Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar De Octopushervorming: 10 jaar later (Luik politie en Luik Gerecht)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar De Octopushervorming: 10 jaar later (Luik politie en Luik Gerecht)"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar De Octopushervorming: 10 jaar later (Luik politie en Luik Gerecht) Masterproef van de opleiding master in de rechten Ingediend door Ann Booy (studentennummer: ) (Major economisch en sociaal recht) Promotor: Prof. B. De Ruyver Commissaris: Prof. P. Ponsaers

2 VOORWOORD Deze masterproef is tot stand gekomen in het kader van de opleiding rechten aan de universiteit Gent. Het is een werk waar veel tijd ingegaan is en tevens een werk waar men veel hulp en steun kan gebruiken. Vandaar dat ik zéker een aantal mensen wil bedanken. Vooreerst wil ik prof. B. De Ruyver van harte bedanken voor de goede begeleiding en ondersteuning van deze masterproef. Zijn kritiek heb ik altijd ervaren als zeer opbouwend en heeft mij goed geholpen om mijn masterproef tot een goed einde te brengen. Daarnaast wil ik nog een bijzondere dank uitbrengen aan mijn ouders. Zij hebben mij altijd gesteund op alle vlakken. Zonder hen was deze kennisverruiming niet mogelijk geweest. Verder wens ik nog iedereen te bedanken die mij heeft bijgestaan met raad en daad. Bedankt dus allemaal! Ann Booy 1

3 VOORWOORD 1 INHOUDSTAFEL 2 AFKORTINGENLIJST 8 INLEIDING 9 DEEL 1: DE ONTSTAANSGESCHIEDENIS VAN HET OCTOPUSAKKOORD 10 HOOFDSTUK 1: DE ORGANISATIE VAN DE POLITIE VOOR HET OCTOPUSAKKOORD 10 AFDELING 1: INLEIDING 10 AFDELING 2: GEMEENTELIJKE POLITIE 10 AFDELING 3: GERECHTELIJKE POLITIE 10 AFDELING 4: DE RIJKSWACHT 11 HOOFDSTUK 2: DE BENDECOMMISSIE I ( 90) 12 AFDELING 1: ONTSTAAN 12 AFDELING 2: VASTSTELLINGEN 12 AFDELING 3: VOORSTELLEN 14 HOOFDSTUK 3: PINKSTERPLAN I ( 90) TIJDENS DE REGERING MARTENS 17 AFDELING 1: ALGEMEEN 17 AFDELING 2: VOORSTELLEN 17 HOOFDSTUK 4: HET PINKSTERPLAN II ( 92) TIJDENS DE REGERING DEHAENE I 20 HOOFDSTUK 5: HET MEERJARENPLAN 21 HOOFDSTUK 6: DUTROUXCOMMISSIE AFDELING 1: BELEID REGERING DEHAENE II GEDURENDE DE DUTROUXCOMMISSIE 22 AFDELING 2: DUTROUXCOMMISSIE 24 1 Maatregelen genomen tijdens het onderzoek van de commissie 24 2 Vaststellingen dutrouxcommissie 25 2

4 HOOFDSTUK 7: VAN DUTROUXCOMMISSIE NAAR EEN OCTOPUSAKKOORD 27 AFDELING 1: KLEINE BIJDRAGE VAN DE SENAATSCOMMISSIE GEORGANISEERDE CRIMINALITEIT 27 1 Ontstaan 27 2 Tussentijdse verslagen 27 3 Eindverslag 30 AFDELING 2: BENDECOMMISSIE II 30 AFDELING 3: RAPPORT SENAATSCOMMISSIE VOOR BINNENLANDSE EN ADMINISTRATIEVE AANGELEGENHEDEN 31 1 Het rapport 31 2 Reactie regering 32 AFDELING 4: HET OCTOPUSAKKOORD 33 1 Algemeen 33 2 Voornaamste inhoud akkoord 34 DEEL 2: EEN AANTAL KNELPUNTEN MET HUN OPLOSSING EN EVOLUTIE 36 HOOFDSTUK 1: NOOD AAN MODERNISERING GERECHT 36 AFDELING 1: ALGEMEEN 36 AFDELING 2: DE HOGE RAAD VAN JUSTITIE 36 1 Probleemstelling 36 2 De Hoge Raad voor Justitie Algemeen Organisatie Depolitisering/objectivering Externe toezicht Extern toezicht door evaluatie Extern toezicht door klachtenbehandeling Extern toezicht door een bijzonder toezicht 42 3

5 2.4.4 Extern toezicht door een algemeen toezicht op de rechterlijke orde 43 3 Evaluatie De objectivering/depolitisering De klachtenbehandeling 45 AFDELING 3: HET MANDATENSYSTEEM 47 1 Uitgangspunt 47 2 Het mandatensyteem 48 3 Evaluatie 50 AFDELING 4: VERTICALISERING EN HORIZONTALISERING 52 1 Verticale integratie Algemeen De verticale integratie door de octopuspartners De verticale integratie: terug naar af 54 2 Horizontalisering en horizontale mobiliteit 56 AFDELING 5: VERDERE UITBOUW COLLEGE PROCUREURS-GENERAAL 58 AFDELING 6: FEDERAAL PARKET 59 1 Algemeen 59 2 Bevoegdheid 59 3 Verhouding tot de lokale magistraten 60 4 Evaluatie 61 AFDELING 7: DE THEMISPLANNEN ALS VERVOLG OP OCTOPUS 62 1 Algemeen 62 2 Doelstellingen Decentralisatie Duaal model 63 3 Commissie voor modernisering rechterlijke orde en de algemene raad van de partners van rechterlijke orde 66 4 Impact plannen 66 4

6 HOOFDSTUK 2: NOOD AAN CONTROLE 68 AFDELING 1: ALGEMEEN 68 AFDELING 2: EXTERNE CONTROLE 69 1 Algemeen 70 2 Wat is het comité P? 71 3 Een evolutie naar regiowerking en een sectie klachten Algemeen Regiowerking Een sectie klachten 73 AFDELING 3: INTERNE CONTROLE 74 1 De Algemene Inspectie van de federale en lokale politie Algemeen Wet van 15 mei Dienst intern toezicht van de lokale politie 76 HOOFDSTUK 3: SLACHTOFFERBEJEGENING 77 AFDELING 1: ALGEMEEN 77 AFDELING 2: POLITIONELE SLACHTOFFERBEJEGENING NA DE HERVORMING VAN DE POLITIEDIENSTEN BIJ WGP 77 1 Algemeen 77 2 OOP 15, OOP 15bis en OOP15ter tot GPI Werking 80 4 Evaluatieverslag van de commissie ter begeleiding van de politiehervorming op lokaal niveau Algemeen Naleving norm Strategie en cultuur Structuur Info-uitwisseling Recht op intimiteit 84 5 Regeerakkoord premier Van Romuy 84 5

7 HOOFDSTUK 4: DE RELATIE TUSSEN LOKAAL EN FEDERAAL NIVEAU: EEN GEINTEGREERDE POLITIE 85 AFDELING 1: PROBLEEMSTELLING 85 AFDELING 2: DE COORDINATIE- EN STEUNDIENST EN DE GEDECONCENTREERDE GERECHTELIJKE DIENST 86 1 De Coördinatie- en steundienst Organisatie De directeur-coördinator (DirCo) 87 2 De Gedeconcentreerde Gerechtelijke dienst Organisatie DirJud 91 3 Verhouding DirCo/DirJud 93 4 Evaluatie DirCo Een evaluatie vanuit de praktijk Evaluatieverslag van de commissie ter begeleiding van de politiehervorming op lokaal niveau DirJud 97 AFDELING 3: INTERZONALE SAMENWERKING 98 1 Algemeen 98 2 Evaluatie Evaluatie vanuit de praktijk Evaluatieverslag van de commissie ter begeleiding van de politiehervorming op lokaal niveau 100 AFDELING 4: DE INFORMATIEHUISHOUDING Inleiding Krachtlijnen van de wettelijke regeling Principe De Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) Controleorgaan politionele informatie De Arrondissementele Informatie Kruispunten (AIK) Algemeen 105 6

8 2.4.2 Functies Informaticasystemen Evaluatieverslag van de commissie ter begeleiding van de politiehervorming op lokaal niveau 110 AFDELING 5: HET VEILIGHEIDSBELEID Uitgangspunt Bestuurlijke plannen: Federaal Veiligheidsplan en het lokaal veiligheidsplan Politieplannen: Nationaal en Zonaal veiligheidsplan Nationaal veiligheidsplan Zonaal veiligheidsplan Het integrale karakter van de plannen Algemeen Horizontale en verticale integratie Inhoudelijke integratie Integratie via een politiebeleidscyclus Integratie door een gemeenschappelijk managementkader Huidige situatie Evaluatie 125 DEEL 3: BESLUIT 126 BIBLIOGRAFIE 130 BIJLAGE BIJLAGE

9 AFKORTINGENLIJST AI AIK ANG AOC BAC CALOG CSD Comité P DirCo DirJud FVP GDA Ger. W. KB NVP O.M. PK WGP WPA ZVP Algemene Inspectie Arrondissementeel Informatiekruispunt Algemene Nationale Gegevensbank Advies-en onderzoekscommissie Benoemings-en aanwijzingscommissie Administratief en logistiek personeel coördinatie- en steundienst Vast Comité van Toezicht op de politiediensten bestuurlijke directeur-coördinator gerechtelijke directeur Federaal Veiligheidsplan Gerechtelijke dienst van het arrondissement Gerechtelijk wetboek Koninklijk besluit Nationaal Veiligheidsplan Openbaar Ministerie Procureur des Konings Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus Wet op het politieambt Zonaal veiligheidsplan 8

10 INLEIDING De huidige vorming van de politie is een resultante van wetten en verslagen van onderzoekscommissies. Het was al een geruime tijd dat er problemen gekend waren betreffende de organisatie van politie en gerecht. Een aantal parlementaire onderzoekscommissies hebben zich gebogen over deze problematiek maar dit leidde niet altijd tot successen. Een echte doorbraak in deze problematiek kwam er na de ontsnapping van Dutroux die leidde tot de instelling van de Dutroux Commissie. Men besefte dat er nood was aan hervorming van politie en gerecht. Op basis van deze verslagen is men vervolgens gekomen tot het octopusakkoord die voorzag in enerzijds de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus 1 en anderzijds de wet van 22 december 1998 betreffende de verticale integratie van het openbaar ministerie, het federaal parket en de raad van de procureur des Konings 2. Daarnaast voorzag het akkoord ook in de oprichting van een Hoge Raad voor Justitie. Deze nieuwe wetgevingen brachten al dan niet de gewenste wijzigingen aan en leidde vervolgens al dan niet tot een succes. In dit werk zal ik mijn best doen een algemeen beeld te scheppen van de probleemstellingen en de oplossingen. Vervolgens zal ik nagaan hoever men vandaag staat met deze oplossingen en of die oplossingen wel succesvol zijn. Dit alles zal ik doen door mijn werk op te delen in 2 delen: het eerste deel zal een globaal zicht geven op de ontstaansgeschiedenis van het octopusakkoord, een tweede deel zal de uitgangspunten weergeven van het octopusakkoord met hun evolutie en evaluatie. 1 B.S. 5 januari B.S. 10 februari

11 DEEL 1: DE ONTSTAANSGESCHIEDENIS VAN HET OCTOPUSAKKOORD HOOFDSTUK 1: DE ORGANISATIE VAN DE POLITIE VOOR HET AKKOORD AFDELING 1: INLEIDING 1. Vroeger bestond de politie uit 3 luiken. De gemeentepolitie, de rijkswacht en de gerechtelijke politie. Alle 3 hadden ze eigen bevoegdheden. Daar de samenwerking tussen de 3 niet al te vlot verliep werd die driedeling bij de octopushervorming opgeheven. Hieronder zal ik een kort overzicht weergeven van de vroegere structuur om een beter overzicht te krijgen op de wijzigingen. AFDELING 2: Gemeentelijke politie 2. Deze is bevoegd per gemeente. De jaargids op de politiediensten vermeldt dat de politiediensten moeten toezien op de naleving van de wetten, de politieverordeningen, de openbare orde handhaven en hulp verlenen aan al wie in gevaar verkeert. Grote gemeenten hebben een eigen opsporingsdienst(od). De agenten die samen een politiekorps vormen staan onder het gezag van de burgemeester en tevens krijgen ze hun taken toebedeeld door een commissaris die aan het hoofd staat van het korps. AFDELING 3: Gerechtelijke politie 3. De gerechtelijke politie alias de gerechtelijke politie der parketten (GPP) kan niet op eigen initiatief optreden. Ze moet daartoe gemachtigd worden door de procureur des Konings of de onderzoeksrechter. De GPP is niet snel te herkennen daar ze veel in burger optreden. Ze valt onder het gezag van de minister van Justitie, maar in tegenstelling tot de rijkswacht en de gemeentelijke politie treedt ze slechts op nadat zich een misdaad, overtreding of wanbedrijf heeft voorgedaan (repressief) terwijl de rijkswacht en gemeentelijke politie eerder preventief optreden. 3 Hun belangrijkste taak vormt een sporenonderzoek. 3 Wet van 7 april 1919 houdende sommige statutaire bepalingen betreffende de gerechtelijke officieren en agenten bij de parketten, B.S. 12 april

12 AFDELING 4: DE RIJKSWACHT 4. In tegenstelling tot de gemeentelijke politie is de rijkswacht bevoegd voor het ganse grondgebied België. De rijkswacht is een openbare macht, gedeelte van het leger, ingesteld om de orde te doen handhaven en de wetten te doen naleven. In oorlogstijd zou de rijkswacht ook moeten deelnemen aan de verdediging van het grondgebied. De rijkswacht treedt op, op vordering van de minister van Binnenlandse Zaken of op eigen initiatief. De controle op de rijkswacht is quasi onbestaande. Normaal was er een controle voorzien doordat de inspecteur-generaal een rapport moest overzenden aan de ministers maar die rapporten werden niet overgemaakt. De rijkswacht beschikt over eigen budgetten waar er geen controle over wordt gehouden en beschikt tevens over een eigen tuchtsysteem waardoor alles intern wordt gehouden. De leden van de rijkswacht die deelnamen aan een onderzoek dienden al hun informatie bekend te maken aan de CBO (centraal bureau voor opsporingen) 5. Van deze driedelige structuur is vandaag nog weinig te merken. De politie heeft een hele geschiedenis achter de rug. Hierna worden de verschillende verslagen weergegeven die een belangrijke rol spelen in de hervorming van de politie. 11

13 HOOFDSTUK 2: DE BENDECOMMISSIE I ( 90) AFDELING 1: ONTSTAAN 6. Het was 2 februari 1988 wanneer de Vlaamse socialist Luc Van den Bossche een wetsvoorstel indiende die als volgt luidde: Voorstel tot instelling van een onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar het bestaan van een of meerdere groeperingen die er op gericht zijn onze democratische instellingen te ontwrichten of de werking ervan te destabiliseren, de betrokkenheid van deze groeperingen bij recente zware misdaden, ondermeer bij deze toegeschreven aan de zogenaamde bende van Nijvel en de wijze waarop de onderzoeken naar deze misdaden worden uitgevoerd 4. Dit voorstel leidde tot een akkoord op 24 maart De onderzoekscommissie, die de naam bendecommissie kreeg, was dus geboren. Op 24 mei 1988 ging ze dan ook voor het eerst van start onder het voorzitterschap van André Bourgeois. Na een grote discussie met daaraan gepaard een aantal amendementen heeft men in art. 1 de opdracht van de commissie bepaald, nl.: er wordt een onderzoekscommissie opgericht met als opdracht de wijze te onderzoeken waarop in België de bestrijding van het banditisme en terrorisme gebeurt, na te gaan welke diensten bij deze bestrijding betrokken zijn, welke de bevoegdheden zijn van deze diensten en welke hun verantwoordelijkheden zijn, welke de wijze is waarop deze diensten informatie verzamelen, hoe deze diensten werken en hoe zij gestructureerd zijn, over welke middelen deze diensten beschikken en hoe de werking van deze diensten wordt gecoördineerd. 5 AFDELING 2: VASTSTELLINGEN 7. De concrete oorzaak voor dit wetsvoorstel was de bende van Nijvel. Deze is ondermeer bekend geraakt door gewapende overvallen, moorden, 6 Telkens ging het om dezelfde 4 Voorstel tot instelling van een onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de wijze waarop de bestrijding van het banditisme en het terrorisme georganiseerd wordt, Parl. St. Kamer 1988, nr. 59/1. 5 Voorstel tot instelling van een onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de wijze waarop de bestrijding van het banditisme en het terrorisme georganiseerd wordt, Parl. St. Kamer 1988, nr. 59/

14 bende, maar niets kon hen tegenhouden. De commissie vroeg zich dan ook af waarom men die bende van Nijvel niet kon tegenhouden. Ze concludeerde tot een waslijst van factoren 7 : Het wantrouwen tussen enerzijds de onderzoekers onderling en anderzijds tussen de onderzoekers en magistraten. Er waren magistraten of onderzoekers die een verband hadden met de misdaden en daardoor ontstond er een wantrouwen dat sommige onderzoekers of magistraten bepaalde zaken wilden toedekken; Het wantrouwen binnen het korps zelf; Het gebrek aan middelen van de politie om de bende tegen te houden, m.n. het gebrek aan bewapening, voertuigen, communicatiemiddelen, degelijke opleiding, ; Het gebrek aan middelen voor een onderzoeksrechter. Ze hadden geen logistieke ondersteuning zoals informatica, telefax en vergaderruimte; Er was geen politiepermanentie waardoor de politie vaak onbeschikbaar was; Onvoldoende communicatie tussen de politiediensten (waardoor vaak politiediensten over informatie beschikten waar de andere politiediensten van niets wisten) en tevens een onvoldoende communicatie tussen politiediensten en gerecht; Politiediensten die eigen belang boven algemeen belang stelden waardoor de politiediensten vaak informatie verborgen hielden voor andere politiediensten om zelf de zaak te kunnen oplossen; De coördinatie die spaak liep doordat politiediensten vaak op eigen initiatief onderzoeksdaden stelden wanneer zij vonden dat het onderzoek niet de gewenste richting uitging terwijl dit een opdracht was voor magistraten. Dit leidde tot parallelle opsporingen en inwinnen van parallelle informatie die op zijn beurt leidde tot informatieverwarring; Geen duidelijke wettelijke regeling voor onderzoeksmethoden waardoor die methoden vaak faalden door voorbeeld het verliezen van bewijzen en doordat experten vaak amateurs waren; Geen eenheid van onderzoek; Er was een personeelstekort; Politie treedt enkel reactief op; 7 Verslag namens de onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de wijze waarop de bestrijding van het banditisme en het terrorisme wordt georganiseerd, Parl. St. Kamer 1988, 59/10. 13

15 Het oordeelkundige gebruik van informanten kan enerzijds het onderzoek wel verder helpen, maar anderzijds ook blokkeren omdat de informant anonimiteit kan eisen in ruil voor informatie zodat deze achteraf niet meer kan geverifieerd worden;, 8 De commissie is ertoe gekomen om in haar conclusies weer te geven dat een hele reeks van deze tekortkomingen te wijten zijn aan de afwezigheid van een geïntegreerd wetenschappelijk verantwoord beleid inzake misdaadbestrijding. Hiermee bedoelt men dat de regering nooit enig uitgewerkt beleid heeft gevoerd ten aanzien van de politiediensten. Het gevoerde beleid was fragmentarisch, m.a.w. er werden enkel maatregelen genomen naar aanleiding van bepaalde feiten. 9 Men kon de maatregelen dan beschouwen als maatregelen ter oplossing van een tijdelijk effect, om te voorkomen dat nog een ergere crisis van het gerechtelijk en politioneel apparaat zou losbarsten. 10 AFDELING 3 VOORSTELLEN 8. De bendecommissie is tot het besluit gekomen dat een herstructurering van de politiediensten zich opdringt. 11 Ze was van mening dat er vooral iets moest worden gedaan aan de rivaliteit tussen de politiekorpsen. Die rivaliteit was volgens hen te wijten aan 2 zaken: enerzijds aan een structureel en een persoonlijke component en anderzijds aan het feit dat een onderzoeksmagistraat een beroep doet op verschillende politiediensten en daarna informatie verschaft aan een politiedienst terwijl ze die informatie verborgen houden voor de andere diensten. De structurele kant van rivaliteit slaat op het feit dat de 3 diensten zeer uiteenlopend zijn, ze verschillen onderling van administratief en pecuniair statuut, werving en opleiding en werkterrein. Vanuit persoonlijk opzicht beschouwen de 8 Voor de hele lijst van factoren, zie C.FIJNAUT, Een kleine geschiedenis van de huidige organisatie van het politiewezen,antwerpen, Kluwer, 1995, Verslag namens de onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de wijze waarop de bestrijding van het banditisme en het terrorisme wordt georganiseerd, Parl. St. Kamer 1988, 59/10. Voor een samenvatting zie L.ARNOU, Strafrechtspleging voor de 21 ste eeuw. Beknopt overzicht van de inhoud en de beleidsvoorstellen van de bendecommissie, R.W , L.ARNOU, Strafrechtspleging voor de 21 ste eeuw. Beknopt overzicht van de inhoud en de beleidsvoorstellen van de bendecommissie, R.W , Ibid. 11 Verslag namens de onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de wijze waarop de bestrijding van het banditisme en het terrorisme wordt georganiseerd, Parl. St. Kamer 1988, 59/8, 59/9 en 59/10. 14

16 verschillende diensten elkaar als minderwaardig. Om deze problematiek tegemoet te komen wilde de commissie dat de politiediensten meer proactief gingen optreden. Om een proactief optreden mogelijk te maken stelde de commissie voor om de administratieve en gerechtelijke taken van de politiediensten territoriaal te organiseren op het niveau van de gerechtelijke arrondissementen. Het administratieve werk zou gebeuren onder leiding van een arrondissementscommissaris en het gerechtelijke werk onder leiding van de PK. In elk gerechtelijk arrondissement zou er een Arrondissementeel comité voor politiebestuur en een Provinciaal comité voor politiebestuur worden opgericht. Het arrondissementeel comité zou de samenwerking tussen de onderscheiden diensten moeten verzekeren en het Provinciaal comité zou moeten instaan voor het politiebestuur op provinciaal niveau. Daarnaast had men nog een hele reeks van voorstellen 12 : Men wou ook een veiligheidscomité realiseren die als overlegforum zou functioneren tussen de bevolking, het gerecht en de politie; Op het vlak van de begroting zou men deze niet meer per korps willen doen maar eerder op een functionele wijze. Men zou voorbeeld geen rijkswachtbegroting meer willen maar wel een begroting ordehandhaving die voor de onderscheiden politiediensten geldt; Demilitariseren van de rijkswacht omdat men meent dat het militaire karakter van de rijkswacht een rem vormt bij het gerechtelijke werk; Een nationale beleidsformulering zodat de arrondissementele en provinciale comités hier hun beleid op kunnen afstemmen; Een herverdeling van de taken zou ook een oplossing moeten zijn om veel conflicten te voorkomen; Een extern controleorgaan voor een toezicht op alle politieambtenaren; Een hervorming van de opleiding van politiemensen omdat ze vond dat de opleiding van de rijkswacht veel te veel gericht is op ordehandhaving en de opleiding van de gemeentepolitie te kort, te eenvoudig en te weinig gestructureerd is en die van de gerechtelijke politie onvoldoende is; Een wettelijke basis voor onderzoekstechnieken; 12 Verslag namens de onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de wijze waarop de bestrijding van het banditisme en het terrorisme wordt georganiseerd, Parl. St. Kamer 1988, 59/8, 59/9 en 59/10. 15

17 Het oprichten van een wetenschappelijke politie waarbij de leden van de politie wetenschapsmensen zijn en geen politiemensen; Eens werk maken van een Nationaal Instituut voor Criminalistiek 13 die moet functioneren als een nationale ondersteuningsdienst. Hun taak zou er in bestaan om logistieke steun te geven aan de wetenschappelijke politie, het centraliseren van de gegevens en het voorlichten van de minister van Justitie bij het uitwerken van zijn beleid; Een wettelijke regeling van de taakomschrijving en de bevoegdheidsafbakening van de Staatsveiligheid met een dwingende gedragscode waarin staat hoe de leden van de Staatsveiligheid mededelingen kunnen doen aan de gerechtelijke instanties; Een wettelijke basis voor het opsporingsonderzoek; Men wil een stageperiode opleggen voor onderzoeksmagistraten. Dit wil men omdat de onderzoeksrechter voortdurend op de hoogte moet zijn van alles wat er gebeurt en omdat hij de persoon is die moet beslissen wat, hoe en wanneer moet worden onderzocht. Tevens wil men de onderzoeksrechter voorzien van een infrastructuur en logistieke steun. De onderzoeksrechters hebben een dubbele hoedanigheid van officier van de gerechtelijke politie en zittend magistraat. Men staat dus voor bepaalde taken onder het hierarchische gezag van de procureur-generaal met als gevolg dat zijn onafhankelijkheid in het gedrang komt. Dit wil men oplossen door zijn hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie te ontnemen en hem te laten functioneren als een rechter van het onderzoek doordat hij de leiding zou hebben over bepaalde dossiers en dat hij de wettigheid van een onderzoek zou kunnen controleren. De invoering van nationale magistraten. Dit is ingegeven om een oplossing te bieden voor een efficiënt onderzoek naar misdaden. Zo een efficiënt onderzoek was tot voor kort niet mogelijk omdat de territoriale bevoegdheid van één onderzoeksmagistraat beperkt was tot één gerechtelijk arrondissement en zelfs tot één rechtsgebied. Die nationale magistraat zal dus voor de coördinatie moeten instaan van het onderzoek over het hele Belgische grondgebied. 13 In 1971 werd een NIC al opgericht bij K.B. van 5 november 1971 (B.S., 10 november 1971) maar dit K.B. is echter nooit uitgevoerd. 16

18 HOOFDSTUK 3: PINKSTERPLAN I ( 90) TIJDENS DE REGERING MARTENS AFDELING 1: ALGEMEEN 9. De bendecommissie heeft een hele reeks gebreken aangegeven. Het spreekt voor zich dat deze vaststellingen niet konden genegeerd worden. Daarom is de regering Martens in 1990 er zich bewust van geworden dat ze zal moeten ingrijpen en haar optreden zal moeten versterken. De regering publiceerde een regeringsmededeling die de naam pinksterplan kreeg 14. AFDELING 2: VOORSTELLEN 10. Het pinksterplan voorzag in een hele reeks voorstellen 15 : Coördinatie van het politiebeleid: de bendecommissie had er al op gewezen dat de taakverdeling tussen de politiediensten geen echt groot succes was. Er waren vaak taakoverlappingen die zorgden voor een onderlinge concurrentie tussen de politiediensten. Opdat men de misdaadbestrijding en de openbare veiligheid wil verzekeren stelde men voor om een globaal en samenhangend politiebeleid te organiseren. Bij de ontwikkeling van dit globaal beleid diende men rekening te houden met de scheiding der machten. Opdat er een overleg zou plaatsvinden tussen de bestuurlijke overheden (de burgemeester), het O.M. (de PK) en de 3 grote politiediensten wou men een vijfhoeksoverleg inrichten. Dit overleg zou moeten meewerken tot de vorming van een globaal politiebeleid. Bij het plan stelt men dat dit vijfhoeksoverleg ingevoerd zou moeten worden bij wet op de politiefunctie (zoals voorzien in dit plan). In afwachting van die wet zal dit overleg geregeld worden bij omzendbrief van de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie. Wet op de politiefunctie: de regering deelde met dit pinksterplan mee dat ze nog net voor het einde van het jaar een ontwerp van een algemene wet op de politiefunctie zou 14 C. FIJNAUT en K. LAUWAERT., Het Belgische politiewezen; wetgeving, beleid, literatuur, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen, 1995, Ibid. 17

19 indienen. Die wet zal moeten dienen als wettelijke basis voor enerzijds de overlegstructuren tussen de bestuurlijke overheden, het openbaar ministerie en de politiediensten en anderzijds voor de bevoegdheden van de politieambtenaren van de verschillende politiediensten op een duidelijke en éénvormige wijze in een wet vast te leggen. Modernisering en professionalisering van de gemeentepolitie: men zal dit doen door het verbeteren van de opleiding, de aanwerving, de organisatie en de uitrusting. Men wil de functie van gemeentepolitie herwaarderen. De rijkswacht: men zal de opdrachten van de rijkswacht herdefiniëren. Deze herdefiniëring leidt ertoe dat men de rijkswacht zal demilitariseren, wat impliceert dat er een overheveling plaatsvindt van het beheer van de minister van landsverdediging naar de minister van Binnenlandse zaken onder de gelijktijdige verlening van een zeker medebeheer over het korps aan de minister van justitie. Hierdoor worden de 2 grote politiediensten, de gemeentepolitie en de rijkswacht, onder het algemene beheer en verantwoordelijkheid van éénzelfde minister gebracht waardoor hun werking en hun opdrachten veel beter kan worden gecoördineerd. De gerechtelijke politie: de gerechtelijke politie zal zijn arrondissementele organisatie behouden onder leiding van de PK. De inspecteur-generaal van de gerechtelijke politie zal ressorteren onder de controlebevoegdheid van de minister van Justitie. Een herziening van het statuut van het personeel van de gerechtelijke politie zal zich opdringen om te beantwoorden aan de complexiteit van het opsporen van overtredingen, m.n. de selectie- en wervingscriteria, de opleiding en het tuchtstatuut. Gemeenschappelijke diensten: om tegemoet te komen aan de communicatieproblemen tussen de politiediensten wil men één dienst oprichten die alle noodzakelijke gegevens bevat die door de 3 politiediensten kunnen worden geconsulteerd. Administratief en geldelijk statuut harmoniseren van de onderscheiden politiekorpsen: dit zou een stimulans zijn voor de politiediensten om meer gecoördineerd te functioneren. Het instellen van een Nationaal Instituut voor Criminalistiek: d.i. een instituut die een belangrijke rol zal spelen bij het voeren van onderzoeken voor wetenschappelijke politie. Uitvaardigen van een speciale wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. 18

20 De duur van de verantwoordelijkheden van de procureurs-generaal bij de hoven van beroep beperken tot 10 jaar en die van de hoge ambtenaren te beperken tot 5 jaar. Oprichting van een parlementaire politiecommissie die als controleorgaan zou functioneren. Een commissie installeren die zich moet bezighouden met de herziening van het wetboek van strafvordering. Het pinksterplan had hier als doelstelling voor ogen om een grotere autonomie aan de onderzoeksrechter te garanderen t.o.v. het O.M. en om de rechten van verdediging te vrijwaren. 11. De regering Martens VIII en minister van Binnenlandse zaken L. Tobback zorgden voor een snelle uitvoering van het pinksterplan. Niet alle beoogde maatregelen werden uitgevoerd maar toch een zéér groot deel ervan, o.m.: modernisering van de gemeentepolitie, de demilitarisering van de rijkswacht, de parlementaire controle op de politie-en inlichtingendiensten en de sanering van het particuliere politiewezen ( zie infra). 19

21 HOOFDSTUK 4: HET PINKSTERPLAN II ( 92) TIJDENS DE REGERING DEHAENE I 12. De regering DeHaene I had een eigen beleidsplan op 19 juni 1992 die de naam pinksterplan II kreeg. 16 Dit plan werd dan beschouwd als een verdere uitvoering van het pinksterplan I. Het pinksterplan II moest men wel echter niet beschouwen als enkel een uitvoering van wat nog niet was verwezenlijkt maar ook als een plan om nog meer moderniseringen door te voeren o.a.: modernisering van de infrastructuur, telecommunicatie, informatica, luchtsteun van de politiediensten, gedeeltelijke harmonisering van hun opleidingsprogramma s, invoering minimale veiligheidsverplichtingen voor de gemeenten, uitwerking systeem van veiligheidscontracten, versterking van het preventieve beleid ten aanzien van kleine criminaliteit, uitbouw van slachtofferhulp op het niveau van politiediensten en parketten en de beperking van de administratieve werklast voor de politiediensten. 13. Het overgrote deel van het pinksterplan vond dan ook zijn weerslag in wetgeving en werd volop uitgevoerd in de zomer van Een bewijs daarvan is dat de minister van Binnenlandse zaken het complementariteitprincipe los liet. 17 Dit betekent dat de rijkswacht naast de gemeentepolitie op hetzelfde territorium zou worden belast met de uitvoering van dezelfde politietaken. Dit zorgde er wel voor dat er onrust begon te heersen bij de gemeentepolitie want zij vreesde dat door deze maatregelen zij geen bestaan meer zouden hebben en zo zouden opgaan in de rijkswacht. Die vrees werd nog eens aangescherpt wanneer de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken dit bewind wou verder zetten en daarbij ook nog eens interpolitiezones wou oprichten waar een samenwerking tussen gemeentepolitie en rijkswacht werd vooropgesteld. Ondanks het protest van de gemeentepolitie werden die interpolitiezones toch realiteit in december Die beleidswijziging riep net zoals bij het rapport van de bendecommissie als bij het pinksterplan I de vraag op of men niet beter tot een volledige reorganisatie van het 16 FIJNAUT, C. en LAUWAERT, K., Het Belgische politiewezen : wetgeving, beleid, literatuur, Antwerpen, Kluwer rechtswetenschappen, 1995, p Bijdrage van C. FIJNAUT, Tien jaar (discussie over de ) reorganisatie van het politiewezen, in C. FIJNAUT, B. DE RUYVER EN F. GOOSSENS, De reorganisatie van het politiewezen, Leuven, Universitaire Pers, 1999, Ibid. 20

22 politiewezen zou overgaan. In tegenstelling tot Bendecommissie I en pinksterplan I heeft die vraag ook betrekking op de verhouding rijkswacht en gemeentelijke politie en niet alleen op de verhouding rijkswacht en gerechtelijke politie. 19 HOOFDSTUK 5: HET MEERJARENPLAN 15. Het pinksterplan kreeg op het vlak van politie zijn uitwerking door de minister van binnenlandse zaken. De minister van justitie nam het echter niet zo nauw met de uitvoering van het pinksterplan, daarom werd op 14 juni 1993 het meerjarenprogramma voor justitie afgekondigd. 20 De toenmalige minister van justitie was M. Wathelet. Het negeren van de implementatie van het pinksterplan had ondermeer tot gevolg dat de positie van de gerechtelijke politie binnen het politielandschap maar zwak was. Het pinksterplan voorzag dat de gerechtelijke politie een politiekorps zou worden die beantwoordt aan het principe van eenheid van gezag en leiding. Zowel de rijkswacht als andere middelgrote korpsen ondergingen een transformatie wat ervoor zorgde dat ze meer werden aangepast aan maatschappelijke noden. Een transformatie van het gerecht bleef echter uit. Deze ongelijke ontwikkelingen hebben tot gevolg dat het spanningsveld nog meer werd verhoogd. Met het meerjarenplan wou men dus een einde stellen aan deze ongelijke ontwikkelingen. Dit plan had betrekking op de jaren en bouwde voort op het pinksterplan van Het plan bestond uit drie delen: justitie, veiligheid en een bouwprogramma. 16. Op 7 oktober 1997 werd een nieuw meerjarenplan goedgekeurd die betrekking heeft op de periode Dit nieuwe plan kwam er omdat de regering haar inspanning ten behoeve van justitie en veiligheid wou actualiseren. Het plan handelde eveneens over 19 Bijdrage van C. FIJNAUT, Tien jaar (discussie over de ) reorganisatie van het politiewezen, in C. FIJNAUT, B. DE RUYVER EN F.GOOSSENS, De reorganisatie van het politiewezen,leuven, Universitaire pers Leuven, 1999, B. DE RUYVER, De reorganisatie van de reguliere politiediensten in het licht van de parlementaire onderzoekscommissies Dutroux en Bende van Nijvel,in C. FIJNAUT, B. DE RUYVER EN F.GOOSSENS, De reorganisatie van het politiewezen, Leuven, Universitaire pers Leuven, 1999, 44. Ministerie van justitie, Meerjarenprogramma voor justitie, 14 juni Ministerie van Justitie, Meerjarenprogramma voor justitie, 7 oktober

23 justitie, veiligheid en gebouwenbeleid, maar het verschil met de vorige plannen is dat men nu meer een justitie wil die dicht bij de bevolking staat en dat men justitie nieuwe verantwoordelijkheden wil geven. Met dit plan had men een aantal voorstellen voor ogen, m.n.: rechtshulp voor minvermogenden justitiehuizen para-justitiële diensten extra magistraten en middelen preventie- en veiligheidsbeleid op lokaal niveau stadswachten m.o.o. preventie bijkomend personeel en opleiding, HOOFDSTUK 6: DUTROUXCOMMISSIE 1996 AFDELING 1: BELEID REGERING DEHAENE II GEDURENDE DE DUTROUXCOMMISSIE De regering DeHaene II ziet geen probleem in het naast elkaar bestaan van 3 politiediensten. De vraag naar een mogelijke verdwijning van de opdeling doet zich dan ook niet voor. De regering DeHaene II streeft vooral naar een verhoogde specialisatie en versterkte coördinatie. Diezelfde regering wou ook de basisopleiding en het tuchtstatuut van de verschillende politiediensten harmoniseren. 23 Die beoogde verhoogde specialisatie impliceert 24 : een blijvende specialisering en coöperatie tussen de verschillende politiediensten en een betere verdeling van de taken; de voorzetting van het onderzoek van het voorontwerp van de wet op de gerechtelijke politie m.o.o. op een spoedige indiening ervan op het parlement; 22 C. FIJNAUT, Tien jaar (discussie over de ) reorganisatie van het politiewezen, in C. FIJNAUT, B. DE RUYVER EN F.GOOSSENS, De reorganisatie van het politiewezen,leuven, Universitaire pers Leuven, 1999, C. FIJNAUT EN K. LAUWAERT, Het Belgische politiewezen; wetgeving, beleid, literatuur, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen, 1995, C. FIJNAUT, Tien jaar (discussie over de ) reorganisatie van het politiewezen, in C. FIJNAUT, B. DE RUYVER EN F.GOOSSENS, De reorganisatie van het politiewezen,leuven, Universitaire pers Leuven, 1999,21. 22

24 de wet op de inlichtingen - en veiligheidsdienst uitwerken; Evaluatie van de werking en de wetgeving van de toezichtcomités op de politie- en inlichtingendiensten. Het tweede streefdoel, nl. de versterkte coördinatie impliceert 25 : versterking van de algemene politiesteundienst indeling van het grondgebied per provincie in interpolitiezones. Dit is een geografische zone waarbinnen de verschillende politiediensten samen de politiezorg verzekeren. intensivering van het vijfhoeksoverleg 26 : deze instelling was voorzien in art. 10 Wet op het politieambt. Dit moest een orgaan worden van dialoog, afstemming en coördinatie van de gevoerde gerechtelijke en bestuurlijke politieken. Het doel hiervan is te komen tot een geïntegreerd veiligheidsbeleid waarbij het criminele beleid exclusief bleef behoren tot het domein van de gerechtelijke overheden en het bestuurlijke beleid tot dat van de bestuurlijke overheden maar waarbij ze moesten trachten hun inspanning te coördineren in de verschillende veiligheidsdomeinen. uitbreiding van de bevoegdheden van de burgemeester Het politiebeleid van de regering Dehaene was niet bijzonder succesvol. Een jaar later waren nog maar enkele punten gerealiseerd. De zaak-dutroux die zich halverwege augustus 1996 bekend maakte zorgde ervoor dat het politiebeleid van de regering Dehaene II onder een enorme druk kwam te staan. De regering wou echter eerst weten wat er verkeerd was gelopen tijdens de zaak. Hiervoor richtte de minister van justitie een verzoek naar de commandant van de rijkswacht, de procureur-generaal bij de hoven van beroep te Luik en Gent en tevens naar de procureur-generaal van het hof van cassatie. Het vast comité van toezicht op de politiediensten werd eveneens gevraagd een rapport te maken over de kwaliteit van het onderzoeken sedert de verdwijning van de meisjes. De rapporten waren 25 C. FIJNAUT, Tien jaar (discussie over de ) reorganisatie van het politiewezen, in C. FIJNAUT, B. DE RUYVER EN F.GOOSSENS, De reorganisatie van het politiewezen,leuven, Universitaire pers Leuven, 1999, In een IPZ bepalen de burgemeester, de procureur des Konings en de drie politiediensten samen het beleid. Die samenwerking tussen die 5 partners wordt het vijfhoeksoverleg genaamd. 27 Regeringsverklaring uitgesproken voor het Parlement op 28 juni 1995 door de Eerste Minister, de heer Jean- Luc Dehaene, en de krachtlijnen voor het federaal regeringsprogramma, Brussel, B.S.,

25 niet zo invloedrijk want ze gaven nauwelijks antwoord op de gerezen vragen uit de media en tevens legden de verschillende rapporten de verantwoordelijkheid bij andere entiteiten. 28 De rapporten hebben geleid tot stevige discussies en op 17 oktober 1996 werd door de kamer het verzoek om een parlementaire onderzoekscommissie in te stellen aangenomen. Die parlementaire onderzoekscommissie ging zich dan alleen buigen over de kwaliteit van het onderzoek door de politie en justitie in de zaak-dutroux. AFDELING 2: DUTROUXCOMMISSIE 1 Maatregelen genomen tijdens het onderzoek van de commissie 19. Die onderzoekscommissie ging al zeer snel van start onder het voorzitterschap van M. Verwilghen. De reden hiervoor was dat de regering besefte dat er nood was aan hervormingen van het politiebeleid. In afwachting van het rapport nam de regering al een aantal maatregelen op korte en lange termijn. De maatregelen op korte termijn zijn de volgende 29 : In juli 1996 was er een akkoord bereikt omtrent de samenwerking tussen de verschillende politiediensten. Dit was een akkoord tussen de minister van Justitie met het college van de procureurs-generaal en de politiechefs die heel wat tegenkantingen kreeg van de gerechtelijke politie. Vele leden van de gerechtelijke politie waren van mening dat dit het einde betekende van hun functie. Dit akkoord wilde de regering, ondanks de tegenkantingen, omzetten in een richtlijn. De enquêtedienst van het hoog comité van toezicht zou met de nodige spoed worden overgeheveld naar de gerechtelijke politie. De algemene politieopdrachten van de luchtvaart-, de zeevaart- en de spoorwegpolitie zouden, samen met de daartoe vereiste personeel en middelen, worden opgenomen in de rijkswacht. Een uitbreiding van de bevoegdheden van de algemene politiesteundienst. 28 C. FIJNAUT, Tien jaar (discussie over de ) reorganisatie van het politiewezen, C. FIJNAUT, B. DE RUYVER EN F.GOOSSENS, De reorganisatie van het politiewezen,leuven, Universitaire pers Leuven, 1999, Minsterraad, Conclaaf justitie, 6 december

26 Een vergroting van de coördinatie tussen de uitvoering van de federale taken en die van de lokale taken van de rijkswacht. het project Astrid-communicatie zou worden uitgebouwd tot een gemeenschappelijk platform voor alle politie- en hulpdiensten. 30 De regering ondernam eveneens een aantal lange termijn maatregelen 31 : Er zou een commissie voor een efficiënter politiestructuur worden ingesteld die in april 1997 een tussentijdsrapport en voor 1 juni 1997 een eindrapport aan de regering moest voorleggen. Dit rapport moest de mogelijkheden weergeven voor een modernisering van de federale politiediensten. Terwijl moest die commissie ook de kosten en baten bepalen en eveneens de uitvoering ervan plannen. Een aanpassing van de structuur van het O.M. m.o.o. het verbeteren van de relatie tussen magistratuur en politie. Een versterking van het externe toezicht op de politiediensten d.m.v. een herziening van de toepasselijke wet. Modernisering van de gemeentepolitie. Dit door een verbetering van de opleiding, de selectie van de korpschefs en de vergroting van het gezag van de burgemeesters. 2 Vaststellingen Dutrouxcommissie 20. De opmerkingen van de Dutrouxcommissie zijn dezelfde als de opmerkingen tijdens de vorige parlementaire onderzoeken maar hier worden ze wat aangescherpt. Het beleid van de regering werd overigens samen gevat in een nota: de zaak Dutroux en consorten: acties van de regering. 32 Het was nog maar april 1997 en de Dutroux-commissie had al zijn eerste rapport uitgebracht. De vaststellingen in dit rapport werden al snel beschouwd als parameters waaraan het toen geldende beleid van de regering moest worden getoetst. 33 Op 30 C. FIJNAUT, Tien jaar (discussie over de ) reorganisatie van het politiewezen, in C. FIJNAUT, B. DE RUYVER EN F.GOOSSENS, De reorganisatie van het politiewezen,leuven, Universitaire pers Leuven, 1999, Ibid. 32 S. DE CLERCK, De zaak Dutroux & consoorten: acties van de regering, Brussel, Verslag namens de onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de wijze waarop het onderzoek door politie en gerecht werd gevoerd in de zaak "Dutroux-Nihoul" en consorten, Parl. St. Kamer , nr. 713/6. 25

27 16 februari heeft deze commissie nog een aanvullend verslag toegevoegd 34. Uit deze verslagen volgt dat ze een aantal veranderingen willen doorvoeren. Enerzijds wil men bij de politie de taakverdeling beter regelen, een geïntegreerde politiedienst installeren door van 3 politiediensten 1 politiestructuur te maken gestructureerd op twee niveaus (federaal en lokaal), de opsporingsmethoden wettelijk regelen met inbegrip van een wettelijke regeling voor informanten en de NIC en tenslotte wil men de politiediensten laten beantwoorden aan een aantal basisbeginselen (een geïntegreerde politiezorg; gezagsafhankelijkheid ten opzichte van bestuurlijke en justitiële autoriteiten; controleerbaarheid; een duidelijk legaal kader; een legitiem handelen; verantwoordelijkheid; decentralisatie). Anderzijds wil men op gerechtelijk vlak een duidelijk strafrechtelijk beleid, een uitbreiding van het college van procureurs-generaal onder leiding van de minister van Justitie, een responsabilisering van de korpschef, de oprichting van een federaal parket, een overleg door een horizontale en verticale integratie van het speurwerk, meer middelen, de juiste man op de juiste plaats benoemen, controle, wegwerken gerechtelijke achterstand, betere informatie-uitwisseling tussen de parketten, herdefiniëring taak procureur-generaal en korpschef, relatie politie/ gerecht herstellen en een territoriale uitbreiding van de bevoegdheden van de onderzoeksrechter. Bij de parketten en politiediensten dient er volgens de commissie ook meer oog te zijn voor slachtofferhulp. Dit wilden ze doen door: aan slachtofferhulp een wettelijke basis te geven, bij verdachte verdwijningen een advocaat toe te wijzen aan de slachtoffers, een recht op inzage te geven in het dossier ten einde vast te stellen hoe ver het onderzoek staat, een blijvende aandacht te geven aan de slachtoffers en tenslotte door rekening te houden met wat de slachtoffers echt willen. 21. Dat de commissie onmiddellijk wou overgaan tot de structurele hervorming betekende een ware ramp voor de regering Dehaene II. De commissie was van mening dat de 3 onderscheiden politiediensten geïntegreerd moesten worden in 1 enkele structuur op 2 niveaus: het federale en het lokale. Hoe die beide niveaus er moesten uitzien werd niet meegedeeld. 35 Enkel een aantal aanwijzingen werden gegeven. 34 Aanvullend verslag van de onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de wijze waarop het onderzoek door politie en gerecht werd gevoerd in de zaak "Dutroux-Nihoul" en consorten, Parl. St. Kamer , nr. 713/8. 35 C. FIJNAUT, Tien jaar (discussie over de ) reorganisatie van het politiewezen, in C. FIJNAUT, B. DE RUYVER EN F.GOOSSENS, De reorganisatie van het politiewezen,leuven, Universitaire pers Leuven, 1999,

28 De voorstellen van de commissie hadden een grote invloed. Dit impliceerde dan ook dat de toenmalige regering die voorstellen niet naast zich neer kon leggen. Ze herformuleerde als het ware de gedane maatregelen. De commissie kwam dan tot een eindrapport waarin zij meende dat ze een geïntegreerde politiedienst tot stand zouden brengen door op lokaal niveau interpolitiezones op te richten van een 3 à 4 gemeenten en door op federaal niveau een aantal ondersteunende en uitvoerende entiteiten samen te brengen. De commissie meende ook dat er op arrondissementeel niveau een aantal recherche-eenheden zouden moeten komen die een zekere specialisatie hebben. Over de echte takenverdeling op de onderdelen van de verschillende niveaus en het uitwerken van een ontwerp van een nieuw politiebestel werd in alle talen gezwegen De commissie voor een Efficiëntere politiestructuur, Eindrapport, Brussel,

29 HOOFDSTUK 7: VAN DUTROUXCOMMISSIE NAAR EEN OCTOPUSAKKOORD AFDELING 1: KLEINE BIJDRAGE VAN DE SENAATSCOMMISSIE GEORGANISEERDE CRIMINALITEIT 37 1 Ontstaan 22. Het was 6 mei 1996 toen een voorstel werd ingediend om een parlementaire commissie van onderzoek naar georganiseerde criminaliteit in België op te richten. 38 Er werden 3 redenen opgesomd waarom ze zo een commissie wilden 39 : de noodzakelijkheid van een onderzoek om de draagwijdte van het probleem van georganiseerde criminaliteit in België beter te kunnen inschatten; de noodzakelijkheid van een onderzoek naar de rechtmatigheid van de door de politie en justitie aangewende en aan te wenden opsporings-en bestrijdingsmethoden; de noodzakelijkheid van een nader onderzoek van nog andere aspecten van georganiseerde criminaliteit (vb: der verder professionalisering en specialisering van de diverse politiediensten). 2 Tussentijdse verslagen 23. De commissie heeft twee tussentijdse verslagen 40 uitgebracht. Het eerste had betrekking op de georganiseerde criminaliteit in het algemeen. Het tweede had een aanzienlijke invloed op de reorganisatie van het politiebestel en de organisatie van het openbaar ministerie (dit mede te wijten aan het feit dat het octopusoverleg dan ook in volle werking was). De commissie publiceerde dat zij niet de personen zijn die een debat moesten voeren over de hervorming van de politiediensten en het gerecht maar dat zij wel de instantie was die 37 C. FIJNAUT, De bijdrage van de senaatscommissie georganiseerde criminaliteit aan de discussie over de reorganisatie van het politiewezen, in C. FIJNAUT, B. DE RUYVER EN F.GOOSSENS, De reorganisatie van het politiewezen,leuven, Universitaire pers Leuven, 1999, Voorstel tot instelling van een parlementaire commissie van onderzoek naar de georganiseerde criminaliteit in België, Parl. St. Senaat , nr /1. 39 Ibid. 40 Eerste tussentijds verlag over het begrip georganiseerde criminaliteit, Parl. St. Senaat , nr /7. 28

30 aanbevelingen kon geven of vaststellingen kon doen omtrent de toen bestaande situatie van politie en gerecht en hoe ze de georganiseerde criminaliteit beter zouden kunnen tegengaan De commissie stelde dat de rijkswacht het best geplaatst was om de georganiseerde criminaliteit te bestrijden. De gerechtelijke politie was volgens de commissie heel wat minder geplaatst om de georganiseerde criminaliteit te bestrijden. De gemeentepolitie daarentegen werd door de commissie gezien als een bron van informatie voor de gerechtelijke politie en heeft volgens de commissie dan ook een goede reden voor verder bestaan. De commissie is tevens van mening dat er 2 nieuwe instanties dienen te worden opgericht, m.n. een steundienst en een operationele dienst. 42 De steundienst zou enerzijds moeten gecontroleerd worden door de magistratuur en anderzijds nauw moeten samenwerken met de andere politiediensten maar zelf geen operationele taken uitvoeren. Dit stuitte op tegenstand van de minister van Justitie en de commandant van de rijkswacht. De bedoeling is hier dat er een databank komt die alle misdaden betreffende georganiseerde misdaad bevatten en zo door alle politiediensten kunnen geraadpleegd worden. De operationele dienst zou een dienst moeten worden die onafhankelijk van de politiekorpsen werkt. De commissie komt tevens tot besluit dat alle operationele diensten moeten meewerken aan het verzamelen van informatie, maar dat de bijzondere opsporingsmethoden moeten voorbehouden blijven aan een nationale dienst, die verantwoordelijk is voor de toepassing ervan. De reden voor de toewijzing aan één nationale dienst is dat dit enerzijds de zaken vereenvoudigen en anderzijds het risico gaan beperken dat misdaadorganisaties de politiediensten infiltreren. 43 Vervolgens willen ze het wettelijke kader van de internationale politiesamenwerking transparanter en beter controleerbaar maken. 41 Tweede tussentijds verslag over het begrip georganiseerde criminaliteit, Parl. St.Senaat , nr /8. 42 Ibid. 43 Ibid. 29

31 3 Eindverslag 25. Het eindverslag kon men bezien als een bundeling van de 2 tussentijdse verslagen. 44 Er waren wel een aantal nieuwe elementen o.m. de stukken over de georganiseerde criminaliteit in België en over het internationale kader van de justitiële bestrijding van deze criminaliteit. Als voorbeeld van de toen bestaande problematiek kon men vinden in de diamantensector. De commissie vindt dat er een gespecialiseerde fiscale opsporingsdienst zou moeten worden opgericht. Dit komt door de omstandigheid dat in de diamantensector vaak fraude gepleegd wordt. Deze fraude wou men dan als een georganiseerde criminaliteit zien hoewel nog niet bewezen is dat die soort fraude eronder valt. Dat dit nog niet bewezen was, was te wijten aan het feit dat men over te weinig gegevens beschikte. 45 De commissie wilde naar aanleiding van de gerezen problemen 46 een nadere samenwerking tussen de inspectiediensten, de reguliere politiediensten en de magistratuur. Ze wilden dat er informatie werd uitgewisseld tussen de verschillende diensten die een betere opsporing mogelijk maakte. AFDELING 2 DE BENDECOMMISSIE II Op 13 mei 1996 hebben de heer Landuyt, mevrouwde T'Serclaes, de heren Van Parys, Duquesne, Bourgeois en Deleuze een voorstel tot oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie belast met een onderzoek naar de noodzakelijke aanpassingen van de organisatie en de werking van het politie- en justitiewezen op basis van de moeilijkheden die gerezen zijn bij het onderzoek naar de Bende van Nijvel ingediend 48. Een aantal dodelijke 44 Eindverslag parlementaire commissie belast met het onderzoek naar de georganiseerde criminaliteit in België, Parl. St. Senaat , nr /9. 45 C. FIJNAUT, De bijdrage van de senaatscommissie georganiseerde criminaliteit aan de discussie over de reorganisatie van het politiewezen, in C. FIJNAUT, B. DE RUYVER EN F.GOOSSENS, De reorganisatie van het politiewezen,leuven, Universitaire pers Leuven, 1999, Te weinig samenwerking tussen de politiediensten, de moeilijkheid om informatie uit te wisselen tussen politiediensten, 47 Voorstel tot oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de problemen rond de bestrijding van illegaal hormonengebruik in de landbouwsector en met het voorstellen van beleidsmaatregelen in de brede zin ter zake Parl. St. Kamer , nr. 537/7 e.v. 30

HANDBOEK POLITIEORGANISATIE INHOUD. Inleiding 7

HANDBOEK POLITIEORGANISATIE INHOUD. Inleiding 7 INHOUD Inleiding 7 Hoofdstuk 1 Historisch-politiek perspectief 9 Evolutie van het Belgisch politiebestel sinds 1830: invloed van het Franse model en eerste belangrijke ontwikkelingen van de gendarmerie

Nadere informatie

DE REORGANIS ATIE VAN HET POLITIEWEZEN. Cyrille Fijnaut, Brice De Ruyver en Franky Goossens (red.)

DE REORGANIS ATIE VAN HET POLITIEWEZEN. Cyrille Fijnaut, Brice De Ruyver en Franky Goossens (red.) DE REORGANIS ATIE VAN HET POLITIEWEZEN Cyrille Fijnaut, Brice De Ruyver en Franky Goossens (red.) Universitaire Pers Leuven 1999 INHOUDSOPGAVE Woord vooraf 5 Inhoud 7 Cyrille Fijnaut TIEN JAAR (DISCUSSIE

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE INLEIDING De HRJ heeft een drievoudige opdracht die sinds 2 augustus 2000 effectief uitgeoefend wordt: Een bepalende rol spelen in het benoemingsbeleid bij de magistratuur, op

Nadere informatie

Het historisch dunne vernis van de gemeentelijke autonomie

Het historisch dunne vernis van de gemeentelijke autonomie Het historisch dunne vernis van de gemeentelijke autonomie Prof. dr. Elke Devroe Universiteit Leiden 1 Introductie Actueel: Roep naar grotere zones Historische reminder Belang van de gemeentelijke autonomie

Nadere informatie

MECHANISMEN EN ORGANEN VAN INTERNE EN EXTERNE CONTROLE OP DE POLITIE

MECHANISMEN EN ORGANEN VAN INTERNE EN EXTERNE CONTROLE OP DE POLITIE Inzake de toegang tot www.poldoc.be kan worden verwezen naar het Infonieuws Nr. 1719 van 19 oktober 2006 met als titel: " PolDoc, de documentaire site van de politie, voor iedereen toegankelijk op internet!

Nadere informatie

Politie en parlementaire controle in België en Nederland De stille kracht van de parlementaire democratie

Politie en parlementaire controle in België en Nederland De stille kracht van de parlementaire democratie C a h i e r s P o l i t i e s t u d i e s J a a r g a n Politie en parlementaire controle in België en Nederland De stille kracht van de parlementaire democratie Paul Ponsaers & Elke Devroe 1. De parlementaire

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Woord vooraf Inleiding 13

Inhoudsopgave. Woord vooraf Inleiding 13 Woord vooraf 11 1 Inleiding 13 1.1 De schaalgrootte van de lokale politiezones: vraagstuk tijdens de politiehervorming 13 1.2 De schaalgrootte van de lokale politiezones: vraagstuk na de politiehervorming

Nadere informatie

Omzendbrief nr. COL 3/2001 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep

Omzendbrief nr. COL 3/2001 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL Brussel, 6 maart 2001. Omzendbrief nr. COL 3/2001 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep Mijnheer/Mevrouw de Procureur-generaal, Mijnheer/Mevrouw

Nadere informatie

Publicatie : Inwerkingtreding :

Publicatie : Inwerkingtreding : 22 APRIL 2003. - Ministerieel besluit tot bepaling van de administratieve behandelingsprocedure van de aangelegenheden bedoeld in de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst,

Nadere informatie

SAMENWERKING TUSSEN POLITIE EN PARKET.

SAMENWERKING TUSSEN POLITIE EN PARKET. Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2016-2017 SAMENWERKING TUSSEN POLITIE EN PARKET. Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Shari De Roose 01105413 Promotor:

Nadere informatie

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,. Artikel PM1 A.4 Bijlage 4 De Wet veiligheidsregio s wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van het artikel door een puntkomma, toegevoegd korpschef:

Nadere informatie

20 JULI BOUDEWIJN, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, ONZE GROET.

20 JULI BOUDEWIJN, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, ONZE GROET. 1 08.08.2016 20 JULI 1971 KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE OPRICHTING VAN EEN NATIONAAL COMITE VOOR DE VEILIGHEID DER BURGERLIJKE LUCHTVAART EN VAN PLAATSELIJKE COMITES VOOR DE VEILIGHEID DER LUCHTHAVENS

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent HET FEDERAAL PARKET EN DE LOKALE PARKETTEN : COMPLEMENTAIR OF CONCURRENTEN?

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent HET FEDERAAL PARKET EN DE LOKALE PARKETTEN : COMPLEMENTAIR OF CONCURRENTEN? Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2013-14 HET FEDERAAL PARKET EN DE LOKALE PARKETTEN : COMPLEMENTAIR OF CONCURRENTEN? Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend

Nadere informatie

De twee ambtstermijnen van voormalig minister van Justitie Stefaan De Clerck (gefocust op het opsporings- en vervolgingsbeleid)

De twee ambtstermijnen van voormalig minister van Justitie Stefaan De Clerck (gefocust op het opsporings- en vervolgingsbeleid) Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2011-2012 De twee ambtstermijnen van voormalig minister van Justitie Stefaan De Clerck (gefocust op het opsporings- en vervolgingsbeleid) Masterproef

Nadere informatie

Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep

Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep College van Procureurs-generaal Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep Toegestuurd aan de dames en heren Toegestuurd aan de dames en heren Eerste Substituten,

Nadere informatie

DUUR VAN DE OPLEIDING. 1. Opleidingsmodules : min 320 uren 2. Opleidingsstage : nihil INHOUD

DUUR VAN DE OPLEIDING. 1. Opleidingsmodules : min 320 uren 2. Opleidingsstage : nihil INHOUD FUNCTIONELE OPLEIDING GERECHTELIJKE POLITIE VOOR HET BASIS- MIDDEN- EN OFFICIERENKADER VAN DE LOKALE EN FEDERALE POLITIE Luik 1 (artikel 4 van het koninklijk besluit van 3 december 2005 betreffende de

Nadere informatie

Algemene beginselen van handhaving op het Belgisch grondgebied. Openbare orde. Steven Dewulf Universiteit Antwerpen 24/10/2016

Algemene beginselen van handhaving op het Belgisch grondgebied. Openbare orde. Steven Dewulf Universiteit Antwerpen 24/10/2016 Algemene beginselen van handhaving op het Belgisch grondgebied Openbare orde Steven Dewulf Universiteit Antwerpen 24/10/2016 I. Begrip openbare orde Art. 135, 2 Gecoördineerde Nieuwe Gemeentewet 24 juni

Nadere informatie

VERTROUWELIJK. 2. De dienst bezit generlei executieve bevoegdheden.

VERTROUWELIJK. 2. De dienst bezit generlei executieve bevoegdheden. VERTROUWELIJK No. 51 BESLUIT van 8 augustus 1949, zoals sedert gewijzigd, houdende nadere regelen met betrekking tot de organisatie, de werkwijze, de taak en de samenwerking van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

Nadere informatie

Tot waar bepaalt de bestuurlijke overheid de werkwijze van politie. Korte inhoud

Tot waar bepaalt de bestuurlijke overheid de werkwijze van politie. Korte inhoud Tot waar bepaalt de bestuurlijke overheid de werkwijze van politie Bart Somers Burgemeester Mechelen Korte inhoud Juridisch kader Bestuurlijke & Gerechtelijke overheid Bestuurlijke overheid en politiebeleid

Nadere informatie

Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw

Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw De politiezone Politiereglementen Gemeentelijke administratieve sancties Isabelle Vincke 12-12-2012 Association de la Ville et des Communes de la Région de Bruxelles-Capitale asbl Vereniging van de Stad

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/16/206 BERAADSLAGING NR. 16/092 VAN 4 OKTOBER 2016 INZAKE DE TOEGANG TOT DE PERSOONSGEGEVENSBANK E-PV DOOR

Nadere informatie

ACTIVITEITENVERSLAG VAN DE FEDERALE POLITIERAAD. SEPTEMBER 2010 AUGUSTUS 2011 Goedgekeurd op 8 november 2011

ACTIVITEITENVERSLAG VAN DE FEDERALE POLITIERAAD. SEPTEMBER 2010 AUGUSTUS 2011 Goedgekeurd op 8 november 2011 ACTIVITEITENVERSLAG VAN DE FEDERALE POLITIERAAD SEPTEMBER 2010 AUGUSTUS 2011 Goedgekeurd op 8 november 2011 1. WETTELIJKE GRONDSLAG 1 De artikelen 6, 7, 107 en 149 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie

Nadere informatie

Parket procureur des Konings Mechelen - Turnhout

Parket procureur des Konings Mechelen - Turnhout Parket procureur des Konings Mechelen - Turnhout Keizerstraat 20 Kasteelplein 1 2800 Mechelen 2300 Turnhout Samenwerkingsprotocol tussen parket Turnhout en Mechelen inzake milieu. I. PREAMBULE 1. Het thema

Nadere informatie

Klachtenbehandeling Federale Politie

Klachtenbehandeling Federale Politie Klachtenbehandeling Federale Politie 1. Historiek 1.1. Situatie vóór politiehervorming 1.2. Na de politiehervorming 2. Klachtenbeheer/- management 2.1. Ontvangst klacht 2.2. Analyse klacht 2.3. Verslag

Nadere informatie

Verhouding politie- en IV-plannen

Verhouding politie- en IV-plannen Evaluatie van veiligheidsplannen Vanuit een sociaal-wetenschappelijk perspectief Prof. dr. Paul Ponsaers Universiteit Gent Vakgroep Strafrecht & Criminologie 1 Verhouding politie- en IV-plannen Integrale

Nadere informatie

Domein 1 : Bestuurlijke politie (In termen van bevoegdheden van agent van bestuurlijke politie in overeenstemming met het art.

Domein 1 : Bestuurlijke politie (In termen van bevoegdheden van agent van bestuurlijke politie in overeenstemming met het art. INTERNE KANDIDATUUR: HOOFDINSPECTEUR VAN POLITIE (MIDDEN) Ten gevolge van de problemen met PolDoc: maak soms gebruik van het nieuwe platform PolDMS (te raadplegen via Portal) Domein 1 : Bestuurlijke politie

Nadere informatie

HET BELGISCHE POLITIEWEZEN. Wetgeving Beleid Literatuur inzake politie, bestuur en justitie

HET BELGISCHE POLITIEWEZEN. Wetgeving Beleid Literatuur inzake politie, bestuur en justitie HET BELGISCHE POLITIEWEZEN Wetgeving Beleid Literatuur inzake politie, bestuur en justitie Dirk Van Daele, Evi Schroyen, Joke Steyvers, Franky Goossens, Frank Hutsebaut De stof werd bijgehouden tot en

Nadere informatie

Activiteitenverslag van de federale politieraad : Periode september 2004- juni 2005.

Activiteitenverslag van de federale politieraad : Periode september 2004- juni 2005. Activiteitenverslag van de federale politieraad : Periode september 2004- juni 2005. 1 1. INLEIDING 3 2. BEVOEGDHEDEN 3 3. LEDEN 4 4. VERGADERINGEN 4 5. ACTIVITEITEN 4 6. BESLUIT EN OVERWEGINGEN 5 2 1.

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED, DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN,

Nadere informatie

Draaiboek voor een geïntegreerde aanpak van

Draaiboek voor een geïntegreerde aanpak van Draaiboek voor een geïntegreerde aanpak van Versie 01.07.2015 Aanleiding Hoe kwam dit initiatief tot stand? N aar aanleiding van de dodelijke verkeersongevallen tijdens het oogstseizoen van het jaar 2000

Nadere informatie

VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET DECREET VAN 16 JANUARI 2004 OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING

VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET DECREET VAN 16 JANUARI 2004 OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET DECREET VAN 16 JANUARI 2004 OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING MEMORIE VAN TOELICHTING A. Algemene toelichting 1. Samenvatting

Nadere informatie

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit. Bestemd voor: Commissie Algemene Zaken, Intercommunales en Bevolking

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit. Bestemd voor: Commissie Algemene Zaken, Intercommunales en Bevolking GEMEENTERAAD Ontwerpbesluit OPSCHRIFT Vergadering van 11 april 2017 Besluit nummer: 2017_GR_00330 Onderwerp: Politiezone Gent - Personeelsformatie van de Politiezone Gent - Wijziging.- Nieuw organogram

Nadere informatie

Politie en Beleidsevaluatie

Politie en Beleidsevaluatie Politie en Beleidsevaluatie Enkele beschouwingen vanuit de politiepraktijk 9 juni 2006 Federale politie 1 1. Politie 2. Politie en veiligheid 3. Veiligheid en beleid 4. Beleid en evaluatie 9 juni 2006

Nadere informatie

POLITIEZONE DEERLIJK HARELBEKE TOELICHTINGSNOTA VOOR DE ZITTING VAN DE POLITIERAAD VAN 14.10.2008

POLITIEZONE DEERLIJK HARELBEKE TOELICHTINGSNOTA VOOR DE ZITTING VAN DE POLITIERAAD VAN 14.10.2008 POLITIEZONE DEERLIJK HARELBEKE TOELICHTINGSNOTA VOOR DE ZITTING VAN DE POLITIERAAD VAN 14.10.2008 Openbare zitting 1. Zonaal veiligheidsplan 2009 2012. Goedkeuring van de delen die behoren tot de bevoegdheid

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat Samenvatting door een scholier 1047 woorden 16 maart 2008 5,7 7 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Democratie en rechtstaat Hoofdstuk

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE PUBLIC ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4 NOTA van: van het voorzitterschap aan: het Comité van artikel

Nadere informatie

4. Het voorzitterschap verzoekt de Raad de ontwerp-conclusies in de bijlage aan te nemen

4. Het voorzitterschap verzoekt de Raad de ontwerp-conclusies in de bijlage aan te nemen RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juli 2001 (12.07) (OR. fr,en) 10731/1/01 REV 1 LIMITE JAI 74 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad (Justitie en Binnenlandse Zaken) Betreft: - Veiligheid van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JUNI 2015 P.15.0599.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0599.N 1. M M P V D V, beklaagde, 2. D H N H, beklaagde, aangehouden om andere redenen, eisers, beiden met als raadsman mr. Thierry

Nadere informatie

Samenwerkingsverbanden van het Openbaar Ministerie

Samenwerkingsverbanden van het Openbaar Ministerie Samenwerkingsverbanden van het Openbaar Ministerie Patrick Vandenbruwaene Advocaat-generaal Hof van Beroep Antwerpen Studiedag 10 juni 2010 Waarom : Beeldvorming gerechtelijke arrondissementen Bevolkingscijfers

Nadere informatie

DailyDoc - Intradoc - Helpdesk CDC

DailyDoc - Intradoc - Helpdesk CDC FEDERALE POLITIE Algemene Directie Personeel Directie van de juridische dienst Uitgiftenummer DGP/DPS-2007/4091/AJO het contentieux en de statuten Uitgiftedatum 25 JAN. 2007 Fritz Toussaintstraat 47 Classificatie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JUNI 2006 P.06.0527.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.06.0527.N 1. M. L. J. M., verdachte, met als raadsman mr. Johan Speecke, advocaat bij de balie te Kortrijk, 2. V. N. C. C., verdachte,

Nadere informatie

Deel 1 Strategie en beleid. Leiderschap : De weg die we bewandelen

Deel 1 Strategie en beleid. Leiderschap : De weg die we bewandelen Leiderschap : De weg die we bewandelen Missie, visie en waarden De missie, visie en waarden van de lokale politie Lier worden gebundeld in onze slagzin die uitdraagt waar we in deze organisatie voor staan

Nadere informatie

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol P5_TA(2002)0269 Toekomstige ontwikkeling van Europol Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol en zijn volledige opneming in het institutioneel bestel

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 18.7.2001 COM(2001) 411 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE betreffende het statuut en de algemene

Nadere informatie

Informatieveiligheidsconsulent. 23 sept 2014 Gent

Informatieveiligheidsconsulent. 23 sept 2014 Gent Informatieveiligheidsconsulent 23 sept 2014 Gent Wie zijn ze wat doen ze? VERANTWOORDELIJKHEDEN INFORMATIEVEILIGHEIDSCONSULENTEN Wie moet een informatieveiligheidsconsulent aanstellen? De verplichting

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/15/020 BERAADSLAGING NR. 15/007 VAN 3 MAART 2015 INZAKE DE TOEGANG TOT DE PERSOONSGEGEVENSBANK E-PV DOOR

Nadere informatie

CPS-studiedag: Fraude: geïntegreerde aanpak door inspectiediensten en politie

CPS-studiedag: Fraude: geïntegreerde aanpak door inspectiediensten en politie CPS-studiedag: Fraude: geïntegreerde aanpak door inspectiediensten en politie 26-11-2015 ADV Samuelle GODIN 30/11/2015 title by 1 Welke informatieuitwisseling is mogelijk binnen de grenzen van artikel

Nadere informatie

Bijdrage Paul Ponsaers

Bijdrage Paul Ponsaers Bijdrage Paul Ponsaers 18 mei 2013 1 Bestuurlijke Politie Gerechtelijke Politie FEDERAAL CENTRAAL Commissaris-Generaal A.D. Bestuurlijk A.D. Ondersteuning A.D. Gerechtelijk GEDECONCENTREERD (gerechtelijk

Nadere informatie

Brussel, 27 februari 2014 (28.02) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6490/1/14 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2013/0255 (APP)

Brussel, 27 februari 2014 (28.02) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6490/1/14 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2013/0255 (APP) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 februari 2014 (28.02) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0255 (APP) 6490/1/14 REV 1 EPPO 9 EUROJUST 38 CATS 23 FIN 117 COPEN 53 GAF 10 NOTA van: het voorzitterschap

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT DECREET. houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat. van Kinderrechtencommissaris. Artikel 1

VLAAMS PARLEMENT DECREET. houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat. van Kinderrechtencommissaris. Artikel 1 VLAAMS PARLEMENT DECREET houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat en instelling van het ambt van Kinderrechtencommissaris Artikel 1 Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Nadere informatie

EINDELIJK EEN PUBLIEKRECHTELIJK KADER VOOR GEDECENTRALISEERDE VLAAMS-FRANSE SAMENWERKING

EINDELIJK EEN PUBLIEKRECHTELIJK KADER VOOR GEDECENTRALISEERDE VLAAMS-FRANSE SAMENWERKING EINDELIJK EEN PUBLIEKRECHTELIJK KADER VOOR GEDECENTRALISEERDE VLAAMS-FRANSE SAMENWERKING Prof. dr. Jan Wouters en Maarten Vidal * Hoewel in de praktijk lokale, gedecentraliseerde overheden (gemeenten,

Nadere informatie

( ) binnen een termijn van 6 maand te rekenen vanaf de dag waarop de burgemeester de eigenaar op de hoogte heeft gesteld ( )

( ) binnen een termijn van 6 maand te rekenen vanaf de dag waarop de burgemeester de eigenaar op de hoogte heeft gesteld ( ) Doel Wanneer Wat/wie Nieuwe Gemeentewet Art. 134bis Herhuisvesting van daklozen ( ) binnen een termijn van 6 maand te rekenen vanaf de dag waarop de burgemeester de eigenaar op de hoogte heeft gesteld

Nadere informatie

INTERNATIONALE POLITIESAMENWERKING

INTERNATIONALE POLITIESAMENWERKING INTERNATIONALE POLITIESAMENWERKING Onderzoek naar de modaliteiten voor Belgische participatie in internationale politiesamenwerkingsprojecten van regionale omvang Onderzoekers Serge BRAMMERTZ Stefan DE

Nadere informatie

12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid.

12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid. 12 AUGUSTUS 1993. - Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid. - Bron : SOCIALE VOORZORG Publicatie : 21-08-1993 Inwerkingtreding

Nadere informatie

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994 Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994 24 MEI 1994. - Wet tot oprichting van een wachtregister voor vreemdelingen die zich vluchteling verklaren of die vragen om als vluchteling te worden erkend. ALBERT ll,

Nadere informatie

Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken

Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken Een vervolging en een beteugeling langs één weg? Ragheno Business Park, Motstraat 30, 2800 Mechelen tel. 0800 40 300 fax 0800 17 529 www.kluwer.be info@kluwer.be

Nadere informatie

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)

Nadere informatie

Rampenbestrijding: actoren, regelgeving en bevoegdheden

Rampenbestrijding: actoren, regelgeving en bevoegdheden Rampenbestrijding: actoren, regelgeving en bevoegdheden Steven Lierman Referendaris bij het Hof van Cassatie Deeltijds docent UA Rampenbestrijding is geen eenduidig begrip Nieuwe uitdagingen in een risicomaatschappij

Nadere informatie

Versie van DEEL V Titel II Hoofdstuk VI Toelage voor de mentor Inhoudsopgave

Versie van DEEL V Titel II Hoofdstuk VI Toelage voor de mentor Inhoudsopgave Versie van 04-03-2011 DEEL V Titel II Hoofdstuk VI Toelage voor de mentor Inhoudsopgave 1. Samenvattende tabel 2. Wettelijke en reglementaire basis 3. Begunstigden 4. Voorwaarden 5. Bedrag 6. Kenmerken

Nadere informatie

Inhoudstafel. Inhoudstafel 3

Inhoudstafel. Inhoudstafel 3 Inhoudstafel Inleiding 9 Deel I Wetgeving 11 1. Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 12 Titel I. Rechten en vrijheden. 12 2. De gecoördineerde Grondwet

Nadere informatie

10159/17 mak/gra/fb 1 DG D 1C

10159/17 mak/gra/fb 1 DG D 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 12 juni 2017 (OR. en) 10159/17 ENFOPOL 301 PROCIV 54 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 8 juni 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig

Nadere informatie

Versie consultatie september 2012

Versie consultatie september 2012 Besluit van houdende regels in verband met het vaststellen van strafbare feiten met de vervolging waarvan de officier van justitie bij het functioneel parket dan wel de officier van justitie bij het landelijk

Nadere informatie

Omschrijving van de zone:

Omschrijving van de zone: Omschrijving van de zone: De politiezone Heist is een ééngemeentezone bestaande uit de hoofdgemeente Heist o/d Berg met haar deelgemeenten Itegem, Wiekevorst, Hallaar, Booischot en Schriek. De politiezone

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper / de Raad nr. vorig doc.: 12712/3/12

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ; 1/7 Advies nr 44/2017 van 30 augustus 2017 Betreft: advies over een Koninklijk besluit ter uitvoering van de wet van 25 december 2016 betreffende de verwerking van passagiersgegevens, houdende diverse

Nadere informatie

politieambt (CO-A-2015-034)

politieambt (CO-A-2015-034) 1/6 Advies nr 25/2015 van 1 juli 2015 Betreft: Voorontwerp van wet houdende diverse bepalingen wijzigingen aan de wet op het politieambt (CO-A-2015-034) De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Ontwerp van decreet tot wijziging van de wet van 5 september 2001 tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers en van het Gerechtelijk Wetboek, wat betreft het opleggen van sancties aan

Nadere informatie

Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk 2017 Wolters Kluwer België NV Ragheno Business Park Motstraat 30 B-2800 Mechelen Tel.

Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk 2017 Wolters Kluwer België NV Ragheno Business Park Motstraat 30 B-2800 Mechelen Tel. Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk 2017 Wolters Kluwer België NV Ragheno Business Park Motstraat 30 B-2800 Mechelen Tel.: 0800 94 571 Fax: 0800 17 529 www.wolterskluwer.be E-mail: klant.be@wolterskluwer.com

Nadere informatie

1.2. De naleving en de uitvoering van de akkoorden uit het verleden. Belangrijke akkoorden uit het verleden werden nog niet uitgevoerd.

1.2. De naleving en de uitvoering van de akkoorden uit het verleden. Belangrijke akkoorden uit het verleden werden nog niet uitgevoerd. Eisenbundel 2015-2016 Inhoud 1. Inleiding... 3 1.1. Onderhandelingskader... 3 1.2. De naleving en de uitvoering van de akkoorden uit het verleden... 3 2. De herziening van de baremische schalen.... 3 2.1.

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de functionarissen

Nadere informatie

Gedwongen fusie. Gedwongen samenwerking, associatie of fusie. L. Baetens arrondissementscommissaris. Gedwongen fusie (samenwerking, associatie)

Gedwongen fusie. Gedwongen samenwerking, associatie of fusie. L. Baetens arrondissementscommissaris. Gedwongen fusie (samenwerking, associatie) Gedwongen fusie Gedwongen samenwerking, associatie of fusie 1 Gedwongen fusie (samenwerking, associatie) De ideale schaalgrootte van politiezones is niet van sociale orde, niet van democratische of politieke

Nadere informatie

1. In artikel 126nba, eerste lid, onderdeel d, wordt het woord verwerkt telkens vervangen door : opgeslagen.

1. In artikel 126nba, eerste lid, onderdeel d, wordt het woord verwerkt telkens vervangen door : opgeslagen. 34 372 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de verbetering en versterking van de opsporing en vervolging van computercriminaliteit (computercriminaliteit

Nadere informatie

WAAROM BELGIE IN 1998 DE LOKALE POLITIE HEEFT HERONTDEKT EN DE FEDERALE HEEFT UITGEVONDEN

WAAROM BELGIE IN 1998 DE LOKALE POLITIE HEEFT HERONTDEKT EN DE FEDERALE HEEFT UITGEVONDEN WAAROM BELGIE IN 1998 DE LOKALE POLITIE HEEFT HERONTDEKT EN DE FEDERALE HEEFT UITGEVONDEN Wat als er geen federale of lokale politie meer was? Dirk Van Nuffel Korpschef Politie Brugge Inhoud 1. De voorgeschiedenis

Nadere informatie

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016)

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016) NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) 2016-1 (27/07/2016) Potpourri IV - Wetsontwerp van 15 juli 2016 tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende

Nadere informatie

«Managementhervormingen in justitie: trends in Europa»

«Managementhervormingen in justitie: trends in Europa» «Managementhervormingen in justitie: trends in Europa» Prof. dr. Em. Roger Depré 25 mei 2005 K.U.Leuven Instituut voor de Overheid io@soc.kuleuven.ac.be www.instituutvoordeoverheid.be 1 Internationale

Nadere informatie

VERSLAG ONDERHANDELINGEN 29 MEI 2013

VERSLAG ONDERHANDELINGEN 29 MEI 2013 Lokale en Regionale Besturen VERSLAG ONDERHANDELINGEN 29 MEI 2013 Dagorde 1. Stakingsaanzegging PZ Brugge (NSPV en VSOA) 2. Stakingsaanzegging CIK Turnhout (VSOA) 3. Extractfiche : scheepvaartpolitie 4.

Nadere informatie

LOKALE POLITIEZONE POLDER OPDRACHTBRIEF

LOKALE POLITIEZONE POLDER OPDRACHTBRIEF OPDRACHTBRIEF 2016-2021 Johan Geeraert Hoofdcommissaris van politie Korpschef 30 november 2016 1 Inhoud De opdrachtbrief... 3 Het ruime referentiekader... 3 Het zonaal veiligheidsplan van PZ Polder...

Nadere informatie

De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor?

De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor? De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor? Is er in uw bedrijf al eens een ernstig arbeidsongeval gebeurd? Dan bent u als werkgever, als lid van de hiërarchische lijn, als preventieadviseur, als

Nadere informatie

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012 Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012 Federaal Plan Armoedebestrijding Reactie van BAPN vzw BAPN vzw Belgisch Netwerk Armoedebestrijding Vooruitgangstraat 333/6 1030

Nadere informatie

Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie

Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie Inhoud Inhoud Ten geleide Avant propos Woord vooraf Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie 1 Intitiele opdracht 1.1 haalbaarheidscriteria 1.2 Definitie van het begrip integrale veiligheidszorg

Nadere informatie

1. Punt 43: Samenwerking in het kader van een gezamenlijk team waarbij functionarissen van Europol betrokken zijn

1. Punt 43: Samenwerking in het kader van een gezamenlijk team waarbij functionarissen van Europol betrokken zijn RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 april 2000 (17.04) (OR. en) 7316/00 LIMITE EUROPOL 4 NOTA van: Europol aan: de Groep Europol nr. vorig doc.: 5845/00 EUROPOL 1 + ADD 1 + ADD 2 + ADD 3 Betreft: Artikel

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 59.529/1 van 1 september 2016 over een voorontwerp van decreet betreffende de re-integratie van het Universitair Ziekenhuis Gent in de Universiteit Gent 2/6 advies

Nadere informatie

Versie van DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad

Versie van DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad Versie van 10-03-2011 DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad Inhoudsopgave 1. Wettelijke en reglementaire basis 2. Begunstigden

Nadere informatie

NEDERLANDSE ACCENTEN IN HET VEILIGHEIDSBELEID VAN DE EUROPESE UNIE

NEDERLANDSE ACCENTEN IN HET VEILIGHEIDSBELEID VAN DE EUROPESE UNIE NEDERLANDSE ACCENTEN IN HET VEILIGHEIDSBELEID VAN DE EUROPESE UNIE ACTA FALCONIS XIV NEDERLANDSE ACCENTEN IN HET VEILIGHEIDSBELEID VAN DE EUROPESE UNIE Cyrille Fijnaut Lecture Series Dirk Van Daele (ed.)

Nadere informatie

Ministeriële Richtlijn van 14 december 2006 inzake het Opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende mensenhandel

Ministeriële Richtlijn van 14 december 2006 inzake het Opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende mensenhandel B Ministeriële Richtlijn van 14 december 2006 inzake het Opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende mensenhandel Richtlijn van de Minister van Justitie Deze richtlijn wil leiden tot een coherenter opsporings-

Nadere informatie

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG L 348/130 Publicatieblad van de Europese Unie 24.12.2008 III (Besluiten op grond van het EU-Verdrag) BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG BESLUIT 2008/976/JBZ VAN DE RAAD van 16 december

Nadere informatie

MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR

MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR Publicatie : 2002-07-17 MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR 26 JUNI 2002. - Koninklijk besluit houdende oprichting van een Federale Commissie voor de Verkeersveiligheid en een Interministerieel Comité

Nadere informatie

PUBLIC 11642/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0109 (CNS)

PUBLIC 11642/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0109 (CNS) Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 september 200 (26.09) (OR. fr) PUBLIC 642/0 Interinstitutioneel dossier: 200/009 (CNS) LIMITE JUSTCIV NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk

Nadere informatie

Opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende mensenhandel. Richtlijn van de Minister van Justitie

Opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende mensenhandel. Richtlijn van de Minister van Justitie Opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende mensenhandel Richtlijn van de Minister van Justitie Omzendbrief nr. COL 10/2004 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep van 30 april

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 juni

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 juni A D V I E S Nr. 2.089 ------------------------------ Zitting van dinsdag 26 juni 2018 ------------------------------------------- Voorontwerp van wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken Aanpassing

Nadere informatie

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie 1 Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering De Wet van 30 juni 1971betreffende de administratieve geldboeten,

Nadere informatie

INLEIDING Afdeling 1. Algemeen kader Ontstaan en doelstellingen van het onderzoek... 21

INLEIDING Afdeling 1. Algemeen kader Ontstaan en doelstellingen van het onderzoek... 21 INHOUDSTAFEL INLEIDING........................................................ 11 HOOFDSTUK 1 WERKWIJZEN EN OPTREDEN VAN DE POLITIEDIENSTEN IN HET RAAM VAN DE BEHEERSING VAN DE PROSTITUTIE EN DE STRIJD

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp

Nadere informatie

Deel 10 : Beleid en strategie

Deel 10 : Beleid en strategie Deel 10 : Beleid en strategie Beleid en strategie De zonale veiligheidsraad De zonale veiligheidsraad (ZVR) is een wettelijk orgaan dat het veiligheidsbeleid van een politiezone mee bepaalt, door het opstellen

Nadere informatie

De voortdurende herschikking van het inspectiewezen Prof. dr. emeritus Paul Ponsaers Verhouding tussen Bijzondere Inspectiediensten en Politie Algemene diensten Bijzondere diensten Bijzondere inspectiediensten

Nadere informatie

Omzendbrief nr. COL 3/2004 van het College van Procureursgeneraal bij de Hoven van Beroep

Omzendbrief nr. COL 3/2004 van het College van Procureursgeneraal bij de Hoven van Beroep COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL Brussel, le 27 février 2004. Omzendbrief nr. COL 3/2004 van het College van Procureursgeneraal bij de Hoven van Beroep Mijnheer/Mevrouw de Procureur-generaal, Mijnheer de

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/11/035 BERAADSLAGING NR 11/026 VAN 5 APRIL 2011 MET BETREKKING TOT DE RAADPLEGING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

Observatorium voor Gezondheid en Welzijn OPERATIONEEL PLAN 2011-2014

Observatorium voor Gezondheid en Welzijn OPERATIONEEL PLAN 2011-2014 Observatorium voor Gezondheid en Welzijn OPERATIONEEL PLAN 2011-2014 1. OPDRACHTEN VAN HET OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN 1.1 Wettelijke basis De opdrachten van het Observatorium staan opgesomd

Nadere informatie