Leesvaardig (herhaal de stof van leesvaardig blok 1 t/m 4)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Leesvaardig (herhaal de stof van leesvaardig blok 1 t/m 4)"

Transcriptie

1 Goed voorbereid naar je examen Heel veel succes; je kunt het! Kader en Basis Ik ga op examen en neem mee Je maakt het examen op de computer, maar dat wil niet zeggen dat je niets mee hoeft te nemen! Je krijgt op school kladpapier dat je tijdens je examen mag gebruiken. Dit papier moet je na afloop wel op school laten. Wat moet je dan meenemen? - Een pen, die het ook echt doet! Neem er voor de zekerheid twee mee. - Een potlood (kan altijd handig zijn). - Een woordenboek, dit mag je gebruiken tijdens je examen! Leesvaardig (herhaal de stof van leesvaardig blok 1 t/m 4) Het is belangrijk om eerst de tekst verkennend te lezen en daarna nauwkeurig te lezen: Verkennend lezen: 1. Kijk goed naar de titel. 2. Kijk wat de bron is van de tekst. 3. Lees de eerste alinea. Onderstreep belangrijke zinnen. 4. Lees de beginzinnen van de tussenalinea s. Onderstreep deze zinnen. 5. Lees de slotalinea. Onderstreep belangrijke zinnen. De verkenningspunten van een tekst zijn dus: titel, bron, eerste alinea, beginzinnen van de tussenalinea s en de slotalinea. Nauwkeurig lezen: 6. Lees nu de tekst helemaal door. 7. Lees vraag Zoek op welk tekstgedeelte over het onderwerp van de vraag gaat. Lees dat tekstgedeelte nauwkeurig. 9. Kies je antwoord. 10. Lees vraag 2, enzovoort. Boven een tekst staat de titel. Een titel kan twee functies hebben: 1. Onderwerp van de tekst aangeven. 2. Aandacht trekken. In een tekst staan soms ook deeltitels of tussenkopjes. Die staan boven een (groepje) alinea s. Dit zijn handige verkenningspunten. Ze geven aan waar die alinea s over gaan.

2 Onder beeld of illustraties verstaan we foto s, tekeningen, grafieken, plattegronden, enz. Opmaak is de manier waarop de tekst op papier staat, dus de titel, lettertype, kopjes, alinea s, illustraties enz. Bij een reclametekst kun je vragen verwachten die te maken hebben met de afbeelding. Dit zijn vragen als wat is de belangrijkste bedoeling van de onderstaande foto?. Afbeeldingen/illustraties kunnen om verschillende redenen bij een tekst staan: - Het plaatje vertelt zelf een verhaal. Een kop of onderschrift zijn genoeg. - Het plaatje trekt de aandacht. Het plaatje vertelt geen verhaal, je moet de tekst dus nog wel lezen. - Het plaatje verduidelijkt de tekst. Bijvoorbeeld een route duidelijk maken. - Het plaatje heeft niets met de tekst te maken. Bijvoorbeeld een vrouw bij een autoreclame. Tekstdoelen Er zijn vier bekende tekstdoelen: 1. Informeren: De schrijver wil dat je iets te weten komt. De tekst bestaat vooral uit feiten, maar soms ook uit meningen van anderen, dus niet van de schrijver zelf. 2. Overtuigen: De schrijver wil zijn mening duidelijk maken. Hij wil bereiken dat de lezer het met hem eens is. De schrijver gebruikt argumenten/redenen. 3. Activeren: De schrijver wil dat de lezer iets gaat doen, bijvoorbeeld lid worden, doneren, iets kopen. Activeren is tot handelen aansporen. 4. Amuseren: De schrijver wil de lezer boeien of vermaken. Hij wil dat de lezer zijn tekst met plezier leest. Onderwerp en hoofdgedachte Het onderwerp vertelt in één of een paar woorden de inhoud van een tekst, dus waar de tekst over gaat.

3 Waar de tekst over gaat kun je vaak zien aan de titel, de inleiding en de deeltitels (of tussenkopjes). Soms ontbreken de deeltitels/tussenkopjes in een examentekst, ze kunnen dan aan jou vragen om zelf een deeltitel of tussenkopje te kiezen. Let dan goed op de kernzin, dit is vaak de eerste zin van de alinea. Ook kun je letten op belangrijke, opvallende woorden (kernwoorden) De hoofdgedachte vertelt in één zin waar de tekst over gaat. De hoofdgedachte vind je vaak letterlijk in de tekst. De vraag die je moet stellen om achter de hoofdgedachte te komen is Wat wil de schrijver mij vertellen over het onderwerp. Tekstopbouw De inleiding en het slot van een tekst zijn de belangrijkste alinea s van de tekst. De inleiding kun je vaak herkennen aan de opmaak, bijvoorbeeld een ander lettertype of een witregel na de inleiding. Een tekst bestaat bijna altijd uit een inleiding, een kern en een slot. In de inleiding vertelt de schrijver waar de tekst over gaat. In de kern (het kerndeel) geeft de schrijver uitleg, meestal in een paar alinea s. In het slot vat de schrijver bijvoorbeeld nog even samen wat hij verteld heeft. Functie van een inleiding kan zijn - Het onderwerp aankondigen - Uitleggen over welk probleem de tekst gaat. - In het kort samenvatten waar de tekst over gaat. - Aanleiding noemen voor het schrijven van de tekst (wat er is gebeurd) - Aandacht trekken met een opvallende uitspraak. - Het probleem (in vraagvorm) duidelijk maken. - Met een verhaaltje de aandacht van de schrijver trekken - Duidelijk maken wat de mening van de schrijver is. - Een deskundige introduceren. Functie van het slot kan zijn - Conclusie geven. - De hoofdvraag uit de inleiding beantwoorden. - Een samenvatting geven - Tot handelen aansporen - De mening van de schrijver weergeven

4 Tekstverbanden en signaalwoorden Leesvaardig blok 1 Leer het schema hieronder goed! Een schrijver kan een tekstverband aangeven tussen twee zinnen of tussen alinea's. Signaalwoorden zijn erg belangrijk om de verbanden in een tekst aan te geven. Ze staan meestal aan het begin van een zin of alinea, maar soms ook achteraan. Hiervoor kan de schrijver signaalwoorden gebruiken: Tekstverband Signaalwoord Plaats Daar Hier Tijd Daarna, tijdens, morgen, terwijl, daarna, tegelijkertijd, voordat, nadat, wanneer, intussen, totdat Opsomming Ook, verder, ten eerste, verder, in de eerste plaats, vervolgens, daarnaast, zowel als, bovendien, tenslotte Voorbeeld In de eerste plaats, en, nog, daarnaast, daarna, niet alleen, maar, ook, ten eerste, ten tweede Zoals, bijvoorbeeld, zo, dat blijkt uit, onder andere Uitleg Legt uit waar iets gebeurt Legt uit wanneer iets gebeurt Terwijl de leraar bezig was met het uitleggen van de moeilijke tekst was Maaike aan het telefoneren. Legt uit door een aantal dingen te noemen Na de ouderavond waren mijn ouders helemaal niet tevreden over mij. Op de eerste plaats had ik weer een aantal onvoldoendes, bovendien had ik verschillende keren mijn huiswerk niet gemaakt. Mijn vrije tijd gebruik ik in de eerste plaats om leuke dingen te doen. Daarnaast poets ik zo nu en dan het huis. Legt uit door een voorbeeld te geven Veel dieren, zoals de olifant, wordt bedreigd met uitsterven. Uitleg / Toelichting Middel en doel Dat houdt in, Dat wil zeggen, met andere woorden, ter toelichting Om, via, door middel van, daarmee, opdat, door te Er komen in Oss steeds meer nieuwe fabrieken. Zo is er verleden week een nieuwe meubelfabriek geopend. Legt uit hoe iets werkt Mijn vader is een avonturier, dat wil zeggen dat hij zo veel mogelijk op reis wil om de wereld te zien. Legt uit waar iets voor dient Door te stoppen met roken vermindert u de

5 Daarmee, het doel is, waarmee, met dat doel, om te kans op longkanker aanmerkelijk. Overeenkomst Evenals Legt uit dat twee dingen op elkaar lijken Oorzaak en gevolg Omdat, zodat, Daardoor, doordat, waardoor, zodoende, ten gevolge van Legt uit door de oorzaak van iets te noemen of het gevolg van iets Doordat het de laatste weken voortdurend geregend heeft, is het water in de Maas enkele meters gestegen. Tegenstelling Reden / verklaring Maar, hoewel, niettemin, daarentegen, toch, in tegenstelling tot, daarentegen, echter, integendeel, enerzijds, anderzijds, daar staat tegenover Want, namelijk, omdat, daarom, immers. De cv is kapot (= oorzaak), daardoor is het hier koud (= gevolg). Legt uit door een tegenstelling te geven Op kantoor is afgesproken dat iedereen zich aan de afspraken zal houden. Regelmatig worden die afspraken besproken. Toch worden er af en toe fouten gemaakt. Er is een stichting die fraude tegen probeert te gaan. Echter doet de politie weinig. Legt uit waarom iets gebeurd is. Omdat het Hooghuis Lyceum in Oss zo n leuke school is, kiezen steeds meer leerlingen voor het vmbo. Voorwaarde Als, indien,mits, indien, tenzij, op voorwaarde dat Ik ga het liefst in de ochtend naar de stad, omdat het dan nog niet druk is. Legt uit wat er eerst moet gebeuren De survivaltocht in de Ardennen zal zeker doorgaan, tenzij het weer zo slecht wordt dat het gevaar kan opleveren voor de deelnemers. Vergelijking Conclusie / samenvatting zoals, net als, evenals, in vergelijking tot, vergeleken met, soortgelijke, hetzelfde, Dus, kortom, met andere woorden, dus, Maar liefst 80 procent van de Nederlandse bevolking wil op vakantie, mits ze het geld ervoor hebben. Vergeleken met enkele jaren geleden zijn de prijzen van huizen tegenwoordig erg hoog. Jip heeft net als Janneke pindakaas op zijn brood. Legt uit door een conclusie te geven (een heel korte samenvatting)

6 hieruit volgt, samengevat, concluderend, alles overziend Het gemeentebestuur had alle ambtenaren opdracht gegeven om te controleren of de regels en wetten goed werden nageleefd, folders werden toegezonden en er waren voorlichtingsspotjes uitgezonden op de lokale zenders. Kortom: het gemeentebestuur had al het mogelijke gedaan. Als ik 18 ben, wil ik mijn rijbewijs halen. Dat is duur, dus ik zal flink moeten sparen. Inleiding, middenstuk en slot In een inleiding probeert de schrijver de aandacht van de lezer op verschillende manieren te trekken. Dit kan bijvoorbeeld door: - Het onderwerp noemen - De belangrijkste aspecten van het onderwerp te noemen - Een anekdote (= een kort verhaaltje) te vertellen - Een vraag stellen - De aanleiding van het schrijven noemen - Een deskundige voorstellen - Een opvallend detail uit de tekst naar voren te halen - Aan te geven hoe de tekst is opgebouwd. Meestal bestaat de inleiding uit 1 alinea, maar is het een langere tekst, dan zijn het er soms 2 of 3. Hoofdonderwerp = de tekst in één of enkele woorden samengevat. In het middenstuk vertelt de schrijver meer over het hoofdonderwerp. Het middenstuk bestaat uit meerdere alinea s. In deze alinea s worden verschillende deelonderwerpen besproken, deze worden vaak aangeven door tussenkopjes. In het slot rondt de schrijver de tekst af. Dit kan hij doen door: - Een korte samenvatting te geven van het belangrijkste uit de tekst. - Een conclusie trekken uit voorafgaande. - Een advies geven. - Een waarschuwing uitspreken. - Een toekomstverwachting beschrijven. - Een eigen mening over het onderwerp geven. Het slot bestaat meestal uit 1 alinea.

7 Verwijswoorden woorden die verwijzen naar 1 woord, naar een groepje woorden of naar een hele zin. Citeren = dan neem je iets letterlijk uit de tekst over. Als het om een hele zin gaat, is het voldoende alleen de eerste 2 en de laatste 2 woorden op te schrijven. Daarachter zet je de regelnummers. Een hele zin begint met een hoofdletter en eindigt op een punt, uitroepteken of vraagteken, wees dus volledig! Leesvaardig Blok 2 Opmaak = hoe een tekst eruit ziet = lay out. Hoofdgedachte = hoofdonderwerp = het belangrijkste dat de schrijver met zijn tekst duidelijk wil maken. Vaak kan je deze in 1 of 2 zinnen opschrijven. Op je examen is dit altijd een meerkeuzevraag. Er zijn 5 tekstsoorten met ieder een eigen doel: Informerende tekst doel: informatie geven tekstvorm: schoolboektekst, tekst in een studieboek, nieuwsberichten, artikel, gebruiksaanwijzing, recept of handleiding. Meninggevende tekst doel: de lezer een mening vertellen tekstvorm: dagboek, weblog, liefdesbrief, ingezonden brief, of column. Amuserende tekst doel: de lezer vermaken of amuseren tekstvorm: jeugdroman, verhaal, gedicht, cabaret, of een sinterklaasrijm. Overtuigende tekst doel: de lezer overtuigen tekstvorm: boek- of filmbespreking (= recensie), ingezonden brief of een betoog. Activerende tekst doel: de lezer overhalen tekstvorm: reclametekst. Publiek = de lezers die de tekst lezen. Een lezer van een computerblad is vaak een ander publiek, dan publiek dat de Story leest. Vaak kan je aan de bron zien voor wie de tekst bedoeld is. Bron = Waar de oorspronkelijke tekst vandaan komt. Daar aan kan je zien voor wie de tekst bedoeld is. Een tekst uit een jongerentijdschrift is dus bedoeld voor jongeren. Je vindt dit vaak onderaan de tekst.

8 Feit = iets wat waar is en wat controleerbaar is. Mening = wat je van iets of iemand vindt. Argumenten = deze gebruik je om je mening te ondersteunen. Een ander woord hiervoor is redenen. Meningen kunnen op 3 verschillende manieren in teksten verwerkt worden: - De schrijver brengt zijn eigen mening naar voren. - De schrijver geeft niet zijn eigen mening, maar beschrijft wel de mening van anderen. - De schrijver beschrijft de mening van anderen en voegt daar zijn eigen mening aan toe. Objectieve tekst = deze tekst is waar, er staan alleen feiten in en de schrijver geeft niet zijn eigen mening. Subjectieve tekst = de schrijver geeft zijn eigen mening in de tekst. Er kunnen zaken in staan die niet waar zijn. Leesvaardig Blok 3 en 4 Er zijn 5 leesmanieren: - Zoekend lezen: informatie opzoeken; je let op kopjes, titel en zoekwoorden. - Globaal lezen: het belangrijkste snel uit een tekst halen; je let op opmaak, titel, eerste alinea en afbeeldingen. - Grondig lezen: je moet de tekst helemaal begrijpen; je let op tekstopbouw, tekstdoel, belangrijkste woorden en verwijswoorden. - Studerend lezen: je moet de tekst helemaal begrijpen en onthouden; je let op de belangrijkste woorden en op de hoofdzaken. - Kritisch lezen: je moet nagaan of de informatie in de tekst klopt en volledig is; je let op de hele tekst.

9 Schrijfvaardig (herhaal uit het boek blok 1 t/m 4 van Schrijfvaardig) Voordat je begint met de schrijfopdracht van je examen, is het belangrijk dat je goed kijkt wat de bedoeling is. Je kunt hierbij gebruik maken van de schrijfstrategie: 1. Oriëntatie op de schrijftaak: Lees het verhaaltje, hierin staat uitgelegd wat er aan de hand is. Probeer je in te leven in de situatie. Lees daarna de opdracht. 2. Voorbereiding op de schrijftaak Lees het verhaaltje en de opdracht nauwkeurig. Denk na over wat er in de opdracht van je gevraagd wordt en over wat je moet doen. 3. Uitvoering van de schrijftaak Schrijf de tekst in het klad. 4. Controle van de tekst Controleer of je alle gegevens hebt verwerkt. Let op je taalgebruik. Controleer de tekst op taalfouten, denk aan hoofdletters en leestekens. 5. Herschrijven van de tekst Schrijf de netversie van je tekst. Schrijfdoelen - Informatie geven of vragen (bijv. zakelijke brief formulier verslag) - Overtuigen (bijv. ingezonden brief persoonlijke brief) - Tot handelen aansporen (bijv. advertentie) - Amuseren (bijv. persoonlijke brief) Zelf een tekst schrijven Begin nooit zomaar te schrijven! Een tekst moet een goede opbouw hebben. De titel zegt waar de hele tekst over gaat. Elke alinea gaat over een deelonderwerp, dit kun je als deeltitel of kopje gebruiken. Een alinea maak je zo: 1. Kies een deelonderwerp. 2. Maak een kernzin (belangrijkste zin) bij je deelonderwerp. 3. Geef informatie en voorbeelden bij je kernzin. Maak van dit alles een lopend verhaaltje en je alinea is klaar.

10 Schrijfopdrachten: Affiche: - Doel is aandacht van je publiek trekken. - Dit kun je doen met woorden. Gebruik alleen de noodzakelijke informatie en schrijf dit kort en krachtig op. Ben enthousiast en gebruik een opvallende zin (slagzin). - Gebruik beeld, denk aan foto s of tekeningen. Dit is met je examen lastig om te doen en zal dus ook niet nodig zijn. - Maak gebruik van de opmaak, denk aan de plaats waar je dingen zet, lettertype en grootte, onderstrepen, enz. - Controleer of de 5w+1h-vragen allemaal in je affiche staan (wie wat waar wanneer waarom hoe) Formulier: - Een formulier moet je altijd nauwkeurig invullen. - Lees de invulinstructie goed, kijk goed naar wat je waar in moet vullen. - Als een vraag niet voor jou geldt, zet dan een streepje of n.v.t. (niet van toepassing). - Je naam kan op allerlei verschillende manieren gevraagd worden: naam Den Oever voornaam en achternaam Dennis den Oever Achternaam en voorletter Den Oever, D. Voorletters en achternaam D.A. den Oever Persoonlijke brief: - Dit is een nette brief aan iemand die je goed kent. - Hier zijn regels voor! Kijk op bladzijde 53 van je boek voor een voorbeeld. Zakelijke brief: - Deze brief schrijf je aan officiële personen. Op bladzijde 55 van je boek staat een voorbeeld met de regels.

11 Envelop: - Ook voor het schrijven van een envelop bestaan regels. De volgorde is hier erg belangrijk: Naam t.a.v. Straat en nummer (of postbus en nummer) Postcode en woonplaats - Schrijf op de achterkant je eigen naam en adres. Sollicitatiebrief - Dit is ook een zakelijke brief. De indeling van de alinea s is belangrijk: Alinea 1: Naar welke baan solliciteer je? Waar en wanneer heb je gelezen of gehoord dat de baan beschikbaar is? Alinea 2: Vertel iets over jezelf en eventueel over je werkervaring. Alinea 3: Leg uit waarom je solliciteert en waarom jij geschikt bent. Ga in op de functie-eisen van de advertentie. Alinea 4: Verwijs naar de bijlage, sluit af met een slotzin. - In je boek vind je een voorbeeld, zo ook de brief die je gebruikt hebt bij je mondeling. - Een kan zowel persoonlijk als zakelijk zijn. Bij een zakelijke moet je, net als bij een zakelijke brief, zo overzichtelijk mogelijk werken. - Op bladzijde 61 van je boek vind je meer uitleg over het schrijven van een . Ingezonden brief - Eigenlijk is dit geen echte brief, maar meer een artikel, een ingezonden stuk. Met een ingezonden brief wil je laten weten hoe je over iets denkt, vaak zijn dit dingen die in het nieuws zijn. - Op bladzijde 62 en 63 van je boek staat uitgelegd hoe je dit aan moet pakken. Verslag - Een verslag kun je schrijven over een gebeurtenis. Je doet dit om iemand te informeren. In het verslag staan dus veel feiten. Een mening hoort hier niet thuis! Je sluit af met je naam. - Op bladzijde 64 en 65 staat meer uitleg en een voorbeeld.

12 Dit onderdeel is alleen voor kader Samenvatten Bij het samenvatten van een tekst haal je de hoofdzaken uit een bestaande tekst. Deze hoofdzaken heb je nodig voor je samenvatting. De samenvatting moet geschreven zijn in goed Nederlands. In een samenvatting staan nooit details, voorbeelden of anekdotes. Om een goede samenvatting te kunnen schrijven, moet je weten: - Wat het onderwerp van de tekst is. - Wat het tekstdoel is. - Wat de hoofdgedachte is. - Hoe de tekst is opgebouwd. Hoe maak je dan een (geleide) samenvatting (zo n samenvatting krijg je op het examen!) - Lees de tekst globaal; noteer onderwerp en hoofdgedachte. - Lees de tekst grondig: onderstreep kernzinnen en omcirkel signaalwoorden. - Verdeel de tekst in inleiding, middenstuk en slot. - Schrijf van elke alinea op wat het deelonderwerp is en verdeel daarbij weer in inleiding, kern en slot. - Schrijf van elke alinea op wat de kernzin is. - Bekijk welke alinea s bij elkaar horen. - Schrijf de kladversie, met behulp van de aandachtspunten die opgesomd zijn bij de opdracht. - Controleer of de hoofd- en bijzaken erin staan. - Ga na of alle gegeven aandachtspunten erin staan. - Schrijf de netversie.

13 Samenvatten Als je een samenvatting moet maken tijdens je examen, ga je als volgt te werk: 1. Lees de tekst verkennend. 2. Lees de beginregels van de opdracht en daarna punt 1 (het eerste wat je moet opzoeken). 3. Zoek het gevraagde stukje op in de tekst en onderstreep de zin. 4. Zoek punt 2, onderstrepen in de tekst. Zoek punt 3, enz. 5. Maak van alle woorden en zinnen een samenhangende kladtekst. Dat is een tekst in hele zinnen. 6. Controleer de kladversie; staat alles erin? Dan de lezer dit begrijpen? Tel het aantal woorden! 7. Schrijf de samenvatting in het net.

Aantekeningen die je moet leren voor het SE Leesvaardig voor Eldeweek 2 en je eindexamen!! Goed bewaren dus!!!! Naam: Leesvaardig Blok 1

Aantekeningen die je moet leren voor het SE Leesvaardig voor Eldeweek 2 en je eindexamen!! Goed bewaren dus!!!! Naam: Leesvaardig Blok 1 Aantekeningen die je moet leren voor het SE Leesvaardig voor Eldeweek 2 en je eindexamen!! Goed bewaren dus!!!! Naam: Leesvaardig Blok 1 Tekstverband Signaalwoord Voorbeeld Reden Omdat, want, daarom Ik

Nadere informatie

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan 1. Globaal lezen a. Lees eerst altijd een tekst globaal. Dus: titel, inleiding, tussenkopjes, slot en bron. b. Denk na over het onderwerp,

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Lezen Hoofdstuk 1, 2 en 3

Samenvatting Nederlands Lezen Hoofdstuk 1, 2 en 3 Samenvatting Nederlands Lezen Hoofdstuk 1, 2 en 3 Samenvatting door E. 951 woorden 24 november 2012 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands NEDERLANDS LEZEN H1 1: Leesstrategieën

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2

Samenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2 Samenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2 Samenvatting door Ive 1045 woorden 27 juni 2018 5,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Talent Samenvatting Nederlands 1.2 t/m 5.2 1.2 Leesstrategieën

Nadere informatie

Leesvaardigheid H1.1 Leesstrategieën

Leesvaardigheid H1.1 Leesstrategieën Samenvatting door F. 808 woorden 9 januari 2016 8,2 20 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Leesvaardigheid H1 Leesstrategieën Leesdoel Lees-Strategie Aanpak Bekijk een boek: Onderwerp

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 3

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 3 Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 802 woorden 14 februari 2004 5,4 39 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Topniveau 3.5 persuasieve teksten betoog beschouwing Bevat

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Cursus lezen en schrijven(h1)

Samenvatting Nederlands Cursus lezen en schrijven(h1) Samenvatting Nederlands Cursus lezen en schrijven(h1) Samenvatting door V. 1312 woorden 4 januari 2013 6,7 9 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Cursus lezen Hoofdstuk 1: De verschillende

Nadere informatie

Uitleg examen Nederlands kaderberoepsgerichte leerweg

Uitleg examen Nederlands kaderberoepsgerichte leerweg Uitleg examen Nederlands kaderberoepsgerichte leerweg Het examen Nederlands voor de kaderberoepsgerichte leerweg bestaat uit leesteksten en kijk-/luisterteksten (en vaak ook een advertentietekst) waarover

Nadere informatie

Waarom een samenvatting maken?

Waarom een samenvatting maken? Waarom een samenvatting maken? Er zijn verschillende manieren om actief bezig te zijn met de leerstof. Het maken van huiswerk is een begin. De leerstof is al eens doorgenomen; de stof is gelezen en opdrachten

Nadere informatie

tip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken

tip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken Boekverslag door Tmp_cox 1720 woorden 25 oktober 2012 5.8 259 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands NIEUW NEDERLANDS; Samenvatting, (mavo), havo, vwo hoofdstuk 1 t/m 6 tip! in leerjaar

Nadere informatie

BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN

BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN 0 AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je het onderwerp uit een zin bepalen. - Kun je het onderwerp van een tekst bepalen. - Kun je een soort tekst

Nadere informatie

Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting Nederlands leesvaardigheid.

Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting Nederlands leesvaardigheid. Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei 2016 6 24 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Samenvatting Nederlands leesvaardigheid Leesvaardigheid Schrijfdoelen en Tekstsoorten Er zijn

Nadere informatie

Oriënterend lezen. Globaal lezen. Intensief lezen. Zoekend leen. Kritisch lezen. Studerend lezen

Oriënterend lezen. Globaal lezen. Intensief lezen. Zoekend leen. Kritisch lezen. Studerend lezen Samenvatting Nederlands leesvaardigheid 1 en 2 en argumenteren katern Lezen hoofdstuk 1 Leesstrategieën Manieren van heten leesstrategieën Leesdoel Leesstrategie Aanpak vaststellen Snel bepalen of een

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1141 woorden 26 januari keer beoordeeld. Nederlands. Nederlands Proefwerk Schrijven H.3.

Samenvatting door een scholier 1141 woorden 26 januari keer beoordeeld. Nederlands. Nederlands Proefwerk Schrijven H.3. Samenvatting door een scholier 1141 woorden 26 januari 2011 6 13 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Op niveau Nederlands Proefwerk Schrijven H.3. 1. Omgaan met informatie. 1.1 Een onderwerp kiezen.

Nadere informatie

Stercollectie Nederlands hv123

Stercollectie Nederlands hv123 Samenvatting Lezen ONDERWERP B AAN SLAG VAN - EEN STAP TEKST 1-4 Je kunt omschrijven wat het onderwerp van een tekst is. Je kunt vier punten noemen waar je op let als je het onderwerp van een tekst moet

Nadere informatie

Bekijk bij een boek: Titel Flaptekst Inhoudsopgave Voorwoord Auteur. Lees de voorkeursplaatsen: Stel vast:

Bekijk bij een boek: Titel Flaptekst Inhoudsopgave Voorwoord Auteur. Lees de voorkeursplaatsen: Stel vast: Samenvatting door M. 1142 woorden 21 oktober 2013 5,6 7 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Leesdoel Leesstrategie Aanpak Snel vaststellen of een tekst bruikbaar of interessant is voor

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen Samenvatting door L. 1007 woorden 25 juni 2013 4,2 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Taaldomein hoofdstuk 1 1.1 Schrijfdoel

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Uitleg examen Nederlands basisberoepsgerichte leerweg

Uitleg examen Nederlands basisberoepsgerichte leerweg Uitleg examen Nederlands basisberoepsgerichte leerweg Het examen Nederlands voor de basisberoepsgerichte leerweg bestaat uit leesteksten en kijk-/luisterteksten (en vaak ook een advertentietekst) waarover

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? de 1 36 De leerling kan: - vertellen waarom hij een tekst leest - een leesdoel kiezen 1 37 De leerling

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz.

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz. Onderzoeksverslag Omslag en titelpagina Op het omslag staan in elk geval de titel van het onderzoek en de namen van de schrijvers. Op de titelpagina opnieuw de titel en de namen van de schrijvers. Nu uitgebreid

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014 Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar 2012-2013

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar 2012-2013 Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? de 1 36 De leerling kan: - vertellen waarom hij een tekst leest - een leesdoel kiezen 1 37 De leerling

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Begrijpend lezen Strategie 6 & 7. Extra oefenen Niveau B

Begrijpend lezen Strategie 6 & 7. Extra oefenen Niveau B Begrijpend lezen Strategie 6 & 7 Extra oefenen Niveau B Remediëringsbladen - strategie 6 en 7 Niveau B 2 Je gaat leren om je leesdoel bij een tekst te bepalen en je leert om te controleren of je je leesdoel

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014 Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Leerstofoverzicht Lezen in beeld

Leerstofoverzicht Lezen in beeld Vaardigheden die bij één passen, worden in Lezen in beeld steeds bij elkaar, in één blok aangeboden. Voor Lezen in beeld a geldt het linker. Voor Lezen in beeld b t/m e geldt het rechter. In jaargroep

Nadere informatie

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2 Wat? Datum? Aftrek punten paraaf? Hoofdvragen & deelvragen - ½ punt Bronnen (2 verscheidene) - 1 punt 1 e versie - 2 punten Beoordeling (klasgenoot) - ½

Nadere informatie

5.3 SAMENVATTEND SCHEMA SOORTEN VERBANDEN

5.3 SAMENVATTEND SCHEMA SOORTEN VERBANDEN 10.2.9 Andere verbanden Soms worden ook nog de volgende verbanden onderscheiden: 1 toelichtend verband (komt sterk overeen met het uitleggend verband) 2 argumenterend verband 3 verklarend verband Deze

Nadere informatie

onthouden. Schrijfdoelen Schrijfdoel Inhoud schrijfdoel Voorbeeld vermaakt door een leuk, spannen, aangrijpend of interessante tekst.

onthouden. Schrijfdoelen Schrijfdoel Inhoud schrijfdoel Voorbeeld vermaakt door een leuk, spannen, aangrijpend of interessante tekst. Nederlands Leesvaardigheid Leesstrategieën Oriënterend lezen Globaal lezen Intensief lezen Zoekend lezen Kritisch lezen Studerend lezen Om het onderwerp vast te stellen en te bepalen of de tekst bruikbaar

Nadere informatie

Tips Examen Nederlands

Tips Examen Nederlands Tips Examen Nederlands Het eindexamen Het CE Nederlands bestaat uit lees- en schrijfvaardigheid. De opbouw van het examen staat vast. Tekst 1: 10/12 vragen bij een lange tekst Tekst 2: de samenvattingsopdracht

Nadere informatie

GiP Opdracht Kantoortechnieken

GiP Opdracht Kantoortechnieken STAGEPERIODE 2012-2013: OPDRACHT KANTOORTECHNIEKEN GiP Opdracht Kantoortechnieken Evaluatie uitgevoerde stagewerkzaamheden Dhr. Goeminne 2012-2013 EEN EVALUATIEVERSLAG OVER UITGEVOERDE STAGEWERKZAAMHEDEN

Nadere informatie

Reflectieformulier Lees vaardig, blok 6, opdracht 12 De vragen gaan over de tekst en de vragen van opdracht 9, 10 en 11.

Reflectieformulier Lees vaardig, blok 6, opdracht 12 De vragen gaan over de tekst en de vragen van opdracht 9, 10 en 11. Reflectieformulier Lees vaardig, blok 6, opdracht 12 De vragen gaan over de tekst en de vragen van opdracht 9, 10 en 11. 1 Over de tekst Vind je de tekst wel of niet moeilijk? Kruis A of B aan en vul de

Nadere informatie

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen? werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen? Noteer ook 2 reservekeuzen: 1. 2. 1. Wat weet je al van dit beroep? Schrijf het

Nadere informatie

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig. Les 1: Een Wikitekst schrijven Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken Bekijk met de klas het Jeugdjournaalfilmpje over koningin Beatrix op www.nieuwsbegrip.nl 1. Schrijf tijdens het

Nadere informatie

STAGEPERIODE : OPDRACHT KANTOORTECHNIEKEN

STAGEPERIODE : OPDRACHT KANTOORTECHNIEKEN STAGEPERIODE 2012-2013: OPDRACHT KANTOORTECHNIEKEN Eindwerk PAV CLW Don Bosco Halle Mathieu Goeminne 2014-2015 EEN EVALUATIEVERSLAG OVER UITGEVOERDE WERKZAAMHEDEN TIPS Lees je verslag (luidop) na en laat

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 vmbo de betekenis

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Begrijpend lezen Strategie 6 en 7. Extra oefenen Niveau A

Begrijpend lezen Strategie 6 en 7. Extra oefenen Niveau A Begrijpend lezen Strategie 6 en 7 Extra oefenen Niveau A Remediëringsbladen - strategie 6 en 7 Niveau A 2 Je gaat leren om je leesdoel bij een tekst te bepalen en je leert om te controleren of je je leesdoel

Nadere informatie

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Uitleg boekverslag en boekbespreking Uitleg boekverslag en boekbespreking groep 7 schooljaar 2014-2015 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Top niveau -

Samenvatting Nederlands Top niveau - Samenvatting Nederlands Top niveau - Samenvatting door een scholier 1412 woorden 6 april 2005 5,5 6 keer beoordeeld Vak Nederlands Nederlands: 3.5 Uiteenzetting herkennen Uiteenzetting (tekst) geef je

Nadere informatie

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 2 Inleiding Het belang van begrijpend lezen kan nauwelijks overschat worden. Het niveau van begrijpend lezen dat kinderen aan het einde van

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde

Nadere informatie

In een sollicitatiebrief zijn drie gedeelten te onderscheiden: 1. De inleiding 2. Het middenstuk 3. De afsluiting

In een sollicitatiebrief zijn drie gedeelten te onderscheiden: 1. De inleiding 2. Het middenstuk 3. De afsluiting Het doel van de sollicitatiebrief is uitgenodigd te worden voor een gesprek. De brief (van brevis wat kort betekent) moet daarom informatief zijn en de belangstelling opwekken van de selecteur om nader

Nadere informatie

Tekst lezen zonder hulp: samenvatten

Tekst lezen zonder hulp: samenvatten 1. Bekijk de buitenkant van de tekst: de titel, de tussenkopjes en het plaatje. De tekst gaat over de laatste speelgoedrage: de fidget spinner. Wat gaat de tekst je hierover vertellen, denk je? 2. Welke

Nadere informatie

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Jij gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in

Nadere informatie

Teksverklaringen!!!!! Samenvattingen!! - Meerkeuzevragen! - Open! !!!! Nederlands! 1. Spellen! 2. Samenvatting schrijven

Teksverklaringen!!!!! Samenvattingen!! - Meerkeuzevragen! - Open! !!!! Nederlands! 1. Spellen! 2. Samenvatting schrijven NEDERLANDS Nederlands Teksverklaringen Samenvattingen 1. Hoofdgedachte 2. Meerkeuzevragen 3. Tekstverbanden 4. Open vragen 5. Argumentatie 6. Mening en doel van de schrijver 1. Spellen 2. Samenvatting

Nadere informatie

Uitslagen Cito 0 en Cito-1-toets Leesvaardigheid klas 2B ( )

Uitslagen Cito 0 en Cito-1-toets Leesvaardigheid klas 2B ( ) Uitslagen Cito 0 en Cito-1-toets Leesvaardigheid klas 2B (2012-2013) rood = lager dan niveau 1F geel = op niveau 1F groen = op niveau 2F of hoger Achternaam Voorletters Toets 0 Toets 1 Toets 2 Toets 3

Nadere informatie

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Je gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in een

Nadere informatie

Solliciteren (2) Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? De sollicitatiebrief

Solliciteren (2) Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? De sollicitatiebrief Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over de sollicitatiebrief en het curriculum vitae (c.v.). Wat wordt er van je verwacht? Na het bestuderen van deze kaart kun je: vertellen wat je schrijft in

Nadere informatie

Handleiding Sollicitatiebrief

Handleiding Sollicitatiebrief Handleiding Sollicitatiebrief 1. De gerichte sollicitatiebrief Met een gerichte sollicitatiebrief reageer je op een advertentie waarin een werkgever een vacature vermeldt. Voorafgaand aan het schrijven

Nadere informatie

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage. Examen VMBO-GL en TL 2017 tijdvak 1 vrijdag 12 mei 13.30-15.30 uur Nederlands CSE GL en TL Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Nadere informatie

Een sterk CV en motivatie

Een sterk CV en motivatie Een sterk CV en motivatie Een sollicitatie bestaat meestal uit een sollicitatiebrief en een Curriculum Vitae (CV). Soms vragen organisaties alleen nog naar een motivatie, die je al dan niet in een format

Nadere informatie

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6 We gaan een werkstuk maken en je mag het helemaal zelf doen. Het is helemaal jouw eigen werkstuk. Maar om je even goed op weg te helpen hebben we hieronder alle stapjes even op een rij gezet. Wat moet

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau A, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

lesmateriaal Taalkrant

lesmateriaal Taalkrant lesmateriaal Taalkrant Toelichting Navolgend vindt u een plan van aanpak en 12 werkbladen voor het maken van de Taalkrant in de klas, behorende bij het project Taalplezier van Stichting Wereldleren. De

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau B, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp

Nadere informatie

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding (Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding Aan de slag met lezen in beroepsgerichte vakken Voor de verbetering van leesvaardigheid is het belangrijk dat leerlingen regelmatig en veel lezen. Hoe krijg

Nadere informatie

6,3. Samenvatting door een scholier 1419 woorden 14 februari keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting van Topniveau blok 4. 3.

6,3. Samenvatting door een scholier 1419 woorden 14 februari keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting van Topniveau blok 4. 3. Samenvatting door een scholier 1419 woorden 14 februari 2003 6,3 106 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Topniveau Samenvatting van Topniveau blok 4 3.1 Tekstdoelen soorten tekstdoelen informeren overtuigen

Nadere informatie

Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden

Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden Soorten vragen, vraagwoorden, signaal- en sleutelwoorden Schema 1 Soorten vragen Open vraag

Nadere informatie

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage. Examen VMBO-GL en TL 2017 tijdvak 2 dinsdag 20 juni 13.30-15.30 uur Nederlands CSE GL en TL Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de

Nadere informatie

Lezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen

Lezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen Lezen Het programma is met name geschikt voor groepen waarin grote niveauverschillen bestaan en voor leerlingen die het gewone oefenen met teksten niet interessant meer vinden. Doelgroep Lezen Muiswerk

Nadere informatie

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Inleiding De checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die moeten leren schrijven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht

Nadere informatie

Examen VBO-MAVO-D. Nederlands, leesvaardigheid

Examen VBO-MAVO-D. Nederlands, leesvaardigheid Nederlands, leesvaardigheid Examen VBO-MAVO-D Voorbereidend Beroeps Onderwijs Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 20 juni 9.00 11.00 uur 20 01 Vragenboekje Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Begrijpend lezen, lessenserie. voor het VO

Begrijpend lezen, lessenserie. voor het VO Begrijpend lezen, lessenserie voor het VO Handleiding Antwoorden Jeltje Harnmeijer Hedy van Hemert Voorwoord en Handleiding Inleiding Voor u ligt de lessenserie Begrijpend lezen, ontwikkeld door Jeltje

Nadere informatie

Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids?

Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids? Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids? WERKBOEK WIKIKIDS Welkom bij het werkboek van WikiKids. In dit werkboek staan opdrachten waarmee je stap voor stap leert werken met WikiKids. Er staan 15 opdrachten

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Examenbundel Nederlands

Samenvatting Nederlands Examenbundel Nederlands Samenvatting Nederlands Examenbundel Nederlands 2006-2007 Samenvatting door een scholier 1526 woorden 1 mei 2007 7,5 102 keer beoordeeld Vak Nederlands Samenvatting examenbundel Nederlands 2006-2007 1.

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Module 2

Samenvatting Nederlands Module 2 Samenvatting Nederlands Module 2 Samenvatting door een scholier 885 woorden 29 januari 2004 6,3 23 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Taallijnen Het PR-model kun je op 3 manieren gebruiken: 1. Het

Nadere informatie

Een overtuigende tekst schrijven

Een overtuigende tekst schrijven Een overtuigende tekst schrijven Taalhandeling: Betogen Betogen ervaarles Schrijftaak: Je mening geven over een andere manier van herdenken op school instructieles oefenlesles Lesdoel: Leerlingen kennen

Nadere informatie

STAPPENPLANNEN HAVO-VWO

STAPPENPLANNEN HAVO-VWO STAPPENPLANNEN HAVO-VWO 1. Algemeen stappenplan examenteksten 1. Wat is het onderwerp van de opdracht/tekst? 2. Welke gegevens uit de tekst heb ik nodig voor een antwoord? werk met markeerstiften! 3. Gaat

Nadere informatie

leesvaardigheid Nederlands H5

leesvaardigheid Nederlands H5 leesvaardigheid Nederlands H5 Begrijpend lezen Wees je er altijd van bewust dat de antwoorden op de vragen in de leestekst staan. Bij leesvaardigheid wordt namelijk getoetst of jij begrijpt wat er in de

Nadere informatie

Nederlands CSE GL en TL

Nederlands CSE GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2007 tijdvak 2 maandag 18 juni 13.30-15.30 Nederlands CSE GL en TL Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL 2005

Examen VMBO-GL en TL 2005 Examen VMBO-GL en TL 2005 tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30-15.30 uur NEDERLANDS LEESVAARDIGHEID-SCHRIJFVAARDIGHEID CSE GL EN TL Bij dit examen horen een uitwerkbijlage en een tekstboekje. Beantwoord alle

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Alle hoofdstukken

Samenvatting Nederlands Alle hoofdstukken Samenvatting Nederlands Alle hoofdstukken Samenvatting door een scholier 1969 woorden 28 april 2009 6 65 keer beoordeeld Vak Nederlands ~Hoofdstuk 1 Laat wat van je horen! De uiterlijke kenmerken van een

Nadere informatie

3.3 Schrijfdoel en publiek bepalen In deze paragraaf oefen je met de schrijfstrategieën schrijfdoel en publiek bepalen.

3.3 Schrijfdoel en publiek bepalen In deze paragraaf oefen je met de schrijfstrategieën schrijfdoel en publiek bepalen. EN_interventie_werkboek_niv4_201 27-6-201 15:01 Pagina 125 Fase. Schrijfdoel en publiek bepalen In deze paragraaf oefen je met de schrijfstrategieën schrijfdoel en publiek bepalen. Taalgebruik Als je een

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) week 11-12 maart 2012 - hardop-denktekst schrijven B Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet.

Nadere informatie

Goede voornemens. Gelukkig Nieuwjaar! Heb je goed gefeest en het oude jaar uitgeluid?

Goede voornemens. Gelukkig Nieuwjaar! Heb je goed gefeest en het oude jaar uitgeluid? Door Caroline Wisse-Weldam Inleiding Goede voornemens Gelukkig Nieuwjaar! Heb je goed gefeest en het oude jaar uitgeluid? Wat zou je graag in 2013 willen doen? Eindelijk eens een ballonvlucht maken, bmx

Nadere informatie

Weekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken.

Weekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken. Weekschema maken Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken. Leer en oefen: Neem samen me de docent/assistent het fotoboek de

Nadere informatie

H1: Vaardigheden. Engels VMBO 2012. www.lyceo.nl

H1: Vaardigheden. Engels VMBO 2012. www.lyceo.nl H1: Vaardigheden Engels VMBO 2012 www.lyceo.nl Basisvaardigheden Opbouw van teksten Opbouw van alinea s Oriëntatie op een tekst Verschillende leesstrategieën Veel voorkomende woorden Signaalwoorden (H2)

Nadere informatie

Het maken van een werkstuk

Het maken van een werkstuk Het maken van een werkstuk Deze papieren geven informatie over: A. De verzorging : Hoe hoort een werkstuk er uit te zien? B. De indeling : Hoe wordt een werkstuk ingedeeld? C. Het onderwerp : Waarover

Nadere informatie

Examen VMBO-KB. Nederlands CSE KB. tijdvak 2 maandag 18 juni 13.30-15.30 uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. Nederlands CSE KB. tijdvak 2 maandag 18 juni 13.30-15.30 uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Examen VMBO-KB 2007 tijdvak 2 maandag 18 juni 13.30-15.30 uur Nederlands CSE KB Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Nadere informatie

Zonder hulp: onduidelijkheden vinden en ophelderen

Zonder hulp: onduidelijkheden vinden en ophelderen 1. Je gaat in groepjes de tekst Strijd tegen namaakmerkkleding lezen. Kijk eerst naar de buitenkant van de tekst. a. Wat is namaakmerkkleding? b. Waarom zou er een strijd tegen namaakmerkkleding zijn?

Nadere informatie

Help, ik moet een werkstuk maken!

Help, ik moet een werkstuk maken! Help, ik moet een werkstuk maken! Je gaat de komende tijd bezig met het maken van een werkstuk. Maar hoe zit een werkstuk nou eigenlijk in elkaar? Hoe moet je beginnen? En hoe kies je nou een onderwerp?

Nadere informatie

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen. Vrijdag 15 januari 016 Artikelen: Alle artikelen - 7Days week Inhoud: De leerlingen leren om kritisch te kijken naar de verschillende artikelen uit 7Days. De leerlingen leren strategieën toe te passen

Nadere informatie

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID Maak een mindmap of schema van een tekst ga je dan doen? Naar aanleiding van een titel, ondertitel, plaatjes en of de bron van de tekst ga je eerst individueel (en

Nadere informatie

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!! Hoe maak ik in groep 8 een werkstuk? Jij gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands NL Blok

Samenvatting Nederlands NL Blok Samenvatting Nederlands NL Blok 3+4+5+6 Samenvatting door een scholier 1867 woorden 23 september 2008 3,3 9 keer beoordeeld Vak Nederlands Blok 3 Weet je het nog? Bij zinsontleding je een zin in een vaste

Nadere informatie

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen Leesbegrippen Groep 5 1. alinea (7)* 2. anekdote (2) 3. bedoeling van de schrijver (3) 4. boodschap overbrengen (1) 5. bronvermelding (2) 6. conclusie (1) 7. de bedoeling van de schrijver (2) 8. de clou

Nadere informatie

Aanpak van een cursus

Aanpak van een cursus Aanpak van een cursus Je gaat best op zoek naar een efficiënte manier van studeren. In het hoger onderwijs is het immers niet meer doeltreffend om alles op dezelfde manier aan te pakken. Je kan dus niet

Nadere informatie

Je gaat een werkstuk over dieren maken.

Je gaat een werkstuk over dieren maken. Je gaat een werkstuk over dieren maken. naam Een werkstuk bestaat uit de volgende onderdelen: Titelblad Dit is de voorkant van je werkstuk. De titel van je werkstuk moet mooi groot op de voorkant komen.

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken. Wat voor tekst schrijf je en aan wie?

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken. Wat voor tekst schrijf je en aan wie? Les 1: Je eigen reclameposter maken Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken Bekijk met de klas het Jeugdjournaalfilmpje op www.nieuwsbegrip.nl. Let vooral op de leerlingen van Het Geuzencollege

Nadere informatie

LEZEN BK 2 OVER DE GRENS PERRON 1

LEZEN BK 2 OVER DE GRENS PERRON 1 Over de grens Deze module heet Over de grens. Wat kan dat allemaal betekenen? Je gaat over de grens als je met vakantie naar Frankrijk gaat, op bezoek bent bij je familie in Australië of een weekendtripje

Nadere informatie

Schrijfopdracht 5: Zijn vrienden het altijd eens?

Schrijfopdracht 5: Zijn vrienden het altijd eens? Leerlingboekje Les 9 en 10 Naam:. Schrijfopdracht 5: Zijn vrienden het altijd eens? Groep 7 Leren schrijven met peer response Tekst: M. Hoogeveen, A. van Gelderen, A. Wijnbergh Illustraties: V. van Asperen

Nadere informatie

Nederlands CSE GL en TL. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Nederlands CSE GL en TL. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage. Examen VMBO-GL en TL 2019 tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-15.30 uur Nederlands CSE GL en TL Bij dit examen hoort een bijlage en een uitwerkbijlage. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-GL en TL

Examenopgaven VMBO-GL en TL Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003 tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30 15.30 uur NEDERLANDS LEESVAARDIGHEID CSE GL EN TL NEDERLANDS LEESVAARDIGHEID VBO-MAVO-D Bij dit examen hoort een tekstboekje. Dit examen

Nadere informatie