INRICHTER SPORTEVENEMENT EN DEELNEMER; AANSPRAKELIJKHEID BIJ SCHADE TOEGEBRACHT AAN TOESCHOUWER OF TOEVALLIGE PASSANT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INRICHTER SPORTEVENEMENT EN DEELNEMER; AANSPRAKELIJKHEID BIJ SCHADE TOEGEBRACHT AAN TOESCHOUWER OF TOEVALLIGE PASSANT"

Transcriptie

1 INRICHTER SPORTEVENEMENT EN DEELNEMER; AANSPRAKELIJKHEID BIJ SCHADE TOEGEBRACHT AAN TOESCHOUWER OF TOEVALLIGE PASSANT EEN ALTERNATIEVE BENADERING OP DE ALGEMENE LEER B.E.M.F.C. van Bergen 1

2 INRICHTER SPORTEVENEMENT EN DEELNEMER; AANSPRAKELIJKHEID BIJ SCHADE TOEGEBRACHT AAN TOESCHOUWER OF TOEVALLIGE PASSANT EEN ALTERNATIEVE BENADERING OP DE ALGEMENE LEER Scriptie Universiteit van Tilburg Rechtsgeleerdheid, Privaatrecht Bram van Bergen Studentnummer: Datum: 3 december 2013 Scriptiebegeleidster: Karlijn van Doorn 2

3 Voorwoord Het is mooi om een hobby te combineren met een opleiding. Tijdens de opleiding Hbo-rechten heb ik de kans gehad om het vak sport en recht te volgen. Helaas heb ik op de Universiteit van Tilburg hier geen gevolg aan kunnen geven omdat het vak International Sports Law op het moment dat ik starten met de opleiding niet meer werd gegeven. Het idee opperde dan ook om mijn studieperiode op een mooie manier af te sluiten en een scriptieonderwerp te bedenken dat raakvlakken heeft met sport. Na contact te hebben gehad met o.a. Marjan Olfers, Steven Jellinghaus en Michiel van Dijk (allen sportrechtadvocaten), kondigde zich een mooi onderwerp aan. Een onderwerp dat perfect aansluit op de master Privaatrecht. Vol enthousiasme heb ik een onderzoeksopzet ingeleverd welke werd goedgekeurd. Na het eerste gesprek met mijn scriptiebegeleidster ben ik gemotiveerd begonnen aan mijn onderzoek en heb ik mijn affiniteit met sport kunnen gebruiken om tot dit resultaat te komen. Ik wil hiervoor Karlijn van Doorn bedanken. Zij heeft mij begeleid tijdens het schrijven van mijn scriptie en me geholpen om tot dit resultaat te komen. Op het moment van het schrijven van dit voorwoord sta ik op het punt om af te studeren aan de Universiteit van Tilburg. Iets wat een aantal jaar geleden misschien niet iedereen had verwacht. Verwachting; een woord dat als rode draad door deze scriptie zal lopen.. 3

4 Inhoudsopgave 1. Inleiding Probleembeschrijving Onderzoeksdoel Onderzoeksvraag en deelvragen Theoretisch kader Methode Wetenschappelijke relevantie Maatschappelijke relevantie Aansprakelijkheid in sport- en spelsituaties Inleiding Verhoogde aansprakelijkheidsdrempel Verwachtingshorizon Begrenzing sport- en spelsituaties Contra-indicatie Conclusie De toeschouwer; wel of niet op één lijn met deelnemers onderling? Inleiding De toeschouwer; het kenmerk Verhoogde aansprakelijkheidsdrempel; de toeschouwer op gelijke hoogte gesteld met deelnemers onderling Eigen schuld; de toeschouwer anders benaderd dan deelnemers onderling Mijn conclusie Samenvatting De toevallige passant; wel of geen verwachtingspatroon? Inleiding De toevallige passant; het kenmerk De toevallige passant; geen verwachtingspatroon De toevallige passant; toch een bepaald verwachtingspatroon? Grensgeval toevallige passant/toeschouwer Een andere invalshoek; ongelukkige samenloop van omstandigheden Mijn conclusie Samenvatting De inrichter van een sportevenement; zorgplicht ten opzichte van toeschouwers en toevallige passanten

5 5.1 Inleiding De inrichter van een sportevenement; het kenmerk De zorgplicht van een inrichter van een sportevenement Zorgplicht nummer 1: gewone voorzienbare risico s; waarschuwingsplicht Zorgplicht nummer 2: risico-inventarisatie Zorgplicht nummer 3: bijzondere risico s; veiligheidsvoorschriften en wedstrijdreglementen Zorgplicht nummer 4: trainer/instructeur Samenvatting Conclusie Inrichter sportevenement vs. toeschouwer of toevallige passant Deelnemer vs. toeschouwer Deelnemer vs. toevallige passant Bronnen

6 1. Inleiding 1.1 Probleembeschrijving De meeste sport- en spelsituaties worden gekenmerkt door een zekere mate van onoplettend en onvoorzichtig gedrag van de deelnemer. 1 Een strikte toepassing van het element onrechtmatige gedraging van artikel 6:162 BW zal al snel lijden tot een onrechtmatige daad wanneer er schade is toegebracht in een sport- en spelsituatie. 2 Rechtspraak en literatuur hebben dit echter van de hand gewezen. Algemeen wordt aangenomen dat deelnemen aan een sport of spel nu eenmaal een bepaald risico met zich mee brengt. 3 In het tennisbalarrest heeft de Hoge Raad bepaald dat tussen deelnemers onderling een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel geldt. De Hoge Raad komt tot deze regel door te stellen dat spelers onderling van elkaar van tijd tot tijd misslagen kunnen verwachten. Een dergelijke gedraging moet volgens de Hoge Raad niet als onzorgvuldig worden bestempeld. 4 In het natraparrest 5 dat volgde op het tennisbalarrest heeft de Hoge Raad deze verhoogde aansprakelijkheidsdrempel nader toegelicht en bepaald dat de gedraging van een deelnemer aan een sport als voetbal waardoor aan een andere deelnemer letsel is toegebracht, minder snel onrechtmatig is dan wanneer die gedraging niet in het kader van de sportbeoefening heeft plaatsgevonden. Deelnemers aan sport- en spelsituaties hebben immers anders dan deelnemers aan het maatschappelijke verkeer, tot op zekere hoogte gevaarlijke gedragingen waartoe het spel uitlokt over en weer van elkaar te verwachten. 6 Het bijzondere van sport- en spelsituaties is derhalve dat daarin andere normen kunnen gelden dan normen die in het gewone maatschappelijke verkeer niet geaccepteerd worden. 7 De hierboven beschreven verhoogde aansprakelijkheidsdrempel geldt in eerste instantie tussen deelnemers onderling. Interessant is echter de vraag of deze verhoogde aansprakelijkheidsdrempel 1 K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Achtergrond bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 2 K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Achtergrond bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 3 HR 19 oktober 1990, NJ 1992, 621, HR 28 juni 1991, NJ 1992, 622, A.T. Bolt en J. Spier, De uitdijende reikwijdte van de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, Zwolle: Tjeenk Willink 1996 p. 186, K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Achtergrond bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd), zie in dit verband ook.t. Bolt en J. Spier, De uitdijende reikwijdte van de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, Zwolle: Tjeenk Willink 1996 p. 194 en Heiko van Staveren, Sport en recht, Nieuwegein: Arko Sports media 2007 p HR 19 oktober 1990, NJ 1992, 621, r.o HR 28 juni 1991, NJ 1992, Heiko van Staveren, Sport en recht, Nieuwegein: Arko Sports media 2007 p Heiko van Staveren, Sport en recht, Nieuwegein: Arko Sports media 2007 p

7 ook geldt voor toeschouwers als deze schade lijden door toedoen van een deelnemer. 8 De positie van de toeschouwer wordt immers gekenmerkt door het feit dat deze enerzijds welbewust een sportwedstrijd bijwoont, terwijl zij anderzijds niet zelf betrokken is bij de sportactiviteit. 9 Met andere woorden : de toeschouwer bevindt zich vrijwillig in de gevarenzone van een sport- en spelsituatie. 10 Heeft de toeschouwer in dit geval bewust aanvaard dat het bijwonen van een sportwedstrijd een risico met zich meebrengt? Geheel anders is de positie van een toevallige passant. Deze wordt gekenmerkt door het feit dat hij 11 op generlei wijze bij een sport- en spelsituatie is betrokken. 12 Het spreekt derhalve eigenlijk vanzelf, dat tegenover hen in ieder geval geen verhoogde aansprakelijkheidsdrempel geldt. 13 De vraag is dan welke criteria wel van belang zijn voor de beoordeling van de aansprakelijkheidsvraag. In een zaak tussen een hockeyster en een toevallige passant waarbij de hockeyster een hockeybal tegen het hoofd van een toevallige passant sloeg, gebruikte de rechter het criterium van voorzienbaarheid. Volgens de rechter was voor de hockeyster voorzienbaar dat met haar handeling schade toegebracht zou kunnen worden en derhalve was de hockeyster aansprakelijk. 14 Een interessant feit in deze zaak is echter dat de toevallige passant al bellend, en dus onoplettend, langs het hockeyveld liep. Heeft de toevallige passant door bellend en dus onoplettend over het voetpad te lopen, in bepaalde mate zelf bijgedragen aan het ontstaan van de schade? Om het issue omtrent de aansprakelijkheid in de situatie dat een deelnemer schade toebrengt aan een toeschouwer of toevallige passant volledig te kunnen behandelen is er nog een partij van belang: de 8 A.T. Bolt en J. Spier, De uitdijende reikwijdte van de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, Zwolle: Tjeenk Willink 1996 p. 197, R.H.J. Wildenburg, sport en spel, TVP 2003 nummer 2, p. 57, K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Inleiding bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 9 R.H.J. Wildenburg, sport en spel, TVP 2003 nummer 2, p. 58, K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Toeschouwers bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) zie in dit verband ook Heiko van Staveren, Sport en recht, Nieuwegein: Arko Sports media 2007 p. 221, zie in dit verband ook A.T. Bolt en J. Spier, De uitdijende reikwijdte van de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, Zwolle: Tjeenk Willink 1996 p. 197 en R.H.J. Wildenburg, sport en spel, TVP 2003 nummer 2, p A.T. Bolt en J. Spier, De uitdijende reikwijdte van de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, Zwolle: Tjeenk Willink 1996 p. 199, K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Verhoogde aansprakelijkheidsdrempel bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 11 Daar waar hij staat wordt ook zij bedoeld 12 K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Algemene zorgvuldigheidsmaatstaven bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 13 K.J.O Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Algemene zorgvuldigheidsmaatstaven bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd), A.T. Bolt en J. Spier, De uitdijende reikwijdte van de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, Zwolle: Tjeenk Willink 1996 p Rb. s-hertogenbosch 8 mei 2012, LJN BW5476 4

8 sportvereniging. Een vereniging heeft de zorgplicht om te zorgen voor voldoende veiligheidsmaatregelen op en rondom een sportveld. 15 Met andere woorden: de vereniging is verantwoordelijk voor het terrein waarop een sport of spel wordt beoefend. 16 De vraag die rijst is hoe streng deze bijzondere zorgplicht is en in welke mate de vereniging aansprakelijk gesteld kan worden als deze zorgplicht wordt geschonden. Uit het bovenstaande blijkt dat er nog veel vragen onbeantwoord zijn in de situatie dat een deelnemer schade toebrengt aan een toeschouwer of een toevallige passant. Dit heeft te maken met het feit dat er nog maar weinig jurisprudentie beschikbaar is omtrent dit onderwerp. 17 In deze scriptie zal dan ook worden in gegaan op deze vragen en zal worden onderzocht in hoeverre een deelnemer en een sportvereniging aansprakelijk gesteld kunnen worden door een toeschouwer of een toevallige passant in de situatie dat een deelnemer aan een sport of een spel schade toebrengt aan een toeschouwer of een toevallige passant? 1.2 Onderzoeksdoel De wet geeft geen duidelijk antwoord op de vraag in hoeverre de betrokken partijen (deelnemer, toeschouwer, toevallige passant en sportvereniging) aansprakelijk zijn in de situatie dat een deelnemer aan een sport- en spelsituatie schade toebrengt aan een toeschouwer of een toevallige passant. Ook het gebrek aan jurisprudentie laat deze vragen (deels )onbeantwoord. Het doel van dit onderzoek is om deze leemte op te vullen. Aan het eind van het onderzoek zal kunnen worden aangegeven in hoeverre een deelnemer en een sportvereniging aansprakelijk gesteld kunnen worden door een toeschouwer of een toevallige passant in de situatie dat een deelnemer aan een sport of een spel schade toebrengt aan een toeschouwer of een toevallige passant? 1.3 Onderzoeksvraag en deelvragen De vraag die in dit onderzoek centraal is: Kan een deelnemer aan een sport of een spel of een inrichter van een sportevenement aansprakelijk worden gesteld door een toeschouwer of een toevallige passant in de situatie dat een deelnemer aan 15 HR 6 oktober 1995, NJ 1998, 190, r.o. 8, HR 25 november 2005, NJ 2007, 141, Spier e.a., Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding, Deventer: Kluwer 2009 p. 54 en 55, A.T. Bolt en J. Spier, De uitdijende reikwijdte van de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, Zwolle: Tjeenk Willink 1996 p. 201 en 202, K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Minder soepele veiligheidsnormen bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 16 Spier e.a., Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding, Deventer: Kluwer 2009 p A.T. Bolt en J. Spier, De uitdijende reikwijdte van de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, Zwolle: Tjeenk Willink 1996 p

9 een sport of een spel schade toebrengt aan een toeschouwer of een toevallige passant, en zo ja, in hoeverre kan een deelnemer of een inrichter van een sportevenement in deze situatie aansprakelijk worden gesteld door een toeschouwer of een toevallige passant? De centrale vraag zal aan de hand van de onderstaande deelvragen worden beantwoord. 1. Wat is het geldend recht omtrent aansprakelijkheid voor geleden schade in sport- en spelsituaties? 2. In hoeverre geldt er een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel voor een toeschouwer die zich welbewust in de gevarenzone van een sport- en spelsituatie bevindt? 3. Hoe dient de aansprakelijkheidsvraag te worden beantwoord in de situatie dat een deelnemer aan een sport of een spel schade toebrengt aan een toevallige passant? 4. Hoever reikt de zorgplicht van een inrichter van een sportevenement om een veilige situatie op en rondom een sportveld te waarborgen en in welke mate kan deze inrichter aansprakelijk worden gesteld als deze zorgplicht is geschonden, in de situatie dat een deelnemer aan een sport of een spel schade toebrengt aan een toeschouwer of een toevallige passant? 1.4 Theoretisch kader In sport- en spelsituaties kunnen andere normen gelden met betrekking tot aansprakelijkheid dan in het gewone maatschappelijke verkeer. 18 Er geldt in sport- en spelsituaties een zogenaamde verhoogde aansprakelijkheidsdrempel; gevaarlijke gedragingen in het kader van een sport- en spelsituatie tussen deelnemers onderling zullen minder snel onrechtmatig zijn. 19 De vraag die kan rijzen is of deze verhoogde aansprakelijkheidsdrempel ook voor toeschouwers geldt. 20 De toeschouwer bevindt zich immers welbewust in de gevarenzone van een sport- en spelsituatie. 21 Anders is de positie van een toevallige passant. Deze is op generlei wijze bij een sport- en spelsituatie betrokken. 22 In dit geval rijst de vraag in hoeverre er jegens de toevallige passant veiligheidsnormen in acht dienen te worden genomen. Hierbij is het niet alleen de deelnemer aan een sport- en spelsituatie die deze 18 Heiko van Staveren, Sport en recht, Nieuwegein: Arko Sports media 2007 p. 198 en A.T. Bolt en J. Spier, De uitdijende reikwijdte van de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, Zwolle: Tjeenk Willink 1996 p K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Achtergrond bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 20 K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Inleiding bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd), zie in dit verband ook A.T. Bolt en J. Spier, De uitdijende reikwijdte van de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, Zwolle: Tjeenk Willink 1996 p. 197 en R.H.J. Wildenburg, sport en spel, TVP 2003 nummer 2, p A.T. Bolt en J. Spier, De uitdijende reikwijdte van de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, Zwolle: Tjeenk Willink 1996 p. 197 en K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Verhoogde aansprakelijkheidsdrempel bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 22 Behalve dan dat de schade voortvloeit uit een sport- en spelsituatie 6

10 veiligheidsnormen in acht dient te nemen, ook op een sportverenging rust een bepaalde zorgplicht om te zorgen voor voldoende veiligheidsmaatregelen op en rondom sportvelden Methode Middels een literatuuronderzoek zal worden achterhaald wat verschillende auteurs hebben geschreven omtrent de aansprakelijkheid bij sport- en spelsituatie, specifiek omtrent deelnemers ten opzicht van niet-deelnemers. Voor het literatuuronderzoek zullen naast boeken ook wetgeving en artikelen en andere literatuur met een normstellend karakter 24 worden gebruikt. Naast het literatuuronderzoek zal er ook gebruik worden gemaakt van jurisprudentieonderzoek. Er zal worden gezocht naar jurisprudentie waarbij ter beoordeling van de rechter stond welke partij aansprakelijk was in de situatie dat een deelnemer schade heeft toegebracht aan een toeschouwer of toevallige passant. Er zal getracht worden om zoveel mogelijk uitspraken van de hoogste rechter te hanteren. Echter zullen ook uitspraken van lagere rechter worden gebruikt. De informatie die uit het literatuuronderzoek en uit het jurisprudentieonderzoek komen zal worden geanalyseerd. Vervolgens zal aan de hand van de analyse een antwoord worden geformuleerd op de onderzoeksvraag. Met dit antwoord zal getracht worden om de witte vlekken in de bestaande kennis omtrent dit onderwerp in te vullen Wetenschappelijke relevantie In de bovenstaande uitspraak inzake de hockeyster en de toevallige passant, laat de rechter een aantal vragen onbeantwoord. Ook de wet- en regelgeving geeft geen duidelijk antwoord op deze vragen. Er is immers geen duidelijke regel omtrent de aansprakelijkheid van deelnemers, sportverenigingen en trainers jegens toeschouwers en toevallige passanten in sport- en spelsituaties. Door middel van dit onderzoek wordt gepoogd om aan deze leemte een invulling te geven waardoor er een bijdrage wordt geleverd aan het geldend recht. De wetenschappelijke relevantie bestaat derhalve uit het invullen van de leemte omtrent dit onderwerp. 23 K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Minder soepele veiligheidsnormen bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 24 M.G. Ijzermans en G.A.F.M. van Schaaijk, Oefening baart kunst, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2007 p M.G. Ijzermans en G.A.F.M. van Schaaijk, Oefening baart kunst, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2007 p. 25 7

11 1.7 Maatschappelijke relevantie Sportverenigingen bestaan veelal uit vrijwilligers. Dit kan betekenen dat bij sportverenigingen vaak weinig kennis aanwezig is op juridisch vlak. In een situatie waarin een deelnemer schade toebrengt aan een toeschouwer of een toevallige passant kan hierdoor voor een vereniging een onduidelijke situatie ontstaan hoe zij een dergelijk geval moeten afhandelen. Dit onderzoek zal trachten om deze onduidelijkheid weg te nemen. Als door middel van dit onderzoek de onduidelijkheid omtrent dit onderwerp (deels) wordt weggenomen, hebben de verschillende partijen een handvat hoe zij dienen te handelen. Dit kan bijvoorbeeld bestaan uit het op de hoogte brengen van de risico s van een toeschouwer of het door een sportvereniging verbeteren van de veiligheid op en rondom sportvelden. Middels een kort artikel zullen sportbonden op de hoogte worden gebracht van de uitkomst van dit onderzoek, om via deze weg de verschillende sportverenigingen te kunnen bereiken. 8

12 2. Aansprakelijkheid in sport- en spelsituaties 2.1 Inleiding Om de vraag die centraal staat in dit onderzoek te kunnen beantwoorden is het noodzakelijk om eerst een algemeen beeld te schetsen omtrent aansprakelijkheid in sport- en spelsituaties. Derhalve zal hieronder in paragraaf 2 uiteen worden gezet wat de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel in sporten spelsituaties inhoudt. In paragraaf 3 zal worden beschreven hoever deze verhoogde aansprakelijkheidsdrempel reikt. Om het algemene beeld te vervolledigen is het van belang om in beeld te brengen in welke situaties deze verhoogde aansprakelijkheidsdrempel geldt. Immers dan pas zal de uitkomst van dit onderzoek van toepassing zijn. Derhalve zal in paragraaf 4 worden beschreven wanneer er sprake is van een sport- en spelsituatie. In paragraaf 5 zal een aantal contra-indicaties worden gegeven om de grens van sport- en spelsituaties te verduidelijken. Tot slot zal paragraaf 6 een conclusie geven. 2.2 Verhoogde aansprakelijkheidsdrempel Het bijzondere van sport- en spelsituaties is dat daarin normen kunnen gelden die in het gewone maatschappelijke verkeer niet geaccepteerd worden. 26 Een schouderworp tijdens een judowedstrijd zal immers geoorloofd zijn, terwijl een dergelijke handeling op straat niet zal worden geaccepteerd. De vraag die rijst is waar de grens ligt tussen een rechtmatige en een onrechtmatige handeling in sporten spelsituaties. 27 De Hoge raad stelt in het Tennisbalarrest voorop dat: gedragingen in het kader van het tennisspel, die buiten de spelsituatie onvoorzichtig en daarom onrechtmatig zouden zijn geweest, binnen de spelsituatie dit karakter niet behoeven te hebben, omdat de deelnemers aan het spel gedragingen waartoe het spel uitlokt, waaronder onvermijdelijk van tijd tot tijd ook misslagen, over en weer van elkaar hebben te verwachten, terwijl een dergelijke gedraging niet onzorgvuldig wordt op de enkele grond dat zij door een ongelukkige samenloop van omstandigheden tot gevolg heeft dat een der deelnemers ernstig letsel oploopt Heiko van Staveren, sport en recht, Nieuwegein: Arke Sports Media 2007 p Heiko van Staveren, sport en recht, Nieuwegein: Arke Sports Media 2007 p HR 19 oktober 1990, NJ 1992, 621, r.o

13 Deelnemers aan een sport of spel hebben derhalve tot op zekere hoogte gevaarlijke, slecht gecoördineerde, verkeerd getimede of onvoldoende doordachte gedragingen waartoe die activiteit uitlokt van elkaar te verwachten zonder dat deze gedragingen een onrechtmatigheid opleveren. 29 Men spreekt in dit verband ook wel van een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel. 30 Om te bepalen tot waar deze verhoogde aansprakelijkheidsdrempel reikt, heeft de Hoge Raad een aantal vuistregels geformuleerd voor letseltoebrengend gedrag in sport- en spelsituaties Letseltoebrengend gedrag is in het kader van sportbeoefening minder snel als onrechtmatig te kwalificeren dan daarbuiten het geval zou zijn Het enkele overtreden van de spelregels, waaronder regels ter bescherming van de veiligheid van de spelers, is niet reeds om die reden onrechtmatig. 33 Opvallend is echter wel dat de Hoge Raad in het Judoworparrest het overtreden van een spelregel, namelijk het negeren van een stopcommando, wel als onrechtmatig beschouwde. 34 De Hoge Raad voegde hier echter wel aan toe dat de benadeelde deelnemer deze gedraging niet meer had behoeven te verwachten. 35 Een belangrijke rol zal hier gespeeld hebben dat judo gemakkelijker dan de meeste niet-gevechtssporten leidt tot gevaarlijk gedrag. 36 Een dergelijke sport zal mijns inziens dan ook nopen tot een strikte naleving van de spelregels. Overtreding van een dergelijke regel kan derhalve op zichzelf voldoende zijn voor de onrechtmatigheid van de gedraging. 37 De keerzijde van de medaille is echter of ook zonder overtreding van een spelregel een onrechtmatige daad kan worden gepleegd. 38 Heiko van Staveren vindt dat dit beoordeeld moet worden in de geest van fair play. 39 Deze regel houdt volgens Heiko van Staveren in dat een sterke speler zich inhoudt en dat de zwakke speler ander gedrag niet behoeft te verwachten, ook al zou dat formeel overeenkomstig 29 HR 28 maart 2003, LJN AF 2679, r.o. 3.6 en Spier e.a., Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding, Deventer: Kluwer 2009 p K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Achtergrond bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 31 Spier e.a., Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding, Deventer: Kluwer 2009 p HR 19 oktober 1990, NJ 1992, 621, Spier e.a., Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding, Deventer: Kluwer 2009 p. 52 en Heiko van Staveren, sport en recht, Nieuwegein: Arke Sports Media 2007 p HR 28 juni 1991, NJ 1992, 622 r.o. 3.3, Spier e.a., Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding, Deventer: Kluwer 2009 p. 52 en Heiko van Staveren, sport en recht, Nieuwegein: Arke Sports Media 2007 p HR 11 november 1994, NJ 1996, HR 11 november 1994, NJ 1996, 376, r.o Heiko van Staveren, sport en recht, Nieuwegein: Arke Sports Media 2007 p Spier e.a., Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding, Deventer: Kluwer 2009 p Heiko van Staveren, sport en recht, Nieuwegein: Arke Sports Media 2007 p Heiko van Staveren, sport en recht, Nieuwegein: Arke Sports Media 2007 p.205: Fair play is geen geschreven regel, maar de regel die aangeeft wat de grondwet van die geschreven regels is: de eerlijke krachtmeting onder zo veel mogelijk gelijke omstandigheden, waaruit een winnaar moeten worden aangewezen 10

14 de regels zijn; het bewust smashen van een bal op het lichaam van een tegenstander tijdens een partijtje tennis zou derhalve, hoewel formeel overeenkomstig met de spelregels, toch een onrechtmatige daad op kunnen leveren, als een speler deze smash niet behoeft te verwachten Verwachtingshorizon Het moge nu duidelijk zijn dat deelnemers aan een sport- en spelsituatie tot op zekere hoogte schadeveroorzakende gedragingen van elkaar hebben te verwachten. 41 Wanneer de schadeveroorzakende gedraging binnen dit verwachtingspatroon blijft, zal deze niet als onrechtmatig kunnen worden aangemerkt. 42 De grens van aansprakelijkheid wordt derhalve bepaald door de verwachtingshorizon van de betrokkenen, welke weer wordt bepaald door de situatie waarin de betrokkenen zich bevinden. 43 Een rijkelijk vaag criterium dat de Hoge Raad nog niet nader heeft uitgewerkt. 44 Het hangt af van de concrete omstandigheden van het geval welke door de feitenrechter worden vastgesteld. 45 Duidelijk is dat het moet gaan om een uitzonderlijke en ongebruikelijke gedraging. 46 Zo zal het natrappen in een voetbalwedstrijd een abnormaal gevaarlijke gedragingen met zich meebrengen welke voetbalspelers niet behoeven te verwachten en derhalve tot een onrechtmatige gedraging zal leiden. 47 Ook het negeren van een stopcommando in gevaarlijke sporten, zoals bijvoorbeeld judo, zou een factor kunnen zijn die kan leiden tot een onrechtmatige gedraging. 48 Een botsing tussen twee schaatsers die op dezelfde baan aan het trainen waren leverden volgens de Hoge Raad geen onrechtmatige gedraging op omdat de handelswijze van de schaatsers valt binnen de normale uitvoering van de sport. 49 Ook het raken van een medespeler met een golfstick tijdens de uitvoering van een slag bij een potje midgetgolf, leverde volgens de Hoge Raad geen onrechtmatige gedraging op omdat er geen sprake was van een grove onzorgvuldigheid Heiko van Staveren, sport en recht, Nieuwegein: Arke Sports Media 2007 p B.P.M. van Ravels, Grenzen van voorzienbaarheid, Deventer: Kluwer 2005 p B.P.M. van Ravels, Grenzen van voorzienbaarheid, Deventer: Kluwer 2005 p B.P.M. van Ravels, Grenzen van voorzienbaarheid, Deventer: Kluwer 2005 p. 30, zie in dit verband ook K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Achtergrond bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 44 K.J.O. jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Concretere criteria bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 45 K.J.O. jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Concretere criteria bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 46 B.P.M. van Ravels, Grenzen van voorzienbaarheid, Deventer: Kluwer 2005 p HR 28 juni 1991, NJ 1992, 622, r.o. 3.2 en HR 11 november 1994, NJ 1996, 376, r.o HR 28 maart 2003, LJN AF2680, r.o. 3.3 en HR 20 februari 2004, NJ 2004, 238, r.o

15 2.4 Begrenzing sport- en spelsituaties In welke gevallen er sprake is van een sport- en spelsituatie is niet in algemene zin te zeggen. 51 De Hoge Raad heeft nimmer expliciet aangeven wanneer er sprake is van een sport- en spelsituatie. De Hoge Raad heeft de beoordeling overgelaten aan de feitenrechters. 52 Of er sprake is van een sport- en spelsituatie hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. 53 Hierbij kan worden gedacht aan de aard van de activiteit, het tijdsbestek waarin de activiteit zich voordoet, de plaats waar de activiteit plaatsvindt en de hoedanigheid van de betrokken partijen. 54 Hoewel de Hoge Raad niet expliciet heeft aangegeven wanneer er sprake is van een sport- en spelsituatie, heeft de Hoge Raad in een aantal uitspraken wel duidelijkheid gegeven omtrent de begrenzing van sport- en spelsituaties. 55 In het hiervoor besproken Tennisbalarrest werd in cassatie geklaagd dat er geen sprake was van een sport- en spelsituatie omdat een bal tussen twee games werd overgeslagen. De Hoge Raad concludeert echter dat het overbrengen van tennisballen tussen twee games voor de beoordeling van de onrechtmatigheid daarvan heeft te gelden als een sport- en spelsituatie omdat het overbrengen van een bal geschiedt in het kader van het deelnemen aan het spel. 56 In het Midgetgolfarrest trekt de Hoge Raad deze opvatting nog wat ruimer. Tijdens een midgetgolf spel ging benadeelde op 2 à 3 meter afstand staan van een andere deelnemer die juist met slaan wilde beginnen. De deelnemer zwaaide haar golfstick naar achter waardoor zij benadeelde raakte in het linkeroog. 57 Hier concludeerde de Hoge Raad dat voor de beantwoording van de vraag of er sprake is van een sport- en spelsituatie niet is vereist dat de bij een ongeval betrokkenen rechtstreeks en met elkaar aan het wedijveren zijn, noch ook dat het slachtoffer van het ongeval, wil hij als deelnemer aan het spel kunnen worden beschouwd, ten tijde van het ongeval ook zelf handelingen verrichtte die karakteristiek zijn voor de beoefening van die sport of dat spel. De enkele omstandigheid dat 51 K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Geen scherpe begrenzing bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 52 R.H.J. Wildenburg, 'Sport en spel', Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, 2003, p K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Geen scherpe begrenzing bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 54 Hartkamp en Sieburgh, Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-IV* 2011/59 (elektronisch geraadpleegd) 55 R.H.J. Wildenburg, tijdschrift voor vergoeding personenschade, 2003 p HR 19 oktober 1990, NJ 1992, 621, r.o HR 20 februari 2004, LJN AO

16 benadeelde in afwachting van zijn beurt toekeek hoe de deelnemer het balletje sloeg, brengt dan ook niet mee dat benadeelde daarmee zijn hoedanigheid van deelnemer aan het spel heeft verloren. 58 Interessant met betrekking tot de begrenzing is ook het Witmarsumer Merke arrest. In het Witmarsumer Merke arrest moest de rechter de vraag beantwoorden of er sprake was van een sporten spelsituatie op het moment dat een deelnemer in het water werd gegooid nadat het spel door het luiden van de bel al was geëindigd. De Hoge Raad concludeert dat de verhouding tussen de deelnemers niet direct en geheel behoeft te veranderen doordat aan de betreffende activiteit volgens de daarvoor geldende regels een einde komt. 59 Het zijn niet de spelregels die beslissend zijn voor de vraag of een sport- en spelsituatie formeel begint of eindigt. 60 Een sport- en spelsituatie zal derhalve niet abrupt beginnen en ook niet abrupt weer eindigen. 61 Tussen enerzijds de toestand tijdens de eigenlijke sportof spelactiviteit en anderzijds de toestand ervoor of erna, bestaan vloeiende overgangen. 62 Wat betreft de invulling van de concrete omstandigheden van het geval heeft de Hoge Raad ook een handvat geboden. In het Schaatsongeval arrest komt een schaatser, die op de binnenkant van de baan met een snelheidsoefening bezig is, ten val, waardoor hij over het ijs naar de buitenkant van de baan schuift en in botsing komt met een tweede schaatser, die op dat moment aan de buitenkant van de baan aan het uitrijden is. De tweede schaatser loopt hierdoor schade op. 63 In cassatie wordt geklaagd over het feit dat het Hof hier een sport- en spelsituatie aanwezig acht. De Hoge Raad laat het oordeel van het Hof echter in stand en gebruikt in zijn overweging daartoe dat beide schaatsers op hetzelfde trainingsuur op de dezelfde baan schaatsen, een dergelijke gedraging van elkaar mogen verwachten, het doel van dat trainingsuur en de verdere omstandigheden van het geval. 64 Ook lagere rechters hebben zich uitgesproken over de vraag wanneer er sprake is van een sport- en spelsituatie. Zo zal een wielertocht moeten worden aangemerkt als een sport- en spelsituatie 65 en heeft een student die na een sleespel achter de finish heeft plaatsgenomen en daar stond te kijken 58 HR 20 februari 2004, LJN AO1239 r.o HR 28 maart 2003, LJN AF2679 r.o K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Invloed van spelregels bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 61 Hartkamp en Sieburgh, Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-IV* 2011/59 (elektronisch geraadpleegd) 62 K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Geen scherpe begrenzing bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 63 Hartkamp en Sieburgh, Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-IV* 2011/59 (elektronisch geraadpleegd) 64 HR 28 maart 2003, LJN AF2680 r.o Rb. Zwolle 14 december 1994, LJN AK3473 r.o. 4.2 en Rb. s-hertogenbosch 17 december 1999, LJN AJ6593 r.o

17 naar de afdaling van een andere deelnemer, niet haar hoedanigheid als deelneemster aan het spel verloren. 66 Kortom zijn elementen van sport- en spel aanwezig, dan zal over het algemeen aangenomen kunnen worden dat de betrokken partijen aangemerkt moeten worden als deelnemer aan een sport of spel Contra-indicatie Er zijn echter ook een aantal contra-indicaties. Zo zal een intrinsiek gevaarlijke activiteit die niet of nauwelijks maatschappelijk is geaccepteerd en die ook niet door middel van afspraken is gereguleerd, doorgaans geen sport- of spelsituatie kunnen opleveren. 68 Men kan bij een dergelijke activiteit denken aan een activiteit met explosieven, vuurwerk of wapens. 69 Een andere contra-indicatie geeft de strafrechtelijke afwikkeling van het Leestafelincident. 70 Door het spel leestafel-zooien, waarbij met een leestafel van 1000 kilo een deur werd geramd, liep een bestuurslid van een studentenvereniging zwaar lichamelijk letsel op, doordat hij tussen de deur en de zware leestafel klem kwam te zitten. De Hoge Raad concludeerde hier dat er sprake was van zeer gevaar zettend handelen en er geen duidelijke spelregels waren en er derhalve geen sprake was van een sport- en spelsituatie. 71 Eerder zagen we echter dat spelregels niet beslissend zijn voor de vraag of er sprake is van een sport- en spelsituatie. Annotator N. Keizer vindt dan ook dat niet de afwezigheid van duidelijke spelregel essentieel is, maar de vraag of de aard en de ernst van het letsel vallen binnen het risico dat het slachtoffer door het deelnemen aan het spel redelijkerwijze moet worden geacht te hebben aanvaard. Ook de lagere rechter heeft in een aantal gevallen kennelijk geen sport- en spelsituatie aanwezig geacht. 72 Zo constateerde de rechtbank dat het wegtrappen van een bal tijdens een training in de handbalsport geen gedraging is in het kader van sport en spel omdat handbalsport een dergelijke gedraging niet uitlokt en een mededeelnemer deze gedraging niet hoeft te voorzien. 73 Ook het 66 Rb. s-gravenhage 2 februari 2005, LJN AT3808 r.o C.H. Sieburgh, schade naar aanleiding van sport en spel, Bb 2004, K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Buitengrens: intrinsiek gevaarlijke activiteiten bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 69 Rb. s-hertogenbosch 18 december 2002, LJN AF2055 r.o. 4.3 en K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Buitengrens: intrinsiek gevaarlijke activiteiten bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 70 K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Buitengrens: intrinsiek gevaarlijke activiteiten bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 71 HR 31 oktober 2006, LJN AX9178 (m.nt. N.Keijzer) 72 K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Diverse sport- en spelsituaties afgewezen bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad, Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 73 Rb. Arnhem 3 september 1992, LJN AB8503 r.o

18 uitoefenen van dezelfde sport ten tijde van een schadeveroorzakende handeling, leidt niet zonder meer tot de sport- en spelmaatstaven. 74 Bij de aanvaring tussen twee roeiboten achtte het hof het van belang of partijen in de gegeven omstandigheden over en weer gevaarlijker gedragingen van elkaar moesten verwachten dan wanneer zij zich tot elkaar zouden verhouden als toevallige passanten. In het geval van de aanvaring tussen de twee roeiboten deed zich deze situatie niet voor, aldus het Hof. Het betrof een open vaarweg waarbij in beginsel geldt dat iedereen rechts moet houden en dat partijen ten opzichte van elkaar in de gegeven omstandigheden hebben te gelden als toevallige passanten Conclusie In sport- en spelsituaties gelden andere normen dan in het gewone maatschappelijke verkeer. Een gedraging in het kader van sport en spel is minder snel onrechtmatig dan daarbuiten het geval zou zijn. Voor de beoordeling van een onrechtmatige gedraging in een sport- en spelsituatie is met name van belang wat de benadeelde had kunnen verwachten. Blijft de gedraging binnen dit verwachtingspatroon dan zal er geen sprake zijn van een onrechtmatige gedraging. Het enkel overtreden van een spelregel hoeft derhalve niet te lijden tot een onrechtmatige gedraging. Terwijl een gedraging overeenkomstig de spelregels, wel tot een onrechtmatige gedraging kan leiden als een deelnemer deze gedraging niet behoeft te verwachten. Wanneer er sprake is van een sport- en spelsituatie is echter niet in algemene zin te zeggen en zal afhangen van de concrete omstandigheden van het geval. Aangenomen kan worden dat als er sprake is van elementen van sport en spel, deze situatie over het algemeen heeft te gelden als een sport- en spelsituatie. Hierbij is het niet noodzakelijk dat betrokken partijen met elkaar wedijveren noch dat benadeelde een handeling verricht die karakteristiek is voor die sport of dat spel. Ook spelregels zullen over het algemeen niet beslissend zijn voor de vraag of een sport- en spelsituatie een aanvang heeft genomen of is geëindigd. 74 K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Diverse sport- en spelsituaties afgewezen bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad, Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 75 Hof Amsterdam 6 juli 2010, LJN BN0801 r.o en K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Diverse sport- en spelsituaties afgewezen bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad, Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 15

19 3. De toeschouwer; wel of niet op één lijn met deelnemers onderling? 3.1 Inleiding Om te bepalen in hoeverre de deelnemer aansprakelijk is voor schade toegebracht door deze deelnemer aan een toeschouwer, is het van belang om te weten of en in hoeverre een toeschouwer zelf zijn schade moet dragen die hij heeft geleden bij het kijken naar een sport of een spel. In paragraaf 2 zal ik ten eerste uiteen zetten wat het kenmerk is van een toeschouwer. In paragraaf 3 zal ik uiteen zetten in hoeverre er een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel geldt voor toeschouwers zoals deze ook voor deelnemers aan een sport of een spel onderling geldt. In paragraaf 4 zal ik trachten uiteen te zetten hoe voor de aansprakelijkheidsvraag toeschouwers kunnen worden onderscheiden van deelnemers onderling. Paragraaf 5 zal een conclusie van dit hoofdstuk geven. Volledigheidshalve zal ik in paragraaf 6 een korte samenvatting geven. 3.2 De toeschouwer; het kenmerk Een toeschouwer wordt gekenmerkt door het feit dat zij enerzijds welbewust een bepaalde sport- of spelsituatie bijwoont, terwijl zij anderzijds niet zelf betrokken is bij die activiteit. 76 Het onderscheid tussen toeschouwer en deelnemer is echter niet altijd even duidelijk. In een aantal uitspraken heeft de rechter zich uitgelaten over de vraag of er sprake was van een toeschouwer of een deelnemer. In het midgetgolfarrest 77 bepaalde de Hoge Raad dat een jongen die tijdens een potje midgetgolf op zijn beurt aan het wachten was, niet zijn hoedanigheid als deelnemer had verloren en derhalve niet als toeschouwer kan worden aangemerkt. 78 Het is volgens de Hoge Raad niet noodzakelijk dat de betrokkene ook daadwerkelijk zelf de karakteriserende handeling verricht voor die sport of dat spel om aangemerkt te kunnen worden als deelnemer. 79 In een andere uitspraak 80 oordeelde het Hof dat wanneer een deelnemer aan een squashspel een derde vraagt om hem te vervangen en deze derde op het moment dat hij de squashbaan binnenkomt een squashbal in zijn oog krijgt ten gevolge waarvan hij schade lijdt, deze derde voor de 76 K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Toeschouwers bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162([Onrechtmatige daad), Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd). 77 HR 20 februari 2004, LJN AO HR 20 februari 2004, LJN AO1239 r.o HR 20 februari 2004, LJN AO1239 r.o Hof s-hertogenbosch 2 oktober 2001, LJN AK

20 aansprakelijkheidsvraag niet als deelnemer kan worden aangemerkt. Het Hof meent dat de derde op het moment dat hij de baan binnen trad nog niet deelnam aan het spel. 81 Uit het bovenstaande blijkt dat niet in algemene zin gezegd kan worden wanneer er sprake is van een toeschouwer. Wel kan uit het bovenstaande worden geconcludeerd dat een betrokkene wil deze als toeschouwer kunnen worden aangemerkt, zich in ieder geval welbewust moet bevinden in een omgeving waarbinnen zich een sportactiviteit afspeelt. 82 Dat betrokkene niet zelf de karakteriserende handeling voor die sport of dat spel verricht wil echter niet zeggen dat deze onverkort als toeschouwer dient te worden aangemerkt, terwijl een betrokkene die zich (korte tijd) fysiek in een sport- of spelsituatie bevindt niet altijd als deelnemer dient te worden aangemerkt. 3.3 Verhoogde aansprakelijkheidsdrempel; de toeschouwer op gelijke hoogte gesteld met deelnemers onderling Hoewel het onderscheid tussen deelnemer en toeschouwer niet altijd even duidelijk is, rijst de vraag in hoeverre dit onderscheid van belang is voor de aansprakelijkheidsvraag. Met andere woorden: geldt ook voor een toeschouwer een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel zoals deze ook voor deelnemers aan een sport- en spelsituatie geldt. Bolt en Spier zijn van mening dat niet in valt te zien waarom er voor de beantwoording van de aansprakelijkheidsvraag wanneer een toeschouwer schade lijdt, andere normen zouden moeten worden aangelegd dan tussen deelnemers onderling. 83 Ook van een toeschouwer mag immers verwacht worden dat deze bewust is van de risico s die het kijken naar een sport met zich mee brengt. 84 Met Bolt en Spier is ook Wildenburg van mening dat voor de aansprakelijk van een deelnemer jegens een toeschouwer dezelfde normen moeten worden gehanteerd als die tussen deelnemers onderling gelden. 85 Ook van een toeschouwers mag volgens Wildenburg worden geacht dat deze bewust is van de risico s die eigen zijn aan de sport waarnaar hij kijkt. De rechtbank in Arnhem gaat mee in deze gedachte. De rechter stelt in een uitspraak dat deelnemers onderling van elkaar tot op zekere hoogte gevaarlijke, slecht gecoördineerde, verkeerd getimede of onvoldoende doordachte handelingen of gedragingen waartoe die activiteit uitlokt of die daarin besloten liggen, van elkaar mogen verwachten. 86 Hij voegt daaraan toe dat ook een toeschouwer, hoewel deze niet deelneemt aan de 81 Hof s-hertogenbosch 2 oktober 2001, LJN AK4579 r.o Voor de begrenzing van sport- en spelsituaties wordt terug verwezen naar hoofdstuk 2 83 A.T. Bolt en J. Spier, De uitdijende reikwijdte van de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, Zwolle: Tjeenk Willink 1996 p A.T. Bolt en J. Spier, De uitdijende reikwijdte van de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, Zwolle: Tjeenk Willink 1996 p R.H.J. Wildenburg, Sport en spel, TVP 2003, nummer 2, p Rb. Arnhem 14 november 2011, LJN BU6757 r.o

21 activiteit, deze gedragingen van de deelnemer mag verwachten. 87 Een toeschouwer is zich immers bewust van de risico s die het kijken naar sport of spel met zich meebrengt. 88 Deze actuelere uitspraak van de rechtbank in Arnhem is een bevestiging van een eerdere uitspraak van de rechtbank in s- Hertogenbosch uit 1957 waarin de rechter oordeelde dat een deelnemer aan een wedstrijd pas aansprakelijk is voor schade die hij toebrengt aan een toeschouwer, als deze handeling in het kader van de sportactiviteit als abnormaal kan worden beschouwd. 89 Met deze uitspraak door de rechtbank in s-hertogenbosch wordt een grens getrokken tot waar de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel geldt voor de toeschouwer. Wanneer de handeling van de deelnemer immers niet meer behoort tot een voor de toeschouwer te verwachten gedraging, dan pas zou er sprake kunnen zijn van een onrechtmatige gedraging van deelnemer jegens de toeschouwer. 90 Is de handeling echter objectief gezien een te verwachten gedraging dan zal er geen reden zijn om aan te nemen dat de deelnemer jegens de toeschouwer onrechtmatig heeft gehandeld. 91 De onrechtmatigheid in de verhouding tussen deelnemer en toeschouwer zal derhalve evenals de verhouding tussen deelnemers onderling afhangen van het geobjectiveerde verwachtingspatroon van de toeschouwer. 92 Op grond van dit criterium is de deelnemer derhalve slechts dan jegens een toeschouwer aansprakelijk indien zijn handelen jegens de toeschouwer een zodanige onzorgvuldigheid oplevert, dat het niet meer geacht kan worden inherent te zijn aan een optimale, prestatiegerichte sportbeoefening, die enerzijds de deelnemer nastreeft, en anderzijds de toeschouwer van hem verlangt. 93 Derhalve een vergelijkbaar criterium zoals dat ook wordt gebruikt voor deelnemers onderling. 94 Ook de rechtbank in Arnhem gebruikt dit criterium. 95 Tijdens een mountainbikewedstrijd wordt een toeschouwer aangereden door een deelnemer die ten val komt tijdens een risicovolle afdaling. De rechtbank stelt dat deelnemers aan een mountainbikewedstrijd in het heetst van de strijd doorgaans 87 Rb. Arnhem 14 november 2011, LJN BU6757 r.o Rb. Arnhem 14 november 2011, LJN BU6757 r.o Rb. s-hertogenbosch 8 november 1957, NJ 1958, Rb. s-hertogenbosch 8 november 1957, NJ 1958, 354 en K.J.O. jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Casuïstiek bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 91 A.T. Bolt en J. Spier, De uitdijende reikwijdte van de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, Zwolle: Tjeenk Willink 1996 p K.J.O. jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Casuïstiek bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 93 K.J.O. jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Casuïstiek bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad), kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 94 Voor de precieze uiteenzetting van de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel voor deelnemers onderling wordt terugverwezen naar hoofdstuk 2 95 Rb. Arnhem 14 november 2011, LJN BU

22 grotere risico s nemen dan dat zij in het maatschappelijke verkeer zouden doen. Toeschouwers kunnen derhalve verwachten dat mountainbikers in een gevaarlijke afdaling risico s nemen, en het risico op een valpartij op de koop toenemen. De aantrekkingskracht van toeschouwer om te komen kijken naar een dergelijke wedstrijd is immers mede gelegen in het feit dat er dergelijke risico s worden genomen. 96 De rechtbank achtte dergelijk risicovol rijgedrag als een normale prestatie gerichte wijze van mountainbiken en derhalve kon dit rijgedrag niet als onrechtmatig worden aangemerkt. 97 Dit zou slechts anders zijn als het rijgedrag van de deelnemer niet meer te beschouwen was als een normale prestatie gerichte wijze van mountainbiken. 98 Uit het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat Bolt, Spier en Wildenburg de toeschouwer op één lijn trekken met een mededeelnemer als het gaat om de aansprakelijkheidsvraag. Ook de rechtbank Arnhem en de rechtbank s-hertogenbosch trekken de toeschouwer op één lijn met een mededeelnemer als zij de vraag naar de aansprakelijkheid van de deelnemer dient te beantwoorden. Ik ben echter van mening dat deze verhoogde aansprakelijkheidsdrempel van de toeschouwer niet zonder meer op één lijn getrokken kan worden met een mededeelnemer. Hieronder zal ik trachten uiteen te zetten waarom ik van mening ben dat voor de aansprakelijkheidsvraag toeschouwers op een andere wijze kunnen worden benaderd dan deelnemers onderling. 3.4 Eigen schuld; de toeschouwer anders benaderd dan deelnemers onderling In het voorgaande wordt gesproken over een risicoaanvaarding van een toeschouwer op het moment dat deze bewust een sportactiviteit bijwoont. Eventuele schade die de toeschouwer lijdt als gevolg van het kijken naar een sportactiviteit kan hij niet verhalen op de deelnemer die deze schade aan hem toebrengt. Hiermee wordt gesuggereerd, zoals dit ook voorheen vaak werd getracht, 99 dat de deelnemer die schade toebrengt aan een toeschouwer, als deze aansprakelijk wordt gesteld, een beroep kan doen op deze risicoaanvaarding en dat derhalve de onrechtmatigheid van de gedraging van deelnemer jegens een toeschouwer, tot op een bepaalde hoogte, 100 door deze risicoaanvaarding weg wordt genomen. 101 De Hoge Raad heeft deze grond in sport- en spelsituaties waarbij een deelnemer schade toebrengt aan een mededeelnemer echter afgeschaft. Volgens de Hoge Raad mag 96 Rb. Arnhem 14 november 2011, LJN BU6757 r.o Rb. Arnhem 14 november 2011, LJN BU6757 r.o en Rb. Arnhem 14 november 2011, LJN BU6757 r.o C.C. van Dam, Aansprakelijkheidsrecht, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2002, p. 201 en K.J.O. jansen, Groene Serie Onrechtmatige daad, Risicoaanvaarding bij: Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 (Onrechtmatige daad, Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd) 100 Gedragingen die inherent zijn aan een optimale, prestatiegerichte sportbeoefening, die enerzijds de deelnemer nastreeft, en anderzijds de toeschouwer van hem verlangt 101 Schoordijk, WPNR, 1991/6022, p. 704 en 705, HR 28 juni 1991, LJN ZC0300 r.o. 3.4, C.C. van Dam, Aansprakelijkheidsrecht, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2002, p

Aansprakelijkheid voor onrechtmatige daad in sport- en spelsituaties in Nederland

Aansprakelijkheid voor onrechtmatige daad in sport- en spelsituaties in Nederland Aansprakelijkheid voor onrechtmatige daad in sport- en spelsituaties in Nederland Een onderzoek naar de grenzen van sport- en spelsituaties en de aansprakelijkheid van mededeelnemers en niet- deelnemers

Nadere informatie

Aansprakelijkheid op het ijs

Aansprakelijkheid op het ijs Aansprakelijkheid op het ijs KNSB verenigingsdag voor bestuurders 3 november 2007 Bart Bendel Wouter Vermaas Inhoud workshop Aansprakelijkheid van: Schaatsers Verenigingen Trainers Aansprakelijkheid van

Nadere informatie

Toezichthoudersaansprakelijkheid; de toekomst in sport- en spelsituaties? De sportclub en haar bestuurders aansprakelijk voor gedragingen van leden?

Toezichthoudersaansprakelijkheid; de toekomst in sport- en spelsituaties? De sportclub en haar bestuurders aansprakelijk voor gedragingen van leden? Toezichthoudersaansprakelijkheid; de toekomst in sport- en spelsituaties? De sportclub en haar bestuurders aansprakelijk voor gedragingen van leden? Masterscriptie Tilburg University Tilburg Law School

Nadere informatie

Sport en Recht. Mr. A.H.A. Beijersbergen van Henegouwen

Sport en Recht. Mr. A.H.A. Beijersbergen van Henegouwen Sport en Recht Mr. A.H.A. Beijersbergen van Henegouwen Sportrecht Wat is sportrecht? Verenigingsrecht Aansprakelijkheid Bestuursaansprakelijkheid Sport en spel ISR/ dopingreglement uitstapje naar België

Nadere informatie

13-05- 14. Programma van vandaag. Aansprakelijkheid van (brede) scholen

13-05- 14. Programma van vandaag. Aansprakelijkheid van (brede) scholen 13 mei 2014 Netwerk sport bewegen en gezonde leefstijl Brechtje Paijmans Doelen Advocatuur & Universiteit Utrecht paijmans@doelenadvocatuur.nl Programma van vandaag ongevallen Aspecten van verzekering

Nadere informatie

DE CIVIELE AANSPRAKELIJKHEID VAN DEELNEMERS AAN SPORT- EN SPELSITUATIES

DE CIVIELE AANSPRAKELIJKHEID VAN DEELNEMERS AAN SPORT- EN SPELSITUATIES DE CIVIELE AANSPRAKELIJKHEID VAN DEELNEMERS AAN SPORT- EN SPELSITUATIES Swana van Schaardenburg, februari 2012 Swana van Schaardenburg, februari 2012 Begeleider: mw. mr. N.L. den Hollander Illustratie:

Nadere informatie

De civiele aansprakelijkheid van sportorganisatoren

De civiele aansprakelijkheid van sportorganisatoren De civiele aansprakelijkheid van sportorganisatoren Dient de civiele aansprakelijkheidsnorm voor sportorganisatoren aangepast te worden gelet op de grote risico s die aan de beoefening van sport kleven?

Nadere informatie

Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen

Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen mr. Harold de Boer mr. Stephan de Vries 12 januari 2015 Sport Fryslân De Haan Advocaten & Notarissen PROGRAMMA 1. Inleiding 2. Bestuur en Taak - interne aansprakelijkheid

Nadere informatie

Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen)

Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen) Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen) Noot I. van der Zalm Overlijdensschade. Schadeberekening. Inkomensschade.

Nadere informatie

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? september 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch

Nadere informatie

Maar wij hebben alles goed geregeld. juridische zaken waar Stichtingen Present mee te maken kunnen krijgen

Maar wij hebben alles goed geregeld. juridische zaken waar Stichtingen Present mee te maken kunnen krijgen Maar wij hebben alles goed geregeld toch? juridische zaken waar Stichtingen Present mee te maken kunnen krijgen Achtergrond Jurist (privaatrecht en strafrecht) Register-Expert Nostimos Letselschadedeskundigen

Nadere informatie

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus

Nadere informatie

Aansprakelijkheid Scholen

Aansprakelijkheid Scholen Aansprakelijkheid Scholen Mr. B.M. (Brechtje) Paijmans KBS Advocaten / Universiteit Utrecht 12 januari 2011 1 www.kbsadvocaten.nl NRC Handelsblad 11 maart 2006 2 Schade op school: aansprakelijke partijen

Nadere informatie

De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp

De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp Definities Huishoudelijke hulp De behoefte aan huishoudelijke ondersteuning door derden, bestaande uit bijvoorbeeld de activiteiten schoonmaken, koken, boodschappen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat het regionale politiekorps Utrecht hun verzoek om vergoeding van de schade als gevolg van een politieonderzoek in

Nadere informatie

Privaatrechtelijk kostenverhaal door de wegbeheerder

Privaatrechtelijk kostenverhaal door de wegbeheerder Privaatrechtelijk kostenverhaal door de wegbeheerder De Hoge Raad schept duidelijkheid over verhaal van kosten voor opruimwerkzaamheden na een ongeval Hoge Raad van 12 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3594

Nadere informatie

Artikelen. this jurisquare copy is licenced to Universiteit Utrecht. Letsel & Schade 2015 nr. 4. 368 Sport en spel. In de verlenging?

Artikelen. this jurisquare copy is licenced to Universiteit Utrecht. Letsel & Schade 2015 nr. 4. 368 Sport en spel. In de verlenging? Artikelen 368 Sport en spel. In de verlenging? mr.dr. B.M. Paijmans 1 Een ongeluk tijdens sport en spel ontstaat gemakkelijk. Het vestigen van aansprakelijkheid van een medespeler is moeilijker. Sinds

Nadere informatie

Lijst van gebruikte afkortingen

Lijst van gebruikte afkortingen Inhoudsopgave Lijst van gebruikte afkortingen IX 1 Inleiding 1 1.1 Achtergrond: causaliteitsonzekerheid in het aansprakelijkheidsrecht 1 1.2 Relevantie en afbakening van het onderzoek 3 1.2.1 Relevantie

Nadere informatie

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183 Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Auteurs: mr. M. Verheijden en mr. L. Stevens Samenvatting In maart 2009 vindt een

Nadere informatie

Nieuwsbrief Smit Juridisch Advies Oktober Veel leesplezier!

Nieuwsbrief Smit Juridisch Advies Oktober Veel leesplezier! Nieuwsbrief Smit Juridisch Advies Oktober 2016 Smit Juridisch Advies is een kantoor gespecialiseerd in de behandeling van letselschade. Wij bieden slachtoffers van letselschade ondersteuning en zorgen

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Verwijzen naar digitale bronnen

Verwijzen naar digitale bronnen Verwijzen naar digitale bronnen Aanvulling op de Leidraad voor juridische auteurs 2013 I. Bennigsen mr. dr. L.D. van Kleef-Ruigrok 2 februari 2015 1 1 Inleiding In de Leidraad voor juridische auteurs 2013

Nadere informatie

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 Rapport Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de griffie van het gerechtshof Den Haag hem het arrest van 17 juli 2008 niet heeft toegestuurd met als gevolg

Nadere informatie

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid.

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. Annotatie bij HR 27-02-2009, C07/168HR, LJN BG6445 Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. [BW art. 6:162] Een gefailleerde natuurlijke persoon heeft de eigendom

Nadere informatie

Verwijzen naar digitale bronnen

Verwijzen naar digitale bronnen Verwijzen naar digitale bronnen Aanvulling op de Leidraad voor juridische auteurs 2013 I. Bennigsen mr. dr. L.D. van Kleef-Ruigrok 27 januari 2014 1 1 Inleiding In de Leidraad voor juridische auteurs 2013

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

structureren onderzoeksverslag terugkombijeenkomst

structureren onderzoeksverslag terugkombijeenkomst structureren onderzoeksverslag terugkombijeenkomst programma 19:00 20:00 presentatie onderzoeksverslag 20:00 20:15 pauze 20:15 21:15 bespreking knelpunten en individuele begeleiding programma 9:30 10:15

Nadere informatie

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen?

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Feiten In 2007 vindt een ongeval plaats tussen twee auto s. De ene wordt

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

De Kelderluikcriteria: (still) hot or not?

De Kelderluikcriteria: (still) hot or not? De Kelderluikcriteria: (still) hot or not? PIV Jaarconferentie 18 maart 2016 Saskia Phoelich-Pontier NN Advocaten Stelling De Kelderluikcriteria geven onvoldoende handvatten om in specifieke gevallen te

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), maart, Nr. 6, BB 2019/112 16 januari 2019 Gerechtshof Den Haag Belanghebbende heeft onderzoek ter zitting van de rechtbank

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2013:11405

ECLI:NL:RBZWB:2013:11405 ECLI:NL:RBZWB:2013:11405 Instantie Datum uitspraak 30-10-2013 Datum publicatie 12-09-2014 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer 02/264757 / HA ZA 13-397 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Bevoegdheid ombudscommissie De gemeente heeft de klacht behandeld. Daarmee is de ombudscommissie bevoegd tot het doen van onderzoek.

Bevoegdheid ombudscommissie De gemeente heeft de klacht behandeld. Daarmee is de ombudscommissie bevoegd tot het doen van onderzoek. 1 van 5 De X Ons kenmerk 2015 100 Contactpersoon mw. mr. A.D. van Zeben Datum 4 februari 2016 Bijlage(n) Onderwerp reactie op uw klacht Geachte heer X, De Overijsselse Ombudsman ontving uw klacht van 11

Nadere informatie

De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp

De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp Definities Huishoudelijke hulp De behoefte aan huishoudelijke ondersteuning door derden, bestaande uit activiteiten als schoonmaakwerkzaamheden, koken, boodschappen

Nadere informatie

WEBINAR Kwalitatieve aansprakelijkheid febr. 2015

WEBINAR Kwalitatieve aansprakelijkheid febr. 2015 Datum 28-02-2014 1 WEBINAR Kwalitatieve aansprakelijkheid febr. 2015 Jurisprudentie Actualiteiten Datum 28-02-2014 2 Rb. Gelderland 15 oktober 2014, C/05/253886 / HA ZA 13-753 (Zurich-Gem. Nijmegen)(niet

Nadere informatie

Aansprakelijkheid bij sport en spel

Aansprakelijkheid bij sport en spel Aansprakelijkheid bij sport en spel Mr. N.K. van Mullem * INLEIDING Eén van de pijlers van het privaatrecht is de onrechtmatige daad. Waar in beginsel geldt dat een ieder zijn eigen schade draagt kunnen

Nadere informatie

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: OB/001 Kenmerk: 00.061.063 Openbaarmaking onder kenmerk: Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van de besluiten

Nadere informatie

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483 ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer

Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer 14 februari 2011 A.M. Hol, Universiteit Utrecht 1 Vraagstelling: Heeft overschrijding

Nadere informatie

Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer

Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer Wie zijn wij? Melior Verzekeringen - Marc Mutsaars accountmanager - Cherrie Elfferich senior jurist overheidsaansprakelijkheid Wat gaan we vandaag doen? Ochtend:

Nadere informatie

VOORWOORDEN BIJ EERDERE DRUKKEN

VOORWOORDEN BIJ EERDERE DRUKKEN VOORWOORDEN BIJ EERDERE DRUKKEN Bij de zevende druk In de derde band worden de titels 6.3 (Onrechtmatige daad) en 6.4 (Verbintenissen uit andere bron dan onrechtmatige daad of overeenkomst) behandeld als

Nadere informatie

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Mr. Bert Kabel (1) Inleiding In het hedendaagse verkeer komt het regelmatig voor dat verkeersdeelnemers elkaar geen voorrang verlenen. Gelukkig

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:2000

ECLI:NL:RBMNE:2017:2000 ECLI:NL:RBMNE:2017:2000 Instantie Datum uitspraak 22-03-2017 Datum publicatie 12-05-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/409379 / HA ZA 16-112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2011:BQ4203

ECLI:NL:PHR:2011:BQ4203 ECLI:NL:PHR:2011:BQ4203 Instantie Datum uitspraak 28-06-2011 Datum publicatie 28-06-2011 Zaaknummer 09/04602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2008:BC3860

ECLI:NL:RBSGR:2008:BC3860 ECLI:NL:RBSGR:2008:BC3860 Instantie Datum uitspraak 06-02-2008 Datum publicatie 08-02-2008 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 287906 - HA ZA 07-1646 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont

Nadere informatie

NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS

NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS De heeft in december 2008 wederom drie interessante arresten gewezen inzake werkgeversaansprakelijkheid voor verkeersletsel

Nadere informatie

Zelfredzaamheid Persoonlijke verzorging en algemene dagelijkse levensverrichtingen. De zelfredzaamheid valt niet onder de norm huishoudelijke hulp.

Zelfredzaamheid Persoonlijke verzorging en algemene dagelijkse levensverrichtingen. De zelfredzaamheid valt niet onder de norm huishoudelijke hulp. De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp Versie 3: normbedragen en termijn aangepast per 1 juli 2009 Definities Huishoudelijke hulp De behoefte aan huishoudelijke ondersteuning door derden, bestaande

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

Symposium Relativiteit EUR - Wouter den Hollander 4 november 2016

Symposium Relativiteit EUR - Wouter den Hollander 4 november 2016 Symposium Relativiteit EUR - Wouter den Hollander 4 november 2016 Waar hebben we het over? Twee varianten van het relativiteitsvereiste Artikel 6:162 lid 1 BW: Artikel 6:163 BW: Hij die jegens een ander

Nadere informatie

De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp

De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp Definities Huishoudelijke hulp De behoefte aan huishoudelijke ondersteuning door derden, bestaande uit activiteiten als schoonmaakwerkzaamheden, koken, boodschappen

Nadere informatie

Proportionele aansprakelijkheid & de beginselen en doelen

Proportionele aansprakelijkheid & de beginselen en doelen Datum: 31 januari 2012 Proportionele aansprakelijkheid & de beginselen en doelen Hoe verhouden de voorwaarden waaronder proportionele aansprakelijkheid wordt toegepast zich tot de beginselen en doelen

Nadere informatie

Gedragscode. Inhoudsopgave

Gedragscode. Inhoudsopgave Gedragscode Inhoudsopgave Inleiding... 2 Wat is een gedragscode?... 2 Een gedragscode is geen wet... 3 Gedragscode voor de sport... 3 Richtlijnen voor afspraken binnen een gedragscode... 3 Sporters...

Nadere informatie

Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde

Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft in een groot aantal uitspraken stelling genomen tegen de verwijzing van een schuldloze derde door

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Limburg. Datum: 16 oktober 2013. Rapportnummer: 2013/147

Rapport. Rapport over een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Limburg. Datum: 16 oktober 2013. Rapportnummer: 2013/147 Rapport Rapport over een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Limburg. Datum: 16 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/147 2 Aanleiding Op 7 april 2013 om 16.52 uur komt er bij de regionale eenheid

Nadere informatie

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012 BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT SUCCESSIEWET OOK VOOR PRIVÉVERMOGEN? Op 13 juli 2012 heeft rechtbank Breda uitspraak gedaan in een zaak over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet 1956 (LJN:

Nadere informatie

Inleiding. 1.1 Probleemanalyse

Inleiding. 1.1 Probleemanalyse HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Probleemanalyse Winstafdracht conform art. 6:104 BW geeft de benadeelde, die schade lijdt als gevolg van een onrechtmatige daad of tekortkoming in de nakoming van een verbintenis,

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and

Nadere informatie

Privaatrechtelijke aansprakelijkheid kwaliteitsborgers en instrumentbeheerders. Monika Chao-Duivis Directeur IBR/hoogleraar bouwrecht TU Delft

Privaatrechtelijke aansprakelijkheid kwaliteitsborgers en instrumentbeheerders. Monika Chao-Duivis Directeur IBR/hoogleraar bouwrecht TU Delft Privaatrechtelijke aansprakelijkheid kwaliteitsborgers en instrumentbeheerders Monika Chao-Duivis Directeur IBR/hoogleraar bouwrecht TU Delft Vragen Hoe zit het met de privaatrechtelijke aansprakelijkheid

Nadere informatie

Privaatrechtelijke aansprakelijkheid kwaliteitsborgers en instrumentbeheerders

Privaatrechtelijke aansprakelijkheid kwaliteitsborgers en instrumentbeheerders Privaatrechtelijke aansprakelijkheid kwaliteitsborgers en instrumentbeheerders Voordracht 9 juni 2015, Minisymposium Juridische gevolgen voor kwaliteitsborgers en instrumentbeheerders Monika Chao-Duivis

Nadere informatie

DE GRONDWET - ARTIKEL HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING

DE GRONDWET - ARTIKEL HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING DE GRONDWET - ARTIKEL 140 - HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING Bestaande wetten en andere regelingen en besluiten die in strijd zijn met een verandering in de Grondwet, blijven gehandhaafd, totdat daarvoor

Nadere informatie

De aansprakelijkheid van de bindend adviseur: de betekenis van de Greenworld-maatstaf bij zuiver en onzuiver bindend advies.

De aansprakelijkheid van de bindend adviseur: de betekenis van de Greenworld-maatstaf bij zuiver en onzuiver bindend advies. De aansprakelijkheid van de bindend adviseur: de betekenis van de Greenworld-maatstaf bij zuiver en onzuiver bindend advies Pauline Ernste Maatstaven voor aansprakelijkheid Handelen Arbiter Bindend adviseur

Nadere informatie

Interactieve gids bij de Leidraad voor juridische auteurs

Interactieve gids bij de Leidraad voor juridische auteurs Page 1 of 12 Interactieve gids bij de Leidraad voor juridische auteurs De gids is voor RechtenOnline samengesteld door de UB Maastricht. Mr drs CJP van Laer C.vanLaer@ub.unimaas.nl Dit is een gids bij

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van scholen

Aansprakelijkheid van scholen 18 april 2013 NVOR Brechtje Paijmans Doelen Advocatuur & Universiteit Utrecht paijmans@doelenadvocatuur.nl Programma van vandaag Kwaliteit van het onderwijs Aansprakelijkheid (en) Twee verschillende rechtsverhoudingen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 Rapport Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 2 Klacht Op 10 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer D. te Heemstede, met een klacht over een gedraging van de Huurcommissie

Nadere informatie

Inleiding. Het systeem II 15. Causaal verband Relativiteit Groepsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor personen

Inleiding. Het systeem II 15. Causaal verband Relativiteit Groepsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor personen Inhoud I 1 2 Deel 1 II 3 4 5 6 7 8 9 10 III 11 12 13 14 15 Inleiding Aansprakelijkheidsrecht Het systeem Vestiging Aansprakelijkheid voor eigen onrechtmatig handelen (art. 6:162 BW) Onrechtmatige daad

Nadere informatie

Strafrecht als waarborg voor kwaliteit van zorg?

Strafrecht als waarborg voor kwaliteit van zorg? Strafrecht als waarborg voor kwaliteit van zorg? een benadering vanuit de gezondheidsrechtelijke praktijk mr. W.R. Kastelein, advocaat/partner Nysingh advocaten-notarissen N.V. te Zwolle tel. 038-425 9155

Nadere informatie

Klaag op tijd én op de juiste wijze (!): het toetsingskader voor verval van recht

Klaag op tijd én op de juiste wijze (!): het toetsingskader voor verval van recht Klaag op tijd én op de juiste wijze (!): het toetsingskader voor verval van recht Author : gvanpoppel Klachtplicht Bij het verrichten van een gebrekkige prestatie of de levering van een gebrekkige zaak,

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

Hof Den Bosch ingehaald door de Hoge Raad; blokkeringsrecht bij medische expertise

Hof Den Bosch ingehaald door de Hoge Raad; blokkeringsrecht bij medische expertise PIV Bulletin 5 Inhoud Pagina 1 Blokkeringsrecht bij medische expertise Pagina 3 Aansprakelijkheid bij midgetgolf? Pagina 6 Schadeomvang, causaal verband, stelplicht en bewijslast Pagina 8 Persoonlijke

Nadere informatie

NIS-bijeenkomst 17 januari 2013. Herstelcoach Actualiteiten. Arlette Schijns

NIS-bijeenkomst 17 januari 2013. Herstelcoach Actualiteiten. Arlette Schijns NIS-bijeenkomst 17 januari 2013 Herstelcoach Actualiteiten Arlette Schijns Wat ga ik met jullie bespreken? Herstelcoach: de juridische inbedding Actualiteiten - Verkeersongevallenjurisprudentie: 7:611

Nadere informatie

De werkgever en het kelderluik

De werkgever en het kelderluik ARTIKELEN De werkgever en het kelderluik Over toepassing van de Kelderluik-criteria bij artikel 6:162 en artikel 7:658 BW 1 Inleiding In de jaren zestig van de vorige eeuw hebben zogenoemde gezichtspuntencatalogi

Nadere informatie

Verzekeringsrecht. De nieuwe verjaringsregeling. mr. A.E. Krispijn 1. 1. Inleiding. 2. Vóór 1 juli 2010

Verzekeringsrecht. De nieuwe verjaringsregeling. mr. A.E. Krispijn 1. 1. Inleiding. 2. Vóór 1 juli 2010 mr. A.E. Krispijn 1 De nieuwe verjaringsregeling 39 (Wijzigingen van artikel 7:942 BW) 1. Inleiding Op 1 juli 2010 zijn de Wet deelgeschilprocedure bij letselen overlijdensschade ( Wet deelgeschilprocedure,

Nadere informatie

Alles wat je altijd al wilde weten. Kennisdag Sport en bewegen in de buurt 6 december 2018

Alles wat je altijd al wilde weten. Kennisdag Sport en bewegen in de buurt 6 december 2018 Alles wat je altijd al wilde weten Kennisdag Sport en bewegen in de buurt 6 december 2018 Roep maar! Arbeidsvoorwaarden Kahoot Rechtspositie werknemer De juridische relatie tussen jou en je werkgever is

Nadere informatie

ECGF/U200801752 Lbr. 08/174

ECGF/U200801752 Lbr. 08/174 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 betreft OZB-procedure tegen Staat uw kenmerk ons kenmerk ECGF/U200801752 Lbr. 08/174 bijlage(n) datum 15 oktober 2008

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377

Rapport. Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377 Rapport Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de beheerder van het regionale politiekorps Midden en West Brabant bij brief gedateerd 10 februari 2005 zijn

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Fair play: onderlinge omgang

Hoofdstuk 4 Fair play: onderlinge omgang Hoofdstuk 4 Fair play: onderlinge omgang Dit hoofdstuk gaat over onderlinge omgang, het derde aandachtsgebied van fair play. In de eerste twee paragrafen (4.1 en 4.2) wordt aan de hand van de begrippen

Nadere informatie

Onrechtmatige overheidsdaad

Onrechtmatige overheidsdaad s tu diepock et s p r i v a a t r e c h t 28 Onrechtmatige overheidsdaad Rechtsbescherming door de burgerlijke rechter derde druk Prof. mr. G.E. van Maanen Prof. mr. R. de Lange 2000 W.E.J. Tjeenk Willink

Nadere informatie

Stappenplan. Ter beoordeling van onrechtmatigheid en eigen schuld in het kader van de artikelen 6:162 en 6:101 BW

Stappenplan. Ter beoordeling van onrechtmatigheid en eigen schuld in het kader van de artikelen 6:162 en 6:101 BW Stappenplan Ter beoordeling van onrechtmatigheid en eigen schuld in het kader van de artikelen 6:162 en 6:101 BW Vestiging van de aansprakelijkheid Omvang van de schadevergoeding Stappenplan ter beoordeling

Nadere informatie

1.2. Het Gerechtshof heeft nagelaten te onderzoeken hoe de Belgische autoriteiten de beschikking hebben gekregen over de deze microfiches.

1.2. Het Gerechtshof heeft nagelaten te onderzoeken hoe de Belgische autoriteiten de beschikking hebben gekregen over de deze microfiches. MIDDEL 1 Schending en/of verkeerde toepassing van het Nederlands recht, waaronder mede begrepen schending van enig algemeen beginsel van behoorlijk bestuur en/of verzuim van vormen, waarvan de niet-inachtneming

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Kamervragen van het lid Koser Kaya

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Kamervragen van het lid Koser Kaya De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen

Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering Mr. drs. KP. van Koppen Kluwer - Deventer - 1998 Voorwoord V Gebruikte afkortingen XV Algemene inleiding en verantwoording 1 Verantwoording 1 2 Een körte schets

Nadere informatie

Inleiding. Drenth). 3 Zie ook HR 5 december 1997, NJ 1998, 400 m.nt. Jac. Hijma onder HR 5 december 1997, NJ 1998,

Inleiding. Drenth). 3 Zie ook HR 5 december 1997, NJ 1998, 400 m.nt. Jac. Hijma onder HR 5 december 1997, NJ 1998, W. Dijkshoorn & S.D. Lindenbergh, Buitengerechtelijke kosten en eigen schuld. HR 21 september 2007, RvdW 2007, 789 (Manege Bergemo), Maandblad voor Vermogensrecht 2007, p. 252-256. Buitengerechtelijke

Nadere informatie

Aansprakelijkheid bij Arbeidsongevallen

Aansprakelijkheid bij Arbeidsongevallen Congres Veiligheid & Toezicht 10 november 2014 Aansprakelijkheid bij Arbeidsongevallen Mr. E.H. de Joode Inleiding Veiligheid & Toezicht Op de werkvloer Ondergeschiktheid werknemer Zorgplicht werkgever

Nadere informatie

» Samenvatting. » Uitspraak. » Noot

» Samenvatting. » Uitspraak. » Noot JA 2008/160 Rechtbank Rotterdam 16 juli 2008, 265963/HA ZA 06-2067; LJN BD7436. ( Mr. Hes-Bakkeren ) [Eiseres] te Rotterdam, eiseres, procureur: mr. H. Carels, tegen stichting Stichting All Year Round

Nadere informatie

B35 Schadevergoeding: algemeen, deel 2

B35 Schadevergoeding: algemeen, deel 2 Monografieen BW B35 Schadevergoeding: algemeen, deel 2 Prof. mr. C.J.M. Klaassen Kluwer - Deventer - 2007 Inhoud VOORWOORD XI LUST VAN AFKORTINGEN XIII LUST VAN VERKORT AANGEHAALDE LITERATUUR XV I INLEIDING

Nadere informatie

Turbo-liquidatie en de bestuurder

Turbo-liquidatie en de bestuurder Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten

Nadere informatie

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij

Nadere informatie

De goede werkgever. G.J.J. Heerma van Voss Leiden Vereniging voor arbeidsrecht - 26 mei 2011. Leiden University. The university to discover.

De goede werkgever. G.J.J. Heerma van Voss Leiden Vereniging voor arbeidsrecht - 26 mei 2011. Leiden University. The university to discover. Programma 13.30 uur ontvangst 14.00 uur opening prof. mr. W. (Willem) Bouwens 14.05 uur prof. mr. E. (Evert) Verhulp 14.15 uur prof. mr. G. (Guus) Heerma van Voss 15.00 uur stellingen 15.30 uur pauze 16.00

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 086 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht in verband met strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag en verhoging

Nadere informatie