Herman Buijk, Politie: 2600 politiemensen getraind in Incident Management

Transcriptie

1 IM Jaarbericht 2015

2 Voorwoord Het IM Jaarbericht 2015 staat voor een groot deel in teken van de aanwijzing van Rijkswaterstaat als hulpverleningsdienst door de minister van Infrastructuur en Milieu. Eén van de zichtbare gevolgen van deze status is dat onze weginspecteurs en Officieren van Dienst met blauw zwaailicht en sirene mogen rijden. Ten geleide Hiervoor moesten wel de nodige procedures en werkprocessen worden aangepast. En de weginspecteurs die met optische en geluidssignalen mochten gaan rijden, zijn eerst grondig getraind. Zij volgden dezelfde training die ook de marechaussee en politie krijgen, voordat ze de weg op gaan. In november 2015 konden de eerste 28 voertuigen verdeeld over het land de weg op. Het betreft een testgroep om te analyseren hoe weggebruikers reageren en hoe de weginspecteurs zelf reageren. Want het brengt voor de weginspecteurs en Officieren van Dienst ook nieuwe verantwoordelijkheden met zich mee. Ook in dit IM Jaarbericht 2015 komen de betrokken organisaties weer aan het woord. De politie is blij met de IM training die 2600 agenten hebben gekregen. De provincie Gelderland laat zien dat de proef met Stedelijk IM navolging verdient. De berger vertelt dat schaalvergroting in de zware berging onvermijdelijk is. De ambulancezorg introduceert een nieuwe vertegenwoordiger in het Landelijk Platform IM. De ANWB vertelt dat ze alert blijven op veiligheidsverbeteringen, zoals het invoeren van nieuwe veiligheidskleding klasse 3. Deze logische vervolgstap in het ontwikkelproces van de weginspecteurs wordt belicht van de kant van de mensen die de organisatorische voorbereidingen hebben getroffen, zoals het laten opstellen van de benodigde brancherichtlijn. Maar ook van de kant van de weginspecteurs en Officieren van Dienst zelf. Daarnaast vertellen de wegverkeersleiders over hun rol. Zij nemen in de verkeerscentrale op basis van de informatie die zij krijgen over een incident een beslissing: stuur ik een weginspecteur met spoed met blauw zwaailicht en sirene naar de incidentlocatie, of betreft het geen spoedinzet. Daarvoor zijn uiteraard criteria opgesteld. Het idee dat het mogelijk zou moeten zijn om weginspecteurs met blauw zwaailicht en sirene te laten rijden, kwam een tijd niet verder dan de tekentafel. Maar door de inzet van een groot aantal enthousiaste mensen is het nu realiteit geworden. Het laat nogmaals zien dat de verschillende organisaties binnen Incident Management erg goed samenwerken. En daar ben ik bijzonder trots op. Karin Visser Hoofdingenieur-directeur Rijkswaterstaat Verkeer- en Watermanagement (VWM) Het LIOGS laat aan alle organisaties weten dat zij 24/7 klaar staan om te assisteren bij incidenten met gevaarlijke stoffen. Naast het grote nieuws van 2015, het gebruik van blauw zwaailicht, benadrukt Rijkswaterstaat dat goede samenwerking bij de zware berging tot een enorme kwaliteitsverbetering heeft geleid. Kortom, Incident Management is volop in beweging. Eeltje Hoekstra Programmamanager Incident Management Herman Buijk, Politie: 2600 politiemensen getraind in Incident Management In 2015 zijn 18 basisteams van 7 districten in de regio in en rond Rotterdam getraind in IM. Een behoorlijke operatie met goede afloop, vertelt Herman Buijk, Operationeel Specialist Verkeer bij de politie in Rotterdam. Onderdeel van een opleidingsdag Praktisch bleek het noodzakelijk om de IM training onderdeel te maken van een trainingsdag, met naast een halve dag IM training ook de onderdelen werken op het spoor en de behandeling en registratie van verkeersongevallen. Hoofddoel De doelen van de dag waren ambitieus en divers, door de variatie aan onderwerpen. Het hoofddoel was echter: Zorgen dat de collega s incidenten op de weg en op het spoor veilig en goed kunnen afhandelen. Incident Management Naast theorie bestond het IM onderdeel ook uit een praktijkgedeelte. Er waren twee praktijkoefeningen: Blikschade op een weefvak; Vrachtwagen door de middengeleiderail. De deelnemers gaven aan dat ze deze oefeningen met een maquette realistisch en herkenbaar vonden voor het gebied (omgeving Rotterdam). Ze waren positief over de trainers en vonden het uitwisselen van ervaringen een pré. Evaluatie Het was een afwisselend maar intensief programma. De inhoud werd met een 8+ gewaardeerd. Er ontstond bij de deelnemers begrip voor de werkprocessen van Rijkswaterstaat en de trainers van Rijkswaterstaat vonden, dat het inzicht van de deelnemers was toegenomen. Rijkswaterstaat, Verkeerscentrum Nederland, Incident Management Eindredactie E. Hoekstra Verkeerscentrum Nederland Redactie L. van Hengel, A. Doesburg Words at Work bv april 2016 Verkeerscentrum Nederland en degenen die aan deze uitgave hebben meegewerkt hebben de in deze uitgave opgenomen gegevens zorgvuldig verzameld naar de laatste stand van kennis en techniek. Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Het Rijk sluit, mede ten behoeve van degenen die aan deze uitgave hebben meegewerkt, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die uit het gebruik van de hierin opgenomen gegevens mocht voortvloeien. De deelnemende auteurs spreken namens de eigen organisatie. kijk voor meer informatie op

3 Jos Oostveen & Peter van der Dussen, Provincie Gelderland: Onze proef met Stedelijk IM verdient navolging Geralt van t Veld, RWS-VWM: Zuinig zijn op wat we door de jaren samen hebben opgebouwd De Provincie Gelderland heeft in 2015 deelgenomen aan een pilot Stedelijk Incident Management. Jos Oostveen, Provincie Gelderland: De essentie ervan is dat het IM dat al op het hoofdwegennet en op provinciale wegen bestaat, wordt uitgebreid naar het stedelijk netwerk van doorgaande wegen in Arnhem en Nijmegen. Peter van der Dussen, Provincie Gelderland: Geen onlogische stap, want deze wegen zijn niet alleen van vitaal belang voor de bereikbaarheid van de steden zelf, maar ook van de regio en de Provincie. Bekijk de video Een onlosmakelijk geheel Jos: Waarom zou IM op moeten houden bij de stadsgrenzen? Het stedelijk wegennet is een integraal onderdeel van het regionale en provinciale wegennet en dus is het belangrijk dat ook daar alles wordt gedaan om incidenten snel af te handelen en de doorstroming van het verkeer snel te herstellen. Samenwerking Peter: Voor de uitvoering van de pilot Stedelijk IM is samenwerking gezocht met onder andere Rijkswaterstaat en de politie meldkamer. De verkeerscentrale van RWS in Wolfheze heeft tijdens de pilot de regie gevoerd. De politie meldkamer was geïnstrueerd om meldingen van verkeersincidenten door te zetten naar de verkeerscentrale. En voor de uitvoering op de wegen in de steden werd een private partij ingeschakeld, die private weginspecteurs op de motor leverde. Uitvoering Jos: Tijdens de ochtend- en avondspits reed zowel in Arnhem als in Nijmegen een weginspecteur op de motor rond. Buiten de spits was deze oproepbaar. De weginspecteurs kwamen in actie als ze iets tegenkwamen op de weg. Dat konden incidenten zijn, maar ook obstakels op de weg. Daarnaast werden zij aangestuurd door de verkeerscentrale, die meldingen kreeg van onder andere de politie meldkamer. De verkeerscentrale hield ook de regie bij de afhandeling van verkeersincidenten en bepaalde de extra maatregelen die nodig waren voor grotere incidenten. Peter van der Dussen en Jos Oostveen Incidentmeldingen Jos: Om enig inzicht te krijgen in de huidige omvang van IM en de spreiding over het hoofdwegennet en de provinciale wegen, is gekeken naar de meldingen in Ruwweg kun je zeggen dat van alle incidentmeldingen bij het landelijk centraal meldpunt (80.000) ongeveer 10% (8.000) provinciale wegen betreft. En van die 10% betreft het ruim 1% (930) meldingen uit de Provincie Gelderland. Kijken we naar de Pilot Stedelijk IM in Arnhem en Nijmegen, dan waren er in 2015 ongeveer 1000 meldingen, waarvan bijna de helft ongevallen en ruim een kwart pechgevallen. Evaluatie Stedelijk IM Peter: De pilot heeft bijgedragen aan een betere doorstroming in en rondom de steden Arnhem en Nijmegen. Door een snelle inzet bij stremmingen/calamiteiten is voorkomen dat kleine stremmingen leidden tot grote vertragingen. Daarnaast ontvingen de private weginspecteurs veel positieve reacties van gestrande weggebruikers. En de politie is ook zeer positief, omdat zij minder bij lichte ongevallen werden opgeroepen en meer tijd hadden voor hun kerntaken. Conclusie en vervolg Peter: De pilot wordt dus door de betrokkenen positief wordt beoordeeld. En uit de getallen blijkt dat de omvang van Stedelijk IM in Arnhem/Nijmegen ongeveer gelijk ligt aan de omvang van IM in de Provincie Gelderland als geheel. Daarmee lijkt aangetoond dat Stedelijk IM zeer zinvol is en navolging verdient. In Arnhem/Nijmegen worden meldingen op het Stedelijk IM-netwerk ook na de pilot in ieder geval gewoon doorgezet richting de verkeerscentrale, die de wegbeheerder waarschuwt. Maar er rijden nu geen private weginspecteurs meer rond. We mogen best trots zijn op wat we de afgelopen 15 jaar hebben bereikt met zware berging, zegt Geralt van t Veld, landelijk adviseur IM bij Rijkswaterstaat. Grote kwaliteitsslag De afgelopen jaren hebben we samen met de zware bergers hard gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit. Door het gezamenlijk opstellen van de eisen voor zware berging, hebben we een behoorlijke kwaliteitsslag gemaakt. Samen met de markt, keurende- en certificerende instanties wordt het niveau continue verbeterd. En we handhaven op de eisen, zodat we aan alle bergers een level playing field geven. Track & trace Ook in 2015 zijn we weer een stap verder gekomen. Het track & trace systeem dat sinds december ook voor zware berging operationeel is, levert een belangrijke bijdrage aan de verdere optimalisatie. Hiermee zijn de aanrijdtijden nog betrouwbaarder te evalueren, kunnen de bergers zelf hun voertuigvloot monitoren en kunnen we een opmaat maken naar geautomatiseerde statusmeldingen. Samenwerking We zien dat het betrekken van private pechhulppartijen bijdraagt aan een efficiëntere behandeling van stilgevallen vrachtwagens. De nodige contacten tussen de bergers en deze partijen komen inmiddels tot stand. Deze verbeterde onderlinge samenwerking levert ook een belangrijke bijdrage aan de verhoging van de kwaliteit. De moeite waard Kortom, resultaten waar we met elkaar trots op mogen zijn. En het is de moeite waard om ervoor te zorgen dat deze positieve trend zich blijft voortzetten. Rijkswaterstaat zal zich hiervoor in ieder geval inzetten.

4 Marc Hilderink, Wolves Berging: Groei is voor ons noodzakelijk om de kosten te kunnen drukken Huub Gubbels & Michel Blom, V&VN Ambulancezorg: De beleidsrichting is bepaald, nu aan de slag met de praktijk Het is in de zware berging niet meer mogelijk om de omzet te vergroten, dus kiezen we voor groei door overnames, om de kosten zoveel mogelijk te kunnen drukken, zegt Marc Hilderink, directeur Wolves Berging. Daarbij is het natuurlijk van groot belang dat we onze kwaliteit handhaven. Centraliseren Door overnames zullen we in 2016 groeien van 9 rayons naar 27 rayons in Noord- en Oost-Nederland. Door vervolgens de planning en administratie te centraliseren, kunnen we een grote efficiency-slag maken. Dit is noodzakelijk omdat groei er bij zware IM berging niet meer in zit, terwijl de concurrentie toeneemt. Daarmee bedoel ik de pilot waarbij de Vaco/Bovag servicebedrijven toestemming hebben om op de vluchtstrook te werken. Huub Gubbels Van 2011 tot en met 2015 heeft Huub Gubbels namens de beroepsvereniging Ambulancezorg deelgenomen aan het Landelijk Platform IM: Ik ben een doelgericht beleidsmens en ik heb het werk voor Incident Management 4 jaar met plezier gedaan. Maar sinds 2013 ben ik met vervroegd pensioen en het wordt dus tijd dat mijn plaats in het Platform door een andere vertegenwoordiger van de Ambulancezorg wordt overgenomen. Ik ben dan ook heel blij dat Michel Blom mijn rol gaat overnemen. Hij is actief in het werkveld en al jaren betrokken bij Incident Management, onder andere als lid van de werkgroep Richtlijn eerste veiligheidsmaatregelen bij verkeersincidenten. Kennismanagement Om de kwaliteit zo hoog mogelijk te houden, vinden wij het belangrijk om lokale kennis binnen de organisatie te behouden. Daarom nemen wij bij overnames altijd graag het uitvoerend personeel over. En onze ervaren bergers treden op als mentoren van nieuw personeel. Zo trainen we onze mensen intern. Pechverplaatsing In 2015 is er een pilot geweest om transporteurs te stimuleren zelf een pechgeval te melden. Om dit te bereiken, werd een vrachtwagen met pech voor een vast bedrag naar een veiliger plek verplaatst, binnen 25 kilometer van de pechlocatie. Daarmee wilden we de transporteurs laten kiezen voor een verplaatsing, om het risico op aanrijding met schade aan voertuig en lading en mogelijk persoonlijk letsel weg te nemen. De gegevens van de pilot worden in 2016 door RWS/STIMVA uitgewerkt om te kijken wat er mee gaat gebeuren. Strategie Huub: Voor de Ambulancezorg betekent IIM veilig en snel ons werk kunnen doen. Daarnaast zoeken wij binnen het kader van het multidisciplinaire Incident Management versterking van de samenwerking met de overige IMorganisaties. En kijken we naar onze mensen in het veld, dan heb ik er altijd naar gestreefd dat de principes van Incident Management meegenomen worden in training en opleiding. De werkvloer Michel: En daar wil ik inderdaad aan verder werken, aan het kennisniveau bij mijn collega s over Incident Management. Om de veiligheid op de werkplek te kunnen handhaven, is kennis nodig binnen de Ambulancezorg zelf. Onze mensen op straat moeten voldoende kennis hebben van Incident Management om veilig te kunnen handelen bij een verkeersincident. Ik weet dat wij als ambulancepersoneel veel moeten leren, want ons vak is ingewikkeld. Maar als we ons onvoldoende realiseren dat we op de weg ons werk vaak in een potentieel gevaarlijke omgeving doen en ons daar onvoldoende op voorbereiden, dan doen we onszelf tekort. Ambitie Michel: Mijn ambitie is dan ook om als verse vertegenwoordiger van V&VN Ambulancezorg in het Landelijk Platform IM niet alleen onze belangen te vertegenwoordigen, maar ook de benodigde inspanningen te leveren om binnen onze eigen organisatie te zorgen dat Incident Management meer aandacht krijgt. Gewoon omdat het nodig is voor onze veiligheid en die van onze collegahulpverleners. Michel Blom Accreditatiepunten Michel: Er wordt in onze opleiding wel aandacht besteed aan IM en het gevaar van het verkeer, maar we kunnen er op een eenvoudige manier voor zorgen, dat mijn collega ambulancechauffeurs en ambulanceverpleegkundigen regelmatig herhalen hoe ze veilig handelen bij verkeersincidenten. Met de voor alle IM-hulpverleners toegankelijke e-learning module kan je op momenten dat het jou uitkomt je kennis opfrissen over de Richtlijn eerste veiligheidsmaatregelen bij verkeersincidenten. Met deze kennis is het niet moeilijk om on-line een certificaat te behalen. En ik wil ervoor gaan zorgen dat het ambulancepersoneel extra wordt gemotiveerd door accreditatiepunten toe te kennen aan het behalen van dit certificaat. Vertrouwen Huub: Ik heb er alle vertrouwen in dat Michel met zijn energie en inzet een belangrijke bijdrage gaat leveren aan een basisprincipe van de Ambulancezorg: de eigen veiligheid van de ambulancemedewerkers. Óók bij verkeersincidenten.

5 Jelle de Heij, John Santbergen, Richard Post, RWS-VWM: Een nieuwe fase in de verdere professionalisering van de weginspecteur Jelle: Ik zie het rijden met blauw zwaailicht als een nieuwe fase in de professionalisering van de weginspecteur. Aangezien de weginspecteurs in de praktijk de rol van de politie bij blikschadegevallen hebben overgenomen, was het al langer de wens van Rijkswaterstaat om betere mogelijkheden te krijgen om sneller ter plaatse te kunnen zijn. En in 2015 heeft de Minister het voor Rijkswaterstaat mogelijk gemaakt om het rijden met optische en geluidssignalen te testen. v.l.n.r. Richard Post (Senior WIS/OVD), Jelle de Heij (Landelijk Adviseur IM) en John Santbergen (Medewerker Operationele Advisering/OVD) Voorbereiding Richard: Voor de testfase waren 20 weginspecteurs (WIS) en 4 OVD s nodig. Randvoorwaarde: geen speciale selectie. Met de test moet juist worden aangetoond dat iedere WIS, na grondige training, met blauw zwaailicht kan rijden. Brede opzet John: Een tweede randvoorwaarde voor de pilot was dat het in diverse regio s in Nederland, met ieder hun eigen karakter, zou worden uitgezet. Zo zijn ze gekomen tot de regio s Amsterdam, Eindhoven, Zwolle/Groningen en Arnhem/Nijmegen. Grondige training Richard: De grondige training van de weginspecteurs was zowel theorie- als praktijkgericht. Bijvoorbeeld: Hoe rijd je met zwaailicht en sirene door rood licht? Langs een file? Of middendoor? En dan de praktijktraining: het lezen van de weg, van kruispunten, stuurtechniek en een slipcursus: onderstuur, overstuur, rijden met hogere snelheden, drempels nemen, anticiperen, de ruimte opzoeken en netjes rijden: niet puur hard rijden, maar vooral doorrijden. Maakt het verschil in de praktijk? Richard: Ik heb het meegemaakt dat er een pechgeval op de 2de rijstrook (van 5) stond bij de Schipholtunnel. Het verkeer reed er aan beide kanten omheen, waarbij de rode kruisen werden genegeerd. Een collega van me was al 10 minuten onderweg, maar kwam door de drukte niet door het verkeer heen. Daarom werd ik er met prio 1 naartoe gestuurd en was binnen 4 minuten ter plaatse. De winst zit dus duidelijk in het wijken van het verkeer voor blauw zwaailicht en sirene. John: Ik had eenzelfde ervaring. Bij een ongeval op de A50 was de weginspecteur al onderweg. Vervolgens werd ik als OVD opgeroepen. Doordat ik met blauw zwaailicht en sirene reed, was ik eerder ter plaatse dan de weginspecteur, terwijl ik een langere afstand af moest leggen. Wij ervaren het rijden met blauw zwaailicht en sirene dus als een echte verbetering ten opzichte van geel voor het sneller bereiken van een incidentlocatie. De weggebruikers gaan keurig aan de kant en er is veel meer acceptatie voor het inhalen van het overige verkeer dan met alleen een geel zwaailicht. Onze voorlopige conclusies Jelle: Het lijkt erop dat we door de mogelijkheid om sneller ter plaatse te komen met optische en geluidssignalen ook meer als professionele partner worden gezien door de andere hulpdiensten. Er ontstaat bijna automatisch een samenspel met de politie, bijvoorbeeld, waarbij wij vóór het incident de fend-off positie innemen ter beveiliging en zij er meteen voorbij rijden en zich met het incident gaan bezighouden. We zien nu ook al een verwachting ontstaan bij de andere hulpdiensten dat alle weginspecteurs en OVD s met blauw zwaailicht en sirene komen aanrijden. Dat is dus nog niet het geval. En dan nog een belangrijk bijkomend effect: de weginspecteurs rijden door de grondige training nog bewuster, en dus veiliger. René de Bruijn, ANWB: Constant alert blijven op verbeteringen René: Veiligheid is geen kwestie van één keer goed bespreken, regelen en klaar. Veiligheid vraagt om voortdurende alertheid. Steeds moet je je bewust zijn van wat je doet en hoe je het doet. Je moet je blijven afvragen: kan het veiliger? Zijn er nieuwe technieken ontwikkeld die ons werk veiliger kunnen maken? Dat zijn vragen die ons voortdurend bezighouden en die we telkens weer moeten beantwoorden. Richtlijn eerste veiligheidsmaatregelen In 2002 is een begin gemaakt met het opstellen van een multidisciplinaire richtlijn voor de eerste veiligheidsmaatregelen bij incidenten op de weg en in 2004 was de eerste versie klaar. De ANWB is vanaf het begin betrokken geweest bij de ontwikkeling van deze richtlijn. Door de jaren heen werd de richtlijn steeds aangepast aan hoe de maatregelen in de praktijk werkten: in grote lijnen goed, maar hier en daar was er toch ruimte voor verbetering. Deze richtlijn heet tegenwoordig Richtlijn eerste veiligheidsmaatregelen bij verkeersincidenten. En nog altijd werkt een multidisciplinaire werkgroep aan aanscherping van de richtlijn op basis van de praktijkervaringen. Op de werkvloer wordt samenwerking en van elkaar leren ook steeds meer in de praktijk gebracht. Op diverse plaatsen in het land delen we inmiddels locaties en faciliteiten met Rijkswaterstaat. Men rijdt met elkaar mee, wisselt ervaringen uit en leert van elkaar. Intensieve training en opleiding Ook in training en opleiding voeren wij het principe door van voortdurende alertheid. Op ons Intranet reageren onze wegenwachten positief op de intensieve training en opleiding die ze krijgen, met veel aandacht voor veiligheid. En ze zijn blij dat er elk jaar een herhalingstraining is. Als trainingsmateriaal worden praktijkervaringen gebruikt. Dat heeft als voordeel dat het instructiemateriaal onze medewerkers aanspreekt. Zij zien herkenbare situaties en komen samen tot de veiligste keuze. Uiteraard altijd volgens de richtlijn. Maar de richtlijn kan uiteraard niet elke praktijksituatie afdekken. En dan handel je in de geest van de richtlijn. Nieuwe veiligheidskleding Een voorbeeld van voortdurende vernieuwing: in 2015 hebben onze wegenwachten allemaal een 25-delige set nieuwe veiligheidskleding gekregen, veiligheidsklasse 3. De veiligheidskleur is geel geworden in plaats van oranje, omdat uit onderzoek is gebleken dat geel beter zichtbaar is, met name in slecht-zicht situaties. De nieuwe kleding is enthousiast ontvangen door de medewerkers. Het draagt prettig en het past goed, want het is voor iedereen op maat gemaakt. Daarbij is rekening gehouden met de werkhoudingen die nodig zijn voor het werken aan auto s met pech. Waarvoor doen we het eigenlijk? En dan, na tien jaar zonder ongevallen, zijn er in 2015 ineens twee forse incidenten op de vluchtstrook. De wegenwachtvoertuigen zijn total-loss. Maar door het juist opstellen van de wegenwachtvoertuigen, met de juiste stand van de voorwielen en gebruik van verkeerskegels, hebben pechklant en wegenwacht gelukkig geen persoonlijk letsel opgelopen. Als zoiets gebeurt, ga je meteen kijken naar de omstandigheden en of het voorkomen had kunnen worden door anders te handelen of door de voertuigen beter zichtbaar te maken. Maar grondige analyse van de twee incidenten toonde aan dat we niets méér hadden kunnen doen om deze incidenten te voorkomen. En ook aan onze voertuigen viel niets te verbeteren. De kwaliteit van het materiaal en de maatregelen die wij treffen om de weggebruiker en ons personeel voor ongevallen te behoeden, staan dus niet ter discussie. Maar het toont wel aan waarom het nodig is om voortdurend met veiligheid bezig te zijn. Wij doen dus zowel binnen onze eigen organisatie als multidisciplinair het enige dat je voor veiligheid kunt doen: constant alert blijven op verbeteringen.

6 Paul Hagnauer, Wegverkeersleider Rijkswaterstaat: Met blauw zwaailicht rijden geeft ook extra verantwoordelijkheden Marco van den Berg, Adviseur Gevaarlijke Stoffen, LIOGS: Incidenten met gevaarlijke stoffen is ons dagelijks werk Paul: In november 2015 heeft de Landelijke Eenheid van de Politie een team van weginspecteurs en wegverkeersleiders laten kennismaken met de regels die gelden voor het rijden met blauw zwaailicht en sirene. En in de dagen daarna hebben we wel ontdekt dat er veel meer aan vast zit dan alleen die kleur van het zwaailicht. Als wegverkeersleider ben ik vanuit verkeerscentrale De Wijde Blik in Velsen betrokken bij de test met het rijden met blauw zwaailicht en sirene in één van de vier testregio s, namelijk de regio Amsterdam. Spoedeisend protocol Om te beginnen is het, denk ik, goed om uit te leggen dat de politie niet zomaar kan besluiten om met blauw zwaailicht en sirene te gaan rijden. En omdat aan Rijkswaterstaat als hulpverleningsdienst dezelfde eisen wordt gesteld als aan politie, brandweer en ambulancezorg, geldt dus ook voor de weginspecteur van Rijkswaterstaat dat er een goede reden voor moet zijn. In de verkeerscentrale, de meldkamer van Rijkswaterstaat, is daarom een spoedeisend protocol ontwikkeld. Criteria In dit protocol staan 3 criteria voor het sturen van een weginspecteur met optische en geluidssignalen: 1 levensgevaar of een verhoogd risico op vervolgongevallen; 2 een obstakel of voorwerp op de weg; 3 ernstige belemmering van de doorstroming en ernstige filevorming. Op basis hiervan kan de wegverkeersleider besluiten om een weginspecteur met blauw zwaailicht en sirene ter plaatse te sturen. Uitvraagprotocol en brancherichtlijn Bovenstaande criteria kunnen natuurlijk alleen worden gehanteerd als de juiste vragen worden gesteld bij de melding. Daarvoor is een nieuw uitvraagprotocol ontwikkeld. En als onderdeel van de nieuwe status van Rijkswaterstaat als hulpverleningsdienst was het noodzakelijk om net als de andere hulpdiensten een brancherichtlijn te ontwikkelen. Het was al met al dus een behoorlijke omschakeling voor de wegverkeersleiders in de verkeerscentrale. Opleiding weginspecteurs De weginspecteurs hebben ook een gedegen opleiding gekregen. Ze kregen naast theorie ook een meerdaagse rijopleiding met praktijkoefeningen voor het rijden met blauw zwaailicht en sirene. Daarin werd ze geleerd wat wel en wat niet mag bij het rijden met optische en geluidssignalen. En ze kregen vooral ook training in de extra verantwoordelijkheden, die het met zich meebrengt. Je moet extra alert zijn en je bent zelf verantwoordelijk voor wat je doet. Scepsis Het rijden met blauw zwaailicht en sirene werd dan ook niet door alle weginspecteurs direct met enthousiasme ontvangen. Aanvankelijk was er scepsis binnen RWS. Maar het bleek al snel dat het niet echt een grote omschakeling was, eerder een volgende stap in een logisch proces. Want het is de taak van de weginspecteur om verkeersincidenten te beveiligen. En toen duidelijk werd dat het heel positief uitwerkte op de aanrijdtijd, omdat de weggebruikers inderdaad sneller aan de kant gaan, sloeg de scepsis al heel snel om in acceptatie. En ook veel politiemensen zien dit als een goede ontwikkeling in het belang van de veiligheid. Noodzakelijk Paul: Het is dus in de praktijk duidelijk geworden dat rijden met blauw zwaailicht en sirene in bepaalde gevallen noodzakelijk is. Je bent sneller ter plaatse en kan dus eerder beveiligen, waardoor de gevaarzetting afneemt. Daarbij kun je eerder ingrijpen bij het ontstaan van files, waardoor de doorstroming verbetert. Marco: Het Landelijk Informatiepunt Ongevallen Gevaarlijk Stoffen (LIOGS) doet als onderdeel van de Milieudienst Rijnmond elke dag ervaring op met incidenten met gevaarlijke stoffen: in de industrie, bij de scheepvaart en in de haven. Met onze brede ervaring kunnen we een belangrijke bijdrage leveren aan het veilig afhandelen van incidenten met gevaarlijke stoffen op de weg. Samenwerken Ons team van 25 specialisten geeft onafhankelijk en puur technisch advies over onder andere: stof-specifieke bestrijdingsmethoden: wat mag je zeker niet doen en wat wel; het inschatten van het scenario: wat is de meest waarschijnlijke manier waarop het incident zich zal ontwikkelen; het maken van een omgevingsanalyse: wie worden er bedreigd door het incident; het waarschuwen van de bevolking: hoe laat ik het snelst weten wat de bedreigde burgers op de weg of in de omgeving moeten doen. het leggen van contacten met de (chemische) industrie: hoe kunnen we met behulp van productspecialisten de berging ondersteunen. het assisteren bij de sanering: hoe kunnen we op de beste manier de vervuilde omgeving saneren, zodat de weg op een veilige en vlotte manier weer in het verkeer kan worden gebracht. En wij hebben elke dag contact met ons grote netwerk van specialisten, dus we kunnen snel de juiste mensen bereiken bij specifieke problemen. Schakel ons meteen in Marco: Het LIOGS is er dus om vroegtijdig in te schakelen. Wij zijn er om tijdens het hele afhandelingsproces ruggenspraak mee te houden. Dat geldt niet alleen voor de brandweer, maar ook voor de overige IM hulpverleningsdiensten. Dus neem bij incidenten met gevaarlijke stoffen altijd meteen contact met ons op! Voor onmiddellijke assistentie (24/7) : Klik hier voor meer informatie