Opleidingsprofiel. Theater. Uitstroomprofielen Acteur & Theatermaker. Werkgroep Opleidingsprofiel Theater

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Opleidingsprofiel. Theater. Uitstroomprofielen Acteur & Theatermaker. Werkgroep Opleidingsprofiel Theater"

Transcriptie

1 Opleidingsprofiel Theater Uitstroomprofielen Acteur & Theatermaker Werkgroep Opleidingsprofiel Theater oktober 2002

2 Voorwoord Voor u ligt het document Opleidingsprofiel Theater. Dit landelijk gemeenschappelijk profiel is opgesteld door het Netwerk Theater. Het opleidingsprofiel is eigendom van de in dit netwerk vertegenwoordigde vier bekostigde hogescholen met theateropleidingen op hbo-niveau. Het Opleidingsprofiel Theater biedt de opleidingen, studenten, docenten, beroepspraktijk en bestuurders collectieve uitspraken over de kwalificaties waaraan elke afgestudeerde theaterkunstenaar moet voldoen. Opleidingsprofielen en de daarin opgenomen opleidingskwalificaties zijn sturend en richtinggevend voor de hogescholen bij de vorming van hun opleidingscurricula. Ze beschrijven wat individuele opleidingen gemeen hebben en geven een kader voor eigen profilering. Binnen het kunstvakonderwijs worden in totaal tien nieuwe opleidingsprofielen opgesteld, die tezamen inzicht geven in de structuur en samenhang van de opleidingskwalificaties van afgestudeerden van de initiële kunstopleidingen op hbo-niveau. Het voorliggende profiel heeft betrekking op de Opleiding Theater, uitstroomprofielen acteur en theatermaker. Voor de Opleiding Docent Drama wordt in een afzonderlijk opleidingsprofiel opgesteld. Het Opleidingsprofiel Theater is een vertaling van het beroepsprofiel uit het rapport Beroep Kunstenaar/Profiel Theater (1999). Voorts is rekenschap gegeven van enkele belangrijke ontwikkelingen in het onderwijs en zijn ook de algemene eisen en procedures voor hboopleidingen van toepassing. Dit laatste betekent onder meer dat dit profiel en de daarin beschreven kwalificaties ter validering worden voorgelegd aan de beroepspraktijk. Worden de gemeenschappelijke opleidingskwalificaties voldoende herkend en sluiten ze aan bij de beroepseisen zoals geformuleerd in het beroepsprofiel? Uiteindelijk wordt elk opleidingsprofiel bestuurlijk vastgesteld door alle hogescholen die de desbetreffende opleiding verzorgen. Voor inzicht in de samenhang van de afzonderlijke opleidingsprofielen wordt verwezen naar de notitie Naar een Kwalificatiestelsel Kunstonderwijs van het sectoraal adviescollege kunstonderwijs. Omwille van de zelfstandige leesbaarheid is een beperkt aantal algemene zaken in de opleidingsprofielen opgenomen. 2

3 Inhoudsopgave Voorwoord Hoofdstuk 1: Inleiding Herstructurering Kunstvakonderwijs Projectorganisatie Kunstvakonderwijs Kwalificatiestelsel Kunstonderwijs Toekomst...5 Hoofdstuk 2: herindeling opleidingenaanbod kunstonderwijs...6 Hoofdstuk 3: status en werkwijze Status van het opleidingsprofiel Werkwijze Terugkoppeling...10 Hoofdstuk 4: uitgangspunten Explicitering van eisen Competentiebenadering Formulering van de competenties...12 Hoofdstuk 5: visie op beroep en werkveld Beroep en onderwijs Theaterpraktijk De opleiding tot Theaterkunstenaar...15 Hoofdstuk 6: positie in het onderwijsveld Hoger onderwijs Relatie tot het wetenschappelijk onderwijs Relatie tot het middelbaar beroepsonderwijs...19 Hoofdstuk 7: kwalificaties: competenties & gedragsindicatoren Opleidingskwalificaties uitstroomprofiel Acteur Opleidingskwalificaties uitstroomprofiel Theatermaker...24 Bijlage Competentiegericht opleiden en leren 3

4 1. Inleiding 1.1 Herstructurering Kunstvakonderwijs Het opstellen van opleidingsprofielen gebeurt in het kader van de herstructurering van het kunstonderwijs, die weer past in het bredere ontwikkelingsperspectief van het hoger onderwijs. De profielontwikkeling is een gefaseerd proces, waarvoor de algemene vergadering van de HBO-raad in 1997 het stramien bepaalde (zie Stramien Opleidingskwalificaties hbo). Het opleidingsprofiel (inclusief opleidingskwalificaties) is de middelste stap in het proces: het is de vertaling van het beroepsprofiel en de grondslag voor opleidingscurricula. De profielontwikkeling heeft verschillende, gerelateerde doelen. Ze faciliteert een eenduidiger begrippenapparaat, en daarmee een betere in- en externe communicatie en een betere meetbaarheid en vergelijkbaarheid van opleidingen. Voorts dient zij een betere kwaliteit en kwaliteitszorg van het onderwijsaanbod: de operatie zal namelijk leiden tot meer gestructureerde en transparante structuren, minder versnippering en meer en betere (lees: gestructureerde, doorzichtige, doelmatige, flexibele en samenhangende) afstemming van de opleidingen op elkaar én de beroepspraktijk. Al deze factoren zullen de verankering van het kunstvakonderwijs in de maatschappij ten goede komen. 1.2 Projectorganisatie Kunstvakonderwijs In het kader van de herstructurering is in 1997 de Projectorganisatie Kunstvakonderwijs geïnstalleerd. Een van de opdrachten was om beroepsprofielen en startkwalificaties op te stellen voor het kunstonderwijs. Uitgangspunt hierbij was om te starten in de beroepspraktijk: het beschrijven van die beroepen waar het kunstvakonderwijs in principe voor zou moeten opleiden. Per kunstdiscipline zijn daartoe beroepsprofielen beschreven, zodat op grond van deze beschrijvingen kon worden bekeken hoe het onderwijsaanbod in het kunstonderwijs zich verhield ten opzichte van de ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Om de vergelijkbaarheid van de beroepsinformatie uit de verschillende sectoren te vergroten en een vertaling mogelijk te maken naar eindtermen en curricula is door de Projectorganisatie gewerkt met een format; een vast stramien waarin de informatie beschreven moest worden. Daarin is een onderscheid gemaakt tussen beroepsprofiel en startkwalificaties. Met beroepsprofiel wordt in dit verband bedoeld een beschrijving van de activiteiten die een beroepsbeoefenaar ontplooit na een aantal jaren praktijkervaring. Bij de startkwalificaties is de jonge professional die net een kunstvakopleiding achter de rug heeft het uitgangspunt. In het beroepsprofiel is op activiteitenniveau een indeling gemaakt in de vier dimensies van het professioneel kunstenaarschap: de artistieke, de theoretische, de technische en de maatschappelijke dimensie. Bij de startkwalificaties gaat het om de kwalificaties waar een beginnend kunstenaar over moet beschikken om een succesvolle start in de beroepspraktijk te kunnen maken. Hier geldt de indeling in kennis en inzicht, vaardigheden en attitude. De kwaliteit en de bruikbaarheid van het ontwikkelde materiaal zijn door de Projectorganisatie in verschillende werkconferenties getoetst en zowel vertegenwoordigers van de beroepspraktijk als van het kunstonderwijs bleken zich in grote mate in het eindresultaat te kunnen vinden. In mei 1999 heeft de Projectorganisatie haar rapport Beroep Kunstenaar gepresenteerd. 4

5 1.3 Kwalificatiestelsel Kunstonderwijs De Projectorganisatie Kunstvakonderwijs heeft zich niet meer bezig gehouden met de vertaling van de beroepsprofielen in opleidingsprofielen. Hiervoor is in 2001 een vervolgtraject gestart onder regie van de HBO-raad, passend binnen de gangbare hbo-procedures, met het sectoraal adviescollege kunstonderwijs in een aansturende en coördinerende rol. Allereerst zijn er vijf op het beroepenveld afgestemde domeinen onderscheiden: Beeldende Kunst en Vormgeving, Film en Televisie, Muziek, Theater en Dans. Binnen deze domeinen zijn de zg. disciplinenetwerken benaderd om te komen tot het opstellen van de opleidingsprofielen. In dit proces speelt de afstemming met de beroepspraktijk een belangrijke rol. Om de dialoog met de beroepspraktijk gestalte te geven is er een convenant afgesloten tussen de HBO-raad (als vertegenwoordiger van de betrokken hogescholen) en de Federatie van Kunstenaarsverenigingen (als vertegenwoordiger van de beroepspraktijk). In het convenant is onder andere vastgelegd dat de beroeps- en opleidingsprofielen periodiek worden besproken met het beroepenveld. De profielen zullen uiteindelijk na een marginale toets door het bestuur van de HBO-raad, en advisering door het sectoraal adviescollege kunstonderwijs, door de betrokken hogescholen op bestuurlijk niveau worden vastgesteld. In de politieke en bestuurlijke besluitvorming zijn de beroepsprofielen van de Projectorganisatie tot vertrekpunt verklaard voor de ontwikkeling van het kwalificatiestelsel voor het kunstvakonderwijs. De doelstelling is om te komen tot een transparant, samenhangend geheel. 1.4 Toekomst De bestuurlijke kaders zijn momenteel sterk in ontwikkeling. Dit heeft ook zijn weerslag op het opstellen van opleidingsprofielen. Bovendien is dit de eerste keer dat er een opleidingsprofiel voor de domeinen in het kunstonderwijs wordt opgesteld. Daarnaast zijn er natuurlijk de ontwikkelingen in de beroepspraktijk zelf die van invloed kunnen zijn op het opleidingsprofiel. Dit geeft dan ook de relatieve betekenis aan van gemaakte keuzes en uitwerkingen. Actualiseren en aanscherpen van zowel beroepsprofiel als opleidingsprofiel zal in de toekomst nodig zijn. 5

6 2. Herindeling opleidingenaanbod Met ingang van het studiejaar wordt het aanbod aan kunstvakopleidingen die geregistreerd staan in het Centraal Register voor Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO) anders ingedeeld. Dit heeft ook gevolgen voor de hbo-opleidingen op het terrein van theater. Een duidelijke plaatsbepaling komt niet alleen de kwaliteit en kwaliteitszorg van de betreffende kunstvakopleidingen zelf ten goede. Ze functioneert ook als referentiekader voor de beoordeling van specialisaties en opleidingen die zich bevinden op de grensgebieden van het kunstvakonderwijs. Het geeft inhoudelijke criteria voor de beoordeling en positionering van opleidingen die zijn samengesteld uit elementen van het kunstvakonderwijs en bijvoorbeeld een andere hbo-discipline. Gelet op de inhoudelijke analyse van de werkvelden in de beroepsprofielen is gekozen voor opleidingen die breed georiënteerde, op een of meer terreinen gespecialiseerde, en bovendien 'ondernemende' afgestudeerden afleveren. Bij de herindeling is uitgegaan van de volgende criteria: breed gedefinieerde opleidingen, alleen specifiek waar noodzakelijk Dit met het oog op een zo groot mogelijke inzichtelijkheid in het opleidingenaanbod, op voldoende flexibiliteit in het vormgeven van nieuwe opleidingsvarianten, als ook op het op langere termijn creëren van voldoende perspectief op een eenduidig bekostigingsarrangement. De indeling moet tegemoet komen aan de eisen van doelmatigheid en beheersbaarheid. zo min mogelijk differentiatie Waar mogelijk moet de druk op differentiatie in het onderwijsaanbod worden beperkt. Dit kan door innovatie binnen bestaande opleidingen en een betere afstemming van de programmering tussen opleidingen. De indeling moet een flexibele, functionele onderwijsprogrammering mogelijk maken en aansluiting mogelijk maken op verwante disciplines en vakgebieden buiten het kunstvakonderwijs. beroepsgericht De opleidingen hebben een beroepsgerichte identiteit en oriëntatie. Ze dienen uit te gaan van voor studenten herkenbare beroepsbeelden en hebben een karakteristieke en herkenbare set van (kern)kwalificaties. Een en ander komt ook tot uitdrukking in een consistente naamgeving. onderscheid naar kerndisciplines en vakgebieden De opleidingen zijn inhoudelijk gebaseerd op onderscheiden kerndisciplines en vakgebieden. De uiteindelijke indelingssystematiek kent domeinen, opleidingen en uitstroomprofielen (en daarbinnen opleidingsvarianten). Theater is een specifieker zelfstandig domein geworden, naast de domeinen Dans, Muziek, Film/Televisie en Beeldende Kunst. In alle domeinen behalve Film/Televisie is een docentopleiding onderscheiden. De uitstroomprofielen zijn gebaseerd op het onderscheid tussen uitvoerend en scheppend. De nieuwe indeling opleidingenaanbod kunstonderwijs in schema: Domein Opleiding (CROHO-geregistreerd) Uitstroomprofiel Beeldende Kunst en Vormgeving Opleiding Autonome Beeldende Kunst Opleiding Vormgeving U-profiel Visuele Communicatie U-profiel Productontwerp 6

7 U-profiel Ruimtelijk ontwerp Opleiding Docent Beeldende Kunst en Vormgeving Film en TV Opleiding Film en TV Muziek Opleiding Muziek U-profiel Musicus U-profiel Muziektechnologie U-profiel Compositie Opleiding Docent Muziek Theater Opleiding Theater U-profiel Acteur U-profiel Theatermaker Opleiding Docent Drama Dans Opleiding Dans U-profiel Danser U-profiel Choreograaf Opleiding Docent Dans CROHO = het wettelijk Centraal register opleidingen hoger onderwijs Uitstroomprofielen worden niet in het CROHO geregistreerd, maar zijn op grond van bestuurlijke afspraken bindend voor de afzonderlijke hogescholen. Deze nieuwe indeling heeft uitsluitend betrekking op de eerste fase (bachelorfase) en wordt per 1 september 2002 van kracht. Voor elk van de opleidingen is een opleidingsprofiel met opleidingskwalificaties opgesteld, met waar van toepassing een verbijzondering naar uitstroomprofiel. In feite is er dus sprake van in totaal 16 profielen. De indeling van de docentenopleidingen in de komende bachelor-master structuur is nog een punt van bestuurlijke discussie. 7

8 3. Status en werkwijze 3.1 Status van het opleidingsprofiel Dit landelijke opleidingsprofiel geldt voor alle instellingen in Nederland die de beroepsopleiding verzorgen met de CROHO-benaming Theater. Het profiel is opgesteld door het Netwerk Theater waarin alle bekostigde Nederlandse Theateropleidingen op hbo-niveau zijn vertegenwoordigd. De tekst is onder verantwoordelijkheid van het Netwerk Theater tot stand gekomen en wordt door het netwerk beheerd. Uitgangspunt en ijkpunt bij het opstellen van het opleidingsprofiel waren de beroepsprofielen en startkwalificaties Theater die in 1999 door de Projectorganisatie Kunstvakonderwijs zijn opgesteld en zijn neergelegd in het rapport Beroep Kunstenaar (Utrecht, mei 1999). De beroepsprofielen van de Projectorganisatie zijn gevalideerd door zowel de onderwijsinstellingen als de beroepspraktijk. Het profiel is tot stand gekomen volgens de procedures die voor alle hbo-opleidingen door de HBO-raad zijn afgesproken. Dat betekent onder meer dat dit profiel en de daarin beschreven kwalificaties van afgestudeerden ter validering zijn voorgelegd aan een representatieve vertegenwoordiging uit de beroepspraktijk. Na afstemming met de beroepspraktijk, een marginale toets door het bestuur van de HBO-raad en advisering door het sectoraal adviescollege kunstonderwijs zullen de profielen uiteindelijk door de betrokken hogescholen op bestuurlijk niveau worden vastgesteld. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de notitie Naar een Kwalificatiestelsel Kunstonderwijs van het sectoraal adviescollege kunstonderwijs. 3.2 Werkwijze Over de totstandkoming van opleidingsprofielen zijn door de HBO-raad enkele regieafspraken gemaakt: de disciplinenetwerken nemen het initiatief tot de uitvoering van het opstellen van de opleidingsprofielen en het sectoraal adviescollege kunstonderwijs coördineert zonodig. Voor de ondersteuning van dit traject had dit college de beschikking over een tijdelijk adviseur die eerder ook deel uitmaakte van de (voormalige) Projectorganisatie Kunstvakonderwijs. Daarnaast is onderwijskundige expertise en ondersteuning ingeroepen bij onderwijskundig adviesbureau Savant Learning Partners. Voor Theater is afgesproken dat het netwerk als zodanig als werkgroep zal functioneren, aangevuld met enkele personen uit de verschillende instellingen. Dwars over de disciplines heen is een werkverband ingericht onder supervisie van het netwerk kunstvakdocentenopleidingen. Dit werkverband bestaat uit een viertal werkgroepen (docent beeldend, docent muziek, docent dans, docent drama), die nauw afstemmen. De werkgroep docent drama is van een bijzonder karakter door de relatie met de huidige opleidingen voor expressie door woord en gebaar. Het Netwerk Theater dat zelf als werkgroep fungeerde voor de opleiding Theater bestaat uit Leo Swinkels (voorzitter, Toneelacademie Maastricht, Hogeschool Zuyd), Lies Dicker en Jan Deering (Hogeschool voor de kunsten Arnhem,theateropleiding ArtEZ), André Veltkamp (Theateropleiding Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten) en Rien Sprenger/ Désirée Majoor (Theateropleiding Hogeschool voor de Kunsten Utrecht). In de externe ondersteuning is voorzien door inschakeling van Trudy van der Toorn (Savant Learning Partners) en Fons Schneijderberg (adviseur sectoraal adviescollege kunstonderwijs). 8

9 Bij het schrijven van het opleidingsprofiel is dezelfde methodiek gebruikt als in de andere disciplines van het kunstvakonderwijs. Deze is in de volgende stappen onder te verdelen: stap 1: de input uit de beroepsprofielen inventariseren Input voor de opleidingprofielen vormen de eerder vastgestelde beroepsprofielen. De daarin benoemde startkwalificaties dienden als uitgangspunt voor de opleidingkwalificaties. De werkgroepen hebben daartoe de elementen uit het beroepsprofiel plus de startkwalificaties letterlijk losgeknipt, waarbij gemarkeerd werd welke elementen uit welke bronnen kwamen. stap 2: aanvullen indien nodig (met nieuwe ontwikkelingen, het hbo-criterium, etc) Het opleidingsprofiel is te zien als de vertaling van het beroepsprofiel in onderwijsdoelen. Het betreft hier echter niet een één-op-één vertaling. Er dient met een aantal aspecten rekening gehouden te worden: De te formuleren opleidingskwalificaties moeten voldoende toekomstgericht en toekomstvast zijn, en bovendien 'houdbaar'. De te formuleren opleidingskwalificaties moeten het hbo-criterium bevatten. Het Hoger Onderwijs criterium moet tot uiting komen in de opleidingskwalificaties. Dat betekent onder meer dat de innoverende, experimentele taak van het kunstvakonderwijs zijn weerslag moet hebben op de te formuleren opleidingskwalificaties. Om die reden is na de inventarisatie vanuit het beroepsprofiel in een tweede stap gekeken naar aanvullingen, en ook wel naar elementen uit het beroepsprofiel die al zodanig verouderd bleken dat ze beter geschrapt konden worden. stap 3: de elementen in competentiegebieden onderbrengen De beroeps- en startkwalificaties waren geclusterd in een aantal dimensies: de artistieke dimensie, de theoretische, de vaktechnische, en de maatschappelijke. Voor de docenten is daar nog een onderwijskundige / didactische / (ped)agogische dimensie aan toegevoegd. Mede vanwege de herkenbaarheid voor het beroepenveld is deze indeling zoveel mogelijk gehandhaafd en vertaald naar competentiedomeinen.de theoretische dimensie is daarbij vervallen, daar deze niet past in een competentiegerichte benadering. stap 4: de geclusterde input zo nodig onderbrengen bij de nieuw benoemde uitstroomprofielen Voor een aantal opleidingsprofielen geldt dat ze geformuleerd zijn voor uitstroomprofielen die niet als zodanig benoemd werden in de beroepsprofielen. Overigens was dit voor het opleidingsprofielen theater niet ingrijpend, daar de indeling van de beroepsprofielen goed vertaalbaar bleek naar de nieuwe uitstroomprofielen. stap 5: kwalificaties clusteren in competenties, gekozen uit bestaande competentiesets De in stap 1 en 2 geïnventariseerde kwalificaties zijn in stap 3 ondergebracht in drie competentiedomeinen (voor de docent 4). In stap 5 werd per competentiedomein een nadere clustering aangebracht, in competenties. Daarbij werd ook geput uit bestaande competentiesets. Dit waren sets van bureaus als Pimedia, GITP, en Berenschot, aangevuld met hbo-competenties. Uitgangspunt bij deze clustering was dat het aantal competenties niet te groot mocht worden. 9

10 stap 6: 'schuiven' met kwalificaties totdat alle elementen bij de competenties ondergebracht zijn Na stap 5 bleek al snel dat de competentiedomeinen waaronder de kwalificaties in stap 3 geclusterd waren, beperkingen opleverden. In stap 6 is daarom de vrijheid genomen te schuiven met de kwalificaties, waarbij de benoemde competentieset leidend was. stap 7: competentieset voorleggen aan de disciplinenetwerken, gezamenlijk competentie omschrijvingen formuleren Omdat de competentieset sturend is voor de opleidingsprofielen, zijn deze bij wijze van tussenstap voorgelegd aan de disciplinenetwerken, ter accordering. De netwerken hebben toen van elke competentie een omschrijving gemaakt, per uitstroomprofiel. Tegelijkertijd vond in deze fase een check plaats op de volledigheid van de competentiesets, en werd het aantal ervan in de meeste netwerken teruggebracht tot een stuk of tien. stap 8: kwalificaties formuleren als gedragsindicatoren en voorzien van toelichting, ook in de vorm van gedragsindicatoren De input per competentie werd nu in de vorm van gedragsindicatoren gegoten: de opleidingskwalificaties en de toelichting daarop. Deze stap was zeer ingrijpend, omdat hierbij de echte vertaalslag plaatsvond. De startkwalificaties, die geformuleerd waren in termen van kennis, vaardigheid en attitude, werden in deze fase geïntegreerd tot gedragsindicatoren. De startkwalificaties vormden de leidende bron, alleen als de werkgroep dat noodzakelijk achtte, werden elementen uit de beroepskwalificaties toegevoegd. stap 9 en 10: de concept opleidingsprofielen voorleggen aan de hogescholen en het beroepenveld In grote lijnen is de procedure voor de legitimatie of validatie van de opleidingsprofielen conform de in het door de Algemene Vergadering van de HBO-raad vastgestelde stramien opleidingskwalificaties hbo opgenomen procedure. Dit betekent dat de netwerken voor alle (CROHO-)opleidingen een voorstel doen via het sectoraal adviescollege aan het bestuurlijk overleg van de hogescholen die de desbetreffende opleidingen verzorgen. De HBO-raad pleegt nog een marginale toets, met name aan de hand van het stramiendocument. De betrokken hogescholen stellen de opleidingsprofielen uiteindelijk vast. Onderdeel van deze procedure is dat de profielen worden besproken met het werkveld. 3.3 Terugkoppeling In het belang van consistentie, transparantie en een gemeenschappelijk draagvlak heeft gedurende deze stappen voortdurend terugkoppeling binnen de vier instellingen plaatsgevonden. Aangezien het netwerk zelf als werkgroep fungeerde was een afzonderlijk sondering op netwerkniveau, zoals bij de andere netwerken, niet aan de orde. De instellingen hebben gelegenheid gekregen commentaar te leveren op de conceptversies. 10

11 4. Uitgangspunten 4.1 Explicitering van eisen Dit opleidingsprofiel is gebaseerd op enkele belangrijke onderwijskundige uitgangspunten. De theateropleidingen behoren tot het hoger beroepsonderwijs en dienen dus te voldoen aan de eisen die het kwalificatiestramien hbo stelt: De opleidingskwalificaties moeten voor het beroepenveld herkenbaar zijn. In hoofdstuk twee kwam reeds aan bod dat het theateronderwijs de theaterpraktijk moet weerspiegelen: het opleidingsprofiel is een onderwijskundige vertaling van het beroepsprofiel en dus ook van ontwikkelingen in het werkveld. De opleidingskwalificaties moeten het hbo-niveau duidelijk specificeren, o.a. in lerend, reflectief, innovatief, analytisch, probleemoplossend, visionair en creërend vermogen. Deze specificatie is eens te meer van belang gezien de recentelijke opkomst van allerlei op de kunstsector gerichte opleidingen op mbo-niveau De opleidingskwalificaties moeten toekomstgericht zijn. Afgestudeerden moeten zich blijven ontwikkelen, hun competenties blijven uitbouwen. Immers: elk diploma heeft een houdbaarheidsdatum. Hiertoe moet een student tijdens de opleiding het lerend vermogen ontwikkelen. In dit verband zijn de opleidingskwalificaties toekomstgericht opgesteld. De opleidingskwalificaties moeten helder en waar mogelijk niet te gedetailleerd geformuleerd zijn en waar van toepassing aansluiten bij internationale ontwikkelingen. De opleidingskwalificaties moeten observeerbaar zijn (vandaar de formulering in gedragsindicatoren) en meetbaar (vandaar het incorporeren van criteria). 4.2 Competentiebenadering Competentiegericht opleiden en leren is een innovatieve onderwijsvisie die in het hbo breed wordt toegepast en goed aansluit bij tradities in het theateronderwijs. De competentiebenadering gaat uit van een integrale benadering van kennis, vaardigheden en attitude. Om in de beroepspraktijk bekwaam te kunnen handelen moet de theaterstudent leren deze drie handelingsaspecten samenhangend toe te passen. De leeromgeving moet de aankomende theaterkunstenaar stimuleren om door middel van reflectie inzicht te geven in de wijze waarop hij zijn praktische ervaringen verbindt met theoretische kennis en de conclusies die hij daaruit trekt voor verdere ontwikkeling. Competentiegericht opleiden en leren neemt de (individuele) student als vertrekpunt. Diens zelfsturing, zelfverantwoordelijkheid en lerend vermogen staan centraal in het curriculum. Een persoon is competent wanneer hij probleemoplossend kan denken en handelen. Het kunstvakonderwijs hanteert de volgende omschrijving: `Iemand is competent wanneer hij in staat is op basis van kennis, vaardigheden en houdingen keuzes te maken uit zijn handelingsrepertoire, die tot resultaat hebben dat de probleemstellingen die zich in de verschillende beroepscontexten aan hem voordoen, adequaat passend in de situatie worden aangepakt, conform zijn rol en verantwoordelijkheid. Dat vermogen wordt zichtbaar door te kijken naar gemaakte keuzes, verantwoording daarvan en reflectie daarop. 11

12 4.3 Formulering van de competenties In het opleidingsprofiel worden de volgende indelingen gehanteerd: competentiedomeinen, competentieset, competenties en opleidingskwalificaties in de vorm van gedragsindicatoren. competentiedomein = cluster van samenhangende competenties. Analoog aan de beroepsprofielen worden drie clusters onderscheiden: het artistiek competentiedomein, het vaktechnisch competentiedomein en het professioneelmaatschappelijk competentiedomein. Deze domeinen benaderen de theaterkunstenaar respectievelijk als artiest, vakman en professional in zijn omgeving. Hoewel niet vertaald in een apart competentiedomein, is de theoretische component niet verdwenen uit de opleidingskwalificaties, maar geïntegreerd in de drie overige domeinen. Daarbij is de kanttekening op zijn plaats dat de theoretische kennis van studenten op de theateropleidingen in zijn algemeenheid een (blijvend) punt van aandacht is. competentieset = cluster van competenties Elk opleidingsprofiel voor het KUO hanteert een set competenties, die in wezen de opleidingskwalificaties clusteren. Het aantal competenties binnen de verschillende sets varieert van zeven tot dertien. Dat het er niet meer zijn, heeft te maken met de gewenste sturing die de competentieset moet hebben. Een groter aantal competenties leidt al snel tot diffuse ontwikkeling. competentie = vermogen. Competenties zijn de richtinggevers van de opleidingskwalificaties. In de opleidingsprofielen Theater wordt elke competentie kort gedefinieerd. Er worden 10 competenties onderscheiden bij zowel het uitstroomprofiel acteur, als het bij het uitstroomprofiel theatermaker: creërend vermogen, visie, communicatief vermogen, vermogen tot samenwerken, ambachtelijk vermogen, ondernemerschap, omgevingsgerichtheid, lerend vermogen, reflectief vermogen en innovatief vermogen. De laatste drie zijn zeer typerend voor het profiel van een hboopleiding. Sommige competenties zijn binnen meerdere competentiedomeinen van belang. Op elk vermogen zijn verschillende uitingsvormen en ontwikkelingsniveaus van toepassing. opleidingskwalificaties in de vorm van gedragsindicatoren. De opleidingskwalificaties zijn geformuleerd in termen van waarneembaar gedrag: gedragsindicatoren. Ze beschrijven de competenties in de vorm van waarneembaar gedrag en in die beschrijving zijn dus ook de benodigde kennis, vaardigheden en attitude vervat. Ze vormen een vertaling van de startkwalificaties van de beginnende kunstenaar. Het uitstroomprofiel Acteur telt 57 opleidingskwalificaties en dat van Theatermaker 59. De competenties en gedragsindicatoren vormen geen allesomvattend, onfeilbaar of absoluut toetsingsinstrument, maar vooronderstellen een deskundige beoordelaar, die bij de toepassing van de competenties nuances kan aanbrengen. In de formulering van de competenties is niet precies het niveau aan te geven dat de student bereikt moet hebben. De competenties geven over het algemeen alleen de aard van het te ontwikkelen vermogen aan. De indicatoren zijn een hulpmiddel om vast te stellen in hoeverre het vermogen ontwikkeld is. 12

13 Voor een nadere toelichting op competentiegericht opleiden en leren wordt verwezen naar de bijlage bij dit document. 13

14 5. Visie op beroep en werkveld 5.1 Beroep en onderwijs Het opleidingsprofiel vertaalt het beroepsprofiel in onderwijsdoelen. Het beroepsprofiel van de theaterkunstenaar is, na consultatie van de beroepspraktijk, vastgelegd in het rapport Beroep Kunstenaar/Profiel Theater (1999). Beschreven worden de dominante ontwikkelingen in de theaterpraktijk, de in dat licht relevante beroepen of functies en tot slot de zogenaamde startkwalificaties, de kwaliteiten dan wel competenties waarover beginnende theaterkunstenaars moeten beschikken. Het theateronderwijs deelt de in het rapport Beroep Kunstenaar/Profiel Theater verwoorde visie op de theaterpraktijk en op het beroep theaterkunstenaar. Desalniettemin is het belangrijk te beseffen dat de praktijk een dynamische is: voortdurend in verandering, in internationaal perspectief en in vele verschijningsvormen. De relatie tussen praktijk en onderwijs is dientengevolge een constant ademende: in beweging en voor verandering vatbaar. Op de nieuwste ontwikkelingen wordt hieronder in het kort nader in gegaan. 5.2 Theaterpraktijk Voor het domein Theater is het beroepsprofiel, bijlage 1 E bij Beroep Kunstenaar, het inhoudelijke uitgangspunt. In dit beroepsprofiel is op het activiteitenniveau een indeling gemaakt in vier dimensies van professioneel kunstenaarschap: artistiek, technisch, theoretisch en maatschappelijk. Op kwalificatieniveau geldt een indeling in kennis, inzicht, vaardigheden en attitude. Deze zijn uitgewerkt op het niveau van de theatermaker als overkoepelend beroep, verbijzonderd naar acteur, regisseur, productiedramaturg, theatervormgever en theaterdocent. Over de auteur werd in het beroepsprofiel geen definitieve conclusie getrokken. In het beroepsprofiel wordt het domein Theater beschreven als in de kern een toegepaste kunst; theatermakers oefenen een uitvoerend beroep uit. De essentie van theater is gelegen in het spelen van de voorstelling voor publiek. Als artistiek beroep is theater maken ook scheppend van karakter. Een theatervoorstelling komt volgens een duidelijke fasering tot stand (tekstkeuze, regieconcept, productieplan, repetitie, uiteindelijke voorstelling). In elke fase is nadrukkelijk sprake van teamwerk. Het onderscheid tussen acteur en regisseur is in de Nederlandse theaterpraktijk vervaagd; de acteur is veelal betrokken bij het scheppende proces van de productie. In de sector theater wordt uitgegaan van één hoofdberoep: de theatermaker. De traditioneel bekende specialismen zoals mime, teksttheater en kleinkunst zijn niet meer als volstrekt gescheiden beroepen te zien. Theatermakers combineren diverse rollen en activiteiten, niet alleen binnen een productie, maar ook in diverse werkvelden. De beroepspraktijk is dan ook in hoge mate gemengd van karakter. De beginnende theatermaker is meteen actief in de functie van acteur,regisseur, theaterdocent en theatervormgever. Ontwikkelingen in het werkveld moeten een plek krijgen op de opleidingen, ten einde de jonge theaterkunstenaar voldoende geëquipeerd de echte wereld in te kunnen sturen. De belangrijkste ontwikkelingen in de theaterpraktijk duiden stuk voor stuk op een veeleisende en ogenschijnlijk tegenstrijdige combinatie van verbreding en verdieping. Veelzijdigheid is het toverwoord. 14

15 De theaterkunst is al geruime tijd en steeds nadrukkelijker interdisciplinair. Een team van specialisten op diverse gebieden is verantwoordelijk voor het vaak multimediale eindproduct. Last but not least tekent diversiteit ook de beoogde doelgroepen (jonger, cultureel diverser) en de organisatievorm van de theaterpraktijk. De vaste (grote) gezelschappen liggen midden in een wijdvertakt netwerk van (kleine) ad hoc initiatieven, waar tijdelijke samenwerkingsverbanden de organisatorische infrastructuur bepalen. 5.3 De opleiding tot theaterkunstenaar Het opleidingsprofiel is te zien als de vertaling van het beroepsprofiel in onderwijsdoelen. In het beroepsprofiel is door de beroepspraktijk vastgesteld wat de dominante ontwikkelingen in de beroepspraktijk zijn, wat vervolgens in het licht van deze ontwikkelingen de relevante beroepen of functies, rollen, taakgebieden, activiteitenclusters zijn. Hiervan is aangegeven wat de kwalificaties of competenties zijn waarover de beginnende beoefenaar van deze beroepen moet beschikken. Het theateronderwijs deelt de visie op de theaterpraktijk en de definitie van de Theatermaker zoals neergelegd in het beroepsprofiel. Het beschreven continuüm van dramaschrijver tot dramadocent en de daarbij aangegeven aanverwante deelberoepen zijn uitgangspunt voor de inrichting van het opleidingenaanbod. Het betreft hier echter niet een één-op-één vertaling. Het theateronderwijs voorziet studenten van gevraagde kwalificaties. Een transparant onderwijsaanbod is een aanbod waarin helder is welke opleidingen studenten voor welke beroepen kwalificeren. Dat moet duidelijk zijn voor de student zelf, maar ook voor de beroepspraktijk. Omdat een opleiding een student niet voor een groot aantal beroepen, functies, rollen etc. tegelijkertijd kan kwalificeren, moet de opleiding aangeven voor welke beroepen daadwerkelijk wordt gekwalificeerd. Deze duidelijkheid is maximaal in een één-op-één structuur: voor elk beroep is er één opleiding: elke opleiding kwalificeert voor één beroep. Een dergelijke opleidingsstructuur is weliswaar overzichtelijk, maar werkt erg versmallend en verstarrend. Dit is met name een probleem omdat ontwikkelingen zich vooral voordoen in grensoverschrijding, integratie, interdisciplinair werk, teamvorming, etc. Er is dus vooral behoefte aan ruimte voor dynamiek. Bij de vertaling van het beroepsprofiel in onderwijs is nog het volgende overwogen. - Binnen het profiel van de theatermaker zijn niet zozeer beroepen onderscheiden maar rollen. Van beroepen vervult de afgestudeerde er maar één, van rollen kun je er meer dan een vervullen. Dat laatste is in de theaterpraktijk het geval; zie de veelvuldig voorkomende gemengde beroepspraktijk. - Ontwikkelingen doen zich vooral op de grensvlakken voor; studenten zullen daarom moeten worden aangemoedigd om deze grensvlakken te verkennen; de opleidingsstructuur dient dat te faciliteren. - Argumenten om studenten wel voor het ene beroep, maar niet voor het andere beroep te willen kwalificeren liggen op het hogeschoolniveau, niet op het landelijk opleidingsniveau; de ene hogeschool wil studenten wel in de gelegenheid stellen om zich voor mime, regisseur, auteur e.d. te kwalificeren; een andere hogeschool maakt andere keuzes. - Onderwijsprogramma s zijn in toenemende mate individuele arrangementen, die inspelen op de persoonlijke talenten en ambities van de individuele student. 15

16 Er dient verder met een aantal aspecten rekening gehouden te worden: - Hogescholen hebben tot taak mensen op te leiden tot en met het niveau van beginnend, zelfstandig beroepsbeoefenaar. In de beroepsprofielen voor het kunstonderwijs is hiermee al rekening gehouden, door het opstellen van de startkwalificaties. - Hogescholen hebben als wettelijke taak mede aandacht te schenken aan de persoonlijke ontplooiing van mensen en aan de bevordering van maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef. - Het kunstvakonderwijs heeft ook een innoverende, experimenterende taak. Dit element, een onderzoekende houding bij studenten, dient bij de vertaalslag te worden betrokken. - Voor de docentenopleidingen binnen het kunstonderwijs geldt nog een aanvullend aandachtspunt: de opleidingskwalificaties voor deze opleidingen moeten passen bij de geldende opleidingskwalificaties voor alle andere docentenopleidingen. Voorts golden de volgende uitgangspunten - de competentieset bedoelt te refereren aan een breed scala aan theaterberoepspraktijken en impliceert in haar formuleringen bepaalde praktijken niet meer of minder dan andere - de set bedoelt cultuur- en tijdgebonden formuleringen vermijden; daar waar die mogelijkerwijze toch optreden beogen die geen ongewenste invulling op het niveau van de onderwijsprogrammering per instelling te betekenen - de set beoogt niet normatief te zijn ten aanzien van een bepaalde opvatting van acteren en theatermaken, of ten aanzien van een bepaalde beroepspraktijk - de set wil werkbaar zijn voor alle afstudeerrichtingen die binnen het desbetreffende uitstroomprofiel vallen - voor de docerend schrijver wordt een aparte, daarvoor geëigende competentieset ontwikkeld, buiten dit opleidingsprofiel - de termen stage en theater worden breed opgevat: stage: in het theater, op locatie, de filmset, de studio etc - theater houdt ook in: film-, televisie-, multimediale, educatieve en community-toepassingen, waarbij o.a. spelen, schrijven, regisseren, begeleiden, lesgeven, ontwerpen, technische en organisatorische activiteiten en ondersteuning aan de orde zijn De Theatermaker en de Theatermaker Binnen het concept van 'de Theatermaker' uit het beroepsprofiel wordt de bestaande inhoudelijke differentiatie in de beroepsuitoefening niet vertaald in afzonderlijke specialismen, die een daarop specifiek gerichte opleiding zouden vergen. Hogescholen zouden volgens het beroepsprofiel zelf kunnen bepalen in welke mate en verhouding zij zich willen profileren op bepaalde genres, maar gepleit werd voor een brede oriëntatie op de theaterpraktijk. De hogescholen hebben dit tot uitdrukking gebracht door alle specialismen onder te brengen binnen één opleiding Theater en één opleiding docent Drama. Wel onderscheiden de hogescholen, gelet op de breedte en gerichtheid van de aan de orde zijnde kwalificaties, binnen de opleiding theater twee uitstroomprofielen, te weten voor Acteur en voor Theatermaker. Dit begrip Theatermaker heeft een meer specifieke betekenis dan het koepelbegrip uit het beroepsprofiel. Het onderscheid is gelegen in het criterium van inzet van het eigen fysieke materiaal in een theaterproductie: hiervoor onderscheiden de hogescholen het uitstroomprofiel Acteur. Het uitstroomprofiel omvat dan de acteur, de performer, de cabaretier, de mimespeler etc.; het uitstroomprofiel theatermaker omvat de regisseur, de productiedramaturg, de theatervormgever e.d. 16

17 Auteur Als beroep wordt in het beroepsprofiel theater ook de auteur genoemd. De plaats van de auteur hangt samen met de plaats die de sector taal/literatuur inneemt. In het beroepsprofiel wordt gesteld dat de auteur, vanuit de beroepspraktijk gezien, minder dan de andere theatermakers, of helemaal niet, actief betrokken is bij het proces van theater maken. Bij de nieuwe opleidingenindeling is er van uitgegaan dat de dramaschrijver onder het uitstroomprofiel theatermaker ressorteert. Regisseur Bij de startkwalificaties voor het beroep regisseur vermeldt het beroepsprofiel dat deze evenals die van de productiedramaturg op een ander niveau moeten worden gelezen en begrepen dan de startkwalificaties van de acteur. Regisseur en productiedramaturg worden weliswaar behandeld als startberoepen, maar vragen doorgaans een langere rijpingstijd tijdens de opleidingsfase. In dit verband moet de uitwerking van de bachelor-master structuur voor het kunstonderwijs hiervoor een oplossing bieden. Van een regisseur en productiedramaturg wordt naast talent een zekere rijpheid verwacht en een zodanig uitkristallisering van de artistieke en persoonlijke visie, dat hij in staat is deze aan acteurs en andere theatermakers over te dragen. Theatertechnicus Theatertechniek dat voorheen bestond als studierichting binnen de discipline theater is als opleidingsvariant van theatervormgeving onder het uitstroomprofiel theatermaker gebracht. Het gaat hier om een opleidingsvariant, die vanuit de sectoren theater en techniek in nauwe samenwerking geprogrammeerd dient te worden. Situering binnen het kunstvakonderwijs is noodzakelijk: het accent van de opleiding ligt op de creatief/conceptuele competenties. De natuurlijke omgeving is het theater. 17

18 6. Positie in het onderwijsveld 6.1 Hoger onderwijs Zoals voor elke hoger opgeleide is er ook voor de hoger opgeleide theaterkunstenaar een aantal algemene eisen te formuleren. De hoger opgeleide beroepsbeoefenaar beschikt over de navolgende eigenschappen. Deze dienen in het programma s van de kunstvakopleidingen te worden aangeleerd, c.q. bevorderd. - De hoger opgeleide is in staat om op zijn handelen en denken te reflecteren door daar afstand van te nemen, te analyseren en te evalueren. - De hoger opgeleide heeft een voortdurende metapositie ten opzichte van zijn eigen plaats in samenleving en beroepsveld. - Hij kent de eigen kernkwaliteiten en de daarbij behorende valkuilen en uitdagingen. - Hij is in staat om het eigen denken en handelen te relativeren en daar met een (wijze) glimlach naar te kijken. - Het is daarbij vanzelfsprekend dat het eigen handelen en denken te allen tijde is te beredeneren en te verantwoorden, o.a. in heldere presentaties aan de omgeving. - Hij laat daarbij zien over een visie op de maatschappelijke rol van de hoger opgeleide te beschikken. - De hoger opgeleide beschikt over probleemoplossend vermogen, is in staat samenhang in denken en handelen te zien, te analyseren en te integreren. Hij doorziet complexe structuren en weet rode lijnen aan te brengen. - De hoger opgeleide neemt initiatieven en weet innovaties te bewerkstelligen. - Hij is vanuit die positie in staat om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het beroep en kan de eigen beheersing van het beroep op peil houden o.a. door zelfstandig nieuwe kennis te verwerven. Creativiteit om de persoonlijke ontplooiing gaande te houden is daartoe een vereiste. - Hij opereert solo of in (multidisciplinair) teamverband, kan leiding geven en is in staat om te functioneren in steeds wisselende situaties. - De onderliggende theorie is van academisch niveau en is geïnternaliseerd. Hij heeft een brede algemene ontwikkeling. - Op basis van kritische kennis en mede vanuit beheersing van onderzoek weet hij wanneer dient te worden gesproken of gezwegen. Hij is zodanig communicatief, qua taalgebruik en houdingen, dat hij stimulerend kan werken in alle processen waarbij hij betrokken is. 18

19 6.2 Relatie tot het wetenschappelijk onderwijs Het hbo-onderwijs onderscheidt zich van het wetenschappelijk onderwijs voornamelijk door zijn vakmatige en beroepsgerichte oriëntatie. Vooralsnog is de afstand tussen de theaterdisciplines in het wetenschappelijk onderwijs en binnen het kunstonderwijs vrij groot. De komst van de bachelor-master structuur biedt het theateronderwijs kansen om in samenwerking met het wetenschappelijk onderwijs mastertrajecten te ontwikkelen op het terrein van regie, productiedramaturgie en onderzoek naar actuele ontwikkelingen in de podiumkunsten te doen. Daarbij voert in het wetenschappelijk onderwijs het cognitieve aspect de boventoon en is in het theateronderwijs vooral het artistieke aspect van belang. 6.3 Relatie tot het middelbaar beroepsonderwijs Eerder is gesteld dat de specificatie van het hbo-niveau eens te meer van belang is gezien de recentelijke opkomst van op de sector kunst gerichte opleidingen op mbo-niveau. Definiëring van niveau is wenselijk om helderheid te verschaffen met betrekking tot kwaliteitsniveau, beroeps- en werkveldoriëntatie. De aard, relevantie en het niveauverschil tussen de verschillende opleidingsniveaus dienen expliciet te worden. 19

20 7. Kwalificaties: competenties & gedragsindicatoren Competentiegerichte opleidingskwalificaties Theater De competenties van de opleiding Theater zijn verdeeld in drie domeinen: artistiek competentiedomein vaktechnisch competentiedomein professioneel-maatschappelijk competentiedomein Voor de opleiding Theater is een aantal competenties onderscheiden die essentieel en specifiek zijn voor deze opleiding. Deze competenties zijn van toepassing op beide uitstroomprofielen van de opleiding Theater (acteur en theatermaker). Een aantal competenties is binnen meerdere competentiedomeinen van belang. De matrix hieronder laat dat zien: domein competentie Creërend vermogen Visie Communicatief vermogen Vermogen tot samenwerking Ambachtelijk vermogen Ondernemerschap Omgevingsgerichtheid Lerend vermogen Reflectief vermogen Innovatief vermogen Artistiek competentiedomein vaktechnisch competentiedomein professioneelmaatschappelijk competentiedomein De matrix hierboven geeft aan binnen welk domein een competentie vooral thuishoort. Een aantal competenties (communicatief vermogen, vermogen tot samenwerking, lerend, reflectief en innovatief vermogen) is binnen meerdere domeinen van belang. Voorts is een aantal van deze competenties zoveel omvattend, dat geldt met name voor de competentie ambachtelijk vermogen, dat daarbinnen een nadere clustering is aangebracht. In de paragrafen 7.1 en 7.2 vindt u de competentiegerichte opleidingskwalificaties voor de Acteur en de Theatermaker, geformuleerd in termen van gedrag. De opleidingskwalificaties voor het uitstroomprofiel Acteur omvatten tezamen de competenties met daarbij de gedragsindicatoren, waarover de afgestudeerde binnen het uitstroomprofiel Acteur na het behalen van het hbo-diploma (minimaal) moet beschikken. De opleidingskwalificaties voor het uitstroomprofiel Theatermaker omvatten tezamen de competenties, met daarbij de gedragsindicatoren, waarover de afgestudeerde binnen het uitstroomprofiel Theatermaker na het behalen van het hbo-diploma (minimaal) moet beschikken. 20

21 7.1 Opleidingskwalificaties uitstroomprofiel acteur 1. creërend vermogen De acteur bezit het vermogen om scheppend, associatief en (re)productief om te gaan met intuïties, waarnemingen en indrukken door deze in artistieke ideeën te transformeren en in theatrale producten vorm te geven. - demonstreert zijn fascinatie, zijn innerlijke noodzaak en zijn gedrevenheid voor theater en voor acteren - creëert een verhaal in handeling en/of beelden - laat zien, in zelfstandig en authentiek gedrag en in oorspronkelijk theatraal werk, dat hij zijn verbeelding inzet - transformeert ideeën en concepten in theatraal handelen - laat in zijn samenspel zien dat hij relaties creëert met de andere acteurs in een theaterproduct - draagt zichtbaar bij aan de totstandkoming van een theatraal product en aan de daaraan ten grondslag liggende artistieke keuzen, vanuit zijn perspectief als speler - laat in zijn werk zien beeldend, zintuiglijk en theatraal te denken 2. visie De acteur bezit het vermogen om opvattingen en overtuigingen op het eigen vakgebied te verwerven, die te communiceren en productief zichtbaar te maken in theatrale producten. - zet aanwijsbaar zijn inbreng in een collectief creatief proces in - onderzoekt en ontwikkelt een eigen artistiek handschrift, en zet dat zichtbaar in bij het theatrale product en het productieproces - beredeneert zijn (voorlopige) voorkeur voor één of meer theaterstijlen en genres - verbindt het mens- en maatschappijbeeld uit het gekozen theatermateriaal of theaterstuk met zijn eigen mensbeeld en kan daar reflectief mee omgaan 3. vermogen tot samenwerking De acteur bezit het vermogen om samen met overige betrokkenen (veelal multidisciplinair) een actieve bijdrage te leveren aan een gezamenlijk product of proces. - gaat effectief om met de verschillende rollen, verantwoordelijkheden en belangen in het productieproces van theater maken - stelt zich flexibel op bij het maken van een theaterproduct - zet zijn specifieke expertise in binnen het gezamenlijke artistieke proces van theatermaken - werkt productief samen in een team van theatermakers, om tot een artistiek eindproduct te komen 21

22 4. communicatief vermogen De acteur bezit het vermogen om zijn visie en handelen in de verschillende beroepscontexten zowel verbaal, non-verbaal als in schrift effectief en efficiënt over te brengen, af te stemmen en te verantwoorden. - Communiceert op inspirerende en overtuigende wijze over invallen, (tekst)interpretaties, ideeën en wensen voor het theaterproduct, en over de resultaten van zijn verkenningen, experimenten en trainingen - Verwoordt zijn eigen voorkeur en mogelijkheden als acteur in relatie tot de vereisten van de theaterpraktijk in zijn diversiteit 5. ambachtelijk vermogen De acteur bezit het vermogen om een breed scala aan instrumentele en ambachtelijke kennis en vaardigheden efficiënt en effectief toe te passen in theatrale producties. Speelt samen met andere acteurs - Reageert op de ander, in het hier en nu - Hanteert zichtbaar en merkbaar basale principes van theatrale communicatie met het publiek - Presenteert de voorstelling overtuigend aan het publiek; zet zijn présence in - Beheerst tekst, stem, houding, gebaar, beweging en psyche zodanig dat hij in theatrale producties de techniek ontstijgt - Herhaalt zijn spel met eenzelfde intensiteit Past acteervaardigheden toe als instrument - Zoekt en creëert een adequate en interessante theatrale vorm voor de inhoud - Kiest repertoire of theatermateriaal en beargumenteert deze keuze - Kan aan de visie en het regieconcept zichtbaar en merkbaar vormgeven in zijn spel - Verkent de grenzen en mogelijkheden van verschillende genres en theaterstijlen of combinaties daarvan - laat in zijn acteren blijken over muzikaliteit (ritmegevoel, gevoel voor dynamiek en tempo) te beschikken - gaat flexibel om met de overeenkomsten en verschillen in acteren, zowel wat betreft het repetitie- als montageproces, tussen het medium theater en andere media, zoals film of televisie en nieuwe media - beheerst het spelen van fictionele situaties - speelt op alle mogelijke podia en kan zijn fysieke instrument en présence daartoe gebruiken - benut de fysieke ruimte theatraal - maakt op gecontroleerde, artistiek-expressieve wijze gebruik van lichaam en stem Analyseert theatrale ingrediënten en verwerkt de uitkomsten hiervan in productieprocessen - werkt analytisch met beweging, taal, muziek en beeld en kan dit toelichten - analyseert theatrale ingrediënten en kan daar een toelichting op geven - analyseert de toneeltekst of het script en daarin zijn personage in relatie tot de andere en kan daar een toelichting op geven 22

Opleidingsprofiel. Muziek. Netwerk Muziek

Opleidingsprofiel. Muziek. Netwerk Muziek Opleidingsprofiel Muziek Netwerk Muziek oktober 2002 Voorwoord Voor u ligt het document Opleidingsprofiel Muziek. Dit landelijk gemeenschappelijk profiel is opgesteld door een voor dat doel in het leven

Nadere informatie

Opleidingsprofiel. Dans. Uitstroomprofielen Danser & Choreograaf. Werkgroep Opleidingsprofielen Dans

Opleidingsprofiel. Dans. Uitstroomprofielen Danser & Choreograaf. Werkgroep Opleidingsprofielen Dans Opleidingsprofiel Dans Uitstroomprofielen Danser & Choreograaf Werkgroep Opleidingsprofielen Dans oktober 2002 Voorwoord Voor u ligt het document Opleidingsprofiel Dans. Dit landelijk gemeenschappelijk

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige:

Nadere informatie

Opleidingsprofiel. Film en Televisie. Werkgroep Opleidingsprofiel

Opleidingsprofiel. Film en Televisie. Werkgroep Opleidingsprofiel Opleidingsprofiel Film en Televisie Werkgroep Opleidingsprofiel Film en Televisie oktober 2002 Voorwoord In het kader van landelijke procedures die voor alle HBO-opleidingen gelden, is in het kunstvakonderwijs

Nadere informatie

Opleidingsprofiel. Film en Televisie. Werkgroep Opleidingsprofiel

Opleidingsprofiel. Film en Televisie. Werkgroep Opleidingsprofiel Opleidingsprofiel Film en Televisie Werkgroep Opleidingsprofiel Film en Televisie oktober 2002 Voorwoord In het kader van landelijke procedures die voor alle HBO-opleidingen gelden, is in het kunstvakonderwijs

Nadere informatie

Raamconvenant landelijk overleg aansluiting sector kunstonderwijs werkveld

Raamconvenant landelijk overleg aansluiting sector kunstonderwijs werkveld Bladnummer 1 Raamconvenant landelijk overleg aansluiting sector kunstonderwijs werkveld Bijlage 4 Preambule 1. Het hbo-kunstvakonderwijs streeft naar een goede afstemming van de opleidingen op de beroepspraktijk

Nadere informatie

Competenties Regisseur. Competenties film en televisie

Competenties Regisseur. Competenties film en televisie Competenties Regisseur Competenties film en televisie De competenties van het opleidingsprofiel Film en TV zijn verdeeld in drie domeinen: - artistiek competentiedomein - vaktechnisch competentiedomein

Nadere informatie

HBO-Master Kunsteducatie maart 2004 jv pagina 1/23. Werkgroep Opleidingsprofiel HBO Master Kunsteducatie. Netwerk KVDO, maart 2004

HBO-Master Kunsteducatie maart 2004 jv pagina 1/23. Werkgroep Opleidingsprofiel HBO Master Kunsteducatie. Netwerk KVDO, maart 2004 HBO-Master Kunsteducatie maart 2004 jv pagina 1/23 Werkgroep Opleidingsprofiel HBO Master Kunsteducatie Netwerk KVDO, maart 2004 HBO-Master Kunsteducatie maart 2004 jv pagina 2/23 Voorwoord Voor u ligt

Nadere informatie

Competenties en Gedragsindicatoren

Competenties en Gedragsindicatoren Master Design Willem de Kooning Academie Competenties en Gedragsindicatoren Competentiegericht onderwijs De Master Design heeft competenties geformuleerd om de vormgeving, sturing en onderbouwing van het

Nadere informatie

Raamconvenant landelijk overleg aansluiting sector kunstonderwijs werkveld

Raamconvenant landelijk overleg aansluiting sector kunstonderwijs werkveld Bladnummer 1 Raamconvenant landelijk overleg aansluiting sector kunstonderwijs werkveld Preambule 1. Het hbo-kunstvakonderwijs streeft naar een goede afstemming van de opleidingen op de beroepspraktijk

Nadere informatie

Toelating en selectie Selectiecriteria Elke afstudeerrichting hanteert bij de selectie de volgende concrete criteria:

Toelating en selectie Selectiecriteria Elke afstudeerrichting hanteert bij de selectie de volgende concrete criteria: Toelating en selectie Selectiecriteria Elke afstudeerrichting hanteert bij de selectie de volgende concrete criteria: Regie Documentaire Weet in een door de student zelf gemaakte film al basaal te boeien

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Opleidingsprofiel. Docent Drama (Bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Docent Drama Netwerk KVDO, maart 2004

Opleidingsprofiel. Docent Drama (Bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Docent Drama Netwerk KVDO, maart 2004 Opleidingsprofiel Docent Drama (Bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Docent Drama Netwerk KVDO, maart 2004 Opleidingsprofiel Docent Drama (bachelor) Netwerk KVDO maart 2004/jv 1 / 30 Voorwoord Voor u

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Doel en beoogde opbrengst van de dialoog De opdracht van het platform is te komen tot een integrale, maatschappelijk breed gedragen en

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Opleidingsprofiel. Docent Muziek (bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Muziek Netwerk KVDO, maart 2004

Opleidingsprofiel. Docent Muziek (bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Muziek Netwerk KVDO, maart 2004 Opleidingsprofiel Docent Muziek (bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Muziek Netwerk KVDO, maart 2004 OPLEIDINGSPROFIEL DOCENT MUZIEK (BACHELOR) NETWERK KVDO MAART 2004 1 /29 Voorwoord Voor u ligt het

Nadere informatie

Opleidingsprofiel. Docent Beeldende Kunst en Vormgeving (bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Beeldende Kunst en Vormgeving Netwerk KVDO, maart 2004

Opleidingsprofiel. Docent Beeldende Kunst en Vormgeving (bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Beeldende Kunst en Vormgeving Netwerk KVDO, maart 2004 Opleidingsprofiel Docent Beeldende Kunst en Vormgeving (bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Beeldende Kunst en Vormgeving Netwerk KVDO, maart 2004 maart 2004/jv 1/ 27 Voorwoord Voor u ligt het document

Nadere informatie

Opleidingsprofiel. Docent Beeldende Kunst en Vormgeving (bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Beeldende Kunst en Vormgeving Netwerk KVDO, maart 2004

Opleidingsprofiel. Docent Beeldende Kunst en Vormgeving (bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Beeldende Kunst en Vormgeving Netwerk KVDO, maart 2004 Opleidingsprofiel Docent Beeldende Kunst en Vormgeving (bachelor) Werkgroep Opleidingsprofiel Beeldende Kunst en Vormgeving Netwerk KVDO, maart 2004 maart 2004/jv 1/ 27 Voorwoord Voor u ligt het document

Nadere informatie

Competentiescan Propedeuse Academie voor Beeldende Vorming Tilburg

Competentiescan Propedeuse Academie voor Beeldende Vorming Tilburg Competentiescan Propedeuse Academie voor Beeldende Vorming Tilburg naam student: Stan Verhees.. A1 CREËREND VERMOGEN 1 De student kan zelfstandig een beeldend proces op gang brengen, dit proces kwalitatief

Nadere informatie

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Uitwerking Domein Gezondheidszorg Hogeschool Utrecht Honoursforum GZ Onderwerp / thema: Naam student: Studentnummer: Opleiding: Studiejaar

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd VISIE OP ONDERWIJS Associate degrees voltijd Voor u ligt de Visie op Onderwijs voor de Associate degree-opleidingen. Deze visie is tot stand gekomen met de partners in het mbo en het hbo in de regio. In

Nadere informatie

Cultuureducatie met Kwaliteit

Cultuureducatie met Kwaliteit ontwerp fourpack Cultuureducatie met Kwaliteit Onze ambities 1 2 3 Stappenplan Het kwadrant Drie domeinen 1 Intake 5 Scholingsactiviteiten VERBREDEN 2 Assessment 6 Meerjarenvisie In huis 3 Ambitiegesprek

Nadere informatie

1. Interpersoonlijk competent

1. Interpersoonlijk competent 1. Interpersoonlijk competent De docent BVE schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer in het contact met deelnemers en tussen deelnemers, en brengt een open communicatie tot stand. De docent BVE geeft

Nadere informatie

basiscompetenties 2de graad muziek

basiscompetenties 2de graad muziek basiscompetenties 2de graad muziek 1 CONCORDANTIETABEL Basiscompetenties 2de graad muziek Concordantie tussen: - de specifieke basiscompetenties muziek voor de 2 de graad van de langlopende studierichtingen

Nadere informatie

basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten

basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten 1 CONCORDANTIETABEL Basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten Concordantie tussen: - de specifieke basiscompetenties voor

Nadere informatie

TONEELACADEMIE MAASTRICHT

TONEELACADEMIE MAASTRICHT TONEELACADEMIE MAASTRICHT POST-ACADEMISCHE OPLEIDING THEATERDOCENT Als je al een bachelor acteren, regisseren of performen hebt, dan kan je in deze postacademische opleiding van één jaar je docentenbevoegdheid

Nadere informatie

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016 Ontwerpkaders: Onderwijs Versie 1.0/november 2016 1 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel en past bij de uitgangssituatie

Nadere informatie

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD ILS Nijmegen Mei 2009 Voorwoord: Dit voorstel voor een competentieprofiel van de spd is ontworpen op verzoek van de directies van ILS- HAN en ILS-RU door de productgroep

Nadere informatie

Werkdocument 1 Opleidingsconcept

Werkdocument 1 Opleidingsconcept Samenvatting De basis van de samenwerking binnen Samenscholing.nu is de gezamenlijke visie op de eisen waaraan onderwijskrachten in Rotterdam moeten voldoen. De aard van de opleiding is afgestemd op het

Nadere informatie

basiscompetenties 3de graad woordkunst-drama

basiscompetenties 3de graad woordkunst-drama basiscompetenties 3de graad woordkunst-drama 1 CONCORDANTIETABEL Basiscompetenties 3de graad woordkunst-drama Concordantie tussen: - de specifieke basiscompetenties voor de 3 de graad van de langlopende

Nadere informatie

TONEELACADEMIE MAASTRICHT. start vanaf 1 oktober 2012 met een POST-ACADEMISCHE OPLEIDING THEATERDOCENT

TONEELACADEMIE MAASTRICHT. start vanaf 1 oktober 2012 met een POST-ACADEMISCHE OPLEIDING THEATERDOCENT TONEELACADEMIE MAASTRICHT start vanaf 1 oktober 2012 met een POST-ACADEMISCHE OPLEIDING THEATERDOCENT inschrijvingen mogelijk tot 15 september 2012 Er is veel interesse voor deze opleiding. De plaatsen

Nadere informatie

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA VOORWOORD Hoe leiden we elke student op tot de professional voor de wereld van morgen? Met de blik op 2025 daagt die vraag

Nadere informatie

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Competentieprofiel Instituut voor Interactieve Media Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Aangepast in maart 2009 Inleiding De opleiding Interactieve Media

Nadere informatie

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Competentiemeter docent beroepsonderwijs Competentiemeter docent beroepsonderwijs De beschrijving van de competenties in deze competentiemeter is gebaseerd op: - de bekwaamheidseisen uit de Algemene Maatregel van Bestuur als uitwerking van de

Nadere informatie

basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten

basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten 1 CONCORDANTIETABEL Basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten Concordantie tussen: - de specifieke basiscompetenties voor

Nadere informatie

Opleidingsprofiel Autonome Beeldende Kunst

Opleidingsprofiel Autonome Beeldende Kunst Opleidingsprofiel Autonome Beeldende Kunst Overleg Beeldende Kunstonderwijs oktober 2002 Opleidingsprofiel Autonome Beeldende Kunst versie oktober 2002 pagina 2 van totaal 17 Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

Autonome Beeldende Kunst

Autonome Beeldende Kunst Opleidingsprofiel Autonome Beeldende Kunst Overleg Beeldende Kunstonderwijs oktober 2002 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Herstructurering Kunstonderwijs 3 1.2 Projectorganisatie Kunstvakonderwijs 3 1.3

Nadere informatie

Voorbereiding hbo kunstonderwijs

Voorbereiding hbo kunstonderwijs Keuzedeel mbo Voorbereiding hbo kunstonderwijs gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0184 Penvoerder: Sectorkamer ICT en creatieve industrie Gevalideerd door: Sectorkamer ICT en creatieve

Nadere informatie

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! In ons onderwijs staat de mens centraal, of het nu gaat om studenten of medewerkers, om ouders of werknemers uit het bedrijfsleven, jongeren of volwassenen. Wij zijn

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer HBO/AS/2002/4056

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer HBO/AS/2002/4056 OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079)

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

Functieprofiel lid Raad van Toezicht

Functieprofiel lid Raad van Toezicht Functieprofiel lid Raad van Toezicht Bestuursbureau Postbus 245, 6710 BE Ede Bovenbuurtweg 27, 6717 XA Ede 088 020 70 00 aeres.nl info@aeres.nl Doel van de functie De Raad van Toezicht staat het College

Nadere informatie

De docent beroepsonderwijs: Jongleren op het grensvlak van verschillende werelden. Elly de Bruijn 24 januari 2013 NOT Profiel Lezing

De docent beroepsonderwijs: Jongleren op het grensvlak van verschillende werelden. Elly de Bruijn 24 januari 2013 NOT Profiel Lezing De docent beroepsonderwijs: Jongleren op het grensvlak van verschillende werelden Elly de Bruijn 24 januari 2013 NOT Profiel Lezing Warming up Door de ervaringen als sociaal pedagogisch hulpverlener begreep

Nadere informatie

Profiel. Opleidingsmanager HBO-Rechten. 10 mei Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht

Profiel. Opleidingsmanager HBO-Rechten. 10 mei Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht Profiel Opleidingsmanager HBO-Rechten 10 mei 2017 Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht Voor meer informatie over de functie Jeannette van der Vorm, adviseur Leeuwendaal

Nadere informatie

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM:

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM: FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM: De (G)OC heeft als formele wettelijke vastgelegde taak het adviseren over de OER en het jaarlijks beoordelen

Nadere informatie

Deskundigheid in Creatief Vermogen

Deskundigheid in Creatief Vermogen Deskundigheid in Creatief Vermogen 2017-2018 Creatief Vermogende trainer in het partnerschap/ netwerk Creatief Vermogen Utrecht wil creativiteit in het hart van het primair onderwijs plaatsen. De professionaliteit

Nadere informatie

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN M.11i.0419 De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN versie 02 M.11i.0419 Naam notitie/procedure/afspraak Visie op professionaliseren Eigenaar/portefeuillehouder Theo Bekker

Nadere informatie

basiscompetenties 2de graad woordkunst-drama

basiscompetenties 2de graad woordkunst-drama basiscompetenties 2de graad woordkunst-drama 1 CONCORDANTIETABEL Basiscompetenties 2de graad woordkunst-drama Concordantie tussen: - de specifieke basiscompetenties voor de 2 de graad van de langlopende

Nadere informatie

Feedback. KunstEnCultuur

Feedback. KunstEnCultuur Feedback visie KunstEnCultuur Reactieformulier Curriculum.nu visie Ontwikkelteam heeft de eerste ontwikkelsessie achter de rug (14-16 maart) en heeft daarin een conceptvisie opgesteld voor het leergebied.

Nadere informatie

Examenprofiel mbo Schilderen en Onderhoud en Afbouw

Examenprofiel mbo Schilderen en Onderhoud en Afbouw Januari 2015 Examenprofiel mbo Schilderen en Onderhoud en Afbouw Sector: Schilderen en Onderhoud en Afbouw Vastgesteld door: Paritaire Commissie Onderhoud, Schilderen en Afbouw Savantis Vaststellingsdatum:

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

De 6 Friesland College-competenties.

De 6 Friesland College-competenties. De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke

Nadere informatie

4 Segment 3: werken aan ontwikkeling van het beroep 51 4.1 Competentie 9: innoveren 51 4.2 Competentie 10: deskundigheid bevorderen 55

4 Segment 3: werken aan ontwikkeling van het beroep 51 4.1 Competentie 9: innoveren 51 4.2 Competentie 10: deskundigheid bevorderen 55 Inhoud 1 Het ontwerpproces 9 1.1 Aanleiding 9 1.2 De opdrachtformulering 10 1.3 Beroepscompetenties: het ontwerpproces 10 1.4 Tijdpad 13 1.5 Indeling en opbouw van segmenten 14 2 Segment 1: werken met

Nadere informatie

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN COMMUNICEREN VANUIT JE KERN Wil je duurzaam doelen bereiken? Zorg dan voor verbonden medewerkers! Afgestemde medewerkers zijn een belangrijke aanjager voor het realiseren van samenwerking en innovatie

Nadere informatie

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Samenwerken Omgevingsgericht/samenwerken Reflectie en zelfontwikkeling competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Competentieprofiel stichting Het Driespan, (V)SO

Nadere informatie

PTA CKV havo Belgisch Park cohort

PTA CKV havo Belgisch Park cohort A. Schoolexamen CKV Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A: Verkennen Domein B: Verbreden Domein C: Verdiepen Domein D: Verbinden Het

Nadere informatie

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage 3 SFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/ecursie

Nadere informatie

Competentie- en indicatorenoverzicht Masteropleiding Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam IVL/Kenniskring Versterking Beroepsonderwijs

Competentie- en indicatorenoverzicht Masteropleiding Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam IVL/Kenniskring Versterking Beroepsonderwijs Competentie- en indicatorenoverzicht Masteropleiding Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam IVL/Kenniskring Versterking Beroepsonderwijs COMPETENTIES EN INDICATOREN 1 Interpersoonlijke competentie De

Nadere informatie

omgeving wereld regie vanuit de jongere Jongeren leren organiseren

omgeving wereld regie vanuit de jongere Jongeren leren organiseren Jongeren leren organiseren Hoe kunnen jongeren regie hebben over eigen handelen en toch in verbinding zijn met alles om hen heen? Hoe verstaan jongeren de kunst om te bouwen aan netwerken, om een positie

Nadere informatie

basiscompetenties 3de graad muziek

basiscompetenties 3de graad muziek basiscompetenties 3de graad muziek 1 CONCORDANTIETABEL Basiscompetenties 3de graad muziek Concordantie tussen: - de specifieke basiscompetenties muziek voor de 3 de graad van de langlopende studierichtingen

Nadere informatie

Op weg naar een competentiegericht curriculum

Op weg naar een competentiegericht curriculum Op weg naar een competentiegericht curriculum Dag van de Onderwijsvernieuwing 8 juni 2005 Eva Marrannes Agenda Inleiding Specifieke context van het departement Communicatie Van beroepsprofiel naar Conclusie

Nadere informatie

De motor van de lerende organisatie

De motor van de lerende organisatie De motor van de lerende organisatie Focus op de arbeidsmarkt Naast het erkennen van leerbedrijven is Calibris verantwoordelijk voor ontwikkeling en onderhoud van kwalificaties in de sectoren zorg, welzijn

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

Ook voor de basisschool zijn nieuwe er kerndoelen gemaakt die duidelijk aansluiten bij de kerndoelen van de onderbouw VO.

Ook voor de basisschool zijn nieuwe er kerndoelen gemaakt die duidelijk aansluiten bij de kerndoelen van de onderbouw VO. CKV kerndoelen en eindtermen Er zijn duidelijke doorlopende leerlijnen van het basisonderwijs naar de onderbouw en het onderbouw naar de bovenbouw. De betreffende, ook wettelijk verplichte kerndoelen en

Nadere informatie

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs 1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs Het Vlaams parlement legde de basiscompetenties die nagestreefd en gerealiseerd moeten worden tijdens de opleiding vast. Basiscompetenties zijn een

Nadere informatie

Formuleren van de onderwijsdoelen van de bacheloropleidingen aan de UA

Formuleren van de onderwijsdoelen van de bacheloropleidingen aan de UA Formuleren van de onderwijsdoelen van de bacheloropleidingen aan de UA Inleiding Tijdens de eerste studiedag van de BAMA-werkgroep op 10 oktober l.l. werd aan de BAMAcoördinatoren de opdracht gegeven om

Nadere informatie

PTA CKV vwo Belgisch Park cohort

PTA CKV vwo Belgisch Park cohort PTA CKV vwo Belgisch Park cohort 018-019-00 A. Schoolexamen CKV Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A: Verkennen Domein B: Verbreden

Nadere informatie

WINDESHEIM IN ZWOLLE: UNIEKE MASTER VOOR HET BEROEPS- ONDERWIJS. Inspirators voor de toekomst

WINDESHEIM IN ZWOLLE: UNIEKE MASTER VOOR HET BEROEPS- ONDERWIJS. Inspirators voor de toekomst WINDESHEIM IN ZWOLLE: UNIEKE MASTER VOOR HET BEROEPS- ONDERWIJS 90 Tweedegraads docenten en hbo-bachelors met een pedagogisch-didactisch getuigschrift die lesgeven in een beroepsgericht vak, kunnen bij

Nadere informatie

beroepskwalificaties amateur vertolkend acteur

beroepskwalificaties amateur vertolkend acteur beroepskwalificaties amateur vertolkend acteur 1 CONCORDANTIETABEL Beroepskwalificaties amateur vertolkend acteur Concordantie tussen: - de beroepskwalificaties amateur vertolkend acteur; - en de artistieke

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

waarom? externe drivers Technologie Digitalisering Globalisering

waarom? externe drivers Technologie Digitalisering Globalisering waarom? externe drivers 1 Technologie Digitalisering Globalisering Wat zijn de dominante factoren die leren en werken veranderen in de 21ste eeuw? externe drivers Voortgaande digitalisering veroorzaakt

Nadere informatie

Competentieprofiel MZ Opleider. Competentieprofiel voor mz-opleider.

Competentieprofiel MZ Opleider. Competentieprofiel voor mz-opleider. Competentieprofiel MZ Opleider Dit is een verkorte versie van het document dat is vastgesteld door de ledenvergaderingen van BVMP en BVMZ. In de volledige versie zijn enkele bijlagen toegevoegd, deze worden

Nadere informatie

PTA CKV VWO, Belgisch Park, cohort

PTA CKV VWO, Belgisch Park, cohort A. Schoolexamen CKV Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A: Verkennen Domein B: Verbreden Domein C: Verdiepen Domein D: Verbinden Het

Nadere informatie

SAMENVATTING Aanvraag macrodoelmatigheidstoets Associate degree opleiding Design

SAMENVATTING Aanvraag macrodoelmatigheidstoets Associate degree opleiding Design SAMENVATTING Aanvraag macrodoelmatigheidstoets Associate degree opleiding Design Utrecht 31 oktober 2017 Algemeen Soort aanvraag Nieuwe Ad opleiding Naam instelling HKU Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

Nadere informatie

Eindbeoordeling Stage 1 Code: ST1

Eindbeoordeling Stage 1 Code: ST1 Eindbeoordeling Stage 1 Code: ST1 CIJFER: 8 Studiepunten: 17 Naam student: Mariska van Gorp Stagebedrijf: Uitgeverij PS Docentbegeleider: Mark Mol Praktijkbegeleider: Frank Lindner Stageperiode: september

Nadere informatie

Bachelor vragenlijst Kunsten-Monitor 2016

Bachelor vragenlijst Kunsten-Monitor 2016 Bachelor vragenlijst Kunsten-Monitor 2016 > Met zwarte of blauwe pen invullen > Kruis s één antwoord aan tenzij anders is aangegeven > Let op naar welke vraag u soms wordt doorverwezen Persoonlijke gegevens

Nadere informatie

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 4 november 2011 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 3 Procedure 6 pagina 2 1 Inleiding Instellingsbesturen kunnen voor opleidingen met kleinschalig,

Nadere informatie

Persoonlijk Ontwikkelingsplan Yosri Zijlstra

Persoonlijk Ontwikkelingsplan Yosri Zijlstra Persoonlijk Ontwikkelingsplan Yosri Zijlstra 1. Artistiek competent De kunstvakdocent kan als kunstenaar met een eigen visie artistiek werk creëren en het artistieke proces inclusief een breed scala aan

Nadere informatie

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO 1. Persoonlijke gegevens Naam school:.. Provincie school: o Antwerpen o Limburg o Oost- Vlaanderen o Vlaams- Brabant o West- Vlaanderen Wat is je functie?

Nadere informatie

Deskundigheid in Creatief Vermogen

Deskundigheid in Creatief Vermogen Deskundigheid in Creatief Vermogen 2017-2018 Creatief Vermogende Leerkracht in de klas Creatief Vermogen Utrecht wil creativiteit in het hart van het primair onderwijs plaatsen. De professionaliteit van

Nadere informatie

Strategie in Beweging. Koersnotitie. versie 4

Strategie in Beweging. Koersnotitie. versie 4 Strategie in Beweging Koersnotitie versie 4 Onze Opdracht Het Waartoe zijn wij hier in Alphen aan den Rijn en omgeving? Voor welk vraagstuk zijn wij het antwoord? 1. Wij zijn een stichting voor primair

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137 Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015

Nadere informatie

Werken als artiest drama

Werken als artiest drama 08763 Atirst Drama 29-10-2008 11:52 Pagina 1 werkproces 1 1 2 3 4 5 6 Werken als artiest drama Artiest Drama Wat laat je zien? Je hebt passie voor theater Je laat jezelf zien Je gaat ervoor en je zet door

Nadere informatie

Competentieprofiel Afstudeerscriptiebegeleider Praktijkopleiding RA

Competentieprofiel Afstudeerscriptiebegeleider Praktijkopleiding RA Competentieprofiel Praktijkopleiding RA rapport Competentieprofiel. pagina 2 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 Leeswijzer... 5 2. Competentieprofiel... 6 Colofon... 6 Beroepsbeschrijving... 6 Beschrijving

Nadere informatie

Competentieprofielen. HBO bachelor kunstvakdocentenopleidingen. Masteropleiding Kunsteducatie

Competentieprofielen. HBO bachelor kunstvakdocentenopleidingen. Masteropleiding Kunsteducatie Competentieprofielen 2013 HBO bachelor kunstvakdocentenopleidingen Masteropleiding Kunsteducatie HBO bachelor kunstvakdocentenopleidingen Preambule competentieprofiel kvdo bachelors 4 Competentieprofielen

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

PROFIEL COLLEGE VAN BESTUUR

PROFIEL COLLEGE VAN BESTUUR Vastgesteld in de bestuursvergadering van 24 mei 2007 PROFIEL COLLEGE VAN BESTUUR Binnen de voor de stichting geldende statuten en reglementen, is het College van Bestuur het bevoegd gezag van de stichting,

Nadere informatie

STAGE WERKPLAN ABV (Docent Beeldend)

STAGE WERKPLAN ABV (Docent Beeldend) Fontys Hogeschool voor de kunsten STAGE WERKPLAN ABV (Docent Beeldend) hoofdfase Student: Jan Willem Luiten Sophia van Wurtemberglaan 33 5616BN Eindhoven GSM 06 14 95 45 38 Studentnummer: 2186061 mail:

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Lean en creatief. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0512

Keuzedeel mbo. Lean en creatief. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0512 Keuzedeel mbo Lean en creatief gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0512 Penvoerder: Sectorkamer voedsel, groen en gastvrijheid Gevalideerd door: Sectorkamer Voedsel, groen en gastvrijheid

Nadere informatie

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING MARIANNE KOK/HERBERT WOLDBERG/HVA Toelichting bij opt opstelellen van eindkwalificaties van een opleiding bij de HvA 1 Het opleidingsprofiel: De beroepspraktijk draagt

Nadere informatie

Welkom in het Horizon College

Welkom in het Horizon College Welkom in het Horizon College Bij het Horizon College maken we onze naam waar: we geven middelbaar beroepsonderwijs dat bij jou past en jouw horizon groter maakt. We leren je niet alleen een vak met toekomst,

Nadere informatie

CKV Festival 2012. CKV festival 2012

CKV Festival 2012. CKV festival 2012 C CKV Festival 2012 Het CKV Festival vindt in 2012 plaats op 23 en 30 oktober. Twee dagen gaan de Bredase leerlingen van het voortgezet onderwijs naar de culturele instellingen van Breda. De basis van

Nadere informatie

Competenties directeur Nije Gaast

Competenties directeur Nije Gaast Competenties directeur Nije Gaast De s voor directeuren van Nije Gaast zijn vertaald in vijf basiss. De beschrijving is gebaseerd op de schoolleiderscompententies die landelijk zijn vastgesteld en zijn

Nadere informatie

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Eindproduct (aankruisen) X in beeld/lesgeven op pad/ecursie aan

Nadere informatie

Ontdek je wereld. Koersplan THUIS IN DE WERELD. Hoogen Dries 3, 5051 WK Goirle

Ontdek je wereld. Koersplan THUIS IN DE WERELD. Hoogen Dries 3, 5051 WK Goirle Ontdek je wereld Koersplan 2019-2023 THUIS IN DE WERELD Hoogen Dries 3, 5051 WK Goirle 013-530 25 48 info@edu-ley.nl www.edu-ley.nl Betekenis geven aan ambities Missie: Waar staan onze scholen voor? Edu-Ley

Nadere informatie

Bachelor vragenlijst Kunsten-Monitor 2017

Bachelor vragenlijst Kunsten-Monitor 2017 Bachelor vragenlijst Kunsten-Monitor 2017 > Met zwarte of blauwe pen invullen > Kruis s één antwoord aan tenzij anders is aangegeven > Let op naar welke vraag u soms wordt doorverwezen Persoonlijke gegevens

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD Bekwaamheidseisen docenten LD vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven

Nadere informatie