Vergadering van. De Statencommissie Bestuur en Middelen. Status verslag. Concept. AFWEZIG MET KENNISGEVING: de heer Wenneker, de heer Weide

Transcriptie

1 Verslag Vergadering van De Statencommissie Bestuur en Middelen Vergaderdatum 26 september 2012 Kenmerk Status verslag Concept Verslaglegging door Telefoonnummer De heer L. Janssen (Notuleerservice Nederland) Verslag van de openbare vergadering van de Statencommissie Bestuur en Middelen, gehouden op 26 september 2012 in het provinciehuis te Den Haag. AANWEZIG: Voorzitter: Commissiegriffier: de heer Van Dongen mevrouw Van Mulligen PvdA mevrouw Van den Boogaard, mevrouw Branderhorst CDA de heer Bal, mevrouw Kip VVD de heer Jarmohamed, de heer Vermeulen, de heer Schuringa ChristenUnie en SGP de heer Schaapman, de heer Stoop GroenLinks mevrouw Kleijweg, de heer Potjer SP mevrouw Zwaan, de heer Snellink D66 mevrouw Meurs, mevrouw Van der Tas Partij voor de Dieren PVV de heer Van den Berg, de heer Braam 50PLUS de heer Dor AFWEZIG MET KENNISGEVING: de heer Wenneker, de heer Weide AANWEZIGE LEDEN VAN HET COLLEGE: de heer Van der Sande, de heer Janssen VERDER AANWEZIG: AGENDA: 1. Opening 1a. Mededelingen 1b. Vaststelling agenda 1c. Spreekrecht 1d. Rondvraag 2. Bespreekstukken 2a. Najaarsnota 2012 en Tweede voortgangsrapportage uitvoering Griffieplan 2012 Pagina 1/17

2 2b. Beleidskader Jeugdzorg c. Beleidsvisie Maatschappelijke Participatie d. Langetermijnagenda 2e. Schriftelijk: Uittreding van het ISMH uit en wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden-Holland 2f. Schriftelijk: Conceptzienswijze eerste wijziging Begroting 2012 Randstedelijke Rekenkamer 3. Stukken ter kennisname 3a. Stukken in het kader van de actieve informatieplicht van GS 3b. Van derden ontvangen informatie 4. Verslag vorige vergadering 4a. Conceptverslag B en M 29 augustus Besluitenlijst vorige vergadering 5a. Conceptbesluitenlijst B en M 29 augustus Sluiting 1. Opening De VOORZITTER opent de vergadering om uur en heet de aanwezigen van harte welkom, ook op de publieke tribune en niet te vergeten de kijkers naar de webcast. 1a. Mededelingen Bericht van verhindering van: - de heer Wenneker - de heer Weide. Op tafel ligt de bijlage bij Beleidsvisie Maatschappelijke Participatie: profielen JSO, het Tympaan Instituut en Zorgbelang Zuid-Holland. De in februari vastgestelde Wijziging verordening rechtspositie Statenleden is abusievelijk niet gepubliceerd. Daarom wordt voor de tussengelegen periode een reparatiebesluit gemaakt dat hamerstuk is in de volgende PS-vergadering. Onderwerpsuggesties voor onderzoek door de Randstedelijke Rekenkamer kunnen worden doorgegeven aan de heer Frits Kas van de griffie. Gedeputeerde JANSSEN deelt mee dat binnenkort ondertekening plaatsvindt van de uitvoeringsagenda met Holland Rijnland. Nader bericht volgt. De VOORZITTER deelt mee dat op verzoek van de VVD de uitvoeringsagenda s van de omgevingsdiensten op de LTA zullen worden geplaatst voor bespreking begin 2013, voor zover de uitvoeringsagenda s aanwezig zijn. 1b. Vaststelling agenda De agenda wordt vastgesteld. Pagina 2/17

3 1c. Spreekrecht Er is een inspreker voor agendapunt 2b. De heer Nitrauw is bestuurder van SGJ Christelijke Jeugdzorg. De heer NITRAUW spreekt in omdat GS hebben besloten om de nieuwe instroom van SGJ Christelijke Jeugdzorg vanaf 2013 niet meer te bekostigen. In Gelderland, Utrecht en Overijssel wordt de subsidie niet stopgezet. Zelfs in provincies met weinig orthodox christelijke inwoners is een modus gevonden. Spreker geeft zes redenen ter heroverweging van dit besluit. De zorg is al beschikbaar in Zuid-Holland. Er zijn momenteel honderd jongeren/gezinnen in Zuid-Holland waaraan SGJ zorg verleent. Gemeenten met veel orthodox-christelijke inwoners willen in zee met SGJ, omdat het de slaagkans van de interventie verhoogt. Zonder provinciale subsidie tot 2015 kan SGJ misschien niet overleven. Het besluit van GS staat haaks op het nieuwe jeugdzorgstelsel. Precedentwerking is er niet, want SGJ werkt al honderd jaar in Zuid-Holland. Het GS-besluit levert geen bezuiniging op, want de cliënten krijgen bij een andere organisatie de geïndiceerde zorg. Het probleem is eenvoudig oplosbaar. De heer DOR merkt op dat cliënten na stopzetting van subsidie zorg krijgen van een andere organisatie. De subsidiestopzetting is dus voor de cliënten geen probleem. De heer NITRAUW antwoordt dat de gezinnen en jongeren expliciet vragen om zorg die door SGJ wordt verleend, omdat die zorg aansluit bij hun geloofsovertuiging. De heer DOR concludeert dat geloof het argument is. De heer NITRAUW antwoordt bevestigend. 2. Bespreekstukken 2a. Najaarsnota 2012 en Tweede voortgangsrapportage uitvoering Griffieplan 2012 De heer SCHAAPMAN merkt op dat uitvoering griffieplan van CU-SGP hamerstuk mag zijn in PS. Is het voordeel van 5,33 miljoen euro bij de Rudi s (regionale uitvoeringsdiensten) structureel? Is opheffing mogelijk van de frictiereserves (FmA en OVT/PNS)? Wordt de eigen bestuurskrachtmeting stopgezet? De heer SCHURINGA merkt op dat uitvoering griffieplan van VVD hamerstuk mag zijn in PS. Wat is het verschil tussen deelreserve (punt 3) en reserves (punten 5-9)? Is opheffing mogelijk van de frictiereserves (FmA en OVT/PNS)? De najaarsnota is goed leesbaar. Welke invulling hebben de is waarden (tabel leeswijzer bladzijde 5? De verklaring van de afkortingen i en s moeten ook in leeswijzer worden vermeld. Pagina 3/17

4 Is een reserve nodig voor de btw-verhoging? Is vanwege de loonkostenstijging van 2 miljoen euro een vacaturestop nodig? Mevrouw BRANDERHORST merkt op dat uitvoering griffieplan van PvdA hamerstuk mag zijn in PS. Volgens een motie uit de vorige periode mag de terugverdientijd van de RUDvorming hooguit vier jaar zijn. In de nadere toelichting financiële consequenties RUD-vorming is de terugverdientijd zes jaar. In het toegezegde integrale overzicht moet zowel op kwaliteit als op kwantiteit worden ingegaan. Daaruit moet dus duidelijk worden wat de inwoners van de RUD-vorming beter zijn geworden en wat het heeft gekost. Najaarsnota. Het ontbreken van een invulling voor de is waarden wekt de indruk dat PS niet serieus worden genomen. De fractie steunt de afspraak van zo weinig mogelijk reservepotjes, want dat is overzichtelijker en transparanter. Waarom worden toch meer potjes ingesteld? Waarom gebeurt dat bij de najaarsnota? De heer SCHAAPMAN merkt op dat afgesproken is om de reserves strakker langs de doelstelling te organiseren. Dat leidt tot meer reservepotjes. Mevrouw BRANDERHORST antwoordt dat de afspraak in de uitleg van de PvdA leidt tot minder potjes. Minder potjes is gunstig voor het maken van een integrale afweging. Waarom kost het HR-beleid voor een andere organisatie Zuid-Holland miljoenen euro s? De heer SNELLINK merkt op dat uitvoering griffieplan van SP hamerstuk mag zijn in PS. De reserve Frictie Algemeen is logisch. Wat is de procentuele verhouding tussen inhuur en formatie? Wat doet de provincie om 30-minners te werven? Mevrouw KIP merkt op dat uitvoering griffieplan van CDA hamerstuk mag zijn in PS. Hoe worden de loonkosten gebudgetteerd? Is er actieve sturing? Is de verlenging van de terugverdientijd RUD s louter het gevolg van de uitgebleven rijksbijdrage? De heer POTJER merkt op dat de bedragen in de bestuurlijke inleiding najaarsnota volledig moeten zijn. Afkortingen moeten zo veel mogelijk worden uitgeschreven. Waarom is de provincie volgens Katwijk en Noordwijkerhout zo duur? Waarom zijn zowel notulen als webcast nodig? Het gaat alleen maar om registratie van de vergadering. GroenLinks geeft de voorkeur aan de webcast. De heer BRAAM merkt op dat niet uitgegeven gelden volgens PVV bij voorkeur moeten worden teruggegeven aan de burger (door een verlaging van het opcententarief). Tweede voorkeur gaat uit naar het instellen van de reserve uit de najaarsnota. Een algemeen potje heeft de voorkeur boven verschillende potjes, want dat is overzichtelijker voor PS. Pagina 4/17

5 Mevrouw MEURS merkt op dat uitvoering griffieplan van D66 hamerstuk mag zijn in PS. De nadere toelichting financiële consequenties RUD-vorming is een onduidelijk stuk. Waarom worden tegenvallers niet binnen het budget opgevangen? De heer DOR merkt op dat volgens 50PLUS te veel uit de losse pols wordt begroot. Wat wordt hier bedoeld met frictiekosten? Doorschuiven van prestaties is volgens de fractie feitelijk toegeven dat er geen problemen zijn of worden verwacht. Met andere woorden dat er geen doelgroepen zijn die schade lijden. Waartoe worden nieuwe reserves ingesteld? Subsidieplafonds kunnen toch alleen maar door PS worden ingesteld? Najaarsnota moet bespreekstuk zijn in PS. Uitvoering griffieplan mag hamerstuk zijn in PS. Gedeputeerde JANSSEN antwoordt dat het Rijk 4,5 miljoen euro minder heeft gegeven dan in de vorige periode was ingecalculeerd. Dat is de oorzaak van verlenging van de terugverdientijd RUD s tot zes jaar. De tegenvaller kan niet worden opgevangen binnen de begroting. Andere tegenvallers (zoals het toch doorgaan van de korting van 100 miljoen euro) zijn wel opgevangen. De jaarverslagen van DCMR en ZHZ worden op korte termijn aan PS gestuurd. Eventueel wordt daarop een nadere toelichting gegeven, bijvoorbeeld door een bijeenkomst met medewerkers van deze omgevingsdiensten. Die toelichting gaat over verbetering van kwaliteit en efficiency. De andere omgevingsdiensten zijn voor een benchmark nog niet of nog niet lang genoeg operationeel. Het is de vraag of Katwijk een juiste kostenberekening heeft gemaakt. De aansluitplicht van Katwijk en Noordwijkerhout is niet door de provincie opgelegd, maar vloeit voort uit landelijke afspraken tussen VNG en Rijk. De VOORZITTER concludeert dat de gedeputeerde heeft toegezegd: - om op korte termijn de jaarverslagen van DCMR en ZHZ ter beschikking te stellen. Eventueel plus aanvullende informatie over onder andere kwaliteit en efficiency (voor zover deel PZH distilleerbaar is) - om deze informatie van de andere diensten te laten volgen zodra dat klaar is. Gedeputeerde VAN DER SANDE antwoordt dat de 5,33 miljoen euro niet structureel is. De suggestie van de heer Potjer over de aanbesteding van webcast en notulen wordt meegenomen. Navraag wordt gedaan van de mogelijkheden. De vraag over de procentuele verhouding inhuur/formatie wordt beantwoord in het kader van de presentatie over Focus met Ambitie. De provincie moet de btw-verhoging voor eigen rekening nemen bij rijksbijdragen voor infrastructuur waarvan de beschikking is genomen voor 1 oktober terwijl de uitgave van de beschikking volgt na 1 oktober. De gedeputeerde komt schriftelijk terug op het verschil tussen reserves en deelreserve. Een leeg getrokken reserve moet worden opgeheven. Pagina 5/17

6 Voor integrale afweging is helderheid nodig. Die helderheid staat in principe los van het hebben van een of van meer reserves. Mevrouw BRANDERHORST vraagt of het nodig is om een reserve voor een periode van acht jaar te vormen. Gedeputeerde VAN DER SANDE antwoordt dat de reserveduur afhankelijk is van wat bestuurlijk wenselijk is, met andere woorden van wat PS hebben besloten. Het doel van de reserve moet strak omschreven zijn. Wellicht is een jaarlijkse beoordeling van het nut van de reserves nuttig. De reserve voor frictiekosten hangt samen met de bezuinigingsopgave van 10 miljoen euro. Medewerkers kunnen namelijk niet zomaar op straat worden gezet. Daarmee zijn frictiekosten gemoeid. Voorstel is om 5,3 miljoen euro aan de reserve toe te voegen. Er is ook de ontwikkeling van de personeelskosten. Die hangt samen met externe factoren (CAO, pensioenpremies, sociale convenanten die vroeger zijn afgesloten). Dekking wordt gedeeltelijk ingevuld door vacatures die niet zijn ingevuld. Wel komt daardoor de organisatorische taakstelling in gevaar. Voorgesteld zal worden om voor een deel van de kosten de financiële ruimte te benutten. De laatste CAO verhoogt de salariskosten met 1,4 miljoen euro. De oplopende loonkosten moeten bij de begroting worden besproken. Mevrouw KIP vraagt of alle frictiekosten kunnen worden gedekt na de toevoeging met 5,3 miljoen euro. Gedeputeerde VAN DER SANDE antwoordt dat er nog 2 miljoen euro nodig is voor de bezuinigingsopgave. De VOORZITTER concludeert dat is toegezegd: - toezending van een erratum over begripsvorming reserves en deelreserves. De heer STOOP beantwoordt namens de griffie de vraag van de heer Potjer over webcast en notulen. PS hebben ooit besloten om naast het schriftelijke verslag een webcast te maken. Voor beide wordt nu afzonderlijk aanbesteed. Eenzelfde inschrijver kan ook voor beide inschrijven en zo een synergievoordeel behalen. Er kan niet worden gekozen voor aanbesteding van slechts een van beide. De VOORZITTER concludeert dat de najaarsnota bespreekstuk is in PSvergadering. De uitvoering griffieplan is hamerstuk. 2b. Beleidskader Jeugdzorg Mevrouw VAN DER TAS merkt op dat D66 tevreden is over de samenwerking, de aansluiting met nazorg, het accent op kennisontwikkeling en kennisoverdracht. Er is onvoldoende aandacht voor deskundigheidsbevordering door de jeugdzorginstellingen. Er is onvoldoende aandacht voor de veiligheid van de jongere. Waarom wordt er alleen een verklaring van goed gedrag geëist? Pagina 6/17

7 Vanaf 2013 wordt bij de financiering terecht het zorgeffect betrokken, maar zijn de instellingen er dan al klaar voor? Waarom wordt het niet opgenomen bij organisatieontwikkeling en professionalisering? In het beleidskader is de caseload gezinsvoogdij 1 op 15 en in het uitvoeringsprogramma 1 op 23. Kan de gedeputeerde een toelichting geven op dit verschil? De heer JARMOHAMED vraagt waarom tot de transitie gebruik wordt gemaakt van een beperkt aantal vaste jeugdzorgaanbieders. In hoeverre is er plaats voor pilots? Mevrouw ZWAAN merkt op dat SP blij is met de verminderde marktwerking, de aandacht voor kwetsbare groepen, de terugdringing van bureaucratie, de cliënt centraal. Zorg dicht bij huis is soms een verkapte bezuiniging op residentiële zorg. Professionalisering van de medewerker moet pijler worden. Sociale media spelen een grote rol voor jongeren. Cliënten moeten hierover worden voorgelicht (Facebookmoord). De aanbevelingen van de commissie Samsom over misbruik van jeugdzorgcliënten moeten worden overgenomen. De heer JARMOHAMED vraagt wat volgens mevrouw Zwaan de verhouding is tussen transformatie en transitie. Mevrouw ZWAAN antwoordt dat de transitie een kans is voor transformatie in de jeugdzorg. De transitie maakt een betere nazorg mogelijk, omdat gemeenten (anders dan de provincie) afspraken kunnen maken met woningbouwverenigingen en over schuldsanering. De gemeentelijke contactpersoon is een grote vooruitgang. De provincie stimuleert dit. Waarom stoppen GS met de subsidie voor (landelijk werkende instelling) SGJ? Terecht wordt de subsidie verminderd bij salarissen boven de balkenendenorm. Mevrouw KLEIJWEG merkt op dat GroenLinks blij is met de gerichtheid op samenwerking en op zorgvuldige overdracht. Helaas is de titel van de notitie nietszeggend. Volgens de rechter hebben stadsregio en stadsgewest recht op de autonome provinciale middelen. Daardoor krijgen de RAS-regio s te maken met enorme bezuinigingen. Kan de gedeputeerde hierop een toelichting geven? Waarom stoppen GS met de subsidie voor (landelijk werkende instelling) SGJ en ook nog zo onverwacht en snel? Is het niet in strijd met uitspraken die de commissie eerder heeft gedaan? Mevrouw KIP merkt op dat bij de bespreking van de startnotitie is afgesproken dat de provincie tot einde transitie blijft werken met dezelfde landelijke werkende instellingen. Waarom wordt de subsidie van SGJ dan toch beëindigd? In hoeverre is er bij de pilots sprake van zorginhoudelijke vernieuwing? Wat is de uitkomst van het bezwaar dat stadsregio en gewest hebben gemaakt tegen hun uitsluiting van de RAS-middelen? Pagina 7/17

8 Waarom hoeven de gemeenten volgens de indicatoren tot % gereed te zijn voor de transitie (en vanaf %)? Mevrouw VAN DEN BOOGAARD merkt op dat er in het stuk terecht geen ruimte is voor marktwerking. Terecht wordt de subsidie verminderd met te hoge salarissen (boven de balkenendenorm). Terecht is er ook aandacht voor de kwetsbare jongeren. Deze socialistische onderdelen zijn een hele prestatie in een samenwerking met een rechts blok. De PvdA is tegenstander van de afbouw van de RAS. De subsidie aan SGJ wordt ten onrechte gestopt. Dat leidt tot vernietiging van kennis en kapitaal, die vanaf 2015 weer nodig zijn. Kan de gedeputeerde een toelichting geven? Cliënten (de jongeren en hun ouders) moeten volgens de fractie zelf kunnen beschikken over de hulp. Nu gebeurt dat door de hulpverlener. Het niet voeren van een doelgroepenbeleid beperkt volgens de fractie de keuzevrijheid van de cliënt. Het overnemen van de aanbevelingen van de commissie Samsom wordt gesteund. Een meetinstrument voor cliënttevredenheid ontbreekt ten onrechte. Een effectindicator is niet per se nodig. De transitie is volgens de fractie een positieve ontwikkeling, maar er zijn wel risico s aan verbonden. Terecht kan straks soms worden volstaan met een beslissing van Bureau Jeugdzorg en is indicatiestelling niet meer nodig. De fractie is tevreden met de dakpanconstructie. De fractie kan nog geen definitief standpunt innemen over de voorstellen. De heer DOR vraagt wat hier de betekenis is van kwalitatief goede zorg. Er worden veel fouten gemaakt. Uitbesteding komt vaak voor. Wat zijn de uitkomsten van het cliëntonderzoek? De heer VAN DEN BERG merkt op dat de PVV van mening is dat de provincie niet moet weglopen voor de zwaardere en complexe problematiek. Hoe verloopt de ontwikkeling van de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) in de gemeenten? Zijn er gevolgen voor de transitie? Worden zij klaargemaakt als front office? Sommige gemeenten ervaren de transitie als bedreiging voor de laagdrempeligheid van hun CJG, omdat Bureau Jeugdzorg aanwezig is in een op de drie CJG s. Is de gedeputeerde het ermee eens dat CJG uit de sfeer van de zware gevallen moet blijven? Zo ja, neemt hij het mee in de transitie? Op bladzijde 15 (onder andere voetnoot) staan enkele feitelijke onjuistheden. De heer STOOP merkt op dat CU-SGP een continue lijn ziet in de jeugdzorgontwikkeling van de afgelopen jaren. De zorgaanbieders steunen die lijn. Het perspectief van cliënt en zijn omgeving moet volgens de fractie centraal staan. De stopzetting van de subsidie aan SGJ past niet bij dit perspectief, omdat het uitdrukking is van een aanbodgestuurd perspectief. GS zien de Pagina 8/17

9 identiteitsgebonden zorg als doelgroepenbenadering. Dat is niet juist want die zorg is juist vraaggestuurd. Waarom wordt de subsidie toch stopgezet en waarom gebeurt dat nu? Wie bepaalt dat de resterende landelijk werkende instellingen een passend aanbod hebben voor de cliënten van SGJ? Gedeputeerde JANSSEN antwoordt dat professionalisering (en aandacht voor sociale media daarbij) een taak is van Jeugdzorg Nederland. De gedeputeerde kan het hooguit agenderen bij deze organisatie. Mevrouw ZWAAN merkt (vanuit haar eigen beroepservaring) op dat de basistraining voldoet, maar dat daarin geen aandacht is voor sociale media. Gedeputeerde JANSSEN vervolgt zijn beantwoording. De verklaring omtrent gedrag (VOG) is het meest effectief om de rotte appels uit de mand te houden. Hij wil de inzet van andere middelen echter niet uitsluiten. Mevrouw VAN DER TAS vraagt of de provincie weet welke middelen de jeugdzorginstellingen inzetten. Gedeputeerde JANSSEN antwoordt dat deze informatie in de werkplannen van de instellingen staat. Bovendien stelt de provincie over misbruik vragen in het reguliere overleg dat elk kwartaal plaatsvindt. In het rapport van de commissie Samsom gaat het merendeels over misbruik tussen jongeren onderling. Het caseloadverschil tussen uitvoeringsprogramma en beleidskader heeft ermee te maken dat de een betrekking heeft op voogdij en de ander op ondertoezichtstelling. Het gaat hier bovendien om een landelijke norm. Het zijn de gemeenten die de pilots hebben aangevraagd. Als daarvoor een beroep moet worden gedaan op nieuwe zorginstellingen, beoordeelt de provincie ze op HKC gecertificeerd zijn en op zorginhoudelijke meerwaarde. Er is zeker ruimte voor een beroep op nieuwe zorginstellingen. De gedeputeerde zal PS midden volgende week nader schriftelijk berichten over de motivering van het besluit voor SGJ. SGJ weet al jarenlang van het aflopen van de convenanten. De kurk waarop gemeenten na de transitie/transformatie gaan drijven is meer preventie en minder instroom. SGJ is in die ontwikkeling (nog) niet meegegaan. Mevrouw VAN DEN BOOGAARD vraagt of is meegewogen dat SGJ vooral pleegzorg verleent, terwijl via SGJ er nog ruimte is bij pleeggezinnen. Gedeputeerde JANSSEN antwoordt bevestigend. Mevrouw KLEIJWEG vraagt of het juist is dat SGJ in bezwaar gelijk heeft gekregen voor wat betreft het tempo waarin de subsidie wordt afgebouwd. Gedeputeerde JANSSEN antwoordt ontkennend. Een kopie van het secundaire besluit wordt gevoegd bij het schriftelijke antwoord dat volgende week volgt. SGJ krijgt een kopie van de brief aan PS. De vraag over SGJ van mevrouw Kip wordt meegenomen in die brief. De titel van de notitie wordt opnieuw bekeken. Pagina 9/17

10 De rechter heeft geen uitspraak gedaan over het besluit van GS om de nieuwe bestuursovereenkomsten (RAS) te maken in het kader van de transitie, inclusief stadsgewest Haaglanden en stadsregio Rotterdam. Alleen stadsgewest Haaglanden heeft bezwaar gemaakt. Volgens de ABB-commissie was het besluit van GS onvoldoende gemotiveerd. GS hebben hun besluit gehandhaafd en nu voorzien van een betere motivering. Haaglanden beraadt zich nog over het instellen van beroep bij de rechter. GS hebben een bedrag voor Haaglanden gereserveerd. GS hechten veel waarde aan overleg met de RAS-regio s. Afgelopen week was er nog een overleg met de RAS-regio s. De vraag van mevrouw Kip over de pilots wordt schriftelijk beantwoord. Gemeenten moeten er zelf voor zorgen dat hun eigen taak het preventieve jeugdbeleid tijdig op orde is. In tegenstelling tot de plannen van het oude GS hebben GS de opbouw van de RAS voortgezet. Mevrouw VAN DEN BOOGAARD is van mening dat de provincie tot aan de transitie ondersteuningsbeleid moet maken. Gedeputeerde JANSSEN antwoordt dat de provincie dit ook doet. GS verwachten wel dat de gemeenten hun eigen deel doen. Dat is een gemeentelijke taak. GS hadden er daarom ook voor kunnen kiezen om eind 2013 te stoppen met de RAS. GS zullen in hun brief van midden volgende week ook ingaan op de financiële consequenties van de subsidiestopzetting voor SGJ. Cliënten en hun omgeving worden zo vroeg mogelijk betrokken bij de beslissingen over hulpverlening, maar het kan toch niet de bedoeling zijn dat zij hun eigen zorg indiceren? Mevrouw VAN DEN BOOGAARD merkt op dat in het stuk staat dat beslissingen over de nodige zorg voor de meeste cliënten worden genomen, omdat zij zich onvoldoende bewust zouden zijn van hun zorgbehoefte of niet gemotiveerd zouden zijn. Gedeputeerde JANSSEN antwoordt dat dit niet betekent dat die cliënten en hun omgeving niet betrokken worden bij die beslissingen. Instellingen doen veelal al onderzoek naar de cliënttevredenheid. De gedeputeerde zal hierop meer in detail terugkomen bij de kwaliteitsinformatie. Nader bericht volgt over het precieze tijdstip daarvan. Er wordt nadrukkelijk gezocht naar verbetermogelijkheden. Van uitbesteding is geen sprake. Hooguit is er sprake van onderaanneming, maar dat is altijd aan organisaties met HKZ-certificering en zorginhoudelijke meerwaarde. Het beeld van de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) in Zuid-Holland wijk niet af van het landelijke beeld. Het Rijk spreekt niet langer over de CJG als front office. De CJG zijn een taak van Rijk en gemeenten. Het is bekend dat de fysieke aanwezigheid van de Bureaus voor Jeugdzorg een negatief effect hebben op de laagdrempeligheid van de CJG. De brief van midden volgende week gaat ook in op de (eventuele) relatie tussen zorginhoud en de identiteitsgebondenheid van de zorginstellingen. Pagina 10/17

11 Mevrouw KLEIJWEG vraagt hoe groot de reservering is die GS maken in verband met het eventuele beroep van Haaglanden tegen het RAS-besluit. Wanneer wordt de rechterlijke uitspraak verwacht? De uitspraak laat waarschijnlijk lang op zich wachten. De reservering betekent daardoor feitelijk een korting voor de andere regio s. Is het mogelijk om het gekorte bedrag bij wijze van voorschot toch aan de andere regio s in 2013 te verlenen? Gedeputeerde JANSSEN antwoordt dat de reservering 1,7 miljoen euro bedraagt. GS zoeken naar praktische oplossingen als andere regio s vanwege de korting problemen ondervinden. Het is ingewikkelder om het nu als voorschot uit te betalen en later weer zien terug te krijgen. De VOORZITTER concludeert dat de gedeputeerde de volgende toezeggingen heeft gedaan: - Deskundigheidsbevordering waaronder sociale media wordt geagendeerd bij Jeugdzorg Nederland. - Schriftelijke informatie aan PS over de landelijk werkende instellingen (midden volgende week). - Een kopie hiervan gaat naar SGJ. - Schriftelijke informatie aan PS over de relatie van de pilots en de zorginhoudelijke vernieuwing - Meer duidelijkheid aan PS over metingen van klanttevredenheid. Tweede termijn Mevrouw VAN DER TAS herhaalt de nog niet beantwoorde vraag. De heer JARMOHAMED vraagt of de toezegging over de pilots kan worden verbreed tot pilots die zorginhoudelijk of methodisch innovatief zijn. Mevrouw KIP vraagt in hoeverre de nieuwe bestuursovereenkomsten gevolgen hebben voor de controle van PS of de gemeenten voldoende zijn voorbereid op hun taken na de transitie. De heer STOOP vraagt of de gedeputeerde zich inzake SGJ bewust is van de signalen vanuit de commissie en bereid is tot heroverweging van het besluit om de subsidie stop te zetten. Gedeputeerde JANSSEN antwoordt op de laatste vraag dat hij zal kijken naar mogelijkheden en onmogelijkheden en daarop terugkomt in de brief (van midden volgende week). De VOORZITTER deelt mee dat PS het formele besluit nemen over SGJ (10 oktober). Gedeputeerde JANSSEN antwoordt dat hij de vraag van de heer Jarmohamed zal meenemen in de beantwoording van de vraag van mevrouw Kip over de pilots. Pagina 11/17

12 Mevrouw KIP vraagt of ook die brief er midden volgende week kan zijn, want dan kan hij worden meegenomen bij de besluitvorming over SGJ. Gedeputeerde JANSSEN antwoordt bevestigend. Meten of gemeenten klaar zijn voor de nieuwe taken is lastig voor GS. Gemeenten volgen hierin verschillende tijdspaden en definities van klaar zijn. Mevrouw KIP merkt op dat gedeputeerde eerder heeft toegezegd dat er na de ondertekening van de nieuwe bestuursovereenkomsten een alternatieve indicator komt die PS duidelijk maakt in hoeverre de gemeenten er klaar voor zijn. Gedeputeerde JANSSEN antwoordt dat hij zal uitzoeken of de provincie de gemeenten hierin de maat kan nemen. Hij verwijst voor het antwoord op de vraag van mevrouw Van der Tas naar bladzijde 32 van het uitvoeringsprogramma. Het inzicht in de effectiviteit komt dus te staan in de kwaliteitsrapportages. De VOORZITTER deelt mee dat het een besprekingsstuk is in de PSvergadering. 2c. Beleidsvisie Maatschappelijke Participatie Mevrouw VAN DEN BOOGAARD merkt op dat in de beleidsvisie alleen wordt gedaan wat wettelijk noodzakelijk is. De PvdA wil echter veel verder gaan. Eigenlijk heeft het college dus geen ambities voor maatschappelijke participatie. De fractie heeft die ambities wel en is het daarom niet eens met de subsidiestopzetting voor Sportservice, Verzetsmuseum en Sensoor. De staatssecretaris heeft plannen voor een landelijke organisatie van Sensoor. De fractie is van mening dat GS moeten zorgen voor een overbruggingsregeling. Het Rijk is daartoe niet bereid. De fractie is het niet eens met de afschaffing van ondersteuningsmogelijkheden Wmo voor individuele gemeenten. GS willen alleen nog maar ondersteuning geven als de gemeente bereid is tot samenwerking. De maatschappelijke effecten van de 10 miljoen euro voor ondersteuning aan gemeenten moeten gemeten en geëvalueerd worden. Er moet een enquête worden gehouden onder de gemeenten die de ondersteuning ontvingen. Is de gedeputeerde daartoe bereid? De heer DOR merkt op dat volgens 50PLUS Zorgbelang Zuid-Holland haar werk moet kunnen voortzetten. Wat wordt bedoeld met maatschappelijke participatie die los staat van het Wmobeleid? Mevrouw KLEIJWEG merkt op dat GroenLinks waardering heeft voor JSO, Tympaan en Zorgbelang vanwege hun loyale houding tegenover de (bezuinigingen van de) provincie. De provinciale inzet op maatschappelijke participatie is te smal en ten onrechte uitsluitend gericht op Wmo-taken. Er vallen momenteel veel ontslagen bij JSO en Zorgbelang. De gemeenten maken duidelijk dat zij zich hierover zorgen maken. De gemeenten zijn de eigenlijke vragers en daarom moeten GS beter communiceren met gemeenten. Pagina 12/17

13 GS hanteren het vraaggerichte werken als uitgangspunt en zouden daarom het aanbod moeten afstemmen op de vraag van gemeenten. De fractie vraagt bij GS aandacht voor de financiële situatie van de provinciale instellingen. De fractie benadrukt het belang van Sensoor. Hoe is hun voortbestaan gegarandeerd? De heer BAL merkt op dat de gemeentelijke ondersteuning door JSO en Tympaan nog niet voldoende is. Is er een verbeterprogramma voor JSO en Tympaan? Tympaan lijkt haar taken te willen uitbreiden tot economie. Is dat een juiste ontwikkeling? Hoe zorg je ervoor dat de regio s de taken oppakken die volgens de verkenningen nodig zijn? Terecht wordt er volgens het CDA niet alleen gekeken naar de typische provinciale kerntaken maar nadrukkelijk ook naar de consequenties op andere vlakken zoals het sociale vlak. Hoe wordt de sociale kwaliteit ingebed ten aanzien van de kerntaken? Volgens de fractie zijn maatregelen nodig voor optimale participatie. Wat vinden GS van de focus van Zorgbelang Zuid-Holland op belangenbehartiging mede in relatie tot de subsidievermindering? In hoeverre doet de provincie zelfstandig onderzoek naar de resultaten van Zorgbelang Zuid-Holland? Zorgbelang Zuid-Holland doet zelf onderzoek naar de klanttevredenheid, maar daarin worden alleen de organisaties meegenomen die van haar gebruikmaken. Mevrouw ZWAAN maakt een compliment over de meetbaarheid van de effecten. Mevrouw VAN DEN BOOGAARD vraagt wat die effecten zijn. Mevrouw ZWAAN antwoordt dat Zorgbelang Zuid-Holland sinds enkele maanden de effectiviteit meet. Het is een gevolg van de nieuwe subsidievoorwaarde van GS. Wat zullen Tympaan en JSO niet meer doen na de subsidievermindering? Hebben GS hierover met hen afspraken gemaakt? De SP staat sympathiek tegenover een provinciale overbruggingsregeling voor Sensoor. Mevrouw VAN DER TAS merkt op dat maatschappelijke participatie volgens D66 een vreemde eend is in het provinciale beleid. De fractie steunt daarom de invulling van GS om zich te beperken tot de (wettelijke) Wmo-taken. Hoe kijken GS aan tegen innovatie binnen deze Wmo-taken? Zullen gemeenten gebruik gaan maken van de sociale barometer en zo ja op welke wijze? Zijn de gemeenten tevreden? Hoe kijken gemeenten aan tegen de regionale jaarplannen? Zullen gemeenten evaluaties uitvoeren? Provinciale instellingen moeten volgens de fractie ook op zoek gaan naar andere financieringsvormen. Stimuleren GS die ontwikkeling? Wat is de financiële en organisatorische situatie van JSO na de fusie? Pagina 13/17

14 De heer JARMOHAMED merkt op dat VVD de afbouw van de RAS-gelden steunt. De fractie steunt het ook dat GS zich louter willen richten op de collectieve en regio-overstijgende belangenbehartiging. De provinciale focus komt daardoor terecht op de wettelijke taken. Hoe lang wil de provincie hiermee doorgaan? Is de RAS-afbouw gekoppeld aan de transitie? Wordt de RAS uiteindelijk helemaal beëindigd? Welke acties worden ondernomen voor een betere aansluiting van de RASregio s op de behoeften van de gemeenten? Welke gemeentelijke vrijheid is er om de RAS-gelden direct in te zetten voor de transitie? De heer STOOP merkt op dat CU-SGP de aangescherpte focus in de beleidsvisie steunt, omdat de gemeenten volgens de afspraken tussen VNG, IPO en Rijk de eerstverantwoordelijke zijn in het sociale domein. De inzet van de ondersteuningsinstellingen moet terecht effectiever worden, maar blijft er dan voldoende afstemming met de concrete gemeentelijke vraag (behoeften) bestaan? Krijgt Zorgbelang Zuid-Holland geen provinciale financiering meer voor andere taken dan de collectieve belangenbehartiging? De heer VAN DEN BERG steunt het grotere belang dat aan inzicht in effectiviteit wordt gehecht. Hij is er nog niet van overtuigd dat de sociale barometer daaraan een bijdrage levert. Volgens de website van JSO werkt JSO met aandacht voor diversiteit mee aan de ontwikkeling van een duurzame multiculturele samenleving. De PVV schrikt hiervan. Premier en vicepremier hebben in februari 2011 gezegd dat de multiculturele samenleving is mislukt. Volgens de premier is het experiment begraven. Blijkbaar is dat niet het geval voor provincie en JSO, want hier wordt beleid gevoerd dat is gericht op eigen taal en cultuur, bijeenkomsten worden aangeboden in andere talen dan het Nederlands, en er zijn opvoedvoorlichters eigen taal en cultuur. Dat is volgens de fractie niet van deze tijd. Mevrouw VAN DEN BOOGAARD merkt op dat de multiculturele samenleving een feit is in Zuid-Holland. Alle verschillende culturen in Zuid-Holland maken deel uit van de Zuid-Hollandse samenleving en moeten participeren. De heer VAN DEN BERG is het eens met de participatie, maar niet met de weg hoe je daartoe komt. Volgens PVV is het niet de juiste weg om deze mensen als kwetsbaar te bestempelen en aan het handje te nemen. Je moet volgens de fractie uitgaan van hun zelfstandigheid. Door het gevoerde beleid blijven mensen in hun eigen groep en worden ze niet geprikkeld om Nederlands te leren. JSO heeft verschillende geldstromen, zoals provinciaal geld. Is het geld dat aan deze projecten wordt besteed afkomstig van de provincie? Wat vindt de gedeputeerde van een aanbod in een andere taal dan het Nederlands? Wat vindt de gedeputeerde van de inzet van tolken uit de eigen groep? Is het juist dat Wmo hier niet specifiek om vraagt maar dat het een invullingkeuze is? Is de gedeputeerde het ermee eens dat dit beleid niet meer past bij maatschappelijke ontwikkelingen en overheidsbeleid voor integratie? Ziet de gedeputeerde mogelijkheid tot ingrijpen waar sprake is van provinciale financiering? Pagina 14/17

15 Gedeputeerde JANSSEN antwoordt dat de provinciale subsidie voor Sensoor doorloopt tot 1 januari Het nieuwe kabinet moet in staat zijn om voor die tijd een besluit te hebben genomen over landelijke financiering. De gedeputeerde sluit een provinciale heroverweging echter niet uit als landelijke besluitvorming voor die tijd toch onmogelijk blijkt. Mevrouw VAN DEN BOOGAARD merkt op dat besluitvorming over landelijke financiering volgens Sensoor zelfs niet voor 1 januari 2014 mogelijk is. Gedeputeerde JANSSEN antwoordt dat hij de kwestie Sensoor namens het IPO heeft aangekaart bij de staatssecretaris. Hij verwacht een schriftelijke reactie van de staatssecretaris. Mevrouw VAN DEN BOOGAARD merkt op dat gedeputeerde dat heeft gedaan op verzoek van onder andere de PvdA. Gedeputeerde JANSSEN vervolgt zijn beantwoording. GS kiezen voor een regionale benadering, omdat individuele gemeenten dezelfde opgave hebben. GS stimuleren de samenwerking tussen gemeenten. Mevrouw VAN DEN BOOGAARD vraagt waarom GS die keuze maken. De VOORZITTER deelt mee dat dit de laatste interruptie is van mevrouw Van den Boogaard op dit onderwerp, omdat zij hierop al zoveel interrupties heeft gemaakt. Gedeputeerde JANSSEN antwoordt dat GS hebben gekozen voor de regionale aanpak, omdat veel gemeenten al op vrijwillige basis in regionaal verband samenwerken. Gemeenten kunnen tot november hun vragen voor ondersteuning bij de provincie neerleggen. De gedeputeerde zal PS voor het einde van 2012 een update verschaffen. GS zijn verplicht om een keer in de vier jaar een enquête te houden onder de gemeenten. GS hebben bij Zorgbelang Zuid-Holland aandacht gevraagd voor focus. Over de invulling hiervan is nu overleg gaande. GS proberen bij de ondersteuningsinstellingen steeds meer te sturen op vraag. GS hebben vooraf met hen gesproken over de gevolgen van de subsidievermindering voor de organisatie. Alle organisaties hebben gezegd dat de subsidievermindering mogelijk is. De ontslagen bij JSO zijn een gevolg van de samenvoeging. Taken in de eerste lijn zijn daardoor namelijk komen te vervallen terwijl het niet mogelijk blijkt om die medewerkers andere taken te laten verrichten. Het uitvoeringsprogramma is er eind De gemeentelijke ondersteuning door JSO is inderdaad nog onvoldoende. Dat heeft te maken met het proces van de samenvoeging. De gedeputeerde verwacht van JSO voor eind oktober een verbeterprogramma. Hij probeert PS daarover in november te informeren. Op het transitieplatform en in het overleg met de regio s en individuele gemeenten vragen ambtenaren of gebruik wordt gemaakt van de beschikbare informatie bij Tympaan en wat de eventuele wensen zijn. Tympaan moet Pagina 15/17

16 gemeenten attent maken op de beschikbare informatie. Onbekend maakt onbemind. Provinciale inbedding van de sociale kwaliteit gebeurt in de tweede lijn. De provincie doet in gesprekken met gemeenten navraag over de ervaringen met Zorgbelang Zuid-Holland. Er zijn met Tympaan, JSO en Zorgbelang Zuid-Holland afspraken gemaakt over de invulling van de subsidievermindering. GS stimuleren gemeenten tot innovatie. Zij doen dat vanuit de wettelijke rol die de provincie heeft volgens de Wmo. De ondersteuningsinstellingen moeten zelf actief zijn in het zoeken naar andere financiering. De afbouw van de RAS is aan de transitie gekoppeld. De RAS wordt definitief geëindigd bij de transitie. Gemeenten dienen pilots in. Op het bestuurlijke platform worden die pilots besproken. Er is binnen de transitie bestedingsvrijheid. GS zoeken naar de match van vraag en aanbod. Daarom zijn er de regioverkenningen. Regioverkenningen worden samen met instellingen en regio gemaakt. Kern bij Zorgbelang Zuid-Holland is de collectieve behartiging van belangen. Daaromheen zitten een aantal andere dingen. De provincie voert geen diversiteitbeleid en geen eerste lijn beleid. JSO heeft ook niet-provinciale geldstromen waarmee activiteiten worden gefinancierd. Eerste lijn activiteiten worden door gemeenten gefinancierd. GS kunnen niet ingrijpen in zaken die JSO doet voor de gemeente. De heer VAN DEN BERG geeft de volgende samenvatting van de laatste opmerking van gedeputeerde. De provincie besteedt geen subsidie aan de projecten die spreker in zijn eerste termijn heeft genoemd. Gedeputeerde JANSSEN antwoordt dat de provincie geen diversiteitsbeleid voert en dat JSO voor de provincie alleen maar tweedelijnstaken uitvoert. De VOORZITTER concludeert dat de volgende toezeggingen zijn gedaan: - Het uitvoeringsprogramma wordt voor eind 2012 aan PS gestuurd. - In november 2012 komt informatie aan PS over de stand van zaken bij JSO. - Er volgt weergave aan PS voor eind 2012 van de vragen die gemeenten bij provincie hebben neergelegd. Het stuk is bespreekstuk in de PS-vergadering van 10 oktober. 2d. Langetermijnagenda Gedeputeerde VAN DER SANDE heeft een aanvulling op behandelvoorstel motie 343 (verbetering vergelijking provincies). In het najaar volgt terugkoppeling van wat het IPO hiermee gaat doen. Voor eind 2012 volgt los hiervan een GS-voorstel over de vergelijking van Zuid-Holland met andere provincies. Pagina 16/17

17 Mevrouw VAN DEN BOOGAARD vraagt om een bespreking over de wijze van discussie in de commissie, zoals of er in de commissie ruimte moet zijn voor een politieke discussie. De VOORZITTER antwoordt dat Seniorenconvent en Presidium hebben besloten om de politieke discussie voor te behouden aan de PS-vergadering. Mevrouw VAN DEN BOOGAARD merkt op dat in andere commissies wel ruimte is voor politieke discussies. Spreker voelde zich vanavond ten onrechte behandeld, omdat de voorzitter op zeker moment geen interrupties meer toeliet. De VOORZITTER concludeert dat de LTA is vastgesteld met de toevoegingen van vanavond. De heer POTJER vraagt of de kwalitatieve rapportage operationele omgevingsdiensten Zuid-Holland daarmee een andere status heeft gekregen. De VOORZITTER antwoordt dat er een bevestiging is van GS. 2e. Uittreding van het ISMH uit en wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden-Holland Dit punt wordt als hamerstuk voor de volgende PS geagendeerd. 2f. Conceptzienswijze eerste wijziging Begroting 2012 Randstedelijke Rekenkamer Dit punt wordt als hamerstuk voor de volgende PS geagendeerd. 3. Stukken ter kennisname 3a. Stukken in het kader van de actieve informatieplicht GS Er zijn geen opmerkingen. 3b. Van derden ontvangen informatie Er zijn geen opmerkingen. 4. Verslag vorige vergadering 4a. Conceptverslag B en M van 29 augustus 2012 Het verslag wordt zonder wijzigingen vastgesteld. 5. Besluitenlijst vorige vergadering 5a. Conceptbesluitenlijst B en M van 29 augustus 2012 De besluitenlijst wordt zonder wijzigingen vastgesteld. Pagina 17/17

18 6. Sluiting De VOORZITTER sluit de vergadering om uur. Pagina 18/17