Uitslagen Cito 0 en Cito-1-toets Leesvaardigheid klas 2B ( )

Transcriptie

1 Uitslagen Cito 0 en Cito-1-toets Leesvaardigheid klas 2B ( ) rood = lager dan niveau 1F geel = op niveau 1F groen = op niveau 2F of hoger Achternaam Voorletters Toets 0 Toets 1 Toets 2 Toets 3 Opmerkingen Aaij K 214-1F 231 >2F Batenburg BM 212-1F 203 <1F? Beermann MAL 207 <1F 224 >2F Bras LSA 212-1F 220 >2F Dekker D 217 >2F 240 > 2F! Eijpe DM 219 >2F 236 >2F Es, van D 227 >2F 224 >2F Geskus MM 224 >2F 258 >2F! Giroldi ER 202 <1F 214-1F Haverlag R 210-1F 224 >2F Higgins JA 217 > 2F 214-1F Himst, van der J 208-1F 214-1F Kaandorp BNJ 224 >2F 206 <1F? Merhi G 231> 2F 217 >2F? Schellekens IAP 212-1F 231 >2F Tamis EM 207 <1F 240 >2F! Tastekin T 221 >2F 251 >2F! Waard, de W 219 >2F 217 >2F Wei, van der B 245 >2F 224 >2F? Wiggermans AEM 239 >2F 240 >2F Wojczuk P 245 >2F 266 >2F! Zentveld RC 214-1F 217 >2F Bron: 1

2 Groepsplan 2B (kgt) Uitgaande van klassikaal gebruik van Op niveau kgt en Nieuwsbegrip niveau B. Leesvaardigheid Leesniveau Namen leerlingen Extra leermateriaal vanuit de methode Aanvullende leermiddelen Lesorganisatie onder niveau 1F intensiverende op niveau 1F basis flink boven niveau 2F (>250) Batenburg Kaandorp eventueel ook: Giroldi Higgins Van der Himst Aaij Beermann Bras Dekker Eijpe Van Es Haverlag Merhi Schellekens Tamis De Waard Van der Weij Wiggermans Zentveld Wojzuk Tastekin Geskus theorie zins- en alineaverbanden (4 fout of minder) > Nieuwsbegrip niveau A of B > gerichte begeleiding en werkboekcontrole tijdens lessen leesvaardigheid > controle Nieuwsbegrip (afvinken en uitdelen van antwoorden) > Nieuwsbegrip niveau B > Nieuwsbegrip niveau C > lesassistenttaak bij lezen, bijvoorbeeld Wojzuk <> Batenburg Tastekin <> Kaandorp Geskus <> Bron: 2

3 Blok 1-6 Op niveau kgt deel 2 Onderdeel zakelijk lezen: Lees vaardig Blok Onderwerp Referentieniveaus en tussendoelen Compacte Titel, onderwerp, deelonderwerp, alinea, kopje 6.2 Tekstopbouw, hoofd- en bijzaken, hoofdgedachte Tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen 1F: begrippen taal (opmaak) opdracht 23 2F: legt relaties tussen tekstdelen (inleiding, kern, slot) en teksten 2F: kan de hoofdgedachte van de tekst weergeven en maakt onderscheid tussen hoofd- en bijzaken Tussendoel 2.2: hoofd- en bijzaken herkennen Tussendoel 2.3: tekstdelen herkennen (zowel uit dit blok als eerdere blokken) 2F: kan de bedoeling van tekstgedeeltes en/of specifieke formuleringen duiden 2F: kan de bedoeling van de schrijver verwoorden Tussendoel 3.3: de bedoeling van tekstgedeeltes verwoorden Tussendoel 3.5 de bedoeling van de schrijver verwoorden wanneer die expliciet in de tekst staat opdracht 24 opdracht 26, vraag 3, 4, 5, 6, 8, 9, 11, 12, 13 opdracht 28 Basis Verrijkende Intensiverende blok 1, 6.1 t/m blok 2, 6.1 t/m blok 1, 6.1 t/m verdieping (4 fout of minder) blok 2, 6.1 t/m theorie (4 fout of minder) blok 1, 6.1 t/m blok 2, 6.1 t/m Bron: 3

4 Blok Onderwerp Referentieniveaus en tussendoelen Compacte 6.2 Publiek 1F: begrippen taal (stilistiek en semantiek) Feit, mening, objectief, subjectief 6.2 Tekstvormen (1): nieuwsberichten en artikelen in de krant (zowel uit dit blok als eerdere blokken) Tussendoel : de bruikbaarheid en betrouwbaarheid van informatiebronnen beoordelen 3F: kan de betrouwbaarheid van bronnen beoordelen 28, vraag 2 + opdracht 29, vraag 1, 2, 3 opdracht 32, vraag 8, 9, 10 opdracht 27 2F: begrippen taal (tekstkennis) opdracht 28 (zowel uit dit blok als eerdere blokken) opdracht 30, vraag 4, 6, 7 Basis Verrijkende Intensiverende blok 3, 6.1 t/m blok 3, 6.1 t/m theorie (4 fout of minder) blok 3, 6.1 t/m Bron: 4

5 Blok Onderwerp Referentieniveaus en tussendoelen Samenvatten 2F: kan een eenvoudige tekst beknopt samenvatten 6.2 Verwijswoorden Tussendoel 5.1: de belangrijkste informatie-elementen in de tekst aanwijzen en/of noteren Tussendoel 5.2: de hoofdzaken van een tekst in kernwoorden noteren 2F: ordent informatie voor een beter begrip Compacte opdracht 24 opdracht 25 Basis Verrijkende Intensiverende blok 4, 6.1 t/m 6.4 Differentiatiewerkboek > herhaling (> 5 fout) blok 4, 6.1 t/m 6.4 theorie argument en tegenargument (5 fout of minder) blok 4, 6.1 t/m 6.4 herhaling (> 5 fout) Zins- en alineaverbanden (1): voorbeeld, opsomming, tegenstelling, reden 2F: ordent informatie (bijvoorbeeld op basis van signaalwoorden) voor een beter begrip. 2F: legt relaties tussen tekstdelen (inleiding, kern, slot) en teksten. 2F: kan relaties tussen en binnen teksten evalueren en beoordelen. opdracht 26 + opdracht 27 Tussendoel 2.4: tekstverbanden herkennen. 6.4 diverse doelen uit referentieniveaus (zowel uit dit blok als eerdere blokken) opdracht 29, vraag 1, 5, 7, 8, 10, Tekst en beeld 1F: kan schematische informatie lezen en relaties met de tekst expliciteren. opdracht 21 en 23 Tussendoel 6.2: schematische informatie lezen, zoals tabellen en Differentiatiewerkboek > Bron: 5

6 Blok Onderwerp Referentieniveaus en tussendoelen 6.2 Tekstvormen (2): reclametekst Zins- en alineaverbanden (2): middel-doel, oorzaak-gevolg, uitleg of toelichting 6.4 grafieken 2F: kan betogende, vaak redundante teksten lezen, zoals reclameteksten, advertenties 2F: kan de bedoeling van de schrijver verwoorden 2F: ordent informatie (bijvoorbeeld op basis van signaalwoorden) voor een beter begrip 2F: legt relaties tussen tekstdelen (inleiding, kern, slot) en teksten 2F: kan relaties tussen en binnen teksten evalueren en beoordelen Tussendoel 2.4: tekstverbanden herkennen diverse doelen uit referentieniveaus (zowel uit dit blok als eerdere blokken) Compacte opdracht 24 opdracht 25 opdracht 27, vraag 7, 8, 12, 13 Basis Verrijkende Intensiverende theorie zins- en alineaverbanden (4 fout of minder) Bron: 6

7 Blok Onderwerp Referentieniveaus en tussendoelen Tekst en beeld - Herhaling 6.2 Tekst met vragen - Herhaling Samenvatten - Herhaling 1F: kan schematische informatie lezen en relaties met de tekst expliciteren (zowel uit dit blok als eerdere blokken) Referentieniveau 2F: kan een eenvoudige tekst beknopt samenvatten Tussendoel 5.1: de belangrijkste informatie-elementen in de tekst aanwijzen en/of noteren Tussendoel 5.2: de hoofdzaken van een tekst in kernwoorden noteren Compacte Basis Verrijkende Intensiverende opdracht 19 opdracht 20 opdracht 21 (opdracht methodesite) blok 6, 6.1 t/m blok 6, 6.1 t/m theorie zins- en alineaverbanden (4 fout of minder) blok 6, 6.1 t/m Bron: 7