ANALGETICA. Lessen voor anesthesie medewerkers. J.M. den Hollander
|
|
- Nina Aerts
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ANALGETICA Lessen voor anesthesie medewerkers. J.M. den Hollander
2 PIJN is een zintuigelijke waarneming die in intensiteit kan varieren van onaangenaam tot ondraaglijk is een signaal dat aangeeft dat er gevaar dreigt voor het lichaam
3 PIJN (vervolg) Pijnstimuli: - worden gedetecteerd door fysiologische receptoren van chemische of mechanische aard en van temperatuur, die zich op verschillende plaatsen in het lichaam bevinden Nociceptie is: - pijnprikkelopname door nociceptoren - doorgifte aan zenuwen - centrale verwerking van de noxische (schadelijke) signalen - Nocere (Latijn) betekent schade berokkenen
4 PIJN (vervolg) Pijn bestaat in twee hoedanigheden: - de snelle pijnsensatie (goede localisatie en snelle terugtrekreflex) - de langzame pijnsensatie (komt daarna; is minder gelocaliseerd en langer durend) Pijnprikkeloverdracht vindt plaats: - in de achterhoorn van het ruggenmerg - na kruisen stijgt de prikkel op via de tr. spinothalamicus: de baan van de scherpe gelocaliseerde pijn - komt daarna aan in de cortex (gyrus postcentralis): de plaats waar de minder goed localiseerbare pijn wordt waargenomen
5 NOCICEPTIE
6 SOORTEN PIJN nociceptieve pijn continue prikkeling van perifere nociceptoren neuropathische pijn treedt op na zenuwbeschadiging of doorsnijding polyneuropathie wil zeggen dat er veel zenuwen beschadigd zijn. Treedt bv op bij diabetes mellitus en vit B deficientie
7 SOORTEN PIJN (vervolg) fantoompijn kan ontstaan bij elke verbroken verbinding van een lichaansdeel met de hersenen. Het lijkt zinvol om goede pijnblokkade te geven in de eerste fase van een amputatie referred pijn de oorzaak van de pijn zit op een andere plaats dan waar de patient de pijn aangeeft. Bv schouderpijn bij galblaas of maag pathologie door prikkeling van de n. phrenicus
8 PIJNMECHANISME EN BANEN
9 PIJN (vervolg) Nociceptie wordt gemoduleerd in: - ruggenmerg - thalamus Nociceptie wordt gemoduleerd door: - dalende inhiberende banen - kernen van deze banen liggen in de hersenstam en formatio reticularis Inhibitie vindt plaats via afgifte van: - enkefalinen - monoaminen (noradrenaline, serotonine)
10 PIJN (vervolg) Pijnsensatie kan worden beinvloed door: - wegnemen van de pijnprikkel - verlagen van de sensitiviteit van de nociceptoren (antipyretica/lokaal anesthetica) - onderbreken van de nociceptieve geleiding in het ruggenmerg (lokaal anesthetica) - onderdrukken van impulstransmissie in het ruggenmerg (opioiden) - onderdrukken van de pijnperceptie centraal (alg. anesthetica/opioiden) - veranderen van de emotionele respons op pijn (antidepressiva als co-analgetica)
11 ANALGETICA zijn farmaca met een pijnstillend effect zijn onder te verdelen in: - opioiden - non opioiden Er zijn verschillende opiaatreceptoren: µ µ 1 geeft (supraspinale) analgesie (morfine) µ 2 geeft (spinale) analgesie, respiratoire depressie en obstipatie; bevindt zich ook buiten het CZS geeft ook fysieke afhankelijkheid κ geeft (spinale) analgesie, miosis (pupilvernauwing) en vooral sedatie δ geeft (spinale) analgesie maar is functioneel gekoppeld aan µ receptoren; enkefalinen grijpen hierop aan σ geeft midriasis, tachypnoe, tachycardie, dysforie en delirium (centrale stimulatie) eigenlijk geen opiaatreceptor
12 OPIOIDEN Opioiden zijn als volgt onder te verdelen: OPIOIDEN endogeen exogeen pure agonisten partiele agonisten antagonisten agonist antagonist
13 OPIOIDEN (vervolg) Endogene opioiden: stoffen die in het lichaam voorkomen en gemaakt worden Dit zijn: - endorfinen passen vooral op µ - receptoren in het CZS. - enkefalinen passen vooral op δ - receptoren overal in het lichaam; zijn aanwezig in CSF na acupunctuur - nociceptine minder over bekend. - endomorfinen passen ook op µ - receptoren - dynorfine κ - receptoren Exogene opioiden: stoffen die niet in het lichaam gemaakt worden. Dit zijn de opioiden
14 OPIOIDEN (exogeen) Pure agonisten: - morfine, papaveretum, diamorfine (heroine) - methylmorfine (codeine) - fenylpiperidinen: pethidine nicomorfine (vilan) piritramide (dipidolor) fentanyl alfentanil, remifentanil,sufentanil tramadol loperamide (diarem) dextromoramide (palfium) dextropropoxyfeen (depronal) - methadon
15 OPIOIDEN exogeen (vervolg) Partiele antagonisten: deze worden onderverdeeld in: - stoffen met gemengd agonistische / antagonistische werking: vooral agonist: pentazocine (fortral) nalbufine (nubaine) vooral antagonist: nalorfine - stoffen met een lage intrinsieke werking bij de µ receptor buprenorfine (temgesic) Antagonisten: - naloxon (narcan) - doxapram (dopram)
16 ANALGETICA Specieel MORFINEMIMETICA Dit zijn alle semisynthetische en synthetische derivaten van morfine
17 ANALGETICA Specieel morfinemimetica Werking morfinemimetica: Algemeen: - werkingskracht wordt bepaald door de receptoraffiniteit (morfine 60 x lager dan fentanyl en x lager dan sufentanil) - hydrofiele stoffen stijgen gemakkelijk op in het czs - lipofiele stoffen worden systemisch sneller opgenomen Op de ademhaling: - in medulla en pons - dosisafhankelijk - de gevoeligheid voor CO 2 wordt minder - een langzame diepe ademhaling is karakteristiek - een antagonist voor het effect op de ademhaling is fysostigmine (dit heeft geen effect op de analgesie).
18 ANALGETICA Specieel (vervolg morfinemimetica) Werking morfinemimetica: Op de circulatie: - behalve pethidine (atropinestructuur) hebben alle morfinemimetica een negatief inotroop effect - ook is er enige vasodilatatie met SVR en RR daling - sommige morfinemimetica geven histaminerelease waardoor de SVR nog meer daalt Op het CZS: - sedatie - misselijkheid en braken - euforie (effect op het limbisch systeem) - remming van de hoestprikkel
19 ANALGETICA Specieel (vervolg morfinemimetica) Werking morfinemimetica: Perifere effecten: - rigiditeit: treedt vooral op bij hoge doseringen (cardio anesthesie) - urineretentie door spasme van de sfincter - jeuk: neus romp overal - vooral bij (nico)morfine, na epiduraal en bij zwangeren - gastrointestinaal: afname van peristaltiek en spasmen van sfincters leidt tot obstipatie en evt (galsteen / niersteen) kolieken - histaminerelease De klinische effecten van morfinemimetica worden beïnvloed door: - leeftijd (farmacodynamische veranderingen) en - sexe (mannen hebben meer nodig dan vrouwen); Niet door: - het lichaamsgewicht
20 Overzichtstabel farmacologische eigenschappen morfinemimetica. Farmacokinetische parameters morfine pethidine fentanyl alfentanil sufentanil remifentanil pka vrije fractie (bij ph 7) (%) niet geioniseerd lipofiliteit eiwitbinding (%) Vd (L/kg) klaring (ml/kg/min) t 1/2 β (min)
21 PURE AGONISTEN MORFINE Algemeen: - morfine is een opium alkaloid - opium bevat ook een ander alkaloid: papaverine dat vooral spasmolytisch werkt en als zodanig in de cardiochirurgie gebruikt wordt om spastische coronaire bypasses te dilateren - veel vormen van pijn kunnen met morfine worden bestreden, maar vooral de diepe, zeurende, niet goed lokaliseerbare pijn vanuit diepere structuren, en speciaal als deze pijn samen gaat met angst en gevoelens van onbehagen - metabolisme vindt vnl. plaats in de lever - morfine is hydrofiel zodat na systemische toediening weinig stof penetreert in de hersenen. Daarom is de i.v dosis hoog en de spinale dosis laag - morfine werkt traag in (piekefect na i.m. toediening na 1 uur) en het werkt langdurig; het is dus voor peroperatieve toediening niet zo geschikt. Oraal toegediend is het minder effectief door een vrij groot first pass effect - morfine werkt ook sedatief
22 PURE AGONISTEN (vervolg morfine) Dosering: - wordt voor inductie en onderhoud niet meer gebruikt - als premedicatie: mg/kg i.m. - postoperatief: mg/kg s.c. 4dd mg/kg/dag i.v. 2 4 mg epiduraal Bijwerkingen: - misselijkheid - ademdepressie - bradycardie, daling RR door vasodilatatie en: - histaminerelease - jeuk - obstipatie - rigiditeit Andere toepassingen: - bij asthma cardiale (ter verlichting van de dyspnoe)
23 PURE AGONISTEN (vervolg morfine) Farmacologische eigenschappen: (zie Tabel dia 17) - 63% is eiwitgebonden (albumine) - morfine is hydrofiel komt dus traag in het CZS - na systemische toediening penetreert weinig stof in de hersenen de iv dosis moet hoger zijn - morfine werkt traag in (piekefect na i.m. toediening na 1 uur); i.v. na 1 2 minuten - het werkt langdurig; voor peroperatieve toediening dus niet zo geschikt; werkingsduur 4 5 u - t ½ β = 2 3 uur; korter dan fentanyl, maar door de hydrofiliteit van de stof werkt morfine langer: langzaam opgenomen, langzaam uitgescheiden - metabolisme 90% in de lever; iets in de longen. 3 10% onveranderd uitgescheiden in de urine - sommige metabolieten hebben een actieve werking en worden in het brein opgenomen slechte correlatie tussen klinisch effect van morfine (bv ademdepressie) de plasma concentratie Cave combinatie met: - β - blokkers meer bradycardie - sedativa potentiering van het sedatief effect
24 PURE AGONISTEN (vervolg) PETHIDINE Algemeen: - al heel lang in gebruik (1939) - in equipotente doses heeft pethidine veelal dezelfde werking als morfine (75 mg 10 mg morfine); meer lipofiel penetreert gemakkelijker het brein - minder sedatie, soms een droge mond en tachycardie (atropine / anticholinerg effect) - metabolisme in de lever en uitscheiding van metabolieten in de urine - bij lever- en nierziekten is de klaring van pethidine verminderd - absoluut gecontraindiceerd bij het gebruik van MAO remmers (aurorix, parnate en eldepryl). De afbraak van pethidine wordt door MAO remmers verhinderd - veel gebruikt bij bevallingen. Het passeert wel de placenta en komt ook in de foetus terecht
25 PURE AGONISTEN (vervolg pethidine) Dosering: - bij ons alleen als postoperatieve pijnstiller en bij shivering Bijwerkingen: - cardiodepressie - in hoge dosering cerebrale excitatie (door de metaboliet norpethidine) Indicaties: - zwangerschap - shivering 12.5 mg i.m. of i.v. - bij het anticholinerg syndroom (atropine intoxicatie)
26 PURE AGONISTEN (vervolg) NICOMORFINE (VILAN) Algemeen: - lipofiel, lang werkend morfinemimeticum met sneller effect en meer sedatie dan morfine - het is zelf niet werkzaam; wordt omgezet in 2 componenten waarvan 1 morfine Dosering: - PM: mg/kg i.m. - postop: idem
27 PURE AGONISTEN (vervolg) PIRITRAMIDE (DIPIDOLOR) Algemeen: - minder sedatie dan morfine - cardiovasculair stabieler - minder PONV - meestal postoperatief gebruikt Dosering: - postop: mg/kg a 4 6 uur - postop continu: 12 ml (120 mg) in 36 ml gluc 5% ( 2,5 mg/ml), 1 a 2 ml/u Farmacologische eigenschappen: - werkingsduur 4 6 uur - 20 mg dipidolor 15 mg morfine.
28 PURE AGONISTEN (vervolg) FENTANYL Algemeen: - synthetisch, kortwerkend morfinemimeticum (fenylpiperidine afgeleide van pethidine) - sterker lipofiel dan morfine - minder sedatie - geen histamine release Dosering: - inductie: 1-2 mcg/kg - onderhoud: 1-2 mcg/kg iedere minuten - nabeademen: mcg/kg of zoveel als nodig - peroperatief continu: 2.4 µg /kg/min ged. 20 minuten, dan µg/kg/min
29 PURE AGONISTEN (vervolg fentanyl) Eigenschappen: x zo potent als morfine - snelle inwerking, korte werkingsduur - weinig effect op de circulatie, ook niet in hoge doseringen - eenzelfde ademdepressie als morfine - ICP verlaging; verminderde O 2 consumptie en cerebrale doorbloeding - bij hoge doses ontstaat spierrigiditeit Farmacologische eigenschappen: - zeer lipofiel - relatief langzame eliminatie; t½β is 3 4 uur - metabolisatie vooral in de lever - eiwitbinding 84%
30 PURE AGONISTEN (vervolg) ALFENTANIL Algemeen: - synthetisch morfinemimeticum, korter werkend dan fentanyl - veel minder sterke werking dan fentanyl - respiratoire en cardiovasculaire effecten zijn gelijk aan die van fentanyl - korte werkingsduur weinig postoperatieve analgesie - korte werkingsduur toediening per continu infuus
31 PURE AGONISTEN (vervolg alfentanil) Farmacologische eigenschappen: - minder lipofiel dan fentanyl - meer niet-geioniseerd snelle inwerking - kortere halfwaarde tijd dan fentanyl; t½ β = 1.6 uur - metabolisatie vnl in de lever - eiwitbinding 92% Dosering: - bolus: µg/kg - continu infuus: µg/kg/min
32 PURE AGONISTEN (vervolg) SUFENTANIL Algemeen: - synthetisch morfinemimeticum, krachtiger en korter werkend dan fentanyl - cardiovasculair stabiel, behalve bij cardiaal slechte patienten (maar dan werkt alles cardiodepressief) - geen histamine release - het geeft ook slaap in hogere doseringen ( > 8 µg/kg) Dosering: - inductie: µg/kg - hoge dosis inductie (cardio): 20 µg/kg. Langzaam i.v. - onderhoud: µg/kg/u (cardio: 0.5 µg/kg/u)
33 PURE AGONISTEN (vervolg sufentanil) Farmacologische eigenschappen: - t½ β ligt tussen die van fentanyl en alfentanil in - sufentanil is zeer lipofiel snelle werking - er is een sterke eiwitbinding: 92.5% aan α 1 - zure glycoproteine - laag eiwitgehalte sufentanil werkt langer en heftiger - metabolisatie vnl in de lever; leverdoorbloeding speelt een rol in de farmacokinetiek Bijwerkingen: - spierrigiditeit is extreem, vooral bij hoge doses - verder alle van de andere synthetische opiaten
34 PURE AGONISTEN (vervolg) REMIFENTANIL Algemeen: - synthetisch morfinemimeticum, afgebroken door plasma cholinesterasen werkt zeer kortdurend - korte werkingsduur continue infusie Farmacologische eigenschappen: - eiwitbinding is 70% - t½ β = 3 10 minuten - korte inwerkingstijd Dosering: µg/kg/min voorafgegaan door een bolus van 1 µg/kg in 3 minuten Nadeel: - snel uitgewerkt na stoppen van het infuus geen pijnstilling meer denk aan het op tijd toedienen van een andere postoperatieve pijnstiller
35 PURE AGONISTEN (vervolg) TRAMADOL Algemeen: - phenylpiperidine derivaat (is ook een opioid), lijkend op codeine - oraal werkt het bijna even snel als i.v. - zou ook op de inhiberende banen in het ruggemerg werken - minder effect op de ademhaling dan morfine - heeft wel de andere bijwerkingen: misselijkheid, duizeligheid Farmacologische eigenschappen: - plasma eiwitbinding is 20% - t½ β = 4-6 uur Bijwerkingen: - niet geven met MAO remmers en bij epilepsie; carbamazepine verlaagt de plasma concentratie van tramadol
36 PURE AGONISTEN (vervolg) DEXTROMORAMIDE (PALFIUM) en DEXTROPROPOXYFEEN (DEPRONAL) - niet veel meer gebruikt LOPERAMIDE - werkt vnl gastrointestinaal - toegepast als antidiarrhoeicum (immodium)
37 PURE AGONISTEN (vervolg) METHADON Algemeen: - heeft gelijke orale en i.v. doseringen - geeft ook respiratoire depressie - tolerantie treedt minder snel op dan met morfine gebruikt als afkickmiddel bij verslaving - de mogelijkheid tot misbruik bestaat wel Farmacologische eigenschappen: - sterk eiwitgebonden (90%), cumulatie kan optreden - t½ β = uur - metabolisme in de lever door cytochroom P- oxidase
38 PARTIELE AGONISTEN ALGEMEEN: - meestal agonisten of partieel agonisten op de κ-receptoren en antagonisten op de µ - receptoren - vaak ook werking op σ-receptoren, waardoor hallucinaties en dysforie - ademdepressie geven ze ook, maar minder snel en met een plafond-effect
39 PARTIELE AGONISTEN (vervolg) VOORAL AGONISTISCHE WERKING: PENTAZOCINE (FORTRAL) - heeft 25 % van de potentie van morfine - niet zo effectief bij ernstige pijn en ook geen euforie - tegenwoordig niet meer zo in gebruik NALBUFINE (NUBAINE): - structuur lijkt op naloxone, een antagonist - gelijk analgetisch effect als morfine, maar met plafond-effect - werkt als antagonist bij µ receptoren - het heeft weinig cardiovasculaire bijwerkingen; is geschikt voor cardiale patienten
40 PARTIELE AGONISTEN (vervolg) BUPRENORFINE (TEMGESIC), uit de morfinegroep Algemeen: - werkzaam vooral bij µ- en beetje bij κ- receptoren - grote affiniteit voor µ-receptoren effecten worden niet helemaal door naloxon geantagoneerd - ernstige ademdepressie antagoneren met doxapram - werking en bijwerkingen voor het grootste deel hetzelfde als morfine - weinig cardiovasculaire bijwerkingen
41 PARTIELE AGONISTEN (vervolg buprenorfine) Farmacologische eigenschappen: - zeer lipofiel - sublinguaal goed opgenomen - metabolisme in de lever - t½ β = 3 4 uur - werkingsduur 8 uur (door grote µ affiniteit) Dosering: mg langzaam i.v. of i.m - sublinguaal 1-2 tabl. (0.2 mg) per keer, max. 6 tabletten per 24 uur - werkt beter in combinatie met NSAID - postoperatief (ook met NSAID): titreren tot pijnvrij
42 PARTIELE AGONISTEN (vervolg) BUTORFANOL - agonist / antagonist - nasale spray - door groot first pass effect niet oraal toe te dienen VOORAL ANTAGONISTISCHE WERKING: NALORFINE - heeft een sterk dysfore bijwerking, dus weinig gebruikt
43 ANTAGONISTEN NALOXON (NARCAN) Algemeen: - geen agonistische activiteit, alleen antagonistisch - verjaagt agonisten van hun plaats bij de receptor - voor behandeling van overdosering en antagoneren van de werking van opioiden - heeft wel cardiovasculaire bijwerkingen: HT en arrythmie - antagoneert tevens pijnstilling; ook pijnstilling bereikt met acupunctuur - in lagere doseringen alleen antagoneren van het effect van opiaten op de ademhaling - de duur van het antagonisme is minuten bij langer werkende opiaten zijn extra doses nodig Farmacologische eigenschappen: - t½ β = 2.5 uur Dosering: mg i.v, evt herhalen na 2-3 minuten
44 ANTAGONISTEN (vervolg) DOXAPRAM (DOPRAM) Algemeen: - analepticum, vooral gebruikt bij ademdepressie postoperatief en door buprenorfine - werkt op chemoreceptoren in de carotis - geeft stimulering van het ademhalingscentrum in de medulla - het antagoneert niet een eventuele aanwezige analgesie Farmacologische eigenschappen: - korte werkingsduur: 5 12 minuten Dosering: mg/kg
45 WELK ANALGETICUM WANNEER AKUTE PIJN - is aanwezig bij abdominale ziektes en operaties, trauma, bij myocardinfarct en bij de baring Voorkeur: - morfine (pethidine bij de baring) - partiele agonisten geven minder analgesie en vaak dysforie Toediening: - langzaam i.v. - ook bij buikproblemen, maar dan in lagere doseringen
46 WELK ANALGETICUM WANNEER (vervolg) PERIOPERATIEF Premedikatie: - vroeger werden morfine en pethidine veel in de PM gegeven - dit kan de benodigde hoeveelheid opioid bij de inductie verminderen Inductie: - fentanyl, alfentanil, sufentanil en remifentanil Postoperatief: - morfine en pethidine - wijze van toediening: i.v, i.m, spinaal, epiduraal, transdermaal, transmucosaal
47 WELK ANALGETICUM WANNEER (vervolg) BIJ BEADEMING - morfine, fentanil, sufentanil, alfentanil, remifentanil CHRONISCHE PIJN - opioiden oraal, sublinguaal en later supps en i.v. - meestal morfine in oplopende doseringen - bij langzaam ophogen van doseringen speelt ademdepressie geen rol; wel obstipatie en misselijkheid, waarvoor andere medicatie moet worden gegeven
48 SPINALE EN EPIDURALE TOEDIENING VAN MORFINEMIMETICA SPINAAL - werking waarschijnlijk via µ receptoren gelegen dichtbij C vezels in de achterhoorn en de substantia gelatinosa van het ruggenmerg (plaatje 1. en 2.) - ook supraspinale effecten, vooral als de stof hydrofiel is
49 SPINALE EN EPIDURALE TOEDIENING VAN MORFINEMIMETICA (vervolg) EPIDURAAL - de dosis moet hoger zijn dan de spinale dosis, want de uptake van extraduraal naar CSF is traag, vooral bij een hydrofiele stof - extraduraal worden opioiden meestal samen met lokaal anesthetica gegeven uitgebreidere pijnstilling van beide kan de dosering dan lager zijn minder bijwerkingen - de effecten van de verschillende opiaten zijn afhankelijk van hun respectievelijke fysisch chemische eigenschappen - de dura mater is niet een lipidenmembraan en diffusie van stoffen naar de CSF is afhankelijk van de molecuulgrootte van de stof. De lipofiliteit is ook belangrijk, want deze bepaalt de snelheid van opname uit het extradurale vetweefsel in het veneuze bloed
50 SPINALE EN EPIDURALE TOEDIENING VAN MORFINEMIMETICA (vervolg) fentanyl epiduraal: - snelle passage door de dura (kleine moleculen) - snelle opname in het ruggenmerg (lipofiel) - veneuze opname is ook groot (lipofiel) - het effect van fentanyl epiduraal is dus bijna even snel als van i.v. Bijwerkingen treden dus ook snel op morfine epiduraal: - minder snel door de dura - minder opname in het ruggenmerg - minder opname in het bloed - maar het blijft wel langer in het lichaam aanwezig, dus later kunnen bijwerkingen allemaal nog wel optreden - als morfine in CSF zit, zit het er langer, zodat rostrale verspreiding meer optreedt dan bij fentanyl - van dit verschijnsel kan worden gebruik gemaakt door een lumbale epiduraal te prikken, waarbij ook de thoracale segmenten bereikt worden
51 SPINALE EN EPIDURALE TOEDIENING VAN MORFINEMIMETICA (vervolg) Bijwerkingen van opioiden spinaal en epiduraal zijn: - urine retentie door effecten op parasympatische sacrale banen - jeuk door toename van C-vezel activiteit en van stimulatie van de vorming van bepaalde eiwitten. Spinale anesthesie geeft meer jeuk dan epidurale
52 GEWENNING EN AFHANKELIJKHEID Gewenning en afhankelijkheid (fysiek en psychisch) zijn karakteristiek voor alle opiaat agonisten Gewenning en afhankelijkheid ontstaan niet bij opiaat antagonisten en ook niet of nauwelijks bij partiele agonisten/antagonisten Gewenning: - steeds meer stof is nodig om hetzelfde pijnstillende effect te bereiken - het ontwikkelt zich in 2 3 weken - hogere doseringen de miotische en obstiperende werking blijven hetzelfde; het ademdeprimerende effect neemt af
53 GEWENNING EN AFHANKELIJKHEID (vervolg) Fysieke afhankelijkheid: - slechts normaal functioneren van het lichaam bij een hoge concentratie van de stof in het lichaam - ontwikkelt zich in ± 25 dagen - bij stoppen van het opiaat ontstaan typische onttrekkingsverschijnselen Psychische afhankelijkheid: - het psychotrope effect van opiaten is onmisbaar geworden - verdwijnt minder gemakkelijk dan fysieke
54 GEWENNING EN AFHANKELIJKHEID (vervolg) Het ontstaansmechanisme van gewenning en afhankelijkheid: - is niet duidelijk. (Toename van het aantal opiaatreceptoren, met daardoor inhibitie van ACH release?) - acuut stoppen van opiaten geeft een sterke toename van cyclisch AMP in het brein en toename van de sympatische activiteit Clonidine, een α 2 -agonist, remt prikkeloverdracht in het sympatisch systeem en is effectief in het verminderen van ontwenningsverschijnselen
55 NON OPIOIDEN (Non sterioidal antiinflammatory drugs NSAID S) Algemeen: - bij milde of gematigde pijn. Niet diepe viscerale pijn. Bv osteoarthritis en rheumatoide arthritis - meestal is er ook een antiinflammatoire en antipyretische werking - werking via remming van cyclooxygenase (prostaglandine (PG) synthetase - COX) waardoor minder synthese van PG uit arachidonzuur in de cellen en dus minder afgifte van PG uit de cellen - veel salicylaten hebben een thrombocyten aggregatoire werking - de antipyretische werking is via remming van synthese van PG - door T stijging - in de hypothalamus
56 NON OPIOIDEN (NSAID S) (vervolg) PG remmers worden onderverdeeld in: - salicylaten: acetylsalicylzuur, aspirine, diflunisal (dolocid), carbasalaatcalcium (ascal), clopidogrel (plavix) - azijnzuurderivaten: diclofenac (voltaren), indometacine, sulindac (clinoril) - oxicamderivaten: meloxicam (movicox) - proprionzuurderivaten: ibuprofen (advil/brufen), naproxen (naprosyne) - pyrazolonderivaten: fenylbutazon (butazolidine), propyfenazon (o.a. in saridon) - restgroep: rofecoxib (vioxx COX 2 selectieve remmer) parecoxib (dynastat) COX 2 selectieve remmer)
57 NON OPIOIDEN (NSAID S) (vervolg) Remming van COX 1 (cyclooxygenase) 1 zou de oorzaak zijn van het ontstaan van de bijwerkingen van bovengenoemde stoffen Remming van COX 2 geeft de antiinflammatoire effecten Farmacologische eigenschappen: - plasmaeiwitbinding 80 90% (aspirine iets minder) - sterke ionisatie bij normale ph, dus niet snel in de hersenen opgenomen Bijwerkingen: - maagirritatie en ulcus door afname PG synthese dat de zure maagsecretie remt - verlenging van de bloedingstijd door een effect op thrombocyten (remming van de vorming van thromboxane, een krachtige plaatjes aggregator) - CZS stimulatie bij hoge doseringen (hyperventilatie met metabole en respiratoire acidose, oorsuizen, misselijkheid en braken) - allergische reacties (larynxoedeem, bronchoconstrictie)
58 ASPIRINE Algemeen: - derivaat van salicylzuur - aa,ap,ai,t (aa - analgetisch, ap - antipyretisch, ai - antiinflammatoir, t - thrombocytenaggregatieremmend - meest effectief bij lichtere somatische pijn, niet bij diepe viscerale pijn Farmacologische eigenschappen: - absorptie oraal % - wordt door de lever en darmmucosa omgezet in salicylzuur - salicylzuur is zeer sterk eiwitgebonden: 80 90%. Aspirine zelf iets minder - eliminatie door de nier, ook van metabolieten - t½ β = min; bij hogere doseringen langer: 2 3 uur Bijwerkingen: - het geeft verlenging van de bloedingstijd door t - het geeft maagdarm irritatie door remming van PG, dat de maagzuursecretie remt - bij overdosering geeft het stimulatie van het CZS:T stijging, verwardheid, verstoring zuur/base evenwicht, oorsuizen
59 OVERIGE NSAID S IBUPROFEN (Advil/Brufen) - vooral ai, minder aa, ap en t - geeft ook beschadiging van het maagdarm slijmvlies. Combinatie met misoprostol (PG analoog) wordt veel toegepast - de bloedflow naar de nieren wordt minder, dus niet geven bij nierinsufficientie - minder bijwerkingen dan naproxen - alle NSAID s hebben een effect op de bloedstolling. Daarom niet geven bij bloedverlies of stollingsstoornissen DICLOFENAC (Voltaren) - vaak postoperatief gebruikt - de contraindicaties voor NSAID s gelden hier ook PARACETAMOL - vooral aa en ap (hetzelfde als aspirine). Weinig ai. Geen t - afgebroken in de lever - overdosering geeft levernecrose NAPROSYNE (Naproxen) - dezelfde werking als ibuprofen
60 OVERIGE NSAID S (vervolg) ROFECOXIB (vioxx) - COX-2 remmer - toegediend bij osteoarthrose Bijwerkingen: - vooral gastrointestinaal - ook op de stolling, zij het minder dan bij aspirine - In 2004 van de markt gehaald ivm vaker optreden van hartinfarcten en CVA s PARECOXIB (Dynastat) - COX-2 remmer - voor i.v. toediening, postoperatief MELOXICAM (Movicox) - vooral COX-2 remmer, ook iets COX-1
61 STRUCTUUR VAN ENKELE NSAID S
62 TARGET CONTROLLED INFUSION (TCI) Totaal intraveneuze anesthesie (TIVA) is een techniek waarbij alle middelen - hypnotica, analgetica en spierverslappers - i.v. gegeven worden Vele middelen kunnen op grond van hun farmacokinetische eigenschappen het best via continue infusie gegeven worden Op deze manier wordt van elk middel de optimale dosis gegeven zodat ook de minste bijwerkingen ontstaan en alles ook weer snel uitgewerkt is Hiervoor is het noodzakelijk dat de precieze farmacokinetische gegevens van alle toe te dienen middelen bekend zijn en ook welke factoren de werking beinvloeden Er is veel interindividuele variabiliteit in het metabolisme en de uitscheiding van anesthetica, hetgeen berekeningen moeilijk maakt. Awareness kan een probleem zijn bij TIVA
63 TARGET CONTROLLED INFUSION (TCI) (vervolg) Computergestuurde farmacokinetische modellen worden tegenwoordig toegepast voor TIVA. Van een aantal stoffen zijn de farmacokinetische parameters ingevoerd en dan hoeven alleen leeftijd, gewicht, geslacht en dergelijke door de gebruiker te worden ingevoerd in de pomp om de juiste infusie snelheid in te stellen. Dit is target controlled infusion (TCI), een systeem dat adequate plasmaspiegels (target) - bij alle chirurgische situaties de goede concentratie - van bv propofol kan handhaven en ook van propofol en bv alfentanil samen De farmacokinetische gegevens en de kennis over de benodigde plasmaspiegels bij verschillende chirurgische stadia zijn afkomstig uit een groot aantal onderzoeken die in de afgelopen jaren zijn verricht. Bij de anesthesie hoeft alleen steeds de benodigde plasma concentratie opnieuw te worden ingevoerd en dan berekent het systeem de benodigde infusiesnelheid en past deze aan
64
METHADON ALS PIJNSTILLER IN DE PALLIATIEVE ZORG
METHADON ALS PIJNSTILLER IN DE PALLIATIEVE ZORG RUBEN VAN COEVORDEN HUISARTS HOSPICE ARTS JHI CONSULENT PALLIATIEVE ZORG WAT KOMT AAN BOD? Indicaties Beschikbare preparaten Farmacokinetiek Farmacodynamiek
Nadere informatieINHOUD Anesthesie. Farmacologie in de Anesthesie : OPIOÏDEN. Geschiedenis terminologie. Geschiedenis terminologie. Papaver somniferum
INHOUD Geschiedenis terminologie Farmacologie in de Anesthesie : OPIOÏDEN Classificatie Werkingsmechanisme Opioïd-receptoren Dr. D. Van Beersel Lessenreeks verdiepende stagiairs 2019 Farmacokinetiek Geschiedenis
Nadere informatieFarmacologie van de opioïden. Prof. J. Van Hemelrijck
Farmacologie van de opioïden Prof. J. Van Hemelrijck Classificaties Volgens afkomst en chemische structuur Natuurlijke: morfine, codeine (Demerol), papaverine, thebaïne (basis voor semi-synthetische) Semisynthetische:
Nadere informatiePijnmedicatie. dr. Bart G.J. Dekkers, AIOS ziekenhuisfarmacie
Pijnmedicatie dr. Bart G.J. Dekkers, AIOS ziekenhuisfarmacie (b.g.j.dekkers@umcg.nl) Soorten pijn Nociceptieve pijn (wondpijn) Pijn waarschuwt dat er iets mis is in het lichaam (bijv. verzwikte enkel)
Nadere informatieANESTHESIE TIJDENS LACTATIE
ANESTHESIE TIJDENS LACTATIE Inleiding Borstvoeding is momenteel gouden standaard WHO en AAP bevelen borstvoeding gedurende 6 maanden aan meer en meer moeders die operatie (vb. Sterilisatie-curretage) ondergaan
Nadere informatieMethadon... als pijnstiller?
Methadon... als pijnstiller? Amon Heijne AIOS anesthesiologie Imago probleem Ook iets voor de OK? Inhoud Waar of niet waar? Historisch perspectief Wat gebeurt er in het lichaam met methadon? Waarom zouden
Nadere informatieWat gaan we doen. Van LPA 7 naar LPA 8 Verschillen Overeenkomsten. Medicamenten Voor- en nadelen. Pijnstilling in de LPA 8
Wat gaan we doen Pijnstilling in de LPA 8 17 september 2014 Fabian Kooij Anesthesioloog, AMC MMT arts, Lifeliner 1 Van LPA 7 naar LPA 8 Verschillen Overeenkomsten Medicamenten Voor- en nadelen Wat gaat
Nadere informatieBehandeling van pijn bij kanker. Dr. S. De Wulf Anesthesioloog/pijnbestrijder 21/02/2017
Behandeling van pijn bij kanker Dr. S. De Wulf Anesthesioloog/pijnbestrijder 21/02/2017 Oorzaken en karakteristieken van kanker pijn Somatische ( nociceptieve ) pijn Opioiden, NSAID, blokkades Viscerale
Nadere informatiePitfalls in Oncologische Pijnbehandeling
Pitfalls in Oncologische Pijnbehandeling R.L van Leersum Anesthesioloog / Pijnbehandelaar Bronovo Ziekenhuis Indeling Inleiding Doorbraakpijn Bijwerkingen Opioïden Hyperalgesie Multimodale Aanpak Farmacotherapie
Nadere informatiePijn en pijnbehandeling. Vincent Baartmans 5 e jaars AIOS Anesthesiologie / Fellow IC LUMC LEIDEN
Pijn en pijnbehandeling Vincent Baartmans 5 e jaars AIOS Anesthesiologie / Fellow IC LUMC LEIDEN Inhoud - Casus - Wat is pijn? - Classificatie - Waarom pijn? - Hoe ontstaat het? - Waarom behandelen? -
Nadere informatieAcute pijntherapie voor de geriatrische patiënt
Acute pijntherapie voor de geriatrische patiënt Jona Houthuys promotor: Dr. Gert Poortmans Pijn bij de geriatrische patiënt Prevalentie Evaluatie van pijn Complicaties van pijn vertraagd herstel verminderde
Nadere informatieFarmacotherapeutische toelichting Pijnbestrijding gaat in het algemeen volgens het WHO-stappenplan.
1 Pijn 1.1 Pijnbehandeling algemeen Pijn vermindert veelal door behandeling van de onderliggende aandoening. Ondersteuning met analgetica zal niettemin vaak nodig zijn. Bij een aantal aandoeningen is symptomatische
Nadere informatieFarmacotherapeutische toelichting Pijnbestrijding gaat in het algemeen volgens het WHO-stappenplan.
1 Pijn 1.1 Pijnbehandeling algemeen Pijn vermindert veelal door behandeling van de onderliggende aandoening. Ondersteuning met analgetica zal niettemin vaak nodig zijn. Bij een aantal aandoeningen is symptomatische
Nadere informatieDeel IB1 Dipidolor 1/5
Deel IB1 Dipidolor 1/5 1. NAAM GENEESMIDDEL Dipidolor oplossing voor injectie 10 mg/ml. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Dipidolor bevat 10 mg piritramide per ml. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing
Nadere informatiePijn. Matthieu Berenbroek. Pijn 2 - Matthieu Berenbroek 1998-2008 PIJN. Wat is Pijn?
Pijn Matthieu Berenbroek PIJN Wat is Pijn? 1 PIJN Pijn is een onaangename, sensorische en emotionele ervaring die gepaard gaat met feitelijke of mogelijke weefselschade of die wordt beschreven in termen
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. 10 mg/ml oplossing voor injectie voor paarden, honden en katten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL 10 mg/ml oplossing voor injectie voor paarden, honden en katten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke ml bevat: Werkzaam
Nadere informatieAchtereenvolgens zullen we bij de bespreking van de farmacokinetiek het distributievolume, de clearance van een medicament, de verdeling van een
1 2 Achtereenvolgens zullen we bij de bespreking van de farmacokinetiek het distributievolume, de clearance van een medicament, de verdeling van een medicament tussen plasma en weefsels en de effecten
Nadere informatieProtocol Medicamenteuze pijnbestrijding bij oncologische patiënten Reikwijdte MST-breed Datum:
Versie: Medisch Spectrum Twente 1.0 Soort Document Titel Status: Vastgesteld Protocol Medicamenteuze pijnbestrijding bij oncologische patiënten Reikwijdte MST-breed Datum: 06-02-2012 Pagina 1 van 5 Code:
Nadere informatieFarmacologie van de opioïden
1 Farmacologie van de opioïden Classificatie De morfinomimetica worden op verschillende wijzen geclassificeerd. Morfine, codeïne, en papaverine zijn natuurlijk voorkomende opiaten die uit papaver somniferum
Nadere informatiePijnmedicatie bij acute en chronische pijn In mond, hoofd en aangezicht Denise van Diermen, arts
Pijnmedicatie bij acute en chronische pijn In mond, hoofd en aangezicht Denise van Diermen, arts 1 Pijn.. Wat doet U als U pijn heeft? 2 3 Wat doet u als uw patiënt pijn heeft? 4 Antibiotica ongeschikt
Nadere informatiePijn bij kanker, behandeling met medicijnen
Pijn bij kanker, behandeling met medicijnen Inleiding Deze informatiefolder is bedoeld voor patiënten die pijn hebben als gevolg van kanker. Ook voor familieleden kan het zinvol zijn om deze folder te
Nadere informatieFarmacotherapeutische toelichting Pijnbestrijding gaat in het algemeen volgens het WHO-stappenplan.
1 Pijn 1.1 Pijnbehandeling algemeen Pijn vermindert veelal door behandeling van de onderliggende aandoening. Ondersteuning met analgetica zal niettemin vaak nodig zijn. Bij een aantal aandoeningen is symptomatische
Nadere informatieSummary of product characteristics / 1 van 7
1.3.1.1 Summary of product characteristics 1.3.1.1 / 1 van 7 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING : Elke ml oplossing voor injectie bevat 10 mg. : Elke ml oplossing
Nadere informatieHoofdstuk 8. Samenvatting en conclusies
Hoofdstuk 8 Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Al vele decennia vormen opioïden de gouden standaard in behandeling van acute en chronische pijn, ondanks de grote hoeveelheid bijwerkingen
Nadere informatieWetenschappelijke bijsluiter. Benaming Dipidolor. Registratiehouder Janssen-Cilag N.V. Antwerpseweg 15-17 B-2340 Beerse. Fabrikant
Wetenschappelijke bijsluiter Benaming Dipidolor Registratiehouder Janssen-Cilag N.V. Antwerpseweg 15-17 B-2340 Beerse Fabrikant GlaxoSmithKline Manufacturing S.p.A. Strada Provinciale Asolana N. 90 (loc
Nadere informatieBIJSLUITER. Butomidor 10 mg/ml - oplossing voor injectie voor paarden, honden en katten
BIJSLUITER Butomidor 10 mg/ml - oplossing voor injectie voor paarden, honden en katten 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
Nadere informatiePETHIDINE HCl 50 MG/ML PCH oplossing voor injectie. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 22 september 2011 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1
1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Pethidine HCl 50 mg/ml PCH,. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Pethidine HCl 50 mg/ml PCH bevat 50 mg pethidinehydrochloride
Nadere informatieBIJSLUITER Morphasol 10 mg/ml oplossing voor injectie voor paarden
BIJSLUITER Morphasol 10 mg/ml oplossing voor injectie voor paarden 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN
Nadere informatieBIJSLUITER. Dolorex 10 mg/ml oplossing voor injectie voor paarden, honden en katten
BIJSLUITER 10 mg/ml oplossing voor injectie voor paarden, honden en katten 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE,
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Butomidor 10 mg/ml - oplossing voor injectie voor paarden, honden en katten
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Butomidor 10 mg/ml - oplossing voor injectie voor paarden, honden en katten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml bevat:
Nadere informatieRichtlijn morfine per continue subcutane toediening Doseren van morfine subcutaan bij dyspnoe of pijn
Richtlijn morfine per continue subcutane toediening Doseren van morfine subcutaan bij dyspnoe of pijn Voor uitleg over opiaten bij de behandeling van pijn ga naar Pallialine, ga naar symptomen, pijn, behandeling,
Nadere informatieBIJSLUITER Bupaq Multidose 0,3 mg/ml - oplossing voor injectie voor honden en katten
Notice Version NL Bupaq Multidose 0,3 mg/ml BIJSLUITER Bupaq Multidose 0,3 mg/ml - oplossing voor injectie voor honden en katten 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Nadere informatieBehandeling van pijn bij kanker
Behandeling van pijn bij kanker Pijn bij kanker kan ontstaan door de ziekte zelf, maar ook door de behandeling ervan. Niet alle patiënten met kanker hebben pijn. In de beginfase van de ziekte heeft 30%
Nadere informatieHet gebruik van morfine en veel voorkomende vragen
Het gebruik van morfine en veel voorkomende vragen Albert Schweitzer ziekenhuis januari 2015 pavo 0437 Inleiding Uw arts heeft u morfineachtige pijnstillers (zie tabel) voorgeschreven tegen de pijn. Deze
Nadere informatieFarmacotherapeutische toelichting Pijnbestrijding gaat in het algemeen volgens het WHO-stappenplan.
1 Pijn 1.1 Pijnbehandeling algemeen Pijn vermindert veelal door behandeling van de onderliggende aandoening. Ondersteuning met analgetica zal niettemin vaak nodig zijn. Bij een aantal aandoeningen is symptomatische
Nadere informatieOpioïden bij benigne pijn
Opioïden bij benigne pijn Anesthesie Locatie Hoorn/Enkhuizen Inleiding Uw behandelend arts zal uw pijn gaan bestrijden met opioïden. Dit zijn sterk werkende morfine-achtige pijnstillers. Deze informatie
Nadere informatieToxicologie behandelinformatie
Opioïden Algemeen Opioïden zijn analgetica, die (in de vorm van opium) hun oorsprong vinden in het melksap van de Papaver somniferum. De opioïden kunnen worden onderscheiden in opioïdagonisten en partieel
Nadere informatieBUPAQ MULTIDOSE 0,3 mg/ml oplossing voor injectie voor honden en katten
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL BUPAQ MULTIDOSE 0,3 mg/ml oplossing voor injectie voor honden en katten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per ml: Werkzaam
Nadere informatieKlassieke Pijnschema. Start Narcose. Paracetamol PAZA. Uitleiden Narcose. Ingreep. Inductie. Sequens. Opiaat extra. Verdere pijntherapie
Opiaat extra NSAID Paracetamol Sequens Verdere pijntherapie PAZA & afdeling Start Narcose Ingreep Uitleiden Narcose PAZA Inductie 1 Paracetamol = Perfusalgan = Dafalgan PARACETAMOL eerste dosis: 2 g IV
Nadere informatiePijn bij kanker. Anesthesie. Locatie Hoorn/Enkhuizen
Pijn bij kanker Anesthesie Locatie Hoorn/Enkhuizen Behandeling van pijn bij kanker Inleiding Tegenwoordig is pijn bij kanker vaak goed te bestrijden. Als wordt vastgesteld waardoor de pijn wordt veroorzaakt,
Nadere informatieBIJSLUITER Dolorex 10 mg/ml, oplossing voor injectie voor paard, hond en kat
BIJSLUITER Dolorex 10 mg/ml, oplossing voor injectie voor paard, hond en kat 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE,
Nadere informatie9 Pijnbestrijding. 9.1 Medicamenteus stappenschema
9 Pijnbestrijding Het meten van de pijn bij kinderen in de kliniek of op de poli dient onderdeel te zijn van de standaard zorg. Pijn wordt gemeten met een gestandardiseerde scoringslijst. 0-2 jaar comfort
Nadere informatieBijlage III. Wijzigingen die moeten worden aangebracht in de desbetreffende rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter
Bijlage III Wijzigingen die moeten worden aangebracht in de desbetreffende rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter NB: Deze Samenvatting van de productkenmerken, Etikettering
Nadere informatieMarijse Koelewijn huisarts
PIJN Marijse Koelewijn huisarts Je hoeft tegenwoordig toch geen pijn meer te lijden Moeilijk behandelbare pijn Om welke pijnen gaat het? Welke therapeutische mogelijkheden zijn er? Opzet workshop: Korte
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. MORPHASOL 4 mg/ml oplossing voor injectie voor honden en katten
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL MORPHASOL 4 mg/ml oplossing voor injectie voor honden en katten 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per ml: Werkzaam bestanddeel:
Nadere informatieCasusbespreking IC Local anesthetic systemic toxicity (LAST)
Casusbespreking IC Local anesthetic systemic toxicity (LAST) Maaike Fenten 5-7-2017 Achtergrond Lokaal anesthetica op de IC Epidurale anesthesie Locoregionale anesthesie Intraveneus lidocaïne? Inhoud Fysiologie
Nadere informatieFarmacologie van. Tine Hendrickx, apotheker AZ Sint-Lucas Gent
Farmacologie van pijnmedicatie Tine Hendrickx, apotheker AZ Sint-Lucas Gent Pijn in de oncologie Aantal patiënten met matige tot ernstige pijn: Ten tijde van diagnose: 30 40% Tijdens behandeling: 40 70%
Nadere informatieSEDATIE Dr. Frederik De Buck Dienst Anesthesie UZ Leuven. Procedural sedation and analgesia (PSA) Verschillende soorten sedatie. Dieptes van sedatie
Verschillende soorten sedatie SEDATIE Dr. Frederik De Buck Dienst Anesthesie UZ Leuven Sedatie als onderdeel van algemene anestesie Sedatie van beademde patiënten Sedatie tijdens onaangename en/of pijnlijke
Nadere informatieBIJSLUITER. Honden: Als analgeticum: ter verlichting van lichte tot matige viscerale pijn. Als sedativum: in combinatie met medetomidine.
BIJSLUITER Morphasol 4 mg/ml oplossing voor injectie voor honden en katten 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN
Nadere informatiewaarom? Fysiologie en Anesthesie Anatomische verschillen Fysiologische verschillen Anatomische verschillen Fysiologische verschillen
waarom? Fysiologie en bij kinderen Kleinere maat, verschilt met leeftijd Verder verschillen kinderen in: Anatomie Fysiologie Psychologie techniek aanpassen Anatomische verschillen Anatomische verschillen
Nadere informatiePijn. F.J. van den Oever November 2017
Pijn F.J. van den Oever November 2017 Inhoud presentatie Wat is pijn? Fysiologie van pijn Pijnladder Pijnmedicatie Bijzonderheden bij opiaten Neuropathische pijn Casus Wat is pijn? Pijn is een waarschuwingssignaal
Nadere informatieApotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Morfinehydrochloride 500 mg in 100 ml medicatiecassette (ZI-16199413)
1. Naam van het geneesmiddel Morfinehydrochloride 500 mg in 100 ml medicatiecassette 2. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling Bevat per medicatiecassette van 100 ml 500 mg morfinehydrochloride.3-water.
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL TOLFEDINE 4 % 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per ml: Werkzaam bestanddeel: Tolfenamzuur 40 mg Hulpstoffen: Benzylalcohol
Nadere informatieDe lotgevallen van medicatie in het menselijk lichaam.
De lotgevallen van medicatie in het menselijk lichaam. Waarom medicijnen gebruiken? Iemand heeft een aandoening en de oorzaak van die aandoening kan met geneesmiddelen worden behandeld causale behandeling.
Nadere informatiePOSTOPERATIEVE PIJNBESTRIJDING; MEDICAMENTEUS
POSTOPERATIEVE PIJNBESTRIJDING; MEDICAMENTEUS Inleiding De pijnstillers worden onderscheiden in de opioïden en niet-opioïden. De opioïden hebben een werkingsmechanisme dat lijkt op de bestanddelen van
Nadere informatieBIJSLUITER. Bupredine Multidose 0,3 mg/ml oplossing voor injectie voor honden, katten en paarden
BIJSLUITER Bupredine Multidose 0,3 mg/ml oplossing voor injectie voor honden, katten en paarden 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Bupredine Multidose 0,3 mg/ml oplossing voor injectie voor honden, katten en paarden
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Bupredine Multidose 0,3 mg/ml oplossing voor injectie voor honden, katten en paarden 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Nadere informatieBehandeling van pijn bij kanker
Behandeling van pijn bij kanker Centrum voor pijngeneeskunde Locatie Eindhoven Pijn bij kanker kan ontstaan door ziekte zelf, maar ook door de behandeling ervan. Niet alle patiënten met kanker hebben pijn.
Nadere informatiePijn en pijnbehandeling bij Kanker 23-04-2014 Centrum Cabane
Pijn en pijnbehandeling bij Kanker 23-04-2014 Centrum Cabane Drs. A.M. Karsch, anesthesioloog pijnspecialist UMC Utrecht Drs. G. Hesselmann, oncologieverpleegkundige, epidemioloog UMCU Wat is pijn? lichamelijk
Nadere informatiePijnbestrijding na een Operatie
Laurentius Ziekenhuis - afd. anesthesiologie/pijnbestrijding 23 maart 2007 Deze informatie is bestemd voor patiënten die in aanmerking komen voor Pijnbestrijding na een Operatie www.pijnpolikliniek.info
Nadere informatiepostoperatieve pijnstilling bijscholingsdag heelkunde 16 oktober 2014 drg. De Clerck anesthesie pijncentrum
postoperatieve pijnstilling bijscholingsdag heelkunde 16 oktober 2014 drg. De Clerck anesthesie pijncentrum inhoud 1. pijnmeting- en registratie 2. postoperatiefpijnprotocol 3. postoperatievepijnmedicatie
Nadere informatie2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. 4.2 Indicaties voor gebruik met specificatie van de doeldiersoorten
1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Torbugesic Vet 10 mg/ml Oplossing voor injectie voor paarden, honden en katten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per ml: Werkzaam bestanddeel: Butorfanol 10
Nadere informatieTorbugesic Vet 10 mg/ml oplossing voor injectie voor paarden, honden en katten
BD/2017/REG NL 110896/zaak 588864 4 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Torbugesic Vet 10 mg/ml oplossing voor injectie voor paarden, honden en katten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per ml:
Nadere informatieOpioïd geïnduceerde Hyperalgesie Opioïd Induced Hyperalgesia (OIH)
Opioïd geïnduceerde Hyperalgesie Opioïd Induced Hyperalgesia (OIH) Meneer Peereboom 59 jaar slecht gedifferentieerd niet-kleincellig longcarcinoom. Lokale doorgroei in mediastinum. Geen metastasenl Radiotherapie,
Nadere informatieFarmacologische behandeling van doorbraakpijn
Farmacologische behandeling van doorbraakpijn M.M.P.M. Jansen, ziekenhuisapotheker klinisch farmacoloog Ede, 19 november 2014 Inhoud Farmacologische behandeling van doorbraakpijn Focus op snelwerkende
Nadere informatieAnesthesie en Ouderen
Dr B T Veering Afd Anesthesiologie LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM Rembrandt 1606-1669 1890 2005 I. Inleiding II. Peri-operatief risico III. Intraoperatief IV. Postoperatieve periode verkoeverkamer
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Remifentanil B. Braun 1 mg, poeder voor concentraat voor oplossing voor injectie of infusie Remifentanil B. Braun 2 mg, poeder voor concentraat
Nadere informatieMisselijkheid & Braken Jan de Heer Huisartsconsulent Palliatieve Zorg
Misselijkheid & Braken Jan de Heer Huisartsconsulent Palliatieve Zorg Vragen bij de palliatieve helpdesks? Vragen bij de palliatieve helpdesks Pijn 43.5 % Obstipatie 15.1 % Misselijkheid 14.9 % Benauwdheid
Nadere informatieChapter 9. Samenvatting en conclusie
Chapter 9 Samenvatting en conclusie Samenvatting en conclusie Samenvatting en Conclusie Chronische pijn is een wijdverbreide aandoening in de algemene populatie. Zowel in de klinische praktijk als in
Nadere informatie2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke ampul van 1 ml bevat 0,4 mg naloxonhydrochloride (als naloxonhydrochloride dihydraat)
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Naloxon B. Braun 0,4 mg/ml, oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke ampul van 1 ml bevat 0,4 mg naloxonhydrochloride (als naloxonhydrochloride
Nadere informatieDeel IB: Samenvatting van de kenmerken van het product
Deel IB: Samenvatting van de kenmerken van het product 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Tramadol HCl 50 mg dispers, dispergeerbare tabletten en Tramadol HCl 100 mg dispers, dispergeerbare tabletten. 2. KWALITATIEVE
Nadere informatieBoodschap. Inleiding. Analgesie bij Trauma Klassieke producten WHO pijnladder. Atypische (ketalar lachgas) Loco-regionale technieken
Analgesie bij Trauma Philippe Vets Spoedgevallen Intensieve Zorgen ZNA Middelheim Boodschap WHO ladder als basis Product-kennis Modificeer in functie van: Ernst pijn Acute karakter Plaats van toediening
Nadere informatieOncologie. Morfine: fabels en feiten
Oncologie Morfine: fabels en feiten 1 Wat is morfine? In overleg met uw arts gaat u morfine gebruiken. Morfine wordt voorgeschreven om pijn te verlichten. Soms wordt morfine gebruikt bij benauwdheid. Morfine
Nadere informatieBIJSLUITER Torbugesic Vet 10 mg/ml Oplossing voor injectie voor paarden, honden en katten
BIJSLUITER Torbugesic Vet 10 mg/ml Oplossing voor injectie voor paarden, honden en katten 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK
Nadere informatieMorfine. Fabels en feiten
Morfine Fabels en feiten In overleg met uw arts gaat u morfine gebruiken. Morfine behoort tot een groep geneesmiddelen, die morfineachtige pijnstillers of opioïden worden genoemd. Inleiding Waar in deze
Nadere informatieFabels en feiten over morfine
Fabels en feiten over morfine Beter voor elkaar Fabels en feiten over morfine Inleiding In overleg met uw arts gaat u morfine gebruiken. Morfine behoort tot een groep geneesmiddelen, die morfineachtige
Nadere informatie8 Samenvatting en Conclusies
8 Samenvatting en Conclusies Het gebruik van geneesmiddelen in de behandeling en preventie van ziekte en pijn is niet meer weg te denken uit onze samenleving. De meeste geneesmiddelen hebben behalve hun
Nadere informatieBIJSLUITER Torbugesic Vet 10 mg/ml Oplossing voor injectie voor paarden, honden en katten
BD/2017/REG NL 110896/zaak 588864 20 BIJSLUITER Torbugesic Vet 10 mg/ml Oplossing voor injectie voor paarden, honden en katten 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Nadere informatieSAMENVATTING EN CONCLUSIES
SAMENVATTING EN CONCLUSIES De afgelopen 10 jaar hebben de taxanen paclitaxel (Taxol ) en docetaxel (Taxotere ) een belangrijke plaats verworven in de chemotherapeutische behandeling van kanker. Beide geneesmiddelen
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Synthadon 10 mg/ml, oplossing voor injectie voor honden en katten. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per ml: Werkzaam
Nadere informatieOorzaken van pijn Pijnmedicatie
Pijndagboek Tegenwoordig is pijn bij kanker vaak goed te bestrijden. Eenmaal vastgesteld wat de pijn veroorzaakt, is deze bijna altijd tot een draaglijk niveau terug te brengen. Niet alle patiënten met
Nadere informatieACUTE PIJN: POSTOPERATIEVE SETTING SARAH MARTENS VERPLEEGKUNDIGE/VROEDVROUW GOPR
ACUTE PIJN: POSTOPERATIEVE SETTING SARAH MARTENS VERPLEEGKUNDIGE/VROEDVROUW GOPR POSTOPERATIEVE PIJN = ACUTE PIJN RECENT ONTSTAAN MEESTAL VAN KORTE DUUR AANWIJSBAAR TIJDSTIP CAUSAAL VERBAND MET LETSEL
Nadere informatieBIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Naloxon HCl-hameln 0,4 mg/ml, oplossing voor injectie/infusie
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Naloxon HCl-hameln 0,4 mg/ml, oplossing voor injectie/infusie Lees de hele bijsluiter goed, voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN NALBUFINE HCL ORPHA 10 mg/ml oplossing voor injectie 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL NALBUFINE HCL ORPHA 10 mg/ml oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Tralieve 80 mg kauwtabletten voor honden 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Tablet van 80 mg: 1 tablet bevat: Werkzaam
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Vetergesic Multidosis 0,3 mg/ml, oplossing voor injectie bij honden en katten (AT, BE, CZ, DE, ES, FR, IE, NL, SK, UK) Vetergesic Multidose
Nadere informatieDE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,
BD/2013/REG NL 103772/zaak 323401 DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, Gezien het verzoek van animedica GmbH te 48308 SENDEN-BÖSENSELL
Nadere informatieFarmacokinetiek en dynamiek
Farmacokinetiek en dynamiek Het toepassen van informatie uit het farmacotherapeutisch kompas Douwe van der Meer Ziekenhuisapotheker 20-03-2018 Wie schrijf het Kompas? VWS ZI Verzekeraars Wat is de bron?
Nadere informatieWorkshop Medicijnen, werkt t of werk t.. tegen? Els Coyajee-Geselschap apotheker
Workshop Medicijnen, werkt t of werk t.. tegen? Els Coyajee-Geselschap apotheker Inhoud workshop Inventarisatie vragen Waar of niet waar Medicatie en hun bijwerkingen Pijnbestrijding Antidepressiva Benzodiazepinen
Nadere informatieDialyse peritoneaaldialyse: aceclofenac
Dialyse peritoneaaldialyse: aceclofenac 6202a Onderbouwend Bewijs Effect SPC Biofenac 11 juli 2016 Gecontraïndiceerd bij ernstige nierfunctiestoornissen. Dialyse heeft vermoedelijk geen nut vanwege hoge
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Dipidolor 10 mg/ml oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een ampul Dipidolor bevat 10 mg piritramide per
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Mucorhinyl 0,5 mg/ml. Mucorhinyl 1 mg/ml. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Mucorhinyl 0,5 mg/ml: bevat 0,5 mg xylometazolinehydrochloride
Nadere informatieBehandeling van pijn bij palliatieve en oncologische patiënten
Parallelsessie Zorg Pijn en pijnbestrijding 09.15-09.30 h: Nieuwe analgetica in de palliatieve zorg Prof.dr.Kris CP Vissers, UMC St Radboud 09.30-09.45 h: Hoe rationeel zij wij in analgetica beleid? Jaap
Nadere informatieKruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp. 1000 mg paracetamol.
1.3.1.1 SmPC Page 1 of 5 1.3.1.1 SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS Samenvatting van de productkenmerken 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Kruidvat Paracetamol 120 mg, zetpillen. Kruidvat Paracetamol 240 mg,
Nadere informatieIn overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,
BD/2011/REG NL 10246/zaak 217151 In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, Beschikkende op de aanvraag d.d. 6 juni 2011 van Ecuphar N.V. te Oostkamp tot verlenging van de
Nadere informatieMeloxidolor 20 mg/ml oplossing voor injectie bij rundvee, varkens en paarden
1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Meloxidolor 20 mg/ml oplossing voor injectie bij rundvee, varkens en paarden 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eén ml bevat: Werkzaam bestanddeel: Meloxicam
Nadere informatieEen verhit postoperatief beloop
Een verhit postoperatief beloop Centraal anticholinerg syndroom? R Verhage C Hofhuizen Casus Dhr V, 31-1-1952 Voorgeschiedenis: - dilatatie aorta ascendens. - AF, thrombus linker hartoor (verdwenen na
Nadere informatieBIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL TOLFINE, 40 mg/ml, oplossing voor injectie voor runderen en varkens 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per ml:
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
IAin A.1: Wijziging naam Pagina 1 van 5 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Noscapine 15 mg. Hulpstof met bekend effect: Noscaflex bevat 5,00 mg aspartaam (E951)
Nadere informatie2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Naloxon Orpha 0,4 mg/ml, oplossing voor injectie of infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke ampul van 1 ml oplossing voor injectie of infusie bevat 0,4
Nadere informatie