Kanalen in Theorie en Praktijk Een onderzoek naar het kanaalgebruik en factoren die kanaalkeuze beïnvloeden bij burgers van de gemeente Leeuwarden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kanalen in Theorie en Praktijk Een onderzoek naar het kanaalgebruik en factoren die kanaalkeuze beïnvloeden bij burgers van de gemeente Leeuwarden"

Transcriptie

1 Kanalen in Theorie en Praktijk Een onderzoek naar het kanaalgebruik en factoren die kanaalkeuze beïnvloeden bij burgers van de gemeente Leeuwarden Zahierra Ilahi

2 Kanalen in Theorie en Praktijk Een onderzoek naar het kanaalgebruik en factoren die kanaalkeuze beïnvloeden bij burgers van de gemeente Leeuwarden Een afstudeeronderzoek ingediend ter afronding van de Master studie Communicatie- en Informatiewetenschappen, Informatiekunde aan de Rijksuniversiteit Groningen door: Ilahi, Zahierra Farzia Sharaida Onder begeleiding van: Dr. L.M. Bosveld - de Smet Ç. Çöltekin, PhD In samenwerking met de gemeente Leeuwarden 14 augustus 2013 Groningen, Nederland 2

3 Samenvatting Dit rapport bevat een onderzoek naar het kanaalgedrag van burgers van de gemeente Leeuwarden. De nadruk wordt gelegd op contacten van burgers naar de gemeente toe. Middels dit onderzoek wordt getracht bestaande theorieën aangaande kanaalgebruik en kanaalkeuze te verifiëren. Er zijn vier communicatiekanalen die burgers kunnen gebruiken voor het aanvragen van diensten en het zoeken naar informatie. De communicatiekanalen zijn de balie, de telefoon, de post en het internet. Het internet is het nieuwste communicatiekanaal. Over het algemeen willen bedrijven en overheidsinstanties dat overwegend het internet als communicatiekanaal gebruikt wordt, omdat deze voor hen, het meest efficiënte en goedkoopste kanaal is. In de praktijk wordt echter geconstateerd dat burgers nog steeds de traditionele kanalen verkiezen boven het digitale kanaal. In dit onderzoek worden allereerst de meest belangrijke theorieën en onderzoeken naar kanaalkeuze en kanaalgebruik toegelicht. Deze theorieën zijn als basis gebruikt voor de case study bij de gemeente Leeuwarden. Aan de hand van de bij de gemeente Leeuwarden beschikbare data worden de eerder toegelichte theorieën geverifieerd. De beschikbare data bij de gemeente bestaat uit gemeente enquêtes, aantallen van diensten die via de balie en via de website van de gemeente Leeuwarden zijn aangevraagd. Daarnaast beschikt de gemeente ook over data betreffende het gebruik van de gemeentewebsite, het aantal websitebezoeken en de zoektermen in Google die tenslotte geleid hebben tot een bezoek aan de gemeentewebsite. De beschikbare data stelt de onderzoeker in staat inzicht te verkrijgen in het kanaalgebruik van de burgers van de gemeente Leeuwarden. De kanaalkeuzetheorieën, ook wel mediatheorieën genoemd, die in dit onderzoek gebruikt worden zijn de Media Richness Theory (MRT), de Social Presence Theory (SPT) en de Social Information Processing Theory (SIPT). De MRT en de SPT stellen beide dat de taak en het kanaal geschikt moeten zijn voor elkaar. De kanaalkeuze wordt beïnvloedt door het type taak, voor complexe en ambigue taken zijn rijke kanalen geschikt en voor simpele taken de arme kanalen. De SIPT heeft hier een andere opvatting over. De SIPT stelt dat cues zoals stemtoon en lichaamshouding die aanwezig zijn bij rijke kanalen de aandacht van de conversatie kunnen afleiden. Bij kanalen waar deze cues ontbreken wordt alle aandacht besteedt aan de conversatie, wat zorgt voor een optimaliserend effect. Door het ontbreken van factoren zoals stemtoon en lichaamshouding kan het langer dan bij een face-to-face gesprek duren voordat de boodschap volledig is overgebracht. Het meest gebruikte kanaal voor zoeken naar informatie bij de gemeente Leeuwarden, gedurende de jaren 2010 t/m 2012 is het internet, hetgeen blijkt uit de resultaten van Google Analytics. Voor het aanvragen van diensten is de balie het meest gebruikte kanaal. Het aantal contacten van burgers naar de gemeente toe is in de jaren 2010 t/m 2012 vrij constant gebleven. Een grote toename van het aantal jaarlijkse contacten, zoals gebleken bij 3

4 de Nederlandse belastingsdienst, kan duiden op het feit dat burgers meerdere kanalen per contact naar de gemeente Leeuwarden toe gebruiken. Elektronische diensten zoals het aanvragen van uittreksels en eigen verklaringen rijbewijs zijn het meest complex, omdat het bij de aanvraag noodzakelijk is om in te loggen via DigiD en om een online betaling te verrichten. Door de complexiteit van de dienst zouden burgers volgens de MRT voor een rijker kanaal, in dit geval de balie kiezen. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dit inderdaad het geval te zijn. De meeste aanvragen van uittreksels en eigen verklaringen rijbewijs worden gedaan via de balie. Andere diensten zoals het maken van afspraken en het indienen van klachten zijn het minst complex, voor het aanvragen van deze diensten is het niet verplicht in te loggen via DigiD en worden deze diensten gratis aangeboden. Volgens de MRT kunnen simpele taken het beste uitgevoerd worden via arme kanalen. Aan de hand van de resultaten van de case study blijkt ook dit inderdaad het geval te zijn. Het maken van afspraken en het indienen van klachten gebeurt hoofdzakelijk via het digitale kanaal. De andere kant van het verhaal is dat het elektronisch indienen van klachten geen complexe taak is, maar dat klachten vaak wel ambigu zijn. Bij ambigue taken zullen burgers volgens de MRT ook kiezen voor rijke kanalen. Dit is bij de gemeente Leeuwarden niet het geval. Daar lijkt de redenatie van de SIPT het meest bij te passen. Door het kiezen van arme kanalen wordt alle aandacht besteedt aan de boodschap, waarin de klacht wordt verwoord. Uit de zoektermen bepaald m.b.v. Google Analytics is vastgesteld dat burgers de website van de gemeente Leeuwarden voornamelijk gebruiken voor het zoeken naar informatie. Daarnaast wordt de website ook gebruikt voor het zoeken naar contact-info van de gemeente en het aanvragen van diensten. Dit resultaat ondersteunt een eerder onderzoek van Thomas en Streib (2003) naar het gebruik van overheidswebsites. In dit onderzoek is er geen verband gevonden tussen het gebruik van elektronische diensten en het bezoeken van de gemeentewebsite door burgers met hogere inkomens, hoge opleidingen en grotere wijkafstanden tot het stadskantoor van de gemeente Leeuwarden. In andere onderzoeken, o.a. van Reddick (2004), zijn er wel verbanden gevonden tussen deze factoren en kanaalkeuze. Bij de case study is er wel een verband gevonden tussen leeftijd en het gebruik van elektronische diensten. Oudere mensen (>65jaar) maken daar minder gebruik van. 4

5 Inhoudsopgave 1. Inleiding Aanleiding tot het onderzoek Onderzoeksvraag Leeswijzer Theoretisch kader Mediatheorieën Social Presence Theory Media Richness Theory Social Information Processing Theory Gerelateerd onderzoek naar kanaalkeuze en kanaalgebruik Gerelateerd onderzoek naar kanaalkeuze Gerelateerd onderzoek naar kanaalgebruik Methode van onderzoek De gemeente Leeuwarden als organisatie Dataverzameling Aanpak Theorieën en onderzoeken naar kanaalkeuze en kanaalgebruik Elektronische diensten gemeente Leeuwarden Kanaalgebruik gemeente Leeuwarden De Website van de gemeente Leeuwarden Verschil in gebruik elektronische diensten aan de hand van demografische factoren Resultaten Kanaalgebruik gemeente Leeuwarden Elektronische diensten Beschikbaarheidsniveaus elektronische diensten Kanaalgebruik bij aanvragen diensten De website van de gemeente Leeuwarden Factoren die kanaalkeuze beïnvloeden Verband tussen demografische gegevens en kanaalkeuze

6 5. Conclusie/Discussie Bibliografie

7 1. Inleiding Dit rapport bevat een onderzoek naar het kanaalgebruik bij burgers in hun contacten met de overheid. Sinds een paar jaar kunnen burgers naast de voorheen bekende communicatiekanalen ook gebruik maken van digitale kanalen in hun contacten naar de overheid toe. Het aanvragen van bijvoorbeeld een GBA uittreksel kan op de traditionele manier via de balie aangevraagd worden, maar ook digitaal. Met de komst van het digitale kanaal werd verwacht dat het kanaal alle overige kanalen zou verslaan en het meest geliefde en gebruikte kanaal zou worden, maar dat is tot nog toe niet gebleken (Pieterson, et. al. 2007). Figuur 1: Overzicht verschillende communicatiekanalen In figuur 1 zijn de vier communicatiekanalen te zien, waarmee burgers in staat worden gesteld te communiceren met een instantie. Telefoon, papier en balie zijn de traditionele kanalen. Het internet, ook wel het digitale of elektronische kanaal, is het nieuwste communicatiekanaal. 1.1 Aanleiding tot het onderzoek Over het kanaalgebruik en factoren die leiden tot de kanaalkeuze bestaan er nog geen concrete theorieën. Er zijn verschillende mediatheorieën, zoals de Media Richness Theory en de Social Information Processing Theory, die door veel onderzoekers als basis uitgangspunt worden gebruikt. De theorieën hebben elk een verschillende opvatting over de geschiktheid van kanalen voor het uitvoeren van verschillende type taken. Zo betoogt de Media Richness Theory dat de website niet geschikt is voor het delen van complexe of ambigue informatie, terwijl de Social Information Processing Theory stelt dat de website daar juist wel geschikt voor is. In hoofdstuk 2 van dit rapport worden deze theorieën uitgebreid toegelicht. Voor geen van de theorieën is er bewezen dat deze ook daadwerkelijk overeenkomt met de in de praktijk waargenomen situaties. 7

8 Door de theorieën te verifiëren aan de hand van een case study kan meer inzicht worden verkregen in factoren die de kanaalkeuze beïnvloeden. Bestaande inzichten worden getoetst aan de hand van gegevens van de gemeente Leeuwarden. Bij de case study is ervoor gekozen om zoveel mogelijk gebruik te maken van real data in plaats van survey data. In hoofdstuk 3 wordt dieper ingegaan op de dataselectie. Verschillende onderzoeken hebben uitgewezen dat er een verband bestaat tussen demografische gegevens van burgers en de kanaalkeuze. Burgers met bepaalde demografische kenmerken, zoals burgers met een hoger inkomen, maken vaker gebruik van digitale diensten dan andere groepen. De case study bij de gemeente Leeuwarden biedt de gelegenheid te onderzoeken of er ook hier een verband gevonden wordt tussen demografische gegevens en kanaalkeuze. Naast de wetenschappelijke relevantie is er ook een praktische relevantie. Deze ligt in het feit dat bedrijven en overheidsinstanties, in dit geval de gemeente Leeuwarden, graag willen dat burgers zoveel mogelijk gebruik maken van het digitale kanaal. Dit kanaal is het meest goedkope en efficiënte dienstverleningskanaal. Met de in dit onderzoek verkregen informatie over kanaalgebruik en kanaalkeuze wordt meer inzicht verkregen in het kanaalgedrag van burgers. Kennis over het kanaalgedrag van burgers kan gebruikt worden om burgers ertoe te krijgen vaker gebruik te maken van elektronische kanalen. Afbakening De nadruk bij dit onderzoek wordt gelegd op contacten van burgers naar de gemeente toe. Ebbers et al. (2007) onderscheiden vier vormen van communicatie, waarbij degene die het initiatief neemt en de een- of tweezijdigheid van de communicatie bepaalt om welke type communicatie het gaat. In dit onderzoek wordt de focus gelegd op consultatie en conversatie, zoals in Figuur 2 te zien is. Figuur 2: vier vormen van communicatie (Ebbers et. al. 2007) 1.3 Onderzoeksvraag De algemene onderzoeksvraag is: Kunnen bestaande theorieën en hypothesen over kanaalgebruik en kanaalkeuze geverifieerd worden aan de hand van het waargenomen kanaalgedrag van de burgers van de gemeente Leeuwarden? 8

9 1.4 Leeswijzer Hoofdstuk 2 bevat de belangrijkste mediatheorieën die er bestaan over kanaalkeuze en kanaalgebruik. In dit hoofdstuk worden ook de resultaten van gerelateerde onderzoeken gepresenteerd. Hoofdstuk 3 behandelt de onderzoeksmethode. In dit hoofdstuk wordt de algemene onderzoeksvraag onderverdeeld in subvragen en wordt aangegeven hoe de beschikbare data van de gemeente Leeuwarden gebruikt wordt om tot een antwoord op deze vragen te komen. Hoofdstuk 4 geeft de onderzoeksresultaten van de case study bij de gemeente Leeuwarden weer, die verkregen zijn volgens de in hoofdstuk 3 behandelde methode. Het slothoofdstuk 5 bevat de algemene conclusies, discussie van de onderzoeksresultaten en aanbevelingen voor vervolgonderzoek. 9

10 2. Theoretisch kader In de inleiding van dit rapport is er vaker gebruik gemaakt van de term kanaal en medium. Pieterson et. al. (2007) definiëren kanaal als een toegang waarlangs een organisatie en een klant contact kunnen hebben. In dit verslag wordt deze definitie voor kanaal aangehouden. Kanaal en medium hebben in dit rapport dezelfde betekenis en kunnen door elkaar gebruikt worden. Wel wordt er een onderscheid gemaakt tussen kanaalkeuze, kanaalgebruik en kanaalgedrag. In Figuur 3 is het verband tussen kanaalkeuze en kanaalgebruik aangegeven. Het verband is gebaseerd op de aanname van bedrijven en organisaties die ervanuit gaan dat klanten gebruik maken van het kanaal dat ze zo snel en zo goed mogelijk helpt hun taak te volbrengen (Pieterson et.al., 2007). Kanaalkeuze en kanaalgebruik samen geven het kanaalgedrag aan. Kanaalkeuze verwijst naar de reden om een kanaal te gebruiken in een specifieke situatie. Kanaalgebruik gaat over het gebruik gedurende een langere periode (Pieterson, et al., 2007). Figuur 3: kanaalkeuze en kanaalgebruik (Pieterson, et al., 2007) In het eerste gedeelte van dit hoofdstuk worden verschillende mediatheorieën besproken om meer inzicht te verkrijgen in de verschillende opvattingen die er bestaan over de geschiktheid van kanalen voor diverse doeleinden. Daarna wordt dieper ingegaan op eerdere onderzoeken naar (demografische) factoren die de kanaalkeuze beïnvloeden en op onderzoeken naar het kanaalgebruik bij verschillende instanties. 2.1 Mediatheorieën Over kanaalgedrag is er in de literatuur niet veel te vinden. Er zijn wel theorieën die meer inzicht in kanaalkeuze verschaffen. Enkele van deze theorieën zijn de Social Presence Theory (SPT), de Media Richness Theory (MRT) en de Social Information Processing Theory (SIPT). De SPT en de MRT staan bekend als rationele mediatheorieën. De Social Information Processing Theory (SIPT) heeft een andere opvatting dan de MRT als het gaat om de geschiktheid van kanalen voor het uitvoeren van verschillende taken. 10

11 Er is veel kritiek op de rationele mediatheorieën, de SPT en de MRT. Zo zijn er verschillende theorieën die voortborduren op of wijzigingen aanbrengen in de redeneringen van de SPT en de MRT (Pieterson, Governments and Multi-Channeling: Channel Positioning Strategies for the Future, 2009). Deze theorieën zijn onder andere de Social Influence Model (SIM), de Symbolic Interactionism (SI) en de Channel Expansion Theory (CET). De SIM, de SI en de CET zijn in tegenstelling tot de MRT en de SPT subjectieve theorieën. De SPT en de MRT zijn de oudste theorieën die iets over kanaalkeuze zeggen. Ondanks de kritiek op deze theorieën, worden deze theorieën nog steeds als uitgangspunt genomen, omdat er nog geen nieuwe theorieën zijn die laten zien hoe kanaalgedrag voorspeld en verklaard kan worden. In dit onderzoek wordt gekeken naar de SPT, de MRT en de SIPT. Er is voor deze theorieën gekozen, omdat deze theorieën, zoals eerder aangegeven, nog steeds als basisuitgangspunt gebruikt worden in verschillende onderzoeken. De SIM, de SI en de CET zijn subjectieve theorieën die moeilijk te verifiëren zijn. Daarnaast is er bij de case study van de gemeente Leeuwarden geen data beschikbaar die het mogelijk maakt de subjectieve theorieën te verifiëren Social Presence Theory De Social Presence Theory (SPT) omschrijft social presence als de mate van gevoelde aanwezigheid van de andere persoon in de communicatie over en weer (Short, et al., 1976). De mate van aanwezigheid die toegestaan wordt door een kanaal, wordt door de SPT aangegeven met bandbreedte. De SPT stelt dat hoe meer bandbreedte er beschikbaar is, hoe hoger de sociale aanwezigheid van de andere persoon wordt beleefd. De bandbreedte wordt bepaald aan de hand van de hoeveelheid signalen die er tijdens de communicatie overgedragen kan worden. Signalen die overgedragen kunnen worden zijn lichaamstaal, non-verbale communicatie 1, oogcontact, afstand tot de andere persoon. Bij Face-to-face-communicatie is het mogelijk alle signalen te versturen. Face-to-face-communicatie is daarom het hoogst in sociale aanwezigheid volgens de SPT en heeft de grootste bandbreedte. Bij geschreven tekst is het aantal signalen dat verstuurd kan worden gering. Geschreven tekst is dus laag in sociale aanwezigheid en kent een kleine bandbreedte (Short et. al., 1976). Volgens de SPT is het belangrijk dat de taak en het kanaal geschikt zijn voor elkaar. Het gebruik van een bepaald medium wordt beïnvloed door het type taak. 1 Non-verbale communicatie zijn uitingen zoals handgebaren, oog- en hoofdbewegingen en gelaatsuitdrukkingen (Shadid, 2007) 11

12 2.1.2 Media Richness Theory De Media (Information) Richness Theory (MRT) heeft een model voorgesteld dat aangeeft hoe organisaties informatie kunnen verstrekken en tegelijkertijd ervoor kunnen zorgen dat er geen of zo min mogelijk onzekerheid of ambiguïteit ontstaat (Daft & Lengel, 1986). Volgens de MRT zijn onzekerheid en ambiguïteit de twee pijlers die invloed hebben op informatieverwerking (Daft & Lengel, 1986). Onzekerheid wordt omschreven als de afwezigheid van informatie (Shannon & Weaver, 1949). Daft en Lengel redeneren dat naarmate de informatie die verstrekt wordt toeneemt, de onzekerheid zal afnemen. De informatie die verstrekt wordt, moet afgestemd worden op de informatiebehoefte. Ambiguïteit of dubbelzinnigheid wordt door hen omschreven als het bestaan van meerdere of tegenstrijdige interpretaties. Ambiguïteit kan dus leiden tot verwarring. Informatierijkheid wordt gedefinieerd als het vermogen dat een medium heeft om het begrip te veranderen (Daft & Lengel, 1986). Media die meer tijd nodig hebben voor het verminderen van onzekerheid en ambiguïteit zijn laag in rijkheid en evenzo zijn media die minder tijd nodig hebben voor het verhelpen van verwarring en onzekerheid hoger in rijkheid. Mediarijkheid wordt bepaald aan de hand van de mogelijkheid tot onmiddellijke feedback, het aantal cues 2 dat het kanaal toelaat om te versturen, personalisatie en taalvariatie (Daft & Lengel, 1986). Face-to-face (FTF) communicatie is het meest rijke medium. Rijke media bevatten de mogelijkheid tot onmiddellijke feedback, verschillende cues zoals lichaamstaal en stemtoon. Door de personalisatie, afstemming op de communicatiepartner, zullen boodschappen vollediger worden overgebracht, omdat deze gevoelens en emoties kunnen bevatten die nodig zijn in bepaalde situaties (Daft, Lengel, & Trevino, Message Equivocality, Media Selection, and Manager Performance: Implications for Information Systems, 1987). De boodschap wordt in gesproken taal weergegeven en is daarom in staat begrippen en ideeën beter over te brengen, dan wanneer de boodschap tekstgebaseerd is. Taalvariatie geeft het bereik van de betekenis aan die overgebracht kan worden (Daft & Winington, Language and Organization, 1979). Arme media kanalen zoals bieden geen onmiddellijke feedback en de boodschap is tekstgebaseerd. Rijke media zijn volgens Daft en Lengel (1986) geschikter dan arme media voor het overbrengen van complexe en gevoelige boodschappen. Arme media zijn echter geschikt voor taken of boodschappen die eenduidig en simpel zijn. In Figuur 4, zijn de verschillende media in afnemende volgorde van rijkheid te zien. 2 Cues die verstuurd kunnen worden zijn lichaamshouding, stemtoon en gezichtsexpressie 12

13 Figuur 4: Media in afnemende volgorde van rijkheid (Daft & Lengel, 1986) Net als de SPT gaat de MRT ervanuit dat het type taak bepaalt welk medium het meest geschikt is. Beide theorieën gaan er ook vanuit dat mensen een rationele keuze maken op basis van het type taak. Zo zullen mensen bij taken die ambigu zijn, kiezen voor een rijk kanaal. Bij taken die niet complex zijn zal er automatisch gekozen worden voor een arm kanaal. Er is veel kritiek geuit op de MRT. De MRT gaat ervanuit dat media verschillen in rijkheid en dat het type taak bepaalt welk medium gekozen moet worden om zo effectief mogelijk te kunnen communiceren. Critici opperen dat de karakteristieken van media, zoals die door de MRT worden benoemd, niet overanderbaar zijn. Zo zijn er verschillende theorieën die voortborduren op of aanpassingen voortstellen in de MRT. Deze theorieën zijn onder andere de Social Influence Model (SIM), de Symbolic Interactionism (SI) en de Channel Expansion Theory (CET) (Pieterson, 2009). Zoals aan het begin van dit hoofdstuk aangegeven, zal er niet verder worden ingegaan op deze theorieën, omdat deze theorieën subjectieve factoren, zoals sociale invloed, hanteren die moeilijk te toetsen zijn. In de case study bij de gemeente Leeuwarden zijn er geen gegevens beschikbaar die de onderzoeker in staat stellen subjectieve factoren te toetsen Social Information Processing Theory De Social Information Processing Theory (SIPT) geeft aan dat het ontbreken van non-verbale signalen bij Computer-Mediated Communication 3 (CMC) geen rol hoeft te spelen voor het opbouwen van online relaties (Walther, 1996). De ontwikkeling van relaties kan bij CMC 3 Computer-Mediated Communication (CMC) is het proces waarbij mensen informatie uitwisselen met behulp van een telecommunicatiesysteem die het mogelijk maakt berichten te coderen, te versturen en vervolgens te decoderen (December, 1996). 13

14 meer tijd in beslag nemen dan bij FTF-relaties. Online relaties hebben volgens de SIPT als voordeel dat relaties die in de FTF-wereld geen kans van slagen hebben, wel mogelijk zijn via online communicatie. Een voorbeeld hiervan is een grote geografische afstand tussen personen (Walther, 1996). Walther (1996) toont in zijn onderzoek aan dat CMC-deelnemers beter in staat zijn te plannen en na te denken over hetgeen ze willen verwoorden, zonder daarbij afgeleid te worden door de fysieke verschijning of stemattributen van de andere persoon. Hierdoor heeft de CMC-deelnemer meer tijd om zinnen te construeren. Volgens Walther (1996) kan het ontbreken van cues zoals lichaamshouding eerder voor een optimaliserend effect zorgen dan andersom. Zo hoeft er nooit gelet te worden op een goede lichaamshouding, een glimlach op het gezicht en vooral dat men met een geïnteresseerde blik moet blijven kijken. Al deze factoren kunnen de aandacht van de daadwerkelijke boodschap afleiden, doordat de deelnemer er meer aandacht aan besteedt. Herring (2001) geeft in haar onderzoek ook aan dat met name asynchrone communicatie, zoals , de gebruiker de gelegenheid biedt om een boodschap goed te verwoorden. Ook krijgt de gebruiker de mogelijkheid tot het bewerken van de boodschap totdat het gewenste resultaat bereikt is, dat tevens passend is in de context waarvoor het bedoeld is. De mogelijkheid tot het bewerken van de boodschap totdat het gewenste resultaat bereikt is, is er vaak niet bij synchrone communicatie. Herrings bevindingen hebben veel overeenkomsten met die van Walther's Social Information Processing Theory. In de volgende paragraaf worden eerdere onderzoeken naar kanaalkeuze en kanaalgebruik behandeld. 2.2 Gerelateerd onderzoek naar kanaalkeuze en kanaalgebruik Zoals eerder in dit hoofdstuk aangegeven wordt er in dit rapport een onderscheid gemaakt tussen kanaalkeuze en kanaalgebruik. Kanaalkeuze verwijst naar de reden om een kanaal te gebruiken in een specifieke situatie. Kanaalgebruik gaat over het gebruik gedurende een langere periode (Pieterson, et al., 2007). Er zijn verschillende onderzoeken gedaan die geprobeerd hebben vast te stellen of er factoren zijn die kanaalkeuze beïnvloeden. Deze zijn met name onderzoeken van Reddick (2004), Thomas en Streib (2003) en van Dijk, et al. (2006). Het is voor dit onderzoek interessant om te kijken hoe deze onderzoekers te werk zijn gegaan en wat de uitkomsten van hun onderzoeken zijn, omdat de resultaten van de onderzoeken en de methoden van onderzoek ook bij de case study bij de gemeente Leeuwarden van belang kunnen zijn. Naast factoren die kanaalkeuze beïnvloeden, is het ook goed om naar eerdere onderzoeken te kijken die het kanaalgebruik van burgers gedurende een paar jaar bestuderen. Dit stelt de onderzoeker in staat vast te stellen of er gedurende de onderzochte jaren een verandering is 14

15 gekomen in het kanaalgebruik. De veranderingen die te zien zijn in de resulaten van deze onderzoeken kunnen dan vergeleken worden met de verandering in kanaalgebruik bij de burgers van de gemeente Leeuwarden Gerelateerd onderzoek naar kanaalkeuze Er is over het kanaalgedrag van mensen nog niet veel bekend. Er zijn nog geen theorieën die in staat zijn het kanaalgedrag te verklaren en te voorspellen. Toch zijn er al verschillende onderzoeken gedaan die trachten aan te tonen dat er factoren zijn die kanaalkeuze beïnvloeden. Wanneer er met zekerheid vastgesteld kan worden dat er factoren zijn die kanaalkeuze beïnvloeden en in welke mate, kan dit leiden tot het voorspellen van kanaalgedrag. Thomas en Streib (2003) hebben onderzoek gedaan naar terugkerende patronen bij burgers in hun contacten met de overheid en met name burgers die gebruik maken van overheidswebsites. Het onderzoek van Thomas en Streib is gebaseerd op de resultaten van een survey die erop gericht was na te gaan hoe burgers uit Georgia contact met overheid zoeken via het internet. Het onderzoek heeft uitgewezen dat het zoeken naar informatie de belangrijkste reden is voor het bezoeken van een overheidswebsite. Daarna volgen het zoeken naar contactinformatie en het aanvragen van diensten. Andere uitkomsten van het onderzoek zijn dat het bezoeken van overheidswebsites vaker voorkomt bij burgers met hogere inkomens en burgers met een hogere opleiding. Mensen met een hogere leeftijd bezoeken minder vaak de website. Er is geen verschil te onderscheiden in gender. Reddick (2004) heeft ook onderzoek gedaan naar het gebruik van elektronische overheidsdiensten door burgers. Reddick's onderzoek is gebaseerd op de uitkomsten van een telefonische survey. De survey is gedaan onder Amerikaanse burgers, die al eerder een overheidswebsite hebben bezocht. Zijn onderzoek heeft uitgewezen dat ambtenaren vaker overheidswebsites bezoeken dan niet-ambtenaren. De mate van internetervaring bleek ook bepalend te zijn voor het zoeken van informatie op overheidswebsites. Reddick heeft met zijn onderzoek aangetoond dat burgers met een hoog inkomen vaker gebruik maken van elektronische overheidsdiensten. Demografische factoren zoals een hogere leeftijd (55-65) bleken een negatief effect te hebben op het kiezen voor elektronische overheidsdiensten. van Dijk, et al. (2006) hebben een raamwerk van factoren voorgesteld, die mogelijk invloed hebben op de intentie voor het gebruiken van elektronische overheidsdiensten. Hun onderzoek, dat gebaseerd is op een survey die gehouden is onder Nederlandse burgers, heeft aangetoond dat de intentie tot gebruik en het daadwerkelijk gebruik van overheidsdiensten van elkaar verschillen. Een verklaring voor het verschil tussen intentie en daadwerkelijk gebruik is volgens van Dijk, et al. (2006) dat er een gebrek aan kennis is bij de 15

16 burgers over de beschikbare elektronische overheidsdiensten. Het raamwerk van voorgestelde factoren die samenhangen met het gebruik van elektronische overheidsdiensten is te zien in figuur 5. Figuur 5: Raamwerk van factoren die samenhangen met het gebruik van elektronische overheidsdiensten (van Dijk, et al., 2006) De survey, die onder Nederlandse burgers is gehouden, wijst ook uit dat jongere, hoger opgeleide en ervaren internetgebruikers een positievere houding hebben naar het gebruik van elektronische overheidsdiensten. Maar de Nederlandse burger in het algemeen heeft ook een positieve houding naar deze diensten toe. Ondanks deze positieve houding worden de balie en telefoon nog steeds het meest gebruikt als communicatiekanaal naar de overheid toe. Thomas en Streib (2003), Reddick (2004) en van Dijk, et al. (2006) hebben allemaal een verband gevonden tussen het gebruik van overheidswebsites en demografische gegevens Gerelateerd onderzoek naar kanaalgebruik Naast factoren die kanaalkeuze beïnvloeden is het goed om te kijken naar eerdere onderzoeken, die het kanaalgebruik van burgers bestuderen. Er zijn verschillende onderzoeken gedaan die nagaan of er gedurende een paar jaar verandering is opgetreden in het kanaalgebruik. Met de komst van het digitale kanaal werd door vele organisaties verwacht dat dit kanaal alle andere kanalen zou verslaan en het meest gebruikte communicatiekanaal zou worden. Dit is niet uitgekomen en Pieterson et. al. (2007) tonen in hun onderzoek aan dat mensen het digitale kanaal als supplementair ten opzichte van de reeds bestaande kanalen gebruiken. 16

17 Kanaal Land Verenigde Staten (2004) Zwitserland (2005) Canada (2003) Australië (2005) Nederland (2006) Balie 20% 55% 48% 46% 25% Telefoon 42% 54% 55% 28% 32% Post (of Fax) 17% 24% 25% 13% 23% Internet 29% 14% 30% 19% 20% * Totaal aan percentages kan meer dan 100% zijn, omdat gebruikers meer dan een kanaal gebruikt kunnen hebben ** Er zijn gegevens van verschillende jaren gebruikt Zwitserland (Berner Fachhochschule & Unisys, 2005); Australië (Australian Government, 2005); Nederland (van Dijk et. al., 2006); Verenigde Staten (Horrigan, 2004) en Canada (Frin Research, 2003). Tabel 1: Kanaalgebruik in verschillende landen (Pieterson, 2009) Tabel 1 toont een overzicht van het kanaalgebruik in verschillende landen en is voortgekomen uit verschillende onderzoeken. Uit het overzicht blijkt dat in twee van de vijf landen, Zwitserland en Australië, de balie het vaakst gebruikt wordt als communicatiekanaal. In drie van de vijf landen, waaronder Nederland, wordt de telefoon het vaakst gebruikt als communicatiekanaal. De traditionele kanalen worden dus nog steeds vaker gebruikt dan het digitale kanaal. Het digitale kanaal wordt zoals Pieterson, et. al. (2007) uitdrukkken als supplementair op de traditionele kanalen gebruikt wordt. Kanaal * 2006* Balie 36% 33% 23% Telefoon 26% 28% 30% Post (of Fax) 31% 24% 18% Website 7% 13% 21% 2001 (Dialogic,2001); 2004 (Bongers, et.al.,2004); 2006 (van Dijk et. al., 2006) * Het totaal aan percentages in 2004 en 2006 is minder dan 100%. In het rapport van Pieterson et. al., (2007) van waar deze tabel is overgenomen is niet aangegeven wat de reden hiervan is. Tabel 2: Ontwikkeling kanaalgebruik 2001, 2004, 2006 in Nederland (Pieterson, et al., 2007) In Tabel 2 is de ontwikkeling van het kanaalgebruik te zien voor de jaren 2001 t/m 2006 voor contacten van burgers naar de overheid toe in Nederland. Uit het overzicht is af te leiden dat het aantal contacten via de balie en de post een dalende trend vertoont en de website een groeiende trend. In 2006 is de telefoon het meest gebruikte communicatiekanaal. 17

18 70.00% 60.00% 50.00% 40.00% 30.00% 20.00% 10.00% 0.00% Telephone Personal Internet % 6.30% 30.50% % 6.00% 34.70% % 5.20% 46.80% % 3.00% 59.40% Figuur 6: Kanaalgebruik 2002 t/m 2005 bij de klanten van de Nederlandse Belastingdienst (Ebbers, 2007) In Figuur 6 is er een overzicht gegeven van het kanaalgebruik van klanten van de Nederlandse Belastingdienst. Het gebruik van de traditionele kanalen neemt af en het gebruik van de website neemt toe. In 2002 was de telefoon het meest gebruikte communicatiekanaal en in 2005 was dat de website. Het gebruik van de telefoon neemt veel sterker af dan het gebruik van de balie (%) (n) (%) (n) (%) (n) (%) (n) Telefoon 63,20% ,30% ,00% ,60% Balie 6,30% 875 6,00% 870 5,20% 884 3,00% 924 Internet 30,50% ,70% ,80% ,40% Totaal 100,00% ,00% ,00% ,00% Tabel 3: Kanaalgebruik 2002 t/m 2005 bij de klanten van de Nederlandse Belastingdienst (Ebbers, 2007) In Tabel 3 is te zien dat behalve dat het kanaalgebruik van de klanten van de Nederlandse belastingdienst verandert, het aantal contacten met de belastingdienst zeer snel toeneemt. In 2005 is het aantal contacten zelfs meer dan twee keer het aantal contacten in Pieterson (2009) zegt dat uit deze cijfers te concluderen valt dat het toenemende aantal contacten aangeeft dat klanten meerdere kanalen gebruiken in hun contacten. Van Dijk, et al. (2006) tonen in hun onderzoek ook aan dat burgers multi-channelers zijn en dat ze in hun contacten met de overheid gemiddeld drie kanalen gebruiken. 18

19 Telephone Personal Internet Figuur 7: Overzicht van het kanaalgebruik van 2001 t/m 2007 van de IB-Groep (IB-groep, 2007) In Figuur 7 is een overzicht te zien van het kanaalgebruik van de IB-Groep gedurende de jaren 2001 t/m In het overzicht van het kanaalgebruik van de IB-Groep is te zien dat het aantal telefooncontacten en baliebezoeken in de jaren 2001 t/m 2007 vrij constant blijft en dat het aantal internetbezoekers een duidelijke toename vertoont. In dit hoofdstuk zijn de Social Presence Theory, de Media Richness Theory en de Social Information Processing Theory behandelt. Naast de mediatheorieën is er in dit hoofdstuk ook gekeken naar eerdere onderzoeken die gerelateerd zijn aan kanaalgebruik en kanaalkeuze. Zo is uit eerder onderzoek gebleken dat burgers met bepaalde demografische kenmerken vaker gebruik maken van elektronische overheidsdiensten. Uit eerdere onderzoeken blijkt ook dat burgers meerdere kanalen per contact met de overheid gebruiken. De mediatheorieën en resultaten van eerdere onderzoeken zullen in dit onderzoek geverifieerd worden middels een case study van het waargenomen kanaalgedrag van burgers van de gemeente Leeuwarden. 19

20 3. Methode van onderzoek Bij de case study bij de gemeente Leeuwarden wordt de nadruk gelegd op het in kaart brengen van verschillende data met betrekking tot het kanaalgebruik en de kanaalkeuze van de burgers van de gemeente Leeuwarden, om hieruit verbanden te kunnen tussen kanaalgebruik, kanaalkeuze en het waargenomen kanaalgedrag van de burgers van de gemeente Leeuwarden te halen. Aan de hand van de gegevens van de case study kan samenhang tussen demografische factoren en kanaalkeuze ontdekt worden. Hoewel er nog niet veel bekend is over de verschillende factoren die kanaalkeuze kunnen beïnvloeden, zijn er toch enkele onderzoeken die daar hun vermoedens over uitspreken en samenhang met factoren hebben aangetoond. Deze factoren zullen ook in dit onderzoek getoetst worden. Alvorens verder in te gaan op de methode van onderzoek, zal er kort ingegaan worden op de gemeente Leeuwarden als organisatie, zodat er een beeld geschetst kan worden over het verband waarin dit onderzoek gedaan is. 3.1 De gemeente Leeuwarden als organisatie De gemeente Leeuwarden is net als alle andere gemeenten in Nederland onderverdeeld in twee gedeelten, namelijk het bestuur en de ambtelijke organisatie. Het bestuur van de gemeente Leeuwarden bestaat uit de Gemeenteraad, het college van Burgemeesters en Wethouders (B&W) en de verschillende commissies. Het bestuur besluit over het beleid, het maken van plannen en goedkeuren van begrotingen en neemt allerlei andere beslissingen, bijvoorbeeld met betrekking tot het onderwijs, de sociale en culturele voorzieningen en de werkgelegenheid, die van belang zijn voor de gemeente Leeuwarden. De gemeenteraad is de volksvertegenwoordiging en daarmee het hoogste bestuursorgaan van de gemeente. De gemeenteraad telt zevenendertig raadsleden verdeeld over elf fracties. Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor het dagelijkse bestuur van de gemeente. Zo maakt het college plannen en beleid voor de gemeente en is de Gemeenteraad verantwoordelijk voor de financiën en beslist de raad of die plannen doorgaan. De burgemeester is de voorzitter van het college en van de gemeenteraad. De gemeenteraad wordt ondersteund door een aantal ambtenaren werkzaam bij de Griffie. Ruim duizend medewerkers van de gemeente Leeuwarden voeren de plannen en het beleid van het gemeentebestuur uit. De meeste ambtenaren werken op het Stadskantoor aan het Oldehoofsterkerkhof. 3.2 Dataverzameling Bij dit onderzoek is geprobeerd om zoveel mogelijk gegevens te gebruiken die de gemeente Leeuwarden al in haar bezit heeft. Er is gewerkt met objectieve data. Met objectieve data wordt bedoeld alle gegevens die zich beperken tot feiten, waarnemingen en vaststellingen, zonder beïnvloed te zijn door individuele gevoelens of vooroordelen. Ook gegevens die bij 20

21 een voldoende grote steekproef van een doelgroep verkregen zijn en getoetst zijn aan een aantal relevante criteria, vallen onder objectieve data (Encyclo). Hieronder volgt een opsomming van de gegevens die de gemeente Leeuwarden ter beschikking heeft gesteld en die voor dit onderzoek relevant zijn en gebruikt konden worden om tot een antwoord te komen voor de algemene onderzoeksvraag. A. Survey data - Gemeente-enquête 2011 Om het jaar wordt er onder de burgers van de gemeente Leeuwarden een gemeenteenquête gehouden. Deze survey wordt per traditionele post verstuurd naar een aselect gekozen groep burgers. De groep bestaat uit burgers ouder dan 18 jaar. De survey is niet in eerste instantie bedoeld om het kanaalgedrag van burgers van de gemeente Leeuwarden te kunnen bepalen. Toch kunnen er voor dit onderzoek interessante resultaten uit de survey gehaald worden. Een kopie van de vragenlijst is te vinden als bijlage A van dit rapport. Aan de gemeente-enquête 2011 hebben 436 burgers uit de gemeente Leeuwarden deelgenomen. De gemeente Leeuwarden telt inwoners (Gemeente Leeuwarden, 2009). Uit Figuur 8 blijkt dat dit een voldoende grote steekproef is bij een betrouwbaarheidsniveau van 95%. De uitkomsten geven aan hoeveel respondenten er minimaal nodig zijn. Betrouwbaarheidsniveaus van 90% en 95% worden het vaakst gebruikt in onderzoeken. De enquête is niet in de eerste plaats bedoeld om meer te weten te komen over het kanaalgedrag van burgers, maar richt zich over een tal van onderwerpen de burgers van de gemeente Leeuwarden aangaande. Enkele van de onderwerpen die gepeild worden zijn: Evenementen, koopzondagen, sportbeoefening en facliteiten, gezinssamenstelling en lokale politiek. Figuur 8: steekproefgrootte bij verschillende betrouwbaarheidsniveaus (Allesovermarktonderzoek) B. Survey data - Enquête digitale burgerpanel 2013 In 2013 is er een survey gehouden onder de leden van het digitale burgerpanel, die gericht was op het gebruik en de waardering van Sociale Media als vorm van overheidscommunicatie. Het digitale burgerpanel bestaat uit 550 leden, waarvan 249 leden 21

22 de enquête hebben ingevuld. Dit is een response van 45%. Een kopie van de vragenlijst is te vinden als bijlage B van dit rapport Leden van het digitale burgerpanel hebben zich vrijwillig opgegeven om ongeveer vijf keer per jaar een vragenlijst over de gemeente in te vullen. De leden zijn allemaal achttien jaar of ouder en inwoner van de gemeente Leeuwarden. Uit Figuur 8 valt af te leiden dat de steekproefgrootte voldoende is voor een betrouwbaarheidsniveau van 90%. C. Aanvragen diensten via de website Lijst van producten die via de website aangevraagd kunnen worden en het aantal aanvragen hiervan gedurende de jaren 2009 t/m 2012 zie bijlage C. D. Aanvragen diensten via de balie Lijst van het aantal producten die in de jaren 2010, 2011 en 2012 via de balie van de gemeente Leeuwarden zijn aangevraagd en afgegeven zie bijlage D. E. Aantal contacten via balie, telefoon en website. Aantal contacten gedurende de jaren 2010 t/m 2012 zie bijlage E. F. Klachtenoverzicht Overzicht van het aantal binnengekomen klachten gedurende de periode 12/04/2012 t/m 11/02/2013. Het kanaal dat gebruikt is om de klacht te melden en het onderwerp van de klacht is bekend zie bijlage F. G. Zoektermen website Over de jaren 2009 t/m 2012 zijn het aantal 4 bezoeken en de top 100 zoektermen bekend die gebruikt zijn in Google en die ertoe geleid hebben dat de gebruiker op de website van de gemeente Leeuwarden is beland. Het aantal contacten en de zoektermen zijn verkregen m.b.v. Google Analytics zie bijlage G. 3.3 Aanpak In dit gedeelte wordt besproken hoe de hierboven beschreven beschikbare data van de gemeente Leeuwarden gebruikt wordt om antwoord te kunnen geven op de algemene onderzoeksvraag. 4 Het aantal contacten via de website is betrouwbaar, maar er kan niet gesteld worden, dat alleen burgers van de gemeente Leeuwarden een bezoek brengen aan de website. De website kan ook gebruikt worden voor buitenlandse toeristen en burgers van overige gemeenten, die informatie over de gemeente Leeuwarden wensen te krijgen. 22

23 De algemene vraag horende bij dit onderzoek is: Kunnen bestaande theorieën en hypothesen over kanaalgebruik en kanaalkeuze geverifieerd worden aan de hand van het waargenomen kanaalgedrag van de burgers van de gemeente Leeuwarden? Om antwoord op deze vraag te geven zijn de volgende subvragen opgesteld: 1. Welke bestaande theorieën en onderzoeken naar kanaalkeuze en kanaalgebruik zijn er? 2. Welke diensten kunnen elektronisch aangevraagd worden en is er vrije kanaalkeuze bij de gemeente Leeuwarden? 3. Hoe ziet het kanaalgebruik van de burgers van de gemeente Leeuwarden eruit? Welk kanaal wordt het meest gebruikt? o Welk kanaal wordt het vaakst gebruikt bij het aanvragen van diensten? o Welke diensten worden het vaakst elektronisch aangevraagd? o Welk kanaal wordt het vaakst gebruikt bij het indienen van klachten? Gebruiken de inwoners van de gemeente Leeuwarden meerdere kanalen per contact bij de gemeente Leeuwarden? 4. Waarvoor wordt de website van de gemeente Leeuwarden het meest gebruikt? 5. Is er een verschil waar te nemen in het gebruik van elektronische diensten en de website bij burgers met bepaalde demografische kenmerken? Theorieën en onderzoeken naar kanaalkeuze en kanaalgebruik Middels literatuurstudie is er gezocht naar theorieën binnen de computer-mediated communication 5 en de multichannel-management 6 velden. Aan de hand van de literatuurstudie zijn bepaalde theorieën naar voren gekomen, die behandeld zijn in het theoretisch kader van dit rapport. Deze In dit onderzoek wordt er alleen gekeken naar de SPT, de MRT en de SIPT, omdat deze theorieën, zoals eerder gezegd nog steeds als basisuitgangspunt gebruikt worden in verschillende onderzoeken. De theorieën worden in dit onderzoek gebruikt om de resultaten gevonden bij de gemeente Leeuwarden te kunnen verifiëren. De SIM, de SI en de CET zijn subjectieve theorieën, die moeilijk te verifiëren zijn vanwege de subjectieve factoren. Daarnaast is er bij de gemeente Leeuwarden geen data beschikbaar die het mogelijk maakt deze subjectieve factoren te kunnen verifiëren. 5 Computer-Mediated Communication (CMC) is het proces waarbij mensen informatie uitwisselen met behulp van een telecommunicatiesysteem die het mogelijk maakt berichten te coderen, te versturen en vervolgens te decoderen (December, 1996). 6 Multichannel-management is de benaming voor het optimaal inzetten van de diverse communicatiekanalen waar een onderneming over beschikt (Pieterson, et al., 2007) 23

24 Eerdere onderzoeken naar kanaalgebruik zijn eveneens al behandeld in het theoretisch kader, hoofdstuk 2 van dit rapport Elektronische diensten gemeente Leeuwarden Verschillende diensten bij de gemeente Leeuwarden worden elektronisch aangeboden. Om te weten of er bij de gemeente Leeuwarden vrije kanaalkeuze is, is er een inventarisatie gemaakt van de diensten die elektronisch aangevraagd kunnen worden. Aan de hand van deze lijst wordt nagegaan via welke andere kanalen de diensten aangevraagd kunnen worden. Hieruit blijkt of er, zoals verwacht wordt, vrije kanaalkeuze is bij de gemeente Leeuwarden. Er kan ook andersom geredeneerd worden. In dit geval moeten alle diensten die via de traditionele kanalen aangeboden worden ook via het digitale kanaal aangevraagd kunnen worden om te zeggen dat er vrije kanaalkeuze is. In dit onderzoek zal de eerstgenoemde methode gebruikt worden, omdat het bij verschillende diensten, zoals het aanvragen van een paspoort, wettelijk nog niet mogelijk is deze digitaal aan te vragen Kanaalgebruik gemeente Leeuwarden Om het kanaalgebruik van de burgers van de gemeente Leeuwarden in kaart te brengen, wordt gebruik gemaakt worden van de lijsten van diensten die via de balie en de website zijn aangevraagd. Door een overzicht te creëren van de gebruikte kanalen, kan bepaald worden welk kanaal het meest gebruikt is bij de gemeente Leeuwarden. De vergelijking stelt de onderzoeker in staat vast te stellen of per kanaal bepaald kan worden of er specifieke diensten zijn die vaak via de website worden aangevraagd. Er zijn alleen gegevens bekend van diensten die via de website en de balie zijn aangevraagd. Sommige diensten kunnen ook telefonisch of schriftelijk aangevraagd worden. De website en de balie zijn in het algemeen het meest gebruikte kanaal voor het aanvragen van diensten. Telefonische en schriftelijke aanvragen van diensten worden daarom bij dit onderzoek buiten beschouwing gelaten. De vergelijking van de aanvraag van diensten, wordt alleen gemaakt voor diensten die ook elektronisch aangevraagd kunnen worden. Tussen de diensten wordt een onderscheid gemaakt op basis van de complexiteit van de aanvraagprocedure via de website. Door een onderscheid te maken tussen de diensten op basis van complexiteit, kan de MRT geverifieerd worden. De MRT stelt dat burgers bij complexe taken voor rijke kanalen kiezen. De complexiteit van de aanvraagprocedure wordt bepaald aan de hand van twee parameters. Het wel/niet verplicht inloggen via DigiD 7 en of er wel/geen online betaling moet plaatsvinden bij de aanvraag. Het inloggen via DigiD en de online betaling maken het aanvragen van elektronische diensten complexer dan als deze niet vereist zouden zijn. 7 DigiD staat voor Digitale Identiteit en wordt gebruikt als legitimatiebewijs voor personen op websites 24

25 Het kanaalgebruik voor het indienen van klachten wordt ook in kaart gebracht. Bij de klachten is het zo, dat die ingediend kunnen worden via de website, balie, telefonisch, via e- mail en per post. Klachten zijn vaak ambigu. De MRT stelt dat in geval van ambiguïteit, burgers voor rijke kanalen zullen kiezen. Door het kanaalgebruik bij klachten van de burgers van de gemeente Leeuwarden in kaart te brenger is de onderzoeker in staat de MRT ook op dit punt te verifiëren De Website van de gemeente Leeuwarden Door het aantal websitebezoeken van de jaren 2009 t/m 2012 te vergelijken wordt een beeld gevormd van de toe- of afname van het gebruik van de website. Er wordt een toename verwacht van het gebruik van de website. Om te weten waarvoor de website het meest gebruikt wordt kunnen de zoektermen die gebruikt zijn in Google gebruikt worden. De zoektermen worden ingedeeld in categorieën t.w. Informatie, Contact Informatie, Aanvraag diensten, Klachten, Vacatures enzovoorts. Aan de hand hiervan komt naar voren waarnaar er het vaakst wordt gezocht en zo wordt er dan een beeld gecreëerd over het gebruik van de website. De zoektermen van de website zijn beschikbaar voor de jaren 2010 t/m 2012, dus er kan ook nog een vergelijking gemaakt worden tussen het gebruik van de website gedurende deze jaren Verschil in gebruik elektronische diensten aan de hand van demografische factoren In het theoretisch kader van dit rapport, Hoofdstuk 2, zijn er eerdere onderzoeken genoemd van Reddick (2004), Thomas en Streib (2003) en van Dijk, et al. (2006) die hebben aangetoond dat er demografische factoren zijn zoals leeftijd en inkomen die invloed hebben op het al dan niet gebruik maken van elektronische overheidsdiensten. Het is interessant om te weten te komen of deze factoren ook bij de burgers van de gemeente Leeuwarden een rol spelen bij het gebruiken van elektronische overheidsdiensten. Aan de hand van de eerdere onderzoeken en de beschikbare data uit de gemeente-enquête 2011, zie bijlage A zijn er hypothesen opgesteld. Door de opgestelde hypothesen te bewijzen of te verwerpen kan vastgesteld worden of de resultaten van de eerdere onderzoeken wel of niet ondersteund worden door de resultaten van de case study bij de gemeente Leeuwarden. De hypothesen zijn: H1: Er is geen verschil in gender bij de aanvraag van elektronische diensten en het bezoeken van de website van de gemeente Leeuwarden. 25

26 H2: Burgers met een wetenschappelijke opleiding zullen vaker gebruik maken van elektronische diensten en de gemeentewebsite. H3: Burgers met hogere inkomens (> 2000) zullen vaker gebruik maken van elektronische diensten en de gemeentewebsite. H4: Een hogere leeftijd (>55 jaar) heeft een negatieve invloed op het gebruik van elektronische diensten en de gemeentewebsite. H5: Burgers die verder van het stadskantoor van de gemeente Leeuwarden wonen, zullen vaker dan anderen gebruik maken van elektronische diensten. De hypothesen worden getoetst aan de hand van de gemeente-enquête data, bijlage A. De vragen die gebruikt worden zijn: Heeft u de site van de gemeente Leeuwarden, de afgelopen 12 maanden bezocht? ; Heeft u al een DigiD (aangevraagd)? ; Heeft u met uw DigiD al eens gebruik gemaakt van een of meer digitale producten of diensten op Er worden kruistabellen gemaakt met deze vragen en de demografische gegevens. Om vast te kunnen stellen of er inderdaad een verband is tussen de demografische gegevens en het wel/niet gebruiken van elektronische diensten en de gemeentewebsite wordt de Chikwadraat toets gebruikt. De Chi-kwadraat toets is een non-parametrische toets die gebruikt wordt in gevallen waar er een verband tussen gegevens vastgesteld moeten worden die verzameld zijn op ordinaal 8 of nominaal 9 niveau, zoals ook de gegevens bij de case study bij de gemeente Leeuwarden. Andere non-parametrische toetsen zijn de toets van Wilcoxon, de mediaan-toets, de Kruskal-Wallis, de Friedman tweewegs-rangorde-variantieanalyse. De Chikwadraat is de meest populaire non-parametrische toets (Hox, 1999). De Chi-kwadraat toets wordt gebruikt om na te gaan of een afwijking het gevolg is van toeval of niet. Iedere afwijking kan door toeval ontstaan, maar de grens die bij dit onderzoek wordt getrokken is 5%. Als de kans op de gevonden afwijking kleiner is dan 5% (p=0.05), dan zijn de resultaten van de steekproef significant (=betekenisvol). Is de kans dat de afwijking door toeval ontstaat is kleiner dan 1% (p=0.01), dan zijn de resultaten van de steekproef zeer significant. Bij de uitkomsten van de kruistabellen wordt telkens een steekproef genomen om na te gaan of de resultaten significant zijn of niet. 8 Een ordinale schaal geeft een rangorde aan. Een voorbeeld hiervan is opleiding: vmbo, havo, vwo. 9 Een nominale schaal benoemd iets. Een voorbeeld hiervan is geslacht: man of vrouw. 26

Wikken en Wegen van Burgers op een Balans van Kanalen

Wikken en Wegen van Burgers op een Balans van Kanalen Wikken en Wegen van Burgers op een Balans van Kanalen Prof. Dr. Jan van Dijk Universiteit Twente Kanaalgedrag in Gebruikersperspectief Plaats BURGER (kenmerken) Kiest Gebruikt Evalueert KANAAL SITUATIE

Nadere informatie

Uitkomsten kanaalkeuze onderzoek

Uitkomsten kanaalkeuze onderzoek Uitkomsten kanaalkeuze onderzoek Gemeenten Zwolle Emmen & Tilburg 19 september 2008 Dr. Marije L. Teerling Inhoud In deze slides worden de belangrijkste uitkomsten van het kanaalkeuze onderzoek dat de

Nadere informatie

Workshop 1: Kanaliseren van Klanten. Marije Teerling, Telematica Instituut,

Workshop 1: Kanaliseren van Klanten. Marije Teerling, Telematica Instituut, Kanalen in Balans Workshop 1: Kanaliseren van Klanten Deel 1 Marije Teerling, Telematica Instituut, marije.teerling@telin.nl Willem Pieterson, Universiteit Twente, w.j.pieterson@utwente.nl Kanalen in Balans

Nadere informatie

Elektronische dienstverlening

Elektronische dienstverlening Hoofdstuk 4 Elektronische dienstverlening Samenvatting Bewoners kunnen voor steeds meer diensten gebruik maken van de website van de gemeente. De beschikbaarheid van internet mag hierbij vrijwel geen beperkingen

Nadere informatie

OPZET VAN HET ONDERZOEK EERSTE RESULTATEN VAN ONDERZOEK IOV KING

OPZET VAN HET ONDERZOEK EERSTE RESULTATEN VAN ONDERZOEK IOV KING OPZET VAN HET ONDERZOEK EERSTE RESULTATEN VAN ONDERZOEK IOV KING 14+NETNUMMER BURGERONDERZOEK LIDWIEN VAN DE WIJNGAERT SANNE TEN TIJE MARLOES JANSEN - Surveyonderzoek - 637 respondenten - Online Internet

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Inleiding. RESULTATEN ENQUÊTE ONLINE COMMUNICATIE Gemeente Staphorst. Juli 2015

Inleiding. RESULTATEN ENQUÊTE ONLINE COMMUNICATIE Gemeente Staphorst. Juli 2015 Pagina 1 van 5 Inleiding Van 2 t/m 13 april hebben inwoners de gelegenheid gekregen hun mening te geven over de online communicatie van de gemeente Staphorst. In deze enquête werd gevraagd hoe tevreden

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Stad en raad Een Stadspanelonderzoek

Stad en raad Een Stadspanelonderzoek Stad en raad Een Stadspanelonderzoek Kübra Ozisik 13 Juni 2016 Laura de Jong www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Inleiding... 2 2. Resultaten... 3 2.1 Respons... 3

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009 Gemeentelijke Dienstverlening Omnibus 2009 Afdeling O&S Februari 2009 2 Samenvatting Inwoners vinden dat de gemeente haar dienstverlening heeft verbeterd De inwoners van s-hertogenbosch beoordelen de gemeentelijke

Nadere informatie

Gedrag in organisaties, 9e editie Stephen P. Robbins en Timothy A. Judge. Hoofdstuk 10. Communicatie

Gedrag in organisaties, 9e editie Stephen P. Robbins en Timothy A. Judge. Hoofdstuk 10. Communicatie Gedrag in organisaties, 9e editie Stephen P. Robbins en Timothy A. Judge Hoofdstuk 10 Communicatie 1 Na bestudering van dit hoofdstuk ben je in staat om: 1. Het communicatieproces te beschrijven. 2. De

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 220 Nederlandse Samenvatting Summary in Dutch Teams spelen een belangrijke rol in moderne organisaties (Devine, Clayton, Phillips, Dunford, & Melner, 1999; Mathieu, Marks, & Zaccaro, 2001). Doordat teams

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM RAPPORT OKTOBER 2017 Discriminatiemonitor TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM Midden-Drenthe Colofon Titel Discriminatiemonitor Midden-Drenthe Datum Oktober 2017 Trendbureau Drenthe, onderdeel

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Glazen Huis peiling Leids JongerenPanel. Colofon. Serie Statistiek 2011 / 08

Glazen Huis peiling Leids JongerenPanel. Colofon. Serie Statistiek 2011 / 08 Glazen Huis 2011 peiling Leids JongerenPanel Colofon Serie Statistiek 2011 / 08 Gemeente Leiden Afdeling Strategie en Onderzoek, BOA Postbus 9100, 2300 PC Leiden E-mail: boa@leiden.nl Website: www.leiden.nl/jongerenpanel

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Onderzoek website 2015

Onderzoek website 2015 Onderzoek website 2015 Februari 2015 O n d e r z o e k w e b s i t e 2 0 1 5 P a g i n a 2 Inleiding In opdracht van het Webteam is begin 2015 een onderzoek uitgevoerd naar de bekendheid en het gebruik

Nadere informatie

Resultaten van het Burgerpanel van Bunnik over sociale media 26 januari 2012

Resultaten van het Burgerpanel van Bunnik over sociale media 26 januari 2012 Resultaten van het Burgerpanel van Bunnik over sociale media 26 januari 2012 Inleiding Van 20 december 2011 tot en met 9 januari 2012 stond de tweede enquête van het Burgerpanel van Bunnik online. Alle

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het

Nadere informatie

HinT aan huis. Dr Eugène Loos. Universiteit Utrecht, Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschap. 14 december 2001

HinT aan huis. Dr Eugène Loos. Universiteit Utrecht, Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschap. 14 december 2001 HinT aan huis Pilot-onderzoek in de Gemeente Hengelo naar de ervaringen van burgers en consulenten met een nieuw medium om het niet-gebruik van sociale voorzieningen tegen te gaan Dr Eugène Loos Universiteit

Nadere informatie

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en Inhoudsopgave Dankwoord 5 Lijst van gebruikte Afkortingen 9 Lijst van figuren 15 Lijst van tabellen 16 1. Algemene inleiding 19 1.1. Inspiraties voor het onderzoek 24 1.2. Praktische relevantie van het

Nadere informatie

Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn

Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn Oktober 2015 2 Management Summary Inleiding Ongeveer een jaar geleden heeft de gemeenteraad van Borger-Odoorn besloten om de winkels in haar gemeente

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen Pre-Academisch Onderwijs Ontwikkelingslijnen en leerdoelen LEERDOELEN PER ONTWIKKELINGSLIJN Ontwikkelingslijn 1: De leerling ontwikkelt een wetenschappelijke houding 1.1 De leerling ontwikkelt een kritische

Nadere informatie

ONDERZOEK WEBSITE. Gemeente Hulst. GfK Panel Services I mei 2013. GfK 2013 Onderzoek website gemeente Hulst 31 mei 2013 1

ONDERZOEK WEBSITE. Gemeente Hulst. GfK Panel Services I mei 2013. GfK 2013 Onderzoek website gemeente Hulst 31 mei 2013 1 ONDERZOEK WEBSITE Gemeente Hulst GfK Panel Services I mei 2013 GfK 2013 Onderzoek website gemeente Hulst 31 mei 2013 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Gebruik website Zoekmachine

Nadere informatie

Enquête op weg naar herstel

Enquête op weg naar herstel 21179801 Enquête op weg naar herstel - Beschrijving belangrijkste uitkomsten - Uitgevoerd in opdracht van VOORWOORD In opdracht van de gemeente Voorschoten is aan RenM Matrix opdracht gegeven voor het

Nadere informatie

Floriade Almere 2022 juli 2018

Floriade Almere 2022 juli 2018 Floriade Almere 2022 juli 2018 INLEIDING AANLEIDING ONDERZOEK In Almere vindt in 2022 de Floriade plaats. Deze zevende editie van de wereldtuinbouwtentoonstelling staat in het teken van Growing Green Cities,

Nadere informatie

De Burger kan het Niet Alleen! Prof. Jan A.G.M. van Dijk Center for egovernment Studies

De Burger kan het Niet Alleen! Prof. Jan A.G.M. van Dijk Center for egovernment Studies De Burger kan het Niet Alleen! Prof. Jan A.G.M. van Dijk Center for egovernment Studies PROGRAMMA De ambitie om in 2017 alle diensten digitaal aan te bieden Wat zijn de belemmeringen bij het aanbod (de

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Hoofdstuk 7. Elektronische dienstverlening en website

Hoofdstuk 7. Elektronische dienstverlening en website Hoofdstuk 7. Elektronische dienstverlening en website Samenvatting Van de Leidenaren heeft inmiddels 95% de beschikking over internet. Ruwweg betekent dit dat vrijwel alle Leidenaren tot 65 jaar over internet

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Klanttevredenheidsonderzoek Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Aanleiding, methode en respons Aanleiding Gedurende de afgelopen jaren heeft de gemeente Olst-Wijhe meerdere onderzoeken

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Economische visie. Inwonerspanel Gooise Meren Spreekt. Onderzoeksperiode: februari/ maart 2017 Referentie: 16013

Onderzoeksrapport Economische visie. Inwonerspanel Gooise Meren Spreekt. Onderzoeksperiode: februari/ maart 2017 Referentie: 16013 Onderzoeksrapport Economische visie Inwonerspanel Gooise Meren Spreekt Onderzoeksperiode: februari/ maart 2017 Referentie: 16013 Moventem Donderdag 9 maart 2017 Referentie: 16013 Pagina 1-1 van 17 Onderzoeksrapport

Nadere informatie

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk M201210 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk Arjan Ruis Zoetermeer, september 2012 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk De leeftijd van de ondernemer blijkt

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Het toetsen van nonparametrische variabelen

Hoofdstuk 8 Het toetsen van nonparametrische variabelen Hoofdstuk 8 Het toetsen van nonparametrische variabelen 8.1 Non-parametrische toetsen: deze toetsen zijn toetsen waarbij de aannamen van normaliteit en intervalniveau niet nodig zijn. De aannamen zijn

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het proefschrift. Hoofdstuk 2

Samenvatting (Summary in Dutch) Het proefschrift. Hoofdstuk 2 (Summary in Dutch) Het proefschrift Dit proefschrift is geschreven rondom de vraag hoeveel uur per week werkende mensen willen werken. Hierbij schenken we aandacht aan twee aspecten. 1 Het eerste aspect

Nadere informatie

Kwaliteitsonderzoek begeleiding

Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek Begeleiding najaar 2016 Pagina 1 van 18 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Werkwijze en verantwoording 5 Het doel van het onderzoek 5 Uitvoering onderzoek

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016 Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen Rapportage derde meting juni 2016 Introductie Waarom dit onderzoek? Zijn Nederlanders de afgelopen maanden anders gaan denken over de opvang van vluchtelingen

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

VERSCHILLEN IN WAARDERING VAN ZUID AFRIKA COMMUNICATIEKANALEN TUSSEN NEDERLAND EN. Bachelorscriptie. Lisette van Engelen

VERSCHILLEN IN WAARDERING VAN ZUID AFRIKA COMMUNICATIEKANALEN TUSSEN NEDERLAND EN. Bachelorscriptie. Lisette van Engelen VERSCHILLEN IN WAARDERING VAN COMMUNICATIEKANALEN TUSSEN NEDERLAND EN ZUID AFRIKA Bachelorscriptie Lisette van Engelen 0509779 Communicatie- en informatiewetenschappen Begeleider: mw. Prof. Dr. M. Gerritsen

Nadere informatie

Les 1: Communicatie en interactie + soorten communicatie

Les 1: Communicatie en interactie + soorten communicatie Les 1: Communicatie en interactie + soorten communicatie Gedurende de opleiding krijg je vakken die vallen onder: Communicatie 1,2,3,4 In periode 1 krijgen jullie communicatie 1 + 2 - Communicatie Luisteren

Nadere informatie

Internetpeiling ombuigingen

Internetpeiling ombuigingen Internetpeiling ombuigingen In opdracht van: Gemeente Sittard-Geleen januari 2012 Flycatcher Internet Research, 2004 Dit materiaal is auteursrechtelijk beschermd en kopiëren zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De

Nadere informatie

Rapportage Wmo onderzoek Communicatie

Rapportage Wmo onderzoek Communicatie Rapportage Wmo onderzoek Communicatie Cliënten zijn tevreden over hoe het proces nu verloopt, voornamelijk door de inzet van traditionele communicatiekanalen 23 juli 2014 Versie 1,0 Inhoudsopgave Doelstelling

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland

18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland 18 december 2012 Social Media Onderzoek MKB Nederland 1. Inleiding Er wordt al jaren veel gesproken en geschreven over social media. Niet alleen in kranten en tijdschriften, maar ook op tv en het internet.

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

Uitkomsten landelijke Spotdag voor Lelystad

Uitkomsten landelijke Spotdag voor Lelystad Uitkomsten landelijke Spotdag voor Lelystad Rekenkamer(commissie)s doen wel vaker gezamenlijk onderzoek. Maar samen één dag de straat op om een specifiek onderwerp in kaart te brengen (een beetje te vergelijken

Nadere informatie

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Irene Houtman & Ernest de Vroome (TNO) In het kort: Onderzoek naar de ontwikkeling van burn-outklachten en verzuim door psychosociale

Nadere informatie

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy Sociale media hebben in onze samenleving een belangrijke rol verworven. Het gebruik van sociale media is groot en dynamisch. Voor de vierde

Nadere informatie

Bewonerspanel Communicatie

Bewonerspanel Communicatie Interne Bedrijven, Gemeente Utrecht onderzoek@utrecht.nl / 030 286 1350 www.utrecht.nl/onderzoek Bewonerspanel Communicatie Context Van 16 tot 30 november 2015 heeft IB Onderzoek een peiling gehouden onder

Nadere informatie

Evaluatie digitale dienstverlening gemeente Enschede UITKOMSTEN VRAGENLIJSTONDERZOEK V1.0 DECEMBER 2018

Evaluatie digitale dienstverlening gemeente Enschede UITKOMSTEN VRAGENLIJSTONDERZOEK V1.0 DECEMBER 2018 Evaluatie digitale dienstverlening gemeente Enschede UITKOMSTEN VRAGENLIJSTONDERZOEK V1.0 DECEMBER 2018 2 Het project De gemeente Enschede wil de digitalisering van de dienst-verlening in 2018 uitbreiden.

Nadere informatie

CFES CENTER FOR egovernment STUDIES. CFES CENTER FOR egovernment STUDIES ! ROTTERDAM, 15 MEI 2014

CFES CENTER FOR egovernment STUDIES. CFES CENTER FOR egovernment STUDIES ! ROTTERDAM, 15 MEI 2014 AGENDA KANAALSTURING VANUIT GEBRUIKERSPERSPECTIEF KANAALSTURING VANUIT GEBRUIKERSPERSPECTIEF LIDWIEN VAN DE WIJNGAERT ROTTERDAM, 15 MEI 2014 - Ontwikkeling van de eoverheid - Gebruik van elektronische

Nadere informatie

Interactief bestuur. Omnibus 2017

Interactief bestuur. Omnibus 2017 Interactief bestuur Omnibus 2017 Afdeling Onderzoek & Statistiek Januari 2018 Samenvatting In het najaar van 2017 is door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente s-hertogenbosch weer het tweejaarlijks

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Chris M. Jager Inleiding In juni en juli 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) bijna 360 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages.

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages. MARGES EN SIGNIFICANTIE BIJ STEEKPROEFRESULTATEN. De marges van percentages Metingen via een steekproef leveren een schatting van de werkelijkheid. Het toevalskarakter van de steekproef heeft als consequentie,

Nadere informatie

Onderzoek WIJK-, BUURT- EN DORPSBUDGET DEAL-gemeenten

Onderzoek WIJK-, BUURT- EN DORPSBUDGET DEAL-gemeenten Onderzoek WIJK-, BUURT- EN DORPSBUDGET DEAL-gemeenten Burgers nemen veel initiatieven. Het wordt óók van hen verwacht dat ze zich steeds meer inzetten voor hun eigen buurt. Ieder initiatief, of het nu

Nadere informatie

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Hoe tevreden zijn de medewerkers met en hoe betrokken zijn zij bij de organisatie en welke verbeterpunten ziet men voor de toekomst? Wat is medewerkerstevredenheid

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

Interactief bestuur. Omnibus 2015

Interactief bestuur. Omnibus 2015 Interactief bestuur Omnibus 2015 O&S April 2016 Samenvatting In september/oktober 2015 is door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente s- Hertogenbosch een omnibusonderzoek gehouden. In dit

Nadere informatie

Strategic Decisions Monitor Februari 2016 Trends in Customer Service

Strategic Decisions Monitor Februari 2016 Trends in Customer Service Strategic Decisions Monitor Februari 2016 Trends in Customer Service In samenwerking met KIRC 2016 Niets uit deze publicatie mag geheel of gedeeltelijk op enigerlei schriftelijke, elektronische of andere

Nadere informatie

Strategie en resultaat

Strategie en resultaat Strategie en resultaat Hoe goed zijn Nederlandse organisaties in het omzetten van strategie in resultaat? Het antwoord op die vraag krijgen, dat was het doel van het onderzoek van Yvonne Nijkamp Msc, dat

Nadere informatie

Stappenplan Social Return on Investment. Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth

Stappenplan Social Return on Investment. Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth Stappenplan Social Return on Investment Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth 1 1. Inleiding Het succesvol implementeren van ehealth is complex en vraagt investeringen van verschillende

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

OptimusAd. OptimusAd is gespecialiseerd in het opzetten, ontwerpen en beheren van online reclamecampagnes.

OptimusAd. OptimusAd is gespecialiseerd in het opzetten, ontwerpen en beheren van online reclamecampagnes. OptimusAd OptimusAd is gespecialiseerd in het opzetten, ontwerpen en beheren van online reclamecampagnes. Wij zijn uw partner als het gaat om online adverteren en zorgen ervoor dat uw boodschap op de juiste

Nadere informatie

Onderzoeksplan. Onderbesteding in de provincies Gelderland en Overijssel

Onderzoeksplan. Onderbesteding in de provincies Gelderland en Overijssel Onderzoeksplan Onderbesteding in de provincies Gelderland en Overijssel Onderzoeksplan Onderbesteding in de provincies Gelderland en Overijssel Rekenkamer Oost-Nederland, Juni 2007 Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

Hoofdstuk 11. Bezoek Burgerzaken

Hoofdstuk 11. Bezoek Burgerzaken Hoofdstuk 11. Bezoek Burgerzaken Samenvatting De afdeling Burgerzaken is op werkdagen dagelijks open van 8.30 tot 16.00 uur, donderdag doorlopend van 8.30 tot 20.00 uur en maandagochtend gesloten. Ruim

Nadere informatie

Kanalen in Balans Kanaalstrategie en Kanaalsturing

Kanalen in Balans Kanaalstrategie en Kanaalsturing Kanalen in Balans Kanaalstrategie en Kanaalsturing Onderzoeksresultaten Kanalen in Balans E-Gem bijeenkomst s-hertogenbosch Willem Pieterson, Universiteit Twente 09 oktober 2008 w.j.pieterson@utwente.nl

Nadere informatie

Bowling alone without public trust

Bowling alone without public trust Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in

Nadere informatie

1Communicatie als. containerbegrip

1Communicatie als. containerbegrip 1Communicatie als containerbegrip Als medisch specialist is communiceren onlosmakelijk verbonden met het uitoefenen van uw professie. Niet alleen hebt u contact met uw patiënten, maar ook met diverse professionals

Nadere informatie

Samenvatting afstudeeronderzoek

Samenvatting afstudeeronderzoek Samenvatting afstudeeronderzoek Succesfactoren volgens bedrijfsleven in publiek private samenwerkingen mbo IRENE VAN RIJSEWIJK- MSC STUDENT BEDRIJFSWETENSCHAPPEN (WAGENINGEN UNIVERSITY) IN SAMENWERKING

Nadere informatie

Rapportage onderzoek communicatie en informatie. communicatiemiddelen en informatievoorziening van bibliotheken. de Bibliotheek Deventer

Rapportage onderzoek communicatie en informatie. communicatiemiddelen en informatievoorziening van bibliotheken. de Bibliotheek Deventer voor bibliotheken Rapportage onderzoek communicatie en informatie De mening van klanten over de communicatiemiddelen en informatievoorziening van bibliotheken de Bibliotheek Deventer Inhoud Beschrijving

Nadere informatie

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen 1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen

Nadere informatie

Samenvatting derde rapport

Samenvatting derde rapport Samenvatting derde rapport Gronings Perspectief onderzoekt gezondheid, ervaren veiligheid en toekomstperspectief van bewoners in alle 23 Groningse gemeenten. Het onderzoek is een samenwerking tussen onderzoekers

Nadere informatie

(Na)zorg bewust meten

(Na)zorg bewust meten 26 Het volgen van uitbehandelde patiënten levert waardevolle inzichten op (Na)zorg bewust meten Tekst: Simone Fens, Ellis van Duist, Marjon Woudstra Qualizorg en MTCZorg zijn twee jaar geleden een initiatief

Nadere informatie

Dutch Summary. Dutch Summary

Dutch Summary. Dutch Summary Dutch Summary Dutch Summary In dit proefschrift worden de effecten van financiële liberalisatie op economische groei, inkomensongelijkheid en financiële instabiliteit onderzocht. Specifiek worden hierbij

Nadere informatie

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners Onderzoek burgerinitiatief Tevredenheid van indieners In opdracht van: De Raadsgriffier Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend Denise Floris Bert Mentink April

Nadere informatie

EERSTE METING SLACHTOFFERMONITOR: ERVARINGEN VAN SLACHTOFFERS MET JUSTITIËLE SLACHTOFFERONDERSTEUNING. Deel 1: politie. Management samenvatting

EERSTE METING SLACHTOFFERMONITOR: ERVARINGEN VAN SLACHTOFFERS MET JUSTITIËLE SLACHTOFFERONDERSTEUNING. Deel 1: politie. Management samenvatting EERSTE METING SLACHTOFFERMONITOR: ERVARINGEN VAN SLACHTOFFERS MET JUSTITIËLE SLACHTOFFERONDERSTEUNING Deel 1: politie Management samenvatting EERSTE METING SLACHTOFFERMONITOR: ERVARINGEN VAN SLACHTOFFERS

Nadere informatie

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3 Rapportage Burgerpanel meting 3: Juni 2013 In opdracht van: Contactpersoon: Gemeente Horst aan de Maas Dhr. F. Geurts Utrecht, juli 2013 DUO Market Research drs. Aart van Grootheest drs. Marjan den Ouden

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

RECAP. Het sellogram. Verkoop & gesprekstechnieken. Communicatie. Communicatiemodellen 21/03/2016. MULTI MEDIA EXPERT SYNTRA WEST (Brugge & Roeselare)

RECAP. Het sellogram. Verkoop & gesprekstechnieken. Communicatie. Communicatiemodellen 21/03/2016. MULTI MEDIA EXPERT SYNTRA WEST (Brugge & Roeselare) RECAP Start ochtendlessen: 8h30 Middaglessen om 13h00 VERKOOP & VERKOOPTECHNIEKEN MULTI MEDIA EXPERT SYNTRA WEST (Brugge & Roeselare) Lesnota s: www.apprentia.com/mumex/ Feedback: info@apprentia.com website

Nadere informatie

Rapport klanttevredenheid 2013

Rapport klanttevredenheid 2013 Rapport klanttevredenheid 2013 2014.1.73 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Procedure nieuwe verhuur 4 3. 3.1 Reparatieverzoeken Resultaten afgehandelde enquêtes Meerssen 2013 5 5 4. Procedure vertrekkende

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Deze dissertatie gaat over antecedenten en consequenties van publiek vertrouwen in organisaties die betrokken zijn bij de ontwikkeling van en de besluitvorming

Nadere informatie

Kübra Ozisik. Marjolein Kolstein. Mei

Kübra Ozisik. Marjolein Kolstein. Mei Kübra Ozisik Mei 2017 Marjolein Kolstein www.os-groningen.nl @basisvoorbeleid BASIS VOOR BELEID Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Samenvatting 2 1. Inleiding 4 2. Resultaten 5 2.1 Respons 5 2.2 Bekendheid

Nadere informatie

CarePower Cliënttevredenheidsonderzoek CarePower 2013/14

CarePower Cliënttevredenheidsonderzoek CarePower 2013/14 CarePower Cliënttevredenheidsonderzoek CarePower 2013/14 Datum : 01-02-2014 Auteur : Jaap Noorlander, Joris van Nimwegen Versie : 2 1 Inhoudsopgave Inleiding... Pagina 3 Vraagstelling... Pagina 3 Methode

Nadere informatie

ONDERZOEK VUURWERKOVERLAST

ONDERZOEK VUURWERKOVERLAST ONDERZOEK VUURWERKOVERLAST ONDERZOEK INWONERPANEL SOEST GFK, APRIL 2015 GfK 2015 Onderzoek Vuurwerkoverlast April 2015 1 Inhoud 1. Samenvatting 2. Onderzoeksresultaten 3. Onderzoeksverantwoording 4. Steekproefspecificatie

Nadere informatie

REGELING BEWONERSINITIATIEVEN 2019

REGELING BEWONERSINITIATIEVEN 2019 BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN MAASTRICHT, gelet op artikel 15,vierde lid van de Verordening Subsidies Vrijwilligersactiviteiten Welzijn en Zorg 2017. BESLUITEN tot vaststelling van de volgende Regeling

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie