor de systematische virtuele ontsluiting ( Erfgoedplus.be, ) van bepaalde deelcollecties en bepaalde expertise. -Staat in voor de coördinatie van de ontsluiting van de publieksruimte in het depot. - Signaleert kansen en opportuniteiten, maar ook mogelijke problemen of obstakels op het vlak van de collecties en het depot. - Oefent deze taken uit onder leiding van en in samenspraak met de conservator en staat zelf in voor de dagelijkse coördinatie op de werkvloer tussen de betrokken medewerkers, zowel van de dienst OM als van de dienst Marketing en Sales en de dienst Infrastructuur. RESULTAATSGEBIED 2 1 Instaan voor kwalitatief wetenschappelijk onderzoek - Zoekt en verwerkt informatie over het dagelijkse leven (ca ) in heel Vlaanderen en archiveert en registreert deze informatie, in het kader van de werking van de cel Collecties en vraaggericht wat betreft het opvolgen en documenteren van de gebouwen in het OM. - Werkt proactief aan visievorming rond collectiebeleid, depotwerking en de collecties an sich en vertaalt deze naar de werking in het OM. RESULTAATSGEBIED 3 1 Instaan voor een kwaliteitsvolle dienstverlening - Staat in voor het accuraat en tijdig beantwoorden van informatievragen gerelateerd aan (de werking van) het OM, de collecties en het depot. - Staat in diverse fora in voor de vertaalslag van de in het OM opgebouwde kennis en expertise naar een divers doelpubliek (intern overleg, extern overleg, lezingen, publicaties, ). - Staat waar nodig en wenselijk mee in voor de logistiek gerelateerd aan de werking van het depot. RESULTAATSGEBIED 4 Eigen functioneren - De wijze van organisatie van de functie wordt regelmatig geëvalueerd en besproken met de afdelingschef, gericht op een continue kwaliteitsverbetering. Via vorming, opleiding, wordt het profiel hierop afgestemd. Waardegebonden competenties 1 Steeds verbeteren Steeds verbeteren van het eigen functioneren en van de werking van de dienst/afdeling, door de bereidheid om te leren en mee te groeien met veranderingen. Steeds verbeteren niveau 3 1 Leert over andere vakgebieden, methodes, technieken en werkt actief mee aan het verbeteren van de werking van de dienst. Heeft belangstelling voor "aanverwante" onderwerpen om zijn/haar kennis te verruimen. Benut informatie afkomstig uit andere vakgebieden om de eigen aanpak en werking te optimaliseren. Ziet de impact op de eigen werking van nieuwe processen, technieken, methodes in andere vakgebieden. Stuurt de eigen werking proactief bij in het kader van wijzigingen op het niveau van de afdeling. Zoekt actief naar mogelijke verbeteringen die de eigen functie en het eigen takenpakket overstijgen. 2 Sterke klantgerichtheid De behoeften van verschillende soorten (interne en externe) klanten onderkennen en er adequaat op reageren, met het oog op het dienen van het algemeen belang. Sterke klantgerichtheid niveau 3 1 Onderneemt, binnen de mogelijkheden van de eigen functie, acties om de dienstverlening aan klanten te optimaliseren. Onderzoekt op welke punten de eigen dienstverlening aan de klant kan worden verbeterd. Vraagt gericht naar de wensen, behoeften en verwachtingen van klanten (tevredenheidsenquêtes, mondeling ondervragen,...). Formuleert concrete voorstellen om de eigen dienstverlening te verbeteren. Onderneemt concrete acties naar aanleiding van specifieke feedback van klanten.

3 Zet nieuwe mogelijkheden op het vlak van dienstverlening meteen om in de praktijk. Neemt acties om de dienstverlening ten aanzien van specifieke doelgroepen te optimaliseren, rekening houdend met hun beperkingen en behoeften (vb. handicap, allochtonen,...). 3 Goed samenwerken Een bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat op niveau van een team, entiteit of de organisatie. Goed samenwerken niveau 3 1 Stimuleert de samenwerking binnen de eigen dienst. Komt met ideeën om het gezamenlijke resultaat te verbeteren. Moedigt anderen aan om samen te werken, hun ideeën te uiten en onderling van gedachten te wisselen. Moedigt anderen aan om onderling te overleggen over zaken die het eigen werk overstijgen. Betrekt anderen bij het nemen van beslissingen die op hen een impact hebben. Bevordert de goede verstandhouding, de teamgeest en het respect voor verscheidenheid in mensen. Geeft opbouwende kritiek en feedback. Moedigt anderen aan om gezamenlijk oplossingen te vinden. 4 Hoge betrouwbaarheid Afspraken nakomen en zijn/haar verantwoordelijkheid opnemen. Handelen vanuit respect voor administratieve regels en vanuit de codes van integriteit, zorgvuldigheid, objectiviteit, gelijke behandeling, correctheid en transparantie uitgaande van de basisregels, sociale en ethische normen (diversiteit, milieuzorg,...). Hoge betrouwbaarheid niveau 3 1 Schept gepaste randvoorwaarden zodat de deontologische code in de praktijk kan gebracht worden. Toont voorbeeldgedrag rond basisregels en afspraken, rond sociale en ethische normen en in het omgaan met diversiteit. Is verantwoordelijk voor een transparante structuur en organisatie van de dienst. Zorgt ervoor dat iedereen op de hoogte is van de verwachte normen voor gedrag (bijvoorbeeld: brengt het onderwerp regelmatig en systematisch ter sprake). Spreekt anderen aan in geval van onethisch gedrag, wanneer regels en afspraken niet worden nageleefd, enz. Gedragscompetenties 1 Netwerken Professionele relaties ontwikkelen en bestendigen en deze aanwenden tot wederzijds voordeel. Netwerken niveau 1 1 Maakt gebruik van bestaande contacten, wanneer dit een meerwaarde heeft voor de eigen opdracht. Neemt regelmatig contact op met anderen om zijn/haar bestaande netwerk te onderhouden. Werkt regelmatig samen met collega's uit andere afdelingen, in het kader van een specifiek probleem. Beschikt over enkele vaste contactpunten binnen de organisatie waar hij/zij regelmatig een beroep op doet. Werkt actief mee aan vragen die vanuit andere afdelingen komen (deelt informatie, geeft advies,...). Neemt zelf contact op voor het verkrijgen van informatie, steun of samenwerking. Maakt gebruik van contacten die ontstaan zijn bij beurzen, seminaries, vakverenigingen, opleidingen. 2 Oordeelsvorming Meningen uiten en inzicht hebben in de consequenties ervan, op basis van een afweging van relevante criteria. Oordeelsvorming niveau 3 1 Ontwikkelt een genuanceerd en geïntegreerd oordeel. Bekijkt een probleem vanuit verschillende invalshoeken. Heeft een veelzijdige, genuanceerde kijk. Heeft oog voor kritische factoren en activiteiten en benut de mogelijkheden hiervan voor de organisatie. Benoemt zowel de positieve als negatieve kanten van het eigen oordeel of voorstel. Geeft een "inhoudelijke meerwaarde" aan de thema's die hij/zij naar voren brengt. 3 Visie Dagelijkse praktijk overstijgen en eigen ideeën uitwerken voor de toekomst, feiten bekijken vanop een afstand,

4 ze in een ruimere context en een langetermijnperspectief plaatsen. Visie niveau 2 1 Betrekt bredere (maatschappelijke, technische,...) factoren en ontwikkelt hier eigen ideeën rond. Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie en het eigen beroep/domein. Denkt verder door en ziet daardoor mogelijke problemen of kansen die voor anderen nog niet zo duidelijk zijn. Denkt kritisch en zelfstandig. Ziet adviezen, beslissingen en initiatieven in de bredere organisatiecontext/beleidscontext. Ontwikkelt eigen ideeën over wat er in de toekomst kan gevraagd worden. 4 Resultaatgerichtheid Het ondernemen van concrete en gerichte acties met het oog op het behalen of overstijgen van doelstellingen. Resultaatgerichtheid niveau 2 1 Kiest uitdagende (maar haalbare) doelstellingen en zet zich sterk in om deze te bereiken. Legt de lat hoog, formuleert uitdagende (maar haalbare) doelstellingen. Gaat actief op zoek naar de best mogelijke manier om deze doelen te bereiken, weegt opties tegenover elkaar af. Mobiliseert mensen en middelen, ook wanneer hij/zij hiertoe anderen (hiërarchie, collega's) moet overtuigen. Stuurt op regelmatige basis het proces bij, in het kader van de doelstellingen. Geeft niet op, zoekt actief naar alternatieven wanneer hij/zij met hindernissen en tegenslagen te maken krijgt. 5 Organiseren De benodigde acties, tijd en middelen aangeven en deze elementen coördineren om de doelstellingen te bereiken conform de planning. Organiseren niveau 2 1 Coördineert acties, tijd en middelen. Splitst een opdracht adequaat op in deelopdrachten en gaat stapsgewijs en goed doordacht tewerk. Organiseert zich op zodanige wijze dat hij/zij een overzicht kan bewaren. Houdt bij het opmaken van een planning op realistische wijze rekening met de beschikbare middelen. Zet schaarse middelen (mensen, instrumenten,...) zo in, dat ze optimaal benut worden. Is resultaatgericht in zijn/haar actieplannen en doelstellingen (bv. werkt met duidelijke doelen en timing,...). Stelt voor een meer omvangrijke opdracht een actieplan op met de benodigde budgetten, middelen, mensen en informatie. 6 Richting geven Aansturen, ontwikkelen en motiveren van medewerkers zodat ze hun doelstellingen en die van de entiteit op een correcte manier kunnen realiseren, zowel individueel als in teamverband. Richting geven niveau 1 1 Geeft richting op het niveau van taken en de uitvoering daarvan. Geeft richtlijnen, aanwijzingen, suggesties, instructies aan individuele medewerkers en/of aan het team aangaande uit te voeren taken. Drukt in meetbare resultaten uit wat hij/zij van de medewerker en/of van het team verwacht. Geeft open en duidelijke positieve of negatieve feedback in het kader van de te bereiken doelstellingen en afspraken. Treedt corrigerend op in het kader van de te bereiken doelstellingen en gemaakte afspraken. Zorgt voor een goede afstemming tussen de verschillende taken die door het team worden opgenomen. Geeft duidelijk aan wat de prioriteiten zijn voor de medewerker en/of het team Zorgt ervoor dat alle medewerkers met respect worden behandeld en geeft zelf het goede voorbeeld. 7 Coachen en ontwikkelen van medewerkers Medewerkers ondersteunen bij het behalen van goede resultaten en het groeien in een functie door hen te helpen bij het ontwikkelen van hun vermogen om zelfstandig problemen op te lossen. Coachen en ontwikkelen van medewerkers niveau 1 1

5 Coacht de medewerker bij het volbrengen van taken, geeft advies. Is laagdrempelig en benaderbaar. Geeft nuttige en constructieve feedback. Geeft feedback op concreet gedrag (houdt een spiegel voor). Heeft aandacht voor vragen en problemen en gaat hierop in. Geeft aanwijzingen en tips om de aanpak te verbeteren. Houdt gepast rekening met de mogelijkheden en beperkingen van de andere. Stimuleert de andere om mee te denken en zelf oplossingen voor te stellen. Kennisgebonden competentie Over de gewenste kennis en inzichten beschikken eigen aan het vak, de metier, de sector en/of de discipline en die kennis gepast kunnen inzetten in het werkveld, hetzij in basistoepassingen, op professioneel niveau, of als expert. - Deontologische code museumberoep - Talenkennis - Vlot gebruik van Office, Adlib,... - Kennis, manipulatie en beheer van digitale media, o.a. internet, cd-roms,... - Grondige kennis van het werkveld op academisch en praktisch niveau - Kennis van de Vlaamse en internationale regelgevingen inzake musea - Kennis inzake regelgevingen en gedragscodes i.v.m. omgang en beheer van erfgoed - Opbouwen grondige kennis inzake depotbeheer, registratie, conservatie en restauratie - Interesse tonen voor geschiedenis, cultureel erfgoed en kunsten