Politiek op het VMBO: Leerlingen activeren

Transcriptie

1 Politiek op het VMBO: Leerlingen activeren 1

2 Inhoud workshop 11 werkvormen over politiek voor het vmbo. Na afloop krijgt u een reader met daarin de werkvormen. 2

3 1. Zoekplaat grondrechten Leerdoel: Leerlingen leren een aantal grondrechten uit de grondwet. Werkvorm: In een zoekplaat staan 13 grondwetsartikelen verbeeld. Hoeveel kunnen uw leerlingen er vinden? Waarom werkt het? Beeldend overzicht. Goede herhalingsoefening. 3

4

5 2. Democratie of dictatuur Leerdoel: Leerlingen leren wat de kenmerken van een democratie en van een dictatuur zijn. Werkvorm: Invulblad Waarom werkt het? Eenvoudige concrete voorbeelden. 5

6 Democratie of dictatuur? Democratie Dictatuur 1) MACHT Macht bij het volk Macht bij één persoon 2) VERKIEZINGEN Vrije verkiezingen Geen verkiezingen of oneerlijke verkiezingen 3) RECHTSPRAAK Recht op een eerlijk proces 4) MENINGSUITING Vrijheid van meningsuiting; kranten mogen schrijven wat ze willen Je kunt zomaar in de gevangenis gegooid worden Je moet uitkijken met wat je zegt; kranten worden gecontroleerd door de overheid 5) OVERHEID De overheid moet zich ook aan regels houden De overheid mag alles 6

7 3. Een politieke partij oprichten Leerdoel: Leerlingen denken na over wat zij belangrijk vinden. Daarmee komen zij spelenderwijs in aanraking met de kernwaarden van onze rechtsstaat. Werkvorm: In groepjes een partij oprichten, leerlingen kiezen uit bestaande standpunten. Waarom werkt het? Leerlingen gaan zelf aan de slag Stellingen en standpunten liggen dicht bij de leefwereld van leerlingen. Leerlingen mogen hun eigen mening vormen. 7

8 4. Politieke Bingo Leerdoel: Leerlingen leren en herhalen opgedane kennis. Werkvorm: Kennistest in de vorm van een bingo. Waarom werkt het? Wedstrijdelement Herhalen = onthouden Iedereen maakt kans 8

9 Antwoordkaarten staan op website: 9

10 BINNENHOF BINGO VRAAG Wie is Mark Rutte?

11 BINNENHOF BINGO VRAAG Hoe noemen we de Eerste en Tweede Kamer samen?

12 BINNENHOF BINGO VRAAG Hoeveel partijen zitten er in de Tweede Kamer?

13 BINNENHOF BINGO VRAAG Hoeveel partijen vormen nu samen de regering?

14 BINNENHOF BINGO VRAAG Om de hoeveel jaar zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer als het kabinet tussendoor niet valt?

15 BINNENHOF BINGO VRAAG Hoeveel mensen zitten er in de Tweede Kamer?

16 BINNENHOF BINGO VRAAG De ministers en staatssecretarissen vormen samen

17 BINNENHOF BINGO VRAAG Hoe oud moet je zijn om te mogen stemmen?

18 BINNENHOF BINGO VRAAG Een minister werkt op een ministerie. Op een ministerie werken ook heel veel.

19 BINNENHOF BINGO VRAAG Wie is het staatshoofd van Nederland?

20 BINNENHOF BINGO VRAAG In welk document staan alle afspraken tussen coalitiepartijen?

21 BINNENHOF BINGO VRAAG Een groep mensen in de Tweede Kamer van dezelfde politieke partij heet ook wel

22 BINNENHOF BINGO VRAAG In welke zaal wordt de Troonrede voorgelezen?

23 BINNENHOF BINGO VRAAG Dit is een van de taken van de Tweede Kamer

24 5. De lijn van links naar rechts Leerdoel: Leerlingen leren wat de begrippen links en rechts inhouden. Leerlingen vormen hun eigen mening. Leerlingen krijgen inzicht in verschillende visies op sociaaleconomisch beleid. Werkvorm: Onderwijsleergesprek Waarom werkt het? Er wordt ingespeeld op de mening van de leerlingen. 24

25 Voorbeeldstelling De belastingen in Nederland zijn veel te hoog. 25

26 6. Van wetsvoorstel tot wet Leerdoel: Leerlingen leren hoe in Nederland een wet wordt gemaakt. Leerlingen leren dat het parlement beslist over nieuwe wetten. Werkvorm: Werkblad met pictogrammen, stappen op de juiste volgorde zetten. Waarom werkt het? Pictogrammen Toegankelijk voorbeeld 26

27 De weg van een wetsvoorstel 27

28 7. Hoe oefen ik invloed uit Leerdoel: Leerlingen worden zich bewust van de mogelijkheden die zij hebben om zelf invloed uit te oefenen op politieke besluitvorming. Werkvorm: Leerlingen lopen naar het antwoord van hun keuze. Waarom werkt het? Leerlingen kunnen actief meedoen door te lopen. Voorbeelden die dicht bij de leerling liggen. 28

29 De gemeente heeft de nachtbussen die in het weekend naar het uitgaanscentrum rijden afgeschaft.

30 Je bent het er niet mee eens dat je door de 1040 urennorm soms langer op school wordt gehouden zonder dat je les hebt

31 8. Protesteren kun je leren Leerdoel: Leerlingen realiseren zich dat ze zelf invloed kunnen uitoefenen. Leerlingen leren dat het belangrijk is om medestanders te verzamelen als je invloed wilt uitoefenen. Werkvorm: Leerlingen bedenken een protestactie of een burgerinitiatief. Waarom werkt het? Ervaren Dicht bij eigen leefwereld 31

32 8. Protesteren kun je leren - Voorbeeld 3. Aandacht! Wat gaan jullie doen, zodat jullie handtekeningen kunnen verzamelen? Bedenk hoe jullie zoveel mogelijk aandacht kunnen krijgen voor jullie actie: 32

33 9. Naar het stembureau Leerdoel: Leerlingen oefenen de stemprocedure. Werkvorm: Stappen op volgorde leggen en stemmen oefenen. Waarom werkt het? Beeldmateriaal Oefenen Zo realistisch mogelijk. 33

34 9. Naar het stembureau 34

35 10. Over de lijn Leerdoel: Leerlingen denken op een speelse manier na over hun politieke mening en zien welke partijen bij hun voorkeur past. Werkvorm: Stemmen met je voeten. Waarom werkt het? Eigen mening Actief Vergelijken 35

36 Vlees moet duurder worden, door een hogere belasting EENS ONEENS

37 11. petje op petje af Leerdoel: Leerlingen leren op een speelse manier de betekenis van veelgehoorde politieke begrippen. Werkvorm: Quiz, variant op petje op petje af Waarom werkt het? Grappig Wedstrijdelement Actief 37

38 Ter afsluiting: een docentenversie! Wat gaan we doen? 1. Alle docenten gaan staan 2. Het petje in de hand 3. Er volgen een paar pittige vragen 4. Petje op of petje af? 38

39 POLITIEKE TAALQUIZ

40 PETJE OP - PETJE AF Wat is het H-woord? Petje op: Hypotheekrenteaftrek Petje af: Hervormingen

41 PETJE OP - PETJE AF Wie deden de uitspraken: 'doe eens normaal. Nee, doe zelf eens normaal' Petje op: Wilders en Rutte Petje af: Wilders en Halsema

42 PETJE OP - PETJE AF Wat is een constituerend beraad? Petje op: Eerste vergadering van een nieuw kabinet Petje af: Vergadering over een grondwetswijziging

43 PETJE OP - PETJE AF 4) Wat is een interpellatie? Petje op: Ingelast debat Petje af: Vraag of korte opmerking in een debat

44 PETJE OP - PETJE AF 5) Wie zijn het Presidium van de Tweede Kamer? Petje op: De Kamervoorzitter en de fractievoorzitters Petje af: De Kamervoorzitter en de ondervoorzitters

45 PETJE OP - PETJE AF 6) Wie deed de uitspraak Nu doet u het weer! tijdens een van de lijsttrekkersdebatten van 2012: Petje op: Diederik Samsom Petje af: Geert Wilders

46 PETJE OP - PETJE AF 7) Sinds wanneer wordt de titel minister-president gebruikt? Petje op: Sinds 1945 Petje af: Sinds 1918

47 PETJE OP - PETJE AF 8) Wat betekent amoveren? Petje op: Iemand uit zijn functie zetten Petje af: Iets van de agenda halen

48 PETJE OP - PETJE AF 9) Wie deed de volgende uitspraak: gaat u allen rustig slapen Petje op: Hendrik Colijn Petje af: Willem Drees

49 PETJE OP - PETJE AF 10) Wat betekent het woord quorum? Petje op: Het minimum aantal Kamerleden dat aanwezig moet zijn om een stemprocedure geldig te laten zijn. Petje af: Alle fractievoorzitters van de Tweede Kamer.

50 PETJE OP - PETJE AF 11) Wie deed de volgende uitspraak: Sinterklaas bestaat en hij zit daar Petje op: Hans Wiegel (over Joop den Uijl) Petje af: Geert Wilders (over Job Cohen)

51 PETJE OP - PETJE AF 12) Wie deed de volgende uitspraak tegen de Kamervoorzitter: Effe dimmen Petje op: Boer Koekoek, toen de Kamervoorzitter hem het woord ontnam om te spreken over de melkquota. Petje af: Jan Marijnissen, toen hij van de Kamervoorzitter vanwege tijdgebrek slechts kort mocht interrumperen.

52 PETJE OP - PETJE AF 13) Wie deed de volgende uitspraak: "De Kunst is geen regeringszaak, in zoverre de Regering geen oordeel, noch enig gezag heeft op het gebied der kunst" Petje op: (Charles) Ruijs de Beerenbrouck Petje af: Thorbecke

53 PETJE OP - PETJE AF 14) Schattingsvraag: Hoeveel minister-presidenten heeft Nederland gehad sinds de Tweede Wereldoorlog?

54 PETJE OP - PETJE AF 15) Schattingsvraag: Jaarlijks reikt de NJR de 'Zwetsprijs' voor het meest wartaal sprekende kamerlid en de 'Klaretaalprijs' voor het duidelijkst sprekende Kamerlid uit. Noem zoveel mogelijk winnaars van de Klaretaalprijs tussen 2002 en nu.

55 Dank voor jullie aandacht! 55