Monitor coffeeshopbeleid Rotterdam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Monitor coffeeshopbeleid Rotterdam"

Transcriptie

1 - E N 1- M E T I N G Monitor coffeeshopbeleid Rotterdam B. Bieleman R. Nijkamp F. Schaap

2

3 MONITOR COFFEESHOPBELEID ROTTERDAM - EN 1-METING September 21 INTRAVAL Groningen-Rotterdam

4 COLOFON St. INTRAVAL Postadres Postbus BT Groningen Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: St. Jansstraat 2C Goudsesingel 68 Telefoon Telefoon Fax Fax September 21 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever Tekst: Opmaak: Omslag: Druk: Opdrachtgever: B. Bieleman, R. Nijkamp, F. Schaap R. Nijkamp, F. Schaap E. Cusiel CopyCopy Gemeente Rotterdam; Directie Veiligheid ISBN:

5 INHOUDSOPGAVE Pagina Hoofdstuk 1 Samenvatting en conclusies (Drugs)overlast Aanbod softdrugs Normbesef en gebruik softdrugs 6 Hoofdstuk 2 Achtergrond Coffeeshopbeleid Rotterdam Onderzoeksvragen Methodologische verantwoording Leeswijzer 13 Hoofdstuk 3 (Drugs)overlast Voorkomen overlast Ervaren overlast Slachtofferschap Onveiligheidsgevoelens en waardering buurt Politieregistraties 27 Hoofdstuk 4 Aanbod softdrugs Via coffeeshops Via niet gedoogde verkooppunten Wijze waarop jongeren aan softdrugs komen 36 Hoofdstuk 5 Normbesef en gebruik softdrugs Normbesef Gebruik 42 Geraadpleegde literatuur 47 Bijlage 1 Methodologische verantwoording 49

6

7 1. SAMENVATTING EN CONCLUSIES Op 1 oktober 27 is het nieuwe Rotterdamse coffeeshopbeleid in werking getreden. Binnen het coffeeshopbeleid staat de ontmoediging van softdrugsgebruik centraal. Uitgangspunten daarbij zijn onder meer bescherming van kwetsbare groepen en bestrijding van overlast, verloedering van het straatbeeld en normvervaging aangaande softdrugsgebruik onder jongeren. Dit dient te worden bereikt door strikte handhaving, actieve voorlichting en substantiële beperking van het softdrugsaanbod via coffeeshops en vanuit het niet gedoogde circuit. Daarnaast is er een afstandscriterium ten opzichte van scholen voor coffeeshops ingevoerd. Dit houdt in dat met ingang van 1 juni 29 coffeeshops binnen een straal van 2 meter én een loopafstand van 25 meter van scholen voor voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs of in de directe nabijheid van scholen voor speciaal basisonderwijs gesloten zijn. In totaal betrof dit 16 coffeeshops (figuur 1.1). Figuur 1.1 Plattegrond met (gesloten) coffeeshops in Rotterdam op Bron: Tele Atlas / Googlemaps, bewerking INTRAVAL. 1 De coffeeshop in Hoek van Holland is niet afgebeeld op deze plattegrond. Samenvatting en conclusies 1

8 Om meer inzicht te verkrijgen in de ontwikkelingen van de uitgangspunten van het Rotterdamse coffeeshopbeleid heeft de gemeente Rotterdam onderzoeks- en adviesbureau INTRAVAL opdracht gegeven het coffeeshopbeleid te monitoren. De monitor kent drie onderdelen, te weten: het volgen van overlast in de openbare ruimte in gebieden waar coffeeshops zijn gesloten én in gebieden waar coffeeshops open zijn gebleven; het volgen van het aanbod van softdrugs vanuit het niet gedoogde circuit (onder meer straathandel en woningen) in gebieden waar coffeeshops zijn gesloten; en het volgen van het normbesef ten aanzien van softdrugs, softdrugsgebruik en aanbod onder minderjarige jongeren in Rotterdam. De monitor meet met name of veranderingen op de drie onderdelen zijn opgetreden na sluiting van de 16 coffeeshops. Het Rotterdamse coffeeshopbeleid behelst echter meer, zoals ook in de eerste alinea staat beschreven. In deze samenvatting van het rapport worden de belangrijkste bevindingen van de - en 1- meting van de monitor weergegeven. De -meting is voor de sluiting uitgevoerd van september 28 tot en met mei 29. Vervolgens zijn per 1 juni 29 de 16 coffeeshops gesloten. Daarop volgend heeft de 1-meting plaatsgevonden vanaf september 29 tot en met mei 21. Aangezien vrij kort na de sluiting van de 16 coffeeshops de 1-meting heeft plaatsgevonden, kan op dit moment alleen informatie worden gegeven over veranderingen die op korte termijn hebben plaatsgevonden. De verschillen tussen de - en 1-meting zijn getoetst op significantie. 2 Wanneer significante verschillen zijn gevonden, worden beide metingen gepresenteerd. Wanneer dit niet het geval is, worden de resultaten van de 1-meting beschreven. In beide metingen zijn ruim 6 omwonenden en 6 passanten bij coffeeshops vragen gesteld over veiligheid en overlast rond coffeeshops. 3 Daarnaast zijn in totaal voor beide metingen ruim 1. jongeren van 12 tot 18 jaar geënquêteerd over hun normbesef, softdrugsgebruik en verkrijgbaarheid van softdrugs. Op middelbare scholen zijn in de onderbouwklassen ruim 8.5 jongeren geënquêteerd (via de GGD Jeugdmonitor), en aanvullend in de bovenbouw en het eerste jaar MBO ruim Daarnaast is speciale aandacht besteed aan kwetsbare jongeren 5, aangezien uit onderzoek blijkt dat problematisch gebruik van cannabis onder deze groepen vaker voorkomt (Biesma e.a. 27). Rond de 15 kwetsbare jongeren in de leeftijd van 14 tot 18 jaar zijn ondervraagd. Verder is gebruik gemaakt van deskresearch en zijn registratiegegevens van politie opgevraagd. 2 De verschillende uitkomsten van de - en 1-meting zijn statistisch getoetst op toeval. In de statistische toetsing is uitgegaan van een betrouw-baarheidsinterval van 95%. Dit betekent dat indien de gevonden verschillen significant zijn, het voor 95% zeker is dat de verschillen berusten op werkelijke verschillen en niet op toevallige (steekproef)fluctuaties. Er wordt gebruik gemaakt van de t-toets en de chi-kwadraattoets. Deze toetsen zijn gevoelig voor het aantal onderzoekselementen, hoe groter de steekproef, hoe eerder gevonden verschillen significant zijn. 3 Onder omwonenden vallen de bewoners die binnen een straal van 5 meter rondom een opengebleven of gesloten coffeeshop woonachtig zijn. Passanten zijn voetgangers die zijn aangesproken binnen een straal van 5 meter rondom een opengebleven of gesloten coffeeshop. Deze voorbijgangers zijn enkel geënquêteerd als ze minimaal een aantal keren per jaar langskomen op de locatie waar ze zijn aangesproken. 4 De Jeugdmonitor van de GGD is afgenomen bij klas 1 en 3 van het voortgezet onderwijs (onderbouw), terwijl aanvullende enquêtes zijn afgenomen bij klas 4 en 5 van het voortgezet onderwijs en onder minderjarige eerstejaars scholieren van het middelbaar beroepsonderwijs (bovenbouw). 5 Onder kwetsbare jongeren wordt in dit rapport het volgende verstaan: jongeren met spijbelgedrag; vroegtijdig schoolverlaters; en zwerfjongeren. Deze groep geïnterviewden is niet één op één te vergelijken met een of meerdere doelgroepen voortkomend uit de doelgroep-indeling in het rapport Ketensamenwerking kwetsbare personen in Rotterdam (gemeente Rotterdam 21a). 2 INTRAVAL - Monitor coffeeshopbeleid Rotterdam: - en 1-meting

9 1.1 (Drugs)overlast Hieronder wordt ingegaan op ervaren (drugs)overlast rondom (gesloten) coffeeshops. Er wordt onderscheid gemaakt in: het voorkomen van overlast; ervaren overlast; slachtofferschap; en onveiligheidsgevoelens. Voorkomen overlast Volgens omwonenden van zowel gesloten als opengebleven coffeeshops zijn de indicatoren soft- en harddrugsproblemen, buurtverloedering en vermogensdelicten afgenomen. Bij passanten is nauwelijks verandering te constateren. De respondenten is eveneens gevraagd naar het voorkomen van drugsoverlast in de buurt, ongeacht of zij hiervan persoonlijk hinder hebben ervaren of slachtoffer van zijn geweest. Figuur 1.2 Voorkomen drugsoverlast volgens omwonenden (- en 1-meting), in % gesloten coffeeshops* (N= ) * Significant verschil tussen -meting en 1-meting (bij p<,5). 54 gebleven coffeeshops (N=49-416) -meting 1-meting Het voorkomen van drugsoverlast lijkt volgens omwonenden bij gesloten coffeeshops te zijn gedaald (figuur 1.2). Na de sluiting van 16 coffeeshops zegt 42% dat drugsoverlast voorkomt, terwijl dit percentage voor de sluiting nog op 58% lag. Ervaren overlast Vervolgens is gevraagd of respondenten van verschillende buurtproblemen persoonlijk hinder hebben ervaren. De respondenten van zowel gesloten als opengebleven coffeeshops ervaren ten tijde van de 1-meting persoonlijk minder overlast van jongeren, alcoholisten en harddrugsverslaafden dan ten tijde van de -meting. Figuur 1.3 Verkeer- en parkeeroverlast* Samenscholende jongeren* Geluidsoverlast* Verschillende vormen van coffeeshopgerelateerde ervaren overlast volgens omwonenden (- en 1-meting), in % Te sluiten coffeeshops -meting (N=192) Gesloten coffeeshops 1-meting (N=196) Gebleven coffeeshops -meting (N=49) Gebleven coffeeshops 1-meting (N=416) Stankoverlast * Significant verschil tussen -meting en 1-meting bij gesloten coffeeshops(bij p<,5). Samenvatting en conclusies 3

10 Wanneer specifiek wordt gevraagd naar coffeeshopgerelateerde overlast dan ervaren omwonenden vooral verkeer- en parkeeroverlast en jongerenoverlast (figuur 1.3). Geluidsoverlast en stankoverlast volgen op ruime afstand. Bij gesloten coffeeshops is volgens omwonenden verkeer- en parkeeroverlast, jongerenoverlast en geluidsoverlast afgenomen. Slachtofferschap Het slachtofferschap in algemene zin (diefstal, inbraak, vandalisme en verkeersdelicten) is na sluiting van de 16 coffeeshops nagenoeg niet veranderd volgens omwonenden en passanten. Omwonenden van gesloten coffeeshop zeggen wel minder vaak slachtoffer van diefstal te zijn geweest, terwijl passanten van gesloten coffeeshops minder vaak slachtoffer zijn geweest van verkeersdelicten. Het percentage omwonenden dat zelf slachtoffer is geweest van één van de vormen van criminaliteit ligt nagenoeg gelijk aan dat voor heel Rotterdam. Onveiligheidsgevoelens en waardering buurt Na sluiting van de 16 coffeeshops is het percentage van de omwonenden en passanten dat zich wel eens onveilig voelt, nauwelijks veranderd bij zowel gesloten coffeeshops als opengebleven coffeeshops. Rond de 3% van de omwonenden en passanten voelt zich wel eens onveilig in de omgeving van een coffeeshop. Dit is nagenoeg gelijk aan de onveiligheidsgevoelens van bewoners in heel Rotterdam. Het percentage omwonenden dat tevreden is over het wonen in de buurt is voor en na de sluiting van de 16 coffeeshops amper veranderd. Conclusies (drugs)overlast Bewoners rondom gesloten coffeeshops zeggen in de 1-meting dat drugsoverlast minder vaak voorkomt. Ook wordt door omwonenden van zowel opengebleven als gesloten coffeeshops gezegd dat soft- en harddrugsproblemen, buurtverloedering en vermogensdelicten zijn afgenomen. De coffeeshopgerelateerde ervaren overlast door omwonenden is afgenomen bij gesloten coffeeshops, terwijl deze niet is toegenomen bij opengebleven coffeeshops. Dit komt wellicht mede door de extra politiecontroles rondom de sluiting van de coffeeshops. Uit eerder onderzoek is bekend dat op korte termijn vooral handhaving resultaten oplevert, terwijl andere maatregelen pas op langere termijn tot resultaten (zoals afname gebruik en verbetering normbesef softdrugs) leidt. 6 Eerdere ervaringen laten ook zien dat het van belang is om niet te verslappen met handhaving, anders is de kans groot dat het niet gedoogde aanbod en de overlast weer toenemen. 1.2 Aanbod softdrugs In deze paragraaf wordt het aanbod van softdrugs in kaart gebracht. Hierbij wordt aandacht besteed aan het aanbod vanuit coffeeshops en vanuit het niet gedoogde circuit. Tevens wordt de wijze waarop jongeren aan hun softdrugs zeggen te komen besproken. Via coffeeshops Het aantal gedoogde verkooppunten van softdrugs (coffeeshops) is gedaald. Eind 28 waren er 61 coffeeshops verspreid over de stad, waarvan 16 coffeeshops de verkoop van softdrugs hebben moeten staken per 1 juni 29 (figuur 1.1). Zes van de 16 gesloten 6 Om de drugsproblematiek in Venlo aan te pakken heeft de gemeente een driesporenbeleid ontwikkeld, dat zich richt op: handhaving, het vastgoed en het coffeeshopbeleid. Het handhavingspoor leidde direct tot positieve resultaten, terwijl de andere sporen trager op gang kwamen (Snippe e.a. 26). 4 INTRAVAL - Monitor coffeeshopbeleid Rotterdam: - en 1-meting

11 coffeeshops zijn geheel gesloten, de overige tien hebben een doorstart gemaakt als koffieof theehuis, café of cafetaria. Via niet gedoogde verkooppunten Na sluiting van de 16 coffeeshops hebben omwonenden het vermoeden dat de handel in drugs op straat en vanuit panden in de buurt van opengebleven coffeeshops is afgenomen (Figuur 1.4). Figuur 1.4 Niet gedoogde verkooppunten volgens omwonenden (- en 1-meting), in % gesloten coffeeshops (N= ) 19 -meting 1-meting * Significant verschil tussen -meting en 1-meting (bij p<,5). 14 gebleven coffeeshops * (49-416) Wijze waarop jongeren aan softdrugs komen Jonge softdrugsgebruikers krijgen hasj en wiet meestal indirect uit een coffeeshop; zij zeggen hasj of wiet voornamelijk via vrienden, familieleden of schoolgenoten te krijgen of te kopen. Wanneer wordt gevraagd hoe vrienden van bovenbouwscholieren en kwetsbare jongeren aan softdrugs komen dan is dat in de meeste gevallen (gemiddeld 67%) in een coffeeshop (figuur 1.5). Een klein percentage van de jongeren zegt zelf hasj of wiet te kopen in een coffeeshop, terwijl eveneens een klein percentage softdrugs koopt bij een dealer. Na sluiting van de 16 coffeeshops is dit nauwelijks veranderd. Figuur 1.5 Als je hasj of wiet van vrienden krijgt: hoe komen vrienden aan hasj of wiet? (1- meting), in% Onbekend Dealer Zelfkweek Bovenbouw wel buurt cs 1- meting (N=1) Bovenbouw niet buurt cs 1- meting (N=147) Kwetsbare jongeren 1-meting (N=48) Coffeeshop Conclusies aanbod softdrugs Het aanbod van softdrugs vanuit het niet gedoogde circuit lijkt volgens bewoners en met name passanten na sluiting van de 16 coffeeshops te zijn afgenomen. Het is te vroeg om hieruit te concluderen dat gemeente, politie en Openbaar Ministerie geen aandacht meer hoeven te hebben voor het aanbod uit het niet gedoogde circuit. De verscherpte justitiële en bestuurlijke aandacht en controle van politie en gemeente de afgelopen jaren als het gaat Samenvatting en conclusies 5

12 om de gebieden met (gesloten) coffeeshops kan ertoe hebben bijgedragen dat het niet gedoogde aanbod niet is toegenomen. Dit komt overeen met het koopgedrag van jongeren; zij zeggen tijdens de 1- meting niet vaker bij niet gedoogde verkooppunten softdrugs te kopen. Het koopgedrag van jongeren is niet veranderd na sluiting van de 16 coffeeshops. Een gering aantal jongeren zegt het afgelopen jaar zelf softdrugs in een coffeeshop (in de buurt van een school) te hebben gekocht. Meestal krijgen jongeren softdrugs indirect (via vrienden) uit coffeeshops. Er is niet gevraagd of die vrienden wel of niet op dezelfde school zitten (in de buurt van een coffeeshop). Softdrugs kunnen ook elders (niet in de directe omgeving van school) zijn gekocht. 1.3 Normbesef en gebruik softdrugs Deze paragraaf behandelt het normbesef dat jongeren hebben ten aanzien van softdrugs, terwijl eveneens het softdrugsgebruik van jongeren wordt besproken. Normbesef Na de sluiting van de 16 coffeeshops zijn er bij de jongeren weinig significante verschillen opgetreden in het normbesef ten aanzien van softdrugsgebruik. Een ruime meerderheid van de jongeren (meer dan 83%) denkt dat hasj- en wietgebruik een verslavende werking heeft. Eveneens een ruime meerderheid van de jongeren (meer dan 82%) vindt het slecht als leeftijdsgenoten hasj en wiet gebruiken. Een groot deel van de jongeren (meer dan 63%) verwacht dat softdrugsgebruik gezondheidsrisico's met zich mee brengt (figuur 1.6). Een even groot percentage denkt dit bij het gebruik van tabak. Gezondheidsrisico's bij alcoholgebruik worden lager ingeschat en bij harddrugsgebruik hoger. Kwetsbare jongeren schatten de gezondheidsrisico's en verslavende werking van hasj en wiet lager in dan de scholieren in de onder- en bovenbouw. Figuur 1.6 Onderbouw- en bovenbouwscholieren en kwetsbare jongeren die verwachten dat genotmiddelen een hoog gezondheidsrisico met zich meebrengen (1-meting), in % softdrugs tabak Onderbouw 1-meting (N=8937) Bovenbouw 1-meting (N=2122) kwetsbare jongeren 1-meting (N=163) alcohol harddrugs Tussen 2% en 34% van de actuele blowers geeft aan dat hun ouders op de hoogte zijn van hun softdrugsgebruik. Kwetsbare jongeren geven vaker aan dat hun ouders op de hoogte zijn van hun softdrugsgebruik dan jongeren in het voortgezet onderwijs. Dit is eveneens gebleken uit eerder onderzoek; een aantal sleutelinformanten heeft opgemerkt dat wanneer jongeren in behandeling zijn voor een (softdrugs)verslaving en hun ouders worden daarbij betrokken, dat de ouders vaak weinig kennis blijken te hebben van middelengebruik in het algemeen en van hun kind(eren) in het bijzonder (Biesma e.a. 27). 6 INTRAVAL - Monitor coffeeshopbeleid Rotterdam: - en 1-meting

13 Gebruik Het gebruik van softdrugs onder jongeren (ooit en in de afgelopen 4 weken) is nauwelijks veranderd na sluiting van de 16 coffeeshops; noch bij leerlingen op scholen in de buurt van (gesloten) coffeeshops noch bij leerlingen op overige scholen. Softdrugsgebruik hangt samen met leeftijd en komt vaker voor onder kwetsbare jongeren. Bovenbouwscholieren hebben vaker ooit hasj of wiet gebruikt (gemiddeld 22%) dan onderbouwscholieren (gemiddeld 6%). Van de kwetsbare jongeren heeft bijna de helft ooit wel eens hasj of wiet gebruikt. Het actueel softdrugsgebruik onder middelbare scholieren blijkt in Rotterdam wat lager te zijn vergeleken met landelijke cijfers (Monshouwer e.a. 28). Het actuele gebruik van softdrugs, het percentage jongeren dat heeft aangegeven dat zij vier weken voorafgaand aan de afname van de vragenlijst geblowd heeft, ligt ruim de helft lager dan het ooit gebruik. Voor het ooit-gebruik van andere genotmiddelen ligt het gebruik van alcohol en tabak hoger dan dat van softdrugs, terwijl het gebruik van harddrugs veel lager ligt (figuur 1.7). Het percentage jongeren in Rotterdam dat ooit tabak of harddrugs heeft gebruikt is gelijk aan het landelijk gemiddelde, terwijl het ooit-alcoholgebruik in Rotterdam lager ligt (landelijk gemiddeld 89%) (Monshouwer e.a. 28). Figuur 1.7 Gebruik genotmiddelen ooit onder- en bovenbouwscholieren en kwetsbare jongeren (1-meting), in % 7 Softdrugs Tabak Onderbouw 1-meting (N=8937) Bovenbouw 1-meting (N=2122) Kwetsbare jongeren 1-meting (N=163) Alcohol Harddrugs De gemiddelde leeftijd onder bovenbouwscholieren en kwetsbare jongeren bij het roken van hun eerste joint is respectievelijk 15 en 14 jaar. Dit is gelijk aan het landelijk gemiddelde onder middelbare scholieren. Ongeveer de helft van de actuele blowers in de onder- en bovenbouw zegt minder dan één joint per keer te roken. Het roken van drie of meer joints komt vaker voor onder bovenbouwscholieren en kwetsbare jongeren dan onder scholieren in de onderbouw. Bij vrienden en op straat (in een park of elders buiten) zijn volgens de jongeren de meest favoriete plekken om te blowen. Na sluiting van de 16 coffeeshops zijn er weinig veranderingen opgetreden in de frequentie van het softdrugsgebruik, de startleeftijd van softdrugsgebruik en de locaties waar softdrugsgebruik plaatsvindt. Dit geldt voor zowel leerlingen op scholen in de buurt van (gesloten) coffeeshops als leerlingen op overige scholen. Conclusies normbesef en gebruik softdrugs De aard en omvang van het softdrugsgebruik zijn niet of nauwelijks veranderd na de sluiting van de 16 coffeeshops. Hetzelfde beeld geldt voor het normbesef ten opzichte van het gebruik van softdrugs. Het is waarschijnlijk (nog) te vroeg om na de sluiting 7 Bij de 1-meting is de vraag over harddrugs niet opgenomen in de vragenlijst van de jeugdmonitor van de GGD, waardoor dit cijfer van de onderbouwscholieren niet kan worden weergegeven. Samenvatting en conclusies 7

14 daadwerkelijk veranderingen te meten, te meer daar bij de nulmeting het normbesef al vrij hoog lag. Het normbesef over softdrugs onder Rotterdamse jongeren is hoger dan op basis van eerder onderzoek werd verwacht (Biesma e.a. 27). Hierdoor zijn veranderingen om het normbesef nog hoger te krijgen, moeilijker te realiseren. Normbesef wordt ook beïnvloed door voorlichting (op scholen en in coffeeshops) over de gevaren van softdrugs. Voorafgaand aan de sluiting van de 16 coffeeshops is al een forse impuls gegeven aan de bestaande voorlichtingen. Neemt het veranderen van houding al de nodige tijd in beslag, voor gedragsverandering is dit nog langer. 8 INTRAVAL - Monitor coffeeshopbeleid Rotterdam: - en 1-meting

15 2. ACHTERGROND Om aan te sluiten op actuele ontwikkelingen in de stad, waaronder het softdrugsgebruik onder (kwetsbare) jongeren, heeft de gemeente Rotterdam een aantal jaren geleden besloten het toentertijd tien jaar oude Rotterdamse coffeeshopbeleid te herzien (Gemeente Rotterdam 27). De eerste nota over coffeeshopbeleid in de gemeente Rotterdam dateert van maart 1997, terwijl op 1 oktober 27 'Het Rotterdamse coffeeshopbeleid 27' in werking is getreden. 1 Binnen het coffeeshopbeleid staat de ontmoediging van softdrugsgebruik centraal. Dit dient te worden bereikt door strikte handhaving, actieve voorlichting en substantiële beperking van het softdrugsaanbod via coffeeshops en vanuit het illegale circuit. Uitgangspunten daarbij zijn onder meer bescherming van kwetsbare groepen en bestrijding van overlast, verloedering van het straatbeeld en normvervaging aangaande softdrugsgebruik onder jongeren (Gemeente Rotterdam 27). 2.1 Coffeeshopbeleid Rotterdam De gemeente Rotterdam hanteert een afnemend maximumbeleid 2, waarbij de landelijke definities van de AHOJ-G+-criteria 3 worden gehanteerd. Het beleid is op dit punt ongewijzigd. Het nieuwe coffeeshopbeleid bestaat uit een pakket aan maatregelen en criteria waaraan de gemeente, de politie, het Openbaar Ministerie en de exploitant zich hebben verplicht. Een belangrijke beleidswijziging van het Rotterdamse coffeeshopbeleid in 27 betreft de invoering van een afstandscriterium voor bestaande coffeeshops ten opzichte van instellingen voor voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en speciaal basisonderwijs. 4 Per 1 oktober 27 geldt in Rotterdam een afstandscriterium waarbij per 1 juni 29 alle coffeeshops gelegen binnen een afstand van 2 meter hemelsbreed en 25 meter op loopafstand van scholen voor voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en in de directe nabijheid van speciaal basisonderwijs de verkoop van softdrugs hebben moeten staken. De invoering van het afstandscriterium heeft in Rotterdam tot gevolg gehad dat per 1 juni coffeeshops de verkoop van softdrugs hebben moeten staken, terwijl 45 coffeeshops hiermee door mochten gaan. 5 Van de 16 gesloten coffeeshops zijn er zes definitief gesloten, terwijl tien voormalig coffeeshophouders een reguliere exploitatievergunning hebben aangevraagd. Deze coffeeshops zijn doorgegaan als cafetaria, café of theehuis. 1 Tussen 1997 en 27 hebben wel diverse bijstellingen van het beleid plaatsgevonden. 2 Het afnemende maximumbeleid heeft tot gevolg dat wanneer de exploitatie van een coffeeshop wordt beëindigd er geen andere coffeeshop voor terugkomt. Verplaatsing is niet mogelijk. Overname van een coffeeshop door een nieuwe exploitant is in het geval van weigering van een vergunning of intrekking van een vergunning en sluiting voor onbepaalde tijd niet mogelijk. Deze genoemde voorbeelden zijn niet limitatief. 3 De landelijke definities van de AHOJ-G+ criteria zijn als volgt: geen Affichering; geen Harddrugs; geen Overlast; geen verkoop aan Jeugdigen (leeftijdsgrens van 18 jaar); en geen verkoop van Grote hoeveelheden per transactie (grens is 5 gram per 24 uur per klant). Daarnaast mag geen alcohol en maximaal 5 gram softdrugs aanwezig zijn in de inrichting. 4 Op scholen voor speciaal onderwijs groeien kinderen op in een omgeving met sociale en psychische problematiek en is een confrontatie met coffeeshops in de buurt van school niet wenselijk (Gemeente Rotterdam 27). 5 Na de 1-meting zijn wederom twee coffeeshops gesloten, waardoor op dit moment in totaal 43 coffeeshops zijn gevestigd in Rotterdam. Deze coffeeshops waren niet gelegen binnen het afstandscriterium van een school, maar zijn gesloten na overtredingen van de AHOJ-G+ criteria. Achtergrond 9

16 Parallel aan het terugdringen van coffeeshops bij scholen is er ook een impuls gegeven aan (les)programma's over de gevaren van drugsgebruik op scholen. Hierbij is aansluiting gezocht bij bestaande programma's. 6 Tevens wordt in de wijken (door speciaal geschoolde jongerenwerkers) en bij evenementen (door inzet van peers en stewards) gewezen op de effecten van (overmatig) gebruik. Daarnaast wordt vanuit coffeeshops voorlichting gegeven aan bezoekers. Dit betekent dat in alle coffeeshops in Rotterdam goed voorlichtingsmateriaal beschikbaar moet zijn en dat het personeel van de coffeeshops voldoende deskundig dient te zijn om bezoekers goede informatie over de effecten en risico's van cannabisgebruik te verschaffen. 7 Daarnaast zijn er nog enkele aanvullende bestuursrechtelijke criteria, te weten: coffeeshopeigenaren dienen een verklaring van goed betalingsgedrag van de belastingdienst te hebben; en coffeeshops dienen een open en transparante inrichting te hebben. Verder is de strikte handhaving aan de hand van het handhavingsarrangement voortgezet. Dit betekent dat illegaal aanbod (op straat of in horeca) wordt aangepakt, terwijl de coffeeshops regelmatig worden gecontroleerd. 8 Iedere coffeeshop heeft een advies op maat gekregen hoe de toegangscontrole er uit moet zien. Rondom de sluiting van de coffeeshops heeft de politie extra controles uitgevoerd bij zowel de coffeeshops die zijn gesloten als de coffeeshops die open zijn gebleven. De extra controles hebben onder meer betrekking op de aanpak van parkeer- en verkeersoverlast. Daarnaast heeft er extra toezicht plaatsgevonden op de gekochte hoeveelheid softdrugs door klanten, de maximaal toegestane handelsvoorraad van een coffeeshop en op de leeftijdscontrole. Bij één coffeeshop is in 29 een minderjarige in de coffeeshop aangetroffen, waarna een sanctie (sluiting van zes maanden) is opgelegd. Daarnaast is een coffeeshop voor zes maanden gesloten voor overschrijding van de handelsvoorraad en verkooptransactie. Tevens is aan een coffeeshop een bestuurlijke maatregel opgelegd voor overschrijding van de handelsvoorraad. In 21 is aan vijf coffeeshops een bestuurlijke waarschuwing gegeven voor overschrijding van de handelsvoorraad. Rotterdam is overigens niet de enige gemeente die een afstandscriterium tot scholen heeft opgenomen in het beleid. Bij een groot deel van de gemeenten met coffeeshops (77%) is dit het geval (Bieleman en Nijkamp in druk). In deze gemeenten is het afstandscriterium echter een ex-ante criterium, hetgeen inhoudt dat het vestigingscriterium niet actief wordt gehandhaafd. Het criterium geldt niet voor bestaande coffeeshops, maar is alleen van toepassing voor de vestiging van een (nieuwe) coffeeshop. Indien in Nederland een beleid zou worden gevoerd waarbij bestaande coffeeshops niet binnen een afstand van 25 meter hemelsbreed van een school 9 mogen zijn gelegen dan dienen tenminste 94 coffeeshops (met 6 Voorlichting over cannabis maakt in belangrijke mate deel uit van 'De Gezonde School en Genotmiddelen' (DGSG). Het legt het accent op het versterken van de weerbaarheid en het oefenen in het maken van eigen verantwoorde keuzes. Jaarlijks worden vanuit DGSG in Rotterdam ongeveer 5 scholen in voortgezet en basis onderwijs bereikt, waarvan er zo'n 15 het complete programma volgen. Daarnaast zijn verschillende websites, naast ook (sinds april 28) en (sinds september 29), opgezet door Bouman GGZ in opdracht van de gemeente, met informatie, zelftests, advies en trainingen onder begeleiding van een coach. 7 Samen met de Vereniging van Rotterdamse Coffeeshop Ondernemers (VRCO) en Bouman GGZ is daarom in de periode door de GGD een cursus voor coffeeshoppersoneel ontwikkeld, uitgetest en geëvalueerd. De inhoud van de cursus bestaat uit productkennis, wetgeving en beleid, beroepsethiek en verkoopvaardigheden, kennis van het gebruik en eerste hulp bij cannabisincidenten. Inmiddels (juli 21) zijn 416 cursisten geslaagd voor deze cursus. Sinds 1 juni 29 is deze cursus verplicht voor medewerkers die op de vergunning staan vermeld. Tot nu toe zijn de cursussen betaald door de gemeente, maar vanaf 211 dienen de coffeeshops zelf de cursus te betalen. 8 Per coffeeshop vinden er minimaal tien controles per jaar plaats. 9 Onder "school" worden scholen voor voortgezet onderwijs verstaan. 1 INTRAVAL - Monitor coffeeshopbeleid Rotterdam: - en 1-meting

17 uitzondering van Rotterdam) de verkoop van softdrugs te staken (Bieleman en Nijkamp in druk). Monitor Om meer inzicht te verkrijgen in de ontwikkelingen van de uitgangspunten van het Rotterdamse coffeeshopbeleid heeft de gemeente Rotterdam onderzoeks- en adviesbureau INTRAVAL opdracht gegeven het coffeeshopbeleid te monitoren. De monitor kent drie onderdelen, te weten: het volgen van overlast in de openbare ruimte in gebieden waar coffeeshops zijn gesloten én in gebieden waar coffeeshops open zijn gebleven; het volgen van het aanbod van softdrugs vanuit het illegale circuit (onder meer straathandel en woningen) in gebieden waar coffeeshops zijn gesloten; het volgen van het normbesef ten aanzien van softdrugs, softdrugsgebruik en -aanbod onder minderjarige (kwetsbare) jongeren in Rotterdam. Inmiddels is een -meting en een 1-meting uitgevoerd. 1 De -meting is uitgevoerd voor de sluiting, van september 28 tot en met mei 29. Vervolgens zijn per 1 juni 29 de 16 coffeeshops gesloten. Daarop volgend heeft de 1-meting plaatsgevonden vanaf september 29 tot en met mei 21. Aangezien vrij kort na de sluiting van de 16 coffeeshops de 1- meting heeft plaatsgevonden, kan op dit moment alleen informatie worden gegeven over veranderingen die op korte termijn hebben plaatsgevonden. Enkele onderdelen van het nieuwe Rotterdamse coffeeshopbeleid (waaronder bijvoorbeeld de intensivering van lesprogramma's voor scholen) zijn eind 27 al in werking zijn getreden. De monitor meet dan ook met name ontwikkelingen na de sluiting van de 16 coffeeshops die binnen het afstandscriterium van een school vielen. 2.2 Onderzoeksvragen In de doelstellingen van het Rotterdams coffeeshopbeleid kunnen de volgende drie hoofdonderwerpen worden onderscheiden: (drugs)overlast; aanbod softdrugs; en normbesef en gebruik softdrugs. De hoofdonderwerpen zijn vervolgens uitgesplitst in een aantal subvragen. 1. (Drugs)overlast 1. Wat is de aard en omvang van de overlast in de buitenruimte in gebieden waar coffeeshops zijn gesloten en waar coffeeshops zijn gebleven (voor en na de sluiting van de 16 coffeeshops gelegen binnen het afstandscriterium van een school)? 2. Hoe is de beleving van de openbare ruimte door bewoners en gebruikers van deze openbare ruimte (passanten) (voor en na de sluiting van de 16 coffeeshops gelegen binnen het afstandscriterium van een school)? 2. Aanbod softdrugs 3. Wat is de aard en omvang van de verkoop van softdrugs vanuit het legale en illegale circuit (voor en na de sluiting van de 16 coffeeshops gelegen binnen het afstandscriterium van een school)? 4. Hoe komen minderjarige (kwetsbare) jongeren doorgaans aan softdrugs (voor en na de sluiting van de 16 coffeeshops gelegen binnen het afstandscriterium van een school)? 1 In september 21 is de derde meting van de monitor van het Rotterdamse coffeeshopbeleid van start gegaan. Achtergrond 11

18 3. Normbesef en gebruik softdrugs 5. Wat is het normbesef ten aanzien van het gebruik van softdrugs en het besef over gezondheidsrisico's van het gebruik van softdrugs onder minderjarige (kwetsbare) jongeren (voor en na de sluiting van de 16 coffeeshops gelegen binnen het afstandscriterium van een school)? 6. Wat is de aard en omvang van het softdrugsgebruik onder minderjarige (kwetsbare) jongeren (voor en na de sluiting van de 16 coffeeshops gelegen binnen het afstandscriterium van een school)? 2.3 Methodologische verantwoording Hieronder wordt kort ingegaan op de verschillende onderzoeksmethoden die in de monitor worden toegepast. Een uitgebreide methodologische verantwoording staat vermeld in bijlage 1. De uitgangssituatie, voordat de coffeeshops die te dicht bij scholen zijn gevestigd zijn gesloten, is vastgelegd in een -meting. Door middel van vervolgmetingen na de sluiting van de desbetreffende coffeeshops worden de ontwikkelingen gevolgd. Om de onderzoeksvragen, behorende bij de drie hoofdonderwerpen, te beantwoorden zijn diverse werkzaamheden verricht. Tabel 2.1 laat zien dat sommige methoden informatie verschaffen over meerdere hoofdonderwerpen. Tabel 2.1 Hoofdonderwerpen en onderzoeksmethoden 1. (Drugs)overlast 2. Aanbod softdrugs 3. Normbesef en gebruik softdrugs A. Enquête onder omwonenden coffeeshops X X B. Enquête onder passanten coffeeshops X X C. Registratiegegevens politie X X D. Inventarisatie coffeeshops X E. Enquête onder schoolgaande jongeren onderbouw X X F. Enquête onder schoolgaande jongeren bovenbouw X X G. Enquête onder kwetsbare jongeren X X Deskresearch Voor het actualiseren van het algemene beeld is allereerst begonnen met deskresearch. Alle relevante informatie en reeds aanwezige gegevens over softdrugsgebruik onder minderjarige (kwetsbare) jongeren, het aanbod van softdrugs en softdrugsgerelateerde overlast zijn verzameld. Op deze wijze zijn de lokale situatie en recente ontwikkelingen zo goed mogelijk in beeld gebracht. Enquête omwonenden en passanten 11 Rondom de 61 Rotterdamse coffeeshops 12 eind 28 zijn in een straal van 5 meter omwonenden en passanten benaderd voor deelname aan het onderzoek. In totaal zijn, zowel bij de -meting als de 1-meting, ruim 6 omwonenden en ruim 6 passanten geënquêteerd. Omwonenden van coffeeshops zijn telefonisch vragen gesteld over vormen 11 In bijlage 1 worden de definities van omwonenden en passanten gegeven. 12 Ten tijde van de -meting waren er 62 coffeeshops gevestigd in Rotterdam, maar tussen de - en de 1-meting (eind 28) is er nog een coffeeshop gesloten. Deze coffeeshop was niet gelegen binnen het afstandscriterium van een school, maar is gesloten met een andere reden. Derhalve is deze gesloten coffeeshop niet meegenomen in de monitor en worden in dit rapport de ontwikkelingen rondom 61 coffeeshops gevolgd: 45 opengebleven coffeeshops en 16 coffeeshops die zijn gesloten omdat ze te dicht in de buurt van een school waren gelegen. 12 INTRAVAL - Monitor coffeeshopbeleid Rotterdam: - en 1-meting

19 van overlast en criminaliteit die volgens hen in hun buurt voorkomen en of zij daar hinder van hebben ondervonden. Passanten zijn vragen gesteld over vormen van overlast en criminaliteit die volgens hen in de buurt voorkomen en die zij ervaren in de buurt van waar zij zijn aangesproken. Enquête minderjarige (kwetsbare) jongeren 13 In totaal zijn, zowel bij de 1-meting als bij de -meting, ruim 1. jongeren van 12 tot 18 jaar geënquêteerd over normbesef ten aanzien van genotmiddelen, softdrugsgebruik en verkrijgbaarheid van softdrugs. Op middelbare scholen zijn in de onderbouwklassen ruim 8.5 jongeren geënquêteerd (via de GGD Jeugdmonitor), in de bovenbouw en het eerste jaar MBO ruim 2.. Daarnaast is speciale aandacht besteed aan kwetsbare jongeren, waarvan er zo n 15 in de leeftijd van 14 tot 18 jaar zijn ondervraagd. Politieregistraties Bij de politie Rotterdam-Rijnmond zijn incidenten opgevraagd die in de gemeente Rotterdam tussen 1 juli 28 en 31 maart 29 (-meting) en tussen 1 juli 29 en 31 maart 21 (1-meting) hebben plaatsgevonden en door de politie zijn geregistreerd. Voor beide metingen zijn incidenten opgevraagd die betrekking hebben op: drugshandel en drugsgebruik; overlast; vandalisme; geweld; en verkeer. Per incident is aangegeven op welke locatie, datum en tijdstip deze heeft plaatsgevonden. Verder is nagegaan of een incident binnen een straal van 5 meter rond een coffeeshop heeft plaatsgevonden. 2.4 Leeswijzer In de volgende hoofdstukken worden de resultaten van de verschillende onderzoeksactiviteiten behandeld. Hoofdstuk 3 besteedt aandacht aan de verschillende vormen van (drugs)overlast. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op het legale en illegale aanbod van softdrugs, terwijl in hoofdstuk 5 het softdrugsgebruik onder jongeren en het normbesef ten aanzien van het gebruik aan bod komt. 13 In bijlage 1 wordt de definitie van (kwetsbare) jongeren gegeven. Achtergrond 13

20 14 INTRAVAL - Monitor coffeeshopbeleid Rotterdam: - en 1-meting

21 3. (DRUGS)OVERLAST In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken van de enquête die is gehouden onder omwonenden en passanten in de buurt van (gesloten) coffeeshops. In totaal zijn, zowel bij de 1-meting als bij de -meting, ruim 6 omwonenden en ruim 6 passanten geënquêteerd over vormen van overlast in de buurt van (gesloten) coffeeshops. De resultaten tussen de 1- en -meting zijn getoetst op significantie. 1 Significante verschillen worden in de figuren weergegeven met *. Waar geen significante verschillen zijn gevonden tussen de 1- en -meting worden alleen de resultaten van de 1-meting in de figuren gepresenteerd. Waar mogelijk zijn de resultaten uit de enquêtes die zijn afgenomen in de omgeving van coffeeshops vergeleken met de resultaten voor heel Rotterdam (Gemeente Rotterdam 21b). 2 Hieronder worden allereerst de belangrijkste resultaten van dit hoofdstuk gepresenteerd. Vervolgens gaat paragraaf 3.1 in op de verschillende buurtproblemen, waarvan respondenten hebben aangegeven dat deze naar hun mening voorkomen in de buurt, ongeacht of zij hiervan persoonlijk hinder hebben ervaren of slachtoffer van zijn geweest. Paragraaf 3.2 beschrijft de vormen van overlast waarvan de respondenten persoonlijk hinder hebben ondervonden, terwijl paragraaf 3.3 het slachtofferschap behandelt. In paragraaf 3.4 worden vervolgens de onveiligheidsgevoelens en de beleving van de buurt beschreven. Tot slot is, waar relevant, in kaart gebracht hoeveel (overlast)meldingen in de directe omgeving van (gesloten) coffeeshops bij de politie staan geregistreerd. Voorkomen overlast Volgens omwonenden van zowel gesloten als opengebleven coffeeshops zijn de indicatoren soft- en harddrugsproblemen, buurtverloedering en vermogensdelicten afgenomen. Bij passanten is nauwelijks verandering te constateren. Wanneer specifiek wordt gevraagd naar het voorkomen van drugsoverlast dan is dit gedaald volgens omwonenden bij gesloten coffeeshops. Ongeveer de helft van de omwonenden en passanten zegt dat drugsoverlast (van coffeeshops en niet gedoogde verkooppunten) wel eens voorkomt, waarbij gebruik van en handel in softdrugs op straat het vaakst wordt genoemd. Ervaren overlast Omwonenden en passanten is ook gevraagd of ze van verschillende buurtproblemen persoonlijk hinder hebben ervaren. De respondenten bij zowel gesloten als opengebleven coffeeshops ervaren ten tijde van de 1-meting persoonlijk minder overlast van jongeren, alcoholisten en harddrugsverslaafden dan ten tijde van de -meting. 1 De uitkomsten van de vergelijking tussen de 1-meting en -meting zijn statistisch getoetst op toeval. In de statistische toetsing is uitgegaan van een betrouwbaarheidsinterval van 95%. Dit betekent dat indien de gevonden verschillen significant zijn, het voor 95% zeker is dat de verschillen berusten op werkelijke verschillen en niet op toevallige (steekproef)fluctuaties. Er is gebruik gemaakt van de t-toets en de chi-kwadraat toets. Deze toetsen zijn gevoelig voor het aantal onderzoekselementen: hoe groter de steekproef, hoe eerder gevonden verschillen significant zijn.. Verschillen tussen beide metingen bij leerlingen op scholen in de buurt van (gesloten) coffeeshops zullen, gezien de geringe steekproefomvang, minder snel significant zijn dan die bij leerlingen op overige scholen. 2 Bij de Directie Veiligheid van de gemeente Rotterdam zijn meer gedetailleerde gegevens van de Veiligheidsindex 21 opgevraagd. Jaarlijks meet de gemeente Rotterdam de veiligheidssituatie in de stad. De Veiligheidsindex 21 beschrijft de veiligheidssituatie in het jaar 29. (Drugs)overlast 15

22 Wanneer specifiek wordt gevraagd naar coffeeshopgerelateerde overlast dan ervaren omwonenden vooral verkeer- en parkeeroverlast en jongerenoverlast. Geluidsoverlast en stankoverlast volgen op ruime afstand. Bij gesloten coffeeshops is volgens omwonenden verkeer- en parkeeroverlast, jongerenoverlast en geluidsoverlast afgenomen. Slachtofferschap Het slachtofferschap in algemene zin (diefstal, inbraak, vandalisme en verkeersdelicten) is na sluiting van de 16 coffeeshops nagenoeg niet veranderd volgens omwonenden en passanten. Omwonenden van gesloten coffeeshop zeggen wel minder vaak slachtoffer van diefstal te zijn geweest, terwijl passanten van gesloten coffeeshops minder vaak slachtoffer zijn geweest van verkeersdelicten. Het percentage omwonenden dat zelf slachtoffer is geweest van één van de vormen van criminaliteit ligt vrijwel gelijk aan dat voor heel Rotterdam. Onveiligheidsgevoelens en waardering buurt Na sluiting van de 16 coffeeshops is het percentage van de omwonenden en passanten dat zich wel eens onveilig voelt, weinig veranderd bij zowel gesloten coffeeshops als opengebleven coffeeshops. Rond de 3% van de omwonenden en passanten voelt zich wel eens onveilig in de omgeving van een coffeeshop. Dit is vrijwel gelijk aan de onveiligheidsgevoelens van omwonenden in heel Rotterdam. Het percentage omwonenden dat tevreden is over het wonen in de buurt is voor en na de sluiting van de 16 coffeeshops nauwelijks veranderd. Politieregistraties Het aantal geregistreerde incidenten in een straal van 5 meter rond (gesloten) coffeeshops is in de 1-meting licht toegenomen. Rondom de gesloten coffeeshops is meer vandalisme en inbraak geregistreerd, terwijl verkeersoverlast zo goed als gelijk is gebleven. Rond de gebleven coffeeshops zijn de geregistreerde incidenten diefstal, inbraak, vandalisme en verkeersdelicten licht toegenomen. 3.1 Voorkomen overlast De sluiting van de 16 Rotterdamse coffeeshops kan leiden tot een verandering in de ervaren overlast in de omgeving van (gesloten) coffeeshops. Om dit te meten zijn diverse vragen met betrekking tot overlast opgenomen in de enquête. Allereerst is de omwonenden en passanten gevraagd van verschillende buurtproblemen aan te geven of die naar hun mening voorkomen in de buurt waar ze wonen of zijn aangesproken, ongeacht of zij hiervan persoonlijk hinder hebben ervaren of slachtoffer van zijn geweest. Tevens is gevraagd naar het voorkomen van drugsoverlast. Voorkomen buurtproblemen De omwonenden en passanten is gevraagd om van verschillende voorvallen en misdrijven aan te geven of die naar hun mening voorkomen in hun woonomgeving of omgeving waar ze zijn aangesproken. De voorvallen en misdrijven zijn onderverdeeld in vier indicatoren 3, 3 De antwoorden van de respondenten op samenhangende vragen zijn per onderwerp gesommeerd en omgerekend naar een waarde van 1 tot 1. Naarmate het cijfer hoger is, komt dit probleem volgens een hoger percentage van de omwonenden en passanten voor in de buurt waar ze wonen of zijn aangesproken. Daarbij is een indicatorscore van 1 een indicatie dat (bijna) niemand vindt dat het aspect voorkomt en een indicatorscore van 1 een indicatie dat (bijna) iedereen heeft aangegeven dat dit aspect voorkomt. 16 INTRAVAL - Monitor coffeeshopbeleid Rotterdam: - en 1-meting

23 bestaande uit verschillende items: a. soft- en harddrugsproblemen; b. verloedering; c. dreiging; en d. vermogensdelicten. Bij drie van de vier indicatorscores (soft- en harddrugsproblemen, buurtverloedering en vermogens-delicten) zijn significante verschillen gevonden tussen beide metingen. Deze worden hieronder besproken. Soft- en harddrugsproblemen De indicatorscore soft- en harddrugsproblemen is opgebouwd uit de volgende items: gebruik van softdrugs op straat; gebruik van harddrugs op straat; handel in harddrugs op straat; en straatprostitutie. Figuur 3.1 Indicatorscores soft- en harddrugsproblemen in de buurt op een schaal van 1 tot 1 (- en 1-meting) gesloten coffeeshops* (N= ) Omwonenden 5,9 5,9 5,2 5,6 gebleven coffeeshops* (N=49-416) * Significant verschil tussen -meting en 1-meting (bij p<,5). NB: Bij de -meting wordt in een groot deel van de figuren in dit hoofdstuk gemakshalve ook gesproken over gebleven en gesloten coffeeshops, hoewel de coffeeshops nog niet gesloten waren ten tijde van de -meting gesloten coffeeshops (N=192-2) Passanten 5,5 5,5 5,2 5,3 -meting 1-meting gebleven coffeeshops (N= ) Volgens de omwonenden is er sprake van een significante daling van soft- en harddrugsproblemen in hun buurt na sluiting van de 16 coffeeshops: 5,2 in de 1-meting versus 5,9 in de -meting (figuur 3.1). Ook omwonenden in de buurt van de 45 opengebleven coffeeshops constateren een afname van soft- en harddrugsproblemen: 5,6 in de 1-meting en 5,9 in de -meting. Bij de passanten is geen significante verandering te zien. Buurtverloedering Verder is aan de respondenten gevraagd in hoeverre de buurt is verloederd. Onder buurtverloedering wordt hier verstaan: overlast groepen jongeren; bekladding van muren of gebouwen; vernieling; hondenpoep/rommel op straat; en lawaai op straat. Figuur Indicatorscores buurtverloedering in de buurt op een schaal van 1 tot 1 (- en 1-meting) gesloten coffeeshops* (N= ) Omwonenden 7,1 7,1 6,5 6,6 gebleven coffeeshops* (N=49-416) * Significant verschil tussen -meting en 1-meting (bij p<,5) gesloten coffeeshops (N=192-2) Passanten -meting 7,3 6,8 7 1-meting 6,7 gebleven coffeeshops (N= ) (Drugs)overlast 17

24 Figuur 3.2 laat zien dat de indicatorscore buurtverloedering na sluiting van de 16 coffeeshops is afgenomen ten opzichte van het jaar daarvoor volgens omwonenden van zowel gesloten coffeeshops (6,5 in de 1-meting en 7,1 in de -meting) als coffeeshops die open zijn gebleven (6,6 en 7,1). Zo geeft 65% van de omwonenden na de sluiting van de 16 coffeeshops aan dat er sprake is van lawaai op straat, terwijl een jaar eerder 78% dit heeft aangegeven. Bij passanten is geen significante daling op de indicatorscore buurtverloedering zichtbaar. Vermogensdelicten Omwonenden en passanten is tevens gevraagd om aan te geven of vermogensdelicten naar hun idee voorkomen in de buurt, ongeacht of ze hiervan zelf slachtoffer zijn geweest. Onder vermogensdelicten wordt hier verstaan: fietsendiefstal; diefstal uit auto s; beschadiging auto s; en woninginbraak. Figuur 3.3 Indicatorscores vermogensdelicten in de buurt op een schaal van 1 tot 1 (- en 1- meting) gesloten coffeeshops* (N= ) Omwonenden 5,8 5,9 5,3 5,3 gebleven coffeeshops* (N=49-416) * Significant verschil tussen -meting en 1-meting (bij p<,5) Passanten 5,7 5,6 5,2 5,3 gesloten coffeeshops* (N=192-2) gebleven coffeeshops (N= ) -meting 1-meting Figuur 3.3 laat zien dat de indicatorscore vermogensdelicten in de buurt van de 16 gesloten coffeeshops is afgenomen volgens de omwonenden (5,3 in de 1-meting en 5,8 in de - meting). Ook in de buurt van de 45 opengebleven coffeeshops is bij omwonenden een daling zichtbaar van de indicatorscore vermogensdelicten (5,3 in de 1-meting en 5,9 in de -meting). Volgens passanten in de buurt van gesloten coffeeshops is de indicatorscore vermogensdelicten gedaald, 5,2 in de 1-meting en 5,7 in de -meting, terwijl er bij passanten in de buurt van gebleven coffeeshops geen sprake is van een significant verschil. Voorkomen drugsoverlast De respondenten is eveneens gevraagd naar het voorkomen van drugsoverlast in de buurt. Figuur 3.4 Voorkomen drugsoverlast (- en 1-meting), in % Omwonenden Passanten 56 -meting 1-meting gesloten coffeeshops* (N= ) gebleven coffeeshops (N=49-416) gesloten coffeeshops (N=192-2) gebleven coffeeshops* (N= ) * Significant verschil tussen -meting en 1-meting (bij p<,5). 18 INTRAVAL - Monitor coffeeshopbeleid Rotterdam: - en 1-meting

25 Figuur 3.4 laat zien dat volgens omwonenden in de buurt van de 16 gesloten coffeeshops de drugsoverlast is afgenomen. Na de sluiting van de 16 coffeeshops zegt 42% dat drugsoverlast voorkomt in de buurt, terwijl dit een jaar eerder door 58% van de omwonenden van de 16 coffeeshops is aangegeven. De drugsoverlast in de buurt van de 45 opengebleven coffeeshops is volgens omwonenden zo goed als niet veranderd. Volgens passanten rond gesloten coffeeshops is de drugsoverlast nauwelijks veranderd. Het percentage passanten zegt dat drugsoverlast voorkomt in de buurt van de opengebleven coffeeshops is daarentegen wel significant afgenomen: 49% heeft in de 1-meting tegenover 56% in de -meting. Indien respondenten aangeven dat drugsoverlast in de directe (woon)omgeving voorkomt, is hen gevraagd de meeste voorkomende vormen van drugsoverlast (spontaan) te noemen. Bij beide metingen verschilt de mate waarin omwonenden de verschillende vormen van drugsoverlast noemen nauwelijks van die van de passanten. Bovendien zijn er geen significante verschillen gevonden tussen de 1-meting en de -meting. Daarom zijn in figuur 3.5 uitsluitend de resultaten weergegeven van de omwonenden ten tijde van de 1-meting. Figuur 3.5 Voorkomen van verschillende vormen van drugsoverlast volgens omwonenden in de buurt van (gesloten) coffeeshops (1-meting), in % Gebruik van softdrugs op straat Handel in softdrugs op straat Gebruik van harddrugs op straat Gesloten coffeeshops 1-meting (N=84) Gebleven coffeeshops 1-meting (N=224) Handel in harddrugs op straat 11 1 Verkeer- en parkeeroverlast Het gebruik van softdrugs op straat wordt door omwonenden in de buurt van (gesloten) coffeeshops bij de 1-meting het meest genoemd, gevolgd door handel in softdrugs op straat (figuur 3.5). Verder worden gebruik van harddrugs, handel in harddrugs en parkeer- en verkeersproblematiek door ongeveer een tiende van de omwonenden genoemd. Vergelijking De indicatorscores buurtverloedering, buurtdreiging en vermogensdelicten liggen in de omgeving van coffeeshops ten tijde van de 1-meting iets lager dan die voor geheel Rotterdam. Ten tijde van de -meting waren deze scores gelijk aan elkaar. 4 Drugsoverlast komt in de buurt van coffeeshops vaker voor dan in andere buurten in Rotterdam. In de buurt van coffeeshops zegt 54% ten tijde van de 1-meting dat 4 De vragenlijst die is gebruikt voor de coffeeshopmonitor is voor een deel vergelijkbaar met die van de Veiligheidsindex. Voor de coffeeshopmonitor zijn echter andere indicatoren opgesteld. Bij de Directie Veiligheid van de gemeente Rotterdam is daarom de dataset van de Veiligheidsindex 21 opgevraagd. Met behulp van deze dataset zijn vervolgens de indicatoren buurtverloedering, buurtdreiging en vermogensdelicten voor heel Rotterdam opgesteld, vergelijkbaar met die uit onze monitor. Het is niet mogelijk om de indicator soft- en harddrugsproblemen te vergelijken met heel Rotterdam, omdat deze indicator items bevat die niet zijn opgenomen in de Veiligheidsindex. (Drugs)overlast 19

Monitor coffeeshopbeleid Rotterdam

Monitor coffeeshopbeleid Rotterdam 0-, 1- EN 2-METING Monitor coffeeshopbeleid Rotterdam B. Bieleman R. Nijkamp M. Sijtstra Monitor coffeeshopbeleid Rotterdam 0-, 1- EN 2-METING September 2011 I NTRAVAL Groningen-Rotterdam COLOFON St.

Nadere informatie

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING : COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: St. Jansstraat

Nadere informatie

COFFEESHOPBEZOEKERS IN VENLO 2009 TELLINGEN EN ENQUÊTE COFFEESHOPBEZOEKERS VENLO

COFFEESHOPBEZOEKERS IN VENLO 2009 TELLINGEN EN ENQUÊTE COFFEESHOPBEZOEKERS VENLO COFFEESHOPBEZOEKERS IN VENLO 2009 TELLINGEN EN ENQUÊTE COFFEESHOPBEZOEKERS VENLO B. Bieleman R. Nijkamp COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen:

Nadere informatie

Monitor verplaatsing coffeeshop Amsterdam-Oost

Monitor verplaatsing coffeeshop Amsterdam-Oost Monitor verplaatsing coffeeshop Amsterdam-Oost B. Bieleman R. Mennes M. Sijtstra MONITOR VERPLAATSING COFFEESHOP AMSTERDAM-OOST September INTRAVAL Groningen-Rotterdam INHOUDSOPGAVE Pagina Hoofdstuk Inleiding.

Nadere informatie

Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen

Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen J. Snippe A. Beelen B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen:

Nadere informatie

Coffeeshops in Nederland 2009

Coffeeshops in Nederland 2009 A A N TA L L E N C O F F E E S H O P S E N G E M E E N T E L I J K B E L E I D 1999-2009 Coffeeshops in Nederland 2009 B. Bieleman R. Nijkamp In 2010 is de negende meting van de monitor naar aantallen

Nadere informatie

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast 5. CONCLUSIES In dit afsluitende hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies besproken. Achtereenvolgens komen de overlast, de criminaliteit en de veiligheidsbeleving aan bod. Aan de 56 buurtbewoners

Nadere informatie

Coffeeshops in Nederland 2007

Coffeeshops in Nederland 2007 AANTALLEN COFFEESHOPS EN GEMEENTELIJK BELEID 1999-2007 Coffeeshops in Nederland 2007 B. Bieleman A. Beelen R. Nijkamp E. de Bie COLOFON WODC/St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail

Nadere informatie

Monitor naleving rookvrije werkplek 2006

Monitor naleving rookvrije werkplek 2006 Monitor naleving rookvrije werkplek 2006 METINGEN 2004 EN 2006 B. Bieleman A. Kruize COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam:

Nadere informatie

Het Rotterdamse model 2007-2012

Het Rotterdamse model 2007-2012 Erasmus School of Law Het Rotterdamse model 2007-2012 Ciroc 7-3-2012 Coffeeshops, het beste van twee kwaden Thaddeus Muller Opzet Intro Onderzoek Het Rotterdamse model? Effecten en

Nadere informatie

MONITOR OVERLAST EN ONVEILIGHEID A-KWARTIER GRONINGEN

MONITOR OVERLAST EN ONVEILIGHEID A-KWARTIER GRONINGEN MONITOR OVERLAST EN ONVEILIGHEID A-KWARTIER GRONINGEN B. Bieleman R. Nijkamp J. Snippe R. Voogd MONITOR OVERLAST EN ONVEILIGHEID A-KWARTIER GRONINGEN Juli 213 INTRAVAL Groningen-Rotterdam INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Monitor afstandscriterium coffeeshops Amsterdam

Monitor afstandscriterium coffeeshops Amsterdam Monitor afstandscriterium coffeeshops Amsterdam B. Bieleman R. Mennes M. Sijtstra MONITOR AFSTANDSCRITERIUM COFFEESHOPS AMSTERDAM September 2015 INTRAVAL Groningen-Rotterdam INHOUDSOPGAVE Pagina Hoofdstuk

Nadere informatie

Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2006

Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2006 Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2006 METINGEN 2001, 2002, 2003, 2004 EN 2005 B. Bieleman A. Kruize M. van Zwieten COLOFON St. INTRAVAL Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl

Nadere informatie

Onderzoek Kooppogingen alcohol door jongeren

Onderzoek Kooppogingen alcohol door jongeren CO LO F O N St. I NTRAVAL Postadres Postbus 1781 971 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen: St. Jansstraat 2C Telefoon - 313 4 2 Fax - 312 7 26 Kantoor Rotterdam: Goudsesingel

Nadere informatie

Onderzoek kopen tabak door jongeren

Onderzoek kopen tabak door jongeren meting 214 Onderzoek kopen tabak door jongeren A Kruize B. Bieleman 1. Inleiding Vanaf 1 januari 214 is de leeftijdsgrens voor de verkoop van tabaksproducten van 16 naar 18 jaar gegaan. De verstrekker

Nadere informatie

COFFEESHOPBEZOEKERS TERNEUZEN

COFFEESHOPBEZOEKERS TERNEUZEN Coffeeshopbezoekers Terneuzen najaar 2009 COFFEESHOPBEZOEKERS TERNEUZEN NAJAAR 2009 INTRAVAL Groningen-Rotterdam INHOUDSOPGAVE Pagina 1. Inleiding 1 1.1 Probleemstelling 1 1.2 Onderzoeksopzet 2 1.3 Leeswijzer

Nadere informatie

Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen

Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen J. Snippe A. Beelen B. Bieleman Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen Oktober 28 I NTRAVAL Groningen-Rotterdam COLOFON St. INTRAVAL Postadres:

Nadere informatie

Monitor Tweede verplaatsing coffeeshops Amsterdam

Monitor Tweede verplaatsing coffeeshops Amsterdam Monitor Tweede verplaatsing coffeeshops Amsterdam R. Mennes E. Cankor B. Bieleman MONITOR TWEEDE VERPLAATSING COFFEESHOPS AMSTERDAM Februari 217 INTRAVAL Groningen-Rotterdam INHOUDSOPGAVE Pagina Hoofdstuk

Nadere informatie

Drugsgebruik in Oldenzaal

Drugsgebruik in Oldenzaal Inventarisatie soft- en harddrugsgebruik in de gemeente Oldenzaal Drugsgebruik in Oldenzaal S. Biesma R. Nijkamp M. van Zwieten B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres : Postbus 1781 9701 BT Groningen

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Buurtrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de buurt? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden

Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden De gemeente Dordrecht zet zich in om overlast in het algemeen, en van coffeeshops in het bijzonder, te verminderen. Dordrecht telt in totaal acht

Nadere informatie

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet 4. SAMENVATTING In dit hoofdstuk wordt de samenvatting gepresenteerd van de belangrijkste resultaten van de herhaalde meting naar aantallen officieel gedoogde coffeeshops en gemeentelijk cannabisbeleid.

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Eval uat i e Camer at oezi cht Gouda Ei ndr appor t Samenvatting en conclusies De gemeente Gouda is begin 2004 een proef gestart met cameratoezicht in de openbare ruimte op diverse locaties in de gemeente.

Nadere informatie

Gemeente J Eergen op Zoom

Gemeente J Eergen op Zoom Gemeente J Eergen op Zoom RMD06-0047 Datum 5 april 2006 Nr,: 06-40 Van Aan Kopie aan Onderwerp Het college van B&W De raads- en duoburgerleden A. Beukman Informatie gemeenteraad m.b.t. de situatie Venlo

Nadere informatie

Monitor 2010 Veelplegers Twente

Monitor 2010 Veelplegers Twente Monitor 2010 Veelplegers Twente J. Snippe G. Wolters B. Bieleman Bij diverse organisaties is het thema één van de speerpunten van beleid. Ook in het kader van het Grote Steden Beleid (GSB) is er aandacht

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Hoe leefbaar en veilig is de Es? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede

Nadere informatie

Binnenstad Groningen

Binnenstad Groningen Thermometer Binnenstad Groningen metingen 1998-29 B. Bieleman A. Kruize G. Wolters Inleiding In opdracht van de gemeente Groningen heeft onderzoeks- en adviesbureau INTRAVAL in 29 voor het twaalfde achtereenvolgende

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Hoe leefbaar en veilig is? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen

Nadere informatie

Monitor kopen tabak door jongeren

Monitor kopen tabak door jongeren METING 16 Monitor kopen tabak door jongeren A Kruize B. Bieleman 1. Inleiding Vanaf 1 januari 14 is de leeftijdsgrens voor de verkoop van tabaksproducten van 16 naar 18 jaar gegaan. De verstrekker is

Nadere informatie

Inventarisatie shisha lounges 2015

Inventarisatie shisha lounges 2015 Inventarisatie shisha lounges 215 A. Kruize M. Sijtstra B. Bieleman 1. Inleiding Binnen de horeca geldt een rookverbod voor het roken van tabaksproducten. Het rookverbod bestaat voor producten die, al

Nadere informatie

Monitor eerste verplaatsing coffeeshops Amsterdam

Monitor eerste verplaatsing coffeeshops Amsterdam Monitor eerste verplaatsing coffeeshops Amsterdam B. Bieleman R. Mennes J. Snippe MONITOR EERSTE VERPLAATSING COFFEESHOPS AMSTERDAM Maart 215 INTRAVAL Groningen-Rotterdam INHOUDSOPGAVE Pagina Hoofdstuk

Nadere informatie

Derde meting monitor leefbaarheid Oranje

Derde meting monitor leefbaarheid Oranje Derde meting monitor leefbaarheid Oranje B. Bieleman R. Mennes M. Sijtstra J. Snippe DERDE METING MONITOR LEEFBAARHEID ORANJE Juni 216 INTRAVAL GroningenRotterdam 1. Inleiding In oktober 21 is aangekondigd

Nadere informatie

HANDHAVING GEDOOGVOORWAARDEN COFFEESHOPS Resultaten quickscan

HANDHAVING GEDOOGVOORWAARDEN COFFEESHOPS Resultaten quickscan HANDHAVING GEDOOGVOORWAARDEN COFFEESHOPS Resultaten quickscan door Floris Faes & Karin Bongers Utrecht, augustus 2010 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 3 Handhaving Gedoogvoorwaarden

Nadere informatie

Evaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam

Evaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam Evaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam J. Snippe F. Schaap M. Boendermaker B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl

Nadere informatie

4. SAMENVATTING. 4.1 Monitoren aanpak drugsoverlast

4. SAMENVATTING. 4.1 Monitoren aanpak drugsoverlast 4. SAMENVATTING In januari 2001 is de gemeente Venlo gestart met het drugsoverlastproject Hektor. Om tot een substantiële reductie van de (soft)drugscriminaliteit en drugsgerelateerde overlast te komen,

Nadere informatie

Monitor 2009 Veelplegers Twente

Monitor 2009 Veelplegers Twente Monitor 29 Veelplegers Twente J. Snippe G. Wolters B. Bieleman Bij diverse organisaties is het thema één van de speerpunten van beleid. Ook in het kader van het Grote Steden Beleid (GSB) is er aandacht

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013 Politie Eenheid Fact sheet nummer 4 februari 213 Veiligheidsmonitor -Amstelland 28-212 Deze fact sheet brengt de veiligheid in de regio -Amstelland tussen 28 en 212 in kaart. blijkt op verschillende indicatoren

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie

Sint Jansstraat 2C Goudsesingel 184 Telefoon 050-313 40 52 Telefoon 010-425 92 12 Fax 050-312 75 26 Fax 010-476 83 76

Sint Jansstraat 2C Goudsesingel 184 Telefoon 050-313 40 52 Telefoon 010-425 92 12 Fax 050-312 75 26 Fax 010-476 83 76 VOORSTUDIE SOFTDRUGSGEBRUIK JONGERENROTTERDAM COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: Sint Jansstraat

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden

Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden Resultaten per district en in de tijd Bureau Onderzoek Op Maat april 2010 Veiligheidsmonitor 2009, gemeente Leiden 1 In dit overzicht worden de uitkomsten van de

Nadere informatie

Coffeeshops in Nederland Naleving en handhaving van coffeeshopregels. D. de Bruin, M. Dijkstra, J. Breeksema

Coffeeshops in Nederland Naleving en handhaving van coffeeshopregels. D. de Bruin, M. Dijkstra, J. Breeksema Coffeeshops in Nederland 2007 Naleving en handhaving van coffeeshopregels D. de Bruin, M. Dijkstra, J. Breeksema Samenvatting Dit onderzoek heeft tot doel te beschrijven hoe en in welke mate de landelijke

Nadere informatie

5. SAMENVATTING. 5.1 Ondernemers

5. SAMENVATTING. 5.1 Ondernemers 5. SAMENVATTING In het kader van het onderzoek Monitoring Drugsoverlast Venlo is een aanvullend onderzoek verricht. Dit aanvullende onderzoek bestaat uit drie onderdelen: observaties en tellingen op locaties

Nadere informatie

Sociale Zaken en Werkgelegenheid gemeente Rotterdam

Sociale Zaken en Werkgelegenheid gemeente Rotterdam QUICK-SCAN: GEVOLGEN REGIOBINDING ROTTERDAM COLOFON INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: St. Jansstraat 2C Goudsesingel 184 Telefoon

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 OKTOBER 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid Resultaten gemeentebeleidsmonitor 217 Veiligheid en leefbaarheid 1. Inleiding Om de twee jaar wordt er een onderzoek, de zogeheten gemeentebeleidsmonitor, uitgevoerd onder de inwoners naar verschillende

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019 Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 19 JUNI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Monitor 2007 Veelplegers Twente

Monitor 2007 Veelplegers Twente Monitor 27 Twente A. Kruize J. Snippe M. van Zwieten B. Bieleman COLOFON Stichting INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 971 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam:

Nadere informatie

NULMETING OVERLAST EN BEZOEK COFFEESHOPS MAASTRICHT

NULMETING OVERLAST EN BEZOEK COFFEESHOPS MAASTRICHT NULMETING OVERLAST EN BEZOEK COFFEESHOPS MAASTRICHT OWP research Groningen-Rotterdam Maastricht COLOFON Postadres: St. INTRAVAL OWP Research Postbus 1781 Weth v Caldenborghlan 76 9701 BT Groningen 6226

Nadere informatie

Monitor begeleid wonen Twente 2012

Monitor begeleid wonen Twente 2012 Monitor begeleid wonen Twente 2012 metingen 2009, 2010 en 2011 A. Kruize S. Biesma B. Bieleman 1. Inleiding De wijze waarop de twee centrumgemeenten Almelo en Enschede, de maatschappelijke opvang willen

Nadere informatie

1. De vestiging van coffeeshops wordt gedoogd indien de coffeeshop voldoet aan de volgende vestigingscriteria:

1. De vestiging van coffeeshops wordt gedoogd indien de coffeeshop voldoet aan de volgende vestigingscriteria: Casenummer 10G200903 Registratienr. 365938 / 365938 Coffeeshop beleid. Artikel 1: definities In deze beleidsregels wordt verstaan onder: 1. harddrugs: middelen vermeld op lijst I en lijst II behorend bij

Nadere informatie

Levendige straten. Y. Seyah. J. Oude Groeniger. E. Yazgili. A. Roorda. W. Boersma. M. Spijker. R. Bottema. M. Pijpker. K. Offringa

Levendige straten. Y. Seyah. J. Oude Groeniger. E. Yazgili. A. Roorda. W. Boersma. M. Spijker. R. Bottema. M. Pijpker. K. Offringa Nulmeting veiligheid en leefbaarheid zeven straten aandachtswijken Groningen Levendige straten J. Oude Groeniger A. Roorda M. Spijker M. Pijpker Y. Seyah E. Yazgili W. Boersma R. Bottema K. Offringa COLOFON

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid Groningen september tot december 18 JANUARI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

Monitor 2009 Huiselijk geweld Twente

Monitor 2009 Huiselijk geweld Twente Monitor 2009 Huiselijk geweld Twente metingen 2004-2008 M. van Zwieten B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen:

Nadere informatie

St. Jansstraat 2C Goudsesingel 184 Telefoon Telefoon Fax Fax

St. Jansstraat 2C Goudsesingel 184 Telefoon Telefoon Fax Fax COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 971 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: St. Jansstraat 2C Goudsesingel 184 Telefoon 5-313 4 52 Telefoon

Nadere informatie

EVALUATIE COFFEESHOPBELEID GEMEENTE DELFZIJL

EVALUATIE COFFEESHOPBELEID GEMEENTE DELFZIJL EVALUATIE COFFEESHOPBELEID GEMEENTE DELFZIJL B. Bieleman R. Nijkamp R. Voogd Evaluatie coffeeshopbeleid gemeente Delfzijl September 2013 INTRAVAL Groningen-Rotterdam COLOFON St. INTRAVAL Postadres Postbus

Nadere informatie

Leefbaarheid in de buurt

Leefbaarheid in de buurt 12345678 Leefbaarheid in de buurt Nu het oordeel van de Dordtenaren over hun woonkwaliteit, woonomgeving en de geboden voorzieningen in kaart is gebracht, zullen we in dit hoofdstuk gaan kijken hoe de

Nadere informatie

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden Veiligheidsmonitor 2008, gemeente 1 Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 In deze bijlage worden de uitkomsten van de monitor weergegeven in tabellen. Van de volgende gebieden worden cijfers gepresenteerd:

Nadere informatie

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid Veiligheid kernthema: De criminaliteitscijfers en de slachtoffercijfers laten over het algemeen een positief beeld zien voor Utrecht in. Ook de aangiftebereidheid van Utrechters is relatief hoog (29%).

Nadere informatie

EVALUATIE ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD FRYSLÂN 2008

EVALUATIE ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD FRYSLÂN 2008 EVALUATIE ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD FRYSLÂN 2008 M. van Zwieten S. Biesma B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl

Nadere informatie

Monitor daklozen en harddrugsverslaafden. Apeldoorn M. van Zwieten. S. Biesma. B. Bieleman. metingen

Monitor daklozen en harddrugsverslaafden. Apeldoorn M. van Zwieten. S. Biesma. B. Bieleman. metingen Monitor daklozen en harddrugsverslaafden Apeldoorn 2008 metingen 2004-2007 M. van Zwieten S. Biesma B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor

Nadere informatie

Binnenstad Groningen

Binnenstad Groningen Thermometer Binnenstad Groningen m e t i n g e n 19 9 8-2 B. Bieleman A. Kruize M. Sijtstra INTRAVAL-TBG.indd 1 4-7-11 13:46:24 Inleiding In opdracht van de gemeente Groningen heeft onderzoeks- en adviesbureau

Nadere informatie

5. SAMENVATTING EN CONCLUSIES

5. SAMENVATTING EN CONCLUSIES 5. SAMENVATTING EN CONCLUSIES In januari 2001 is de gemeente Venlo gestart met het drugsoverlastproject Hektor. Om tot een substantiële reductie van de (soft)drugscriminaliteit en drugsgerelateerde overlast

Nadere informatie

Binnenstad Groningen

Binnenstad Groningen Thermometer Binnenstad Groningen metingen 1998-8 B. Bieleman A. Beelen A. Kruize COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 91 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen:

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 18 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie

Nadere informatie

COFFEESHOPBEZOEK ROTTERDAM VOORJAAR 2012

COFFEESHOPBEZOEK ROTTERDAM VOORJAAR 2012 COFFEESHOPBEZOEK ROTTERDAM VOORJAAR 2012 R. Nijkamp B. Bieleman COFFEESHOPBEZOEK ROTTERDAM VOORJAAR 2012 Augustus 2012 INTRAVAL Groningen-Rotterdam INHOUDSOPGAVE Pagina 1. Inleiding 1 1.1 Vraagstelling

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is het Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie

Monitor 2006 veelplegers Twente

Monitor 2006 veelplegers Twente Monitor 2006 Twente A. Kruize J. Snippe M. van Zwieten B. Bieleman Monitor 2006 Veelplegers Twente Mei 2007 I NTRAVAL Groningen-Rotterdam COLOFON Stichting INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen

Nadere informatie

Monitor 2013 Veelplegers Twente

Monitor 2013 Veelplegers Twente Monitor 213 Veelplegers Twente A. Kruize J. Snippe B. Bieleman 1. Inleiding Het thema veelplegers blijft actueel en is één van de speerpunten van beleid. Voor een goede beleidsvorming en -uitvoering voor

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting SAMENVATTING Dit rapport biedt inzicht in de aantallen officieel gedoogde verkooppunten van softdrugs (coffeeshops) en het gemeentelijk coffeeshopbeleid in Nederland in 2007. Het tellen van het aantal

Nadere informatie

Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2008

Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2008 Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2008 metingen 2001 tot en met 2007 A. Kruize M. Hofman B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is het? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2010 Gemeente Leiden

Veiligheidsmonitor 2010 Gemeente Leiden Veiligheidsmonitor Gemeente Leiden Resultaten per stadsdeel en in de tijd Mediad Rotterdam, maart 2011 Veiligheidsmonitor, Gemeente Leiden 1 In dit overzicht worden de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

Notitie ter ondersteuning van het debat over richtinggevende criteria locatie vestiging coffeeshop in Helmond

Notitie ter ondersteuning van het debat over richtinggevende criteria locatie vestiging coffeeshop in Helmond Notitie ter ondersteuning van het debat over richtinggevende criteria locatie vestiging coffeeshop in Helmond 1. Inleiding Coffeeshops zijn alcoholvrije horecagelegenheden waar handel in en gebruik van

Nadere informatie

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11018 1 maart 2011 9.30 uur Criminaliteit nauwelijks gedaald www.cbs.nl Lichte afname slachtoffers veel voorkomende criminaliteit Gevoelens van veiligheid

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-024 31 maart 2009 9.30 uur Veiligheidsgevoel maakt pas op de plaats Aantal slachtoffers veel voorkomende criminaliteit verder gedaald Gevoel van veiligheid

Nadere informatie

Het groene gras van de buren

Het groene gras van de buren Het groene gras van de buren Middelbare scholieren over softdrugsgebruik en coffeeshops nabij hun school ROOD, jong in de SP Amsterdam Laurierstraat 165 1061 PL Amsterdam Email: roodamsterdam@sp.nl Inleiding

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 2018

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 2018 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 18 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie

Nadere informatie

ONDERZOEK HORECAOVERLAST ROTTERDAM

ONDERZOEK HORECAOVERLAST ROTTERDAM ONDERZOEK HORECAOVERLAST ROTTERDAM J. Snippe N. Kemper B. Bieleman ONDERZOEK HORECAOVERLAST ROTTERDAM Juni 2014 INTRAVAL Groningen-Rotterdam INHOUDSOPGAVE Pagina Hoofdstuk 1 Inleiding 1 1.1 Onderzoeksvragen

Nadere informatie

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011 Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 28-211 Deze notitie brengt op basis van de Amsterdamse Veiligheidsmonitor de leefbaarheid en veiligheid in de regio Amsterdam-Amstelland tussen 28 en 211

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen september-december 2015

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen september-december 2015 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen september-december 215 Deze publicatie is uitgegeven door Onderzoek en Statistiek Groningen februari 216 In dit rapport worden politiestatistieken en resultaten

Nadere informatie

EVALUATIE COFFEESHOPBELEID GEMEENTE STEENWIJKERLAND. B. Bieleman M. Haaijer N. Nederhoed R. Nijkamp

EVALUATIE COFFEESHOPBELEID GEMEENTE STEENWIJKERLAND. B. Bieleman M. Haaijer N. Nederhoed R. Nijkamp EVALUATIE COFFEESHOPBELEID GEMEENTE STEENWIJKERLAND B. Bieleman M. Haaijer N. Nederhoed R. Nijkamp EVALUATIE COFFEESHOPBELEID GEMEENTE STEENWIJKERLAND September 2014 INTRAVAL Groningen-Rotterdam COLOFON

Nadere informatie

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet onderzoek

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet onderzoek 4. SAMENVATTING Op 7 mei 2002 is in het Staatsblad 2002 nummer 201 de gewijzigde Tabakswet gepubliceerd. Naar aanleiding hiervan wil de Keuringsdienst van Waren goed inzicht in de naleving van het onderdeel

Nadere informatie

Fact sheet. Minder coffeeshops in Amsterdam. Aantal coffeeshops daalt langzaam. nummer 3 mei 2007

Fact sheet. Minder coffeeshops in Amsterdam. Aantal coffeeshops daalt langzaam. nummer 3 mei 2007 Fact sheet nummer 3 mei 2007 Minder coffeeshops in Amsterdam Coffeeshops en Amsterdam: een wereldbekende combinatie die allesbehalve vanzelfsprekend is. Al jarenlang geldt er een uitsterfbeleid waarbij

Nadere informatie

Monitor Huisuitzettingen en preventie Twente 2012

Monitor Huisuitzettingen en preventie Twente 2012 Monitor Huisuitzettingen en preventie Twente 2012 metingen 2008- A. Kruize S. Biesma B. Bieleman 1. Aantallen Huisuitzetting is één van de oorzaken van dakloosheid. Mensen worden door woningcorporaties,

Nadere informatie

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis Stadswerven Zuid Een jaar na opening van het Energiehuis Stadswerven Zuid is het tol van verschillende ontwikkelingen, met een gerenoveerd Energiehuis en de komst van een bioscoop met parkeergarage. In

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Monitor Huisuitzettingen en preventie Twente 2016

Monitor Huisuitzettingen en preventie Twente 2016 METINGEN 2008-2015 Monitor Huisuitzettingen en preventie Twente 2016 A. Kruize B. Bieleman 1. Aantallen Huisuitzetting is één van de oorzaken van dakloosheid. Mensen worden door woningcorporaties, particuliere

Nadere informatie

Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 2013

Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 2013 Factsheet 14-6 Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 13 Auteurs: S.J. Vergouw, R.P.W. Jennissen, G. Weijters & P.R. Smit 14 Het WODC heeft een nieuwe methode ontwikkeld om de ontwikkelingen in

Nadere informatie

Overlast park Lepelenburg

Overlast park Lepelenburg Overlast park Lepelenburg 1-meting oktober 2014 www.onderzoek.utrecht.nl Colofon Uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl in opdracht

Nadere informatie

ENQUÊTE GEBRUIK OPENBAAR VERVOER GROTE MARKT EN A-KERKHOF

ENQUÊTE GEBRUIK OPENBAAR VERVOER GROTE MARKT EN A-KERKHOF ENQUÊTE GEBRUIK OPENBAAR VERVOER GROTE MARKT EN A-KERKHOF 1. Inleiding In opdracht van de gemeente Groningen heeft onderzoeks- en adviesbureau INTRAVAL een enquête uitgevoerd naar het gebruik van het openbaar

Nadere informatie

MONITOR OVERLAST EN ONVEILIGHEID OUDE CENTRUM DEN HAAG. B. Bieleman A. Kruize R. Mennes J. Snippe

MONITOR OVERLAST EN ONVEILIGHEID OUDE CENTRUM DEN HAAG. B. Bieleman A. Kruize R. Mennes J. Snippe MONITOR OVERLAST EN ONVEILIGHEID OUDE CENTRUM DEN HAAG B. Bieleman A. Kruize R. Mennes J. Snippe MONITOR OVERLAST EN ONVEILIGHEID OUDE CENTRUM DEN HAAG December 14 INTRAVAL Groningen-Rotterdam COLOFON

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 7 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie onderdelen

Nadere informatie

Toelichting Coffeeshops aan de Venlose grens

Toelichting Coffeeshops aan de Venlose grens Toelichting Coffeeshops aan de Venlose grens Hay Janssen, fractievoorzitter PvdA Venlo 17 november 2008 Door het invoeren van een overlastverordening en een nieuw vergunningensysteem voor de vestiging

Nadere informatie

Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan

Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan nulmeting Projectnummer 11067 In opdracht van stadsdeel Centrum Josca Boers Nienke Laan Emmie van Oirschot Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL Amsterdam 1000 AR

Nadere informatie