Aan: Burgemeester en wethouders van de gemeente Bunschoten Postbus GE Bunschoten-Spakenburg

Transcriptie

1 Aan: Burgemeester en wethouders van de gemeente Bunschoten Postbus GE Bunschoten-Spakenburg Baarn, 13 april 2016 Uw kenmerk: NL.IMRO.0313.Buitengebied Betreft: Inspraakreactie Voorontwerp Bestemmingsplan Buitengebied gemeente Bunschoten Geacht college van burgemeester en wethouders, Via de website van de gemeente Bunschoten, nam het bestuur van de Stichting Behoud de Eemvallei (hierna: Stichting) kennis het Voorontwerp Bestemmingsplan buitengebied Bunschoten (hierna: Voorontwerp), nummer.nl.imro.0313.buitengebied van burgemeester en wethouders van Bunschoten. De planlocatie ligt in het landelijk gebied van de Eempolder van Bunschoten, dus deeluitmakend van de Eemvallei. De Stichting maakt zich ernstige zorgen over dit plan en dient hierbij een inspraakreacie in. De stichting is van mening dat het plan strijdig is met o.a. de regelgeving als neergelegd in de Provinciale Ruimtelijke Verordening/ Provincie Utrecht 2013 (hierna: PRV) die instructienormen inhouden, die kaderstellend zijn voor het opstellen van bestemmingsplannen. Begrenzing van het plangebied

2 Onder punt 1.2 van uw Voorontwerp geeft u de begrenzing via afbeelding 1.2 van het plangebied in het buitengebied van de gemeente aan. Dat betreft het bovenstaande kaartje met de tekst Begrenzing bij Voorontwerp. De Stichting ziet echter daarop dat u de woonwijk Eemdijk-Oost al buiten het Voorontwerp heeft gelaten. De stichting kan zich daarmee niet verenigen omdat u daarmee bij Eemdijk het bestemmingsplan Eemdijk-Oost indirect uit uw Voorontwerp heeft verwijderd waarmee u de begrenzing van het plangebied van uw Voorontwerp heeft gewijzigd. De Stichting raadpleegde op woensdag 13 april 2016 de provinciale website om te zien of de Rode Contour van Eemdijk was verlegd hetgeen niet het geval is, zie het nevenstaande kaartje met de tekst 'Rode contour Eemdijk' Zie daarvoor de webkaart Rode Contouren op de provinciale website. De Stichting wijst u erop dat het namelijk nog onzeker is of het bestemmingsplan Eemdijk-Oost de toets der kritiek van de Raad van State kan doorstaan. Dit deel uit uw plan dient volgens de Stichting derhalve te worden verwijderd. In uw Voorontwerp geeft u aan dat Eemdijk-Oost buiten het plangebied valt. Maar wat bedoeld u daar precies mee? U spreekt in het geheel niet over de rode contour van dit gebied. De rode contour ligt nog steeds zoals is weergegeven op de nevenstaande provinciale kaart Rode contour Eemdijk. In het nevenstaande linker kaartje heeft u met een rode lijn de begrenzing van het Voorontwerp aangeven, maar dat is dus niet de Rode contour. In de PRS en PRV heeft de provincie rode contouren opgenomen als begrenzing van het stedelijk gebied. In de PRS heeft de provincie reeds aangekondigd dat zij de rode contour bij de herijking betrekken en zo nodig actualiseren op basis van met name recent vastgestelde (ontwerp-) ruimtelijke plannen. Dit is vermeld in de 'Kadernotitie Start Herijking Provinciale Ruimtelijke Structuurvise en PRV 2013 (Publicatiedatum 14 september 2015) Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) Onder punt 2.1 wordt gesteld dat het Rijk in de Nota Ruimte in 2008 Arkemheen- Eemland heeft aangewezen als Nationaal Landschap. Als kernkwaliteiten van het gebied zijn de extreme openheid, de slagenverkaveling en het veenweidekarakter genoemd. Verder werd in de nota over het gebied gezegd: "Dit extreem open veenontginningslandschap wordt gekenmerkt door het ontbreken van vrijwel elke bebouwing en opgaande begroeiing, historische binnendijken en een klassieke slagenverkaveling." Gelet op voorgaande uitgangspunten kan de Stichting zich niet verenigen met de vaststelling van het bestemmingsplan Eemdijk-Oost waardoor de kernkwaliteit van dit gebied namelijk extreem open veenontginningslandschap verdwijnt. De provincie Utrecht is verantwoordelijk voor de uitwerking van het beleid voor het Nationale Landschap Arkemheen-Eemland als ook de begrenzing van het gebied.

3 De stichting is van mening dat u zich een ongeoorloofde provinciale bevoegdheid aanmeet als u geen rekening houdt met de kernkwaliteiten. De begrenzing en de hoofddoelen van het gebied zijn beschreven in de visie Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland, open en vitaal (2007). De formele begrenzing van de Nationale Landschappen is vastgelegd in de streekplanuitwerking Nationale Landschappen van april 2008 en overgenomen in de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en de Provinciale Ruimtelijke Verordening (zie hierna in hoofdstuk 2.2). De stichting acht het onverantwoord dat Eemland (Eemvallei) van het Nationale Landschap Arkemheen-Eemland gezien de inhoud van dit voorontwerp ernstig zal worden aangetast. Provinciaal beleid Onder punt Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie In de 2e Partiële Herziening van de PRS en van de PRV 2013, vastgesteld door Provinciale Staten van Utrecht op 3 november 2014 vermeld artikel 4.9 Landschap: 1. Als Landschap wordt aangewezen de gebieden Eemland, Gelderse Vallei, Groene Hart, Rivierengebied, Utrechtse Heuvelrug, Nieuwe Hollandse Waterlinie en Stelling van Amsterdam waarvan de geometrische plaatsbepaling is vastgelegd in het GML-bestand en is verbeeld op de kaart Landschap. 2. Een ruimtelijk plan bevat bestemmingen en regels ter bescherming en versterking van de in het plangebied voorkomende kernkwaliteiten, zoals genoemd in de Bijlage Kernkwaliteiten landschap. 3. Een ruimtelijk plan bevat geen nieuwe bestemmingen en regels die leiden tot een onevenredige aantasting van de in het plangebied voorkomende kernkwaliteiten, zoals genoemd in de Bijlage Kernkwaliteiten landschap. 4. De toelichting op een ruimtelijk plan bevat een beschrijving van de in het plangebied voorkomende kernkwaliteiten en de wijze waarop met de bescherming en versterking van de kernkwaliteiten is omgegaan. De Stichting merkt op dat u niet in het Voorontwerp aangeeft op welke wijze met de bescherming en de versterking van de kernkwaliteiten is omgegaan. Sterker nog door dit Voorontwerp tast u de kernkwaliteiten juist ernstig aan. Toelichting op het voormelde artikel 4.9 Landschap - 1e lid: Als landschappen worden aangewezen: Eemland, Gelderse Vallei, Groene Hart, Rivierengebied, Utrechtse Heuvelrug, Nieuwe Hollandse Waterlinie, Stelling van Amsterdam. - 2e lid: Een landschap is geen statisch plaatje: landschap is altijd in ontwikkeling en dynamiek hoort daarin. In het werken met landschapskwaliteit wordt uitgegaan van een samenspel tussen beeld (wat zie je), functies (wat gebeurt er) en robuuste structuren (samenhang, relaties). Voor elke ontwikkeling in het landelijk gebied moet aansluiting gevonden worden bij de kernkwaliteiten. Als er sprake is van een zeer open gebied, bevat een ruimtelijk

4 plan bepalingen om die openheid te behouden. Hierbij valt te denken aan het tegengaan van (hoge) bebouwing. In de Bijlage Kernkwaliteiten landschappen is per landschap beschreven welke kernkwaliteiten beschermd en versterkt moeten worden. - 3e lid: Een aantasting van het landschap is onevenredig, indien het belang van de ruimtelijke ontwikkeling die door het ruimtelijk plan mogelijk wordt gemaakt niet opweegt tegen de aantasting van de kernkwaliteiten die het gevolg is van de ruimtelijke ontwikkeling. Een goede locatiekeuze beperkt de schade voor het landschap. Voorts is een goede landschappelijke inpassing vereist die in de regels van het plan is geborgd. - 4e lid: In de toelichting wordt aangegeven om welke kernkwaliteiten het gaat, aan de hand van een toelichtende kaart en een korte omschrijving van de na te streven (beeld)kwaliteit. Voorts wordt duidelijk hoe het belang van deze kernkwaliteiten in de afweging is betrokken en op welke wijze (in de voorschriften) is voorzien in behoud en zo mogelijk versterking van de kernkwaliteiten. Wanneer aantasting niet te vermijden is, wordt in de toelichting aangegeven op welke wijze deze aantasting zoveel mogelijk is beperkt. De Kwaliteitsgids voor de Utrechtse Landschappen (Kwaliteitsgids) vormt een goede bron hiervoor. De Kwaliteitsgids biedt ook inspiratie voor een landschappelijk goede inpassing van ontwikkelingen. Zie ook: Windmolens Onder punt 3.7 Infrastructuur / windmolens en zonneparken op agrarische gronden. U geeft aan dat het Provinciaal windenergiebeleid inzet op (gemeentegrensoverschrijdende) concentratie van clusters van windturbines alsmede dat er, gelet op de extreme openheid van het veenweidelandschap, in het bestemmingsplan terughoudend wordt omgegaan met het plaatsen van solitaire windmolens. U stelt dat windturbines tot 20 m tot de mogelijkheden in dit gebied behoren, als deze zijn gekoppeld aan de beplante erven en passen in de schaal van het erf, volgens de handreiking Duurzame energie ruimtelijke ingepast. ( ) In de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (hierna: PRS) die op 4 februari 2013 door de Provinciale Staten van Utrecht is vastgesteld, is voor het landschap Eemland (Eemvallei) vermeld dat onder meer de extreme openheid als kernkwaliteit moet worden behouden en versterkt. Dat is dus een dubbele opdracht. In de PRS wordt voor een uitgebreidere beschrijving van kernkwaliteiten verwezen naar de Kwaliteitsgids voor de Utrechtse Landschappen. Daarin is voor het landschap Eemland onder meer als ontwikkelingprincipe vermeld dat er geen windturbes in het open weidelandschap horen, omdat deze de openheid verkleinen. U geeft aan dat dit algemene beginsel om bijzondere aandacht vraagt, hetgeen volgens u blijkt uit jurisprudentie, waardoor een algemene regeling in het bestemmingsplan niet passend wordt geacht. Gelet op de kernkwaliteiten van het landschap en de uitwerking daarvan in de Kwaliteitsgids Utrechtse Landschappen, gebiedskatern Eemland waarin windmolens (windturbines) worden afgewezen,

5 vindt ook de Raad van State ze landschappelijk in Eemland niet inpasbaar. Dat is gebleken uit de uitspraak Raad van State nr /1/R2 d.d. 3 juni In deze uitspraak betrof het een door college van burgemeester en wethouders van Soest verleende Omgevingsvergunning voor een 20 meter hoge windturbine bij een boerderij in de Eempolder (Eemvallei) te Soest. De Vereniging Vrij Polderland was het met dat besluit oneens en ging in beroep bij de Raad van State die dat besluit op 3 juni 2015 vernietigde omdat het extreem open landschap van Eemland geen windturbines verdraagt. Die openheid is vastgelegd in de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie. Soest moest binnen een half jaar het bestemmingsplan aanpassen. Met het vorenstaande wil de Stichting aangeven dat zij de gang naar de bestuursrechter zal maken als u dit onderdeel niet uit het voorontwerp verwijdert. Echter u vult deze zodanig in, namelijk u meent dat er per geval een afweging zal worden gevergd waarna zo nodig een afzonderlijke planologische procedure zal worden gevolgd. Om kennelijk te ontsnappen aan de duidelijke uitspraak van de Raad van State, wilt u in dit Voorontwerp de plaatsing van windturbines per geval mogelijk gaan maken. De Stichting acht een dergelijke omschrijving in het Voorontwerp onacceptabel, omdat het daarmee niet voldoet aan de wettelijke eisen dat een bestemmingsplan duidelijk moet zijn. Nadrukkelijk wijst de Stichting u op pagina 101 en 111 van de Kwaliteitsgids Eemland 2011 van de provincie Utrecht, waarin staat vermeld: 'Geen windmolens in het open weidelandschap. Zij verkleinen de openheid.' In verband daarmee stelt de Stichting dat u daarmee in uw Voorontwerp rekening behoort te houden en de provinciale opdracht dient uit te voeren. Onder punt 2.3 / Gemeentelijk beleid, vermeldt u uw Visie 2025 die uw gemeenteraad in 2013 als nieuwe toekomstvisie heeft vastgesteld en die vooruitkijkt naar U geeft aan dat in deze toekomstvisie wordt stilgestaan bij de gemeentelijke ambities op verschillende aandachtsgebieden. Centraal staat voor u de vraag 'Wat voor samenleving willen we in 2025 zijn?'. In de Visie 2025 waarin u met betrekking tot het buitengebied over de rol voor de gemeente o.a. het volgende zegt, is dat u er naar streeft om de kernkwaliteiten van het buitengebied te behouden. De Stichting acht dit onmogelijk en onverenigbaar met het feit dat u in uw Coalitie-akkoord o.a. vermeldt dat de aanleg van windmolens mogelijk wordt gemaakt, waarbij het open landschap niet wordt aangetast. Stiltegebied Onder punt / PRV van uw Voorontwerp geeft u onder punt Stiltegebied aan dat bijna het gehele westelijk deel van het plangebied is aangewezen als Stiltegebied. Dat westelijk deel ligt in de Eemvallei waar de Stichting voor staat. U geeft aan dat het bestemmingsplan geen ontwikkelingen bij recht mogelijk maakt die in strijd zijn met de provinciale regels voor Stiltegebieden. Bij nieuwe ontwikkelingen dient in het kader van de milieuhygiënische inpasbaarheid getoetst te worden of de ontwikkeling passend is in een Stiltegebied. De Stichting geeft hierbij aan dat windturbines in een Stiltegebied absoluut onwenselijk zijn.

6 De Stichting kan zich niet verenigen met het feit dat u oostelijk bij Eemdijk, het bestemmingsplan Eemdijk-Oost van het Stiltegebied heeft afgesneden/verwijderd. Dat is noch in uw onderstaande kaart (lichtgroene) noch in onderstaande staande provinciale kaart (paars gestreept) te zien. Het Stiltegebied is een provinciale aangelegenheid maar u als college van burgemeester en wethouders van Bunschoten heeft daar mede verantwoordelijkheid voor. De Stichting wijst u erop dat zij in beroep is gegaan bij de Raad van State met betrekking tot het Bestemmingsplan Eemdijk-Oost waardoor het nog onzeker of dat bestemmingsplan de toets der kritiek van de Raad van State kan doorstaan en of dat bestemmingsplan wel in stand zal blijven. In uw nevenstaande kaart is het Stiltegebied niet verkleind en u dient derhalve in Voorontwerp Bestemmingsplan Buitengebied daarover iets te zeggen. Dit geluidsarme platteland zal worden gehinderd door de geluidsoverlast van windturbines, zowel voor personen als voor de fauna. De Stichting is van mening dat het landschap van Eemland niet ondergeschikt mag worden gemaakt aan financiële belangen van eigenaren van windturbines. De stichting is overigens van mening dat electriciteitopwekking in dit gebied ook via zonnepanelen op boerderijdaken en -schuren kan worden gerealiseerd. De stichting verzoekt u om dit voorontwerp aan te passen. Namens het bestuur van de stichting Behoud de Eemvallei, A.H.G. Lokhorst Penningmeester C.V. Koolmees Secretaris Secretariaat p/a de Gondel 4, 3742 GM Baarn

7 Adviseurs: Prof. Dr. R.A. Samson (bioloog) Mr. R. ter Woord (milieukundige) MSc H. Top (milieudeskundige) Mr. H.J. van Uchelen (jurist) Dr. A.C.M. Weijman (organisatie-adviseur / bioloog) Mr. J.A.M Stalenhoef (advocaat) Drs. M. Hofman, sociaal-geograaf (Eemvallei-deskundige) Mr. J.M. Neefe (advocaat) Ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Gooi- en Eemland onder nr